DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. Kinderhuisvest 29-38-33, Haarlem BUITENLAND. BINNENLAND. Des Keizers barbier. VRIJDAG 21 AUG. 1908. 33^3 jaargang No. 6666 Bureaux van Redactie en Administratie: Interc. Telefoonnummer 1426. ►P On-Hollandsch. Verspreide Berichten. FEUILLETON, HIK WURLEMSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Haarlem fl.35 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.85 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,80 Afaonderlijke nummers0.05 PRU8 DER ADVERTENTIËN Van 16 regelsfO.0O (oontant)f 0.60 Elke regel meer.0.10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie A contant. 1000 Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van: 400™*3nn==? inn mnRn~" schiktheid tot werken. wijsvinger. 15 GULDEN bjj verlies van éen andwen vinger. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. Het blaadje der oud-liberalen, de ,,Nederlandsche Stemmen," dringt aan in een hoofdartikel op eenalgemeene volksagitatie tegen Venezuela. Een volksprotest moet worden uit gebracht tegen het optreden van den Venezolaanschen dwingeland, aldus raadt dit blad aan, en Nederland moet Castro maar eens flink mores leerenl Wij hopen, dat dit advies niet worde gevolgd I Vooreerst, omdat onze Regeering noodzakelijk éérst met den gezant de Reus heeft te confereeren, die én over den toestand in Venezuela, én over zijn brief aan „Hou en Trouw," welke de directe aanleiding was tot Castro's optreden, inlichtingen zal hebben te verschaffen. Maar dan ook, omdat Nederland, waar de Vredesbeweging huist en het Hof van Arbitrage woont, waar het „Vredespaleis" gesticht zal worden en de Vredesconferenties hun vergaderin gen houden, een voorbeeld heeft te geven van kalm overleg, vredelievende gezindheid, en diplomatieke voorzich tigheid. Uit de berichten blijkt, dat onze regeering ook al bezig is, den weg van onderhandelen en vrede te gaan. Dat is juist gezien, dunkt ons. In het land der „Reine de la Paix" denkt men niet aan oorlog, zelfs niet tegen een despootje als Venezuela's Castro is 1 Althans niet, zoolang het nog kan worden afgewend. Dat is geen geringschatting van onze weerkracht, maar dat is beginsel. En daarom is het opzweepen der volkshartstoehten, zooals „Nederland- sche Stemmen", doen die een volks- drang naaroorlog wenschen,zoo on-Hol- landsch mogelijk! Wij althans wenschen daaraan niet mee te werken 1 'BELGIË. De Congokwestie. Een nederlaag voor do regeering. Be Belgische Kamer lieeft giste ren, na. de verschillende wetsontwer pen te hebben aangenomen, gestemd over de geheele koloniale wiet. Deze ging er door met 90 .tegen 48 stemmen en 9 onthoudingen. Maar te voren was er nog een verandering in gebracht, die van het allergrootste gewicht is te noemen. De regeering had p.,1. op het aller laatste ooganblik, in overeenstem ming met den Koning, nog de be paling voorgesteld, dat België zou aansprakelijk wezen ,voor de finan cieel© verbintenissen van den onaf- h ankelij ken Cohgo-staat. Dat kon er bij velen niet door. De heer tWoeste, die ook tegen stemde, zeide heel terecht:„Zeker is het dat heel het actief van den Congo ons niet zal toekomen. jWjaar- om ons dan heel het passief opleg gen Het voorstel werd dan ook met 75 tegen 45 stemmen verworpen. Dadelijk na de vergadering gingen de ministers aan het beraadslagen. Verschillende ministers zoo meldt een berichtgever toonden, evenveel moedeloosheid als yierbit- etering. De Brusselsche correspondent yan het „Handelsblad van Antwerpen" meldt daarover op zijn eigenaardige wijze „Men beschouwt inderdaad dat het onverantwoordelijk zou zijn de pijp aan Marten te geven op het oogan blik dat het lange en vermoeien do Kongo-debat eindelijk den afloop be reikt. „Maar ik geloof dat geen tweed© dergelijk incident zich zou moeten voordoen, of het werk van lange maanden zoeken en beraadslagen zou in het water vallen, zooals met de mijnenwet het geval was." Over hetgeen er verder is voor gevallen, meldt het genoemde blad: „M. Schollaert had met Zijne Ma jesteit een onderhoud dat anderhalf uur geduurd heeft. Geen besluit is genomen, maar men is van oordeel dat het ministerie zijn ontslag niet zal geven. Men zal de beraadslaging over dei koloniale wet voortzetten, haar morgen ten einde brengen en het ontwerp zal in zijnen aangeno men vorm naar den Senaat worden gezonden. Daar zou een verandering kunnen komen, 't zij door eene bood schap van den Koning, 't zij door formeele verklaringen van de regee ring, als di© welke gisteren gegeven gegeven wenden. Mien denkt bijge volg dat het ontwer'p in October terug voor dei Kamer zal komen. Een ministerraad heeft dezen middag plaats gehai in het paleis te Brussel, onder voorzitterschap des Konings. „Hot is van nu af zeker dat alle vrees voor ministerieel© crisis vol komen geweken is." De uitslag van een en ander is nu, dat men eenvoudig de stemming van den senaat afwachten zal. FRANKRIJK. Beduchtheid voor Zuid-Algerië. We hebben al gemeld, dat de Fran- schen leelijk met den algemeenen op stand zitten te kijken, die opeens alle Moorenstammen in Zuid-Algerië heeft vaardig gemaakt en ze tegen Frank rijk doet optrekken. Er gaan herhaaldelijk troepen heen, en de Franschen bereiden zich voor op alle gebeurlijkheden. Generaal Lyautey zelf leidt de operaties. De militaire autoriteiten schijnen echter van plan te zijn voorloopig niet aanvallend op te treden, maar met het oog op de buitengewone hitte daarmede te wachten tot 15 September. De post Boe Denib die Eet verst naar het Zuiden ligt vooruitgeschoven, is in krachtigen staat van verdediging gebracht; zij is omgeven door een driedubbel net van prikkeldraad en het garnizoen bestaat uit 800 man, een batterij geschut en twee secties mitrailleuses. Bovendien is er een ruime voorraad van levensmiddelen en am munitie bijeengebracht, zoodat de post een aanval kan weerstaan en niet da delijk aangewezen is op versterkingen. De oproerige stammen dringen met duizendtallen krijgers bijeen, zoodat als de voorteekens niet bedriegen, den Franschen een zware strijd te wach ten staat. Nieuwe koloniale moeielijkheden. Behalve in Zuid-Algerië, schijnt Frankrijk nog een zwaren strijd te moeten voeren in den Franschen Con go, Midden-Afrika. Volgens berichten daarvandaan is kapitein Fabiani, die het bevel voert over de tweede compagnie Senega- leesche tirailleurs eu commandant is van het militaire district van Boven Joindo Gaboon (Fransch West-Afrika), op het oogenblik door de Babaudee- zen, een menschen-etende stam, te Veil omsingeld. Bij den laatsten uit val, dien kapitein Fabiani ondernam, werden tien tirailleurs gedood of ge wond. De toestand in geheel de Ogoue- etreek is tamelijk ernstig; de Euro peanen zijn zeer angstig, en velen zijn op bet punt naar Frankrijk te ver trekken. TURKIJE. Bezuinigingen. Nummer één van het programma der nieuw© Turksche regeering is hoe kan het ook anders bezui niging! De Turksche financiën zijn altijd erg in de war geweest, en spreek woordelijk waren ze noodlijdend. Maar men moet ook hooren hoe dat in elkaar zit Alleen reeds door de afschaffing van het binnenlandsche spionnage- stelsel wordt nu een bezuiniging van 15 millioen guldens verkregen! Een andere bezuiniging zal het gevolg zijn van een wettelijke rege ling der tractementen van de hoog© burgerlijkei en militaire ambtena ren. Hoeveel onnoodige ambtenaren door het paleis werden aangesteld, blijkt reeds uit een mededeling van den minister van buitenlandsche za ken, die 200 staatsraden en rechtsge leerde hijraden ontslaan kon. tiaar hij er aan 30 meer dan genoeg had! Ook bij d© douane en bij andere departementen wemelt het yan on noodige ambtenaren, wier aantal sterk zal worden verminderd. De camarilla had, zonder zich van de kosten iets aan te trekken, alleen terwille van de vriendjes, groote aantallen zulke baantjes geschapen- Een andere bezuiniging zal wor den verkregen door het nietig ver klaren van alle .contracten voor de marine. Tegen den oud-minister van ma rine, die deze contracten afsloot, is reeds een vervolging ingesteld. Andere oud-ministers hebben be langrijke bedragen aan den staat af gestaan. De vroegere minister van oorlog Risja-Pasja, betaalde' aan den Staat 100.000 Turksche Ponden, die op zijn naam in een bank waren belegd; de oud-generaal Zekki-pasja heeft medegedeeld, dat hij zijn ge heele vermogen ter beschikking van den staat stelde! Van andere oud- ambtenaren, o. a. van Izzet-pasja en van Selim-pasja-Mallameh is het ge heele vermogen floor den staat gecon- fiskeerd En zoo gaat het floor. Men moet zeggen: de bezem der Jong-Turken veegt dan toch wel heel wat vuilen boel weg! Nieuwe toestanden te scheppen. Maar met het wegvegen van den ouden rommel heeft men nog geen nieuwen toestand geschapen. Dat is nu de zwaarste taak der Jong-Tur- ken, te zwaarder nog, omdat er in Turkije geen practisch en theore tisch voldoende onderlegde mannen zijn. De Jong-Tuxken willen dat nu op lossen floor eenige bekwame mannen van elders te vragen, om de verschil lende diensten te reorgani seerenjien Franschen oud-minister Rouvier ter reorganisatie van de financiën, den Duitschen generaal Von der Goltz tot inrichting van het leger, enz. JVel practisch! PERZIË. 't Nieuwste parlementairisme. De nieuwste vorm van parlemen tairisme heeft men nu uitgevonden in of voor Perzië. Althans als de berichten, die zelfs voor Perzische toestanden nog wat ongeloofelijk klinken, waar zijn. De Sjah zal, naar deze curieuze berichten, een besluit uitvaardigen, waarbij de verkiezingen afgeschaft worden en de regeering gemachtigd wordt, zélf afgevaardigden te benoemen. Dat is de beste weg om altijd in de meerderheid te blijven, nietwaar? Maar nog fraaier is wat nog méér wordt gemeld. De Sjah zou n.l. voornemens wezen de parlementaire mandaten tegen hoogen prijs te koop te bieden, om de schatkist met de opbrengst te stijven! Als dèt nu niet je nieuwste opvat ting van een parlementair stelsel is, dan weten we het niet meer! Vorsten bezoeken. De koning van Zweden komt in November in Enge land bij koning Edward te visite, waar dan ook bet koningspaar van Noorwegen vertoeven zal. Dat wordt eens een pikante ontmoeting! De „Kapitein van Köpenick". Wij hebben niet mee willen doen aan de ongezonde en dwaze manier van doen die vele bladen kolommen vol heeft doe* sc hrijven over den schoenmaker Voigt. di e door den keizer, zooals onze lezers weten, uit de gevangenis is ontslagen. Het teekent wel, dat die Voigt op het oogenblik zoo'n soort van nationale held in Duitschland is geworden! De man heeft een kapitaaltje uit zijn boevenstreek geslagen, en we lezen ellenlange stukken interviews enz. over den handigen pseudo-kapitein. We zuilen er verder het zwijgen over doen: de man wordt kashou der in een tingeltangel te Kiel bij Ham burg, z'n openbare levensperiode kan daarmede wel besloten worden Turkije en Egypte. Zooals te begrijpen is, zijn de Jo*g-Egrptenaren wakker geworden na het succes der Jong- Turken. En verscheidene vooruitstre vende bladen, in Egypte verschijnende, hebben nu telegrammen gezonden aan den Sultan, waarin zij dezen verzoeken den Khedive te raden oko Egypte een grondwet te schenken. Jawel, als bet „vrijheidslievende'' Engeland er maar niet was Uit Zuid-Afrik a. In den wet- gevenden Raad der Oranjerivier-kolonie te Bloemfontein, is de schoolwet, die het Engelsch en het Hollandseh bij het on derwijs op gelijken voet stelt, in tweede lezing aangenomen. Hofberichten. Prins Hendrik wordt den 24en op Het Loo terug verwacht en is voor nemens te Utrecht de vergadering bij te wonen van de door hem gestichte landbouwvereeniging. De Koningin-Moeder vertrok gisteren morgen te 9 uur naar het Loo en wordt tegen 3 uur op Soestdijk terug verwacht. Uit de Staats-Courant. Bij Kon. Besl. is benoemd: tot lid van het Hoog Militair Gerechtshof mr. H. J. M. Tijssens, thans rechter in de arrondissement-rechtbank te Dordrecht. De ex-gezant in Venezuela. Onze uit Caracas vertrokken mi nister-resident in Venezuela De Reus, wordt aanstaanden Zaterdag of Zondag te 'sGravenhage verwacht. De anti-rev. partij en dr. Kuyper. Me* meldt uit Groningen aan de „Leeuw. Ct." In het Noorden van ons land wor" Op zekeren dag in de eerste jaren van zijn regeering was kei zer Frans Jozef op jacht. Zooals toen doorgaans geschiedde, was hij ook yan het jachtgezelschap afge dwaald, om zich op zijne wijze te amuseieren. Daar ontmoette hij op een pad. in het bosch een boer, die zijn paard aan de lijn hield, dat tot aan het hoofd met dekens" bedekt Was. „kVVat scheelt je paard, lands man vroeg de keizer. „Is 't kreu pel De aangesprokene bekeek den otn- bekenden jager van het hoofd tot de .voeten, en antwoordde eindelijk „Als je evenveel verstand van ha zen als van paarden hebt, dan zal je niet veel geschoten hebben. Je kunt toch wel zien, of een paard al dan niet kreupel is?" „Dan is 't zeker ziek, of je brengt het naar den hoefsmid?" „Dat kan wel!" .antwoordde het boertje spottend. „Of je vreest, flat het paard je niet dragen kan?" ging de keizer schertsend voort. De boer stond een oogenblik in beraad, of hij den jager wel langer met ©enig .antwoord vereeren zou. Een eigenaardig .gebarenspel gaf te kennen, hoe beleedigd hij was over geringen dunk, dien men yan zijn paard had. „Je hebt zeker niet heel veel ver stand van rijden, hè meende hij. „Misschien wiel een beetje!" ant woordde Frans Jozef, „kWil ik je dat eens bewijzen „Als 't maar niet op mijn paard is!" viel de boer hem haastig in de rede. „Neen, flit paard is voor den keizer bestemd. Geen andere zal het rijden dan hij en geen1 ander zal 't bederven. Mijn zoon de huzaar heeft bet afgereden en daarom ga ik er te voet naast; zoo zit de vork in den steel, als je 't dan absoluut weten wilt." „Aha, voor den keizer!" riep Franz Jozef uit, „dat is wat anders! Maar neem bet paard even die klee- den af; dan kan ik 't eens zien." „Zien wou je 't Je hebt er tóch geen verstand van." „Toch wel. Een weinig .verstand heb ik er wel van, landsman." ,,'k Geloof het niet." „En buitendien wil ik je ee,n goe den raad geven, hoe je 'doen moet om hij den keizer toegelaten te wor den. JV.ant ik ben aan het hof en zonder voorspraak is het zoo ge makkelijk niet, om den keizer te spreken t© krijgen." De boer lachte om die opmerking. „Jij bent ook een rare snaak!" riep hij uit. „Om mjjn keizer te spreken, daarvoor is zooveel drukte niet noodig, als je mij wilt wijs maken nou, en voor den stal knecht en den voorrijder en iden por tier heb ik guldens genoeg in dein zak „Dat geloof ik wel! Maar je kunt di© uitwinnen, als je mij in dien arm neemt." ,.,Dus jij wilt die guldens ver dienen „Neen, jou help ik voor niets. Ik zad den keizer over je paardje spre ken. Maar ads ik dat doen zal, moet je me eerst bet paard eens laten zien." „Als 't anders niet is daar heb ik niet op tegen. Maar wat ben je toch eigenlijk voor iemand?" „Ik ben des keizers barbier." „Is dit oprecht de waarheid." „Zeker; zoo waar ik hier voor je sta." „Barbier, nu dat is nog zoo kwaad niet, als je wat te doen hebt," zeide de boer, het dekkleed wegnemend. „Kijk nu eens, is dat geen mooi paard „[Waarachtig een allerliefst diertje!" riep de keizer verheugd uit, terwijl hij dichterbij kwam en het over den rug streek. „Hoor eens," ging .hij voort, „als je wilt dat ik den keizer er over spreek, dan moet je mij toch ver gunnen ,om er even op te stijgen- [Wees maar niet benauwd! Zie, als de keizer, zich zelf eiken dag zijns levens aan mijne handen toever trouwt eln als ik wat zeg, luis tert hij naar mij zoo geloof ik, dat je mij ook je paard wel een paar minuten kunt toevertrouwen." Het boertje boorde dit alles kalm aan, doch scheen volstrekt geen lust te hebben om het verzoek in te wil ligen. Erans Jozef echter liet niet af en vleide en bepraatte hem, totdat de hoer eindelijk toegaf, en de kei zer besteeg bet paard. Hij reed een paar malen op en neer, en verzuimde daarbij niet, om 't een en ander over den gracieusen loop, de edele houding, fameusen bouw van bet paard en dergelijke zich te laten ontvallen, wat het boer tje gaarne scheen te hooren. Maar eensklaps drukte de keizer het 'dier de sporen in de zijde en voordat de boer nog wist wat er gebeurde, waren ros en ruiter uit 't gezicht verdwenen. De verbluftheid van den bedro gen boer duurde intusschen niet lang. „Wacht maar, jou zal ik wel krij gen, leelijke spitsboefriep hij uit, spoedde zich naar ld© naaste boeren hofstede1, huurde een wagentje en: reed regelrecht naar Weenen. Daar woonde ©en winkelier, die altijd aardappels van hem had; dien zocht hij 't eerst op en vertelde wat hem wedervaren was. De winkelier was dadelijk bereid, om zijn aardappel-leverancier paar zijn beste vermogen op den rechten weg te helpen. Eerst was het nu zaak om uit tei vorschen, wie bar bier aan het hof was. De winkelier, goed in de stad be kend, wist zich met behulp van de overheid een lijst van dë hof barbiers te verschaffenvol schrik ontwaarde men, dat er een massa waren. Zuchtend hoorde de boer zijn vriend de lange rij namen voorle zen. De winkelier raadde hem aan, om geen verdere nasporingen te doen, regelrecht op het doel af te gaan, den keizer een audiëntie te verzoeken en hem het gebeurde mee te deelen. Doch de boer aarzelde, idien stap te doen, want reeds voor jaren had hij een kostbaar proces verloren, doordat het hem aan bewijzen ont broken had. En juist daaraan ont brak het hem ook thans. Hij nam dus met zijn vriend in het rijtuig plaats en reed van den eenen hofbarbier naar den anderen. Een dag ging voorbij, maar de gezochte werd niet gevonden, hoewel elke bar bier goed in oogenschouw genomen werd. Zou de paardendief soms een ge meen© bedrieger geweest zijn? De vraag begon het hoertje zich te nu stellen. Toch kwam hem dit onwaar schijnlijk voorwant, hoe' hadde deze aan de jachtpartij van het hof kun nen deelnemen Neen. En de dief had hem plechtig verzekerd, dat hij de barbier van den keizer was, en toen hii dit zei, had de boer .hem in de oogen gezien. Het was iemand van het hof; dit stond vast. Het belachelijkste van die hofbar- biersbezichtiging was echter, dat geen enkele dier artisten zich er op beroemen kon, ook maar een enkele maal het hooggeschatte gezicht van Zijn© Majesteit met zijn scheerkwast aangeraakt te hebben. W ie die ben ij de ns w aardige1 taak in werkelijk heid te vervullen had Idit was al thans voor fle- keizerlijke hofbarbiers zeiven, een ondoorgrondelijk geheim. Dit maakte de taak van den hoer niet gemakkelijker. Intusschen wist hij ook hier raad. Hij besloot, zich in het kasteel op de loer te leggen en niet terug te keeren, voordat hij den bedrieger met eigen oogen gezien en ontmas kerd had. Zoo gezegd, zoo gedaan. Na zijne terugkomst van de jacht had keizer Frans Jozef onmiddel lijk bevel gegeven, dat men ©en hoer, wiens signalement hij nauwkeurig opgaf, ongehinderd moest binnenla ten, voor het geval dat een dusdanig persoon zich mocht aanmelden. Van 's morgens vroeg tot den avond liep de bestolene nu over de pleinen van den Hofburg, hield een ieder, die voorbij kwam, scherp in 't oog, en meende meer dan eens, dat hij den schuldige gevonden had. Maar als hij dan regelrecht op een hoveling af kwam en hem den weg versper de, of zelfs toeriep, stil te staan, moest hij steeds met beschaming zien, dat hij een onschuldige ver dacht had. Mismoedig over het slechte resul taat van zijn spionneerstelsel, be sloot hij eindelijk in een opwelling van rechtmatige gramschap, om re gelrecht zich naar- den keizer te be geven en dien eens te onthullen, wel ken schavuit hij in zijn dienst had. Terwijl dit besluit tot rijpheid heid kwam, had de keizer reeds dag en uur van zijn aankomst verno men. Want. zijn wandelingen in den Hofburg, zoomede het onophoudelijk aanhouden van verschillende hove lingen, in wier persoon de boer den dief meende te herkennen, was Zijn© Majesteit al ter oore gekomen. En zoo gaf deze laatst© bevel.den boer dadelijk tot eene audiëntie toe te laten. Dit geschiedde. In de keizerlijke audiëntiezaal wa ren vele menschen verzameld, ten deel© hofbeambten, ten dee Ie men schen die iets te verzoeken hadden. Opnieuw liet de boer zijn valkenoog over de aanwezigen gaan, ten eind© den booswicht uit te vorschen, maar te vergeefs. Het dievengezicht was er niet bij. Daar openden zich de vleugeldeu ren van bet aangrenzend kabinet en met een zachten, weiwillenden glimlach trad de keizer de zaal bin nen. Algemeen© diepe buiging. De boer echter had hem, die bin nenkwam, ternauwernood gezien, toen hij als een leeuw op zijn buit aanvloog, den keizer bij den kraag: pakte, en uitriep: „Wacht-, nou heb ik je!" De verschrikte omstanders ver moedden een moordaanslag en wier pen zich op den boer. Frans Jozef had echter geen oo genblik zijn tevreden lachje v rlo- loren. En terwijl hij den boer vriend schappelijk op den schouder klopte, zeide hij „Mijne hoeren, zijt niet bezorgd; dat is een braaf man. Ik had mij onlangs een scherts met hem veroor loofd en daarvoor ontvang ik nu mijn verdiende loon En tot den hoer zich wendende, reikte hij dien welgemoed de hand en zeide: [Waarde vriend. Je paard is een' voortreffelijk dier en ik heb het dankbaar van je aangenomen: want want de man, dien je het wilde bren gen, ben ik keizer Franp Jozef!" Hij beloofde hem zijn protectie en een goede belooning. D© boer zelf was de ©enige, die onverschillig bij dit toonecl bleef. Met het hoofd gebogen, zag hij voor zich op den grond en scheen met di© onverwachte oplossing van de zaak in 't minst niet tevreden. Eindelijk hief hij het hoofd op. zag den keizer aan en sprak op smartelijken toon: „Ik had liever, dat het paard op den weg was doodgevallen, dan dat je tegenover mij een leugen moest zeggen... Gij hebt mij toch plech tig verzekerd, dat je 's keizers bar bier waart!" „En ik heb geen onwaarheid ge sproken, vriendlief," antwoordde Erans Jozef ernstig, die begreep, wat er omging in den boer tot dusverre zijn oprechte vereerder „want weet je, ik scheer mij zelf EINDE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1