Aan onze abonnés. Wet Sint Joseph Gesticht te Hillegom. Hollandsche Ondernemingsgeest. De Directeur der Nieuwe Haar- *"»ische Courant noodigt allen, die **artoe kunnen medewerken, drin- uit, ons te willen helpen, opdat a?vertentiën van veilingen, verkoo- Cegen, boelhuizen, grasverpachtingen 4,12 ook in de Roomsche Courant v*n Haarlem en Omstreken worden Ogenomen. Wanneer H.H. Notarissen en Make rs door degenen, die bij deze j®rkoopingen enz. betrokken zijn, jjWg op ons blad opmerkzaam wor- gemaakt, zullen deze heeren niet peigeren ook in de Nieuwe Haar- 'e"ische Courant, die toch door een 2«er aanzienlijk deel der bewoners yan Haarlem en Omstreken gelezen *°rdt, die advertentiën te plaatsen. Wij bevelen deze belangrijke zaak ,Q de aandacht van al onze lezers. DE DIRECTEUR. De Christelijke Charitas. Ia een centrum van Roomsch leven streven, in een echt Katholieke ^ingeving is te Hillegom een] gebouw verrezen en voltooid, dat geheel gewijd worden aan den dienst der Christe- ^jke Charitas, een gebouw, dat gesteld 18 onder de liefderijke bescherming Van den Voedstervader, den H. Jo- «eph. Aan de Mariastraat tegenover de "astorie, tusschen de Parochiale Jon- Sens- en de Meisjesschool, onder de ^schermende schaduw van de Kerk o«r Parochie, is een Gesticht verrezen, *aarin de arme ouden van dagen, *°owel mannen als vrouwen, een vrien delijk en gezellig tehuis zullen vinden, *a,arin zij op onbezorgde wijze den a?onds huns levens zullen kunnen voorbrengen, zich niet zullen behoeven *e bekommeren om tijdelijke zaken, voch alleen zich te kunnen wijden a&n den dienst van God, den Vader vor armen en zwakken, om na dit leven $et des te meer glorie en luister tot ■dein te kunnen opgaan. Nu dit St. Joseph Gesticht voltooid hebben we ons deze week naar pillegom begeven om in de „Nieuwe daarlemsche" een eenvoudige beschrij ving te geven van dit schoone gebouw, vit treffende stoffelijke bewijs van de hefde en offervaardigheid, die Hille- Söm's Katholieken hun arme mede- Parochianen toedragen. We gaan dus ®0n beschrijving geven, doch vooraf "^n stukje geschiedenis. De zorg voor de armen. Het is natuurlijk niet sinds vandaag gisteren, dat Hillegom's Parochiale A.ttnhéstuur met de stoffelijke en zede- jyk hulp van Hillegom's illustre Gees- k?hjkheid zich 't lot der behoeftige ?0Ken en ouden van dagen aantrekt, ^mers reeds jaren lang woonden ^bezorgd en gelukkig de ouden van agen in een gebouw aan de Leidsche- 'haat. Haar dit was oud en laag, kon op ?en duur niet beantwoorden aan de j^hoeften en nooden, die steeds groo- ,®r werden naarmate de parochie Hil- ;egom zich in den loop der jaren uit leidde. Hoe gaarne het Par. Armbe- 9'Uur dan ook vele behoeftige armen in zijn Gesticht zou hebben opgeno men, door het gebrek aan ruimte kon aan dat verlangen niet worden vol daan en men moest zich beperken tot ondersteuning der armen, hen in hun woning evenwel moetende achter laten. Maar zie, het Gouden Priesterfeest van den bf minden Herder der parochie, den Zeereerwaarden Heer van Grossel, werd een gereede aanleiding om tot stand te brengen, waaraan zoo'n groote behoefte was. Wat voor schooner feestgave is te bedenken voor een priester dan een Tehuis, waarin zijn behoeftige, oude parochianen een liefderijke verzorging zullen vinden? Het actieve Par. Armbestuur ging de plannen verder uitwerken en op 16 Augustus van het vorige jaar, den dag van zijn gouden priesterjubileum werd pastoor v. Grossel een aanzienlijke som gelds ter hand gesteld met be stemming daarvoor in de toekomst een Gesticht voor arme ouden van dagen te bouwen. Pastoor van Grossel aanvaardde dit treffende geschenk zijner parochianen en schonk het weer terug aan 't Arm bestuur, terwijl Z.Z.Eerw. er zelf nog een zeer aanzienlijk bedrag bijvoegde en wel zóóveel, dat om financieele bezwaren de bouw geen oogenblik langer behoefde vertraagd te worden. Het Armbestuur bleef dan ook d i 1 i g e nt. De grond op de bovenaangeduide plaats aan de Mariastraat werd gekocht en aan den bekwamen Haarlemschen architect, den heer C. L. M. Robbers werd opgedragen de plannen voor het nieuwe Gesticht te ontwerpen. Bij inlevering werden deze, alsmede de begrooting, goedgekeurd en de aan besteding werd uitgeschreven. De be kende Hillegomsche firma J. van den Bosch werd voor f18699 aannemer van 't werk, zoodat 't Gesticht, geheel voltooid, aan grond- en bouwkosten ruim f20000 zal vragen. De voorbereidende werkzaamheden waren hiermede geëindigd en met den eigenlijken bouw kon worden begon nen. In December van 1907 werden reeds de fundamenten gelegd, dezen winter is 't werk sinds eenigen tijd gestaakt, in 't voorjaar is het weer hervat en nu is het sinds een paar weken geheel voltooid, ge reed om in gebruik te worden geno men. Dinsdag, 25 Augustus, zullen een viertal Eerw. Zusters uit 't Moeder huis te Breda het Gesticht voorgoed komen betrekken. De verpleging der oudjes is nl. voor 't vervolg op gedragen aan Religieuzen, terwijl 't oude Armenhuis bediend werd door een Armvader en Armmoeder. Maar deze Eerw. Zusters zullen zich ook nog wijden aan de Wijkverpleging. Onze trouwe lezers weten, hoeveel daarover is te doen geweest. Alge- meen werd de noodzakelijkheid der wijkverpleging ingezien, doch men slaagde er maar niet in den juisten weg te vinden hoe haar in te voeren. Het Par. Armbestuur heeft tenslotte schitterend dien weg gevonden. De religieuzen, die in 'tSt. Joseph Ge sticht de ouden en zwakken zullen verplegen, gaan ook zoo noodig de Gemeente in om ook daar lijden te verzachten en hulp te brengen, waar die bij cfe lijdenssponde zoo gewenscht is. Een week ongeveer, nadat de Zusters haar joyeuze entrée gedaan hebben in het Gesticht, zullen de oudjes het huis aan de Leidschestraat verlaten en het nieuwe, schoone Gesticht be trekken. Het oude Huis is reeds verkocht en zal in het vervolg worden gebruikt in den dienst van het toerisme in zijn moderne uiting: er zal nl. een rijwiel handel in gevestigd worden. Na dit algemeene praatje een en ander over het gebouw zelf. De naam „St. Joseph Gesticht" is duidelijk uitgebeiteld in 't lang smalle schild van Obernkircher zandsteen, aangebracht in den vriendelijken voor gevel van donkerroode steenen. De soliede dubbele hoofddeur geeft toegang tot de hoofdgang, waarin frissche crème tegels met roode ruitjes. De hoofddeur binnentredend valt al dadelijk 't oog op de zwart- glinsterende plaat met het volgende opschrift in gouden letters uitgebeiteld 16 Augustus 1907. „Dit Gesticht gebouwd ter dank- „bare herinnering aan het Gouden „Priester Jubilé van den Z. E. Heer „J. C. v. Grossel, sedert 25 Febr. „1876 pastoor dezer Parochie." De indeeling van 't gebouw getuigt van een hoogst praktischen zin, en de verschillende vertrekken munten uit door een soberheid van stijl naast een keurige, soliede afwerking. De kamers, zij mogen in afmetingen verschillen, in uitvoering en inrichting zijn zij vrijwel overal aan elkaar gelijk gebleven. Ook is overal bijzondere zorg gedragen voor de ventilatie, voor licht en lucht. De kamers hebben een overvloed van sierlijke ramen, die gelegenheid geven tot ventilatie ofwel door de openstaande raamdeuren of wel boven door hoekig staande tuimel ramen. Binnenkomend rechts aan de straat zijde allereerst de vrouwenzaal. Op de consols der zoowat Oud- Holiandsche schoorsteentjes zijn krui sen ingebeiteld. Verder voor elke vrouw een afsluitbaar kastje en ge meenschappelijke kleerkasten. Lange netjes geverfde tafels bevinden zich in alle vertrekken. Links bevindt zich een dwarsgang, waarin een deur, toegang gevende tot de mannenzaal eveneens aan de straatzijde gelegen. Indeze zaal geeft een deur en een ondie pe ruimte toegang tot 't mannencloset. De tweede rechterzaal is het vergaderlokaal voor 't Par. Armbestuur, wiens eigen dom 't Gesticht blijft en dat ook steeds 't toezicht op 't Gesticht zal blijven uitoefenen. Dit vergaderlokaal zal tevens dienen tot spreekkamer. Links ontmoeten we de trap voor de bovenvertrekken. Een sierlijk uitgevoerde trap met flinke leuningen en wel in 4 deelen verdeeld om het de oudjes toch maar zoo gemakkelijk mogelijk te maken. Onder de trap 't closet voor de vrouwen. Halverwege de hoofdgang bevinden zich dubbele tochtdeuren met paterneglas. We krijgen nu rechts weer een kamer voor plotselinge ongevallen, waarin een fontein. Want wij moeten nog meedeelen, dat 't Gesticht eigen waterleiding heeft, terwijl de gem. gasfabriek voor de gasverlichting zorgt. Achter deze kamer de refter voor de Zusters. Ook een sierlijke zaal, die door openslaande deuren toegang geeft tot den tuin. We zijn nu tot 't achter einde van 't gebouw genaderd: om- keerend vinden we rechts een linnen kamer, daarna volgen de ruime keu ken en bijkeuken, waarin frissche kasten met glazen deuren, toegang voor den ruimen kelder, een dubbele pomp voor regen-en nortonwater, de perspomp om 't water in het op den zolder staande reservoir te persen en een deur, toegang gevende tot 't closet voor de Zusters, een uitgang om ter zijde 't Gesticht te verlaten, enz. enz. Bewondèrden wij beneden de sierlijke en hoogst practische inrichting, boven was dat weer evenzoo. Boven de beneden vrouwenzaal de vrouwenslaapzaal en evenzoo boven de mannenzaal de man nen slaapzaal. Tusschen beide een zustercel, waarin een tweetal raampjes uitzicht gevend op de beide slaapzalen, opdat bij een of ander ongeval 's nachts dadelijk een Zuster bij de hand kan zijn. Ook in deze zalen weer alles even luchtig en frisch. Op de bovencorriaor een tweetal waterleidingkranen en closet voor de vrouwen, terwijl die van de mannen te bereiken is onmiddellijk van de slaapzaal uit. Achter de vrouwenslaapzaal volgen de ziekenkamers voor de vrouwen, de trapdeur voor de vliering, de zie kenkamer voor de mannen en een dito voor de Zusters. Dan volgt de bidkamer, waarin een 3 tal hooge gothische raampjes van gekleurd glas en een plafond, waarop de symbolen van 't Lijden des Heeren zijn aangebracht, de Kelk, het Kruis, de Speer, de Spons, enz. Een porte briseé geeft van de Zustersziekenzaal toegang tot dp bidkamer, eveneens is deze ook van de corridor uit te be reiken. Aan de andere zijde der cor ridor krijgen we nu van achter tot voor in volgorde een Zusterscloset, een badkamer voor het geheel, twee kamers voor pensionnaires. Op den zolder een zestal zustercellen, privaten en hangkasten. Het is hier hoogst een voudig, doch zeer frisch en luchtig. Van deze afdeeling, alleen voor de zusters bestemd, geeft een deur toe gang tot een plat kiezeldak, vanwaar men een verrukkelijk, grandioos uit zicht heeft op de Haarlemmermeer en de Hillegomsche velden, die natuurlijk in den bollentijd nog schooner zullen zijn. Het yerdere gedeelte der vliering is voor droogzolder en bergplaats be stemd. Hier bevindt zich ook 't water reservoir. We hebben nu onzen lezers in ge dachten zoo getrouw mogelijk in dit schoone Gesticht rondgeleid. Nog een enkel woord over het uitwendige gedeelte. Het gebouw is 12X24 M. breed en lang. Opgetrokken van donkerroode steen met hardsteen banden, draagt het een dak van helroode pannen, dat aan den voorgevel een betimmering hesft, die iets vooruitsteekt en van den verver een vroolijk aanzien heeft ge kregen. Op den rechterhoek van 't gebouw verheft zich 't Kruis. Achter 't gebouw een waschhuis met bergplaats. Het gesticht wordt omgeven door bloemperken. De tuin strekt zich achter uit tot 't Kerkhof der Parochie, dat geheel en al achter het donkere ge boomte verscholen ligt, We zijn nu aan het einde gekomen van onze taak. Wij wenschen de parochie Hillegom geluk met zoo'n Gesticht en spreken de hoop uit, dat het groote en ge wichtige diensten zal mogen bewijzen aan de arme ouden van dagen. Ten slotte nog een dankwoord aan den heer Jonkheer, lid van 't Par. Armbestuur, die op de meest welwil lende wijze ons in 't gebouw heeft rondgeleid, en een woord van warme hulde aan architect en aannemer, die zoo'n mooi gebouw geleverd hebben. R. K. Gemeentewerklieden en het fonds tot uitkeering bij staking enz, Gaarne verleenen wij plaatsing aan het volgende stukje, uit de „R. K. Gemeentewerkman" ons ter opname aangeboden. „Ons mooie R. K. Vakvereenigings- congres, gehouden te Utrecht op 1 en 2 Augustus j.L, heeft eenige, voor onze R. K. Vakbeweging van zeer groot belang zijnde besluiten genomen. Een der meest ingrijpende is zeker wel het stichten van een fonds voor uitkeering bij staking en uitsluiting. Hoe broodnoodig een dusdanig fonds is, wie zal het betwijfelenDe geschie denis der laatste jaren zegt het ons duidelijk. Voor en in het belang van eenen rechtvaardigen strijd moeten onze mannen vooral financieel sterk staan. Juist het gebrek aan financiën deed zoo menig rechtvaardig verzet op niets uitloopen. Wij, gemeente-werklieden, gevoel den ons bij de behandeling van bo vengenoemd onderwerp op dat Con gres in een moeielijk parket. Wij kon den, noch mochten aan discussie of stemming deelnemen, en toch, hoe dikwijls gevoelden wij ons daar toe gedrongen, en kostte het ons groote moeite onze tong een riem aan te leggen. Wij toch staan in dienst der gemeenschap. Wij zijn, zooals men dat blieft te noemen „werkzaam in publiekrechterlijken zin", wij geven dus onze diensten in het belang van allen. Daardoor wordt ons een reus achtig zware verantwoording op de schouders gelegd. Het algemeen be lang laat b.v. niet toe, dat een man in dienst der stedelijke reiniging nood gedwongen het werk staakt. Immers, de volksgezondheid zou daaronder lijden, ja, wellicht het uitbreken van een vreeselijke epidemie het gevolg zijn. De werkman aan de sted. gas fabriek kan, noch mag staken. Vree selijke toestanden zouden gaan heer- schen bij gebrek aan licht. Zoo gaat het bij eiken tak vau gemeentedienst. Diep, zeer diep zijn wij doordrongen van onze groote verantwoordelijkheid tegenover de gemeenschap, tegenover allen dus. Wij, die dus het geluk, of noem het in dit geval het ongeluk hebben ten dienste van allen te wer ken, wij namen dus geen deel aan de besprekingen en de stemming aan gaande bovengenoemd fonds. Ons werd op het Congres de vraag gedaan, waar om wij buiten dat onderwerp bleven, en wij voelden ons dus gedrongen ons standpunt aangaande dat fonds uiteen te zetten. Daarmede hadden wij een tweeledig doel. Eensdeels toch kreeg geheel de R. K. Werklieden beweging daardoor een kijk op onze eigenaaardige verhouding tot onze werkgeefster, de Gemeente. Anderdeels zou zeker de ware kennis van deze zeer moeilijke verhouding aanleiding kunnen wezen, dat gemeentebesturen en dito autoriteiten hierdoor beter tot het besef kwamen van den grooten plicht, welken zy dientengevolge tegen over hun werklieden hebben. Moeten wij ons ontzeggen het groot ste, het sterkste wapen in de Vakor ganisatie, dan is het zeker een heilige plicht van elk gemeentebestuur, te zorgen, dat onze arbeidsvoorwaarden zóó zijn, dat wij als werklieden met een zoo groote verantwoording, ook flink in het onderhoud der onzen kunnen voorzien. Daaraan nu hapert heel veel. Weinul Dat alles hadden wij in het kort zeer gaarne op dat „ons R. K. Vakvereenigings-Congres" willen zeggen. Het spijt ons echter zeer, dat het Congresbestuur die nood zakelijkheid hiervan niet inzag, want ofschoon zoowel schriftelijk als mon deling daarvoor het woord gevraagd hebbende, werd ons dat echter niet gegeven. Vanuit het Congres had onze stem over het geheele land geklon ken, vanuit dit blad valt het te be twijfelen, daarom doen wij een beroep op alle R. K. Vakbladen, ja op geheel de R. K. pers, teneinde door plaat sing van dit artikel ons te steunen. Want een groote waarheid blijft het, dat bij ons menschenkinderen de liefde niet altijd, niet voortdurend van een kant kan komen. Gaarne brengen wij één offer, ofschoon het ons leed doet, zien wij van ons sterkste wapen, van de werkstaking af, doch dan ook be hoort daartegenover geplaatst te wor den volle sociale rechtvaardigheid." In bet moderne Turkije. In oen brief uit ConstantinopeL geeft Jean Redes, de correspondent van de Temps", ©en levendige schil dering van het nieuwe leven in de stad aan den Gouden Hoorn en van de veranderingen, die sedert de invoering der grondwet met een slag aan de geheele stad een nieuw aan zien gegeven hebben. Alleen het oog kon zich vroeger verheugen in de pracht.der Ooster- sche wereld. Stil en gedrukt was vroeger het verkeer in de straten] van Constantinopel, een ieder voel de zich omringd door de wantrou wende blikken der geheime spion nen, en schuw verborg de burgen het blad, dat hij misschien van een vriend gekregen had, in zijn gewaad. De vreemdeling, die het oude Con stantinopel kende, staat voor 't nieu we als voor een wonder. Reeds 'de eerste maal, dat hij met de ambtena ren in aanraking komt, toont hem het geheel veranderde karakter van dit nieuw© leven. Wanneer men. vroeger met het vooruitzicht op on aangename verwikkelingen en einde- looze lasten en moeiten met wan hoop in 't hart de beambten der dou anen zag naderen, beeft men nu slechts een formaliteit te vervullen, di© even snel geëindigd is als in de Westersche landen. De hotelbedien de, wien men zijn angst en vrees vertelt, stelt u met een overtuigend lachje gerust. „O, neen, nu we vrij heid bezitten, nu gaat alles veel sneller." En inderdaad, da douane beambten, die anders met wantrou wenden blik de koffers en tasscben tot in de laatste hoeken doorsnuffel den, ook het kleinste boek in beslag namen en ieder fotografie-toestel met pijnlijke nauwgezetheid onder zochten, werpen nu 'n verstrooiden' blik op het eerste stuk bagage, dat men voor hen opent en laten de rest zonder meer passeeren. Juist deze rustige gelatenheid il lustreert de volkomen verandering "Vhior tal van onze lezers is het jakker© anti-revolutionaire Raads- M van Santpoort, de heer F. P. 'Vermeulen, de kampioen voor de feestelijke en stoffelijke belangen Van zoovelen in den helaas onder Radicalen .invloed staandein Sant- hoortschen raad, geen onbekende. .Met evenveel geestkracht en ener- als de heer Vermeulen in den, daad. zijn beginselen weet te verde- Jhgon, treedt hij ook op waar het ^dn zaken en zijn ondernemingen, «Gdt. En ook daar ontwikkelt hij een werkvermogen en onder nemingsieest, in verren kring worden bewon derd, gelijk een artikel in het (libe* *ale) Handelsblad over (dezen IJmui- deriscben reeder onlangs nog bewees. In dat artikel wordt beschreven interessante tocht, die id© heer t - P. Vermeulen eenige jaren gele- dea maakte naar de .Westkust van yfrika, ter exploitatie: van nicuWo Vischgronden, nieuw gebied van ex- Moitati© voor Hollandschen onder nemingsgeest ©n durf! Wij pntleenen aan het verhaal van dien tocht het volgende j. indertijd had mr. dr. B. baron Mackay den economisehem toestand Van Spanj© bestudeerd en was daar- lJ tot d© ontdekking gekomen, dat y°or dat land van groote beteebenis |W d© g-edrooigiie visch, die er ©en ®cht volkvoadsel vormt- Met ©en ta muiden destijds in visscherijzaken el bekend persoon werden onderzoe kingen gedaan en plannen gemaakt. Eu Dcc. 1904 werd den reeder Ver meulen door den heer Mackay ©en Veis naar Noorwegen opgedragen, en ej naar da Lofodden, om daar ©en Ve rzoek in te stellen voor het- zou- t©n ©n drogen van visch. dJe heer Vermeulen kwam daar half in den Poolnacht; geen uur van dan dag ,was het klaar licht. Hij kreeg er alle gewenscht© inlichtin gen, van het staats bureau zelfs hee- lo pakken statistieken. De h©er V. achtte het echter niet wel mogelijk voor Hollandsche schepen hij Noor wegen te visshen of in dat land visch te koop-en en die tegen copcur- reerende prijs in Spanje in ta voe ren: hij adviseerde iderhalv© in on- gunstigen zin. In dien tijd had ide toenmalige directeur der Maatschappij IJmui den een paar exploratie-reizen onder nomen naar de. Westkust van Afri ka, om speciaal te onderzoeken de visscberij naar langousten, ©en soort kreeft. De resulaten waren niet schitterend, omdat ide ondernemer niet voldoend© kennis bezat van het bedrijf aldaar en niet beschikte over goede hulpmiddelen. De schepen wa ren nl. niet voor de vangst van deze dieren ingericht, terwijl ook de transportmiddelen onvoldoende ;wa- ren. In het voorjaar van 1905 werd, door mr. dr. baron Mackay, mr. H. Tuymelaar en mr. iW- Th. Pahud da Mortanges een maatschappij ge sticht, speciaal om ide Afrikaan- sche kust te exploreeren. Daartoe werd aangekocht het stoomschip „Holland VII" van d© Maatschap pij IJmuiden, bet grootste: ..stoom schip der geheele Neder la.niscbe vis scberij vloot. Aan den tegen woordi- gen directeur dier vennootschap, den heer Vermeulen, werd gevraagd lie reis meid© te maken en rapport uit te brengen- De „Holland VII" moest voor de ze visscberij ten deel© worden ver bouwd. Er moesten n.l. kunnen worden] aangebracht voor het vervoer van de levende langouesten, als mede een een koelmachine om de visch op tem peratuur ta houden. Nadat met ©en Fransche maat schappij tot het leveren der gevang gen visch een contract was geslo ten, vertrok d© „Holland VII" den 7den April 1906 uit IJmuiden, om twee exploitatie-reizen te maken, elk van 21/a maand- Het schip zette koters naar Las Palmas op do Kanarische Eilanden, waar men de: Fransch© vrachtboot aantrof, die de visch moeist 0 vernet men en wegbrengen- Ee,n schipper van de groot© vaart, die té IJmui den reeds jaren als walschipper dienst, doet, en zoowel van navigatie als visscberij verstand heeft, voer de op d© „Holland VII" het bevel. De equipage: was wat grooter dan het schip op d© Noordzee nooiig heeft; z© bestond uit 18 koppen, waaronder da monteur .van ide ijs machine. Te Las Palmas werden nog aan boord genomen ee:n stuk of tien Spaansche ,visscherslui, om de ge vangen visch te snijden. Na IV2 dag bereikte men vervolgens de Afri- kaansche kust. D© eerste week was ©en tijd vah ellendig veel tegenspoed. Men hal aan boord eenige: kleine booten voor do langoustei-visscberijéén daarvan werd op sleeptouw genomen, doch den tweeden dag verloren. De boot liep n.l. vol water, waarna da tros brak. De „Holland VII" bleef nog een poosje rondstoomen, doch vond de boot niet weder. Den eersten dag, dat gevischt werd, was het net nauwelijks over boord, of het was al gescheurd, ten gevolge van den steenachtigsn bo dem. Tweemaal werd gevischt met een ander net en er werd een 300 K.G. visch gevangen, meer niet. Daar d© kust niet v,a,n vuren is voor zien, durfde men het visschen in den nacht niet voort te zetten. Dén tweeden dag verloor men zoo waar de andere, jol, 'doch die werd gelukkig nog gereid. Daarbij ge raakte echter de tros in de schroef het ergst© was, dat één Hollander zich zoodanig verwondde (van ver schillend© vingers was al het vleesch afgescheurd), dat hij de geheel© reis invalide bleef. Een dokter was niet aan boord, doch de heer Vermeu len hadvóór zijn vertrek een arts te IJmuiden over diverse eventualit- teiten terdege geraadpleegd en zich van medische werken voorzien- Na het ongeval werd beraadslaagd, of men naar Las Palmas zou terugkee- ren, om den patiënt in een zieken huis te doen verplegen men was n.l. zeer bevreesd, dat zicli bloed vergiftiging zou voordoen. Besloten werd dei reis voort te zetten. Ook den tweeden dag had men weer last van het scheuren der met ten. Men ving 1500 K.G. visch, d. w. z. absoluut niet voldoende. Men besloot toen de plaats te verla ten om een goed eind verder, op een plek, waarvan men ©enige aam- teekeningem bezat, opnieuw zijn ge luk te .beproeven. Des Zondags kwam men ter plaatse,, doch dien dag werd niet gevischt. Allen waren trouwens doodelijk vermoeid. Des Maandags was alles tot de vangst gereed en op ©en goede anker plaats werden de booten overboord, gezet. Men ving dien dag 5000 K.G. visch, nog altijd absoluut onvoldoen de en had wederom de teleurstelling, telkens de netten ta scheuren. Den derden visebdag ving men vóór twee uur 2000 K.G. en later nog 1500 K.G., maar de netten bleven scheu ren. Toen kwam de: kapitein vain het Fransche transportschip aan boord, en die zou den Hollanders ©en goe de plaats wijzen. Het zag er voor onze ondermemiom- de visschers op dat moment treurig uit. Alle nieuwe netten, voo" deze reis medegenómen, waren reeds bij na onbruikbaar. Men bezat nog slechts één goed en twee oiude: net ten. D© Fransche kapitein bracht de „Holland VII" een heel eind buiten bet gezicht van de. kust, op een plaats van 25 a 26 vademen diep, waar men van rotsen geen last had. En er zat yisch, dat het een lust was. Zóó was het net buiten boord, en nauwelijks kon bet grond hebben] geraakt of daar sloegen de vischlij- nen met groot geweld tegen het schip. De schroef werd stil gezet; weer was het nog eenige overgeble ven van de: nieuwe netten onbruik baar geworden. Men had nu nog alleen over een paar oud© „beestjes" van netten, die echter, zooals straks zal blijken, niet waren te versmaden. Ook het beet garen, waarmede de netten moesten worden hersteld, was al opgeraakt. Het was om te: huilen! Een Spanjaard raadde- aan nog een eind op te stoomen, naar nog dieper water. En daar had men succes. In vier trekken ving men resp. 18, 11, 19 en 42 groot© langoustes van 5 K.G. het stuk, en wel van dezelfde va riëteit, die voorkomt op de Euro- peeseh© kust. Jamrner genoeg bleek later in dei praktijk, dat ide inrich ting van de .bunnen nog niet vol doend© was. De dieren moeten le vend worden overgebracht en de toe voer van versch water bleek, zooals we straks zullen zien, niet in alle bunnen voldoende. Tegen vier uur in den middag werd de vangst gestuukt, om de anker plaats, ©en baaitje aan ©en landL tong, die een heel eind weg was, me- der tijdig te bereiken. Men stoomde full speed tegen wind en stroom. En toen er nog altijd maar geen land in bet zicht kwam, ontstond .er zoo'n beetje incompatibilité d'hu- meur aan boord. De Fransehen dron gen er met Fransche levendigheid op aan, dat men van koers zou verande ren, want naar - hun oordeel ,was men den koers kwijt. De schipper echter, die zijn bestek gemaakt had, wilde daarvan niet hooren en werd door den heer Vermeulen gehand haafd als den man, voor het schip verantwoordelijk. Toen de duisternis begon te val len, verkoos men in volle zee voor anker te gaan liggen, liever dan] den kans te loopen op de klippen te stooten. En toen den volgenden mor gen de zon opging.... zag men het land op nog geen kwartier afstand, en eveneens z©ar dichtbij de bekend© ankerplaats. Den 27en April .ving men pl.m. 2000 K.G. visch één trek van drie kwartier, enin ©en tweede trek van een half uur J 600 K.G., in een derden trek 5000 K.G., alles zeer goede visch. De, zon rees hoog en de vierde en vijfde trek leverden niets op. Later op den dag had men nog een trek van 3600 K.G.dat was niet alleen een leerzame dag, doch ook eens een dag van goed resultaat 's Avonds op de ankerplaats wer d de vangst, pl.m. 13.000 K.G-, over gegeven aan het Fransche transport schip. Feitelijk waren de cijfers be treffende de vangsten nog hoogcr, want, men had van huis uit onder royaal voor da Frmschen te wezen, zoodat geregeld ongeveer 40 K.G. voor 30 cent werd gegeven. Den nu volgenden dag werd tus schen 1 uur ©n „halfzes 18.000 a 19.000 K.G goede visch gevangen. Het personeel bleek echter onvol doende1 om zulke hoeveelheden te be- werken. Alen had een aantal 8paan- sche vischsnijders medegenomen en, daar geen der Hollanders Spaansch kende, behield de heer V. zich met Spaansch, uit een Spaansch woor denboekje gedistilleerd, pu en dan met een woordje Latijn er door, wcl- k etaal, volgens hem meer overeen komst met Spaansch dan met Ita- liaanseh zou bezitten. De Spanjaarden genieten de repu- NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ™eede blad

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 5