DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. 4Ó0~" 3ün Sri 1511 100= M Wat FrankHsk ons leert BUITENLAND. Een brave Turk. ICinicier'h&fii^vesf Haarlem ticl DONDERDAG 13 AUG. 1908. 33--» Jaargang No. 6 560 ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maande* voor Haarlem11.86 Voor de plaatsen, waar een agent ia gevestigd (kom der gemeente) l.SS Voor de overige plaateen in Nederland franco per post 1.8C Afzonderlek* nnmmere8.06 Bureaux van Redactie en Administratie: tntepo. Telsfoonnnimmer I4S6. PRIJS DER ADVXRTENTEËJN Van 13 regelsf 0.60 (ocntant)f 0.&0 Elke regel meer,0.18 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen £5 cent per advertentie a contant. Alle betalende abonnés op dit blad zij», volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van: zskikthaid tot werkeu. variies van éen wijsvinger. GULDEN bij verlies van den andereu vinger. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. De gebeurtenissen van den laatsten qjd in Frankrijk zijn leerzaam en belangrijk genoeg, om ze hier ter plaatse eens afzonderlijk te bespre ken. Want er zijn lessen uit te trek ken, ook voor ons, voor alle Ka tholieken 1 Ook bij ons, als in Frankrijk, aiet het liberalisme en radicalisme voortdurend het zwarte spook, wordt het geloof en de godsdienst, en erger nog: de Roomsche kerk als de eenige groote vijand be- sehouwdmen coquetteert zelfs graag van vrijzinnige zijde met de socia listische partijleiders, die het niet op verbetering, maar op omverwerping onzer maatschappij hebben gemunt, en de hulp vau die heeren tegen den gemeenschappelijke!! .vijand* het clericalisms, aanvaardt men daar gaarne. WelnuFrankrijk leert ons, dat dit ten slotte zal uitloopen op een machtige versterking der revolutio naire partij. O ja, ten onzant zijn da socialis ten nog vrij mak, vergeleken met de mannen van de „Confederation Génerale du Travail* in Parijs. Maar dat is ten slotte maar een nuance, opportuniteits redenen zoo ontstaan: wanneer ik er kans toe zie, gaan onze socialisten denzelf den weg op als de Fransche onrust stokers, staking-uitlokkers en barri- cade-opwerpers, dien der revolutie I Ook ten onzent wordt het door verschillenden vaak verkondigd men moet zooverre mogelijk aan de eischen des volks tegemoet ko men. Waar het sociale maatregelen geldt, daar kunnen we zoo hoort men wel eens toch nog hèel wat van de socialisten leeren I En daar om moeten we in verichillende op zichten met de radicalen en socia listen samenwerkendat bevredigt, dat leidt af, en het goede moet men •ok in zijn vijanden waardeeren.... Zonder dit laatste maar in het minst te willen betwisten, ontken nen we echter ten sterkste, dat hier uit volgen moet een overeenstem ming, een samenwerking, een samengaan, op wélk terrein ook! Wij mogen en moeten nooit ver geten, dat de socialistische begin selen in lijnrechten strijd staan tegenover de onze, en dat, wanneer een socialist hetzelfde doet als wij op sociaal gebied, hij dat toch doet om geheel andere beweegredenen, en wel beweegredenen die precies het tegenovergestelde bedoelen dan wij willen. Vandaar ook dat de verfoeielijke neutraliteit ons niet past. Het voorbeeld van Frankrijk leert waarheen het samengaan van de partgen die de staatsorde hebben te beschermen, met de socialistische elementen, ten slotte heenvoert. Naar de revolutie! Wel verre van bevredigd, te wor den, eischen de socialisten, wanneer gij ze in iets tegemoet komt, voort durend meer! Dat kunnen ze ook consequent doen, omdat zij alle sociale verbeteringen slechts aan vaarden niet als doel, maar als middelen om langzamerhand het volk te brengen tot waar zij héén willen: tot de sociale revolutie en de omverwerping der maatschappij. En omdat daartegen de krach tigste en ten slotte de eenigste waar borg is het behoud van den gods dienst en de doorwerking der hoo- gere beginselen aan de zuiver-ma- teriële, die aan hunne leer ten grondslag liggen, daarom zal men de socialisten steeds in het voorste gelid treffen bij anticlericale maatregelen. Het beginsel tegen den godsdienst en tegen de kerk, om opportuni- teitsredenen alleen soms samen wil lende werken om eenig sociaal doen te bereiken, zoo staan de socia listen tegenover ons. Zoo doen ze overal. De radicale regeeringsmannen in Frankrijk, die in hun blinde haat de socialisten noodig hadden voor de geloofsvervolging eri voor de schandelijke politiek tegen de Room sche kerk, hebben een bondgenoot schap met dezen aangedaan, dat haar nu leelijk opbreekt. Want ieder zelfs de liberale pers te onzent geeft toe dat de macht der anarchistische „Confé- dération" in niet geringe mate is gestegen doordat Ciémenceau c. s. de socialisten mede heeft ingelijfd in het „Bloc* tegen de Katholieke Kerk. Dat Viviani de vertegenwoor diger is der Confédération welke de proefstakingen organiseert en de moordpartij van Villeneuve heeft uitgelokt, is hekend. Vandaar dan ook dat Ciémenceau niet durft noch kan optreden tegen de anarchisti sche en socialistische revolutionairen. En de curieuze reden, dat hij voor zijn niet-ingrijpen geeft: „'t helpt toch nietsis zoo doorzichtig, dat er zelfs in Frankrijk geen mensch door wordt bedrogen. Toen het de congregaties gold, of den kerkroof, sprak Ciémenceau heel anders! Toen zeide hij, wat betreft de Katholieke kerk, niet dat het toch niets geven zou, ofschoon hij dat met (méér recht dan nu had kunnen zeggen: „de poorten der hel zullen tegen de steenrots niets vermogen Daar wordt ook t9n onzent nog al eens aangedrongen, óók door Katholieken, op andere partijvor ming en partijgroepeering. Op een groepeering, die niet gegrondvest is op de beginselen welke wij be lgden, maar die afhankelijk moet zijn van de vraag: „conservatiefof radicaal?* Men coquetteert ook soms onder ons, Katholieken, zoo gaarne met „het volk*, terwijl dan daarbij het monopolie voor maatregelen ten voordeele van „het volk" altijd aan die zijde wordt opgeëischt. Tegen dat drijven naar een so ciale partijgroepeering in plaats van een principiëeie, waarschuwt o. i. het voorbeeld van Frankrijk! Want ten slotte zullen daarbij de Katholieken, de Christelijken, het loodje leggen. V ooruitstrevende sociale politiek is goed, maar ze moet immer Chris telijke politiek zijn op de eerste plaats. En in eendrachtigen zin worden gevoerd door de Christelijke partijen, die naast het materieele welzijn van het volk eerst en vooral toch op het geestelijk welzijn zijn aangewezen. DUITSCHLAND. Keizer en Koning. Vorsten kunnen nu eenmaal hun voet niet verzetten, of de heele wereld is er mee gemoeid en de halzen bij elkaar stekend vraagt men zich af Wat voor politieke bedoelingen steken daar weer achter? In dit verband heeft het zomerreisje van Engeland's Koning weer stof te over gegeven tot besprekingen en natuurlijk niet het minst in d« pers. Gisteren hebben we reeds een en ander meegedeeld over de ontmoeting te Kronberg tusschen Koning Eduard en Keizer Wilhelm. Doch heden zouden we erop terug komen. Veel bijzonders evenwel is er bij deze ontmoeting niet voorgevallen. Reuter seint er wel eenige regels over, maar die 'n beetje geroutineerd is in 't krantenlezer, weet vanzelf wel, wat er gebeurd is. De Vorsten zijn elkander om den hals gevallen en hebben elkander gekust. O zoo harte lijk. En verder hebben ze gegeten en gedronken, precies als andere sterve lingen, 'n beetje meer copieus wellieht, waarna de Koning verdwenen is. De duitsche bladen syn zoo ver standig om van deze ontmoeting maar niet veel te zeggen. Van persoonlijken aard, sehrijven de meeaten. De Minis ters van Buitenlandsche Baken waren er wel eens bij. Maar dat zegt eigen lijk niets, want Eduard en Wilhelm zijn zelf mans genoeg om zelf zaken te doen. Een zeer aangenaam beloop had het samenzijn, zegt Wolff's agentschap. Bovendien zeer voldaan over den dag, ze waren vroolijk geluimd en in de beste stemming. Och, dat vloeit er zoo van zelf *it voort na een copieuzen maaltijd! Het afschsid van de twee vorsten aan het station was zeer hartelijk. De Koning sprak met den Keizer nog door het raamje heen, tot de trein zich in beweging stelde. Dadelijk daar op nana de Keizer van zijne zuster (prinses Frederik Karei van Hessen) afscheid en vertrok met een bijzon deren trein naar het Sennekamp. Zeppelin door den Kroonprins bezocht. De Duitsche Kroonprins is in een automobiel uit Bregenz te Friedrichs- hafen aangekomen en heeft graaf Zeppelin in zijn hotel opgezocht. Zij spraken anderhalf uur [lang met elkaar. De Kroonprin» nam daarna hartelijk afscheid van Zeppelin. De menigte bracht den prins bij zijn vertrek een stormachtig huldebetoon. De gemeenteraad van Dresden heeft besloten, nog niet mee te doen aan het verleenen van credieten voor Zeppelin, zoolang er geen „vluchtha- vena" voor luchtschepen gebouwd worden en niet een van die havens te Dresden komt. BELGIE. De nonvlinder. De „Nieuwe Gazette" deelt mede, dat de nonvlinder ook in de Belgische Kempen groote verwoesting aanricht. In de bosschen van Postel-Mol, waar ruim 200 H.A. sparren verwoest zijn, worden zelfs het heidekruid en andere planten in en om de bosschen door de dieren vernield. De grootste ver woestingen zijn echter aangericht in het N.-O. van Limburg. De Kamers hebben aan de regeering een bedrag van 5000 fr. toegestaan om de noodige maatregelen te nemen tot verdelging van het schadelijk in sect. Bovendien is een commissie benoemd, ten einde de middelen te bestudeeren om de bosschen te vrij waren van een algeheele vernietiging. Duizenden omzendbrieven zijn rond- gezoaden. waarin iedereen verzocht wordt mede te werken tot het vangen en dooden der rupsen. OOSTENRIJK. Keizer en Koning. Weer Keizer en KoniDgl Maar de rollen zijn thans wel een beetje omgekeerd. Eerst Keizer Wilhelm en Koning Eduard, thans Keizer Frans Jozef en Koning Eduard, eerst de beide vorsten van twee op leven en dood concur- reerende zeemogendheden, nu de beide vorsten van twee landen, die elkaar met veel minder concurrentiewoede bekampen. Het is dan ook dit land, dat Koning Eduard heeft uitgekozen voor zijn badkuur. Gisterenmorgen arriveerde Kening Eduard te Ischl, waar ter begroeting aanwezig waren de Keizer van Oosten rijk, de aartshertog Eugène Joseph en prins Leopold van Beieren. De ontmoeting, die een officieel ka rakter droeg, was uitermate hartelijk. Een talrijke menigte juichte de hooge persoonlijkheden toe. Dadelijk werd het noenmaal ge bruikt en daarna heeft de KoniDg van Engeland Aerenthal ontvangen, waarna deze een onderhoud had met Sir Charles Hardingen. Een half ambtelijke nota meldt, dat het onderhoud den twee ministers de gelegenheid heeft geschonken van gedachten te wisselen over den alge- meenen toestand van Europa. Zij hielden zich in het bijzonder bezig met Turkije. Zooals men weet besloten de kabinetten der groote mogendhe den, en daaronder die van Weenen en Londen, een welwillende houding aan te nemen, in de hoop dat het nieuwe stelsel in Turkije zal leiden tot verbeteringen in en consolidatie van den staat van zaken. Gisterenavond had er een schitte rend gala-diner plaats, waaraan, be halve de twee vorsten, deelnamen de leden der Keizerlijke familie, de per sonen uit het gevolg, baron Aerenthal, Sir Charles Hardinge. de leden van het Engelsche gezantschap, de Oosten- rijksch-Hongaarsche gezant te Londen, alsmede hoogwaardigheidsbekleeders van het hof en uit de burgerlijke en militaire wereld. De Keizer stelde een dronk in op Koning Eduard, en zeide in diens aanwezigheid een nieuw en kostbaar bewijs te zien van de vriendschappe lijke betrekkingen tusschen de vorsten, betrekkingen, die overeenstemmen met de vriendschappelijke verhouding welke tusschen de twee landen be staat. Hierop werd het Engelsche volkslied gespeeld. Koning Eduard dankte in zijn ant woord hartelijk voor de welwillende woorden waardoor hij diep getroffen was. Hij wenschte den Keizer geluk naar aanleiding van zijn regeeringsju- bileum, sprak den oprechten wensch uit, dat de betrekkingen tusschen de beide mogendheden steeds van den meest vriendschappelijken aard zullen blijven, en zeide te hopen, dat de Keizer nog lange jaren de beste ge zondheid zou blijven genieten tot heil der volkeren. k\Ve vergezellen koning Edward op zijn reis, doch komen dan op Oosten- rij k's gebied, zoodat we onder Oos tenrijk" er op terugkomen- Eerst evenwel nog een paar pers stemmen De „Frankfurter Zeitung" wijst er bij deze gelegenheid op, dat da tijd wel voorbij is, waarin de betrek kingen tusschen de volkeren be- heerscht worden door die hunner vorstenhuizen, maar dat nog altijd stemming en ontstemming in de hoogste kringen invloed uitoefenen op de verhouding der volkeren en staten onderling. Hoezeer nu de samenkomst te Cronberg in hoofdzaak eene van par ticulieren aard is, meent genoemd, blad daaraan toch een zeker gewicht te moeten toekennen, ook in politiek opzicht. Het feit dat de koning met zij* keizerlijken neef een samenkomst heeft voor een vriendschappelijk on derhoud, kan niet nalaten kalmee rend te werken op vele lieden in Duitsehland zoowel als in Engeland. De „Kölnische Zeitung" schreef dat het ,wel vanzelf sprak, dat bij het onderhoud tusschen oom en neef ook de politiek ter sprake zou ko men. Het blad gelooft niet, dat uit de ontmoeting onmiddellijk tastbar® gevolgen zullen voortvloeien; het hoopt slechts, dat die ontmoeting ve ler streven in Duitsehland en Enge land zal bevorderen, hetwelk er op gericht is, dat beide volkeren elk ander leeren verstaan. Da officieuze „Nordd. Allg. Ztg." schrijft: „Twee machtige volken als Duitsehland en Groot-Brittannië, die ondanks alle pogingen tot opruiing in vrede hun beschavingsarbeid wil len voltooien, wenschen een ver standhouding hunner souvereine* vrij_ van alle dissonanten." Nu nog wat een Engelsch blad schreef, n.l. de „Times" Het blad merkt op, dat het dwaas heid zou wezen om er aan te twijfe len, dat koning en keizer over be langrijke onderwerpen van meening hebben gewisseld. De „Times" zegt verder, dat de verantwoordelijke Duitsche pers in de ontmoeting va* beide monarchen de door beiden ver langde gelegenheid ziet tot vriend schappelijke bespreking en verwacht hiervan wel geen beslisten invloed, direct op de politiek, maar wel een bevordering van het verlangen van beide natiën cm zij aan zij te arbei den aan de taak der beschavingva* vrede en vriendschap Van dit standpunt beschouwd is de ontmoeting van voordeel niet al leen voor de volkeren van beide vor sten, maar voor de geheele wereld, nu het grootste belang van alle na tiën vrede is Zij die den vrede bevor deren verdienen gezegend te worde* en elke vriend van Groot-Brittannië of Duitsehland zal hiermee instem men. En nu tot slot een paar Fransche bladen FEUILLETON, Episode wit den Eussisch-Tu/rktchen oorlog. De voorhoede van: ons detache ment stond bij Schipka,. Er was be vel gekomen om tegen elf uur in den avond halt te honden aan den .voet van den berg Cha.rt-Sam. ''oen alle voorzorgsmaatregelen, die het reglement bij dergelijke mar- schen voorschreef, genomen waren, beval da commandant onzer voor hoede, kolonel P., de wachtvuren aan te steken. Dit bevel behoefde piet herhaald ta worden,: nog geten kwar tier later vlamden' reeds hier en daar de vuren op en lagen de man schappen, ransel en ammunitie af leggende, zich in schilderachtige groepen hij het vuur te verwarmen. „Ziet eenswat nadert daar voor «en gedaante riep ©en der jonge officieren, naar den zoom van het boscli wijzende. Allen keken aandachtig. En wer kelijk in het boscli, dat aan de eene zijde door het wachtvuur, en aan de andere zijde door het heldere! maanlicht beschenen was, werd dui delijk de schaduw van een man zicht baar, in oen kapmantel gewikkeld en een geweer in de hand houdende. De scliildwacht riep hem' toe. Toen plaatste de gedaante zoo bedaard mogelijk zijn; geweer tegen den naastbijzijnden boom, liep op ons toe en wierp zich in geknielde houding bij ons wachtvuur neder. Daarop stak hij zijn verkleumd© handen, naar het vuur uit, wreef ze over elk ander en had blijkbaar, ondanks zijn vermoeienis, pleizier i'.n de aange name warmte, welke zich door zijn lichaam verspreidde. Zoo verliepen eenige minuten. ,Wij waren zoo verbluft over een derge lijk misbruik van onze gastvrijheid gemaakt, dat wij hem allen met ver bazing gadesloegen. (Wij merkten op, dat de man gekleed was in den grijzen veldma;ntel van een gewoon soldaatin plaats van laarzen, droeg hij eenvoudig viltschoenen en wind sels van dik laken aan de beenen, terwijl met uitzondering van den neus en dikken rosachtigen knevel, zijn hoofd geheel in den blauwlaken mantel verborgen was. „Heeren, dat schijnt een Turk te zijnmeende <de kapitein. Deze uitroep bracht ons tot be- zin,ni!ng. Inderdaad, onze ongenoo- do gast was geen Russisch soldaat, en het werd poodig een onderzoek naar dezen vreemdeling in te stellen. Op verzoek van dep kolopel gin gen twee soldaten en een onderoffi cier paar hem toe. Men had moeten zien hoe da Turk ontstelde, mee- nende-, dat men hem van het vuur wilde verjagen; dat zij niet in last hadden hem gevangen te nemen, be greep hij wel. Met teekens en afgebroken vol zinnen gaf hij te verstaan, deel uit te maken van een detachement, het welk onder commando van Sjalil- Pasja vóór ons nit marcheerde. Uit zijn woorden kon men verder opma ken, dat hij sinds twee dagen niets gegeten had, én hij was zijn aandoe ning niet meester, toen men hem the© en beschuit aanbood. „Oerooen, Allah!' herhaalde hij, beurtelings paar den hemel en naar den kolonel wijzende, waarmede hij zeker Allah's genade over de .goed heid van onzen kolonel inriep. Dit alles was zeer mooi, maar wat zonden wij met hem aanvangen Men had geen orders hem-gevangen te houden, voedsel was er niet, en als men er één behoorlijk gastvrij heid verleende, dan zouden zij in geheele compagniën komen opda- dagen. iVVjat dan te doen Zijn wa pens ep patronen afnemen en hem daarna vrij laten vertrekken. Men ontnam hem zijn geweer, doch patronen bleek hij piet te bezitten; toen gaf men hem te verstaan, dat hij, uitgerust zijnde, gaan kon waar heen hij wilde. Naar dit voorstel wild© hij echter niet luisteren; hij antwoordde, dat hij den kolonel on der geen voorwendsel zou verlaten. „Dood mij dan, maar verjaag mij niet." „Het zij zooLaat hij dan met ons meegaan. Misschien kan hij voor iets nuttig wezen. God zij met hem Daartoe werd besloten, ep om overtuigd te zijn, dat onze Huis- sein of Hoesak, gelijk onze sol daten hem later noemden, ons niet misleidde of den spion uithing, werd hij voortdurend in het oog ge houden. Spoedig evenwel werd alle twijfel opgeheven. Huissein bleek eenvoudig een van 'die duizenden Turksche soldaten te zijn, die we gens ziekte, gebrek aan voedsel, en schoeisel, de gelederen verlieten. Zoo marcheerde hij een week of twee in ohs detachement medemaar ner gens lieten de Turksche troepen zich zien. Na twee weken had hij ge leerd, zoo ©enigszins de Russische woorden te radbraken en stond hij met d© meeste soldaten op vriend schappelijken voet. Voor den kolonel en mij was hij bepaald nut tig; men behoefde hem slechts wat op te dragen en met ijver en ge willigheid bracht hij onze wen schen ten uitvoer. Het vertrouwen, dat hem geschonken werd, scheen hij zeer op prijs te stellen. Moesten wij in het eep of ander dorp ver blijf houden, dan zorgde Huissein, zonder bevel af te wachten, voor de levering van allerlei proviand. Welke listen hij hierbij gebruikte, bleef een geheim; doch de slimste en hapdigste onzer soldaten, al had men hem piet stokslagen gedreven, hadden ops in het beste geval niet aan brood of rijst kunnen helpen. Hassan bracht ons van alles, zelfs gevogelte; ganzen, kippen of der gelijke, doch vleesch kon hij piet machtig worden, en niet alleen lever de hij dit alles, doch maakte het ook gereed op een wijze, die, om hem recht te doen wedervaren, zeer sma kelijk was. Bijzonder handig wist hij ons wijn te verschaffen. In elk dorpje, hoe armoedig en uitgeplun derd, al was het half door de vlam men verwoest, wist hij nog een vaat je van den een of anderen wijn op te sporen. „Daar komt Hassan ons weer iets brengen!" riep de kolonel verbaasd uit: en werkelijk kwam onze Turk met een vaatje kostelijken 1 andwijn aandragen, en zette het met een goedaardigen glimlach voor (den ko lonel neder. „Bravo, Hassan „Tot uw dienst!" was de gewone uitroep van onzen Turk, terwijl hij voor ons front maakte en luidkeels van pleizier lachte. „Maar, Hassan, nu is er wel wat te drinken, maar hebt ge niets te eten vroeg de kapitein op .zijne vingers bijtende. „Het zal er dadelijk wezen," ant woordde de Turk, en na korten tijd verscheen het gevraagde als op com mando. Om kort te gaan, na verloop van twee weken waren wii geheel aan onzep bereidwillige gevangene gewend. Eenvoudiger en goedharti- ger mensch dan hij, kan men zich moeilijk denken. Eens had hij een zestal oude snaren gevonden. Fluks werd nn uit vier plankjes een recht hoek samengesteld, de snaren hierin bevestigd, en met dit vreemdsoortige instrument, begeleid door zijn ei genaardige, maar welluidende stem, wist hij ons in zijn vrijen tijd niet weinig te amuseeren. Maar tegenover de roovers der we gen, de Basji-Boezoeks, gedroeg de ze gewillige en salme man, zich vol maakt als een wild dier. Geen wreedheid, geen kwelling, die hij niet wist toe te passen op eiken Ba- hi-Bouzouk, die in zijn handen viel. De kolonel zelfs, wien stem en blik hliji zonder aarzelen gehoorzaamde, kon hem dan nauwelijks inhouden. Zooals later bleek, bestond voor zijn wreedheid tegenover de Bashi-Bou- zouks, een reden. De tijd snelde voort. De troepen rukten verder naar het zuiden van het Turksche rijk en ons detache ment vereenigde zich met een ander. ÏWij marcheerden naar de eene of an dere Turksche stad, waarvan ik mij niet meer den naam herinner, ik meen Adrianopêl, maar overigens doet hét hier niets ter zake. {Slot volgt.) KUVE HURLEMSCHE COURUT 1000 15

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1