DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. n Kath. Soc. Actie. BUITENLAND. Dochter van den Millionair, Kinderhuisvest 29-3C-33, Haarlem Onze Verzekering. 1 Woensdag 22 juli 1908. 33sta Jaargang No. 6941. et ABONNEMENTSPRIJS: 8 maanden voor Haarlem fl.8S Voor de plaatsen, waar een agent ie gevestigd (kom der gemeente) 1.35 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1JÜ "-wonderlijke nummers 0.05 Bureaux van Redactie en Administratie: Intere. Telefoonnummer 1426. PRIJ8 DEB ADVEBTENTIÈN: Van 1—6 regelsf0.80 (oontant)f Ü.E0 Elke regel meer0.10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant. Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vernield, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van: verlies van éen wijs vinger. HULDEN bij verlies van éen anderen vinger. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. üEF= Wij maken er onze abonnés nadruk op opmerkzaam, dat |Qgeval van ongelukken, waaruit krachtens onze gratis-verzekering reeht voortvloeit op een grootere M kleine uitkeering, alle bijzon derheden omtrent het ongeluk ""'nnen zeven dagen nadat het gebeurd is, aan de Directie der Nieuwe Haarlemsche Courant schriftelijk moeten worden mee gedeeld. Ingeval van ongelukken met ho°delijken afloop moet os middel- yik aan de Directie der Nieuwe Haarlemsche Courant kennis *°rden gegeven. DE DIRECTEUR. Provincialisme. Sonmaige Noord-Brabantsche cou- ®Jlten vallen ons heftig aan, omdat J" in verband met het advies va,n Noord-Brabantschen Bond tot ^iet-aansluiting aan den Algemee- Bond van R„ K. Kiesvereeni- Singen, hebben gesproken van Pro- vi'Kialisme. Dat woord hadden we niet mogen «pruiken De „Noord bra banter" antwoordt met een insinuatie, die een per- jdnlijkheid is tegen iemand, geheel "Uiten onze Redactie staande. En de „Nieuwe Tilburgsche Cou- dikt dat nog wat aa,n. Als dit blad moet geacht worden, gezaghebbende wijze uit te leg- |?n- wat in het advies van den mord-Brabantschen Bond heet p«n specialen economischen, socia- lA ''n politieken toestand der Katho- leken" beneden den Moerdijk, dan jjttt dit zonderlinge bezwaar, door j'.Het Centrum" zoo scherp in het ,lcht gesteld, al heel vreemd voor 7' dag Het Tilburgsche blad zegt niet ^er 0f minder dan het volgende: „Wanneer men minder duidelijk den toeleg bespeurde bij een aantal hoeren van boven den Moerdijk, om onze, provincie uitsluitend te beschouwen 'als het gezegend oord, ^aar zij kans op Kamerzeteltjes hebben, maar waarop zij overi gens met boven-Moerdijksche su- prioriteit laag neerzien, zou men ier waarschijnlijk minder huive rig zijn om tot den Algemee,nen Rond toe to treden. „Het is voor ons hier in Noord- Rrabant ontegenzeggelijk zaak, dat wij onze belangen en dat gijn wel degelijk eigen belangen, wat men daartegen ook moge be weren zelf in handen houden en in verband daarmede ook, dat wij onze eigen mannen naar 's lands vergaderzaal afvaardigen. „Men kan dat al weder „pro vincialisme" schelden, maar het aanzien onzer katholieke provin cie, de noodzakelijkheid van het handhaven en tot hooger bloei brengen van onze geheel katho lieke gemeenschap, vordert zonder twijfel, dat wij in en uit ons mid den hebben onze mannen van maatschappelijken en politieken invloed." Ziehier wel het benepen provin cialisme, waarvan we spraken, op z'n ergst! Als de Noordbrabanters ten op zichte van den Algemeenen Bond met uitdrukkingen als „boven-Moer dijksche superioriteit" moeten wor den afgeschrikt, dan ziet het er toch treurig uit. Zijn dat argumenten om het stre ven naar eendrachtige politieke ac tie van heel het Katholieke Neder land, vereenigi in éénen Bond, te doen mislukken W© zullen de laatsten zijn om te beweren dat bet voor Noord-Bra bant, evehmin als voor elke andere provincie ook, niet goed zou zijn, dat „mannen van politieken en maat schappelijken invloed" uit die pro vincie-zelf hare belangen zoo noo~ dig tot in 's lands hoogste verga derzalen komen behartigen- Doch wat dit te» maken heeft met toetijefding dei' Noord-Brabantsche kiesvereenigingen tot den Bond? Vreest men nog „overheersching" van bet Noorden Zoo ja, dat man dat »dan zegge, zooals de „Nieuwe Tilburgsche" bet oprecht, maar wat onhandig dunkt ons, als hare moaning vertelt. Zoo niet, dat men dan dat zon derlinge bezwaar van den bizonde ren „economischen, socialen en poli tieken toestand" in Brabant eens wat nader toelichte! i. Van avond vergadert ,hier te Haarlem weder het plaatselijk co mité der Kath. Sociale Actie. En dan hooren we weer, als het werken der propagandisten bespro ken wordt, de voortdurend terug- keerende klacht„zoovelen in Haar lem en Omstreken onder ons, Room- scben, weten niet eens wat de K. S. A. is en wil en doet, denken dat ze alwéér een nieuwe vereeniging is, enhalen er uit onbekendheid de schouders voor op." Zoo iets, of omtrent, hebben we op die vergaderingen van het Plaat selijk Comité al herhaaldelijk ge hoord. En dan hebben we ons, met de anderen verwonderd. Hoe is het mogelijk Dat er Ka tholieken zijn, die voor het werken der K. S. A. niet veel gevoelen, dat is mogelijk. Maar dat er zijn, die haar niet kennen...? Toch is het zoo. En als we dan in onze Courant eens een poging gaan doen, om zonder eenige geleerdheid, maar op populaire en zoo mogelijk onder houdende wijze onzen lezers te ver tellen, wat de Katholieke Sociale Actie eigenlijk is en wil, óok hier in Haarlem, wel, dan hopen we dat zij, die tot dusverre van K. S. A. nog niet veel idéé hadden, deze regelen toch niet zullen overslaan met de gedachteo, dat is niets voor mij Neen, juist voor is het wat! En de ijverig9 vriendinnen en vrienden der K. S. A. want die zijn er gelukkig óók velen zullen de korte, uit den aard der zaak onvolledige, maar daarom misschien toch haar nut hebbende opmerkin gen, die we over het mooie werk der K. S. A. maken, misschien wel eens onder minder-op-de-hoogte zijn- den, of bij hen die door ons blad niet bereikt worden, willen versprei den. Zoo kan aan de popularisatie der K. S. A. ieder wat medewer ken! Vooreerst dan: de K. S. A. die drie letters worden al populair in Nederland, al beteekenen ze drie woorden die geen van drieën Ne- derlandsch zijn: Katholieke, Sociale, Actie! is geen nieuwe Roomsche vereeniging! Het is geen nieuwe kring, geschapen voor een zekere klasse geloofsgenooten, naast het vele dat al wordt gedaan door vereenigingen van allerlei slag. Het is ook geen vereeniging die zoekt onder een bepaalde klasse van Katholieken hare getrouwen te wer ven. De K. S. A. is vóór alles een werk: actie is werken, en omdat er aan werken behoefte was on der ons, Roomschen, is de K. S. A. gesticht. Dat wil niet zeggen, natuurlijk, dat er in de bestaande vereenigin gen niet gewerkt werd: doch die werken ieder voor hun bepaald doel, voor wat in hun statuten als bizonderen werkkring staat omschre ven. Ten opzichte van het Katholieke leven in zijn geheel, met betrekking tot de opleving van den Room schen geest in geheel ons volksleven, naar buiten en naar binnen, in doen en laten, te dezen opzichte konden en kunnen de vereenigingen die wij, Katholieken, onder ons be zitten, natuurlijk niet werken. Dat ligt niet op ieders bizonderen weg. Maarals al die vereenigingen nu eens door éen grooten band van Katholiciteit werden omstrengeld als er nu eens éen leiding was, die het Katholieke werken op ieder bizonder «gebied in één stroom wist te stuwen, waar elk Roomech werk een plaatsje zou hebben naast de andere?.... Wel, dan zou er meer eenheid komen in Roomsch leven en door die eenheid zou er kracht worden geboren, die zich naar bui ten zou uitstralen en die een groote verheffing van het Katholiek be wustzijn ontwijfelbaar zou ten ge volge hebben. Zóó waarschijnlijk hebben de man nen gedacht, die de Katholieke So ciale Actie opzetten. Wantdie groote band, die om en door alle Katholieke vereenigin gen is gestrengeld, dat werken naar een centraal en systematisch aan gelegd plan, dat leiding-geven aan het openbare Katholieke leven in al zijn geleidingen, dat is de K.S.A. Op welke wijze nu hebben dege nen, die de K. S. A. stichtten, die idéé practiseh verwezenlijkt? Hierover in een volgend artikel. Een aanslag? BELGIE. Reuter seint uit Brussel het vrij duistere bericht dat volgens het (of ficieuze) „Journal de Bruxelles" in Brussel verschillende verdachte indi viduen zijn in hechtenis genomen, van wie bekend is, dat zij met anar chisten in betrekking staan. Het blad voegt er aan toe, dat in de laatste dagen geruchten liepen over een aanslag op den koning. Meer hooren we er niet van. Mochten we soms heden meer in lichtingen over dit duistere geval krijgen, dan vinden onze lezers die onder „Laatste Nieuws." FRANKRIJK. Do president op reis. 'tls, zooids we gisteren zeiden, het gewone programma in Kopenhagen: ontvangst, diner, slapen, ontvangst, dejeuner, toasteD, rijtoer, diner, en zoo vervolgens. Allerhartelijkst, zeggen de telegram men. Maar toch is er behalve dat steeds terugkeerende, iets curieus te vermel den. De Franschen bladen probeeren namelijk om Fallières' reis een bizon der tintje te geven. En ze fluisteren met groote omzichtigheid en erg- gewichtig-doende, dater op de „Vérité" Duitsche staatsievlaggen zijn meegenomen en verzegelde kisten uit het Elysée, waaruit dan de conclusie wordt getrokken datpresident Fallières ergens een „onverwachte" ontmoeting met keizer Wilhelm zal hebben Excusez du peu! De Duitsche bladen spreken welis waar dadelijk dat gerucht tegen, en rekenen voor, dat de Keizer met zijn Hohenzollern volstrekt niet in den weg van Fallières komen zal, maar hardnekkig houdt men in Frankrijk de mogelijkheid van zoo'n ontmoeting vol. 't Zou zeker wel wat bizonders zijn Maar.is bij de Franschen alweer niet, zooals zoo vaak, de wensch dit maal de vader der gedachte PORTUGAL. Geknoei. Men weet dat de radicalen en repu blikeinen in Portugal danig te keer gaan tegen het koninklijk huis, omdat dit zooveel geld opgenomen heeft als voorschotten in vroegere jaren. Het is uit een onderzoek nu gebleken dat dit geld niet voor den ongelukkigen koning of voor zijn familie bestemd was, maar dat de hooge heeren van het hof op ontzettende wijze knoeiden en konkelden en die gelden in den zak staken, die dan voor het konink lijk huis werden geboekt. Zoo is bijvoorbeeld gebleken, dat een generaal, die een betrekking aan het hof bekleedde met een jaarlijks tractement van 10,000 fr., ineens een voorschot kreeg van 250,000 francs! Twee anderen ontvingen 625,000 francs. Nog niet lang geleden werd een van dezen laatsten benoemd tot gouverneur van een der Portugeesche bezittingen in Afrika: hij haastte zich een jaar trectement vooruit te vragen ennam kort daarop zijn ontslag zonder een cent te verrekenen! De regeering heeft nu besloten aan de Kamers een lijst voor te leggen van personen, die voorschotten ont vangen hebben: men vermoedt, dat het schandaal met het oog op de positie der belanghebbenden, reusach tig zal ziju! TURKIJE. De Jong-Turkache opstand. Het groote middel, dat de Jong- Turken toepassen in deze nieuwe fase van de beweging, is de moord op hoogere officieren. Reeds zijn er meer generaals, maar schalken, kolonels en andere hooge olficieren in de laatste dagen gevallen als in een oorlog het geval geweest zou zijnvan overal komen de berich ten, dat de omwenteliugsgezinden de militaire overheidspersonen, die uit Konstantinopel hun toegezonden wor den, eenvoudigweg doodschieten! Te Seres b.v. is er een formeel ge vecht geleverd tusschen den kolonel en vier officieren die hem aanvielen en na heftig verzet met 32 wonden dood lieten liggen.... Zoo gaat het overal. De buitenlandsche gezanten in Kon stantinopel kijken den kat uit de boom. En de Franache overheid doet net of ze de beweging wel zal kunnen onderdrukken, maar een ongewone 'ongerustheid is toch waar te nemen. Wat niet anders dan heel natuurlijk is 1 DE BALKAN. Servië en Griekenland. Alsof de Jong-Turksche beweging niet genoeg te doen gaf, gaan Servië en Griekenland maar voort, in de Macedonische beweging te stoken en het benden- en rooverswerk op den Balkan te steunen. Dat heeft die twee mogendheden nu een duchtige en ernstige waar schuwing op den hals gehaald van het officieuse blad van den Oosten- rijkschen kanselier von Aerenthal, de „Pol. Correspondenz"(fit blad meldt n.l. vooreerst, dat de Rumeensche minister Stoerdza en baron von Aeren thal een ernstig onderhoud hebben gehad over de Macedonische kwestie. Verder zegt het orgaan echter met nadruk „De sporen der benden schijnen uit Griekenland en Servië afkomstig en er op te wijzen, dat zij van dien kant steun ontvangen. De militaire opstand moet de politieke wereld dubbel voorzichtig doen zijn. „Athene en Belgrado zouden goed doen met bet voorbeeld van Bulgarije te volgen, door de benden bescherming te weigeren en door hun Balkanpolitiek evenwijdig te doen loopen aan de algemeene politiek van Europa!" Die waarschuwing is, met het daar aan verbonden pluimpje aan Bulgarije, van belang genoeg. Vooral met het oog op de reeds door ons vermelde oorlogzuchtige stemming, die in Bul garije tegenover Servië heerscht. Verspreide Berichten. Bodzjestwenski is niet dood. Het bericht uit Nauheim was, meldt mep nu, „voorbarig". Er is een bijgeloof dat zegt dat zoo'n bericht iemands lange leven beteekent Een Parijsche moordzaak op gelost. Men herinnert zich de nog niet opgehelderde Parijsche moordzaak, waar van de rentenier Remy het slachtofiër werd. Thans heeft men in de jas van den bediende Courtois, die nog bij de weduwe Remv in dienst is, een deel Van de sie raden gevonden, die na den moord wer den vermist. Courtois, die 18 jaren oud is, heeft nu bekend met den kamerdie naar Benard zijn meester vermoord te hebben. Typisch! Fallières zit in Kopen hagen nu geregeld aan tafel met een prinses van Orleans en een prinses Bo naparte, prinsessen uit de twee geslach ten, die elk een pretendent hebben naar FEUILLETON. (Naar het Fransch) 3G) „Wel!" hernam de hertog, het H-'ofd omwendende, „wie spreekt Mdus Kijk, het is mijnhëer Del an- O, pardon! maai- hst gezegde zoo pedant' dat ik den heer Prudhomme, in een zijner Schoonste oogenblikken meende te hooren." „Niet iedereen is zoo geestig als h. hertog," antwoordde Delannay. ;J)at weet ik ook wel!" hernam Réalmont, „en zeker zou ik niet zoo Soestig zijn als iedereen." „Waar bestaat die geestigheid dan W mijnheer?" vroeg de» dichter een boontje lager sprekend. .„Ik bedoel daarmede die wijsgee- Dge waanzin, w»elke zich kenmerkt j.°or overal zijn neus in te steken, y-hks en rechts raadgevingen uit te he-Men, bijvoorbeeld ten aanzien van hen eerbied, welke men vrouwen ver- jChuldigd is of van de vormen wel ke men in acht moet nemen tegen- ?ver de kat van mijn portiers- ^ouw "Mijnheer Delannay.!"- riep me vrouw De Tully, op dit oogenblik, „kom eens hier, als het u belieft, men w»e:nscht u te spreken. Sedert 'eenige minuten had de dich ter zich bij het gezelschap gevoegd, en spoedde zich nu naar de zijde, vanwaar men hem geroepen had. „Bent u krankzinnig geworden?" zeide mevrouw de Tully tot hem, op ernstigen toon. „Wilt u twist zoe ken „Maar hij is onbeschaamd, me vrouw, jegens iemand „Wat gaat u dat aan hernam de gravin, „heeft deze „iemand" n ver zocht, haar te beschermen „Ja," zeide Rosalinde nu op hare beurt, „wat gaat u dat aan, mijnheer Delannay „Mijn gemoeid komt daartegen in opstand, juffrouw." „Lieve/' fluisterde mevrouw De Tully hare vriendin toe, „deze man zal om uwentwil nog eens een on verstandige daad begaan-" „Hij is «een ezel van een genie," antwoordde Rosalinde kalm, „en het zou mij werkelijk spijten, wanneer hem een ongeluk overkwam. Hij maakt zulke mooie verzen op mij." Onderwijl kwam vorst Ludolph, die al dien tijd met barones Plock, zijne landgenoot©, had loopen praten, de beide beide dames vragen, of zij niet voornemens waren een weinig uit te rusten." „O, juzeide Rosalinde, „me vrouw Piu'k zal wel dorstig zijn," „Ik heb reeds voor alles gezorgd, dames,' 'voegde de vorst er bij, „en een prieel voor ous beschikbaar doen honden. De banken bestaan wel is waar- uit graszoden, doch ik heb ze met groen zijden tapijten doen over trekken'.' „We» hebben dus groen tegen groen," zeide Rosalinde. „Ja, de vorst weet wel verscheidenheid in de kleuren te brengen." „Ik heb inderdaad zeer schoon© schilderijen in mijne galerij te...." „Vooral wanneer u zelf ze geko zen hebt, vorst," hernam het spot zieke meisje. „Laat ons dus in het groen gaan zitten, wijl uwe Hoog heid ons daartoe uitnoodigt." „Dat zal heerlijk zijn!" riep de gravin uit. „Ik heb altijd veel gehou den van een grasveld, bedekt met een gijpen zijden tapijt." VI. Al pratende had men zoo het pri eel bereikt, hetwelk voor den vorst en diens gezelschap vrijgehouden was. De groene, cirkelvormige ruim te werd dpor acht kristallen lampen verlicht; vazen met de zeldzaamste bloemen gevuld, prijkten langs de kanten van dit zitje, hetwelk aan den ingang van een boschje gelegen was. Een gewone houten tafel stond in het midden, bedekt met zilver werk en porselein. Mén had ruim schoots gezorgd voor verschillende soorten van ijs. De grasbanken wa ren werkelijk met groenzijden tapij- legd. Er waren gouden franjes aan, welke prachtig afstaken tegen de groenkleurigen achtergrond. Kort om, fiet souper was uitstekend en een ieder nam er met vreugde aan deel. Intusscben willen wij onze beide vrienden, Guillaume en de Barabas- niet uit het oog verliezen, welke zelf al hunne behandigheid hadden te baat genomen, om van nabij de groep van Rosalinde te volgen, zonder dat zij opgemerkt werden. Ziende, dat de gansche kring hunner adellijke kennissen aan bet souper vereenigd was, oordeelden zij het gemakkelijk en voorzichtig op een bank plaats te nemen, Welke op eenigen afstand on der »eenige hooge eiken stond. Al konden zij nu niets zien van het tooneel, zij hoorden althans de ac teurs spreken. Troepjes wandelaars gingen langs hen en het prieel voor bij. Meestal wandelden de nieuws gierigen langzamer, als zij het too- veraehtig plekje naderden, waar eenige bevoorrechten feestvierden. Guillaume, die Rosalinde geen mi nuut uit het oog verloren had, was stil geworden. Zijn metgezet kon zich deze gedrukte stemming maar niet begrijpen. „Ik bemerk, mijnheer," zei de ba ron, „dat dit bekoorlijke meisje een diepen indruk op u maakt. Zulks verwondert mij niets. Op dit oogen blik moet onze poëet Dielannay, de koorts wel hebben, hoewel hij ijs eet. .Wees er verzekerd van, dat, wanneer hij ongemerkt een lepeltje kar mach tig worden, hetwelk door juffrouw De Villefort gebruikt is, hij het zon der aarzelen in den zak steken zal de gewon© dwaasheid! Zonder nu juist in zulk een mate door mono manie aangetast te zijn, mijnheer, zijt u waarlijk toch ook reeds onder den invloed geraakt van deze Indi sche ster. Nu, ik hoop dat de ver woestingen, welke zij in de harten te weeg brengt, eenmaal op haar zelve nederkomenDit meedoogen- looz© meisje, dat slechts leeft voor coquet terie, zal daar eenmaal op een vreeselijke wijze voor boeten, en dat zal ook niet meer dan billijk en rechtvaardig zijnWas ik haar va der, dan zon ik voor haar vreezen." „Wel!" zeide Guillaume, het hoofd opheffende, „u denkt u zelf daar in een verschrikkelijken toe stand in, mijnheer. De vader van zulk een meisje zal voorzeker werk genoeg hebben, om baar op een bete ren weg te brengen. Hoe zoudt u dat aanleggen „Ik weet het niet," antwoordde de baron. „Daar zou ik werkelijk eens diep over moeten denken." „Ik geloof, dat u er werk aan zoudt hebben, mijnheer," hernam Guillaume. „Was ik haar vader," voegde hij er bij, „dan zou ik haar trachten te kastijden door een enor me vernedering. "- „Haar vernederen! Haar?" riep de baron uit. „Nu! daartoe tart ik al de souvereinen van EuropaTrou wens, juist deze onbuigzame trots, gevoegd bij eene zeldzame ongevoe ligheid van hart, is haar een voor behoedmiddel. Daarbij komt nog, dat haar rijkdom haar beschermt, O mijnheer, hoeveel vrouwen en jonge meisjes komen niet in het ongeluk, door gebrek aan wat ellendig geld; sommigen door honger gedreven, an deren door ijdelheid geprikkeld!" „U spreekt goed, mijnheer," zei Guillaume, „de verschillende klas sen der maatschappij hebt u van nabij bezien Het is uwe schuld, als u geen wijsgeer bent." Het was ongeveer tien uur gewor den de schitterende sterren flikker den op de Pré-Catelan, een zacht koeltje bewoog het gebladerte en de bloembouquetten, de verschillende geuren dooreenmengend© en den. wandelaars toewaaiend. In het prieel, onder ijs en sorbets, het gesprek voortgezet en liep over de verdiensten, maar vooral over de gebreken van afwezige kennissen.! Eenskla-ps vroeg een der genoodig- den, ©tü onverschillig naar een jong- mensch, wiens naam de nieuwsgie righeid gaande maakte. Juffrouw De Villefort scheen op dat oogenblik in diep gepeins ver zonken. (Wordt vervolgd.) BH HUULEMSCHE COURANT 1000 s 400~» 300 ss 150 100 60 15 Cr-11 3fe

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1