DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
400 ai Sri 150 ™r 100 "Er 60 W
Haagsche Brieven.
BUITENLAND.
De Dochter van
den Millionair.
KinderhuSsvest 29-31-33, Haarlem
DINSDAG 28 JULI 1908.
33ste jaargang No. 6946.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Haarlem fl.85
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.8C
Afzonderlijke nummers,0.05
Bureaux van Redactie en Administratie:
Interc. Telefoonnummer 1426.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regels10.60 (contant)f 0.60
Elke regel meer,0.10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 26 cent per advertentie A contant.
Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van:
GULBEN bjj
verlies va*
éen anderen
vinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
XXIII.
Als de Eerste Kamer haar jongste
campagne herdenkt, zal zij wel te
vreden wezen. Vooreerst toch heeft
zij tweemaal haar zuster van de
overzijde een vlieg afgevangen en
dat doet ons Hoogerhuis altijd
gaarne. Natuurlijk moeten de om
standigheden meehelpen, want de
Tweede Kamer komt veel vaker
bijeen. Nu ditmaal „toften" de Se
natoren.
De eerste vlieg betrof het zooge
naamde „Haagsche zedenschan-
daal", ten aanzien waarvan de oude
heer Rengers den minister van
Binnenlandsche Zaken in de gele
genheid stelde, de meest geruststel
lende verklaringen af te leggen be
treffende den burgemeester enden
Hoofdcommissaris van politiebei
den gaan vrij uit, alle geruchten
ten spijt.
De tweede vlieg was van meer
gewicht, betrof Venezuela, waarover
de redactie al genoeg heeft gezegd,
zoodat ik er het zwijgen toe kan
doen. Slechts dit: de interpellatie
was den minister van Buitenland-
sche zaken blijkbaar welkom, want
hij zeide er prijs op te stellen ter
stond te antwoorden. En toen las
hij zijn kloek gesteld stuk voor met
een stem, waaruit durf en overtui
ging spraken.
Ik sprak daar van interpellatie,
maar dat is 't eigenlijk niet geweest.
Een interpellatie in den gebruike-
lijken zin des woords onderstelt een
breed betoog, waarin de quaestie
wordt uiteengezet, gevolgd door een
ministerieel antwoord benevens een
discussie, zoo niet van een paar
dagen dan toch van een paar uren.
Niets daarvan echter ditmaal. De
Eerste Kamer heeft eenvoudig in
practijk gebracht het practische
vraag- en antwoord-systeem der
Tweede Kamer. De heeren Rengers
en Van Keil stelden een korte vraag,
blijkbaar van te voren aan den
minister bekend gemaaktdeze ant-
woorde met de voorlezing van een
stuk enuit was het.
Zoo gaat het ook Vrijdagsmiddags
in de Tweede Kamer. De Eerste
moest maar gauw het vrageninsti-
tuut insgelijks in haar reglement
van orde opnemen, dan kunnen
haar leden eveneens schriftelijk vra
gen stellen, ook als er geen zitting
is, wat nu nog niet gaat.
Maar om terug te komen op de
tevreden stemming der Eerste Ka
mer, deze zal ook hierom in haar
nopjes zijn, wijl zij weer eens ge
toond heeft er te wezen.
Zij bezorgde toch minister Bevers
met zijns poorwegbureau een echecje,
en heeft minister Nelissen tot een
concessie genoopt met betrekking
tot den leeftijd, waarop rechters
een wenk zullen krijgen om maar
liever heen te gaan. Rechters ont
slaan kan de regeering niet tenzij
in geval van plichtsverzuim of
openbaren aanstoot want zij
worden voor hun leven benoemd,
om zoo de onafhankelijkheid der
rechtspraak te bevorderen. Maar ge-
wenscht is het toch, dat oude ma
gistraten en zoo hebben we er
nog al watl voor jongere krach
ten plaats maken. Om dit te berei
ken wilde minister Nelissen aan
alle 65-jarigen vol tractement als
pensioen geven, mits zij binnen 6
maanden na 't in werking treden
der wet decideerden.
In de Tweede Kamer opponeerde
niemand daartegen, behalve de heer
Lohman, maar in de Eersteja
daar zetelen zooveel leden, die om
en nabij de 65 zijn. En nu is het
voor hen natuurlijk een hard gelag
hun eigen leeftijd te moeten stem
pelen als een zoodanige, waarop
men zoo'n beetje begint af te takelen.
De minister zei natuurlijk„ik
let niet op de personen maar op de
functies," aan welke zeer juiste
stelling Z.Exc. een lang betoog vast-
schakelde, doch dit kon het verzet
niet breken. Het Ontwerp zou zeker
verworpen zijn, indien minister
Nelissen niet te rechter tijd een
brug had gebouwd in den vorm
eener concessie, welke den leeftijds
grens 5 jaartjes verschoof.
En daarop is nu het wachten,
inmiddels groeit de rechterlijke
achterstand aan en inmiddels heeft
de Eerste Kamer, de felle verde
digster onzer Grondwet, zich een
verkapt amendeeringsrecht toege
kend. In stede van het wetsontwerp
te verwerpen in afwachting van een
andere editie, heeft zij gezegdeerst
die wijziging zien en dan zullen we
stemmen. Heelemaal in den haak
lijkt me dat toch niet. Ik zou er
Senator 't Hooft, die zoo in merg
en been constitutioneel is, wel epns
over willen hoor en.
Deze Geldersche afgevaardigde
is wel een van de scherpzinnigste
leden der Eerste Kamer. En een
goed redenaar is hij ook. 't Is een
lieve lust hem te hooren als hij
daar in zijn bankje staat te oreeren.
In zijn bankje kan ik eigenlijk niet
zeggen, want 't is den sanguinicus
te nauw, zoodat hij er vaak buiten
stapt, ja zelfs in zijn redevoerin
gen tegen minister Staal b. v.
een eindje in de richting der re-
geeringstafel loopt om met zijn wap
perend aanteekeningenpapier een
dreigend gebaar te maken, dat zijn
betoog onderlijnt.
Een insgelijks sanguinisch sena
tor is de heer van Nierop met zijn
hoog stemgeluid, terwijl ook de
heer Michiels van Kessenich eigenlijk
te luidruchtig spreekt voor dit rus
tige college, waarin de vloeiende
betoogtrant van mr. Regout zoo
eigenaardig past. Er zijn intusschen
ook sprekers of liever lezers, die
niet om aan te hooren zijn, zóó
taai. Daar hebt ge b. vLaat ik
echter de namen maar voor me
houden.
Pbliïigus.
FRANKRIJK.
De fransehe onderwijzer.
Een gemengd berichtje, uit een der
bladen opgepikt.
Drie regels maar, doch huive
ringwekkend
„Een onderwijzer te Craen, bij Parijs,
schoot zich voor de klas een kogel
door het hoofd."
Een gemengd berichtje Voor
sommige bladen is het niets meer.
Ons spreekt het luider toe, zegt het
„D. v. N. B."
Het gewaagt ons van de diepe ver
dorvenheid, die er moet gevaren zijn
in den geest van een deel der fransehe
openbare onderwijzers.
Veel had de pers er reeds van ver
teld. Maar dit feit spreekt boekdeelen
in zijn drieregelige vermelding.
Het verhaalt ons van de minach
ting, die deze voorganger der jeugd
had voor het Goddelijk gebod en de
natuurwet van 't zelfbehoud.
Het fluistert ons van het ongeloof
van dezenleeraar der spes patriae
in een hiernamaals.
Het spreekt ons vooral van de ver
dorvenheid van dezen opvoeder van
kinderen, om ten aanschouwen dier
kinderen zelf zijne misdaad van levens
vernietiging en eigengericht, te plegen.
Opvoedkundeen de opvoeder
brengt het ontluikend leven in de
meest rauwe aanraking met den mis-
dadigen dood,
Beschaving en de ethicus para-
deerd in wrange grootdoenerij met
zije wandaad voor de oogen van de
kleinen, die tot hem opzagen.
Stervend te misdoen, is er grooter
euvel denkbaar?
Ja, nog een; en dat bedreef deze
man:
Aldus door zijn aanschouwelijk
voorbeeld voor dozijnen de mis
daad te prediken nog na zijnen
dood.
MAROKKO.
Frankrijk krijgt er genoeg van.
De publieke opinie in Frankrijk
vindt blijkbaar, dat het nu met het
vechten in Marokko mooi genoeg isl
Althans de „Matin", die de volks
opinie steeds volgt, acht het tijdstip
geschikt om z'n oorlogsberichtgever
te doen uiteenzetten wat door het op
treden van Frankrijk, in opdracht
van de mogendheden is bereikt.
De correspondent vat zijn meening
aldus samen: de heilige oorlog is af
gekondigd en mislukt. De onrust
en de vijandelijkheden zijn beperkt
tot het gebied der Chauja's en van
een algemeene beweging tegen den
vreemdeling, die het gewaagd heeft
zich te nestelen op den heiligen Ma-
rokkaanschen bodem komt niets.
Dat is in zijn oogen het groote
resultaat van Frankrijk's optreden, al
voegt ook hij er dadelijk bij dat de
geheele afwikkeling der Marokkaan-
sche kwestie nog veel beleid en groote
voorzichtigheid zal vorderen.
Men zou kunnen antwoorden, dat
dat laatste eigenlijk Europa's opdracht
juist was, en niet het beteugelen van
den „heiligen oorlog!"
ENGELAND.
Edward VII als vredesvorst.
Koning Edward heeft gisteren weer
eens op nadrukkelijke wijze, zooals
de Engelsche vorst dat doen kan, ten
gunste van den vrede gesproken.
't Was bij de ontvangst van een
aantal internationale vertegenwoordi
gers van het vredescongres, dat te
Londen zitting houdt.
In antwoord op een toespraak
waarin de Koning als vredestichter
werd beschreven, heette de koning de
afgevaardigden welkom, en zeide dat
er niets was, hetwelk hem tot oprech
ter dankbaarheid stemde dan de weten
schap, dat zijn pogingen in zake den
internationalen vrede en de interna
tionalewelwillendheid niet vruchteloos
zijn geweest en het bewustzijn van
de groote waardeering, waarmede die
pogingen waren ontvangen, zoowel
door het Britsche volk als door de
volkeren der andere landen.
De regeerders konden zich geen
hooger eisch stellen, zeide de koning,
dan de bevordering van de interna
tionale goede verstandhouding en van
de hartelijke vriendschap tusschen de
volkeren der wereld. Dit is het zekerste
en snelste middel waardoor het
menschdom zijn edelste idealen zou
kunnen verwezenlijken.
De bereiking daarvan zal altijd
eindigde de koning het doei van
mijn voortdurend streven zijn en ik
bid dat God's zegen moge rusten op
den arbeid van het vredescongres.
RUSLAND.
Fallières in Rusland.
Fallières is dan bij den Czaar.
Wat een verschil met het gejubel,
toen Félix Faure te Sint Petersburg
de „alliance" sloot!
Nu neemt én het Fransehe volk, én
de geheele wereld, dit bezoek van
Fallières heel pacifiek op,
'tGaat natuurlijk met de gewone,
programmatische plechtigheden. Op
de reede van Réval kwam de Fransehe
kruiser „Verité", waar de president op
reist, gistermiddag 3 uur aan. Eerst
kwam de minister van marine Dikof
naar het schip van den president om
dezen te begroeten. Daarop voor pre
sident Fallières met gevolg en minis
ter Dikof naar de Standard, die de
presidensvlag had gehesehen, waar de
Czaar den president ontving.
President Fallières schreed langs
het front der eerewacht van de officie
ren en manschappen der Standard.
Vervolgens werd het gevolg van den
Keizer aan hem voorgesteld.
Daarna keerde de president onder
het lossen van saluutschoten naar zijn
schip terug, alwaarvervolgensdeKeizer
onder hetzelfde ceremonieel het be
zoek van den president beantwoordde.
Hierna keerde de Keizer naar de
Standard terug.
Toasten etc. zullen morgen wel
komen.
TURKIJE.
De evolutie.
't Is gejuich en pais ep vree op
eenmaal in het Turksche Rijk over
de afkondiging der Grondwet.
Heel Konstantinopel vlagde giste
ren en de straten zijn vol van een
vxoolijke menigte^ die met vlaggen
zwaait en jubileert. Van het rijtuig
van Iden groot-vizier werden de paar
den afgespannen, en de menschep
trokken het verder!
Ook d© Sjeich-ulTslam het
hoofd van het priesterdom en de
commissaris van politie kregen hul
debetuigingen, Voor de gevangenis
wachtte het volk op de bevrijding
van de politieke gevangenen. Met
sterk gejuich werden deze ontvan
gen. 's Avonds was de stad feeste
lijk verlicht.
Naar de „Vossisch© Zeitung" uit
Konstantinopel verneemt, heeft de
houding der Albaneezen den sultan
ten slotte bewogen, aan den volks
wil gehoor te geven.
Daartoe heeft, naar 't schijnt, ook
bijgedragen, dat de Sjeich-ul-Islam
had gezegd, dat de soldaten niet
konden gedwongen te worden te
vechten tegen Moslemsche opstande
lingen, die zich niet tegen den sul
tan hebben verklaard, maar tegen
slechte raadgevers van den sultan
en tegen misbruiken.
Intusschen leggen de Jong-Turken
het bijltje der eigenrichting nog niet
neer.
Gisteren werd uit SaloUiki ge
meld, dat de Jong-Turken daar we
derom zeven officieren als verra
ders hebben doodgeschoten. Ikender
Melhame, directeur van de tabaks-
regie, moest vluchten om een zelfde
lot te ontgaan.
Een ander telegram nit Salomki
spreekt van vier doodgeschoten ver
raders, twee- officieren en twee bur
gers. Hun lijken bleven een dag
liggen. De Turken schopten er te
gen en spuwden er op.
Wat nu het nieuwe parlement be
treft: men meldt dat dit in Novem
ber bijeen zal komen- In Turksche
kringen slaat men geen geloof aan
de bewering, dat de sultan de grond
wet dadelijk weer. af zou schaffen,
onder een of ander argument, want
in dat geval zouden volk en leger
gereed staan tot den strijd
De troepen in Klein-Azië hebben
zich aangesloten bij d© Jong-Turk-
sche beweging. Generaals en officie
ren, die de soldaten wezen op den
plichttrouw aan den sultan te zijn,
werden door de opstandelingen per.
trein naar Europeeseh-Turkije ge
zonden.
Geweldpleging had niet plaats.
De Russische gezant te Konnstan-
tinopel verklaarde in een interview,
te twijfelen aan de waarde van den
ernst der concessies, door den sul
tan verleend en overtuigd te zijn,
dat de constitutie met de waarde
heeft van een ernstige hervorming..
De Slavisch© bevolking van Tur
kije zal eerder verliezen dan win
nen, moet deze gezegd hebben.
De troonsopvolging.
De Parijschc' „Matin" had gisteren
het sensatieberichtje dat de sultan
besloten had te abdiceeren ten gun
ste van zijn veelgenoemden vierden
zoon Boerban-Eddin, die 's Sultans
lieveling schijnt te zijn*
Maar dat bericht is nergens beves
tigd,
En daar d© Mohammedaansehe
priesters er erg tegen zijn, dat de
oud© regel niet gehandhaafd zou
worden, lijkt het ook niet waar
schijnlijk, dat Abdul Hamïd juist
in deze omstandigheden zich nóg een
zeer machtig© groep vijanden maken
zou.
Verspreide Berichten.
Een ontzettende ramp in
Zwitserland. Uit het Berner-Oberland
komt een allerdroevigst bericht. Een
geweldige aardstorting, waaraan wel de
ïondvloedachtige regens der laatste dagen
reel schuld zullen hebben, heeft een deel
van het werkvolk in den Lötschbergtun-
nel, op de spoorlijn Bern-Brieg, begraven.
De eenige overlevende, die van dichtbij
het onheil heeft zien gebeuren, geeft er
de volgende beschrijving van. 't Was
bijna drie uur in den morgen, toen op
ongeveer 2670 meter diepte van den tun
nel-ingang de boorgaten met dynamiet
geladen werden. Bij het gebruikelijke
sein de opzichter blaast drie achter
eenvolgende malen op «en scherpgillend
fluitje betrokken de arbeiders zich van
lading terug tot op een afstand van bijna
honderd maters. Kort daarop knalden
de eerste schoten, en kwamen de wilde
slofwolke* aangerold. Enkele arbeiders
grepen hun lampen, en wilden alweder
het werk bij den weggeslagen tunnel gaan
hervatten toen zij plotseling onder
een wild en angstig gehuil op hun sehreden
terugkeerden, en naar den tunneluitgang
FEUILLETON,
1 (Naar het Eransch.)
41)
Zij scheidden, de een zoowel als de
andere zeer tevreden over den uit
slag van het ond©rhoud. De Mala-
testa had de inlichtingen welke hij
wenschte te bezitten, ovier de aan
komst der millioenen en de belang
rijkheid van het kistje; Guillaume
het ondei'teekende ein gedateerde ont
vangbewijs. Beide mannen hadden
een kuil gegraven. ®i© zou er in
y allen
VIII.
Van markies de Malatesta komejn-
de, begaf de makelaar zich naar het
koffiehuis van het Palais-Royal. Hij
[wist zeker, dat hij daar zijn nieuwen
yriend, baron de Rarabas, zou aan
treffen.
Inderdaad vond hij hem daar, ach
ter een glas punch, dampende als een
Turk en allerlei luchtkasteelen bou
wende. De baron ontving hem met
de meeste voorkomendheid en poo-
digde hem uit aan gijn tafel deel te
nemen.', t 11 t.u i t
Nu was Guillaume iemand, die
gaarne een uitnoodiging aannam,
wanneer het genoegen binnen de per
ken der welvoegelij kheid en der ma
tigheid bleef.
Men dampte ©r dus lustig op los
en gebruikt© daarbij nu en dan ee;n
glas punch.
De makelaar werd dien avond ei
genlijk door nieuwsgierig© belang
stelling maar dit café gedreven- Hij
wilde namelijk vernemen, hoe het
duel afgeloopen was tusschen den
hertog de Réalmont en Delannay.
„Hebben zij samen gevochten?"
vroeg Guillaume.
„Ja, van morgen in het bosch van
Vin oennes," antwoordde de bar op.
„In het bosch van Boulogne is zoo
iets onmogelijk geworden; het we
melt er van wachters en politie-agen-
ten van de ergste soort."
„En heeft het duel ernstige ge
volgen gehad?" vroeg Guillaume^
©enigszins ontroerd.
„Ernstig© gevolgen? Dat zou ik
meenen! Twee dapper© mannen la
ten iniet van elkander af, voordat er
stroomen bloeds vergoten zijn."
„Ik bespeur aan uwe manier van
zeggen, dat onze beide kemphanen
zich nog in een blakenden welstand
verheugen," hernam Guillaume.
„Ze hebben anders nog al wat
pistoolschoten gewisseld. De poëet
geleek wel razend; ik dacht een oo-
blik, dat hij den hertog door midden
zou hakken mijnheer had .ten over
vloede nog 'een paar kuxassierssabels
medegebracht! Het is bijna piet te
gelooven, ho© fel die mannen van de
pen tegenwoordig op staal zijn! Ik
ben een journalist je, die nimmer aan
zijn dagblad werkt, zonder vier pis
tolen van zwaar kaliber, voor zich
op zijn schrijftafel bei hebben. Ik
h©b hem geraden een klein kanon!
aan té schaffen- Hij zon er eens over
denken."
„Vertel mij eens iets van het
duel!" verzocht Guillaume.
„Ja, dat is waar ook. Eergisteren
waren wij in den Pré-Catelan,
mijnheer. ;Onze twee beleedigdq
vrienden (u weet immers, dat bij
een twist beiden gesteld zijn op het
voordeel de beleedigde te zijn zou-
elkander den volgenden morgen ont
moeten. Doch een hertog met hon
derdduizend franken inkomen sterft
maar niet evenals een gewoon
mensch; hij heeft zaken te regelen
en erfgenamen be bedenken- D© heer
de Réalmont deed dus door zijn©
getuigen vragen, of de grap geen
vier en twintig uur uitgesteld kon
worden. Top! wij stonden het ver
zoek toe, want ik was een van Delan-
nay's getuigen. Tpep ik van u af
scheid genomen had, heb ik nog om
twee uur in den morgenstond bij hem
aangeklopt, mijnheer-"
„iWas hij reeds thuis?" vroeg
Guillaume.
„Zeker. Nadat hij juffrouw de
Villefort paar haar rijtuig ge
bracht had, heeft hij zich, half be
dwelmd door trots, liefde en hoop,
naar zijn© woning begeven- Ik ver
zoek u hierbij op te merken,
dat reeds een enkel dezer bedwel
mend© middelen, bij overmatig ge
bruik, voldoende is, om een Herku-
les te dooden. D© poëet maakt echter
evenals de dwaas, een uitzondering
op dezen regel. Hij kan zoo iets
doorstaan. Ik bood Delannay aan
zijn getuige te zijn en hem nog een
tweeden te verschaffen. Dit nam hij
aan. Den volgenden morgen, om
acht uur, begaf ik mij, met een
vriend, naar den hertog. Hij vroeg
ons toen dat uitstel van vier en
twintig uur.
„Toegestaan," gaven wij ten ant
woord. Dezen morgen om zeven uur,
zijn wij naar het Bois de Vin een-
nes gereden, tot aan den viersprong,
welken wij den vorigen avond aange
duid hadden en waar bet nog niet
krioelt van politieagenten. Onzte
dappere tegenstanders werden op
vijf en twintig pas afstand van elk
ander geplaatst, ieder met ©en pis
tool in de hand. Ik moet u vooraf
zeggen, dat wij, voor deze gelegen
heid, geen al te puike wapens ge
kocht hadden. Toevallig waren de
getuigen van den hertog kennissen
van mij, zoodat wij dit zaakje, zon
der veel moeite, in orde brachten.,
„Men kan niet voorzichtig genoeg
Zijn in de keuze der getuigen. Daar
de vechtersbazen er gewoonlijk op
gesteld zijn, elkander aan stukken
te hakken of neder te schieten, is
het de taak van vier goede getuigen,
het gevecht zoodanig te leiden, dat
er niet al te veel bloed vloeit. Men
zou een duel in graden kunnen uit
meten, welke het verstand en het ge
voel van rechtvaardigheid zelf be
palen; zoodoende kan men zijn eer
wreken, naarmate der beleedigingen,
welke men ondervonden heeft.
„D© eer op het terrein van het
duel is zeer bloeddorstigze spreekt
van niets minder dan van door mid
den houwen, het hoofd in acht stuk
ken slaan, opensnijden, doodsteken
Zij is afschuwelijk moedig!
Liet men haar begaan, dan wapende
zij zich met een karabijn, pistolen,
een rapier, een strijdbijl, en weet ik
niet wat al meer. U ziet dus wel,
dat het hoog noodig is, zulk een
dame tot kalmte te manen. Daar
om herhaal ik, dat de taak vap een
getuige bestaat in temperen, rege
len, schier ontwapenen."
„Zeer goed!" zeide Guillaume. „Ik
hen het geheel met u eens. En onze
strijders
„Op een, door ons gegeven teeken
gaven zij vuur op elkander," ver
volgde de baron. „Niemand bewoog
zichzij stonden nog zoo recht als
een kaars. ÏWp willen nu verklaren,
dat aan de eer voldaan was. Maar
jawel! De poëet begint een keel op
te zetten als een mager varken. Hij
wilde zich doodvechtenEen
verliefd© dwaas is bloeddorstige
D© hertog zeide aanvankelijk piet
veel, doch eindelijk zeide hii onver
schrokken zijne meening en stond er
op, dat zij opnieuw vuren zouden.
JVij hadden nog een tweede kistje
pistolen van de zelfde soort, in voor
raad, laadden opnieuw en wapenden
onze vermetele vrienden, di© yast
besloten waren, elkander om hals
te brengen. Beide schoten vieleni
tegelijkertijd. Niets. Niemand be
woog zich. Alleen stampte de poëet
gelijk een strijdros. Hii was ver
ontwaardigd, woedend. De hertog
haalde de schouders op, zeggende:
„Laten wij maar opnieuw begin
nen, daar mijnheer er op gesteld
schijnt te' zijn."
„Ik wendde mij tot Delannay,
sprak hem ernstig toe en legde hem
uit hoe onfatsoenlijk het stond zoo
veel leven te maken en met alle ge
weld iemand te willen dooien, die
zich een beetje vroolijk gemaakt had
over eene vrouw, die eigenlijk niet
waard was
„Ik meende, dat hij mij naar den
keel wild© vliegen.
„O, om het even," zeide ik tot
hem, „en daar uw tegenstander er
zoo gaarne toe bereid is, kunt ge
weder beginnen, beste vriend. Ge
schijnt pleizier in dit spelletje te
hebben
(Wordt vervolgd.)
BK HURLEMSGHE COURANT
1000
15