DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
1000
W- 400 -=.- 3M5?1 158 r-" 100 s? II"
vEïioofde vso den soldaat
Katholieke
Middenstanders.
BUITENLAND»
Kindephuisvest SlaarSesn
I
WOEMSDA© (3 AUG. J®CSS,
SS^3 Jsargang No» 6664
ABOHNBMEHT8PRIJ8:
8 maanden voor Haarlem fl.85
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom dar gemeente) 1.8a
Voor de overige plaateen in Nederland franco per post l.SC
Afzonderlijke nummers0.05
Bureaux van Redactie en Administratie:
Siaftepc. TeP©foossKwuwreseB» I42S.
PKIJ8 DEE ADVSRTENTIËN:
Van 16 regelsf0.80 (ccntant)f 0.50
Elke regel meer 0.10
t Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie a contant.
Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeid, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van:
GULBEN bij
verlies van
éen anderen
vinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
De algemeene organisatie van
Middenstand in Nederland is
dat weet men federatief.
Voor iedereen is er plaats in den
Middenstandsbond", en de Katho-
Deke, naar confessie georganiseerde
-Middenstanders staan er volmaakt
^et dezelfde rechten als de z.g.
Q8utraal-georganiseerden, de in alge
mene vereenigingen ten-onder-ge-
lachte winkeliers en klein-indus-
kiëelen.
formeel dus is er voor ons, Ka-
kolieken, tegen de federatieve orga
nisatie van den Nederlandschen
Middenstand niets in te brengen
^tegendeel
Maar in de vereenigingen-zelve
®taat de zaak eenigzins anders.
Ontkend kan het niet worden,
dat onder de Middenstanders die
®Oiten de Katholieke Middenstands
beweging staan, de meening voorop
staat en zeer dikwijls met zooveel
boorden wordt geuit, dat er geen
reden is om een economische be
weging als de Middenstandsbewe-
§ing, te verdeelen in confessio
nele groepen.
En dat wordt niet alleen beweerd
te „onder-onsjes", maar er wordt
ten dezen opzichte ook hard ge-
Werkt tegen de Katholieke organi
satie.
In Amsterdam b.v., waar de neu
trale .Algemeene Winkeliers-ver
eniging", vooral door de persoon
lijkheid van haren voorzitter, die
°ok de voorzitter is van den Mid
denstandsbond, op middenstands-
Sebied zoo goed als oppermachtig
beerscht, wordt de Roomsche Mid-
denstandsvereeniging, daar sinds
enigen tijd opgericht, van allen
bant tegengewerkt.
Een poos geleden waren we er
bog getuige van, hoe in die A. W.
in volle vergadering dezelfde
^oorzitter zijn luid protest liet
booren tegen de stichting van een
confessioneele R. K. Middens t ende
rer eeniging.
En tochtoch is dat plicht
roor Katholieke Middenstanders.
Plicht is het, omdat het Door
luchtig Episcopaat de Roomsche
dakorganisatie als regel heeft gesteld.
Aan dien regel heeft èlk Katholiek
zich te houden.
En waarom doet men dat niet
Ui de Middenstandsbeweging, waar
ban toch de Katholieken een zoo
groot percentage vormen?....
Wij meenen, vooreerst omdat de
neutrale Middenstandsorganisatie,
althans in onze streken, de oudste
brieven heeft.
Men hoort er eenmaal toe, en we
zijn dan toch van nature, in zulke
zaken althans, conservatief hier in
Nederland veranderen doen we niet
graag.
Dan is er nog een reden. De
Katholieken vormen we zeiden
het reeds een groot percentage
van den handeldrijvenden Midden
stand. Dat is al van ouds zoo in
ons vaderland. Dat was zelfs al het
geval in den tijd der hervorming,
toen de Katholieken zich stil en
onbekend hadden te houden: het
openbare leven stond voor hen niet
open, dus bleef de handels- en
middenstand een welkome toevlucht.
Hiermede is tegelijk de reden
aangegeven, waarom er in onzen
Roomschen Middenstand nog zooveel
neiging zit, zich op Roomsch gebied
naar buiten althans zoo stil
mogelijk te houden.
Dat is een historische reden, die
niet kan worden weggecijferd.
De tijden zijn wel veranderd, maar
onder den Middenstand, waar de
„zaak" van vader op zoon zoolaDg
is overgegaan, is ook die historische
geest gebleven, overgeërfd met de
„zaak"-zelve.
Daar zijn er nog wel, die bang
zijn de klandizie te verliezen, als
ze zoo openlijk voor hun Katho
liciteit uitkomen! En al is God
zij dank de Roomsche burgerij
altijd geweest, en nü nog, de kern
van Nederland's Katholieken,
al heeft de Roomsche burgerij-vooral
onze ^Roomsche kerken en scholen
gesticht, ome Roomsche Pers ge
steund, onze geestelijkheid geëerd,
toch is door jarenlange nood
zakelijkheid de gedachte zelfs nü
bij velen nog niet verdwenen, dat
men moet zaken-doen in den winkel
of op het kantoor als een „neutraal"
man, en dat de godsdienst en de
kerk daar niets mede hebben te
maken.
Dat die idêe verkeerd is, behoeft
hier niet meer uitvoerig aangetoond.
De noodzakelijkheid van eigen
Roomsche organisatie is al te dik
wijls en te uitvoerig bewezen, dan
dat we lust gevoelen, in bijzonder
heden dat nü nog eens te gaan
uitleggen.
Onze sociale vereenigingen zijn
er dan toch niet alleen, zelfs niet
op de eerste plaats, voor stoffelijk
heil! Het geestelijke gaat immer
voorop, moet immer voorop gaan
't wordt in onzen tijd in haast
eiken kring dikwijls en te veel ver
geten.
En dan, ons Katholicisme is
niet een bij-ding, maar het beheerscht
óók op practisch gebied ons geheele
leven, ons sociale leven niet het
laatstJuist dóór ons Roomsch
geloof, dat een geloof is mèt de
werken, moeten we ons maatschap
pelijke leven op een zeer-bepaalde,
naar Roomsche grondstellingen aan
gegeven wijze inrichten; juist om
dat hij Roomsch is, heeft een Mid
denstander een andere opvatting,een
anderen plicht van „zaken doen",
dan een niet-katholiek.
Dat zijn al redenen genoeg, om
van de gehoorzaamheid aan het
geestelijk gezag nog te zwijgen,
om in Roomsche Middenstandsver-
eenigingen ons te organiseeren 1
En het argument van de anciën
niteit der „neutrale" middenstands
organisatie men zal het toegeven
valt daartegen weg.
Ook het argument uit de historie
vervalt, 't Is ongerijmd, om tegen
woordig nog te beweren, dat men
Roomsch kan zijn in de huiskamer
en „neutraal" in den winkel. En
nog ongerijmder om vol te houden,
dat men, door óók in het openbaar
leven voor zijn Katholiciteit uit te
komen, waar dat pas geeft, zichzelf
schade zou bezorgen! Integendeel
ook bij onze tegenstanders geldt
dan toch ten slotte iemand die voor
zijn overtuiging uitkomt, hooger
dan een, die niet wil weten wat
hij gelooft
Onze conclusie?
Dat het nu tijd gaat worden, dat
elk Roomsch Middenstander zich
aansluite bij de Roomsche Mid
denstandsbeweging.
Maar meer nog: dat de Katho
lieke Middenstanders ook alléén
hun Katholieke vereeniging hebben
te steunen. Het lidmaatschap der
„neutrale" vereenigingen mag dan
zoo gezellig, prettig en aardig wezen
als mogelijk is, maar het is prin-
cipiëel niet meer te ontkennen dat
wij, Katholieken, zoodra dat zonder
schade mogelgk is en zonder ophef
gebeuren kan, langzamerhand de
neutrale, en zelfs de gemengd-chris-
telijke vereenigingen hebben te
verlaten.
De algemeene „beweging" in haar
geheel zal daaronder niet lijden:
zooals we in den aanhef zeiden, staat
de federatieve organisatie in on9
algemeen Nederlandsch Midden-
standsliehaam op den voorgrond,
en die federatieve organisatie kan
slechts erbij winnen, wanneer de
zoo talrijke Katholieke middenstan
ders in eigen vereenigingen soo sterk
mogelijk bijeen zijn gebracht!
Federatief verbonden kan men
voor den Middenstand in zijn ge
heel zeker evenvéél doen als in
neutrale vereenigingen te saam-ge
bracht Wij komen op de waar
heid van dit laatste in een ander
artikel nog eens terug.
BELGIË.
De knoeierijen te Sehaerbeek.
Merkwaardig is het, dat de libe
rale bladen ook de Noierland-
sche! zoo. stil zijn als een pot
over ide knoeierij te Sehaerbeek,
waar de heftig-anticlericale raads-
meerderheid onder een hoedje heeft
gezeten met aannemers en uitvoer
ders van gemeentewerken, en de hoe
ren de lieve gemeentelijke duiten sa
men hebben gedeeld!
'tls dan ook te: gek! Sehaerbeek,
waar men zich van liberale en anti
clericale zijde steeds zoo beroemde
op het voortreffelijke anticlericale
bestuur heel wat anders dan die
domperiga Katholieke gemeentebe
sturen, ziet-ublijkt nu een rotte,
walgelijke knoeiboel te zijn.
En andere: anticlericale gemeente
besturen in den omtrek worden door
de Katholieke bladen óók al gesig
naleerd!
De schepen Van 'den Putte, waar
nemend burgemeester, vriend van
den Koning hij dineerde verleden
week nog aan het hof! heeft nu,
na al zijn heftige ontkentenissen, ten
slotte toch bekend. Bekend, dat hij
met den aannemer en de gemeente
lijke architecten geregeld duizenden
tejn tienduizenden franken doelde,
waarvoor dan die aannemers die in
schrijvingssommen ontzettend hoog
opjoegen, dubbel schreven, grond
goedkoop van de gemeente kochten
én duur aan haar weer verkochten,
enz.
'n Knoeiboel van het eerste soort.
De man is, in verband met zijn
bekentenis, nu uit de voorloopiga
hechtenis, volgens de wet, ontslagen.
De justitie is nu aan het onderzoeken
en eerlang zullen we dus in het pu
bliek over dit zaakje wel meer hoe
ren.
Of de liberale bladen er dan over
zullen schrijven
DUITSCHLAND.
De Katholiekendag.
De eerste vergadering van den Ka
tholiekendag werd vergezeld van een
ontzaglijke onweersbui, waardoor zelfs
de mooie Festhalle „lek" werd en men
de vergadering moest bijwonen
met de parapluie op.
Graaf Prascbma,de voorzi tter,opende
de vergadering met een toespraak over
Pius X, en daarna sprak kardinaal
Fischer, aartsbisschop van Keulen,
eenige opwekkende woorden, vooral
den nadruk leggende op de noodzake
lijke gehoorzaamheid der Katholieken
aan het geestelijk gezag.
Prof, Dr. I. B. Mausbach van Mün-
ster hield daarna een rede over het
Modernisme, betoogend dat dit niets
nieuws is, maar een dwaling al van
eeuwen her.
In duidelijke bewoordingen ging
professor Mausbach alsdan na wat het
moderniafne leert, en stelde daartegen
over de absolute onveranderlijkheid,
majesteit en grootheid der Kerk, die
bezield wordt door den goddelijken
geest.
Dr. Bitter uit Kiel sprak ten slotte
een buitengewoon geestdriftig en door
stormachtige toejuichingen telkens
afgebroken rede uit over den zegen van
het Katholicisme op geestelijk en stoffe-
lijk gebied.
Waar de „Zeppelin" voor dienen moet.
De geestdrift van niet-Duitschers
voor Zeppelin en zijn luchtschepen
moet wel wat bekoelen als men het
volgende hoort.
In Zwitserland, waar trouwens
Zeppelin woont en waaraan ook de
eene oever van het meer van Con-
stanz hoort, waar Zeppelins ballon-
loods op drijft, in Zwitserland
was de geestdrift voor iden lucht
schipper al even groot als in Dutsch-
land.
En men bracht er óók bijdragen
bijeen, als in Duitschland, voor een
nieuw luchtschip.
DochZeppelin heeft die bij
dragen teruggezonden.
Hij kon ze niet aanvaarden.
En dat legt hij nit in het volgende
typische briefje:
»,£Wij hebben de Zeppelin ge
bouwd laat het mij openlijk zeg
gen niet met een zuiver weten
schappelijk doel, maar veel meer om
in tijd van oorlog, het leger van
dienst te kunnen zijn. Op het oogen-
blik is het ons niet mogelijk een
vliegmachine .te bouwen, die zware
kanonnen meevoeren kan. Maar wel
kunnen wij in geval van oorlog bom
men en andere dergelijke vemielings
werktuigen met ons medenemen, die
den vijand ernstige nadoelen kun
nen toebrengen.
„Wij mogen dus geen fondsen aan
nemen van de ons omringende lan
den, daar wij niet weten, welke rol
de nieuwe Zeppelin in de politiek
der toekomst zal te vervullen heb
ben."
Ziedaar
Een nieuw oorlogsmonster dus,
geen wetenschappelijk zweef tuig op
de eerste plaats
Is het toch eigenlijk niet droevig,
en tragisch?
En teekenend voor onzen tijd?
PORTUGAL.
Nieuwe revolutie op til?
ÏWe hadden gisteren een particu
lier telegram van onzen Berlijnschen
V.D.-correspondent, die ons seinde
dat het „Berliner Tageblatt" een
nieuwe revolutie in Portugal als
waarschijnlijk voorstelde.
Het blijkt ons nu uit dat Duitscbe
blad, dat deze voorstelling van za
ken afkomstig is van den correspon
dent te Lissabon.
Deze seinde un.l. dat de geheele
toestand in Portugal weer dreigend
wordt, en dat de uiterlijke rust, die
er heerscht, slechts als sluier dient,
voor den wezenlijken ernst der om
standigheden. De Cortes houdt zich
nog steeds bezig met beraadslagin
gen over de ingewikkelde financieel©
transacties van den vermoorden ko
ning. En juist door deze debatten
krijgt de antipathieke gezindheid je
gens de dynastie steeds nieuw voed
sel. Wat we wel dachten
Ook draagt de strenge wijze, waar
op door het huidige kabinet gere
geerd wordt, er veel toe bij, om da
sympathie, welke de jonge koning
Manuel zich ook bij de oppositie
verworven heeft, weder te verspe
len. De omstandigheden, teweegge
bracht door een wanbeheer, dat tien
tallen jaren haeft geduurd, moe tan
haar uitwerking noodwendig nog
langer doen gevoelen.
Men houdt het niet voor onmoge
lijk, zegt de correspondent dan ver
der, dat het vroeg of laat tot eea
rfieuwe revolutionnaire beweging zal
komen, en dat de dynastie opnieuw
in zeer groot gevaar verkeert, daar
?oowel bij het leger als bij de marine
het aantal ontevredenen dagelijks
groeit!
De heimelijke invoer van wapenen
duurt nog steeds ongehinderd voort.
De overheid is, óf niet geneigd, om
een eind te maken aan dezen handel,
die een grooten omvang heeft geno
men, óf zij bezit er de macht niet
toe.
En er bestaat niet de minste twij
fel aan, of ai deze wapens zijn voor
de revolutionnairen bestemd.
Gerust mag dan ook de correspon
dent de gevolgtrekking maken, lat
een nieuwe revolutie lang niet tot
de onmogelijkheden behoort!....
Droevig land!
TURKIJE.
De „neven-regeering" van de Jong-
Turken.
Tot dusverre hadden wij, en ve
len mèt ons niet veel denkbeeld
van den nieuwen Turkschen toestand
in de practijk, en van de manier
waarop de Jong-Turken optreden.
tWe krijgen daar nu echter een
beteren kijk op door een uiteenzet
ting van een te Konstantinopel wo
nend correspondent van een der groo
te bladen,'die de „nevenregeering",
welke de Jong-Turksche comités in
de Turksche steden hebben ingesteld,
duidelijk beschrijft.
[We nemen uit het stuk van den
correspondent een gedeelte hier over.
Het comité alhier (te Konstantino
pel dus) bestaat zegt de brief
schrijver uit een en twintig wer
kende leden, aan elk van wie een be
paalde kring en aard van werkzaam
heden is opgedragen, waarvoor zij
zich al jaren lang in het geheim, en
dikwijls met groot gevaar voor hun
vrijheid, hebben voorbereid. Het
zijn allen betrekkelijk jonge man
nen, tusschen veertig en vijf en twin
tig jaren, allen behoorende tot goe
de families en goed onderricht. Ze
ven zijn officieren, majoors of ka
piteins, de anderen a dvocaten, leera
ren en ambtenaren, en een jeugdige
mollah. Allen zijn Moslims De
leiding is, in tegenstelling van die
te Saloniki, waar zij nog in handen
der militairen berust, hier in die
van burgers, „mannen van de wet",
zooals door den president met na
druk wordt verklaard. Deze, de
advocaat Moestapha bei, is een ui
terst intelligent, zeer knap rechts
geleerde, ongeveer veertig jaar oud,
hupsch en voorkomend. Hem staan
ter zijde de dokter Riza Tewik bei,
professor in de filosofie aan de uni-
1
n
I
FfcUiLLËïON,
En de afwezigheid van Pierre
hielp mede, om Denise hare liefde
foor hem van dag tot dag te voelen
Mnemen. In plaats van, als vroeger,
he beleefdheden der jonge mannen,
hie haar bet hof maakten, af te
lijzen, scheen ze die thans veeleer
te moedigen, tot groote verba
zing van haar vader, die van dat
Vreemd gedrag niets begreep. Eens,
toen Marie er Dij haar zuster op
Aandrong, zich eindelijk te verkla-
ten, antwoordde Denise haar onom
wonden, dat zij nooit ee|n vermink
te trouwen zou. Dit hoonemde slaak
te Marie een kreet van ontsteltenis.
„Wat kan ik eraan doenik
kan het niet helpen", hernam De-
öise koel. „Mijn besluit is al geno
men, ik ga, me verloven met Ernile
Cha.vret
„Zal je dat doen?" riep Marie
nit, haar zuster omarmend en haar
strak in het gezicht starend;i
„neen, niet waar, dat zal je niet
Bat heb je alleen uit de grap ge
zegd Je wilt me voor het lapje
houden
„Volstrekt niet, 't is volkomen
ernst," antwoordde ijskoud het jon
ge: meisje. „Zeker," ging zij, zich
uit de omarming losmakend, voort,
„zeker, ik gevoel veel vriendschap
voor Pierre, maar ik kan er niet
in toestemmen zijn vrouw te wor-
iden Ik heb het hem trouwens
gisteren geschreven."
„Arme Pierre," zuchtte de blonde
Mairie, diep-meewarig, „hij zal er ze
ker van sterven."
„[Waarom trouw je hem zelf niet
vroeg Denise gekscherend, en zij
ging heen, Maria in haar gezicht
uitlachend.
Denzelfidiem avond nog zoni Ma
rie a,an haai' vriend een langen brief
vol van teedere en hartelijke troost
woorden.
Het huwelijk van Denise met
Emile: Chavret stond thans vast. Va
der Briot had zich vergeefs moeite
gegeven, zijn dochter tot edeler ge
dachten en gevoelens terug te bren
gen. Denise had niet willen luiste
ren, alle betoog liet haar onverschil
lig. In de volgende maand zou het
huwelijk worden voltrokken, ter
stond na, Paschen. Behalve Briot en
zijn jongste dochter dacht niemand
meer a,an Pierre, wiens lang zwijgen
deed vermoeiden, dat hij in den veld
tocht was omgekomen.
Men verbeelde zich derhalve 'de
uiterste verbazing in de familie
Briot, toen zij op zekeren morgen
•*fen militair het plein zagen opko
men. Hem ziende, deinsde Denise te
rug met een kreet, die blijkbaar de
angst haar ontperste! Marie stond
als vastgenageld, har© handen tegen
haar hart drukkend, en ©en-glimlach
van geluk speelde om haar lippen.
Ten zeerste verlegen wdst vader
Briot niet, welke houding aan te ne
men in tegenwoordigheid van Pierre,
die daar 'stond als een beeld, gewik
keld in zijn grooten donkeren man
tel, welke hem geheel omhulde.
„Dus is het gedaan, je bemint me
niet meer?" zei Pierre eindelijk met
langzame stem, op Denise zijn hel
deren blik richtend.
En daar het jonge meisje het hoofd
boog zonder te antwoorden, ging hij
op bitteren toon voort:
„Ja, ik begrijp het, ©en verminkt
echtgenoot, dat is al te gek. Het
doet er niets toe, of hij zijn arm
heeft verloren in den dienst van het
vaderland, hij is er niet te minder be
spottelijk om! Welnu, Denise, je
woord geef ik je terug."
Zich vervolgens tot Marie rich
tend, op een toon, waaruit groote
teederheid sprak, ging hij voort
„Ik dank je wel. lieve kleine
vriendin, die getracht hebt me door
je hartelijke brieven te troosten.
Wees er zieker van, dat ik je nimmer
vergeten zal!"
„Wat wil je daarmee zeggen?"
vroeg het jonge meisje levendig, met
een beweging, als wilde zij den sol
daat in de armen snellen.
„Da.t ik ga vertrekken, dat ik deze
streek ga verlaten, waar ik liefde
achterliet en slechte onverschillig
heid en verraad wedervond!"
„Komaan," onderbrak de oude
hoer, „we moeten hier geen dwaas
heden zeggen. Denise is een zottin,
die het geluk niet ziet, waai" het
zich bevindt, te erger voor haar!
Maar daarom moet je zoo niet aan
stonds allen moed opgeven, je zult
er niet te minder om, evenals vroe
ger. je plaats aan onze- tafel vinden
En dan," ging hij voort zonder
goed te weten .wat hij zei, „niets
bewijst, dat je niet een ander meisje
zult vinden, dat met je trouwen
wil."
„Gij vergeet," antwoordde Pierre,
„da.t men niet met ©en éénarmig©
trouwt."
„Hoe weet je dat?" vroeg Marie
met hoog© kleur en hijgend.
„Inderdaad!" hernam de soldaat
met een stem, waarin hij tevergeefs
poogde zijn ontroering te verbergen,
„geloof je da.t er een meisje kan be
staan, genoeg vrij van vooroordee-
len, om er in toe te stemmen de
vrouw te worden van een vermink
te?...."
„Ja, dat geloof ik," zei bet meisje
vastbesloten, terwijl Denise zich af
wendde, haar vxoegeren verloofde
niet meer durvende aanzien.
„Tien jij het bijgeval. Marie?"
vrceg Pierre glimlachend.
„Ja, Pierre, als je wilt."
„Omhels mij dan," riep de jonge
man zijn mantel nu van zich weg
werpend, en inu daar staande rechtop,
met krijgshaftig uiterlijk de beide
armen uitgestrekt, de galons van
wachtmeester op de mouw en de mi
litaire medaille op de borst!....
Marie lag reeds in zijn armen, ter
wijl vader Briot een traan wegwisch-
te' en Denise onthutst en verlegen
zich langzaam verwijderde.
„Maar zeg 'reis," vroeg de oude
boer, de handen van zijn toekomsti-
gen schoonzoon drukkend, „zeg 'reis,
hoe zit dat, dat je, een arm verlo
ren hebbende, er toch nog twee be
zit
„O. da.t is heel eenvoudig."' ant
woordde de, wachtmeester glimla
chend. „Wegens een kogelwonde in
mijn linkerarm was er sprake van.
amputatie. Ik beschouwde die ope
ratie reeds als zco zeker, dat ik. nog
een brief willende meegeven met den
toen vertrekkenden koerier, u d©
droeve tijding melide. Maar ik had
het geluk, de wreed© verminking,
die .mij dreigde, te ontgaan.... En
waarlijk, ik gevoel er mij dubbel ge
lukkig over," ging hij voort, Marie
zacht naar zich toe trekkend en een
kus drukkend op de blonde haren,
die over h3ar rein voorhoofd golf
den.
BIK HMRLENSCHE COURANT
I