DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
Kinderhuisvest 29-38-33, Haarlem
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Des Keizers barbier.
VRIJDAG 21 AUG. 1908.
33^3 jaargang No. 6666
Bureaux van Redactie en Administratie:
Interc. Telefoonnummer 1426.
►P On-Hollandsch.
Verspreide Berichten.
FEUILLETON,
HIK WURLEMSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Haarlem fl.35
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.85
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,80
Afaonderlijke nummers0.05
PRU8 DER ADVERTENTIËN
Van 16 regelsfO.0O (oontant)f 0.60
Elke regel meer.0.10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie A contant.
1000
Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van:
400™*3nn==? inn mnRn~"
schiktheid tot
werken.
wijsvinger.
15
GULDEN bjj
verlies van
éen andwen
vinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
Het blaadje der oud-liberalen, de
,,Nederlandsche Stemmen," dringt aan
in een hoofdartikel op eenalgemeene
volksagitatie tegen Venezuela.
Een volksprotest moet worden uit
gebracht tegen het optreden van den
Venezolaanschen dwingeland, aldus
raadt dit blad aan, en Nederland moet
Castro maar eens flink mores leerenl
Wij hopen, dat dit advies niet
worde gevolgd I
Vooreerst, omdat onze Regeering
noodzakelijk éérst met den gezant de
Reus heeft te confereeren, die én over
den toestand in Venezuela, én over
zijn brief aan „Hou en Trouw," welke
de directe aanleiding was tot Castro's
optreden, inlichtingen zal hebben te
verschaffen.
Maar dan ook, omdat Nederland,
waar de Vredesbeweging huist en het
Hof van Arbitrage woont, waar het
„Vredespaleis" gesticht zal worden en
de Vredesconferenties hun vergaderin
gen houden, een voorbeeld heeft te
geven van kalm overleg, vredelievende
gezindheid, en diplomatieke voorzich
tigheid.
Uit de berichten blijkt, dat onze
regeering ook al bezig is, den weg van
onderhandelen en vrede te gaan.
Dat is juist gezien, dunkt ons.
In het land der „Reine de la Paix"
denkt men niet aan oorlog, zelfs niet
tegen een despootje als Venezuela's
Castro is 1
Althans niet, zoolang het nog kan
worden afgewend.
Dat is geen geringschatting van
onze weerkracht, maar dat is beginsel.
En daarom is het opzweepen der
volkshartstoehten, zooals „Nederland-
sche Stemmen", doen die een volks-
drang naaroorlog wenschen,zoo on-Hol-
landsch mogelijk!
Wij althans wenschen daaraan niet
mee te werken 1
'BELGIË.
De Congokwestie. Een nederlaag
voor do regeering.
Be Belgische Kamer lieeft giste
ren, na. de verschillende wetsontwer
pen te hebben aangenomen, gestemd
over de geheele koloniale wiet.
Deze ging er door met 90 .tegen
48 stemmen en 9 onthoudingen.
Maar te voren was er nog een
verandering in gebracht, die van het
allergrootste gewicht is te noemen.
De regeering had p.,1. op het aller
laatste ooganblik, in overeenstem
ming met den Koning, nog de be
paling voorgesteld, dat België zou
aansprakelijk wezen ,voor de finan
cieel© verbintenissen van den onaf-
h ankelij ken Cohgo-staat.
Dat kon er bij velen niet door.
De heer tWoeste, die ook tegen
stemde, zeide heel terecht:„Zeker
is het dat heel het actief van den
Congo ons niet zal toekomen. jWjaar-
om ons dan heel het passief opleg
gen Het voorstel werd dan ook
met 75 tegen 45 stemmen verworpen.
Dadelijk na de vergadering gingen
de ministers aan het beraadslagen.
Verschillende ministers zoo
meldt een berichtgever toonden,
evenveel moedeloosheid als yierbit-
etering.
De Brusselsche correspondent yan
het „Handelsblad van Antwerpen"
meldt daarover op zijn eigenaardige
wijze
„Men beschouwt inderdaad dat het
onverantwoordelijk zou zijn de pijp
aan Marten te geven op het oogan
blik dat het lange en vermoeien do
Kongo-debat eindelijk den afloop be
reikt.
„Maar ik geloof dat geen tweed©
dergelijk incident zich zou moeten
voordoen, of het werk van lange
maanden zoeken en beraadslagen zou
in het water vallen, zooals met de
mijnenwet het geval was."
Over hetgeen er verder is voor
gevallen, meldt het genoemde blad:
„M. Schollaert had met Zijne Ma
jesteit een onderhoud dat anderhalf
uur geduurd heeft. Geen besluit is
genomen, maar men is van oordeel
dat het ministerie zijn ontslag niet
zal geven. Men zal de beraadslaging
over dei koloniale wet voortzetten,
haar morgen ten einde brengen en
het ontwerp zal in zijnen aangeno
men vorm naar den Senaat worden
gezonden. Daar zou een verandering
kunnen komen, 't zij door eene bood
schap van den Koning, 't zij door
formeele verklaringen van de regee
ring, als di© welke gisteren gegeven
gegeven wenden. Mien denkt bijge
volg dat het ontwer'p in October
terug voor dei Kamer zal komen.
Een ministerraad heeft dezen
middag plaats gehai in het paleis
te Brussel, onder voorzitterschap des
Konings.
„Hot is van nu af zeker dat alle
vrees voor ministerieel© crisis vol
komen geweken is."
De uitslag van een en ander is nu,
dat men eenvoudig de stemming van
den senaat afwachten zal.
FRANKRIJK.
Beduchtheid voor Zuid-Algerië.
We hebben al gemeld, dat de Fran-
schen leelijk met den algemeenen op
stand zitten te kijken, die opeens alle
Moorenstammen in Zuid-Algerië heeft
vaardig gemaakt en ze tegen Frank
rijk doet optrekken.
Er gaan herhaaldelijk troepen heen,
en de Franschen bereiden zich voor op
alle gebeurlijkheden. Generaal Lyautey
zelf leidt de operaties.
De militaire autoriteiten schijnen
echter van plan te zijn voorloopig niet
aanvallend op te treden, maar met
het oog op de buitengewone hitte
daarmede te wachten tot 15 September.
De post Boe Denib die Eet verst
naar het Zuiden ligt vooruitgeschoven,
is in krachtigen staat van verdediging
gebracht; zij is omgeven door een
driedubbel net van prikkeldraad en
het garnizoen bestaat uit 800 man,
een batterij geschut en twee secties
mitrailleuses. Bovendien is er een ruime
voorraad van levensmiddelen en am
munitie bijeengebracht, zoodat de post
een aanval kan weerstaan en niet da
delijk aangewezen is op versterkingen.
De oproerige stammen dringen met
duizendtallen krijgers bijeen, zoodat
als de voorteekens niet bedriegen, den
Franschen een zware strijd te wach
ten staat.
Nieuwe koloniale moeielijkheden.
Behalve in Zuid-Algerië, schijnt
Frankrijk nog een zwaren strijd te
moeten voeren in den Franschen Con
go, Midden-Afrika.
Volgens berichten daarvandaan is
kapitein Fabiani, die het bevel voert
over de tweede compagnie Senega-
leesche tirailleurs eu commandant is
van het militaire district van Boven
Joindo Gaboon (Fransch West-Afrika),
op het oogenblik door de Babaudee-
zen, een menschen-etende stam, te
Veil omsingeld. Bij den laatsten uit
val, dien kapitein Fabiani ondernam,
werden tien tirailleurs gedood of ge
wond.
De toestand in geheel de Ogoue-
etreek is tamelijk ernstig; de Euro
peanen zijn zeer angstig, en velen zijn
op bet punt naar Frankrijk te ver
trekken.
TURKIJE.
Bezuinigingen.
Nummer één van het programma
der nieuw© Turksche regeering is
hoe kan het ook anders bezui
niging!
De Turksche financiën zijn altijd
erg in de war geweest, en spreek
woordelijk waren ze noodlijdend.
Maar men moet ook hooren hoe
dat in elkaar zit
Alleen reeds door de afschaffing
van het binnenlandsche spionnage-
stelsel wordt nu een bezuiniging van
15 millioen guldens verkregen!
Een andere bezuiniging zal het
gevolg zijn van een wettelijke rege
ling der tractementen van de hoog©
burgerlijkei en militaire ambtena
ren. Hoeveel onnoodige ambtenaren
door het paleis werden aangesteld,
blijkt reeds uit een mededeling van
den minister van buitenlandsche za
ken, die 200 staatsraden en rechtsge
leerde hijraden ontslaan kon. tiaar
hij er aan 30 meer dan genoeg had!
Ook bij d© douane en bij andere
departementen wemelt het yan on
noodige ambtenaren, wier aantal
sterk zal worden verminderd.
De camarilla had, zonder zich van
de kosten iets aan te trekken, alleen
terwille van de vriendjes, groote
aantallen zulke baantjes geschapen-
Een andere bezuiniging zal wor
den verkregen door het nietig ver
klaren van alle .contracten voor de
marine.
Tegen den oud-minister van ma
rine, die deze contracten afsloot, is
reeds een vervolging ingesteld.
Andere oud-ministers hebben be
langrijke bedragen aan den staat af
gestaan. De vroegere minister van
oorlog Risja-Pasja, betaalde' aan den
Staat 100.000 Turksche Ponden, die
op zijn naam in een bank waren
belegd; de oud-generaal Zekki-pasja
heeft medegedeeld, dat hij zijn ge
heele vermogen ter beschikking van
den staat stelde! Van andere oud-
ambtenaren, o. a. van Izzet-pasja en
van Selim-pasja-Mallameh is het ge
heele vermogen floor den staat gecon-
fiskeerd
En zoo gaat het floor.
Men moet zeggen: de bezem der
Jong-Turken veegt dan toch wel
heel wat vuilen boel weg!
Nieuwe toestanden te scheppen.
Maar met het wegvegen van den
ouden rommel heeft men nog geen
nieuwen toestand geschapen. Dat is
nu de zwaarste taak der Jong-Tur-
ken, te zwaarder nog, omdat er in
Turkije geen practisch en theore
tisch voldoende onderlegde mannen
zijn.
De Jong-Tuxken willen dat nu op
lossen floor eenige bekwame mannen
van elders te vragen, om de verschil
lende diensten te reorgani seerenjien
Franschen oud-minister Rouvier ter
reorganisatie van de financiën, den
Duitschen generaal Von der Goltz
tot inrichting van het leger, enz.
JVel practisch!
PERZIË.
't Nieuwste parlementairisme.
De nieuwste vorm van parlemen
tairisme heeft men nu uitgevonden
in of voor Perzië.
Althans als de berichten, die zelfs
voor Perzische toestanden nog wat
ongeloofelijk klinken, waar zijn.
De Sjah zal, naar deze curieuze
berichten, een besluit uitvaardigen,
waarbij de verkiezingen afgeschaft
worden en de regeering gemachtigd
wordt, zélf afgevaardigden te benoemen.
Dat is de beste weg om altijd in
de meerderheid te blijven, nietwaar?
Maar nog fraaier is wat nog méér
wordt gemeld.
De Sjah zou n.l. voornemens wezen
de parlementaire mandaten tegen
hoogen prijs te koop te bieden, om
de schatkist met de opbrengst te
stijven!
Als dèt nu niet je nieuwste opvat
ting van een parlementair stelsel is,
dan weten we het niet meer!
Vorsten bezoeken. De koning
van Zweden komt in November in Enge
land bij koning Edward te visite, waar
dan ook bet koningspaar van Noorwegen
vertoeven zal. Dat wordt eens een pikante
ontmoeting!
De „Kapitein van Köpenick".
Wij hebben niet mee willen doen aan de
ongezonde en dwaze manier van doen
die vele bladen kolommen vol heeft doe*
sc hrijven over den schoenmaker Voigt.
di e door den keizer, zooals onze lezers
weten, uit de gevangenis is ontslagen.
Het teekent wel, dat die Voigt op het
oogenblik zoo'n soort van nationale held
in Duitschland is geworden! De man
heeft een kapitaaltje uit zijn boevenstreek
geslagen, en we lezen ellenlange stukken
interviews enz. over den handigen
pseudo-kapitein. We zuilen er verder het
zwijgen over doen: de man wordt kashou
der in een tingeltangel te Kiel bij Ham
burg, z'n openbare levensperiode kan
daarmede wel besloten worden
Turkije en Egypte. Zooals te
begrijpen is, zijn de Jo*g-Egrptenaren
wakker geworden na het succes der Jong-
Turken. En verscheidene vooruitstre
vende bladen, in Egypte verschijnende,
hebben nu telegrammen gezonden aan
den Sultan, waarin zij dezen verzoeken
den Khedive te raden oko Egypte een
grondwet te schenken. Jawel, als bet
„vrijheidslievende'' Engeland er maar niet
was
Uit Zuid-Afrik a. In den wet-
gevenden Raad der Oranjerivier-kolonie
te Bloemfontein, is de schoolwet, die het
Engelsch en het Hollandseh bij het on
derwijs op gelijken voet stelt, in tweede
lezing aangenomen.
Hofberichten.
Prins Hendrik wordt den 24en op
Het Loo terug verwacht en is voor
nemens te Utrecht de vergadering bij
te wonen van de door hem gestichte
landbouwvereeniging.
De Koningin-Moeder vertrok gisteren
morgen te 9 uur naar het Loo en
wordt tegen 3 uur op Soestdijk terug
verwacht.
Uit de Staats-Courant.
Bij Kon. Besl. is benoemd: tot lid
van het Hoog Militair Gerechtshof
mr. H. J. M. Tijssens, thans rechter
in de arrondissement-rechtbank te
Dordrecht.
De ex-gezant in Venezuela.
Onze uit Caracas vertrokken mi
nister-resident in Venezuela De Reus,
wordt aanstaanden Zaterdag of Zondag
te 'sGravenhage verwacht.
De anti-rev. partij en dr. Kuyper.
Me* meldt uit Groningen aan de
„Leeuw. Ct."
In het Noorden van ons land wor"
Op zekeren dag in de eerste
jaren van zijn regeering was kei
zer Frans Jozef op jacht. Zooals
toen doorgaans geschiedde, was hij
ook yan het jachtgezelschap afge
dwaald, om zich op zijne wijze te
amuseieren. Daar ontmoette hij op
een pad. in het bosch een boer, die
zijn paard aan de lijn hield, dat tot
aan het hoofd met dekens" bedekt
Was.
„kVVat scheelt je paard, lands
man vroeg de keizer. „Is 't kreu
pel
De aangesprokene bekeek den otn-
bekenden jager van het hoofd tot de
.voeten, en antwoordde eindelijk
„Als je evenveel verstand van ha
zen als van paarden hebt, dan zal
je niet veel geschoten hebben. Je
kunt toch wel zien, of een paard
al dan niet kreupel is?"
„Dan is 't zeker ziek, of je brengt
het naar den hoefsmid?"
„Dat kan wel!" .antwoordde het
boertje spottend.
„Of je vreest, flat het paard je
niet dragen kan?" ging de keizer
schertsend voort.
De boer stond een oogenblik in
beraad, of hij den jager wel langer
met ©enig .antwoord vereeren zou.
Een eigenaardig .gebarenspel gaf te
kennen, hoe beleedigd hij was over
geringen dunk, dien men yan zijn
paard had.
„Je hebt zeker niet heel veel ver
stand van rijden, hè meende hij.
„Misschien wiel een beetje!" ant
woordde Frans Jozef, „kWil ik je
dat eens bewijzen
„Als 't maar niet op mijn paard
is!" viel de boer hem haastig in
de rede. „Neen, flit paard is voor
den keizer bestemd. Geen andere
zal het rijden dan hij en geen1
ander zal 't bederven. Mijn zoon
de huzaar heeft bet afgereden en
daarom ga ik er te voet naast; zoo
zit de vork in den steel, als je 't
dan absoluut weten wilt."
„Aha, voor den keizer!" riep
Franz Jozef uit, „dat is wat anders!
Maar neem bet paard even die klee-
den af; dan kan ik 't eens zien."
„Zien wou je 't Je hebt er tóch
geen verstand van."
„Toch wel. Een weinig .verstand
heb ik er wel van, landsman."
,,'k Geloof het niet."
„En buitendien wil ik je ee,n goe
den raad geven, hoe je 'doen moet
om hij den keizer toegelaten te wor
den. JV.ant ik ben aan het hof en
zonder voorspraak is het zoo ge
makkelijk niet, om den keizer te
spreken t© krijgen."
De boer lachte om die opmerking.
„Jij bent ook een rare snaak!"
riep hij uit. „Om mjjn keizer te
spreken, daarvoor is zooveel drukte
niet noodig, als je mij wilt wijs
maken nou, en voor den stal
knecht en den voorrijder en iden por
tier heb ik guldens genoeg in dein
zak
„Dat geloof ik wel! Maar je kunt
di© uitwinnen, als je mij in dien arm
neemt."
,.,Dus jij wilt die guldens ver
dienen
„Neen, jou help ik voor niets. Ik
zad den keizer over je paardje spre
ken. Maar ads ik dat doen zal, moet
je me eerst bet paard eens laten
zien."
„Als 't anders niet is daar heb
ik niet op tegen. Maar wat ben je
toch eigenlijk voor iemand?"
„Ik ben des keizers barbier."
„Is dit oprecht de waarheid."
„Zeker; zoo waar ik hier voor je
sta."
„Barbier, nu dat is nog zoo kwaad
niet, als je wat te doen hebt," zeide
de boer, het dekkleed wegnemend.
„Kijk nu eens, is dat geen mooi
paard
„[Waarachtig een allerliefst
diertje!" riep de keizer verheugd
uit, terwijl hij dichterbij kwam en
het over den rug streek.
„Hoor eens," ging .hij voort, „als
je wilt dat ik den keizer er over
spreek, dan moet je mij toch ver
gunnen ,om er even op te stijgen-
[Wees maar niet benauwd! Zie, als
de keizer, zich zelf eiken dag zijns
levens aan mijne handen toever
trouwt eln als ik wat zeg, luis
tert hij naar mij zoo geloof ik,
dat je mij ook je paard wel een
paar minuten kunt toevertrouwen."
Het boertje boorde dit alles kalm
aan, doch scheen volstrekt geen lust
te hebben om het verzoek in te wil
ligen. Erans Jozef echter liet niet
af en vleide en bepraatte hem, totdat
de hoer eindelijk toegaf, en de kei
zer besteeg bet paard.
Hij reed een paar malen op en
neer, en verzuimde daarbij niet, om
't een en ander over den gracieusen
loop, de edele houding, fameusen
bouw van bet paard en dergelijke
zich te laten ontvallen, wat het boer
tje gaarne scheen te hooren. Maar
eensklaps drukte de keizer het 'dier
de sporen in de zijde en voordat
de boer nog wist wat er gebeurde,
waren ros en ruiter uit 't gezicht
verdwenen.
De verbluftheid van den bedro
gen boer duurde intusschen niet
lang.
„Wacht maar, jou zal ik wel krij
gen, leelijke spitsboefriep hij uit,
spoedde zich naar ld© naaste boeren
hofstede1, huurde een wagentje en:
reed regelrecht naar Weenen.
Daar woonde ©en winkelier, die
altijd aardappels van hem had; dien
zocht hij 't eerst op en vertelde wat
hem wedervaren was.
De winkelier was dadelijk bereid,
om zijn aardappel-leverancier paar
zijn beste vermogen op den rechten
weg te helpen. Eerst was het nu
zaak om uit tei vorschen, wie bar
bier aan het hof was.
De winkelier, goed in de stad be
kend, wist zich met behulp van de
overheid een lijst van dë hof barbiers
te verschaffenvol schrik ontwaarde
men, dat er een massa waren.
Zuchtend hoorde de boer zijn
vriend de lange rij namen voorle
zen. De winkelier raadde hem aan,
om geen verdere nasporingen te
doen, regelrecht op het doel af te
gaan, den keizer een audiëntie te
verzoeken en hem het gebeurde mee
te deelen.
Doch de boer aarzelde, idien stap
te doen, want reeds voor jaren had
hij een kostbaar proces verloren,
doordat het hem aan bewijzen ont
broken had. En juist daaraan ont
brak het hem ook thans.
Hij nam dus met zijn vriend in het
rijtuig plaats en reed van den eenen
hofbarbier naar den anderen. Een
dag ging voorbij, maar de gezochte
werd niet gevonden, hoewel elke bar
bier goed in oogenschouw genomen
werd.
Zou de paardendief soms een ge
meen© bedrieger geweest zijn? De
vraag begon het hoertje zich te nu
stellen. Toch kwam hem dit onwaar
schijnlijk voorwant, hoe' hadde deze
aan de jachtpartij van het hof kun
nen deelnemen Neen. En de dief
had hem plechtig verzekerd, dat hij
de barbier van den keizer was, en
toen hii dit zei, had de boer .hem in
de oogen gezien. Het was iemand
van het hof; dit stond vast.
Het belachelijkste van die hofbar-
biersbezichtiging was echter, dat
geen enkele dier artisten zich er op
beroemen kon, ook maar een enkele
maal het hooggeschatte gezicht van
Zijn© Majesteit met zijn scheerkwast
aangeraakt te hebben. W ie die
ben ij de ns w aardige1 taak in werkelijk
heid te vervullen had Idit was al
thans voor fle- keizerlijke hofbarbiers
zeiven, een ondoorgrondelijk geheim.
Dit maakte de taak van den hoer
niet gemakkelijker.
Intusschen wist hij ook hier raad.
Hij besloot, zich in het kasteel op
de loer te leggen en niet terug te
keeren, voordat hij den bedrieger
met eigen oogen gezien en ontmas
kerd had.
Zoo gezegd, zoo gedaan.
Na zijne terugkomst van de jacht
had keizer Frans Jozef onmiddel
lijk bevel gegeven, dat men ©en hoer,
wiens signalement hij nauwkeurig
opgaf, ongehinderd moest binnenla
ten, voor het geval dat een dusdanig
persoon zich mocht aanmelden. Van
's morgens vroeg tot den avond liep
de bestolene nu over de pleinen van
den Hofburg, hield een ieder, die
voorbij kwam, scherp in 't oog, en
meende meer dan eens, dat hij den
schuldige gevonden had. Maar als
hij dan regelrecht op een hoveling
af kwam en hem den weg versper
de, of zelfs toeriep, stil te staan,
moest hij steeds met beschaming
zien, dat hij een onschuldige ver
dacht had.
Mismoedig over het slechte resul
taat van zijn spionneerstelsel, be
sloot hij eindelijk in een opwelling
van rechtmatige gramschap, om re
gelrecht zich naar- den keizer te be
geven en dien eens te onthullen, wel
ken schavuit hij in zijn dienst had.
Terwijl dit besluit tot rijpheid
heid kwam, had de keizer reeds dag
en uur van zijn aankomst verno
men. Want. zijn wandelingen in den
Hofburg, zoomede het onophoudelijk
aanhouden van verschillende hove
lingen, in wier persoon de boer den
dief meende te herkennen, was Zijn©
Majesteit al ter oore gekomen. En
zoo gaf deze laatst© bevel.den boer
dadelijk tot eene audiëntie toe te
laten.
Dit geschiedde.
In de keizerlijke audiëntiezaal wa
ren vele menschen verzameld, ten
deel© hofbeambten, ten dee Ie men
schen die iets te verzoeken hadden.
Opnieuw liet de boer zijn valkenoog
over de aanwezigen gaan, ten eind©
den booswicht uit te vorschen, maar
te vergeefs. Het dievengezicht was
er niet bij.
Daar openden zich de vleugeldeu
ren van bet aangrenzend kabinet
en met een zachten, weiwillenden
glimlach trad de keizer de zaal bin
nen.
Algemeen© diepe buiging.
De boer echter had hem, die bin
nenkwam, ternauwernood gezien,
toen hij als een leeuw op zijn buit
aanvloog, den keizer bij den kraag:
pakte, en uitriep:
„Wacht-, nou heb ik je!"
De verschrikte omstanders ver
moedden een moordaanslag en wier
pen zich op den boer.
Frans Jozef had echter geen oo
genblik zijn tevreden lachje v rlo-
loren. En terwijl hij den boer vriend
schappelijk op den schouder klopte,
zeide hij
„Mijne hoeren, zijt niet bezorgd;
dat is een braaf man. Ik had mij
onlangs een scherts met hem veroor
loofd en daarvoor ontvang ik nu
mijn verdiende loon
En tot den hoer zich wendende,
reikte hij dien welgemoed de hand
en zeide:
[Waarde vriend. Je paard is een'
voortreffelijk dier en ik heb het
dankbaar van je aangenomen: want
want de man, dien je het wilde bren
gen, ben ik keizer Franp Jozef!"
Hij beloofde hem zijn protectie en
een goede belooning.
D© boer zelf was de ©enige, die
onverschillig bij dit toonecl bleef.
Met het hoofd gebogen, zag hij voor
zich op den grond en scheen met di©
onverwachte oplossing van de zaak
in 't minst niet tevreden. Eindelijk
hief hij het hoofd op. zag den keizer
aan en sprak op smartelijken toon:
„Ik had liever, dat het paard op
den weg was doodgevallen, dan dat
je tegenover mij een leugen moest
zeggen... Gij hebt mij toch plech
tig verzekerd, dat je 's keizers bar
bier waart!"
„En ik heb geen onwaarheid ge
sproken, vriendlief," antwoordde
Erans Jozef ernstig, die begreep,
wat er omging in den boer tot
dusverre zijn oprechte vereerder
„want weet je, ik scheer mij zelf
EINDE.