DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
n
Kath. Soc. Actie.
BUITENLAND.
Dochter van
den Millionair,
Kinderhuisvest 29-3C-33, Haarlem
Onze Verzekering.
1
Woensdag 22 juli 1908.
33sta Jaargang No. 6941.
et
ABONNEMENTSPRIJS:
8 maanden voor Haarlem fl.8S
Voor de plaatsen, waar een agent ie gevestigd (kom der gemeente) 1.35
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1JÜ
"-wonderlijke nummers 0.05
Bureaux van Redactie en Administratie:
Intere. Telefoonnummer 1426.
PRIJ8 DEB ADVEBTENTIÈN:
Van 1—6 regelsf0.80 (oontant)f Ü.E0
Elke regel meer0.10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant.
Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vernield, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van:
verlies van
éen
wijs vinger.
HULDEN bij
verlies van
éen anderen
vinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
üEF=
Wij maken er onze abonnés
nadruk op opmerkzaam, dat
|Qgeval van ongelukken, waaruit
krachtens onze gratis-verzekering
reeht voortvloeit op een grootere
M kleine uitkeering, alle bijzon
derheden omtrent het ongeluk
""'nnen zeven dagen nadat het
gebeurd is, aan de Directie der
Nieuwe Haarlemsche Courant
schriftelijk moeten worden mee
gedeeld.
Ingeval van ongelukken met
ho°delijken afloop moet os middel-
yik aan de Directie der Nieuwe
Haarlemsche Courant kennis
*°rden gegeven.
DE DIRECTEUR.
Provincialisme.
Sonmaige Noord-Brabantsche cou-
®Jlten vallen ons heftig aan, omdat
J" in verband met het advies va,n
Noord-Brabantschen Bond tot
^iet-aansluiting aan den Algemee-
Bond van R„ K. Kiesvereeni-
Singen, hebben gesproken van Pro-
vi'Kialisme.
Dat woord hadden we niet mogen
«pruiken
De „Noord bra banter" antwoordt
met een insinuatie, die een per-
jdnlijkheid is tegen iemand, geheel
"Uiten onze Redactie staande.
En de „Nieuwe Tilburgsche Cou-
dikt dat nog wat aa,n.
Als dit blad moet geacht worden,
gezaghebbende wijze uit te leg-
|?n- wat in het advies van den
mord-Brabantschen Bond heet
p«n specialen economischen, socia-
lA ''n politieken toestand der Katho-
leken" beneden den Moerdijk, dan
jjttt dit zonderlinge bezwaar, door
j'.Het Centrum" zoo scherp in het
,lcht gesteld, al heel vreemd voor
7' dag
Het Tilburgsche blad zegt niet
^er 0f minder dan het volgende:
„Wanneer men minder duidelijk
den toeleg bespeurde bij een aantal
hoeren van boven den Moerdijk,
om onze, provincie uitsluitend te
beschouwen 'als het gezegend oord,
^aar zij kans op Kamerzeteltjes
hebben, maar waarop zij overi
gens met boven-Moerdijksche su-
prioriteit laag neerzien, zou men
ier waarschijnlijk minder huive
rig zijn om tot den Algemee,nen
Rond toe to treden.
„Het is voor ons hier in Noord-
Rrabant ontegenzeggelijk zaak,
dat wij onze belangen en dat
gijn wel degelijk eigen belangen,
wat men daartegen ook moge be
weren zelf in handen houden en
in verband daarmede ook, dat wij
onze eigen mannen naar 's lands
vergaderzaal afvaardigen.
„Men kan dat al weder „pro
vincialisme" schelden, maar het
aanzien onzer katholieke provin
cie, de noodzakelijkheid van het
handhaven en tot hooger bloei
brengen van onze geheel katho
lieke gemeenschap, vordert zonder
twijfel, dat wij in en uit ons mid
den hebben onze mannen van
maatschappelijken en politieken
invloed."
Ziehier wel het benepen provin
cialisme, waarvan we spraken, op
z'n ergst!
Als de Noordbrabanters ten op
zichte van den Algemeenen Bond
met uitdrukkingen als „boven-Moer
dijksche superioriteit" moeten wor
den afgeschrikt, dan ziet het er toch
treurig uit.
Zijn dat argumenten om het stre
ven naar eendrachtige politieke ac
tie van heel het Katholieke Neder
land, vereenigi in éénen Bond, te
doen mislukken
W© zullen de laatsten zijn om te
beweren dat bet voor Noord-Bra
bant, evehmin als voor elke andere
provincie ook, niet goed zou zijn,
dat „mannen van politieken en maat
schappelijken invloed" uit die pro
vincie-zelf hare belangen zoo noo~
dig tot in 's lands hoogste verga
derzalen komen behartigen-
Doch wat dit te» maken heeft met
toetijefding dei' Noord-Brabantsche
kiesvereenigingen tot den Bond?
Vreest men nog „overheersching"
van bet Noorden
Zoo ja, dat man dat »dan zegge,
zooals de „Nieuwe Tilburgsche" bet
oprecht, maar wat onhandig dunkt
ons, als hare moaning vertelt.
Zoo niet, dat men dan dat zon
derlinge bezwaar van den bizonde
ren „economischen, socialen en poli
tieken toestand" in Brabant eens
wat nader toelichte!
i.
Van avond vergadert ,hier te
Haarlem weder het plaatselijk co
mité der Kath. Sociale Actie.
En dan hooren we weer, als het
werken der propagandisten bespro
ken wordt, de voortdurend terug-
keerende klacht„zoovelen in Haar
lem en Omstreken onder ons, Room-
scben, weten niet eens wat de K.
S. A. is en wil en doet, denken dat
ze alwéér een nieuwe vereeniging
is, enhalen er uit onbekendheid
de schouders voor op."
Zoo iets, of omtrent, hebben we
op die vergaderingen van het Plaat
selijk Comité al herhaaldelijk ge
hoord.
En dan hebben we ons, met de
anderen verwonderd.
Hoe is het mogelijk Dat er Ka
tholieken zijn, die voor het werken
der K. S. A. niet veel gevoelen,
dat is mogelijk. Maar dat er zijn,
die haar niet kennen...?
Toch is het zoo.
En als we dan in onze Courant
eens een poging gaan doen, om
zonder eenige geleerdheid, maar op
populaire en zoo mogelijk onder
houdende wijze onzen lezers te ver
tellen, wat de Katholieke Sociale
Actie eigenlijk is en wil, óok hier
in Haarlem, wel, dan hopen we
dat zij, die tot dusverre van K. S.
A. nog niet veel idéé hadden, deze
regelen toch niet zullen overslaan
met de gedachteo, dat is niets voor
mij
Neen, juist voor is het wat!
En de ijverig9 vriendinnen en
vrienden der K. S. A. want die
zijn er gelukkig óók velen zullen
de korte, uit den aard der zaak
onvolledige, maar daarom misschien
toch haar nut hebbende opmerkin
gen, die we over het mooie werk
der K. S. A. maken, misschien wel
eens onder minder-op-de-hoogte zijn-
den, of bij hen die door ons blad
niet bereikt worden, willen versprei
den.
Zoo kan aan de popularisatie
der K. S. A. ieder wat medewer
ken!
Vooreerst dan: de K. S. A.
die drie letters worden al populair
in Nederland, al beteekenen ze drie
woorden die geen van drieën Ne-
derlandsch zijn: Katholieke,
Sociale, Actie! is geen nieuwe
Roomsche vereeniging! Het is geen
nieuwe kring, geschapen voor
een zekere klasse geloofsgenooten,
naast het vele dat al wordt gedaan
door vereenigingen van allerlei slag.
Het is ook geen vereeniging die
zoekt onder een bepaalde klasse van
Katholieken hare getrouwen te wer
ven.
De K. S. A. is vóór alles een
werk: actie is werken, en omdat
er aan werken behoefte was on
der ons, Roomschen, is de K. S. A.
gesticht.
Dat wil niet zeggen, natuurlijk,
dat er in de bestaande vereenigin
gen niet gewerkt werd: doch die
werken ieder voor hun bepaald
doel, voor wat in hun statuten als
bizonderen werkkring staat omschre
ven.
Ten opzichte van het Katholieke
leven in zijn geheel, met betrekking
tot de opleving van den Room
schen geest in geheel ons volksleven,
naar buiten en naar binnen, in doen
en laten, te dezen opzichte
konden en kunnen de vereenigingen
die wij, Katholieken, onder ons be
zitten, natuurlijk niet werken. Dat
ligt niet op ieders bizonderen weg.
Maarals al die vereenigingen
nu eens door éen grooten band van
Katholiciteit werden omstrengeld
als er nu eens éen leiding was, die
het Katholieke werken op ieder
bizonder «gebied in één stroom wist
te stuwen, waar elk Roomech werk
een plaatsje zou hebben naast de
andere?.... Wel, dan zou er meer
eenheid komen in Roomsch leven
en door die eenheid zou er kracht
worden geboren, die zich naar bui
ten zou uitstralen en die een groote
verheffing van het Katholiek be
wustzijn ontwijfelbaar zou ten ge
volge hebben.
Zóó waarschijnlijk hebben de man
nen gedacht, die de Katholieke So
ciale Actie opzetten.
Wantdie groote band, die om
en door alle Katholieke vereenigin
gen is gestrengeld, dat werken naar
een centraal en systematisch aan
gelegd plan, dat leiding-geven aan
het openbare Katholieke leven in al
zijn geleidingen, dat is de K.S.A.
Op welke wijze nu hebben dege
nen, die de K. S. A. stichtten, die
idéé practiseh verwezenlijkt?
Hierover in een volgend artikel.
Een aanslag?
BELGIE.
Reuter seint uit Brussel het vrij
duistere bericht dat volgens het (of
ficieuze) „Journal de Bruxelles" in
Brussel verschillende verdachte indi
viduen zijn in hechtenis genomen,
van wie bekend is, dat zij met anar
chisten in betrekking staan.
Het blad voegt er aan toe, dat in
de laatste dagen geruchten liepen over
een aanslag op den koning.
Meer hooren we er niet van.
Mochten we soms heden meer in
lichtingen over dit duistere geval
krijgen, dan vinden onze lezers die
onder „Laatste Nieuws."
FRANKRIJK.
Do president op reis.
'tls, zooids we gisteren zeiden, het
gewone programma in Kopenhagen:
ontvangst, diner, slapen, ontvangst,
dejeuner, toasteD, rijtoer, diner, en zoo
vervolgens.
Allerhartelijkst, zeggen de telegram
men.
Maar toch is er behalve dat steeds
terugkeerende, iets curieus te vermel
den. De Franschen bladen probeeren
namelijk om Fallières' reis een bizon
der tintje te geven. En ze fluisteren
met groote omzichtigheid en erg-
gewichtig-doende, dater op de
„Vérité" Duitsche staatsievlaggen zijn
meegenomen en verzegelde kisten uit
het Elysée, waaruit dan de conclusie
wordt getrokken datpresident
Fallières ergens een „onverwachte"
ontmoeting met keizer Wilhelm zal
hebben
Excusez du peu!
De Duitsche bladen spreken welis
waar dadelijk dat gerucht tegen, en
rekenen voor, dat de Keizer met zijn
Hohenzollern volstrekt niet in den
weg van Fallières komen zal, maar
hardnekkig houdt men in Frankrijk
de mogelijkheid van zoo'n ontmoeting
vol.
't Zou zeker wel wat bizonders zijn
Maar.is bij de Franschen alweer
niet, zooals zoo vaak, de wensch dit
maal de vader der gedachte
PORTUGAL.
Geknoei.
Men weet dat de radicalen en repu
blikeinen in Portugal danig te keer
gaan tegen het koninklijk huis, omdat
dit zooveel geld opgenomen heeft als
voorschotten in vroegere jaren.
Het is uit een onderzoek nu gebleken
dat dit geld niet voor den ongelukkigen
koning of voor zijn familie bestemd
was, maar dat de hooge heeren van
het hof op ontzettende wijze knoeiden
en konkelden en die gelden in den
zak staken, die dan voor het konink
lijk huis werden geboekt.
Zoo is bijvoorbeeld gebleken, dat
een generaal, die een betrekking aan
het hof bekleedde met een jaarlijks
tractement van 10,000 fr., ineens een
voorschot kreeg van 250,000 francs!
Twee anderen ontvingen 625,000
francs. Nog niet lang geleden werd
een van dezen laatsten benoemd tot
gouverneur van een der Portugeesche
bezittingen in Afrika: hij haastte zich
een jaar trectement vooruit te vragen
ennam kort daarop zijn ontslag
zonder een cent te verrekenen!
De regeering heeft nu besloten aan
de Kamers een lijst voor te leggen
van personen, die voorschotten ont
vangen hebben: men vermoedt, dat
het schandaal met het oog op de
positie der belanghebbenden, reusach
tig zal ziju!
TURKIJE.
De Jong-Turkache opstand.
Het groote middel, dat de Jong-
Turken toepassen in deze nieuwe fase
van de beweging, is de moord op
hoogere officieren.
Reeds zijn er meer generaals, maar
schalken, kolonels en andere hooge
olficieren in de laatste dagen gevallen
als in een oorlog het geval geweest
zou zijnvan overal komen de berich
ten, dat de omwenteliugsgezinden de
militaire overheidspersonen, die uit
Konstantinopel hun toegezonden wor
den, eenvoudigweg doodschieten!
Te Seres b.v. is er een formeel ge
vecht geleverd tusschen den kolonel
en vier officieren die hem aanvielen
en na heftig verzet met 32 wonden
dood lieten liggen....
Zoo gaat het overal.
De buitenlandsche gezanten in Kon
stantinopel kijken den kat uit de
boom. En de Franache overheid doet
net of ze de beweging wel zal kunnen
onderdrukken, maar een ongewone
'ongerustheid is toch waar te nemen.
Wat niet anders dan heel natuurlijk is 1
DE BALKAN.
Servië en Griekenland.
Alsof de Jong-Turksche beweging
niet genoeg te doen gaf, gaan Servië
en Griekenland maar voort, in de
Macedonische beweging te stoken en
het benden- en rooverswerk op den
Balkan te steunen.
Dat heeft die twee mogendheden
nu een duchtige en ernstige waar
schuwing op den hals gehaald van
het officieuse blad van den Oosten-
rijkschen kanselier von Aerenthal,
de „Pol. Correspondenz"(fit blad
meldt n.l. vooreerst, dat de Rumeensche
minister Stoerdza en baron von Aeren
thal een ernstig onderhoud hebben
gehad over de Macedonische kwestie.
Verder zegt het orgaan echter met
nadruk
„De sporen der benden schijnen
uit Griekenland en Servië afkomstig
en er op te wijzen, dat zij van dien
kant steun ontvangen. De militaire
opstand moet de politieke wereld
dubbel voorzichtig doen zijn.
„Athene en Belgrado zouden goed
doen met bet voorbeeld van Bulgarije
te volgen, door de benden bescherming
te weigeren en door hun Balkanpolitiek
evenwijdig te doen loopen aan de
algemeene politiek van Europa!"
Die waarschuwing is, met het daar
aan verbonden pluimpje aan Bulgarije,
van belang genoeg. Vooral met het
oog op de reeds door ons vermelde
oorlogzuchtige stemming, die in Bul
garije tegenover Servië heerscht.
Verspreide Berichten.
Bodzjestwenski is niet dood.
Het bericht uit Nauheim was, meldt mep
nu, „voorbarig". Er is een bijgeloof dat
zegt dat zoo'n bericht iemands lange leven
beteekent
Een Parijsche moordzaak op
gelost. Men herinnert zich de nog niet
opgehelderde Parijsche moordzaak, waar
van de rentenier Remy het slachtofiër
werd. Thans heeft men in de jas van den
bediende Courtois, die nog bij de weduwe
Remv in dienst is, een deel Van de sie
raden gevonden, die na den moord wer
den vermist. Courtois, die 18 jaren oud
is, heeft nu bekend met den kamerdie
naar Benard zijn meester vermoord te
hebben.
Typisch! Fallières zit in Kopen
hagen nu geregeld aan tafel met een
prinses van Orleans en een prinses Bo
naparte, prinsessen uit de twee geslach
ten, die elk een pretendent hebben naar
FEUILLETON.
(Naar het Fransch)
3G)
„Wel!" hernam de hertog, het
H-'ofd omwendende, „wie spreekt
Mdus Kijk, het is mijnhëer Del an-
O, pardon! maai- hst gezegde
zoo pedant' dat ik den
heer Prudhomme, in een zijner
Schoonste oogenblikken meende te
hooren."
„Niet iedereen is zoo geestig als
h. hertog," antwoordde Delannay.
;J)at weet ik ook wel!" hernam
Réalmont, „en zeker zou ik niet zoo
Soestig zijn als iedereen."
„Waar bestaat die geestigheid dan
W mijnheer?" vroeg de» dichter een
boontje lager sprekend.
.„Ik bedoel daarmede die wijsgee-
Dge waanzin, w»elke zich kenmerkt
j.°or overal zijn neus in te steken,
y-hks en rechts raadgevingen uit te
he-Men, bijvoorbeeld ten aanzien van
hen eerbied, welke men vrouwen ver-
jChuldigd is of van de vormen wel
ke men in acht moet nemen tegen-
?ver de kat van mijn portiers-
^ouw
"Mijnheer Delannay.!"- riep me
vrouw De Tully, op dit oogenblik,
„kom eens hier, als het u belieft,
men w»e:nscht u te spreken.
Sedert 'eenige minuten had de dich
ter zich bij het gezelschap gevoegd,
en spoedde zich nu naar de zijde,
vanwaar men hem geroepen had.
„Bent u krankzinnig geworden?"
zeide mevrouw de Tully tot hem, op
ernstigen toon. „Wilt u twist zoe
ken
„Maar hij is onbeschaamd, me
vrouw, jegens iemand
„Wat gaat u dat aan hernam de
gravin, „heeft deze „iemand" n ver
zocht, haar te beschermen
„Ja," zeide Rosalinde nu op hare
beurt, „wat gaat u dat aan, mijnheer
Delannay
„Mijn gemoeid komt daartegen in
opstand, juffrouw."
„Lieve/' fluisterde mevrouw De
Tully hare vriendin toe, „deze man
zal om uwentwil nog eens een on
verstandige daad begaan-"
„Hij is «een ezel van een genie,"
antwoordde Rosalinde kalm, „en het
zou mij werkelijk spijten, wanneer
hem een ongeluk overkwam. Hij
maakt zulke mooie verzen op mij."
Onderwijl kwam vorst Ludolph,
die al dien tijd met barones Plock,
zijne landgenoot©, had loopen praten,
de beide beide dames vragen, of zij
niet voornemens waren een weinig
uit te rusten."
„O, juzeide Rosalinde, „me
vrouw Piu'k zal wel dorstig zijn,"
„Ik heb reeds voor alles gezorgd,
dames,' 'voegde de vorst er bij, „en
een prieel voor ous beschikbaar doen
honden. De banken bestaan wel is
waar- uit graszoden, doch ik heb ze
met groen zijden tapijten doen over
trekken'.'
„We» hebben dus groen tegen
groen," zeide Rosalinde. „Ja, de
vorst weet wel verscheidenheid in de
kleuren te brengen."
„Ik heb inderdaad zeer schoon©
schilderijen in mijne galerij te...."
„Vooral wanneer u zelf ze geko
zen hebt, vorst," hernam het spot
zieke meisje. „Laat ons dus in het
groen gaan zitten, wijl uwe Hoog
heid ons daartoe uitnoodigt."
„Dat zal heerlijk zijn!" riep de
gravin uit. „Ik heb altijd veel gehou
den van een grasveld, bedekt met een
gijpen zijden tapijt."
VI.
Al pratende had men zoo het pri
eel bereikt, hetwelk voor den vorst
en diens gezelschap vrijgehouden
was. De groene, cirkelvormige ruim
te werd dpor acht kristallen lampen
verlicht; vazen met de zeldzaamste
bloemen gevuld, prijkten langs de
kanten van dit zitje, hetwelk aan
den ingang van een boschje gelegen
was. Een gewone houten tafel stond
in het midden, bedekt met zilver
werk en porselein. Mén had ruim
schoots gezorgd voor verschillende
soorten van ijs. De grasbanken wa
ren werkelijk met groenzijden tapij-
legd. Er waren gouden franjes aan,
welke prachtig afstaken tegen de
groenkleurigen achtergrond. Kort
om, fiet souper was uitstekend en een
ieder nam er met vreugde aan deel.
Intusscben willen wij onze beide
vrienden, Guillaume en de Barabas-
niet uit het oog verliezen, welke zelf
al hunne behandigheid hadden te
baat genomen, om van nabij de groep
van Rosalinde te volgen, zonder dat
zij opgemerkt werden. Ziende, dat
de gansche kring hunner adellijke
kennissen aan bet souper vereenigd
was, oordeelden zij het gemakkelijk
en voorzichtig op een bank plaats te
nemen, Welke op eenigen afstand on
der »eenige hooge eiken stond. Al
konden zij nu niets zien van het
tooneel, zij hoorden althans de ac
teurs spreken. Troepjes wandelaars
gingen langs hen en het prieel voor
bij. Meestal wandelden de nieuws
gierigen langzamer, als zij het too-
veraehtig plekje naderden, waar
eenige bevoorrechten feestvierden.
Guillaume, die Rosalinde geen mi
nuut uit het oog verloren had, was
stil geworden. Zijn metgezet kon
zich deze gedrukte stemming maar
niet begrijpen.
„Ik bemerk, mijnheer," zei de ba
ron, „dat dit bekoorlijke meisje een
diepen indruk op u maakt. Zulks
verwondert mij niets. Op dit oogen
blik moet onze poëet Dielannay, de
koorts wel hebben, hoewel hij ijs eet.
.Wees er verzekerd van, dat, wanneer
hij ongemerkt een lepeltje kar mach
tig worden, hetwelk door juffrouw
De Villefort gebruikt is, hij het zon
der aarzelen in den zak steken zal
de gewon© dwaasheid! Zonder nu
juist in zulk een mate door mono
manie aangetast te zijn, mijnheer,
zijt u waarlijk toch ook reeds onder
den invloed geraakt van deze Indi
sche ster. Nu, ik hoop dat de ver
woestingen, welke zij in de harten
te weeg brengt, eenmaal op haar
zelve nederkomenDit meedoogen-
looz© meisje, dat slechts leeft voor
coquet terie, zal daar eenmaal op een
vreeselijke wijze voor boeten, en dat
zal ook niet meer dan billijk en
rechtvaardig zijnWas ik haar va
der, dan zon ik voor haar vreezen."
„Wel!" zeide Guillaume, het
hoofd opheffende, „u denkt u zelf
daar in een verschrikkelijken toe
stand in, mijnheer. De vader van
zulk een meisje zal voorzeker werk
genoeg hebben, om baar op een bete
ren weg te brengen. Hoe zoudt u
dat aanleggen
„Ik weet het niet," antwoordde de
baron. „Daar zou ik werkelijk eens
diep over moeten denken."
„Ik geloof, dat u er werk aan
zoudt hebben, mijnheer," hernam
Guillaume. „Was ik haar vader,"
voegde hij er bij, „dan zou ik haar
trachten te kastijden door een enor
me vernedering. "-
„Haar vernederen! Haar?" riep
de baron uit. „Nu! daartoe tart ik
al de souvereinen van EuropaTrou
wens, juist deze onbuigzame trots,
gevoegd bij eene zeldzame ongevoe
ligheid van hart, is haar een voor
behoedmiddel. Daarbij komt nog, dat
haar rijkdom haar beschermt, O
mijnheer, hoeveel vrouwen en jonge
meisjes komen niet in het ongeluk,
door gebrek aan wat ellendig geld;
sommigen door honger gedreven, an
deren door ijdelheid geprikkeld!"
„U spreekt goed, mijnheer," zei
Guillaume, „de verschillende klas
sen der maatschappij hebt u van
nabij bezien Het is uwe schuld, als
u geen wijsgeer bent."
Het was ongeveer tien uur gewor
den de schitterende sterren flikker
den op de Pré-Catelan, een zacht
koeltje bewoog het gebladerte en de
bloembouquetten, de verschillende
geuren dooreenmengend© en den.
wandelaars toewaaiend.
In het prieel, onder ijs en sorbets,
het gesprek voortgezet en liep over
de verdiensten, maar vooral over de
gebreken van afwezige kennissen.!
Eenskla-ps vroeg een der genoodig-
den, ©tü onverschillig naar een jong-
mensch, wiens naam de nieuwsgie
righeid gaande maakte.
Juffrouw De Villefort scheen op
dat oogenblik in diep gepeins ver
zonken.
(Wordt vervolgd.)
BH HUULEMSCHE COURANT
1000
s 400~» 300 ss 150 100
60
15
Cr-11
3fe