DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. Afin Qflfl 2L 1 Rn Iflfl cn L Hillegomsche Alledagjes. BUITENLAND. Zaterdagavondpraatjes. ICinderhuisvest 29-31-33, Haarlem Onze Verzekering. ZATERDAG 25 JULI 1908. 33sta Jaargang; No. 6944. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Haarlem 1.36 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.8C Afzonderlijke nummers0.06 Bureaux van Redactie en Administratie: Intere. Telefoonnummer 1426. PBIJ8 L>i£K AD VEBTENTIEN Van 16 regelsf0.60 (contant)f 0.60 Elke regel meer0.10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant. Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vernield, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van GULDEN bij JB ra Ai ra «ffc J a Aga éto GULDEN bij HO °Ver eZ> tl tl II band of voet. tl tl éen oog. I till éen duim. schiktheid tot werken. éen wijsvinger. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. GULDEN bij verlies van éen anderen vinger. Dit nummer bestaat uit uier bladen, iu. o. de Of- ïici e I e K e r k i ij s t en het Geïllustreerd Z o n da g s- blad in 16 bladzijden. EERSTE BLAD. Wij maken er onze abonnés met nadruk op opmerkzaam, dat ingeval van ongelukken, waaruit krachtens onze gratis-verzekering recht voortvloeit op een grootere of kleine uitkeering, alle bijzon derheden omtrent het ongeluk binnen zeven dagen nadat het gebeurd is, aan de Directie der Nieuwe Haarlemsche Courant schriftelijk moeten worden mee gedeeld. Ingeval van ongelukken met doodelijken afloop moet onmiddel lijk aan de Directie der Nieuwe Haarlemsche Courant kennis worden gegeven. DE DIRECTEUR. =o IX. Van een neutrale „Niemand." Zoo af en toe ontvangt de Stads editie men weet wel, een.... nu Ja.ik zal dan maar zeggen. Qeutrale krant, zoo af en toe, zeg ik, ontvangt de „Stads-Editie" „de hiail uit Tulpenland". Nemo teekent zich de schrijver dezer brieven uit Billegom. Hij heeft zeker gedacht: bij dat neutrale gedoe past „geen tttensch" en daarom noemde hij zich „Nemo" dat is „niemand", geen mensch, niets. Maar voor de lui, die zoo heel erg onzijdig zijn, dient men zich wel te wachten. Zoo ook in de mail, die 13 Juli in «Stads-Editie" prijkte. Je zou zeggen, lui als die Niemand is, zullen in hun neutraliteit ieder de eere gunnen, die hem toekomt. Evenwel zou dat toch een mis tas tin 2 zijn. We weten reeds, dat ook in Hil- legom, net als nu ook weer in Den Haag en Delft en reeds eerder op veel meer plaatsen, de kwestie van de gehuwde onderwijzeressen in den raad aan de orde is. De heer Balvers bracht die zaak in den Hillegom- schen Raad ter tafel. Nu vindt die Nemo ook dat 't wel beter is, dat de gehuwde vrouw niet in de school is, maar zie je, als een Roomsch raadslid dat aan de orde stelt, dan is er toch een luchtje aan. Daarom maar gauw een teekentje gegeven op dat raadslid en hem van wat veel ijver beschuldigd, door te zeggen, dat genoemd geachte raadslid op onderwijsgebied zijn sporen wenscht te verdienen. Als een raadslid, en vooral een katholiek raadslid, heel weinig of niets van zich laat hooren, dan is hij in 't oog der liberale, 'k vergis me, neutrale krantenscbrijvers ten eenenmale veroordeeld als een nul maar als bij werkt in den raad, wat doet, en 't is niet precies beelinden geest van menschen ais die „Nie mand" van de „Stads-Editie", dan is 't ook al niet goedl De mailschrijver is beel blij, dat de automobielenplaag door een rijks wet wat tammer gemaakt wordt. Maar, zoo waarschuwt bij ons col lege van Burgemeester en Wethou ders, zorgt nu als de kippen er bij te zijn, dat je met een ontwerp verordening komt, want anders is er meer kans van een wet-Balvers. Het particulier-initiatief bloeit nogal in den raad. In zijn Juli-mail beschermt bij tusschen de regels door en ook in de regels beel genadig onzen bur gemeester, ten minste hij poogt bet te doen. Ongelukkig echter smeert bij onzen burgervader een lak op z'n mouw, want hij verwijt B. en W. niet minder dan een beetje on- activiteit, een weinig laksheid. Als er echter van den kant van den beer Balvers een stootje kwam over de automobielgeschiedenis, dan zou mij dat niet verwonderen. Nemo begrijpt dat niet zoo, want daarvoor is hij nog te kort in onze gemeente en beeft bij zich niet voldoende op de hoogte gesteld van de dingen, waarover bij schrijft. 't Was de beer Balvers, die per motie, door denHillegomschen raad, de landsregeering op 't onhoudbare van die wegverslinders, die stofop- jagers, de automobielen op onze wezen nog eens wees, en waaraan door verschillende gemeenten adhae- sie betuigd werd. Dat weet die „geen mensch" van de „Stads-Editie" blijkbaar niet, en als ie 't wist, beeft bij maar goed gevonden bet werk van een Roomsch Hillegomscb raadslid te negeeren. 't Is natuurlijk de gemakkelijkste maDier om er af te komen en de de pluimen later opliberala boeden te kunnen steken, zonder dat'terg in de gaten loopt, dat 't gestolen veeren zijn. En op 't gezag van „niemanden", van een niemandal, een niets, zijn er dan een heeleboel lui, die 't gelooven en zeggen „wat zien die liberalen er toch mooi uit, dat zijn pas je lui; die doen nog eens nut 1 De Roomscben, 't zou wat, die zijn goed. om onze goeie dingen te steunen,zelf doen ze niets." Zoo ziet men dat neutraliteit toch ergens goed voor is, en dat brief schrijvers, die Nemo's zijn, dus niks, niemendal, met zoogenaamde neutraliteit de zaken op zoodanige manier weten te verdraaien, dat ze voor de liberale vriendjes in een gunstig licht komen te staan. Wat komt bet er op aan, dat ze daarbij goed werk, degelijken arbeid van een Roomsch raadslid negeeren! Een vent, die werkt en niet liberaal is, moet een trap hebben. Dat is noodig uit 't oogpunt van neutrali teit, weet je. Een gierbak met gaatjes. Over bet waterrapport beeft „Nemo" ook een en ander gezegd. „De Tulpenlandsehe moniteur", dat is onze goeie „Hillegomsche Courant" ook een neutraal blad, maar met nog al een breed spectrum, zoodat een kleur gekozen kan worden, naar 't noodig blijkt voor 'toogen- blik, krijgt nu eens géén trap. Integendeel, beel vereerend wordt vermeld, dat onze dorpsmoniteur 't Waterrapport,bedoeld is bet ver slag van de commissie voor de waterleiding,volledig publiceerde. Ja, dat deed onze goeie „Hille gomsche Courant", maar.... de redac tie, die nog geen drie minuten van 't Raadhuis woont, beeft dat rap port van Leiden ontvangen, d.w.z. ze nam bet doodgewoon over uit een Katholiek blad, de „Nieuwe Leidscbe Courant", maar dat ver telde ze natuurlijk niet aan de le zers, evenmin als dat de genoemde Leidscbe redactie de opsteller van ons Hillegomsche orgaan voor dit feit en nog andere eens goed op zijn voorman zette. Daar trekt onze goeie Hillegomsche redactie zich geen steek van aan. Ook Nemo beeft baar al eens meermalen er tusschen genomen en du bij eens prijst, nu valt de Hillegomsche redactie als een kwaje hond op hem aan, en spreekt in 't nummer van 19 Juli van Nemo's geschrijf als van schoolmeesterach tig Hollandsch. Nu, daar mag de redactie van de „Hillegomsche Courant" wel over oordeelen. Ze kent Hollandsch. In een regel of wat een dertig maal zondigen tegen onze Nederlandscbe taal be- teekent voor baar niets, och Heer, neé, elke week opnieuw weer komt ze met dezelfde onbenullige fouten tegen taal en stijl voor den dag Waarschijnlijk beeft ze om die kunst een bepaalden hekel aan schoolmeesters, want behalve aan dien van de Tulpenlandsehe mail uit de „Stads-Editie", en behalve aan dien van nog een andere Hil legomsche krant, beeft ze gloeiend bet land aan een schoolmeester, die 't niet erg op beeft met baar neutraliteit. Ze beweert ten minste, dat bet allemaal schoolmeesters zijn, die baar zoo dwars zitten. Ik laat die bewering voor haar rekening, want ik zou er mijn hoofd vol strekt niet op durven geven, dat ze 't bij bet goede eind beeft. Om dan eindelijk te komen op onze waterleiding, vermeld ik even, dat de commissie van onderzoek 't zoover gebracht beeft, dat er weer een onderzoek zal gehouden worden. Dat schiet op natuurlijk, 'k Had anders al hoop, dat de sproeiwagen, een gierbak met gaatjes is't, zoo heb ik wel eens gehoord, die in ruste is, vervangen zou worden door een echte. Dat is wel noodig. Voor Nemo is 't gelukkig, dat 't alweer de beer Balvers is, die bij 't waterrapport-debat op de nood zakelij kb eid van zoo'n sproeiwagen weeg) hij kan voor zijn liberale vrienden aan dit raadslid misschien weer een verdienstelijkheidje ont futselen. Nu dan, een sproeiwagen is wel noodig, want de Gierbak met gaatjes rijdt niet, durft niet te rijden zeggen sommigen, 't is best mogelijk, dat 't een legendarisch voertuig is, maar legenden mogen ook wel verteld worden en de weg is bij ons toch allerverschrikkelijkst stof fig. Je eet gewoonweg zand en de bladeren van boomen en planten zijn na een uur zonneschijn stof- wit. 't Is te hopen, dat we een sproei wagen krijgen, en hij komt zeker als er waterleiding aangelegd, wordt. De groote vraag zal wel zijn waar 't water vandaan moet komen. Daar zijn al eens nootjes overgekraakt, maar Hillegom kon toen de pitten niet eten. Ik kom daarop nog wel eens terug. Van Dorf. DUITSCHLAND. Liberalen en socialisten. Onder de gematigde liberalen open baart zich meer en meer, en niet alléén ten onzent, de neiging om tot behoud van de bestaande orde van zaken zich af te wenden van de tot nog toe door velen steeds gevolgde talliek om zich te aljiëeren met al wat anticlericaal is, tot socialisten toe. 't Wordt te erg En de demoralisatie van het volk, waarvan we gisteren onder het hoofdje „Frankrijk" spraken, en die zeer zeker aan het veldwinmen der socialische ideeën is te wijten, begint den oprechten liberalen nu duidelijk te wordeD. Oók in Duitschland. Een opmerkenswaardig teeken daar van is een belangrijk artikel in de „Freisinnige Zeitung", een behoudend liberaal blad, dat uitvoerig de vraag behandelt of de sociaal-democratische partij een geschikte partij is om een bondgenootschap mee aan te gaan. Het blad geeft op deze vraag een ontkennend antwoord. Voornamelijk omdat de sociaal-democratie bij baar agitatie en de keuze van haar middelen van trap tot trap zedelijk is gedaald. De sociaal-democratie trad eerst weten schappelijk op en onder hare eerste leiders waren weliswaar geestdrijvers, wilde warhoofden, maar het waren tenminste mannen, voor wie men achting moest hebben en ook nu nog heeft. Maar naarmate haar macht toenam is de sociaal-democratie een scheld- en lasterpartij geworden. Achting voor de waarheid ontbreekt haar ten eenen male. Tegen beter weten in komt zij met beweringen, die uit een oogpunt van agitatie een goede werking heb ben. De persoonlijke eer van baar tegenstanders te bezoedelen is voor haar een bijzonder vermaak. Het is voor haar een onmogelijkheid een za kelijke polemiek te voeren, zonder scheldwoorden te gebruiken en meer malen vergist ze zich daarbij in den persoon van haar tegenstander. Achter alles wat haar vermeenden belangen in den weg staat zoekt ze onzuivere motieven. Elke terechtwijzing, elke uiteenzetting, al is ze ook nog zoo onwederlegbaar en overtuigend, wijst ze al van te voren af en ze volhardt in weerwil van alles bij beweringen, die zij eenmaal geuit heeft. Den gan- schen stijl der sociaal-democraten kan men een schimpwoordenstijl noemen. Zulk een partij, zegt de „Freis. Ztg.," maakt zich schuldig aan het zedelijk bederven van het Duitsche volk ep met zulk een partij kan men geen bondgenootschap sluiten." Tout comme chez nous! Wij behoeven waarlijk niet uit „Het Volk" bewijzen op te diepen, dat alles wat het Duitsche blad van de Duitsche socialisten vertelt, ook ten onzent pre cies klopt. Maar Reeds schreeuwen Duitsche liberale kranten, als het bekende radicale Jodenblad de „Frankiurter Zeitung", moord en brand over dit artikel der „Freisinnige". Het clericale gevaar, weet u! Dat is erger dan alle socialistische immoraliteit van politieke zeden kan wezen. Zoo zal het ook hier wel gaan! Daar zijn onder de liberalen mannen van geest en ernst, voor wie het samen gaan met socialistische schreeuwers en afbrekers een gruwel is. Maar er zijn er anderen en ze vormen de meerderheiddie in de practijk althans met een blij gezicht de hulp van al wat socialist is aan vaarden, en zelf dezen een handje helpenals het maar gaat tegen de kerkelijken en tegen het geloof. Het oude woord van Gambetta: „le cléricalisme c'est l'ennemi", geldt nog altijd en overal. Een samenkomst? Van Gambetta gesproken in Monaco zal de prins van de roulette, prins Albert van Monaco, een stand beeld voor dezen anticlericalen staats man doen neerzetten. En nu is het mooiste, dat hij bij de onthulling daarvan heeft uitgenoodigd president Fallières en keizer Wil helm! ENGELAND. Opstand in de Kolonie. Engeland krijgt weer de handen vol in Engelsch-Indië. Reeds sinds lang kookt en woelt en gist het onder de Britsch-Indiërs, en gisteren schijnt het te Bonbaytot een uitbarsting te zijn gekomen. Een derBrahmaansche volksmenners, die op de onafhankelij kheid van Britsch- Indië aansturen, is er door deEngel- schen veroordeeld, en dat heeft de menigte tot gewelddaden gedreven. De soldaten hebben moeten optreden en Reuter weet al van vijf dooden, en vier en veertig gewonden, terwijl de onlusten voortduren. Naar het zich laat aanzien, lijdt de Engelsche kolonisatiemethode, tot dus verre overal zoo geprezen, tegenover de steeds veld winnende ontwikkeling der massa schipbreuk. ITALIË. Weer op koloniaal avontuur! De Italiaansche regeering ontwerpt plannen voor een krachtige koloniale actie. Sinds de ongelukkige dagen van Adua heeft zij zich van militaire expedities onthouden. Thans echter zijn de toestanden zoo verergerd, dat een energiek ingrijpen noodzakelijk- wordt geacht. Er loopen te Rome geruchten, dat de regeering een expeditie voorbe reidt tegen den stam Bimals in Ita- liaansch Afrika tot verzekering van het verkeer op de rivier Uebi Scibeli, die eene 30 50 K. M. van de kust verwijderd en geheel en al in handen is van dezen wilden volksstam. De Bimals moordden in 1903 de expeditie- Cecchi uit en zijn daarvoor nog steeds niet gestraft. Zij beschikken over een tienduizend lansendragende strijders en bezitten eenige slechte geweren. De Italiaansche trekken in Moga- L. Vier en een half pro cent! 'n Receptje dat voor onze gemeentefinan- ti'én goed zou wezen. Een gemeentelijke staal- bad-exploitatie, en waarom Haarlem geen Neuenahr is. Onze bestrating en de listigheid van de Hol- landsehe spoor, met een pretje voor de menschen uit de buurt. Daar heb ik van de week mijn aanslagbiljet in de inkomstenbelas ting thuis gekregenlieve mensch, <iat is goed om je ineens recht te zet- tenn als soms je hoofd door al die fees ten, als nu van dien wielrijdershond, ^vat scheef is gaan zitten! Wel, ^fel, in figuurlijken zin gesproken liep me het water uit mijn oogen, toen ik er naar keek. Ja, die lieve va deren op het stadhuis weten het wel telkens een half procentje hooger, tot dat we écht wereldstad gewor den zullen zijn, als Amsterdam, ^aar, naar ik las, de bevolking ach teruitgaat in plaats van vooruit, aar de gegoede en gefortuneerde lieden langzamerhand in grooten ge tale de stad uittrekken, en waar dan d® kleine man; en de gezeten burger, die door den aard van zijn werk of i^an zijn zaak noodzakelijk in de stad moet blijven wonen, op het laatst voor den last zal komen te zitten! Vier en een half procent, buiten en behalve wat er nog bij komt, voor de gemeenteis het niet een bewijs dat onze gemeente- financiën werkelijk ziek-zijn, dat het een ongezonden toestand is die niet kan voortduren, en dat er tot ver betering beel hard noodzakelijkheid is Konden we: onze gemeente maar eens een goed© dosis van dat beroem de staalwater laten slikken, dat zoo allemachtig goed moet wezen voor de versterking, maar dat geen ster veling in Haarlem, en al beel weinig luidjes daarbuiten, ooit drinkt! 't Moet zóó goed wezen, ons Haarlem sche staalwater i;it de Meer, zoo vertelde me onlangs een onzer eerste apothekers dat het eigenlijk tè versterkend is, weet je! Er zit te veel staal in voor de gewone lui, en je hebt kans dat dat den menschen wat te zwaar op hun maag blijft zitten, al dat ijzer! 'tMag wezen, ik heb er geen verstand van. Maar zeker is het, dat de goed© luidjes, die hun geld geofferd hebben om van Haarlem een badplaats te ma ken, met de beele bron en wat er aan vast zit, nu in de maag zitten, en dat 't zwaar op hun maag ligt óókDaar heb je dien goeien meneer Rinkema, die er al zooveel geld in heeft laten zitten naar ze vertellen. Hij doet z'n uitersten best in den gemeenteraad, om er nog wat aan te verdienen op den duur, maar d'r schijnt een overtuiging te wezen dat al dat wurmen toch niet meer geeft, enldat er van een Staalbad-Haarlem toch niets komen kan. Nu, als je het mij vraagt, dan be,n ik precies van dezelfde opinie. En ik heb waar lijk met schrik in onze krant gele zen, dat burgemeester Boreel liet doorschemeren, dat hij voor zich er niet tegön zou. wezen om het geld van de'gemeente .er eens in te steken, en dan zóó te probeeren, ©en ge meentelijk© Staalbad-omderneming te exploiteerenLieve hemel, denkt die goede man dan niet aan onze vier en een half procent? Ja, hemzelf deert .het weinigJonkheer Boreal heeft tóch wel een fatsoenlijk be staan en een heel schappelijk trac- tement, houd ik ervoor, naar het geen ik zoo hoor. Maar wij, arme stumperds van gemeentenaren, wij kunnen geen opslag van die vier en een half procent moer lijden, en waar zou het heengaan, als de lieve gemeentelijke duiten in zoo'n onder neming kwamen te zitten, waarvan je haast op je vingers kunt natellen dat eir verlies in steken zal Neen, als de gemeente op die manier Staal water zou willen gebruiken, dan hoop ik dat de! vroede vaderen in den Raad een ander receptje zullen voorschrijven! Jawel, ze praten hier nu al van het voorbeeld van Duit sche badplaatsenD:aar heb je zoo'n meneer in een van onze andere ste delijke kranten, die het dadelijk erg goed vond in .zijn geschrijf, dat de gemeente: haar schouders achter die Staalwater-exploitatie zetten zou. Die meneer gaf onzen burgemeester een pluimpjezie je, dat is nou eens een man, die nog eens verder heeft rondgekeken dan Haarlem en Half weg, die de lessen uit het buitenland zich ten nutte maakt, en zoo voorts. Och, lieve man, houdt toch op met dat gebazel. Praat me nu toch niet van Duitsche badplaatsen nadoen, en het doen als in den vreemde. Dat zijn toch dingen die niet met elkaar zijn te vergelijken't Is altijd en eeuwig Neuenahr wat je hoort als er over Haarlem-Staalbad sprake is Neuenahr in het Ahr-thal gaat wél, waarom zou Haarlem-Staalbad niet gaan .Wcl, omdat Neurenahr in zoo'n prachtige omgeving ligt, om dat Neuenahr behoort tot die aan trekkelijke plaatsen voor toeristen, waarheen de menschen huwelijksreis jes gaan maken. Omdat Neuenahr ligt in de internationale route van hen, die de traditioneel© Rijn-reis jes doen, daarom gaat Neuenahr als badplaats goed- Maar is dat te ver gelijken met ons HaarlemOch, kom! En nu moet je niet vergeten, dat er in Neuenahr millioenen zijn vastgelegd in de prachtig© kuur-ge- bouwen, in de bronnen, in de hotels en de exploitatie er van. iWaar wou men dat geld hier vandaan halen Uit onze berooide gemeentekas soms Och, 't is eigenlijk te dwaas om ervan te spreken. iWoj hebben, om onze stad voor den kleinen man die eens een dagje uitgaat, of voor de vreemdelingen die onze Frans Halsen komen kijken, wat aantrekke lijk te maken, nog zooveel te doen, dat we aan een internationale luxe badplaats toch niet denken moeten! Als ik maar eens alleen wijs op de bestrating in Haarlem: al is er nu zoo vaak lang en breed in onzen gemeenteraad over gesproken, dat het ook maar een fractie van een pro centje is verbeterd, kan ik in, gemoe- dei niet zeggen. De bestrating-zelve is op vele plaatsen nog zoo ellendig als maar mogelijk is, en de manier van stratenmakenHoe de men schen op het Stationsplein het uitge houden hebben bij die wolken zand die daar dag in dag uit heen en weer vliegen, mag de goede hemel wetenEnfin, tóch doen we maar nét of we groote stad zijn, niet waar? Nu we zoo'n groot station hebben, loopt zelfs de vreemdeling erin en hij denkt meer van ons, dan we eigenlijk zijn! Van dat station gesprokendat is tegenwoordig voor tal van menschen, die niet veel rei zen of voor vreemden die den toe stand niet kennen, 'n bezoeking tWant je komt nu op het stations plein eruit, gaat d© stad in, en als je wilt terugkeeren, dan ga je als je die listigheid van de Hol- lamdsche Spoor niet kent natuur lijk regelrecht de deuren weer in van het gebouwtje onder die hoog© fabriekspijp, waarvan ik een vorige keer al sprak. Nu zijn er weinig menschen die een minuut of tien te vroeg komen aan het spoorje komt dus op 't nippertje, en dan hoor je tot je verbazing, dat de ingang aan den anderen kant is, 't viaduct onder door! 't Beloofde land zie je door de glazen deuren vlak voor je, maar je mag er niet in. En dan is het hard hollen onder het viaduct door, naar den anderen kant, om op het per ron gekomen, net precies in de verte het eindje van den trein het station ten zien uitschuiven! Dat gebeurt te genwoordig telkens, en de menschen in die buurt hebben telkens het plei- zier, hoopen reizigsters en reizigers op 'n holletje het nieuwe stuk sta tion te zien uitstuiven en naar het Kennemerplein vliegen. Zoo zie je>, lieve menschen, daar is niets volmaakt op de wereld,.... zélfs niet 't nieuwe Haarlemsche sta tion.... lach nu niet! 25 JJJLI. KIENE HMRLEMSCHE MIKT 1000 00 15

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1