donderdag so juli i9os. DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. De Kermis. BUITENLAND. BINNENLAND. De Dochter van den Millionair. Kinderhuisvest 29-38-33, Haarlem 33ste Jaargang No. 6948. Bureaux van Redactie en Administratie: Interc. Telefoonnummer 1426. Nieuwtjes in drie regels. FEUILLETON, ■UWE HUUtLEMSCHE MIKT ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Haarlemfl.85 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.86 Voor de overige plaatsen in Nederland franoo per post 1.8L Afionderlijke nummers 0.06 PBIJ8 DEB AHVERTENTLKN Van 16 regelsf 0.60 (oontant)f 0.60 Elke regel meer0.30 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 26 cent per advertentie a contant. 1000 Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van •ULDEN bij m M A A O mm. O OU #1M GULDEN bij levenslange onge- fl li IB GULDEN bij ssbiktheid tot werken. 400 overigden 300 GULDEN bij verlies van éen band of voet. ISO GULDEN bij verlies van éen oog. 100 GULDEN bij verlies van éen duim. 60 verlies van éen wijsvinger. 15 •ULDEN bij verlies van éen anderen vinger. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. De gewone drukte is er weer. Bontgekleurde wagens staan op pleinen en straten, en ontladen er baar inhoud van opzichtige stukken, die in elkaar gezet electrische draai- paleizen of geurende ververschings- tenten of theaters of kijkspellen Worden. Zoo gaan we de volgende week Weer een tiental dagen in van veel lawaai en kabaal, van zeer eigen aardige drukte, van flinke verdien sten ook voor velen. Daar wordt in den tegenwoordi- gen tijd bijna overal een meedoogen- looze strijd gestreden tegen de ker mis. De beweging voor afschaffing "van de kermissen neemt zéér toe, en op verschillende plaatsen in ons land is ze met succes bekroond: in onze Hollandsche groote steden en op vele kleinere plaatsen is de ker mis afgeschaft. Zal Haarlem die beweging vol gen? Aam voorspellingen zullen we ons niet wagen. De neuzen in den Raad zijn wel eens door onze collega's gesteld, maar daar zijn er te velen, wier meening over de kermis ge heel onbekend is. Intusschen: op pervlakkig beschouwd houden wij het ervoor, dat voor- en tegenstan ders der kermis op dit oogenblik in den Raad zoo ongeveer gelijk in getal zullen zijn. Hoe dit wezen magaan een „kennisdebat" zal Vroeg of laat niet te ontkomen zijn, en nu vinden We het geschikt, te voren eens onze persoonlijke opinie over de zaak te geven. Voor het vele kwaad, dat de kermis aankleeft, zijn wij allesbe halve blind. In haren tegenwoor- digen vorm geeft de kermis aan velen een naaste gelegenheid tot het plegen van allerlei kwaad. Doch wanneer wij zonder voor ingenomenheid deze zaak nader be schouwen, blijkt het al dadelijk, dat niet de kermis-zelve, in casu de verzameling van uitspanningsgele genheden, ververschingskramen en kijkspellen het kwaad brengt, maar dat dit elders schuilt. De kermis is niet de bron van het kwaad, maar een aanleiding ertoe. En de eigenlijke oorzaak van het kermiskwaad is niet anders dan.... het drankmisbruik. Zeker: daar is een tijd geweest dat het kwaad schuilde in de kermis kramen en -spellen zelf. Maar daar kan door politie en overheid nu alles aan worden gedaan: onzedelijke of gevaarlijke inrichtingen worden geweerd en een streng politietoezicht in de nog bestaande tenten zal op dit punt nog meer kunnen doen, zoo het noodig is. Bij alle voortreffelijke maatrege len evenwel, die in de laatste jaren ook hier ter stede zijn genomen om de ongeregeldheden bij de ker mis te beteugelen, is tegengaan van het drankmisbruik vergeten. Integendeelkoffiehuizen en drankgelegenheden worden later dan gewoonlijk opengehouden. Nu zal men misschien zeggen, dat dit met de kermis niet anders kan. Als dat waar zou zijn, dan zouden wij het onmogelijk achten de kermis te verbeteren en het misbruik van de kermis tegen te gaan. Dan viel er natuurlijk niets anders te doen dan de kermis maar afschaffen Maar wij ontkennen, dat strenge maatregelen tegen drankmisbruik, en betere reglementeering op de drankgelegenheden, vooral in den omtrek van het kermisterrein, ge heel onmogelijk zou wezen. En wanneer in die richting wordt gewerkt, zoowel van overheidswege als door particulieren, dan wanho pen we er nog nog niet aan, de kermis nog eens als een behoorlijk en fatsoenlijk volksvermaak te zien I Want, een volksvermaak is de kermis dan toch! 'tls wel niet waar, wat men soms hoort beweren, dat de ker missen zoo speciaal Nederlandsche vermaken zijn: in Parijs ziet men ze precies hetzelfde als hier, en de Belgische „foires« zijn trouwe copiën van onze kermissen, of omgekeerd. Maar toch is ons volk gewoon geworden aan de kermissen. En nu mag men zeggen, dat er tegenwoordig zoovéél gelegenheid is om zich te amuseeren, of dat het ruwe vermaak moet veredeld wor den, dat gedeelte van het volk, dat zich op de kermissen vermaakt (en nu spreken we hier niet van de ongebonden herriemakers, maar van de rustige burgers, die er dan toch ook hun verzetje zoeken,) geeft men zoo gemakkelijk geen aequi- valent voor de kermis. De lange duur daarvan maakt, dat een heel huisgezin achtereenvolgens aan de kermispret kan deelnemen, en moet men, zoo men het volksver maak wil veredelen, niet eerst het volkskarakter pogen te veranderen Of wij nu daarom zoo met de kermis zijn ingenomen Geenszins. Maar we vinden het toch niet verstandig, aan een langbestaand volksvermaak te tornen of het heelemaal af te schaffen, wanneer daarvoor geen aequivalent kan wor den gegeven dat bij het volk even goed in den smaak valt. Beter achten we het, zoo dat mo gelijk is, pogingen te doen tot verbe tering, en tot het wegnemen van aan klevende misbruiken. En het is ons nog niet voorgerekend, dat speciaal wat de kermis aangaat, verbetering onmogelijk zijn zou. Wellicht zullen dat diep-ingrijpende maatregelen moeten zijn, maar dat is minder: de uiterlijke vorm van de kermis- week kan er bij behouden blijven, en dat achten wij een redelijke tegemoetkoming aan de verlangens van het volk, en een billijke be jegening ook jegens die velen uit den handeldrij venden Middenstand of uit de kleine burgerij, voor wie de kermis een week is, welke veel goed maakt in hun zaken 1 Daarenboven spreken we niet eens over de mogelijke gevolgen van een afschaffing der kermis, welke gevol gen erger zouden blijken dan de kwaal die men wil uitroeien. Het ontstaan van z.g. „kermissen" op par ticulier terrein, of het plaatsen van een kermis vlak op de grenzen der gemeente, dat zijn maar een paar voorbeelden, die kunnen doen zien dat men dan toch beter af met een gelegenheid waar men zélf alles in de hand heeft en zelf alle regelin gen kan treffen, dan in zulke ge vallen, waar het kwaad niet is te bereiken PORTUGAL. Alweer een complot in Lissabon? Een groote bergplaats voor bommen en wapens is door de politie in een der voorsteden van Lissabon ontdekt. Vele verdachten zijn aangehouden, waaronder ook officieren van de vloot. Het hoofd der Portugeesche gehei me politie beweert dat de politie een groote revolutionaire beweging, begun stigd door de republikeinsche partij op het spoor is. Toch wel een droevig land, dat Portugal I RUSLAND. Afscheid. Faliières' bezoek aan den Czaar is weer afgeloopen. Het volgende laconieke telegram uit Reval meldt dat: „Te middernacht is het Fransche eskader in zee gegaan. Op de Russi sche schepen werd de Marseillaise gespeeld. De Fransche schepen losten 21 saluutschoten. De Russische sche pen antwoordden. Het Fransche es kader wordt tot Kaap Dagerort door een afdeeling torpedobooten onder bevel van schout bij nacht von Eszen begeleid." Begrijpelijk is het, dat van deze visite, die ver in zee, streng afgeschei den van alle kringen der bevolking, onder de bescherming van de scheeps- kanonnen heeft plaats gehad, nog niet veel is uitgelekt. Dat komt eerst later. Alleen is er wat officieus bekend gemaakt van het groote onderhoud, dat de beide ministers Pichon en Iswolsky hebben gehad. Ziehier wat deze twee hebben be sproken. Wat den nieuwen toestand in Turkije betreft werd besloten de gebeurtenis sen af te wachten en de Russische voorstellen inzake Macedonië op te schorten, alhoewel Rusland geen groot vertrouwen stelt in de werkelijke be- teekenis der door den Sultan aan zijn volk gedane concessies. Wat Perzië betreft, constateerde men, dat, ondanks een recent misver stand, Rusland en Engeland volkomen accoord gingen. Aangaande Marokko gaat Rusland geheel samen met Frankrijk op de basis der conferentie van Algeciras. Verder zijn beide |regeeringen het eens over de komende leening, welke die nen moet ter conversie van acht hon derd millioen aan schatkistbons in Russische rente. Van Fransche zijde werd verder gewezen op het beslist vredelievend karakter van de Fransche politiek en op het streven om zoo de gelegenheid zich voordeed bemidde laarster te zijn tot het doen verdwij nen van geschilpunten. Deze politiek werd volkomen begrepen en goedge keurd van Russische zijde. Jawel, jawel. Maar ziet u het zwaartepunt van deze heele historie?.... De leening.... De Fransche millioentjes moeten weer overkomen, dèt is de groote be- teekenis van Fallières'visite, die daar om èn het Fransche volk, èn eigenlijk de heele wereld, koud laat. TURKIJE. Hoe langer hoe verder! 'tls of Turkije plotseling van het eene uiterste naar het andere is over geslagen Wie had ooit kunnen denken, dat het nog eenmaal tot zulke toestanden komen zou, als men daar nu beleeft De Turksche dames denk aan al die griezeiijke verhalen van opgesloten vrouwen, van harems, en sluiers en bewakerswelnu, de Turksche vrouwen wandelen met opgeslagen sluiers door Konstantinopel, roepen zoo maar luidweg „leve de Sultan 1" en loopen zelfs gearmd met hun man nen over straat 1 De Marseillaise zingen ze, van louter vreugde Dat zijn toch curieuze dingen: voor dengene, die over Konstantinopel en het Turksche rijk een en ander heeft gelezen, onbegrijpelijker dan wat ook Nog andere gevolgen. En intusschen heeft de nieuwe toe stand nog andere gevolgen die niet minder curieus zijn. We bedoelen nu: gevolgen op politiek gebied. Er is namelijk in heel Turkije een plotselinge geestdrift ontwaakt voorEngeland. Waarom dat eigen lijk zoo is, is ons niet duidelijk, maar het is zóó. Koning Edward wordt er óók al toegejuicht, eD.... Keizer Wilhelm wordt erbij uitgefloten. En ziehier het we zouden haast zeggen: brutale briefje dat een der leiders van de Jong-Turken, Ender Bey, als „manifest" aan het Engelsche volk heeft gericht: „Het Jong-Turksche comité heeft met zeer groot geluk de houding van het En gelsche volk in deze crisis gade ge slagen en wenscht de pers en het volk van Engeland te danken voor de geestdrift, waarmede zij de grond wet die wij hebben gewonnen hebben begroet. Het comité ziet geenerlei noodzakelijkheid om een beroep op de vrijzinnige mogendheden te doen, maar als het er toe komt, zou het stellig het eerst aan Engeland denken. Het comité zal niet verlangen, dat de Europeesche vertegenwoordigers van het hervormingsplan in Macedonië worden teruggeroepen, want de mo gendheden zullen natuurlijk erkennen dat die tot niets dienen en ze der halve zelf terugroepen." 'tls duidelijk genoeg, dit laatste! Of de Engelsche regeering daar eGh- ter zoo maar voetstoots zal voor te vinden zijn, wagen we ernstig te be twijfelen. Pessimisme. Intusschenook over den nieuwen toestand en de pacificatie van de Jong-Turksche beweging wordt door menschen, die 't weten kunnen, vol strekt niet zoo gunstig gedacht. Ziehier wat een correspondent uit Konstantinopel er over schrijft. Hij vraagt: Zullen nu de Jong-Turken tevreden gesteld zijn en de opgestane militairen de wapens neerleggen En hij1 antwoordt„Men twijfelt er hier aan." „En inderdaad, aangenomen dat deze keizerlijke iradé met den mees ten spoed volkomen te goeder trouw door alle ambtenaren, van den hoog- sten tot deh laagsten wordt uitge voerd, zal het toch minstens wel zes maanden duren aleer de afgevaardig den zich tot een parlement kunnen vereenigen- Er bestaat toch in geen enkel provinciaal of districtsarchief, ja zelfs in de meeste ministeries, een exemplaar meer van de grondwet of van de voorschriften voor verkie zingen, daar het bezit van zulke hoogst compromitteerende documen ten eiken onderdaan van den Padis- jah nog geen twee etmalen geleden; voorzeker minstens voor een paar jaar in de gevangenis zou gebracht hebben. Kiezerslijsten zijn er dus heelemaal niet, en de samenstelling daarvan, zal uiterst tijdroovend zijn bij den gebrekkigen en verwarden! staat, waarin zich de registers van den burgerlijken stand bevinden, die door de geestelijkheid van .elke ge zindte zonder ©enig verband tus- schen den een en den ander of eenj bepaald gelijk systeem worden ge houden. „JVordt alzoo deze concessie niet door andere meer dadelijk sprekender en tastbare, en onmiddellijker bevre digende gevolgd, dan is het te vree zen, dat de nu door Sultan Abdul Hamid op zichzelf behaalde overwin ning vergeefsch zal zijn geweest en dat zijn toegeven, in plaats van het vuur te blusschen, dit eer nieuw; voedsel zal gevende Jong-Turken zullen- zich wellicht nu eerst recht veeleischend gaan toonen en, nu men hun een vinger heeft toegestoken, de heele hand willen hebben. „De algemeen© toestand schijnt dan ook nog volstrekt niet opge klaard te zijn; men kan nog altijd andere verrassingen, en da,n wellicht wel van minder aangenamen aard verwachten De Duitsche Keizer is weer van zijn Noordsche reis terug. Hij heeft dus Faliières niet „toevallig ontmoet." Te Mannheim is gesticht een „luchtvlootvereeniging." Onze toe komst hangt in de lucht Men spreekt in België ervan, dat de Vlaming prof. Vliebergh minister van landbouw zal worden. De eerste Kath. Sociale Week in Frankrijk wordt deze week te Mar seille gehouden. Hofberichten. Prins Hendrik kwam Donderdag morgen te 's Gravenhage, teneinde te kunnen bijwonen de begravenis van den grootmeester honorair van de Koningin, baron Du Tour van Bellinc- have. Z. K. H. keerde 's middags weder naar Het Loo terug. De Prins woonde tegelijkertijd als vertegenwoordiger der Koningin de begrafenis bij. De Koningin-Moeder liet zich bij de teraardebestelling vertegenwoordi gen door jhr. mr. Schimmelpenninck, kamerheer. Minister Heemskerk. De minister van Binnenlandsche Zaken, mr. Heemskerk, begaf zich gisteren naar Dordrecht, ter bijwoning van de vergadering van het Ve Mid denstandscongres, en ter deelneming aan den gemeenschappelijken maaltijd, i (Naar het Eransch.) 43) „Bij wijze van spreken, natuur lijk. Mijn hemel! u moet (niet zoo op de woorden letten. De heer De (Villefort is nu juist niet, wat men een ouden schelm neemt, waarde heer Guillaume; doch ondanks mij zelve vertrouw ik hem niet. Ik Weet niet, hoe het komt. JVanneer men zrulk eene slechte dochter heeft, moet men als vader wel een treurig figuur maken. Zie, eerlijk gezegd, dat heerschap kan niet veel zijn." „Hebt u hem nimmer gezien? Kent u hem?" vroeg die makelaar. „Ik kan hem mij' levendig voor stallen," hernam de baron. „Zou ik biet iemand kunnen doorgronden, idoor den roep, welke van hem uit gaat „En wat is graaf De Villefort dan volgens u, voor een man vroeg Guillaume. „Hij zeide de baron. „Klein, lee- üjk met een somher gelaat, slordig op zijn kleereh, onwellevend in zijne manieren, slim, listig zelfs, hebzuch tig, soms laaghartig, in sommige gevallen, onbegrijpelijk verkwis tend kortom 'een echte doodeter van een milliqnair. Zoo schilder ik mij dien heer af." „(Wel! Ik moet zeggen, dat het een prachtig portret is!" zeide Guil laume, die groote oogen opzette en zijn gelaat tot een glimlach vertrok. „Ik dank u voor de inlichtingen, baron." „Tot uw dienst," hierham dezfe. „En wanneer u ooit dat afschuwelijk Indisch ma'nnetj© mocht ontmoeten, zijne dochter geeft hem deze be naming, dan zult u zien, dat ik hem nog mooier gemaakt heb, dan hij in werkelijkheid is." Guillaume had genoeg van1 den lof, welke men graaf De Villefort toezwaaide. Hij nam afscheid van dien baron, wien hij opnieuw de zaak van het .koffertje aanbeval, welke deze binnen .acht dagen beëindigen zou „ÖVjees maar gerust," zeide de Ba- rabas, „en verzeker uw patroon, wie hij ook moge zijn, dat ik hem het koffertje bezorgen zal, wijl hij goed betaalt. Alles wel beschouwd, is het toch mijn eigendom. Ik heb het uit Lndië meegebracht, waar ik het om zoo te zeggen in de woestijn vond- Ik weet niet welke wind mij ingebla zen heeft zulk een prachtig zaakje aan die|n ©llendigen Malatesta over te laten Misschien is het nog oude gewoonte, gehechtheid, vroegere ka meraadschap. Ik ben een dwaas!" Nog altjd?" vroeg Guillaume on der het heen gaan. „Nog altijd!" antwoordde de ba ron zijn glas ledigende. IX. Burggraaf de la Rocheferney. zat nu reeds veertien dagen, wegens schuld, in de gevangenis te Clichy. De lezer zal wel verwonderd zijn, dat Guillaume en Falamon hem zoo lang achter .slot en grendel lieten zuchten, doch het lag volstrekt niet in Guillaume's plan den burggraaf reeds zoo spoedig de vrijheid terug te geven. Voor Rosemonde was hét eefie be proeving te meer, een tijd van wach ten, waarin het verstandige, schoone meisje de gelegenheid had haar hart te onderzoeken en met hare gevoer lens tq rade te gaan. Guillaume wens eh te dit kind gelukkig' te zien hij! wilde haar daarin eerst een wei nig tegenspoed doen ondervinden', waardoor zij later zooveel te meer haar geluk waardeleren £ou. ,Voor den burggraaf was deze gevangen schap eene heilzame waarschuwing welker duur Guillaume voorloopig niet bekorten! wilde. [De makelaar1 had1 zoo zijne eigen aardig© opvatting omtrent sommige zaken. Ee|n zijner stokpaardjes was boet© dóen, voor hetgeen men mis dreven haid. Dit systeem paste hij' op alles toe;. Hij overdreef daarin) eigenlijk een weinig, doch hoe zou men iemand zijn innige overtuiging verwijten ku!nnen, wanneer hij ook jegens zichzelf de strengheid in toe passing brengt, waarvan hij zich zulk een beslist voorstander toonde Guillaume had te Parijs een leven hunnen leidien als een prins en toch werkte hij en leed bijna, gebrek. (Waarom Het einde van dit verhaal zal het antwoord op deze vraag in zich sluiten. Burggraaf Leopold werd dus nog ©enigen tijd in de gevangenis gela ten door schatrijk© lieden, die het godd met hem, evenals met Rose monde voorhadden, wier tranen hen stellig roeren moesten. Door zijne schuldeischers te betalen, konden zij hem bevrijden en toch deden zij het niet, hoewel zij er edelmoedig .ge noeg toe waren. Rosemonde was in gezelschap van Marguerite naar Parijs overgeko men; de bankier had eejnige yroo- lijke vertrekken in zijn hotel te ba rer beschikking gesteld ©n wij zagen reeds, dat hij zich het genoegen niet ontzeggen wilde den Pré-Catelan te béZoeken, vergezeld van haar, die hij! als een) engel eerde. Hij was er trotsch op, zich als haar geleider en beschermer te vertoonem Voegen wij er hij', dat Falamon, door dien avond met Rosemonde haar den Pré-Cate lan te gaah, een vooraf beraamd plan' teh uitvoer bracht. Hij wilde namelijk Rosalind© ontmoeten en haar tegenover een mededingster stellen, wier deugd haar mogelijk tot inkeer brengen zou. Falamon vergiste zich daarin, doch deze vergissing kwam uit een goed hart voort. Karakters gelijk dat van Rosalind© zullen zelfs weier stand bieden aan de bekoorlijkheid van een goed voorbeeld. ;Om zulk een inborst te kennen, heeft men wel wat anders noodig dan een voor beeld, en misschien laat Guillaume ons nog wel zien, ho© men het in zulke gevallen moet aanleggen. Vatten wij' de draad van ons ver haal weder op en verlaten wij het hotel van den bankier niet, waar zich juist iemand heeft doen aan dienen. Het was ongeveer drie uur in den namiddag toen een bediende den ban kier een kaartje overhandigde, hem door een bejaard© heer gegeven, die mijnheer dringend wenschte te spre ken. Op het kaartje- stond met groot© letters „Graaf de la Rocheferney". Falamon gaf aanstonds last den bezoeker binnen te geleiden. Hij zelf ging hem tot aan de deur van zijn kabinet te gemoet, in de ver wachting, zich tegenover een zeer bedroefden vader te vinden, wien hij, door zijn© voorkomendheid ©enigen troost geven wilde. D© deur werd geopend en Fala mon was niet weinig verwonderd te genover zioh. ©en man te zien, met grijze haren, groot van gestalte, van een voornaam voorkomen, doch met een zeer opgeruimd gelaat, en een glimlach om den mond. „Het verheugt mij u weder te zien, waarde mijnheej- Falamon," be gon dö graaf, „nadat ik twee jaar afwezig geweest ben. Verbeeldt u, dat mijn domme zoon zich voor on geveer vijftigduizend franken heeft laten opsluiten; dat hij tot over d© ooren verliefd is op een boerinnetje, terwijl hij millioenen, benevens het schoonste meisje der wereld huwen kan, uw eigen pupil, waarde heer; een meisje^ dat dolveel van hem houdt." „(Wees, vóór alles, zoo goed plaats te nemen, heer graaf," viel de ban kier hem in de rede. „Juist," hernam de grijsaard, ter wijl hij zich in ©en leunstoel neder- vleide. „Ik ben te> voet van dent Faubourg Saint Germain gekomen. Het is eene heele wandeling, maar het weder is ook zoo schoon! En dan', mijn jicht geeft mij tijd genoeg tot zitten. Ja, dat pootjeMen kan het die jongelui maar niet aan het verstand brengen." „Zijt u uw zoon gaan bezoeken, mijnheer d© graaf?" vroeg Falamon. o Lhem ff' .Clichy gaan opzoe ken Waartoeriep de graaf uit. „Ik heb nog geen duizend frankemi op zak!" (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1