DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. 400 ai Sri 150 ™r 100 "Er 60 W Haagsche Brieven. BUITENLAND. De Dochter van den Millionair. KinderhuSsvest 29-31-33, Haarlem DINSDAG 28 JULI 1908. 33ste jaargang No. 6946. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Haarlem fl.85 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.8C Afzonderlijke nummers,0.05 Bureaux van Redactie en Administratie: Interc. Telefoonnummer 1426. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 16 regels10.60 (contant)f 0.60 Elke regel meer,0.10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 26 cent per advertentie A contant. Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van: GULBEN bjj verlies va* éen anderen vinger. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. XXIII. Als de Eerste Kamer haar jongste campagne herdenkt, zal zij wel te vreden wezen. Vooreerst toch heeft zij tweemaal haar zuster van de overzijde een vlieg afgevangen en dat doet ons Hoogerhuis altijd gaarne. Natuurlijk moeten de om standigheden meehelpen, want de Tweede Kamer komt veel vaker bijeen. Nu ditmaal „toften" de Se natoren. De eerste vlieg betrof het zooge naamde „Haagsche zedenschan- daal", ten aanzien waarvan de oude heer Rengers den minister van Binnenlandsche Zaken in de gele genheid stelde, de meest geruststel lende verklaringen af te leggen be treffende den burgemeester enden Hoofdcommissaris van politiebei den gaan vrij uit, alle geruchten ten spijt. De tweede vlieg was van meer gewicht, betrof Venezuela, waarover de redactie al genoeg heeft gezegd, zoodat ik er het zwijgen toe kan doen. Slechts dit: de interpellatie was den minister van Buitenland- sche zaken blijkbaar welkom, want hij zeide er prijs op te stellen ter stond te antwoorden. En toen las hij zijn kloek gesteld stuk voor met een stem, waaruit durf en overtui ging spraken. Ik sprak daar van interpellatie, maar dat is 't eigenlijk niet geweest. Een interpellatie in den gebruike- lijken zin des woords onderstelt een breed betoog, waarin de quaestie wordt uiteengezet, gevolgd door een ministerieel antwoord benevens een discussie, zoo niet van een paar dagen dan toch van een paar uren. Niets daarvan echter ditmaal. De Eerste Kamer heeft eenvoudig in practijk gebracht het practische vraag- en antwoord-systeem der Tweede Kamer. De heeren Rengers en Van Keil stelden een korte vraag, blijkbaar van te voren aan den minister bekend gemaaktdeze ant- woorde met de voorlezing van een stuk enuit was het. Zoo gaat het ook Vrijdagsmiddags in de Tweede Kamer. De Eerste moest maar gauw het vrageninsti- tuut insgelijks in haar reglement van orde opnemen, dan kunnen haar leden eveneens schriftelijk vra gen stellen, ook als er geen zitting is, wat nu nog niet gaat. Maar om terug te komen op de tevreden stemming der Eerste Ka mer, deze zal ook hierom in haar nopjes zijn, wijl zij weer eens ge toond heeft er te wezen. Zij bezorgde toch minister Bevers met zijns poorwegbureau een echecje, en heeft minister Nelissen tot een concessie genoopt met betrekking tot den leeftijd, waarop rechters een wenk zullen krijgen om maar liever heen te gaan. Rechters ont slaan kan de regeering niet tenzij in geval van plichtsverzuim of openbaren aanstoot want zij worden voor hun leven benoemd, om zoo de onafhankelijkheid der rechtspraak te bevorderen. Maar ge- wenscht is het toch, dat oude ma gistraten en zoo hebben we er nog al watl voor jongere krach ten plaats maken. Om dit te berei ken wilde minister Nelissen aan alle 65-jarigen vol tractement als pensioen geven, mits zij binnen 6 maanden na 't in werking treden der wet decideerden. In de Tweede Kamer opponeerde niemand daartegen, behalve de heer Lohman, maar in de Eersteja daar zetelen zooveel leden, die om en nabij de 65 zijn. En nu is het voor hen natuurlijk een hard gelag hun eigen leeftijd te moeten stem pelen als een zoodanige, waarop men zoo'n beetje begint af te takelen. De minister zei natuurlijk„ik let niet op de personen maar op de functies," aan welke zeer juiste stelling Z.Exc. een lang betoog vast- schakelde, doch dit kon het verzet niet breken. Het Ontwerp zou zeker verworpen zijn, indien minister Nelissen niet te rechter tijd een brug had gebouwd in den vorm eener concessie, welke den leeftijds grens 5 jaartjes verschoof. En daarop is nu het wachten, inmiddels groeit de rechterlijke achterstand aan en inmiddels heeft de Eerste Kamer, de felle verde digster onzer Grondwet, zich een verkapt amendeeringsrecht toege kend. In stede van het wetsontwerp te verwerpen in afwachting van een andere editie, heeft zij gezegdeerst die wijziging zien en dan zullen we stemmen. Heelemaal in den haak lijkt me dat toch niet. Ik zou er Senator 't Hooft, die zoo in merg en been constitutioneel is, wel epns over willen hoor en. Deze Geldersche afgevaardigde is wel een van de scherpzinnigste leden der Eerste Kamer. En een goed redenaar is hij ook. 't Is een lieve lust hem te hooren als hij daar in zijn bankje staat te oreeren. In zijn bankje kan ik eigenlijk niet zeggen, want 't is den sanguinicus te nauw, zoodat hij er vaak buiten stapt, ja zelfs in zijn redevoerin gen tegen minister Staal b. v. een eindje in de richting der re- geeringstafel loopt om met zijn wap perend aanteekeningenpapier een dreigend gebaar te maken, dat zijn betoog onderlijnt. Een insgelijks sanguinisch sena tor is de heer van Nierop met zijn hoog stemgeluid, terwijl ook de heer Michiels van Kessenich eigenlijk te luidruchtig spreekt voor dit rus tige college, waarin de vloeiende betoogtrant van mr. Regout zoo eigenaardig past. Er zijn intusschen ook sprekers of liever lezers, die niet om aan te hooren zijn, zóó taai. Daar hebt ge b. vLaat ik echter de namen maar voor me houden. Pbliïigus. FRANKRIJK. De fransehe onderwijzer. Een gemengd berichtje, uit een der bladen opgepikt. Drie regels maar, doch huive ringwekkend „Een onderwijzer te Craen, bij Parijs, schoot zich voor de klas een kogel door het hoofd." Een gemengd berichtje Voor sommige bladen is het niets meer. Ons spreekt het luider toe, zegt het „D. v. N. B." Het gewaagt ons van de diepe ver dorvenheid, die er moet gevaren zijn in den geest van een deel der fransehe openbare onderwijzers. Veel had de pers er reeds van ver teld. Maar dit feit spreekt boekdeelen in zijn drieregelige vermelding. Het verhaalt ons van de minach ting, die deze voorganger der jeugd had voor het Goddelijk gebod en de natuurwet van 't zelfbehoud. Het fluistert ons van het ongeloof van dezenleeraar der spes patriae in een hiernamaals. Het spreekt ons vooral van de ver dorvenheid van dezen opvoeder van kinderen, om ten aanschouwen dier kinderen zelf zijne misdaad van levens vernietiging en eigengericht, te plegen. Opvoedkundeen de opvoeder brengt het ontluikend leven in de meest rauwe aanraking met den mis- dadigen dood, Beschaving en de ethicus para- deerd in wrange grootdoenerij met zije wandaad voor de oogen van de kleinen, die tot hem opzagen. Stervend te misdoen, is er grooter euvel denkbaar? Ja, nog een; en dat bedreef deze man: Aldus door zijn aanschouwelijk voorbeeld voor dozijnen de mis daad te prediken nog na zijnen dood. MAROKKO. Frankrijk krijgt er genoeg van. De publieke opinie in Frankrijk vindt blijkbaar, dat het nu met het vechten in Marokko mooi genoeg isl Althans de „Matin", die de volks opinie steeds volgt, acht het tijdstip geschikt om z'n oorlogsberichtgever te doen uiteenzetten wat door het op treden van Frankrijk, in opdracht van de mogendheden is bereikt. De correspondent vat zijn meening aldus samen: de heilige oorlog is af gekondigd en mislukt. De onrust en de vijandelijkheden zijn beperkt tot het gebied der Chauja's en van een algemeene beweging tegen den vreemdeling, die het gewaagd heeft zich te nestelen op den heiligen Ma- rokkaanschen bodem komt niets. Dat is in zijn oogen het groote resultaat van Frankrijk's optreden, al voegt ook hij er dadelijk bij dat de geheele afwikkeling der Marokkaan- sche kwestie nog veel beleid en groote voorzichtigheid zal vorderen. Men zou kunnen antwoorden, dat dat laatste eigenlijk Europa's opdracht juist was, en niet het beteugelen van den „heiligen oorlog!" ENGELAND. Edward VII als vredesvorst. Koning Edward heeft gisteren weer eens op nadrukkelijke wijze, zooals de Engelsche vorst dat doen kan, ten gunste van den vrede gesproken. 't Was bij de ontvangst van een aantal internationale vertegenwoordi gers van het vredescongres, dat te Londen zitting houdt. In antwoord op een toespraak waarin de Koning als vredestichter werd beschreven, heette de koning de afgevaardigden welkom, en zeide dat er niets was, hetwelk hem tot oprech ter dankbaarheid stemde dan de weten schap, dat zijn pogingen in zake den internationalen vrede en de interna tionalewelwillendheid niet vruchteloos zijn geweest en het bewustzijn van de groote waardeering, waarmede die pogingen waren ontvangen, zoowel door het Britsche volk als door de volkeren der andere landen. De regeerders konden zich geen hooger eisch stellen, zeide de koning, dan de bevordering van de interna tionale goede verstandhouding en van de hartelijke vriendschap tusschen de volkeren der wereld. Dit is het zekerste en snelste middel waardoor het menschdom zijn edelste idealen zou kunnen verwezenlijken. De bereiking daarvan zal altijd eindigde de koning het doei van mijn voortdurend streven zijn en ik bid dat God's zegen moge rusten op den arbeid van het vredescongres. RUSLAND. Fallières in Rusland. Fallières is dan bij den Czaar. Wat een verschil met het gejubel, toen Félix Faure te Sint Petersburg de „alliance" sloot! Nu neemt én het Fransehe volk, én de geheele wereld, dit bezoek van Fallières heel pacifiek op, 'tGaat natuurlijk met de gewone, programmatische plechtigheden. Op de reede van Réval kwam de Fransehe kruiser „Verité", waar de president op reist, gistermiddag 3 uur aan. Eerst kwam de minister van marine Dikof naar het schip van den president om dezen te begroeten. Daarop voor pre sident Fallières met gevolg en minis ter Dikof naar de Standard, die de presidensvlag had gehesehen, waar de Czaar den president ontving. President Fallières schreed langs het front der eerewacht van de officie ren en manschappen der Standard. Vervolgens werd het gevolg van den Keizer aan hem voorgesteld. Daarna keerde de president onder het lossen van saluutschoten naar zijn schip terug, alwaarvervolgensdeKeizer onder hetzelfde ceremonieel het be zoek van den president beantwoordde. Hierna keerde de Keizer naar de Standard terug. Toasten etc. zullen morgen wel komen. TURKIJE. De evolutie. 't Is gejuich en pais ep vree op eenmaal in het Turksche Rijk over de afkondiging der Grondwet. Heel Konstantinopel vlagde giste ren en de straten zijn vol van een vxoolijke menigte^ die met vlaggen zwaait en jubileert. Van het rijtuig van Iden groot-vizier werden de paar den afgespannen, en de menschep trokken het verder! Ook d© Sjeich-ulTslam het hoofd van het priesterdom en de commissaris van politie kregen hul debetuigingen, Voor de gevangenis wachtte het volk op de bevrijding van de politieke gevangenen. Met sterk gejuich werden deze ontvan gen. 's Avonds was de stad feeste lijk verlicht. Naar de „Vossisch© Zeitung" uit Konstantinopel verneemt, heeft de houding der Albaneezen den sultan ten slotte bewogen, aan den volks wil gehoor te geven. Daartoe heeft, naar 't schijnt, ook bijgedragen, dat de Sjeich-ul-Islam had gezegd, dat de soldaten niet konden gedwongen te worden te vechten tegen Moslemsche opstande lingen, die zich niet tegen den sul tan hebben verklaard, maar tegen slechte raadgevers van den sultan en tegen misbruiken. Intusschen leggen de Jong-Turken het bijltje der eigenrichting nog niet neer. Gisteren werd uit SaloUiki ge meld, dat de Jong-Turken daar we derom zeven officieren als verra ders hebben doodgeschoten. Ikender Melhame, directeur van de tabaks- regie, moest vluchten om een zelfde lot te ontgaan. Een ander telegram nit Salomki spreekt van vier doodgeschoten ver raders, twee- officieren en twee bur gers. Hun lijken bleven een dag liggen. De Turken schopten er te gen en spuwden er op. Wat nu het nieuwe parlement be treft: men meldt dat dit in Novem ber bijeen zal komen- In Turksche kringen slaat men geen geloof aan de bewering, dat de sultan de grond wet dadelijk weer. af zou schaffen, onder een of ander argument, want in dat geval zouden volk en leger gereed staan tot den strijd De troepen in Klein-Azië hebben zich aangesloten bij d© Jong-Turk- sche beweging. Generaals en officie ren, die de soldaten wezen op den plichttrouw aan den sultan te zijn, werden door de opstandelingen per. trein naar Europeeseh-Turkije ge zonden. Geweldpleging had niet plaats. De Russische gezant te Konnstan- tinopel verklaarde in een interview, te twijfelen aan de waarde van den ernst der concessies, door den sul tan verleend en overtuigd te zijn, dat de constitutie met de waarde heeft van een ernstige hervorming.. De Slavisch© bevolking van Tur kije zal eerder verliezen dan win nen, moet deze gezegd hebben. De troonsopvolging. De Parijschc' „Matin" had gisteren het sensatieberichtje dat de sultan besloten had te abdiceeren ten gun ste van zijn veelgenoemden vierden zoon Boerban-Eddin, die 's Sultans lieveling schijnt te zijn* Maar dat bericht is nergens beves tigd, En daar d© Mohammedaansehe priesters er erg tegen zijn, dat de oud© regel niet gehandhaafd zou worden, lijkt het ook niet waar schijnlijk, dat Abdul Hamïd juist in deze omstandigheden zich nóg een zeer machtig© groep vijanden maken zou. Verspreide Berichten. Een ontzettende ramp in Zwitserland. Uit het Berner-Oberland komt een allerdroevigst bericht. Een geweldige aardstorting, waaraan wel de ïondvloedachtige regens der laatste dagen reel schuld zullen hebben, heeft een deel van het werkvolk in den Lötschbergtun- nel, op de spoorlijn Bern-Brieg, begraven. De eenige overlevende, die van dichtbij het onheil heeft zien gebeuren, geeft er de volgende beschrijving van. 't Was bijna drie uur in den morgen, toen op ongeveer 2670 meter diepte van den tun nel-ingang de boorgaten met dynamiet geladen werden. Bij het gebruikelijke sein de opzichter blaast drie achter eenvolgende malen op «en scherpgillend fluitje betrokken de arbeiders zich van lading terug tot op een afstand van bijna honderd maters. Kort daarop knalden de eerste schoten, en kwamen de wilde slofwolke* aangerold. Enkele arbeiders grepen hun lampen, en wilden alweder het werk bij den weggeslagen tunnel gaan hervatten toen zij plotseling onder een wild en angstig gehuil op hun sehreden terugkeerden, en naar den tunneluitgang FEUILLETON, 1 (Naar het Eransch.) 41) Zij scheidden, de een zoowel als de andere zeer tevreden over den uit slag van het ond©rhoud. De Mala- testa had de inlichtingen welke hij wenschte te bezitten, ovier de aan komst der millioenen en de belang rijkheid van het kistje; Guillaume het ondei'teekende ein gedateerde ont vangbewijs. Beide mannen hadden een kuil gegraven. ®i© zou er in y allen VIII. Van markies de Malatesta komejn- de, begaf de makelaar zich naar het koffiehuis van het Palais-Royal. Hij [wist zeker, dat hij daar zijn nieuwen yriend, baron de Rarabas, zou aan treffen. Inderdaad vond hij hem daar, ach ter een glas punch, dampende als een Turk en allerlei luchtkasteelen bou wende. De baron ontving hem met de meeste voorkomendheid en poo- digde hem uit aan gijn tafel deel te nemen.', t 11 t.u i t Nu was Guillaume iemand, die gaarne een uitnoodiging aannam, wanneer het genoegen binnen de per ken der welvoegelij kheid en der ma tigheid bleef. Men dampte ©r dus lustig op los en gebruikt© daarbij nu en dan ee;n glas punch. De makelaar werd dien avond ei genlijk door nieuwsgierig© belang stelling maar dit café gedreven- Hij wilde namelijk vernemen, hoe het duel afgeloopen was tusschen den hertog de Réalmont en Delannay. „Hebben zij samen gevochten?" vroeg Guillaume. „Ja, van morgen in het bosch van Vin oennes," antwoordde de bar op. „In het bosch van Boulogne is zoo iets onmogelijk geworden; het we melt er van wachters en politie-agen- ten van de ergste soort." „En heeft het duel ernstige ge volgen gehad?" vroeg Guillaume^ ©enigszins ontroerd. „Ernstig© gevolgen? Dat zou ik meenen! Twee dapper© mannen la ten iniet van elkander af, voordat er stroomen bloeds vergoten zijn." „Ik bespeur aan uwe manier van zeggen, dat onze beide kemphanen zich nog in een blakenden welstand verheugen," hernam Guillaume. „Ze hebben anders nog al wat pistoolschoten gewisseld. De poëet geleek wel razend; ik dacht een oo- blik, dat hij den hertog door midden zou hakken mijnheer had .ten over vloede nog 'een paar kuxassierssabels medegebracht! Het is bijna piet te gelooven, ho© fel die mannen van de pen tegenwoordig op staal zijn! Ik ben een journalist je, die nimmer aan zijn dagblad werkt, zonder vier pis tolen van zwaar kaliber, voor zich op zijn schrijftafel bei hebben. Ik h©b hem geraden een klein kanon! aan té schaffen- Hij zon er eens over denken." „Vertel mij eens iets van het duel!" verzocht Guillaume. „Ja, dat is waar ook. Eergisteren waren wij in den Pré-Catelan, mijnheer. ;Onze twee beleedigdq vrienden (u weet immers, dat bij een twist beiden gesteld zijn op het voordeel de beleedigde te zijn zou- elkander den volgenden morgen ont moeten. Doch een hertog met hon derdduizend franken inkomen sterft maar niet evenals een gewoon mensch; hij heeft zaken te regelen en erfgenamen be bedenken- D© heer de Réalmont deed dus door zijn© getuigen vragen, of de grap geen vier en twintig uur uitgesteld kon worden. Top! wij stonden het ver zoek toe, want ik was een van Delan- nay's getuigen. Tpep ik van u af scheid genomen had, heb ik nog om twee uur in den morgenstond bij hem aangeklopt, mijnheer-" „iWas hij reeds thuis?" vroeg Guillaume. „Zeker. Nadat hij juffrouw de Villefort paar haar rijtuig ge bracht had, heeft hij zich, half be dwelmd door trots, liefde en hoop, naar zijn© woning begeven- Ik ver zoek u hierbij op te merken, dat reeds een enkel dezer bedwel mend© middelen, bij overmatig ge bruik, voldoende is, om een Herku- les te dooden. D© poëet maakt echter evenals de dwaas, een uitzondering op dezen regel. Hij kan zoo iets doorstaan. Ik bood Delannay aan zijn getuige te zijn en hem nog een tweeden te verschaffen. Dit nam hij aan. Den volgenden morgen, om acht uur, begaf ik mij, met een vriend, naar den hertog. Hij vroeg ons toen dat uitstel van vier en twintig uur. „Toegestaan," gaven wij ten ant woord. Dezen morgen om zeven uur, zijn wij naar het Bois de Vin een- nes gereden, tot aan den viersprong, welken wij den vorigen avond aange duid hadden en waar bet nog niet krioelt van politieagenten. Onzte dappere tegenstanders werden op vijf en twintig pas afstand van elk ander geplaatst, ieder met ©en pis tool in de hand. Ik moet u vooraf zeggen, dat wij, voor deze gelegen heid, geen al te puike wapens ge kocht hadden. Toevallig waren de getuigen van den hertog kennissen van mij, zoodat wij dit zaakje, zon der veel moeite, in orde brachten., „Men kan niet voorzichtig genoeg Zijn in de keuze der getuigen. Daar de vechtersbazen er gewoonlijk op gesteld zijn, elkander aan stukken te hakken of neder te schieten, is het de taak van vier goede getuigen, het gevecht zoodanig te leiden, dat er niet al te veel bloed vloeit. Men zou een duel in graden kunnen uit meten, welke het verstand en het ge voel van rechtvaardigheid zelf be palen; zoodoende kan men zijn eer wreken, naarmate der beleedigingen, welke men ondervonden heeft. „D© eer op het terrein van het duel is zeer bloeddorstigze spreekt van niets minder dan van door mid den houwen, het hoofd in acht stuk ken slaan, opensnijden, doodsteken Zij is afschuwelijk moedig! Liet men haar begaan, dan wapende zij zich met een karabijn, pistolen, een rapier, een strijdbijl, en weet ik niet wat al meer. U ziet dus wel, dat het hoog noodig is, zulk een dame tot kalmte te manen. Daar om herhaal ik, dat de taak vap een getuige bestaat in temperen, rege len, schier ontwapenen." „Zeer goed!" zeide Guillaume. „Ik hen het geheel met u eens. En onze strijders „Op een, door ons gegeven teeken gaven zij vuur op elkander," ver volgde de baron. „Niemand bewoog zichzij stonden nog zoo recht als een kaars. ÏWp willen nu verklaren, dat aan de eer voldaan was. Maar jawel! De poëet begint een keel op te zetten als een mager varken. Hij wilde zich doodvechtenEen verliefd© dwaas is bloeddorstige D© hertog zeide aanvankelijk piet veel, doch eindelijk zeide hii onver schrokken zijne meening en stond er op, dat zij opnieuw vuren zouden. JVij hadden nog een tweede kistje pistolen van de zelfde soort, in voor raad, laadden opnieuw en wapenden onze vermetele vrienden, di© yast besloten waren, elkander om hals te brengen. Beide schoten vieleni tegelijkertijd. Niets. Niemand be woog zich. Alleen stampte de poëet gelijk een strijdros. Hii was ver ontwaardigd, woedend. De hertog haalde de schouders op, zeggende: „Laten wij maar opnieuw begin nen, daar mijnheer er op gesteld schijnt te' zijn." „Ik wendde mij tot Delannay, sprak hem ernstig toe en legde hem uit hoe onfatsoenlijk het stond zoo veel leven te maken en met alle ge weld iemand te willen dooien, die zich een beetje vroolijk gemaakt had over eene vrouw, die eigenlijk niet waard was „Ik meende, dat hij mij naar den keel wild© vliegen. „O, om het even," zeide ik tot hem, „en daar uw tegenstander er zoo gaarne toe bereid is, kunt ge weder beginnen, beste vriend. Ge schijnt pleizier in dit spelletje te hebben (Wordt vervolgd.) BK HURLEMSGHE COURANT 1000 15

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1