donderdag so juli i9os.
DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
De Kermis.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
De Dochter van
den Millionair.
Kinderhuisvest 29-38-33, Haarlem
33ste Jaargang No. 6948.
Bureaux van Redactie en Administratie:
Interc. Telefoonnummer 1426.
Nieuwtjes in drie regels.
FEUILLETON,
■UWE HUUtLEMSCHE MIKT
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Haarlemfl.85
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.86
Voor de overige plaatsen in Nederland franoo per post 1.8L
Afionderlijke nummers 0.06
PBIJ8 DEB AHVERTENTLKN
Van 16 regelsf 0.60 (oontant)f 0.60
Elke regel meer0.30
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 26 cent per advertentie a contant.
1000
Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van
•ULDEN bij m M A A O mm. O OU #1M GULDEN bij
levenslange onge- fl li IB GULDEN bij
ssbiktheid tot
werken.
400
overigden
300
GULDEN bij
verlies van éen
band of voet.
ISO
GULDEN bij
verlies
van
éen oog.
100
GULDEN bij
verlies van
éen duim.
60
verlies van
éen
wijsvinger.
15
•ULDEN bij
verlies van
éen anderen
vinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
De gewone drukte is er weer.
Bontgekleurde wagens staan op
pleinen en straten, en ontladen er
baar inhoud van opzichtige stukken,
die in elkaar gezet electrische draai-
paleizen of geurende ververschings-
tenten of theaters of kijkspellen
Worden.
Zoo gaan we de volgende week
Weer een tiental dagen in van veel
lawaai en kabaal, van zeer eigen
aardige drukte, van flinke verdien
sten ook voor velen.
Daar wordt in den tegenwoordi-
gen tijd bijna overal een meedoogen-
looze strijd gestreden tegen de ker
mis. De beweging voor afschaffing
"van de kermissen neemt zéér toe,
en op verschillende plaatsen in ons
land is ze met succes bekroond: in
onze Hollandsche groote steden en
op vele kleinere plaatsen is de ker
mis afgeschaft.
Zal Haarlem die beweging vol
gen?
Aam voorspellingen zullen we ons
niet wagen. De neuzen in den Raad
zijn wel eens door onze collega's
gesteld, maar daar zijn er te velen,
wier meening over de kermis ge
heel onbekend is. Intusschen: op
pervlakkig beschouwd houden wij
het ervoor, dat voor- en tegenstan
ders der kermis op dit oogenblik
in den Raad zoo ongeveer gelijk
in getal zullen zijn.
Hoe dit wezen magaan een
„kennisdebat" zal Vroeg of laat
niet te ontkomen zijn, en nu vinden
We het geschikt, te voren eens onze
persoonlijke opinie over de zaak
te geven.
Voor het vele kwaad, dat de
kermis aankleeft, zijn wij allesbe
halve blind. In haren tegenwoor-
digen vorm geeft de kermis aan
velen een naaste gelegenheid tot
het plegen van allerlei kwaad.
Doch wanneer wij zonder voor
ingenomenheid deze zaak nader be
schouwen, blijkt het al dadelijk, dat
niet de kermis-zelve, in casu de
verzameling van uitspanningsgele
genheden, ververschingskramen en
kijkspellen het kwaad brengt, maar
dat dit elders schuilt.
De kermis is niet de bron van
het kwaad, maar een aanleiding
ertoe.
En de eigenlijke oorzaak van het
kermiskwaad is niet anders dan....
het drankmisbruik.
Zeker: daar is een tijd geweest
dat het kwaad schuilde in de kermis
kramen en -spellen zelf. Maar daar
kan door politie en overheid nu
alles aan worden gedaan: onzedelijke
of gevaarlijke inrichtingen worden
geweerd en een streng politietoezicht
in de nog bestaande tenten zal op
dit punt nog meer kunnen doen,
zoo het noodig is.
Bij alle voortreffelijke maatrege
len evenwel, die in de laatste jaren
ook hier ter stede zijn genomen
om de ongeregeldheden bij de ker
mis te beteugelen, is tegengaan van
het drankmisbruik vergeten.
Integendeelkoffiehuizen en
drankgelegenheden worden later dan
gewoonlijk opengehouden.
Nu zal men misschien zeggen,
dat dit met de kermis niet anders
kan. Als dat waar zou zijn, dan
zouden wij het onmogelijk achten
de kermis te verbeteren en het
misbruik van de kermis tegen te
gaan. Dan viel er natuurlijk niets
anders te doen dan de kermis maar
afschaffen
Maar wij ontkennen, dat strenge
maatregelen tegen drankmisbruik,
en betere reglementeering op de
drankgelegenheden, vooral in den
omtrek van het kermisterrein, ge
heel onmogelijk zou wezen.
En wanneer in die richting wordt
gewerkt, zoowel van overheidswege
als door particulieren, dan wanho
pen we er nog nog niet aan, de
kermis nog eens als een behoorlijk
en fatsoenlijk volksvermaak te zien I
Want, een volksvermaak is de
kermis dan toch!
'tls wel niet waar, wat men
soms hoort beweren, dat de ker
missen zoo speciaal Nederlandsche
vermaken zijn: in Parijs ziet men
ze precies hetzelfde als hier, en de
Belgische „foires« zijn trouwe copiën
van onze kermissen, of omgekeerd.
Maar toch is ons volk gewoon
geworden aan de kermissen.
En nu mag men zeggen, dat er
tegenwoordig zoovéél gelegenheid
is om zich te amuseeren, of dat het
ruwe vermaak moet veredeld wor
den, dat gedeelte van het volk,
dat zich op de kermissen vermaakt
(en nu spreken we hier niet van
de ongebonden herriemakers, maar
van de rustige burgers, die er dan
toch ook hun verzetje zoeken,) geeft
men zoo gemakkelijk geen aequi-
valent voor de kermis. De lange
duur daarvan maakt, dat een heel
huisgezin achtereenvolgens aan de
kermispret kan deelnemen, en
moet men, zoo men het volksver
maak wil veredelen, niet eerst het
volkskarakter pogen te veranderen
Of wij nu daarom zoo met de
kermis zijn ingenomen
Geenszins.
Maar we vinden het toch niet
verstandig, aan een langbestaand
volksvermaak te tornen of het
heelemaal af te schaffen, wanneer
daarvoor geen aequivalent kan wor
den gegeven dat bij het volk even
goed in den smaak valt.
Beter achten we het, zoo dat mo
gelijk is, pogingen te doen tot verbe
tering, en tot het wegnemen van aan
klevende misbruiken. En het is ons
nog niet voorgerekend, dat speciaal
wat de kermis aangaat, verbetering
onmogelijk zijn zou. Wellicht zullen
dat diep-ingrijpende maatregelen
moeten zijn, maar dat is minder:
de uiterlijke vorm van de kermis-
week kan er bij behouden blijven,
en dat achten wij een redelijke
tegemoetkoming aan de verlangens
van het volk, en een billijke be
jegening ook jegens die velen uit
den handeldrij venden Middenstand
of uit de kleine burgerij, voor wie
de kermis een week is, welke veel
goed maakt in hun zaken 1
Daarenboven spreken we niet eens
over de mogelijke gevolgen van een
afschaffing der kermis, welke gevol
gen erger zouden blijken dan de
kwaal die men wil uitroeien. Het
ontstaan van z.g. „kermissen" op par
ticulier terrein, of het plaatsen van
een kermis vlak op de grenzen der
gemeente, dat zijn maar een paar
voorbeelden, die kunnen doen zien
dat men dan toch beter af met een
gelegenheid waar men zélf alles in
de hand heeft en zelf alle regelin
gen kan treffen, dan in zulke ge
vallen, waar het kwaad niet is te
bereiken
PORTUGAL.
Alweer een complot in Lissabon?
Een groote bergplaats voor bommen
en wapens is door de politie in een der
voorsteden van Lissabon ontdekt.
Vele verdachten zijn aangehouden,
waaronder ook officieren van de vloot.
Het hoofd der Portugeesche gehei
me politie beweert dat de politie een
groote revolutionaire beweging, begun
stigd door de republikeinsche partij
op het spoor is.
Toch wel een droevig land, dat
Portugal I
RUSLAND.
Afscheid.
Faliières' bezoek aan den Czaar is
weer afgeloopen.
Het volgende laconieke telegram uit
Reval meldt dat:
„Te middernacht is het Fransche
eskader in zee gegaan. Op de Russi
sche schepen werd de Marseillaise
gespeeld. De Fransche schepen losten
21 saluutschoten. De Russische sche
pen antwoordden. Het Fransche es
kader wordt tot Kaap Dagerort door
een afdeeling torpedobooten onder
bevel van schout bij nacht von Eszen
begeleid."
Begrijpelijk is het, dat van deze
visite, die ver in zee, streng afgeschei
den van alle kringen der bevolking,
onder de bescherming van de scheeps-
kanonnen heeft plaats gehad, nog niet
veel is uitgelekt.
Dat komt eerst later.
Alleen is er wat officieus bekend
gemaakt van het groote onderhoud,
dat de beide ministers Pichon en
Iswolsky hebben gehad.
Ziehier wat deze twee hebben be
sproken.
Wat den nieuwen toestand in Turkije
betreft werd besloten de gebeurtenis
sen af te wachten en de Russische
voorstellen inzake Macedonië op te
schorten, alhoewel Rusland geen groot
vertrouwen stelt in de werkelijke be-
teekenis der door den Sultan aan zijn
volk gedane concessies.
Wat Perzië betreft, constateerde
men, dat, ondanks een recent misver
stand, Rusland en Engeland volkomen
accoord gingen.
Aangaande Marokko gaat Rusland
geheel samen met Frankrijk op de
basis der conferentie van Algeciras.
Verder zijn beide |regeeringen het eens
over de komende leening, welke die
nen moet ter conversie van acht hon
derd millioen aan schatkistbons in
Russische rente. Van Fransche zijde
werd verder gewezen op het beslist
vredelievend karakter van de Fransche
politiek en op het streven om zoo de
gelegenheid zich voordeed bemidde
laarster te zijn tot het doen verdwij
nen van geschilpunten. Deze politiek
werd volkomen begrepen en goedge
keurd van Russische zijde.
Jawel, jawel.
Maar ziet u het zwaartepunt van
deze heele historie?....
De leening....
De Fransche millioentjes moeten
weer overkomen, dèt is de groote be-
teekenis van Fallières'visite, die daar
om èn het Fransche volk, èn eigenlijk
de heele wereld, koud laat.
TURKIJE.
Hoe langer hoe verder!
'tls of Turkije plotseling van het
eene uiterste naar het andere is over
geslagen
Wie had ooit kunnen denken, dat
het nog eenmaal tot zulke toestanden
komen zou, als men daar nu beleeft
De Turksche dames denk aan al
die griezeiijke verhalen van opgesloten
vrouwen, van harems, en sluiers en
bewakerswelnu, de Turksche
vrouwen wandelen met opgeslagen
sluiers door Konstantinopel, roepen
zoo maar luidweg „leve de Sultan 1"
en loopen zelfs gearmd met hun man
nen over straat 1
De Marseillaise zingen ze, van louter
vreugde
Dat zijn toch curieuze dingen: voor
dengene, die over Konstantinopel en
het Turksche rijk een en ander heeft
gelezen, onbegrijpelijker dan wat ook
Nog andere gevolgen.
En intusschen heeft de nieuwe toe
stand nog andere gevolgen die niet
minder curieus zijn.
We bedoelen nu: gevolgen op politiek
gebied.
Er is namelijk in heel Turkije
een plotselinge geestdrift ontwaakt
voorEngeland. Waarom dat eigen
lijk zoo is, is ons niet duidelijk, maar
het is zóó.
Koning Edward wordt er óók al
toegejuicht, eD.... Keizer Wilhelm
wordt erbij uitgefloten.
En ziehier het we zouden haast
zeggen: brutale briefje dat een
der leiders van de Jong-Turken,
Ender Bey, als „manifest" aan het
Engelsche volk heeft gericht: „Het
Jong-Turksche comité heeft met zeer
groot geluk de houding van het En
gelsche volk in deze crisis gade ge
slagen en wenscht de pers en het
volk van Engeland te danken voor
de geestdrift, waarmede zij de grond
wet die wij hebben gewonnen hebben
begroet. Het comité ziet geenerlei
noodzakelijkheid om een beroep op
de vrijzinnige mogendheden te doen,
maar als het er toe komt, zou het
stellig het eerst aan Engeland denken.
Het comité zal niet verlangen, dat de
Europeesche vertegenwoordigers van
het hervormingsplan in Macedonië
worden teruggeroepen, want de mo
gendheden zullen natuurlijk erkennen
dat die tot niets dienen en ze der
halve zelf terugroepen."
'tls duidelijk genoeg, dit laatste!
Of de Engelsche regeering daar eGh-
ter zoo maar voetstoots zal voor te
vinden zijn, wagen we ernstig te be
twijfelen.
Pessimisme.
Intusschenook over den nieuwen
toestand en de pacificatie van de
Jong-Turksche beweging wordt door
menschen, die 't weten kunnen, vol
strekt niet zoo gunstig gedacht.
Ziehier wat een correspondent uit
Konstantinopel er over schrijft. Hij
vraagt: Zullen nu de Jong-Turken
tevreden gesteld zijn en de opgestane
militairen de wapens neerleggen
En hij1 antwoordt„Men twijfelt er
hier aan."
„En inderdaad, aangenomen dat
deze keizerlijke iradé met den mees
ten spoed volkomen te goeder trouw
door alle ambtenaren, van den hoog-
sten tot deh laagsten wordt uitge
voerd, zal het toch minstens wel zes
maanden duren aleer de afgevaardig
den zich tot een parlement kunnen
vereenigen- Er bestaat toch in geen
enkel provinciaal of districtsarchief,
ja zelfs in de meeste ministeries,
een exemplaar meer van de grondwet
of van de voorschriften voor verkie
zingen, daar het bezit van zulke
hoogst compromitteerende documen
ten eiken onderdaan van den Padis-
jah nog geen twee etmalen geleden;
voorzeker minstens voor een paar
jaar in de gevangenis zou gebracht
hebben. Kiezerslijsten zijn er dus
heelemaal niet, en de samenstelling
daarvan, zal uiterst tijdroovend zijn
bij den gebrekkigen en verwarden!
staat, waarin zich de registers van
den burgerlijken stand bevinden, die
door de geestelijkheid van .elke ge
zindte zonder ©enig verband tus-
schen den een en den ander of eenj
bepaald gelijk systeem worden ge
houden.
„JVordt alzoo deze concessie niet
door andere meer dadelijk sprekender
en tastbare, en onmiddellijker bevre
digende gevolgd, dan is het te vree
zen, dat de nu door Sultan Abdul
Hamid op zichzelf behaalde overwin
ning vergeefsch zal zijn geweest en
dat zijn toegeven, in plaats van het
vuur te blusschen, dit eer nieuw;
voedsel zal gevende Jong-Turken
zullen- zich wellicht nu eerst recht
veeleischend gaan toonen en, nu men
hun een vinger heeft toegestoken,
de heele hand willen hebben.
„De algemeen© toestand schijnt
dan ook nog volstrekt niet opge
klaard te zijn; men kan nog altijd
andere verrassingen, en da,n wellicht
wel van minder aangenamen aard
verwachten
De Duitsche Keizer is weer van zijn
Noordsche reis terug. Hij heeft dus
Faliières niet „toevallig ontmoet."
Te Mannheim is gesticht een
„luchtvlootvereeniging." Onze toe
komst hangt in de lucht
Men spreekt in België ervan, dat
de Vlaming prof. Vliebergh minister
van landbouw zal worden.
De eerste Kath. Sociale Week in
Frankrijk wordt deze week te Mar
seille gehouden.
Hofberichten.
Prins Hendrik kwam Donderdag
morgen te 's Gravenhage, teneinde te
kunnen bijwonen de begravenis van
den grootmeester honorair van de
Koningin, baron Du Tour van Bellinc-
have. Z. K. H. keerde 's middags weder
naar Het Loo terug.
De Prins woonde tegelijkertijd als
vertegenwoordiger der Koningin de
begrafenis bij.
De Koningin-Moeder liet zich bij
de teraardebestelling vertegenwoordi
gen door jhr. mr. Schimmelpenninck,
kamerheer.
Minister Heemskerk.
De minister van Binnenlandsche
Zaken, mr. Heemskerk, begaf zich
gisteren naar Dordrecht, ter bijwoning
van de vergadering van het Ve Mid
denstandscongres, en ter deelneming
aan den gemeenschappelijken maaltijd,
i (Naar het Eransch.)
43)
„Bij wijze van spreken, natuur
lijk. Mijn hemel! u moet (niet zoo
op de woorden letten. De heer De
(Villefort is nu juist niet, wat men
een ouden schelm neemt, waarde
heer Guillaume; doch ondanks mij
zelve vertrouw ik hem niet. Ik
Weet niet, hoe het komt. JVanneer
men zrulk eene slechte dochter heeft,
moet men als vader wel een treurig
figuur maken. Zie, eerlijk gezegd,
dat heerschap kan niet veel zijn."
„Hebt u hem nimmer gezien?
Kent u hem?" vroeg die makelaar.
„Ik kan hem mij' levendig voor
stallen," hernam de baron. „Zou ik
biet iemand kunnen doorgronden,
idoor den roep, welke van hem uit
gaat
„En wat is graaf De Villefort
dan volgens u, voor een man vroeg
Guillaume.
„Hij zeide de baron. „Klein, lee-
üjk met een somher gelaat, slordig
op zijn kleereh, onwellevend in zijne
manieren, slim, listig zelfs, hebzuch
tig, soms laaghartig, in sommige
gevallen, onbegrijpelijk verkwis
tend kortom 'een echte doodeter van
een milliqnair. Zoo schilder ik mij
dien heer af."
„(Wel! Ik moet zeggen, dat het
een prachtig portret is!" zeide Guil
laume, die groote oogen opzette en
zijn gelaat tot een glimlach vertrok.
„Ik dank u voor de inlichtingen,
baron."
„Tot uw dienst," hierham dezfe.
„En wanneer u ooit dat afschuwelijk
Indisch ma'nnetj© mocht ontmoeten,
zijne dochter geeft hem deze be
naming, dan zult u zien, dat ik
hem nog mooier gemaakt heb, dan
hij in werkelijkheid is."
Guillaume had genoeg van1 den
lof, welke men graaf De Villefort
toezwaaide. Hij nam afscheid van
dien baron, wien hij opnieuw de zaak
van het .koffertje aanbeval, welke
deze binnen .acht dagen beëindigen
zou
„ÖVjees maar gerust," zeide de Ba-
rabas, „en verzeker uw patroon, wie
hij ook moge zijn, dat ik hem het
koffertje bezorgen zal, wijl hij goed
betaalt. Alles wel beschouwd, is het
toch mijn eigendom. Ik heb het uit
Lndië meegebracht, waar ik het om
zoo te zeggen in de woestijn vond-
Ik weet niet welke wind mij ingebla
zen heeft zulk een prachtig zaakje
aan die|n ©llendigen Malatesta over
te laten Misschien is het nog oude
gewoonte, gehechtheid, vroegere ka
meraadschap. Ik ben een dwaas!"
Nog altjd?" vroeg Guillaume on
der het heen gaan.
„Nog altijd!" antwoordde de ba
ron zijn glas ledigende.
IX.
Burggraaf de la Rocheferney. zat
nu reeds veertien dagen, wegens
schuld, in de gevangenis te Clichy.
De lezer zal wel verwonderd zijn,
dat Guillaume en Falamon hem zoo
lang achter .slot en grendel lieten
zuchten, doch het lag volstrekt niet
in Guillaume's plan den burggraaf
reeds zoo spoedig de vrijheid terug
te geven.
Voor Rosemonde was hét eefie be
proeving te meer, een tijd van wach
ten, waarin het verstandige, schoone
meisje de gelegenheid had haar hart
te onderzoeken en met hare gevoer
lens tq rade te gaan. Guillaume
wens eh te dit kind gelukkig' te zien
hij! wilde haar daarin eerst een wei
nig tegenspoed doen ondervinden',
waardoor zij later zooveel te meer
haar geluk waardeleren £ou. ,Voor
den burggraaf was deze gevangen
schap eene heilzame waarschuwing
welker duur Guillaume voorloopig
niet bekorten! wilde.
[De makelaar1 had1 zoo zijne eigen
aardig© opvatting omtrent sommige
zaken. Ee|n zijner stokpaardjes was
boet© dóen, voor hetgeen men mis
dreven haid. Dit systeem paste hij'
op alles toe;. Hij overdreef daarin)
eigenlijk een weinig, doch hoe zou
men iemand zijn innige overtuiging
verwijten ku!nnen, wanneer hij ook
jegens zichzelf de strengheid in toe
passing brengt, waarvan hij zich
zulk een beslist voorstander toonde
Guillaume had te Parijs een leven
hunnen leidien als een prins en toch
werkte hij en leed bijna, gebrek.
(Waarom Het einde van dit verhaal
zal het antwoord op deze vraag in
zich sluiten.
Burggraaf Leopold werd dus nog
©enigen tijd in de gevangenis gela
ten door schatrijk© lieden, die het
godd met hem, evenals met Rose
monde voorhadden, wier tranen hen
stellig roeren moesten. Door zijne
schuldeischers te betalen, konden zij
hem bevrijden en toch deden zij het
niet, hoewel zij er edelmoedig .ge
noeg toe waren.
Rosemonde was in gezelschap van
Marguerite naar Parijs overgeko
men; de bankier had eejnige yroo-
lijke vertrekken in zijn hotel te ba
rer beschikking gesteld ©n wij zagen
reeds, dat hij zich het genoegen niet
ontzeggen wilde den Pré-Catelan te
béZoeken, vergezeld van haar, die
hij! als een) engel eerde. Hij was er
trotsch op, zich als haar geleider en
beschermer te vertoonem Voegen wij
er hij', dat Falamon, door dien avond
met Rosemonde haar den Pré-Cate
lan te gaah, een vooraf beraamd
plan' teh uitvoer bracht. Hij wilde
namelijk Rosalind© ontmoeten en
haar tegenover een mededingster
stellen, wier deugd haar mogelijk
tot inkeer brengen zou.
Falamon vergiste zich daarin,
doch deze vergissing kwam uit een
goed hart voort. Karakters gelijk
dat van Rosalind© zullen zelfs weier
stand bieden aan de bekoorlijkheid
van een goed voorbeeld. ;Om zulk
een inborst te kennen, heeft men
wel wat anders noodig dan een voor
beeld, en misschien laat Guillaume
ons nog wel zien, ho© men het in
zulke gevallen moet aanleggen.
Vatten wij' de draad van ons ver
haal weder op en verlaten wij het
hotel van den bankier niet, waar
zich juist iemand heeft doen aan
dienen.
Het was ongeveer drie uur in den
namiddag toen een bediende den ban
kier een kaartje overhandigde, hem
door een bejaard© heer gegeven, die
mijnheer dringend wenschte te spre
ken.
Op het kaartje- stond met groot©
letters
„Graaf de la Rocheferney".
Falamon gaf aanstonds last den
bezoeker binnen te geleiden. Hij
zelf ging hem tot aan de deur van
zijn kabinet te gemoet, in de ver
wachting, zich tegenover een zeer
bedroefden vader te vinden, wien hij,
door zijn© voorkomendheid ©enigen
troost geven wilde.
D© deur werd geopend en Fala
mon was niet weinig verwonderd te
genover zioh. ©en man te zien, met
grijze haren, groot van gestalte, van
een voornaam voorkomen, doch met
een zeer opgeruimd gelaat, en een
glimlach om den mond.
„Het verheugt mij u weder te
zien, waarde mijnheej- Falamon," be
gon dö graaf, „nadat ik twee jaar
afwezig geweest ben. Verbeeldt u,
dat mijn domme zoon zich voor on
geveer vijftigduizend franken heeft
laten opsluiten; dat hij tot over d©
ooren verliefd is op een boerinnetje,
terwijl hij millioenen, benevens het
schoonste meisje der wereld huwen
kan, uw eigen pupil, waarde heer;
een meisje^ dat dolveel van hem
houdt."
„(Wees, vóór alles, zoo goed plaats
te nemen, heer graaf," viel de ban
kier hem in de rede.
„Juist," hernam de grijsaard, ter
wijl hij zich in ©en leunstoel neder-
vleide. „Ik ben te> voet van dent
Faubourg Saint Germain gekomen.
Het is eene heele wandeling, maar
het weder is ook zoo schoon! En
dan', mijn jicht geeft mij tijd genoeg
tot zitten. Ja, dat pootjeMen kan
het die jongelui maar niet aan het
verstand brengen."
„Zijt u uw zoon gaan bezoeken,
mijnheer d© graaf?" vroeg Falamon.
o Lhem ff' .Clichy gaan opzoe
ken Waartoeriep de graaf uit.
„Ik heb nog geen duizend frankemi
op zak!"
(Wordt vervolgd.)