DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
Afin Qflfl 2L 1 Rn Iflfl cn
L
Hillegomsche
Alledagjes.
BUITENLAND.
Zaterdagavondpraatjes.
ICinderhuisvest 29-31-33, Haarlem
Onze Verzekering.
ZATERDAG 25 JULI 1908.
33sta Jaargang; No. 6944.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Haarlem 1.36
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.8C
Afzonderlijke nummers0.06
Bureaux van Redactie en Administratie:
Intere. Telefoonnummer 1426.
PBIJ8 L>i£K AD VEBTENTIEN
Van 16 regelsf0.60 (contant)f 0.60
Elke regel meer0.10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant.
Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vernield, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van
GULDEN bij JB ra Ai ra «ffc J a Aga éto GULDEN bij
HO °Ver eZ> tl tl II band of voet. tl tl éen oog. I till éen duim.
schiktheid tot
werken.
éen
wijsvinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
GULDEN bij
verlies van
éen anderen
vinger.
Dit nummer bestaat uit
uier bladen, iu. o. de Of-
ïici e I e K e r k i ij s t en het
Geïllustreerd Z o n da g s-
blad in 16 bladzijden.
EERSTE BLAD.
Wij maken er onze abonnés
met nadruk op opmerkzaam, dat
ingeval van ongelukken, waaruit
krachtens onze gratis-verzekering
recht voortvloeit op een grootere
of kleine uitkeering, alle bijzon
derheden omtrent het ongeluk
binnen zeven dagen nadat het
gebeurd is, aan de Directie der
Nieuwe Haarlemsche Courant
schriftelijk moeten worden mee
gedeeld.
Ingeval van ongelukken met
doodelijken afloop moet onmiddel
lijk aan de Directie der Nieuwe
Haarlemsche Courant kennis
worden gegeven.
DE DIRECTEUR.
=o
IX.
Van een neutrale
„Niemand."
Zoo af en toe ontvangt de Stads
editie men weet wel, een.... nu
Ja.ik zal dan maar zeggen.
Qeutrale krant, zoo af en toe, zeg
ik, ontvangt de „Stads-Editie" „de
hiail uit Tulpenland". Nemo teekent
zich de schrijver dezer brieven uit
Billegom. Hij heeft zeker gedacht:
bij dat neutrale gedoe past „geen
tttensch" en daarom noemde hij
zich „Nemo" dat is „niemand",
geen mensch, niets. Maar voor
de lui, die zoo heel erg onzijdig
zijn, dient men zich wel te wachten.
Zoo ook in de mail, die 13 Juli in
«Stads-Editie" prijkte.
Je zou zeggen, lui als die Niemand
is, zullen in hun neutraliteit ieder
de eere gunnen, die hem toekomt.
Evenwel zou dat toch een mis tas tin 2
zijn.
We weten reeds, dat ook in Hil-
legom, net als nu ook weer in Den
Haag en Delft en reeds eerder op
veel meer plaatsen, de kwestie van
de gehuwde onderwijzeressen in den
raad aan de orde is. De heer Balvers
bracht die zaak in den Hillegom-
schen Raad ter tafel. Nu vindt die
Nemo ook dat 't wel beter is, dat
de gehuwde vrouw niet in de school
is, maar zie je, als een Roomsch
raadslid dat aan de orde stelt, dan
is er toch een luchtje aan. Daarom
maar gauw een teekentje gegeven
op dat raadslid en hem van wat veel
ijver beschuldigd, door te zeggen,
dat genoemd geachte raadslid op
onderwijsgebied zijn sporen wenscht
te verdienen.
Als een raadslid, en vooral een
katholiek raadslid, heel weinig of
niets van zich laat hooren, dan is
hij in 't oog der liberale, 'k vergis
me, neutrale krantenscbrijvers ten
eenenmale veroordeeld als een nul
maar als bij werkt in den raad, wat
doet, en 't is niet precies beelinden
geest van menschen ais die „Nie
mand" van de „Stads-Editie", dan
is 't ook al niet goedl
De mailschrijver is beel blij, dat
de automobielenplaag door een rijks
wet wat tammer gemaakt wordt.
Maar, zoo waarschuwt bij ons col
lege van Burgemeester en Wethou
ders, zorgt nu als de kippen er bij
te zijn, dat je met een ontwerp
verordening komt, want anders is
er meer kans van een wet-Balvers.
Het particulier-initiatief bloeit nogal
in den raad.
In zijn Juli-mail beschermt bij
tusschen de regels door en ook in
de regels beel genadig onzen bur
gemeester, ten minste hij poogt bet
te doen. Ongelukkig echter smeert
bij onzen burgervader een lak op
z'n mouw, want hij verwijt B. en
W. niet minder dan een beetje on-
activiteit, een weinig laksheid. Als
er echter van den kant van den
beer Balvers een stootje kwam over
de automobielgeschiedenis, dan zou
mij dat niet verwonderen. Nemo
begrijpt dat niet zoo, want daarvoor
is hij nog te kort in onze gemeente
en beeft bij zich niet voldoende op
de hoogte gesteld van de dingen,
waarover bij schrijft.
't Was de beer Balvers, die per
motie, door denHillegomschen raad,
de landsregeering op 't onhoudbare
van die wegverslinders, die stofop-
jagers, de automobielen op onze
wezen nog eens wees, en waaraan
door verschillende gemeenten adhae-
sie betuigd werd.
Dat weet die „geen mensch" van
de „Stads-Editie" blijkbaar niet, en
als ie 't wist, beeft bij maar goed
gevonden bet werk van een Roomsch
Hillegomscb raadslid te negeeren.
't Is natuurlijk de gemakkelijkste
maDier om er af te komen en de
de pluimen later opliberala boeden
te kunnen steken, zonder dat'terg
in de gaten loopt, dat 't gestolen
veeren zijn. En op 't gezag van
„niemanden", van een niemandal,
een niets, zijn er dan een heeleboel
lui, die 't gelooven en zeggen „wat
zien die liberalen er toch mooi uit,
dat zijn pas je lui; die doen nog
eens nut 1 De Roomscben, 't zou
wat, die zijn goed. om onze goeie
dingen te steunen,zelf doen ze niets."
Zoo ziet men dat neutraliteit toch
ergens goed voor is, en dat brief
schrijvers, die Nemo's zijn, dus
niks, niemendal, met zoogenaamde
neutraliteit de zaken op zoodanige
manier weten te verdraaien, dat
ze voor de liberale vriendjes in een
gunstig licht komen te staan. Wat
komt bet er op aan, dat ze daarbij
goed werk, degelijken arbeid van
een Roomsch raadslid negeeren!
Een vent, die werkt en niet liberaal
is, moet een trap hebben. Dat is
noodig uit 't oogpunt van neutrali
teit, weet je.
Een gierbak met gaatjes.
Over bet waterrapport beeft
„Nemo" ook een en ander gezegd.
„De Tulpenlandsehe moniteur", dat
is onze goeie „Hillegomsche Courant"
ook een neutraal blad, maar met
nog al een breed spectrum, zoodat
een kleur gekozen kan worden,
naar 't noodig blijkt voor 'toogen-
blik, krijgt nu eens géén trap.
Integendeel, beel vereerend wordt
vermeld, dat onze dorpsmoniteur
't Waterrapport,bedoeld is bet ver
slag van de commissie voor de
waterleiding,volledig publiceerde.
Ja, dat deed onze goeie „Hille
gomsche Courant", maar.... de redac
tie, die nog geen drie minuten van
't Raadhuis woont, beeft dat rap
port van Leiden ontvangen, d.w.z.
ze nam bet doodgewoon over uit
een Katholiek blad, de „Nieuwe
Leidscbe Courant", maar dat ver
telde ze natuurlijk niet aan de le
zers, evenmin als dat de genoemde
Leidscbe redactie de opsteller van
ons Hillegomsche orgaan voor dit
feit en nog andere eens goed op
zijn voorman zette. Daar trekt onze
goeie Hillegomsche redactie zich
geen steek van aan.
Ook Nemo beeft baar al eens
meermalen er tusschen genomen
en du bij eens prijst, nu valt de
Hillegomsche redactie als een kwaje
hond op hem aan, en spreekt in
't nummer van 19 Juli van Nemo's
geschrijf als van schoolmeesterach
tig Hollandsch. Nu, daar mag de
redactie van de „Hillegomsche
Courant" wel over oordeelen.
Ze kent Hollandsch. In een regel
of wat een dertig maal zondigen
tegen onze Nederlandscbe taal be-
teekent voor baar niets, och Heer,
neé, elke week opnieuw weer komt
ze met dezelfde onbenullige fouten
tegen taal en stijl voor den dag
Waarschijnlijk beeft ze om die
kunst een bepaalden hekel aan
schoolmeesters, want behalve aan
dien van de Tulpenlandsehe mail
uit de „Stads-Editie", en behalve
aan dien van nog een andere Hil
legomsche krant, beeft ze gloeiend
bet land aan een schoolmeester,
die 't niet erg op beeft met baar
neutraliteit. Ze beweert ten minste,
dat bet allemaal schoolmeesters zijn,
die baar zoo dwars zitten. Ik laat
die bewering voor haar rekening,
want ik zou er mijn hoofd vol
strekt niet op durven geven, dat
ze 't bij bet goede eind beeft.
Om dan eindelijk te komen op
onze waterleiding, vermeld ik even,
dat de commissie van onderzoek 't
zoover gebracht beeft, dat er weer
een onderzoek zal gehouden worden.
Dat schiet op natuurlijk, 'k Had
anders al hoop, dat de sproeiwagen,
een gierbak met gaatjes is't,
zoo heb ik wel eens gehoord, die
in ruste is, vervangen zou worden
door een echte. Dat is wel noodig.
Voor Nemo is 't gelukkig, dat 't
alweer de beer Balvers is, die bij
't waterrapport-debat op de nood
zakelij kb eid van zoo'n sproeiwagen
weeg) hij kan voor zijn liberale
vrienden aan dit raadslid misschien
weer een verdienstelijkheidje ont
futselen.
Nu dan, een sproeiwagen is wel
noodig, want de Gierbak met gaatjes
rijdt niet, durft niet te rijden zeggen
sommigen, 't is best mogelijk,
dat 't een legendarisch voertuig is,
maar legenden mogen ook wel
verteld worden en de weg is bij
ons toch allerverschrikkelijkst stof
fig. Je eet gewoonweg zand en de
bladeren van boomen en planten
zijn na een uur zonneschijn stof-
wit.
't Is te hopen, dat we een sproei
wagen krijgen, en hij komt zeker
als er waterleiding aangelegd, wordt.
De groote vraag zal wel zijn waar
't water vandaan moet komen. Daar
zijn al eens nootjes overgekraakt,
maar Hillegom kon toen de pitten
niet eten. Ik kom daarop nog wel
eens terug.
Van Dorf.
DUITSCHLAND.
Liberalen en socialisten.
Onder de gematigde liberalen open
baart zich meer en meer, en niet
alléén ten onzent, de neiging om tot
behoud van de bestaande orde van
zaken zich af te wenden van de tot
nog toe door velen steeds gevolgde
talliek om zich te aljiëeren met al wat
anticlericaal is, tot socialisten toe.
't Wordt te erg
En de demoralisatie van het volk,
waarvan we gisteren onder het hoofdje
„Frankrijk" spraken, en die zeer zeker
aan het veldwinmen der socialische
ideeën is te wijten, begint den oprechten
liberalen nu duidelijk te wordeD.
Oók in Duitschland.
Een opmerkenswaardig teeken daar
van is een belangrijk artikel in de
„Freisinnige Zeitung", een behoudend
liberaal blad, dat uitvoerig de vraag
behandelt of de sociaal-democratische
partij een geschikte partij is om een
bondgenootschap mee aan te gaan.
Het blad geeft op deze vraag een
ontkennend antwoord. Voornamelijk
omdat de sociaal-democratie bij baar
agitatie en de keuze van haar middelen
van trap tot trap zedelijk is gedaald.
De sociaal-democratie trad eerst weten
schappelijk op en onder hare eerste
leiders waren weliswaar geestdrijvers,
wilde warhoofden, maar het waren
tenminste mannen, voor wie men
achting moest hebben en ook nu nog
heeft.
Maar naarmate haar macht toenam
is de sociaal-democratie een scheld- en
lasterpartij geworden. Achting voor de
waarheid ontbreekt haar ten eenen
male. Tegen beter weten in komt zij
met beweringen, die uit een oogpunt
van agitatie een goede werking heb
ben. De persoonlijke eer van baar
tegenstanders te bezoedelen is voor
haar een bijzonder vermaak. Het is
voor haar een onmogelijkheid een za
kelijke polemiek te voeren, zonder
scheldwoorden te gebruiken en meer
malen vergist ze zich daarbij in den
persoon van haar tegenstander. Achter
alles wat haar vermeenden belangen
in den weg staat zoekt ze onzuivere
motieven. Elke terechtwijzing, elke
uiteenzetting, al is ze ook nog zoo
onwederlegbaar en overtuigend, wijst
ze al van te voren af en ze volhardt
in weerwil van alles bij beweringen,
die zij eenmaal geuit heeft. Den gan-
schen stijl der sociaal-democraten kan
men een schimpwoordenstijl noemen.
Zulk een partij, zegt de „Freis. Ztg.,"
maakt zich schuldig aan het zedelijk
bederven van het Duitsche volk ep
met zulk een partij kan men geen
bondgenootschap sluiten."
Tout comme chez nous!
Wij behoeven waarlijk niet uit „Het
Volk" bewijzen op te diepen, dat alles
wat het Duitsche blad van de Duitsche
socialisten vertelt, ook ten onzent pre
cies klopt.
Maar
Reeds schreeuwen Duitsche liberale
kranten, als het bekende radicale
Jodenblad de „Frankiurter Zeitung",
moord en brand over dit artikel der
„Freisinnige".
Het clericale gevaar, weet u!
Dat is erger dan alle socialistische
immoraliteit van politieke zeden kan
wezen.
Zoo zal het ook hier wel gaan!
Daar zijn onder de liberalen mannen
van geest en ernst, voor wie het samen
gaan met socialistische schreeuwers en
afbrekers een gruwel is.
Maar er zijn er anderen en ze
vormen de meerderheiddie in de
practijk althans met een blij gezicht
de hulp van al wat socialist is aan
vaarden, en zelf dezen een handje
helpenals het maar gaat tegen
de kerkelijken en tegen het geloof.
Het oude woord van Gambetta:
„le cléricalisme c'est l'ennemi", geldt
nog altijd en overal.
Een samenkomst?
Van Gambetta gesproken in
Monaco zal de prins van de roulette,
prins Albert van Monaco, een stand
beeld voor dezen anticlericalen staats
man doen neerzetten.
En nu is het mooiste, dat hij bij de
onthulling daarvan heeft uitgenoodigd
president Fallières en keizer Wil
helm!
ENGELAND.
Opstand in de Kolonie.
Engeland krijgt weer de handen vol
in Engelsch-Indië.
Reeds sinds lang kookt en woelt
en gist het onder de Britsch-Indiërs,
en gisteren schijnt het te Bonbaytot
een uitbarsting te zijn gekomen.
Een derBrahmaansche volksmenners,
die op de onafhankelij kheid van Britsch-
Indië aansturen, is er door deEngel-
schen veroordeeld, en dat heeft de
menigte tot gewelddaden gedreven.
De soldaten hebben moeten optreden
en Reuter weet al van vijf dooden,
en vier en veertig gewonden, terwijl
de onlusten voortduren.
Naar het zich laat aanzien, lijdt de
Engelsche kolonisatiemethode, tot dus
verre overal zoo geprezen, tegenover
de steeds veld winnende ontwikkeling
der massa schipbreuk.
ITALIË.
Weer op koloniaal avontuur!
De Italiaansche regeering ontwerpt
plannen voor een krachtige koloniale
actie.
Sinds de ongelukkige dagen van
Adua heeft zij zich van militaire
expedities onthouden. Thans echter
zijn de toestanden zoo verergerd, dat
een energiek ingrijpen noodzakelijk-
wordt geacht.
Er loopen te Rome geruchten, dat
de regeering een expeditie voorbe
reidt tegen den stam Bimals in Ita-
liaansch Afrika tot verzekering van
het verkeer op de rivier Uebi Scibeli,
die eene 30 50 K. M. van de kust
verwijderd en geheel en al in handen
is van dezen wilden volksstam. De
Bimals moordden in 1903 de expeditie-
Cecchi uit en zijn daarvoor nog steeds
niet gestraft.
Zij beschikken over een tienduizend
lansendragende strijders en bezitten
eenige slechte geweren.
De Italiaansche trekken in Moga-
L.
Vier en een half pro
cent! 'n Receptje dat
voor onze gemeentefinan-
ti'én goed zou wezen.
Een gemeentelijke staal-
bad-exploitatie, en waarom
Haarlem geen Neuenahr
is. Onze bestrating en
de listigheid van de Hol-
landsehe spoor, met een
pretje voor de menschen uit
de buurt.
Daar heb ik van de week mijn
aanslagbiljet in de inkomstenbelas
ting thuis gekregenlieve mensch,
<iat is goed om je ineens recht te zet-
tenn als soms je hoofd door al die fees
ten, als nu van dien wielrijdershond,
^vat scheef is gaan zitten! Wel,
^fel, in figuurlijken zin gesproken
liep me het water uit mijn oogen,
toen ik er naar keek. Ja, die lieve va
deren op het stadhuis weten het wel
telkens een half procentje hooger,
tot dat we écht wereldstad gewor
den zullen zijn, als Amsterdam,
^aar, naar ik las, de bevolking ach
teruitgaat in plaats van vooruit,
aar de gegoede en gefortuneerde
lieden langzamerhand in grooten ge
tale de stad uittrekken, en waar dan
d® kleine man; en de gezeten burger,
die door den aard van zijn werk of
i^an zijn zaak noodzakelijk in de
stad moet blijven wonen, op het
laatst voor den last zal komen te
zitten! Vier en een half procent,
buiten en behalve wat er nog bij
komt, voor de gemeenteis het
niet een bewijs dat onze gemeente-
financiën werkelijk ziek-zijn, dat het
een ongezonden toestand is die niet
kan voortduren, en dat er tot ver
betering beel hard noodzakelijkheid
is Konden we: onze gemeente maar
eens een goed© dosis van dat beroem
de staalwater laten slikken, dat zoo
allemachtig goed moet wezen voor
de versterking, maar dat geen ster
veling in Haarlem, en al beel weinig
luidjes daarbuiten, ooit drinkt! 't
Moet zóó goed wezen, ons Haarlem
sche staalwater i;it de Meer, zoo
vertelde me onlangs een onzer eerste
apothekers dat het eigenlijk tè
versterkend is, weet je! Er zit te
veel staal in voor de gewone lui, en
je hebt kans dat dat den menschen
wat te zwaar op hun maag blijft
zitten, al dat ijzer! 'tMag wezen,
ik heb er geen verstand van. Maar
zeker is het, dat de goed© luidjes,
die hun geld geofferd hebben om
van Haarlem een badplaats te ma
ken, met de beele bron en wat er
aan vast zit, nu in de maag zitten,
en dat 't zwaar op hun maag ligt
óókDaar heb je dien goeien meneer
Rinkema, die er al zooveel geld in
heeft laten zitten naar ze vertellen.
Hij doet z'n uitersten best in den
gemeenteraad, om er nog wat aan te
verdienen op den duur, maar d'r
schijnt een overtuiging te wezen dat
al dat wurmen toch niet meer geeft,
enldat er van een Staalbad-Haarlem
toch niets komen kan. Nu, als je het
mij vraagt, dan be,n ik precies van
dezelfde opinie. En ik heb waar
lijk met schrik in onze krant gele
zen, dat burgemeester Boreel liet
doorschemeren, dat hij voor zich er
niet tegön zou. wezen om het geld
van de'gemeente .er eens in te steken,
en dan zóó te probeeren, ©en ge
meentelijk© Staalbad-omderneming te
exploiteerenLieve hemel, denkt die
goede man dan niet aan onze vier
en een half procent? Ja, hemzelf
deert .het weinigJonkheer Boreal
heeft tóch wel een fatsoenlijk be
staan en een heel schappelijk trac-
tement, houd ik ervoor, naar het
geen ik zoo hoor. Maar wij, arme
stumperds van gemeentenaren, wij
kunnen geen opslag van die vier en
een half procent moer lijden, en
waar zou het heengaan, als de lieve
gemeentelijke duiten in zoo'n onder
neming kwamen te zitten, waarvan
je haast op je vingers kunt natellen
dat eir verlies in steken zal Neen,
als de gemeente op die manier Staal
water zou willen gebruiken, dan
hoop ik dat de! vroede vaderen in
den Raad een ander receptje zullen
voorschrijven! Jawel, ze praten hier
nu al van het voorbeeld van Duit
sche badplaatsenD:aar heb je zoo'n
meneer in een van onze andere ste
delijke kranten, die het dadelijk erg
goed vond in .zijn geschrijf, dat de
gemeente: haar schouders achter die
Staalwater-exploitatie zetten zou.
Die meneer gaf onzen burgemeester
een pluimpjezie je, dat is nou eens
een man, die nog eens verder heeft
rondgekeken dan Haarlem en Half
weg, die de lessen uit het buitenland
zich ten nutte maakt, en zoo voorts.
Och, lieve man, houdt toch op met
dat gebazel. Praat me nu toch niet
van Duitsche badplaatsen nadoen,
en het doen als in den vreemde. Dat
zijn toch dingen die niet met elkaar
zijn te vergelijken't Is altijd en
eeuwig Neuenahr wat je hoort als
er over Haarlem-Staalbad sprake is
Neuenahr in het Ahr-thal gaat wél,
waarom zou Haarlem-Staalbad niet
gaan .Wcl, omdat Neurenahr in
zoo'n prachtige omgeving ligt, om
dat Neuenahr behoort tot die aan
trekkelijke plaatsen voor toeristen,
waarheen de menschen huwelijksreis
jes gaan maken. Omdat Neuenahr
ligt in de internationale route van
hen, die de traditioneel© Rijn-reis
jes doen, daarom gaat Neuenahr als
badplaats goed- Maar is dat te ver
gelijken met ons HaarlemOch,
kom! En nu moet je niet vergeten,
dat er in Neuenahr millioenen zijn
vastgelegd in de prachtig© kuur-ge-
bouwen, in de bronnen, in de hotels
en de exploitatie er van. iWaar wou
men dat geld hier vandaan halen
Uit onze berooide gemeentekas
soms Och, 't is eigenlijk te dwaas
om ervan te spreken. iWoj hebben,
om onze stad voor den kleinen man
die eens een dagje uitgaat, of voor
de vreemdelingen die onze Frans
Halsen komen kijken, wat aantrekke
lijk te maken, nog zooveel te doen,
dat we aan een internationale luxe
badplaats toch niet denken moeten!
Als ik maar eens alleen wijs op de
bestrating in Haarlem: al is er nu
zoo vaak lang en breed in onzen
gemeenteraad over gesproken, dat
het ook maar een fractie van een pro
centje is verbeterd, kan ik in, gemoe-
dei niet zeggen. De bestrating-zelve
is op vele plaatsen nog zoo ellendig
als maar mogelijk is, en de manier
van stratenmakenHoe de men
schen op het Stationsplein het uitge
houden hebben bij die wolken zand
die daar dag in dag uit heen en
weer vliegen, mag de goede hemel
wetenEnfin, tóch doen we maar
nét of we groote stad zijn, niet
waar? Nu we zoo'n groot station
hebben, loopt zelfs de vreemdeling
erin en hij denkt meer van ons, dan
we eigenlijk zijn! Van dat station
gesprokendat is tegenwoordig voor
tal van menschen, die niet veel rei
zen of voor vreemden die den toe
stand niet kennen, 'n bezoeking
tWant je komt nu op het stations
plein eruit, gaat d© stad in, en als
je wilt terugkeeren, dan ga je
als je die listigheid van de Hol-
lamdsche Spoor niet kent natuur
lijk regelrecht de deuren weer in
van het gebouwtje onder die hoog©
fabriekspijp, waarvan ik een vorige
keer al sprak. Nu zijn er weinig
menschen die een minuut of tien te
vroeg komen aan het spoorje komt
dus op 't nippertje, en dan hoor
je tot je verbazing, dat de ingang aan
den anderen kant is, 't viaduct onder
door! 't Beloofde land zie je door
de glazen deuren vlak voor je, maar
je mag er niet in. En dan is het
hard hollen onder het viaduct door,
naar den anderen kant, om op het per
ron gekomen, net precies in de verte
het eindje van den trein het station ten
zien uitschuiven! Dat gebeurt te
genwoordig telkens, en de menschen
in die buurt hebben telkens het plei-
zier, hoopen reizigsters en reizigers
op 'n holletje het nieuwe stuk sta
tion te zien uitstuiven en naar het
Kennemerplein vliegen.
Zoo zie je>, lieve menschen, daar
is niets volmaakt op de wereld,....
zélfs niet 't nieuwe Haarlemsche sta
tion.... lach nu niet!
25 JJJLI.
KIENE HMRLEMSCHE MIKT
1000
00
15