Mengelwerk. Cbemische Wasschery OFFICIEELE KERKLIJST. VOGELENZANG. NOORDWJJKERHQUT. VOORHOUT. HAARLEMMERMEER (aan de Lijnden.) De Kerkberichten, die te laat in kwamen voor dit nummer, zijn op genomen in de NIEUWE HAAR- LEMSCHE COURANTvan heden. R. K. VEREENIGÏNGEN. Houtstraat HAARLEM Telef. 426-1046 Afdeeling OVERVEEN en O. Afdeeling VELSEN en O. Afdeeling LISSE. Afdeeling SASSENHEIM en O. Sint Jozefsgezellen-Vereeniging. R. K. Militaire Vereeniging. VOGELENZANG. De man met den rooden mantel, of De halmen met zeven aren. Ja, zeide de vreemdeling, het water is een hatelijk ding, en ik drink het ook niet meer, het is mij te flauw. Ik had ook gaarne wat anders, zei de boer, iets, waarin wat meer smaak en geur was. Zoo, zei de vreemdeling en hij trok hoog zijn wenkbrauwen op, waardoor zijn gezicht iets hatelijks kreeg. Willen we eens een aardig heid hebben? Het is louter een grap. Ik kan uit koren een smake lijk drankje maken, dat u wel vol doen zal. Gij zijt een duivelskunstenaar, lachte de boer. Hoe heet gij toch? Dat hebt ge daar juist gezegd, antwoordde de vreemdeling, maar kom aan, nu het kunstje. Hij wipte den weg over naar den akker, plukte eenige halmen met volle aren af, drukte de korrels er zeer behendig uit, en vóór de boer alles had kunnen nagaan, hoe het in zijn werk ging, stond de beker met den wonderlijken drank op tafel. Drink, zeide de vreemdeling. De boer zette even zijn lippen aan den beker, kneep de oogen toe, en zette den beker weder op tafel. Dat is sterk, zeide hij, en wreef de tranen weg, die de ongewone prikkeling hem uit da oogen perste. Kom aan, zei de vrouw, laat mij ook eens proeven. De vreemdeling reikte haar het glas. Gezondheidzei hij en maakte een sierlijke buiging. Waarom zegt ge dat? vroeg de boer, terwijl zijn vrouw dronk. Dat hoort er zoo bij, was het antwoord. Nu was het glas leeg. Zij zagen elkander lachend aan, knepen de oogen dicht, of tastten naar hun hoofden, omdat ze daar zoo iels wonderlijks voelden. Toen begon de boer een liedje te zingen. Dat is een goede drank, begon de vrouw. Ik geloof dat hij vroo- lijkheid wekt. Ik heb mijn man nog nooit zoo gezien. Nog een glas? vleide de vreem deling. En zoodra had hij het ant woord niet verstaan of hij wipte naar den akker, plukte een hand vol halmen, en begon zijn kunst stukje op nieuw te vertoonen. In een oogenblik stond de beker weer gevuld op tafel. Zij dronken, ze zongen en lach ten en jubelden, en lang nog nadat de vreemdeling vertrokken was, zat de boer met het glas in de hand tegen zijn vrouw te knikkebollen, die met de armen boven haar hoofd zwaaide, en eindelijk van vermoeid heid op tafel in slaap viel. Zoo ging het avond aan avond. Er kwam geen einde aan het ge zang en gejubel. Langzamerhand was het in den omtrek bekend ge worden, en van heinde en verre kwamen de boeren om ook eens van den wonderlijken drank te proe ven. Dat was een leven. Hand aan hand dansten zij in wijde kringen over den weg. De vreemdeling met den langen rooden mantel en de wapperende veer danste lustig mee en zijn akelige lach klonk boven alles uit. Ons boertje was zóo lustig en zoo vroolijk, en had het zoo druk met het bedienen zijner gasten, dat hij niet bemerkte hoe zijn akker werd leeggeplukt. Zoo volgde het eene feest na het andere. Eindelijk was het oogsttijd. De boer riep zijn knechten en de vrouw haar maagden. Komt zeide zij, maakt u gereed, de tijd van den oogst is daar. Het graan is rijp. „Maar waar zullen wij oogsten vroegen de knechten en de maag den, de geheele akker is kaal, alle halmen zijn geplukt om den drank te bereiden, die vroolijkheid wekt. De boer ging naar zijn akker, en zag dat het land kaal was, de halmen afgeplukt waren en slechts hier en daar een enkele was blij ven staan. Toen weende hij en was diep bedroefd en de tranen biggelden hem langs de wangen: Daar lag nu de akker, geheel woest en ledig, die vol had gestaan met halmen van zeven aren. Nu kon hij geen tweeden akker koo- pen, of zijn huis bouwen. Le winter stond voor de deur en hij zou geen handvol meel heb ben om brood te bakken. Zijn vrouw stond naast hem en wrong de handen van spijt en teleurstel ling, maar zij had geen woorden om hem te troosten. Zoo kwam de avond. De onder gaande zon scheen over de dorre stoppels en over de akkers, die vol helmen stonden, en de boer zag dit alles aau met een traan in het oog. Daar klonk een akelige lach en de vreemdeling met den langen rooden mantel stond naast hem. Wat scheelt er aan? vroeg hij. Achriep de boer uit, mijn akker, die eenmaal vol stond met halmen van zeven aren, is geheel leeg ge plukt, en dezen winter zal ik geen handvol meel hebben om brood te bakken. Vum zeide de vreemdeling, en hij lachte afschuwelijk, drink en wees vroolijk. Ik zal u drank lee- ren bereiden, en ge zult met winst het graan van anderen daarvoor inruilen. Hebben niet allen den drank heerlijk gevonden. Dat hebben zij, en dat is mis schien mijn eenige uitkomst. Zij plukken de halmen, die nog waren blijven staan, traden op het huis toe, en de vreemdeling was spoedig met zijn kunststuk gereed. Hij vertelde den boer zijn geheim, en leerde, hoe hij uit graan den drank kon bereiden, die vroolijk heid wekt. Alles ging uitmuntend, en binnen een uur kende de boer het ook. Nu moest gij het eens probeeren, zei de vreemdeling, en dan zullen wij dit glas t6n afscheid drinken. Spoedig was het gereed en hij reikte het glas den vreemdeling over om den inhoud te probeeren. Voortreffelijk klonk het oordeel, proef en probeer ook eens. De boer nam het glas en bood het zijn vrouw aan. Met bevende handen hield zij het vast. Zij kon niet drinken, een groote traan big gelde haar langs de wangen en viel in het vocht. Een blauwe vlam sloeg uit den beker op, grooter en grooter werd zij, totdat zij verging in een zacht rooden schemer. Toen volgden ratelende donderslagen. Eindelijk was alles stil, het schelle licht, dat nu en dan verblindend flikkerde, hield op, en zij durfde weer om zich heen zien. De vreemdeling met den rooden mantel was verdwenen, en ver op den weg hoorde men zijn afschuw- lijk gelach. Voor hen stond een ernstige ver schijning. Het was een jongeling met ernstige blikken. Zijn wit ge waad viel breede plooien af en be dekte zijn voeten. In zijn rechter hand hield hij het zwaard der ge rechtigheid, op zijn lange gouden lokken droeg hij een kroon, waarin de sterren des hemels schitterden. Zijn stem klonk streng en bestraf fend. Omdat gij geluisterd hebt naar de verleiding des Boozen, en gedaan hebt wat niet goed is in de oogen van God, zoo zij uw drank ver vloekt. Hij is vermengd met den traan der smarte, eD vele tranen der smarte zullen zich daarmede nog vereenigen. En uw akker zij vervloekt omdat gij genomen hebt van den overvloed uit halmen van zeven aren. De aarde zal ze niet meer schenken. Het licht verdween en daarmede de verschijning. Wat zullen wij doen? vroeg de vrouw, toen zij het laatste meel verbruikte, wij hebben geen oogst binnengehaald, de akker is kaal en ledig, zullen wij leven of sterven? Leven zullen wij, hernam de boer, ik zal mijn geheim ruilen tegen graan, en wij zullen eten. En hij maakte zich op weg naar de boeren, die eens zijn gasten ge weest waren, en ruilde zijn geheim tegen koren met halmen van zeven aren. Dat alles is nu al lang geleden. Het geheim is van den een op den ander overgegaan en nu over de wereld verspreid. Men neemt nog altijd het graan van den akker om den drank te bereiden, die vroo lijkheid wekt, en tallooze tranen der smarten vereenigen zich er mede, want hij is gevloekt. Sinds dien tijd worden op aarde geen halmen met zeven aren meer gezien. Otto, naverteld. Haarlem Juni 1908. Zuster Therèse op het schavot. Toen op het einde der 18e eeuw in Frankrijk het monster der Revo lutie met zijn duizenden zuigers zich zat dronk aan menschenbloed, zijn offers zoekend onder alle ran gen en standen, spaarde het zelfs de engelen der dienende liefde niet, aan wier toewijdiog en opoffering het volk zoo onnoemelijk veel te danken had. Onder deze laatsten bekleedde een plaats „Zuster The rèse," die als een heilige, of zeg gen we lieverals een teedere moe der werd bemind om haar liefda digheid, haar moed en haar opge ruimdheid van geest. Waar zij ver scheen, drong een zonnestraal door tot het donkerste zolderkamertje. Men zei dat die goedhartige zieken verpleegster, die weldoenster van het volk, van diamanten en kan ten had afstand gedaan, om zich te kleeden in een grof kloosterge waad, zonder het minste versiersel, en haar wapenschild had verruild voor een rozenkrans. Op zekeren dag werd „Zuster Therèse" bij het revolutionair ge rechtshof aangeklaagd als een „ver momde" aristocrate. Glimlachend antwoordde zij op die beschuldi ging: Zoo ze mijn hoofd verlangen, sta ik het hun gaarne af, maar ik zal mij naar het schavot begeven met mijn witte kap, en al mijne kennissen uit stegen en slopen zul len mij vergezellen tot aan den voet der guillotine". Men durfde toen niet raken aan de „witte kap", de leden van het comité waren bevreesd voor een oproer. Later werd men driester. Enkele dagen vóór hare terechtstelling, bracht Zuster Therèse een bezoek aan een ellendig dakkamertje der rue Brutus. Een jonge vrouw lag daar iu barre koude, uitgestrekt op eene schamele matras, met twee kleine kinderen aan hare zijde. Een weinig verder kreunde en kermde op een laagje stroo een derde kind, drie of vier jaren oud, ter prooi aan hongerkoortsvader was dood. Dien dag had de „witte kap" op haren weg slechts vernederingen en bedreigingen gevonden; haar ijskoude handen waren ledig. Trach tende de gaten in het dakvenster dicht te maken, waardoor het bleeke daglicht binnendrong en aan het ellendig verblijf nog akeliger aan blik gaf, werden de oogen der kloosterlinge eensklaps verblind door de schitterende verlicht'ng van een vorstelijk gebouw aan de over zijde der straat, bewoond door een rijk man, lid der Conventie. Dat individu, 't welk zijn fortuin dankte aan de doorluchte familie de Montmorency, stond thans be kend als een der meest opgewonden en meest woeste leden fler „Berg- partij", welke in die dagen alver mogend was. „Wij zijn gered," zei de Liefde zuster zich tot de jeugdige zieke richtend, „ik ga heen maar kom hier gauw teiug." Met haastigen, lichten tred liep zij naar den overkant der straat en trad het ruime gebouw binnen. De bedienden stonden versteld: „Een religieuze, een witte kap Iriepen ze elkander verwonderd toe. „Weest zoo goed mij aan te die nen", voegde zuster Therèse hun toe, „ik heb haast." „Wat verlangt gij, burgeres?" vroeg het barsche lid der Conventie, op de verboden kleeding der zuster een blik werpend, waarin verrassing en toorn waren te lezen. „Ik kom een aalmoes vragen." „Een aalmoes voor jou-zelve?" „Neen, voor mijn meesters." „Wie zijn je meesters?" „De armen. Ik ben hun dienares. Op een dakkamertje tegenover uwe woning ligt een arme zieke vrouw met drie bloedjes van kinderen. Zij heeft noch vuur, noch voedsel, noch kleeding; zij is uw buur, en derhalve houd ik mijn hand voor haar op." „Maar weet je wel, dat het kos tuum dat je draagt, verboden is?" „De voorsteden kennen het en beschermen het; de armen hebben het lief en vereeren hetzij duiden mij slechts aan onder den naam van „de Witte Kap." „Gij spraakt daar van kleine kinderen?" „Ja, hun moeder is ziek, zij heeft honger en is half verstijfd van koude." „Welnu, hier heb je wat voor je Maandag, 7 uur h. Mis. Dinsdag, Woensdag, Donderdag en Vrij- fog, geen h. Mis wegens het schoonma ken der kerk; maar Vrijdagavond half 8 Lof met predikatie tot voorbereiding van het Aanbiddingsfeest. Zaterdag, kwart over 8 h. Mis en den .ïekeelen dag door gelegenheid om te biechten, behalve van 124 uur. De gebeden worden verzocht voor Hugo Raaphorst die met de laatste H. Sacramenten der Stervenden is voorzien. Zondag, ten half 8 de Vroegmis en ■ten 10 uur de Hoogmis. Ten half 2 de Catechismus, ten half 3 de Vespers. Maandag, de h.h. Missen ten half 8 sn 8 uur. Dinsdag, Woensdag, Donderdag en Vrij dag slechts één h. Mis ten 8 uur. Zaterdag, de h.h. Missen ten half 8 en •8 uur. Woensdag en Zaterdag Catechismus. Zondag, 7 uur stille h. Mis met onder richting, 10 uur Hoogmis met predikatie, 's Namiddags 2 uur Kruisweg en Lof. Woensdag, half 10 gezongen Trouwmis van Hendricus Josephus Kiuik en Qui- rina Warmerdam. Donderdag, half 9 gezongen h. Mis. De gebeden worden verzocht voor Jacoba Korswagen kvr. Cornelis Nulkes, die in den Heer is overleden. Zondag, de h.h. Missen ten half 8 en 10 uur. Te half 2 Catechismus en te half 3 Lof. Maandag, feest van den H. Bartholo- meus, patroon dezer kerk, volgens god vruchtig gebruik gevierd als Zondag. De h.h. Missen ten half 8 en 10 uur de Hoog mis met feestpredikatie. Ten half 3 de plechtige Vespers. Dinsdag en Donderdag, Catechismus. Kerk v.d. H. Franciscus van Sales. Zondag, 7 uur Vroegmis 10 uuLHoog- mia. Voor de Hoogmis 9 u. Catechismus. Na den middag 3 uur Lof met Rozen hoedje. Dinsdag, half 9, gezongen h. Mis ter eere van den H. Antonius. Zaterdag, 's namiddags van 48 uur gelegenheid om te biechien. In de week om half 9 de h. Mis en daarna Catechismus. De gebeden worden verzocht voor Geertruida Bosch geb. de Bruin, die met de laatste H. Sacramenten der Stervenden is voorzien en voor Adriana Gerritsen, echtgenoote van Antonius van Zijl, die in den Heer is overleden. De R. K. 'creenigingm van Haar lem en Omstreken vinden in deze rubriek gelegenheid om KORTE (ook huishoude lijke) mededeeUngen, agenda's enz. bekend te maken. Nederlandsche R. K. Volksbond Afdeeling Haarlem. Maandag 24 Augustus, 810 uur in schrijving van leerlingen voor de Tee- kenschool „St. Jozef" (zie advertentie); half 9 Ondersteuningsfonds. Dinsdag, 25 Aug., 810 uur inschrij ving van leerlingen voor de Teekenschool, half 9 uur Metaalbewerkers „St. Eloy", half 9 uur Meubelmakersgilde „St. Pau- lus," 89 Hulp in Nood. Woensdag 26 Aug., half 9 uur, Eerbied in Gods Huis, 9 uur repetitie Zangver- eeniging. Donderdag 27 Aug. half 9 uur Rede rijkerskamer, half 9 uur Bestuursverga dering Kalk- en Steenbewerkers. Vrijdag, 28 Aug., half 9 uur Hoofd bestuur. Zaterdag, 29 Aug., half 9 zitting Spaar bank „St. Antonius van Padua." 89 uur zitting Hulpspaarbank (Schoterkwar- tier). Half 9 spaarkas „St. Nicolaas" (win terprovisie). Van half 9 tot half 10 in schrijving van nieuwe leden en zitting Coöperatieve Bakkerij „Arbeid Adelt." MEDEDEELINGEN. Vóór Vrijdag 11 September moetende candidaten ingeleverd worden voor de periodieke verkiezing van vijf leden van het Hoofdbestuur. Aftredende zijn de heeren: Broekhuizen, Nederkoorn, ,Over- toom, Smulders en Visser. De heer Ne- derkoorn stelt zich echter niet meer her kiesbaar. De periodieke verkiezing zal plaats hebben op Maandag 21 Sept. a.s. Door de afd. „Liefdebus" is aan de Wed Veering uitgekeerd de som van f 38.35, Namens het Bestuur, T. H. BROEKHUIJZEN, le Secr. Zaterdag, 22 Aug., 's avonds van half 8 tot half 9, zitting spaarbank en zitting Spaarkas. MEDEDEELING. Zaterdag 29 Aug. zal geen Spaarbank zitting gehouden worden en ook op dien datum geen zitting Spaarkas. Namens het Bestuur, W. J. JANSEN le Secr Zondag 30 Aug., 's avonds te 7 uur, op de bovenzaal van den heer G. Rensen, vergadering der onderafd. „Joannes de Deo." Punten van behandeling: Verkiezing drie bestuursleden, aftredend zijn; J. H. Rozenmeijer, voorzitter; J. van der Sluis, 2de secr., J. Vessies, 2de comm. deze laat ste wenscht niet meer voor een bestuurs functie in aanmerking te komen, Can- didaatlijsten worden ingewacht vóór 23 Augustus bij den secretaris. Opkomst dringend verzocht. Namens het Bestuur, P. VERSTEEG Secr. Bondsgebouw: Dorpstraat C 115. Zaterdag 22 Aug., 's avonds van 8 tot 9 uur, zitting Spaarkas. Zondag, van 121 uur, repetitie Zang. Namens het Bestuur, A. H. SCHRAMA, Secr. Zondag 23 Aug., des avonds te 6 uur vergadering van Land- en Tuinbouw. Aller opkomst dringend verzocht. Namens het Bestuur, J. ZANDVLIET, Secr. HAARLEM- Vereenigingsgebom Zoetestraat No. 3 Geopend des Zondags van 12-3 en van 5-10 uur. Op werkdagen van 6 tot 10 uur 's avonds. Zoetestraat 13. Het gebouw is dagelijks geopend, des avonds van 6—10 uur en op Zon- en Feestdagen den geheelen dag. E. K. Zangvereeniging ABTI ET RELIGIONI. dir. de Heer JAC DE JONG. A. s. Dinsdag wordt als naar gewoonte de repetitie gehouden des avonds ten 8 uur (precies) voor de dames, ten 9 uur voor de heeren. Trouwe opkomst wordt dringend ver zocht. Gelegenheid bestaat zich aan te mel den als candidaat voor deze vereeniging. E. K. Veroeniging tot bescherming van meisjes, gen. „St. Martha." Het Bemiddelingsbureau der Vereeni ging is geopend eiken Dinsdagmiddag van 12—2 uur, voor betrekkingen als dienstboden enz., Donkere Spaame 22. St. Jeroen. Den lsten September a. s. vertrekt de Vogelenzangsche processie naar Noordwijk; zooals ook andere jaren eerst per spoor naar Leiden en dan ver der per traip.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 11