DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
n
Uit de Statenzaal.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Ue Dochter van
den Millionair.
ntiën
re ls)i
SCieider&iuisvest 2I-3I-33, Haarlem
3 rat ere. Telefoonnummer 1426.
Onze Verzekering.
Donderdag 23 juli 1908.
33sta Jaargang No. 6942.
Bureaux van Redactie en Administratie:
F£UïlltfcTON.
BIK HUtRLEHSCflE COURMIT
ABONNEMENTSPRIJS:
Par 8 maanden voor Haarlem 1.85
voor de plaatsen, waar een agent is geveBtigd (kom der gemeente) „1.85
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,81.
Afzonderlijke nummers0.06
PRUS DER ADVERTENTIÈN:
Van 1—6 regelsf0.60 (contant)f 0.58
Elke regel meer0.10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie d contant.
1000
Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van:
GULDEN bij
levenslange onge
schiktheid tot
werken.
400
GULDEN bij
overlijden
300
GULDEN bij
verlies van éen
hand of voet.
151
GULDEN bij
verlies van
éen oog.
100
GULDEN bij
verlies van
éen duim.
60
GULDEN bij
verlies van
éen
wijsvinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
15
GULDEN bij
verlies van
éen anderen
vinger.
Wij maken er .onze abonnés
fhet nadruk op opmerkzaam, dat
ingeval van ongelukken, waaruit
krachtens onze gratis-verzekering
recht voortvloeit op een grootere
°f kleine uitkeering, alle bijzon
derheden omtrent hetongeluk
"innen zeven dagen nadat het
Rebeurd is, aan de Directie der
Nieuwe Haarlemsche Courant
schriftelij k moeten worden mee
gedeeld
Ingeval van ongelukken met
doodelijken afloop moet oumiddel-
Sjfc aan de Directie der Nieuwe
Haarlemsche Courant kennis
*orden gegeven.
DE DIRECTEUR.
G==
^lezing van de Raadsvergadering.
De toestand van onze befaamde
Valwaterbron dat was wel het
iHèce de resistance van de
Vergadering, door den Raad gister
middag gehouden.
Eu het is o. i. gebleken uit de
^iscussiëndie Staalwaterbron is
doodgeboren kindjeaan de
Vvensvatbaarkeid van een exploi-
Vtie gelooft zoo goed als niemand
Veer: en nu moge de keer Snel tj es
zeggen, dat er toch nogal omzet
J van staal waterhet gelach
in den Raad uitbarstte toen de
Vads-nestor daar zoo optimistisch
fjv®r sprak, is het beste bewijs ervan
jVt men in de toekomst van „de
•"on" als geneeskundige badplaats
§9en vertrouwen meer heeft.
Het rapport der commissie heeft
p&rtoe bijgedragende burgemees-
ör zeide terecht, dat dit rapport
ge sn lumineuze toekomst opende,
Vaar dat het de verdienste had van
Jaar en oprecht te zijn! En toen
heer Thijssen in een puntig en
Vherp speech je nog een boekje
indeed over de hypotheken die
in volle zwaarte de Maat-
Schappij tot exploitatie van Staal-
Jaterbronnen drukken, toen moest
jvt toch wel voor iedereen duide-
Hlk zijn, dat de Staalwaterbron
^eU mislukking is. En niet anders.
Die f2260 verkapte subsidie, dat
^deautje van ruim twee mille, dat
J6 heer Rinkema voorstelde aan
Maatschappij van gemeentewege
te geven, zou dan ook en dat
is o.i. de groote beteekenis van het
debat van gisteren als een drup
pel in den brouwketel geweest zijn.
Nu ja't tekort zou met dat bedrag
zijn verminderd, maar de Maat
schappij zou er niet bovenop ge
holpen wezen; de lijdensgeschiede
nis zou voortduren en wat het
einde zou zijnwe durven het
niet voorspellen.
De heer Snel tj es zeide: als ge
helpt, helpt dan goed. Dat zeide hij
zeer terecht. Maar wij vreezen dat
goed-helpen de krachten van de
gemeente (e boven zou gaan: men
zal toch niet wenschen, dat de ge
meente de groote lasten, die de
Staal water bron drukken, alle over
neemt
Zóó zal dan als ten minste de
heer Rinkema c.s. gisteren niet al
te pessimistisch was de Maat
schappij tot exploitatie van Staal-
waterbroDnen moeten liquideeren.
Althans, dat liet de heer Rinke
ma, die het weten kan, doorsche
meren.
Wij meener, dat dit, in het tegen
woordige stadium der zaak, dan ook
maar ie beste oplossing is.
Dan kan er noodzakelijke schei-
ding gemaakt worden tusschen de
geneeskrachtige bron, dio niet met
succes te exploiteeren schijnt, en
het mooie park en concertgebouw,
dat nu mede-lijdt onder de lasten
van het geheel.
Want aan een bloei van de on
derneming, die nn als „Het Bron
gebouw" wordt betiteld, staat de
staal water-historie ongetwijfeld in
den weg.
En dat kan ook veranderd wor
den: het „gebouw voor publieke
vermakelijkheden ",het Brongebouw-
zelf met zijn park en omgeving, is
bij goede exploitatie ongetwijfeld
in stand te houden. Maar dan moet
het Brongebouw ook geheel zijn
gescheiden van alle Staal water -
exploitatie, die voortreffelijk water
kan hebben, maar.geen afnemers.
Wat het Brongebouw dan later
worden zou, blijft een open vraag.
Die zou later te beantwoorden zjjn
de heer Rinkema opende een voor
uitzicht van gemeentelijke exploi
tatie, en we zouden ons daarmede
beter kunnen vereenigen dan met
het denkbeeld, dat door den Voor
zitter terloops werd geopperd, om
het Staalbad gemeentelijk te exploi
teeren.
Dat zou dan op de wijze van de
Duitsche badplaatsen, Neuenahr b.v.,
moeten zijn.
Reeds nu zouden we ernstig tegen
zulke plannen willen waarschuwen
we hopen dat het er nooit toe zal
komen, dat Haarlem z'n gemeente
lijke kapitalen gaat steken in een
onderneming, die zóó twijfelachtig
en onzeker is als de exploitatie van
een badplaats!
Evenwel: dat is toekomstmuziek
en op het oogenblik van geen prac-
tisclie waarde. Het blijft nu af
wachten, wat commissarissen van
de Staalwaterbron i uilen voorstellen:
weeklagen erover dat het water niet
gedronken wordt, en ach en wee
roepen over onze Hollandsche on
verschilligheid voor Hollandsche
ondernemingen, dat maakt de
zaak niet beter, al is de klacht ge
rechtvaardigd.
De Staalwaterbron is een fiasco
gebleken, ziedaar de conclusie.
En men redde nu van de on
derneming datgene, wat nog goed
te redden is!
Onder de ingekomen stukken was
een briefje van een ontevreden in
gezetene, die in heftige bewoordin
gen te keer gaat over al dat feest
vieren in onze gemeente, terwijl
er nog zooveel ellende heerscht.
Jammer maar, dat deze man
die een zeer duchtig lesje in eco
nomie verdiend had z'n naam er
niet bij genoemd heeft: 't ongetee-
kende schrijven ging nu de prulle-
mand in, en er werd niets over
gezegd.
't Beste ware geweest, dat óók
maar zóó was gehandeld over het
voorstel van B. en W. in zake de
H. B. S. met drie-jarigen cursus.
Want of 't op een andere plaats
wel mogelijk zou wezen, dat een
Commissie van toezicht op het
M. O. een raadsbesluit zoo vierkant
in den wind slaat als hier is ge
beurd, wagen we te betwijfelen.
De zaak is intusschen nu geschikt
en gesust, er viel wel niet anders
aan te doen. En nu dit maar
geidt voor den cursus die staat te
beginnen, en daarna het raadsbe
sluit van 1904 zal worden geëer
biedigd tenzij er andere besluiten
worden genomen nu vinden we
geen reden tot napleiten.
TURKIJE.
De Jong-Turksche beweging.
De menschien, die er zicht op kun
nen hebben, houden vol dat de Jong-
Turksche beweging, hoewel ernstig,
toch geen gevaar oplevert voor den
Turksohen troon.
En, het groote argument daarvoor
is: de Jong-Turken hebben geen lei-
dar.
Wel is majoor Miazi in een deel
van Macedonië de aanvoerder, maar
een politieke leider van het geheel,
is er niet.
En ook zijn de Jo'ng-Turken in het
leger in de minderheid: al zijn de
officieren, vooral de jongeren, meest
van de revolutionaire richting, de
Turksche soldaat zelf beeft een die
pe vereering voor den Khalief-Sul-
tan en zijn gehechtheid aan den
Meester is groot. Dus zijn er in het
leger heel wat ontevredenen, vooral
door het hatelijk spionnageestelsel,
maar het gevaar voor een algemeen
militair oproer schijnt buitengeslo
ten.
Daarbij komt dat de Ports wel
spoedig sommige ontevreden elemen
ten voor een tijd hun zin zal geven
(den ontevreden officieren b.v. door
tijdelijke opheffing van het spionna-
ge-stelsel), om al haar krachten te
kunnen samentrekken op bestrijding
van het jong-Turksche gevaar.
En de Sultan is al bezig om op
de genoemde wijze de ontevredenheid
te bezweren, want we lezen, daf hij
plotseling alle suba, 1 terne-officieren
in het eerste en tweede legerkorps,
die trouw bleven, in rang heeft ver
hoogd.
Zelfs in Turksche kringen vraagt
men zich af, vanwaar het geld moet
komen voor die bevordering, want
de meerdere uitgaven, die dit besluit
medebrengt worden op minstens een
kwart millioen Turksche ponden ge
schat
Doch.-.- Abdul Ha mid's particu
liere kas is rijk genoeg!
Voorloopig zal dus, naar de hoven-
aangeduide meening, dit gevaar nu
wel weer bezworen worden, om na
verloop van tijd opnieuw het hoofd
op te steken.
Zoolang het echter bij tijdelijke
hervormingsmaatregelen blijft en
zoolang 'er met kunst- en vliegmidde-
len wordt gewerkt, zal het in Turkije
blijven gisten tot er mogelijk, na
verloop van jaren, eindelijk een groo
te olgemeene uitbarsting komt,
waarbij een blijvende algemeen© her
vorming van het huidige regeerstel-
sel zal worden afgedwongen.
Voor zulk een actie schijnen de
tijden echter op 't oogenblik nog niet
rijp-,
VENEZUELA.
De Nederlandsche gezant
uitgewezen.
Castro heeft nu de laatste en hoogite
brutaliteit gehad die hij tegenover ons
land bedrijven kon: hij heeft den
Nederlandschen gezant, de heer J. H.
de Reus, uitgewezen en hem zijn pas
poort thuis gestuurd.
Als er wat geregelder toestanden
heerschten in de nu door een dictator
als deze Castro uitgezogen republiek,
zou dat een oorlogsdaad zijn. Maar
nu is het een groote beleediging, die
de rij van andere beleedigingen volgt,
welke deze beruchte schavuit ons
vaderland al heeft aangedaan.
Onder Binnenland" spreken we nader
over de gevolgen, welke dit optreden
voor ons land hebben zal enheb
ben moet.
Bier ter plaatse zij volstaan met
den bloote vermelding, van deze ge
beurtenis, die eigenlijk na alles wat
Castro ondernomen heeft tegen de
Vereenigde Staten, tegen Frankrijk en
Engeland en Duitschland, geen won
der mag heeten!
SKANDINAVIË.
De President der Fransche Republiek
op reis.
Het bezoek aan Kopenhagen isjin
alle kalmte, precies naar den vorm,
afgeleopen en Fallières is gisteren
middag naar Stockholm vertrokken
om Noorwegen aan de beurt te nemen.
Naar aanleiding van het bezoek
heeft de Deensche minister-president
Christensen een correspondent ge
machtigd, het volgende te publiceeren:
„Denemarken heeft met Frankrijk
betrekkingen, waarvan de grondslag
een historische vriendschap is. Het
bezoek van den president en de op
recht hartelijke ontvangst, hem door
de bevolking van Kopenhagen bereid,
bevestigen deze vriendschap. Ik hoop,
dat de president uit Denemarken ver
trekkende, de overtuiging zal mee
dragen, dat we allen de vele banden,
die ons vereenigen, nog hechter willen
aaneen doen sluiten. Het is de een
stemmige wensch van mijne lands
lieden, tusschen het groote Frankrijk
en het kleine Denemarken een hechte
vriendschap te doen heerschen. Daarom
heeft ons volk den president met le
vendige voldoening ontvangen."
50ste verjaardag der Koningin-
Moeder.
Het comité saamgesteld uit Oranje
gezinde vereenigingen, te 's-Gravenhage
welke het plan gevormd hadden eene
huldebetoogiDg te doen plaats hebben,
ter gelegenheid van den 50en verjaar
dag van H.M. de Koningin-Moeder,
heeft op eerbiedig verlangen van H.M.
de Koningin-Moeder, besloten, geen
verder gevolg daaraan te geven, en
alleen zich te bepalen tot het zenden
van een hulde-adres.
"Van het Loo.
Behalve de auto, thans in bezit van
Z. K. H. Prins Hendrik, zal de Konin
klijke familie zich blijkbaar metter
tijd nog drie van deze moderne vehikels
aanschaffen. Althans aan de heeren
Gebr. Ooyman te Leeuwarden, aanne
mers van de Koninklijke stallen, is
den bouw opgedragen van een garage
voor vier auto's op een terrein nabij
de Koninklijke stallen.
Een bezoek aan H M. Koningin-
Moeder.
Z. K. H. Prins Hendrik en zijne
tante Prinses Thekla van Schwarzburg
Rudolstadt brachten gisteren per
automobiel een bezoek aan H. M. de
Koningin-Moeder ten Paleize te Soest-
dijk.
Dr. Kuyper.
De schrijver der „Haagsche Kiekjes"
in het „N. v. h. N." weet te vertellen,
dat dr. Kuyper zich met zijn partij-
genooten in het Kabinet „verzoend"
heeft, welke „verzoening* den volke
reeds werd verkondigd door de volgens
hem opzienbarende wijze, waarop [dr.
Kuyper door de ministers Heemskerk
Talma en Idenburg aan het station
werd uitgeleide gedaan, toen hij naar
het buitenland vertrok.
Naar schr. van betrouwbare zijde
vernam, heeft de heer Idenburg tot
dit vredesherstel niet weinig bijgedra
gen. Tusschen de beide partijen was
hij de „trait d'union". Vóór het ver
trek is er een intiem diner ten huize
van dr. Kuyper geweest. Naar ook van
welingelichte zijde verluidt zal 31
Augustus, bij gelegenheid das van
den jaarlijkschen lintjesregen, dr.
Kuyper tot minister van Staat benoemd
worden."
Een Pauselijke onderscheiding.
Z. H. de Paus schonk het kruis
„Pro Ecclesia et Pontifice" aan mej.
Jenny Van der Kun, te Maastricht,
gedurende bijna 25-jaren vice-preci-
dente der „Vereeniging tot versiering
der arme kerken".
De man met de roode pet.
De manufacturiers-vereeniging
„Eensgezindheid" te Krommenie en
Omstreken, heeft dezer dagen een
vaste dode aangesteld voor het innen
van gelden dij onwillige betalers. Hij
is kenbaar aan een pet met roode
band, waarop gedrukt is: „Voor on
willige betalers."
Malaise.
Uit de Haagsche Correspondentie
der N. Gr. Ct.
„Arm Scheveningen, waar de zaken
toch al zoo slecht marcheeren. De
berichten van de badplaats luiden
steeds ongunstiger; het is nu half Juli
en de groote hotels zijn nog altijd dun
bezet. En in het dorp zelf zijn slechts
enkele kamers verhuurd. Alles gevolg
van de slschte tijden, die maar niet
willen eindigen. Er is ook in onze
stad een geweldige malaise op elk
gebied, maar vooral en bij voortduring
in de bouwvakken, waar de werkloos
heid voor dezen tijd van het jaar
bijzonder groot is. In de richting van
het veel geprezen „Duinoord" wordt
nog eenigszins gebouwd, maar in andere
stadsgedeelten staat de bouwery totaal
stil. Daarbij komt dan nog dat de
huurprijzen in de laatste jaren zeer
gedrukt zijn en het aantal leegstaande
woningen legio is. De gevolgen blijven
niet uit, noch voor de arbeiders, noch
voor de patroons, van wie verschil
lende een donkere toekomst tegemoet
gaan. Er staan men kan er zeker
van zijn tegen het einde van het
jaar wee.' een reeks faillissementen
voor de deur."
(Naar het Fransch)
37)
j „Ja," herhaald© een der edellie-
zijne vraag, „weet niemand, wat
sedert acht dagen van den burg
graf de la Rocbeferney geworden
Is
v.Van hem?" riep de hertog de
yóalmont uit; „maar weet u dan
jhet, dat hij zich te Clichy heeft
Hteu opsluiten, voor ©ene ellendig©
V>ia van vijftig duizend franken
„Ah!" hernam degene, die het
J^st gesproken had, „het is scihan-
ydijk, zoodanig door woekeraars in
nauw gebracht te worden: had
T het geld beschikbaar, dan zond
het den burggraaf nog dezemj
kvond."
„Het zou beter zijn het aan zijne
ëhuldeischers te zenden," zeide een
1 opstandig jonkman.
„Het zon van belang zijn, heeren,
Jr. "Weten, welken jood de burggraaf
jjlhe gevangenschap te danken
Jeeft," merkte een sportman aan,
lft zelf diep in schulden stak.
•>W"eet u, wat men vertelt vroeg
de hertog. „Het praatje gaat, dat
het geen jood, maar een schoon©
dame is."
„Kom! kom!" riepen verscheidene
gasten ongeloovig.
Nu wordt het interessant, zeide
gravin de Tully. „En hoe heet die
schoon©
„Dat is niet bekend," antwoord
de de hertog.
„Hoe nu zeide de buurman der
gravin, „di© snaak van eien Leopold
leent vijftig duizend franken en laat
zich, bij gebrek aan betaling op
sluiten
„Neen, heeren," hernam d© her
tog; „die snaak van een Leopold
leeent geen geld van vrouwen en
weet, vooral tegenover haar, zij;n
verplichtingen na, te komen wanneer
hij ©r jegens haar heeft. Men hoeft
mij verzekerd, dat d© wissel, door
den schuldenaar1 geteehend, doch niet
voldaan, opgekocht is door een© zeer
bekoorlijke dame, die het land aan
den burggraaf had en hem te Clichy
heeft laten opsluiten. In den tegen-
woordigen tijd staat een wissel ge
lijk met een hevel tot aanhouding."
„Ah! die is goed," zeide de gra
vin. .[Waarschijnlijk had deze vrouw
zich over 'den burggraaf te bekla
gen
„Maar," riep eien der gastein uit,
gehoor gevend© aan d© inspraak: van
zijn goed hart, het zou, dunkt me,
niet kwaad zijh, wanneer wij zijn©
gevangenisstraf wat bekortten!"
„Hebt n vijftig duizend franken'
bij u, mijn waarde?" vroeg de her
tog. „W© zouden dan om mijnbeer
de la, Rocheferny kunnen zenden,
om dezen avond met ons een glas
wijn in dei Pré-Catelan te komen
drinken."
„Neen, mijnheer," antwoordde de
goedhartige' edelman, „doch het
komt mij voor, dat wij, bijvoorbeeld
morgen in .de club dat geld wel bij
elkander konden brengen, zonder ons
zelve al te zeer te plunderen."
Tot nn toe had Rosalind© geen
woord in het midden gebracht, doch
slechts aandachtig toegeluisterd, zon
der het te doen blijken. Toen er ech
ter sprak© van was den gevangene t©
bevrijden, maakte zij ©en onmerk
baar gebaar van ongeduld en be
schouwd© den jeugdigen ©delman;
di© zoo©'ven zulk 'een wel nemend
voorstel gedaan had, met ©ene zon
derling© uitdrukking in baar blik.
„Welwelriepen eenige jonge
lieden uit„©en inteebenlijst ten
behoeve van den burggraaf! Dat zou
origineel zijn!"
„Wat mij betreft," zeide de her
tog, terwijl hij zijn g-las ledigde,
„ik kan op het oogenblik over geen
duizend franken beschikken."
„Noch ik, noch ik," herhaalden!
verschillend© stemmen.
„Dat is jammer!" zeide Rosalind©
kalm, .werkelijk jammerHet denk
beeld was toch zoo ©del Ik stel voor
onzen menschenvriend hulde te
brengen, wijl hij zijn leven wijden
wil aan het ondersteunen van burg
graven, di© in geldverlegenheid zit
ten."
„Ja, ja! hulde' aan dien menschen
vriend!" riep het koor.
„En ik," hernam de menschen
vriend, ©enigszins geraakt, „weiger
deze hulde te aanvaarden ©n ver
zoek u zelfs tei gelooven, dat mijn
voorstel volstrekt niet misplaatst
was.... het is meer gezien, dat vrien
den zich onder elkander verstonden,
ten ©inde een vriend uit d© gevange
nis te bevrijden."
„Is zoo' iets meer gezien? Waar
dan In welk land hebt u dat bijge
woond, mijn waaide vroegen ver
schillend© gasten.
„Stellig is dat meer voorgeko
men," herhaalde- de annder, verle
gen.
„Maar waar? Waar dan?"....
„Ik heb laatst nog in een krant
gelezen...."
Allen barstten in een luid lachen
uit.
„O, die kranten!"
„Mijnheer houdt van sprookjes!"
„Welk ©en ©del jongeling!" zei
de hertog, „ik gaf er wat voor, wan
neer ik zoo goedhartig kon zijnT
„Mjet u allen zijt gij niets waard
riep d© schoon© gravin uit.
„O! mevrouw! O! gravin!"
„Neen," hernam zij, „gij hiebt pre
cies zooveel medelijden als ©en steen,
het is schande!"
„Maak u niet boos, lieve vrien
din zeide Rosalinde. „Men zou bij
na zeggen, dat wij hier in ernst
spreken. Zie, ik heb eveneens mede
gedaan aan de grap. Wees nu ook
boos op mij."
„Ik moest het eigenlijk wel zijn,
beste Rosalinde," antwoordde Je
gravin, „maar ik houd te veel van
u! G© zijt zoo goed! zoo gevoelig
van aard!"
„Ja, ja!" riep eensklaps de Duit
sche vorst, die tot nog toe niets
gezegd, doch in gezelschap van ba
rones Plock vijf of zes porties ijs
naar binnen gewerkt had.
„Hoezoo, ja, ja?" zeide de gravin.
„Ik wilde zeggen, mevrouw," gaf
vorst Ludolph ten antwoord, „dat
ik van ganseher harte instem, met
hetgeen u van juffrouw De Ville-
fort's goedheid en teergevoeligheid
gezegd hebt."
„Wat zou hij een uitstekend echt
genoot voor u zijn, lieve!" zeide me
vrouw De Tully zacht tot Rosalinde.
„Niet waar?" antwoordde deze-
„Welnu, ik wil hem niet. Zij, die
vóór 'het huwelijk doorgaan voor uit
muntende toekomstige echtgenooten,
zijn juist dezulken, die later hunne
vrouw boven een klein vuur zouden
roosteren of op een buitengoed in
een toren opsluiten."
„Wat een idéé!"
„Ik houd er dienaangaande mijn©
eigen inzichten op na."
„Ik zóu wel eens willen weten.
wat die dames tot elkander te ver
tellen hebben," zeide de vorsttot
zijn buurman.
„Bent u daar werkelijk op ge
steld?" vroeg deze,
„Ja, ik zou het gaarne vernemen"
„Welnu, zij zeggen, dat het zeer
vriendelijk van u zijn zou, wanneer
u de punch deed komen, daar het
koel begint te worden."
De vorst sprong van den bank op
en riep zijn secretaris Deze brave
man zat echter ergens bier te drin
ken, waar wist men niet. Een der
bedienden van den vorst kwam Zijne
Hoogheid mededeelen, dat hij onmo
gelijk te vinden was. Deze ging nu
zelf het verlangde bestellen. Toen
hij terug kwam wilde het gesprek
niet meer vlotten. De kalmte was
voor de luidruchtigheid in ie
plaats getreden; het was een heer
lijk oogenblik om zich jaan mijmerin
gen over te geven.
Nog slechts enkele wandelaars
kwamen nog voorbij het prieel. De
menigte stroomde op dit oogenblik
naar den Bloemenschouwbuxg, waar
een nieuw; stuk opgevoerd werd.
(Wordt vervolgd.)