DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. Katholieken en Protestanten. BUITENLAND, De honderd bogen. SCindephuisvest 2S«3i«835 Haarlem pi VRIJDAG 28 AUG. 1908. 33"-t3 Jaargang No. 6672 Bureaux van Redactie en Administratie: Telefoonnuraimei* 84526. Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en ander de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van De nitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. in. Vervolg van de rede van Mgr. Dr. Jansen •P den DuiteeJbcn Katholiekendag.') In de eerste jaren na het herstel katholieke hiërarchie viel na- Ju*rlijk aan een samengaan der •Wee belijdenissen niet te denken; daarvoor stonden zij te scherp te genover elkander. De beide par- Hiea [gingen een tijd lang haar eigene wegen en legden zich met *he kracht toe op haar versterking ®a organisatie. Onder de Katholie- ken [werkten daarvoor een reeks hoogbegaafde, geestkrachtige man- *ea, die wisten wat zij wilden, zoo- de geniale professor der wijsbe geerte aan het [priester-seminarie in *et diocees Haarlem, Cornelia Broere, he Amsterdamsche dichter, kunst- kritikus en polemicus, later hoog leraar aan de academie van Beel dende Kunsten in zijne vaderstad, ^seph Alberdingk Thijm en de onovertroffen hoofdredacteur van hof katholieke dagblad „De Tijd", ponseigneur Smits, onder wiens jeiding zich de jonge priester, Dr. ^ohaepman, tot journalist vormde, h'eze grootste zoon van ons land *ou het werk voleinden, hetwelk hio mannen hadden begonnen. Van Oature een door God begenadigd kunstenaar, dichter en geniaal den hor, bepaalde hij zich niet tot de Werkzaamheid, welke zijn aanleg zijn priesterlijk ambt en zijn *Unctie als professor hem op de e®rste plaats aanwezen en die hem °Ugetwijfeld tot de hoogste succes- ®eQ en onderscheiding zou hebben ?eleid, doch hij wijdde reeds spoe- hJg ik mag wel zeggen het v°ornaamste gedeelte zijner reus achtige arbeidskracht, aan de eman- Cipatie, aan de sociale en politieke ontwikkeling en de organisatie van katholieke volk, waarbij zijn herhaaldelijk uitgesproken hoofd ei de handhaving was van de ^hristelijke opvoeding der jeugd 'hhavo In den boezem der anti-revolu- honaire partij deed op zijne wijze hetzelfde Dr. Abraham Knyper. hjn een tien-jarige werkzaamheid a'8 predikant nam deze geboren Volksleider en organisator in het Iaar 1892 de redactie op zich van anti-revolutonair dagblad „De pandaard„ en redigeerde daarbij ^gelijkertijd het godsdienstig week- 'ad „De Heraut". Na weinige jaren Was hij de erkende leider der streng- geloovige Calvinisten en der anti revolutionaire partij. Met groot succes trachtte hij het nog geloovige Christenvolk uit de arbeidersklasse en den kleinen hand- werksstand te onttrekken aan den verderfelijken invloed van de mo derne predikanten, een invloed, die uitging van de in haar meerder heid eveneens modern gezinde Sy node. Dit echter haalde hem veel haat op den hals, ook van de zijde van vele geloovige medeleden zijner Kerk, wijl zij in hem een verwoes ter zagen van de organisatie dier Kerk. De behoefte aan rechtzinnige predikanten was wel de hoofdbe- weegredeD, die hem ertoe dreef in het begin van de tachtiger jaren te Amsterdam zijd vrije universiteit te stichten. Onvermoeid in bet be vorderen van het christelijk lager onderwijs hield hij zich bij de ont wikkeling der anti-revolutionaire partij aan het parool: „In ons iso lement ligt onze kracht", schonk hij den zijnen een afgerond program en een bewonderenswaardige orga nisatie en schiep hij in de veree- niging „Patrimoninm" een invloed rijke arbeiderspartij. Zoo waren dan de twee christelijke partijen uitne mend georganiseerd en toegerust, toen na den val van het conserva tieve ministerie Heemskerk het echt doctrinair-liberale ministerie Kappeyne optrad. De liberale peri ode scheen thans voor goed aan gebroken. Ondanks den krachtigen der twee christelijke partijen wist Kappeyne een nieuwe wet op het lager onderwijs tot stand te doen komen, die het bestaande onrecht nog vergrootte. Maar overmoed doet nimmer goed; dit zou ook hier blijken. Toon n.l. de storm van het jaar 1853 had uitgewoed, had de geioo- vig-protestantsche bevolking zich aan de gelijke berechting der ka tholieken langzamerhand gewend en er zich mede verzoend. Ons volk is van nature vreedzaam en ver draagzaam,wij zijn immers volgens Duitsche denkwijze de verpersoon lijkte nuchterheid en daar het minder bier drinkt dan het Duit sche, drijft het ook minder opwin dende biertafel-politiek [(hilariteit). Daarbij kwam echter, dat men meer en meer begon in te zien, hoe de strijd der geesten in den grond der zaak niet het alternatief: „ka tholiek of protestant", doch het veel krassere: „geloof of ongeloof, Christus of de wereld" tot inzet had, en hoe de te verrichten keuze bij dit alternatief beslist voor de vernietiging der sociale orde of over het herstel daarvan op ehris- telijken grondslag. Dit vóór ande ren duidelijk te hebben ingezien, overeenkomstig deze erkentenis het christelijke volk geleid en daardoor het lot van het land voor geruimen tijd bepaald te hebben, is de ver dienste van een katholiek priester en van een calvinistischen predi kant, de verdienste van Dr. Schaep- man en van Dr. Kuyper. Bijna noodzakelijkerwijze ontmoetten deze twee even hoogstaande mannen elkaar op het terrein van dezelfde gedachte. En nadat zij het erover eens waren geworden, dat slechts een gemeenschappelijke actie der twee christelijke partijen, die tot dusverre gescheiden zonder hetge- wenschte resultaat voor haar goed recht gestreden hadden, tot de over winning kon leiden, begonnen zij beiden te werken voor een overeen komst tusschen hun partijen (Bra vo Het was een stoute manoeuvre, waaraan zelfs door üiet-pessimis- tisch-gezinden een volslagen mis lukking werd voorspeld. Immers, het gold diep ingewortelde vooroor- deelen weg te nemen. En daar dr. Kuyper tot dusverre zijn partij zoo scherp geïsoleerd had, waarbij hij de juist bij haar bijzonder talrijke vooroordeelen, onbewust vermoede lijk, onder veel opzichten vermeer derd bad, bad hij voorzeker de zwaarste taak te verrichten. Geestig en juist heeft een student te Delft dit uitgedrukt. Toen n.l. rector en senaat van de Technische Hooge- school aldaar, die vroeger geen hoo- geschooï was, doch door minister Kuyper daartoe was verheven, de zen na zijn aftreden als minister plechtig tot doctor-eershalve zouden benoemen, vroeg op zekeren mor gen een student op de sociëteit aan een zijner medestudenten: „Hoe komt men er toch toe, aan een theoloog het eere-doctoraat te ver- leenen in de technische wetenschap pen?" Waarop de andere antwoord de: „Wat je dat niet? Hij is onze grootste ingenieur, want hij heeft de brug gebouwd tusschen Rome en Dordt. (Stormachtige toejuichin gen en hilariteit). Ondanks alle vooroordeelen en andere hinderpalen kwam het toch in korten tijd tot een bondgenoot schap. Verrast en verschrikt noem den de liberalen het spottenderwijze het Monster-Verbond, waarmede zij wilden te kennen geven, dat het wel spoedig zijn dood zou sterven. De naam was niet onhandig geko zen en schijnbaar gerechtvaardigd. Heeft niet sinds thans meer dan bijna vier eeuwen de tegenstelling van katholiek en protestant de ge schiedenis der christen volkeren beheerscht? Hebben niet juist in Holland bijna evenlang Katholieken en Protestanten elkaar op het felste bestreden? En zijn niet de leerstel lige en andere verschillen tusschen de beide belijdenissen ,van zoo diep- gaanden aard, dat, wie het met den godsdienst van Christus goed meent, daarover dagelijks bloedige tranen zou willen weenen? Doch breeder en dieper dan de klove die Katho lieken en Protestanten van elkaar gescheiden houdt, is die, welke gaapt tusschen dezen en al degenen, die de Godheid van Christus loo chenen, al verheffen zij Hem ook nog zoo hoog als mensch! Men heeft het Dr. Kuyper toen hij minister was, als een misdrijf aangerekend, dat hij de zoogenaamde antithese schiep. Hij hééft die niet geschapen. Zij was er, zij is er, zij zal er zijn, zij dringt zich steeds opnieuw op met onweerstaanbare kracht; altijd door gaat Christus' woord in ver vulling: „Wie niet met Mij is, is tegen Mij 1En daarin ligt de ver klaring van het feit dat het met het werk der verzoening, toen dit eenmaal begonnen was, beter ging, dan men bad kunnen verwachten. Reeds in het jaar 1889 bevocht het Monster-Verbond bij de verkie zingen zijn eerste zegepraal, die de vormieg van het christelijk ministe rie Mackay tengevolge had. Dit bracht pen jaar later een werk van verzoening tot' stand voor het ge- heele land, daar het door een her ziening van de wet op het Lager Onderwijs, het moeilijke school- vraagstuk in beginsel geheel, en practisch ten minste ten deele op loste. In de volgende jaren heeft het bondgenootschap zich, ondanks nu en dan intredende ontstemdheden, meer en meer bevestigd en ons in 1901 het tweede Christelijke Ministe rie, het Kabinet-Kuyper, en onlangs het derde, het kabinet-Heemskerk gebracht. (Levendige bravo's!) (Slot volgt.) BELGIE. De Congokwestie in den Senaat. Gisteren is de beraadslaging in den Belgischen Senaat begonnen over de wetsontwerpen tot overneming van den Congo. De minister van buitenlandsche zaken hield daarbij e«n uitvoerige rede, waarin hij o.m. mededeelde, dat alle mogendheden het wetsontwerp met welwillendheid begroeten. Het recht van voorkeur van Frank rijk zal hernieuwd wordenhet ver schil met Eageland is feitelijk tot algeheele voldoening geregeld. De regeering wacht een nieuwe noia van Engeland, waarop zij zal antwoorden in een geest van ver zoening; het is zeker zoo zeide de minister dat het tot een beslissende overeenkomst zal komen. Is de naasting geschied, dan zal de regeering zich met volharding toeleggen op de uit voering van het program der hervor mingen. MAROKKO. Moelai Hafid. Uit Tanger komt het bericht, dat Moelai Hafid verklaard heeft zich bij de acte van Algeciras neer te leggen en haar te zullen handhaven. Dat is dan tegen vroegere berich ten in, die Moelai Hafid tot een Euro peanen-hater maakten. De Fransche bladen, wien dat be richt tegenvalt, eischen nu weer, dat Moelai Hafid al de personeele schul den van Abdul Azis ook erkennen zal, buiten de staatsschuld, die groot is. Intusschen, hoe dit ook zij: als Moelai Hafid werkelijk met de mogend heden wil medewerken, en als hij machtig genoeg zal blijken om het oude fanatisme te overwinnen, dat zich tegen eiken invloed van buiten af hardnekkig verzet, dan zal men inderdaad een groote schrede voor waarts gaan op den weg, die tot de algeheele oplossing der Marokkaan- sche kwestie moet leiden. De groote man. De groote man op het oogenblik in Marokko is El Menebi. Dat ie we zeiden het van de week al Moelai Hafid's vertegen woordiger te Tanger: een man die blijkbaar een zeer groote rol zal hebben te spelen in de historie van Marokko. Ook vroeger was El Menebi bekend als een der bekwaamste regeerings- mannen van het land; maar de be nepen vrees van Abdul Azis voor ieder die werkelijk wat beteekende, heeft hem in ongenade doen vallen. Op schandelijke wijze werd hij be handeld door Abdul Azis' toedoen: zijn vrouwen werden mishandeld, zijn eigendommen werden verbeurd ver klaard, zijn vrienden en verwanten gevangen gezet. Aan Britsche tusschenkomst dankte hij toen het leven. In 1901 was ElMenebi Marokkaansch gezant te Londen, waar hij het groot kruis der orde van St. Michaël en St. George verwierf. Sinds hij in ongenade viel woonde hij te Tanger, waar zijn goede eigen schappen, zijn weldadigheid en gast vrijheid hem bemind maakten bij Europeanen en inlanders. Niettegen staande hij onder Europeesche be scherming staat, eischt de Moorsche bevolking van Tangër nu, dat hij in dezen moeilijken tijd een taak van beteekenis zal vervullen. Daar hij veel in Europeesche gezelschappen verkeert en op zeer goeden voet staat met alle gezanten, gaat hem dat zeer goed af, In de laatste dagen heeft hij dan ook onschatbare diensten bewezen. Hij bezocht de kampen der Hafidisten en woonde een belangrijke samenkomst der berg-opperhoofden bij, 25 K.M. ver, ten einde hun te beduiden, dat de Marokkaansche politiek niet ver andert en dat iedere verstoring van de vrede zijn eigen leven in gevaar brengt. Misschien is hij de eenige man in Marokko die zulke verklaringen kan afleggen, en ook wel de eenige, in staat ze waar te maken! VENEZUELA. Castro tegen Frankrijk. Een ambtelijke mededeeling uit Ca racas van 24 dezer meldt, dat het hof voor civiele zaken in eersten aanleg de Fransche telegraafmaatschappij schuldig heeft verklaard aan mede plichtigheid aan de omwenteling van Matos en die maatschappij deswege veroordeelde tot ee* schadevergoeding van 5,000,000 p.st. afgescheiden van nog een later te bepalen bedrag. Dit vonnis berust feitelijk op de zelfde grondslagen als het tegen de New-York Bermudez Asphalt Compa ny gewezen vonnis. Practisch heeft het vonnis natuur lijk geen ander nut, dan dat het de mogendheden nog meer tegen Castro zal innemen. Castro's rechters kunnen natuurlijk veroordeelen zoo hard als ze willen,, maar Frankrijk zal daar geen genoe gen mede nemen, en ongetwijfeld de Fransche concessionarissen bescher men. 't Wordt tijd dat er in dat Vene zuela eens schoon schip gemaakt wordt j Verspreide Berichten. FKUSLLETON, wilei was pikdonker, toep Tom anfarthing over de kal© vlakt© ^arn, di© bekend stond als „Do hon- bogen", omdat daar een spoor- ^gviaduct is, gebouwd op bogen ten r„ e -van tienmaal tien. j.Toen was hij negentien jaar en j «*rk in de bourough; en het pad de honderd bogen was den; jk iernaast© weig naar zijn huis in de ydierhith©. Hij was wel ©en moe- kereltje, maar toch liep hij in pikdonker liever niet alleen j^hgs de bogep. Want die bogen T^ben een kwaden roep. lom kon wel een anderen wieg aor huis zijn gegaanmaar dat was j. tvijde omweg, en Tom had wtei- 8 tijd. Want zoddra hij thuis S??ten en zich wat opgeknapt had, <W I*Ü n°g 10011 beetje gaan wan- J®h met Elsie Grey, die bij hare de gS 101611 Paax straten verier woon- Elsie was typist© op een kantoor r? tvothe WÊ ■u -^'therhithe. Zij kwam om 6 uur jbis en kon dan na half acht met Ar aanstaande wat gaan wandelen, hief^ a^s later werd, schoot er HjJ' Vie0l meer over, want moeder er op, dat haar doch- J'ö stipt om negen uur weer bin nen was. Ten einde nu zoo mogelijk geen enkel© zalige minuut te verlie zen, nam Tom het pad langs id© hon derd bogen en spaarde daardoor meer dan een kwartier uit. Hij gluurde voortdurend rechts en links, .vooral naar den kant van de bogen. Eigenlijk bang was hij niet; maar toch op zijn hoede; want hij had van de bogen leelijke histories gehoord, en hij was er niets op ge steld om straks misschien door een schooier aangevallen en van zijn zil veren horloge met ketting te worden beroofd gezwegen nog ,van de vijf of zes stuivers, die hij op zak had- Maar wat gebeurde er Op de zen stikdoukeren November-avond brak er, juist toen Tom ongeveer halfweg was, een geduchte plasregen los. Tom had geen paraplui© hij zicli, en hij had zijn nieuwe overjas aan, dien dag voor 't eerst, en niet graag wou hij dit kostbare kleeiiingstuk bedorven hebben. Dus zocht hij zijn schuilpltaats onder een lier bogen. Hij luisterde even in het donker en meende de zekerheid te hebben, dat hij alleen was. Daar de regen, door den wind ge dreven tnaar binnen sloeg, trok Tom zich nog wat verder in de holte te gen iets aan; tastte met zijne han den, en bemerkte dat het een wagen was, die daar stond. Deze vondst kwam hem goed te pas, want achter detzen wagen hal hij nog betere be schutting tegen wind en nattigheid. Zoo had hij een tien minuten ge staan, ongeduldig verlangend dat de regen mocht ophouden, toen hij van buiten stemmen hoorde. Die stem men jn aderden, en nu hoorde Tom een man zeggen Hier moeten we wezen, Bill. De vijf-en-dertigste boog. Ik heb ze geteld. Best, zeide de tweed© man. waar is de spade? Onder bet puin achterin. Daar heb ik ze gisteren verstopt. Mooi zoo. Voorzichtig! Er staat hier ergens een wagen. Loop er niet tegen aan. Maak eens wat licht. Er was een geluid van iets zwaars, dat op den grond vielen Tom, die achter den wagen school, hai juist besloten om het in het donker op ©en loopje te/ zetten, taan ©en der mannen met een vloek uitriep: Ik heb geen lucifers bij me. Heb jij ze. De andere man tastte in zijne zak ken en er volgde ©en tweedd vloek. Ook hij wa luciferloos. Ik dacht dat jij ze hebben zou, zeide er ©en; En ik dacht 't van jou, ant woordde de ander Wij haddien een lantaarn moeten meebreng-en. Maar ik rekende op ©en beetje maneschijn. Het is deze bui, die 't zoo donker maakt. Nou, je dient toch li© spade te y inden Een der kerels scharrelde nu in het donker, terwijl de ander bij de opening van den boog bleef staan, Tom achtte zich nu veilig genoeg achter den wagen, die hem tot ver schansing diende. Niet lang daarna hoord© hij d,en man, die naar de spa de zocht, uitroepen: Ik heb ze. Er was nu een geluid van graven, waarbij de mannen een gesprek voer den, dat voor Tom Hebreeuwsch was. Straks hoorde hij zeggen: Zoo is 't diep genoeg. Laat nu maar zakken. Er viel iets met ©en doffen bons, ©in Tom hoorde hoe het gat met de uitgedolven aard© werd dichtge- ploft, daarop volgde nog een ge trappel met voeten, om de aard© dicht te stampen. Zoo kunnen wij 't vanavond er bij laten, zeid© een der mannen. Ik zal morgenochtend gaan kijken hoe 't er uitziet. Laat je de spade hier Neen, die neem ik mee. Dat lijkt me veiliger. De mannen verlieten nu het, ge welf, en met een zucht van verlich ting hoorde Tom hunne voetstappen zich verwijderen. Hij wachtte nog tien minuten, tot het tweetal ©en goed eind weg kon zijn, en toen trad hij naar huiten. Het regende nog. Tom zette z'n kraag op en liep wat hij loopen kon naar de lichten in ide yerte. Tom wilde zijn avontuur niet aan Elsie vertellen, omdat hij wist dat zij anders zich ongerust zou maken, wanneer hij wat later kwam. Hij wilde bet ook niet vertellen aan zijne ouders, omdat die hem dan misschien het pad langs de bogen in den win ter zouden verbieden. Maar hij had een© onweerstaanbare behoeft© om toch met iemand er eens over t© pra ten. Dus schonk hij zijn vertrou wen aan Elsie's broeder Dick, 'die twee jaar jonger dan hij zelf en een geweldig verslinder van romans en roovergeschiedenissen was. [\Vat kan 't zijn geweest, dat ze daar begroeven zeide Tom. M at denk je? Een lijk? (Waarom nu juist eejn lijk ant woordde Dick. Met eep lijk is 't niet zoo makkelijk sjouwen. kWeet je wat ik denk ik denk dat 't een schat is geweest, dien ze daar heb ben verstopt, om hem later weer op te graven. Daarom onthielden ze het nummer van den boog. Een schat riep Toni -ten op eens veelde hij zich in verbeelding verplaatst op een geheimzinnig ei land. (Wel natuurlijk! Wiat zou het anders moeten wezen Het zijn natuurlijk dieven, en zij heb ben de gestolen ju woelen daar be graven omdat zij op 't oogenblik geen veiliger bergplaats weten. Dat is een heel gewon© manier van doen hij roovers hoewel zij gewoonlijk een onbewoond eiland er voor kie zen. Ja, ja, zeide Tom. Je kunt wel gelijk hebben. Natuurlijk heb ik gelijk, zeide Dick. Wiat waren t voor kerels Ik kon ze in 't donker niet zien. Maar naar de stemmen te oor- deelen, waren 't een paar boeven. Daar heb je 't al! En wat denk je nu in dat zaakje te doen? Ik weet 't niet, zeide Tom. Mis schien moest ik de politie waarschu wen. Dat zou ik maar laten, zeide Dick. Eerst zou ik willen weten, wat zij hegraven hebben. Kunnen wij niet morgen in de vroegte er heengaan en den boel opgraven, om eens te kijken wat het is Morgenochtend niet, zeide Tom. Want ik hoorde den éénen vent zeg gen dat hij morgen zelf zou ko men, om te zien of het gat goed -dicht was. Maar ik zal er eens over den ken en het je morgenavond zeggen. Den volgenden avond echter ver scheen ,Tom iWinfarthing niet bij de Grey's- Hij zond de boodschap, dat hij -een zware' koude had gevat en vroeg in bed was gekropen. (Slot volgt. BWE HA AR LEHSCHE COURMT ABONNEMENTSPRIJS: Pot 8 maande» voor Haarlemf 1.85 Voor de plaatsen, waar een agent ia gevestigd (kom der gemeente) 1.35 Voor de overige plaateen in Nederland franco per poet 1,1# Afïonderlijke nummersü.®5 PRU8 DER ADVEBTENTIÊN: Tan 16 regels0.60 (eontant)f 0.50 Elke regel meer«0.3# Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant. 1000 4oo-=.- m ïün•=- ion se bi k tb ei d tot •werken. 60 verlies van éen wijsvinger. 15 •VLDEN bij vaciies van éen anderen vinger. Graaf Zeppelin is al de loftui tingen en.geldeischingen en bedelaars- brieven ontvlucht. Met zijn dochter is hij op reis gegaan, niemand weet waarheen. De man is beu van al de herrie, eo zal terugkomen, all hij weer arbeiden kan. Oorlog in Zuid-Amerika. De Daily Chronicle maakt melding van oor logstoebereidselen van Brazilië tegen Ar gentinië. Er zouden in Europa agente* zijn aangekomen tot het aankoopen van schietvoorraden alsmede tot het aanwer- veo van artillerie- en cavalerieofficieren. De Cone okwestie. De commissie van XVII uit den Belgische Senaat heeft de conclusie v. 't rapport Claevs-Bouwaert, luidende tot aanneming van de koloniale grondwet gelijk die door de Kamer is gevoteerd, met 11 tegen 3 stemmen (1 onth.) aangenomen. „Robur de Veroveraar". Onze lezers kennen Jules Verne's roman wel van het geheimzinniges luchtschip dat heel de beschaafde wereld in verbazing bracht? Als zoovele Romans van Jules Verne wordt ook dit tot waarheid' Al thans... als de inwoners van Genève niet droomen of hallucinatie hebben gehad. Daar heeft men zoo wordt bericht van de week op een avond een groote geheimzinnige luchtballon een uur lang

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1