DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
Katholieken en
Protestanten.
BUITENLAND,
De honderd bogen.
SCindephuisvest 2S«3i«835 Haarlem
pi
VRIJDAG 28 AUG. 1908.
33"-t3 Jaargang No. 6672
Bureaux van Redactie en Administratie:
Telefoonnuraimei* 84526.
Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en ander de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van
De nitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
in.
Vervolg van de rede van Mgr. Dr. Jansen
•P den DuiteeJbcn Katholiekendag.')
In de eerste jaren na het herstel
katholieke hiërarchie viel na-
Ju*rlijk aan een samengaan der
•Wee belijdenissen niet te denken;
daarvoor stonden zij te scherp te
genover elkander. De beide par-
Hiea [gingen een tijd lang haar
eigene wegen en legden zich met
*he kracht toe op haar versterking
®a organisatie. Onder de Katholie-
ken [werkten daarvoor een reeks
hoogbegaafde, geestkrachtige man-
*ea, die wisten wat zij wilden, zoo-
de geniale professor der wijsbe
geerte aan het [priester-seminarie in
*et diocees Haarlem, Cornelia Broere,
he Amsterdamsche dichter, kunst-
kritikus en polemicus, later hoog
leraar aan de academie van Beel
dende Kunsten in zijne vaderstad,
^seph Alberdingk Thijm en de
onovertroffen hoofdredacteur van
hof katholieke dagblad „De Tijd",
ponseigneur Smits, onder wiens
jeiding zich de jonge priester, Dr.
^ohaepman, tot journalist vormde,
h'eze grootste zoon van ons land
*ou het werk voleinden, hetwelk
hio mannen hadden begonnen. Van
Oature een door God begenadigd
kunstenaar, dichter en geniaal den
hor, bepaalde hij zich niet tot de
Werkzaamheid, welke zijn aanleg
zijn priesterlijk ambt en zijn
*Unctie als professor hem op de
e®rste plaats aanwezen en die hem
°Ugetwijfeld tot de hoogste succes-
®eQ en onderscheiding zou hebben
?eleid, doch hij wijdde reeds spoe-
hJg ik mag wel zeggen het
v°ornaamste gedeelte zijner reus
achtige arbeidskracht, aan de eman-
Cipatie, aan de sociale en politieke
ontwikkeling en de organisatie van
katholieke volk, waarbij zijn
herhaaldelijk uitgesproken hoofd
ei de handhaving was van de
^hristelijke opvoeding der jeugd
'hhavo
In den boezem der anti-revolu-
honaire partij deed op zijne wijze
hetzelfde Dr. Abraham Knyper.
hjn een tien-jarige werkzaamheid
a'8 predikant nam deze geboren
Volksleider en organisator in het
Iaar 1892 de redactie op zich van
anti-revolutonair dagblad „De
pandaard„ en redigeerde daarbij
^gelijkertijd het godsdienstig week-
'ad „De Heraut". Na weinige jaren
Was hij de erkende leider der streng-
geloovige Calvinisten en der anti
revolutionaire partij.
Met groot succes trachtte hij het
nog geloovige Christenvolk uit de
arbeidersklasse en den kleinen hand-
werksstand te onttrekken aan den
verderfelijken invloed van de mo
derne predikanten, een invloed, die
uitging van de in haar meerder
heid eveneens modern gezinde Sy
node. Dit echter haalde hem veel
haat op den hals, ook van de zijde
van vele geloovige medeleden zijner
Kerk, wijl zij in hem een verwoes
ter zagen van de organisatie dier
Kerk. De behoefte aan rechtzinnige
predikanten was wel de hoofdbe-
weegredeD, die hem ertoe dreef in
het begin van de tachtiger jaren
te Amsterdam zijd vrije universiteit
te stichten. Onvermoeid in bet be
vorderen van het christelijk lager
onderwijs hield hij zich bij de ont
wikkeling der anti-revolutionaire
partij aan het parool: „In ons iso
lement ligt onze kracht", schonk
hij den zijnen een afgerond program
en een bewonderenswaardige orga
nisatie en schiep hij in de veree-
niging „Patrimoninm" een invloed
rijke arbeiderspartij. Zoo waren dan
de twee christelijke partijen uitne
mend georganiseerd en toegerust,
toen na den val van het conserva
tieve ministerie Heemskerk het
echt doctrinair-liberale ministerie
Kappeyne optrad. De liberale peri
ode scheen thans voor goed aan
gebroken. Ondanks den krachtigen
der twee christelijke partijen wist
Kappeyne een nieuwe wet op het
lager onderwijs tot stand te doen
komen, die het bestaande onrecht
nog vergrootte. Maar overmoed
doet nimmer goed; dit zou ook
hier blijken.
Toon n.l. de storm van het jaar
1853 had uitgewoed, had de geioo-
vig-protestantsche bevolking zich
aan de gelijke berechting der ka
tholieken langzamerhand gewend
en er zich mede verzoend. Ons volk
is van nature vreedzaam en ver
draagzaam,wij zijn immers volgens
Duitsche denkwijze de verpersoon
lijkte nuchterheid en daar het
minder bier drinkt dan het Duit
sche, drijft het ook minder opwin
dende biertafel-politiek [(hilariteit).
Daarbij kwam echter, dat men
meer en meer begon in te zien, hoe
de strijd der geesten in den grond
der zaak niet het alternatief: „ka
tholiek of protestant", doch het
veel krassere: „geloof of ongeloof,
Christus of de wereld" tot inzet
had, en hoe de te verrichten keuze
bij dit alternatief beslist voor de
vernietiging der sociale orde of
over het herstel daarvan op ehris-
telijken grondslag. Dit vóór ande
ren duidelijk te hebben ingezien,
overeenkomstig deze erkentenis het
christelijke volk geleid en daardoor
het lot van het land voor geruimen
tijd bepaald te hebben, is de ver
dienste van een katholiek priester
en van een calvinistischen predi
kant, de verdienste van Dr. Schaep-
man en van Dr. Kuyper. Bijna
noodzakelijkerwijze ontmoetten deze
twee even hoogstaande mannen
elkaar op het terrein van dezelfde
gedachte. En nadat zij het erover
eens waren geworden, dat slechts
een gemeenschappelijke actie der
twee christelijke partijen, die tot
dusverre gescheiden zonder hetge-
wenschte resultaat voor haar goed
recht gestreden hadden, tot de over
winning kon leiden, begonnen zij
beiden te werken voor een overeen
komst tusschen hun partijen (Bra
vo Het was een stoute manoeuvre,
waaraan zelfs door üiet-pessimis-
tisch-gezinden een volslagen mis
lukking werd voorspeld. Immers,
het gold diep ingewortelde vooroor-
deelen weg te nemen. En daar dr.
Kuyper tot dusverre zijn partij zoo
scherp geïsoleerd had, waarbij hij
de juist bij haar bijzonder talrijke
vooroordeelen, onbewust vermoede
lijk, onder veel opzichten vermeer
derd bad, bad hij voorzeker de
zwaarste taak te verrichten. Geestig
en juist heeft een student te Delft
dit uitgedrukt. Toen n.l. rector en
senaat van de Technische Hooge-
school aldaar, die vroeger geen hoo-
geschooï was, doch door minister
Kuyper daartoe was verheven, de
zen na zijn aftreden als minister
plechtig tot doctor-eershalve zouden
benoemen, vroeg op zekeren mor
gen een student op de sociëteit aan
een zijner medestudenten: „Hoe
komt men er toch toe, aan een
theoloog het eere-doctoraat te ver-
leenen in de technische wetenschap
pen?" Waarop de andere antwoord
de: „Wat je dat niet? Hij is onze
grootste ingenieur, want hij heeft
de brug gebouwd tusschen Rome
en Dordt. (Stormachtige toejuichin
gen en hilariteit).
Ondanks alle vooroordeelen en
andere hinderpalen kwam het toch
in korten tijd tot een bondgenoot
schap. Verrast en verschrikt noem
den de liberalen het spottenderwijze
het Monster-Verbond, waarmede zij
wilden te kennen geven, dat het
wel spoedig zijn dood zou sterven.
De naam was niet onhandig geko
zen en schijnbaar gerechtvaardigd.
Heeft niet sinds thans meer dan
bijna vier eeuwen de tegenstelling
van katholiek en protestant de ge
schiedenis der christen volkeren
beheerscht? Hebben niet juist in
Holland bijna evenlang Katholieken
en Protestanten elkaar op het felste
bestreden? En zijn niet de leerstel
lige en andere verschillen tusschen
de beide belijdenissen ,van zoo diep-
gaanden aard, dat, wie het met den
godsdienst van Christus goed meent,
daarover dagelijks bloedige tranen
zou willen weenen? Doch breeder
en dieper dan de klove die Katho
lieken en Protestanten van elkaar
gescheiden houdt, is die, welke
gaapt tusschen dezen en al degenen,
die de Godheid van Christus loo
chenen, al verheffen zij Hem ook
nog zoo hoog als mensch! Men heeft
het Dr. Kuyper toen hij minister
was, als een misdrijf aangerekend,
dat hij de zoogenaamde antithese
schiep. Hij hééft die niet geschapen.
Zij was er, zij is er, zij zal er zijn,
zij dringt zich steeds opnieuw op
met onweerstaanbare kracht; altijd
door gaat Christus' woord in ver
vulling: „Wie niet met Mij is, is
tegen Mij 1En daarin ligt de ver
klaring van het feit dat het met
het werk der verzoening, toen dit
eenmaal begonnen was, beter ging,
dan men bad kunnen verwachten.
Reeds in het jaar 1889 bevocht
het Monster-Verbond bij de verkie
zingen zijn eerste zegepraal, die de
vormieg van het christelijk ministe
rie Mackay tengevolge had. Dit
bracht pen jaar later een werk van
verzoening tot' stand voor het ge-
heele land, daar het door een her
ziening van de wet op het Lager
Onderwijs, het moeilijke school-
vraagstuk in beginsel geheel, en
practisch ten minste ten deele op
loste. In de volgende jaren heeft het
bondgenootschap zich, ondanks nu
en dan intredende ontstemdheden,
meer en meer bevestigd en ons in
1901 het tweede Christelijke Ministe
rie, het Kabinet-Kuyper, en onlangs
het derde, het kabinet-Heemskerk
gebracht. (Levendige bravo's!)
(Slot volgt.)
BELGIE.
De Congokwestie in den Senaat.
Gisteren is de beraadslaging in den
Belgischen Senaat begonnen over de
wetsontwerpen tot overneming van
den Congo.
De minister van buitenlandsche
zaken hield daarbij e«n uitvoerige
rede, waarin hij o.m. mededeelde, dat
alle mogendheden het wetsontwerp
met welwillendheid begroeten.
Het recht van voorkeur van Frank
rijk zal hernieuwd wordenhet ver
schil met Eageland is feitelijk tot
algeheele voldoening geregeld.
De regeering wacht een nieuwe
noia van Engeland, waarop zij zal
antwoorden in een geest van ver
zoening; het is zeker zoo zeide de
minister dat het tot een beslissende
overeenkomst zal komen. Is de naasting
geschied, dan zal de regeering zich
met volharding toeleggen op de uit
voering van het program der hervor
mingen.
MAROKKO.
Moelai Hafid.
Uit Tanger komt het bericht, dat
Moelai Hafid verklaard heeft zich bij
de acte van Algeciras neer te leggen
en haar te zullen handhaven.
Dat is dan tegen vroegere berich
ten in, die Moelai Hafid tot een Euro
peanen-hater maakten.
De Fransche bladen, wien dat be
richt tegenvalt, eischen nu weer, dat
Moelai Hafid al de personeele schul
den van Abdul Azis ook erkennen
zal, buiten de staatsschuld, die groot is.
Intusschen, hoe dit ook zij: als
Moelai Hafid werkelijk met de mogend
heden wil medewerken, en als hij
machtig genoeg zal blijken om het
oude fanatisme te overwinnen, dat
zich tegen eiken invloed van buiten
af hardnekkig verzet, dan zal men
inderdaad een groote schrede voor
waarts gaan op den weg, die tot de
algeheele oplossing der Marokkaan-
sche kwestie moet leiden.
De groote man.
De groote man op het oogenblik
in Marokko is El Menebi.
Dat ie we zeiden het van de
week al Moelai Hafid's vertegen
woordiger te Tanger: een man die
blijkbaar een zeer groote rol zal hebben
te spelen in de historie van Marokko.
Ook vroeger was El Menebi bekend
als een der bekwaamste regeerings-
mannen van het land; maar de be
nepen vrees van Abdul Azis voor
ieder die werkelijk wat beteekende,
heeft hem in ongenade doen vallen.
Op schandelijke wijze werd hij be
handeld door Abdul Azis' toedoen:
zijn vrouwen werden mishandeld, zijn
eigendommen werden verbeurd ver
klaard, zijn vrienden en verwanten
gevangen gezet.
Aan Britsche tusschenkomst dankte
hij toen het leven.
In 1901 was ElMenebi Marokkaansch
gezant te Londen, waar hij het groot
kruis der orde van St. Michaël en St.
George verwierf.
Sinds hij in ongenade viel woonde
hij te Tanger, waar zijn goede eigen
schappen, zijn weldadigheid en gast
vrijheid hem bemind maakten bij
Europeanen en inlanders. Niettegen
staande hij onder Europeesche be
scherming staat, eischt de Moorsche
bevolking van Tangër nu, dat hij in
dezen moeilijken tijd een taak van
beteekenis zal vervullen. Daar hij veel
in Europeesche gezelschappen verkeert
en op zeer goeden voet staat met alle
gezanten, gaat hem dat zeer goed af,
In de laatste dagen heeft hij dan
ook onschatbare diensten bewezen.
Hij bezocht de kampen der Hafidisten
en woonde een belangrijke samenkomst
der berg-opperhoofden bij, 25 K.M.
ver, ten einde hun te beduiden, dat
de Marokkaansche politiek niet ver
andert en dat iedere verstoring van
de vrede zijn eigen leven in gevaar
brengt.
Misschien is hij de eenige man in
Marokko die zulke verklaringen kan
afleggen, en ook wel de eenige, in
staat ze waar te maken!
VENEZUELA.
Castro tegen Frankrijk.
Een ambtelijke mededeeling uit Ca
racas van 24 dezer meldt, dat het hof
voor civiele zaken in eersten aanleg
de Fransche telegraafmaatschappij
schuldig heeft verklaard aan mede
plichtigheid aan de omwenteling van
Matos en die maatschappij deswege
veroordeelde tot ee* schadevergoeding
van 5,000,000 p.st. afgescheiden van
nog een later te bepalen bedrag.
Dit vonnis berust feitelijk op de
zelfde grondslagen als het tegen de
New-York Bermudez Asphalt Compa
ny gewezen vonnis.
Practisch heeft het vonnis natuur
lijk geen ander nut, dan dat het de
mogendheden nog meer tegen Castro
zal innemen.
Castro's rechters kunnen natuurlijk
veroordeelen zoo hard als ze willen,,
maar Frankrijk zal daar geen genoe
gen mede nemen, en ongetwijfeld de
Fransche concessionarissen bescher
men.
't Wordt tijd dat er in dat Vene
zuela eens schoon schip gemaakt wordt j
Verspreide Berichten.
FKUSLLETON,
wilei was pikdonker, toep Tom
anfarthing over de kal© vlakt©
^arn, di© bekend stond als „Do hon-
bogen", omdat daar een spoor-
^gviaduct is, gebouwd op bogen ten
r„ e -van tienmaal tien.
j.Toen was hij negentien jaar en
j «*rk in de bourough; en het pad
de honderd bogen was den;
jk iernaast© weig naar zijn huis in de
ydierhith©. Hij was wel ©en moe-
kereltje, maar toch liep hij in
pikdonker liever niet alleen
j^hgs de bogep. Want die bogen
T^ben een kwaden roep.
lom kon wel een anderen wieg
aor huis zijn gegaanmaar dat was
j. tvijde omweg, en Tom had wtei-
8 tijd. Want zoddra hij thuis
S??ten en zich wat opgeknapt had,
<W I*Ü n°g 10011 beetje gaan wan-
J®h met Elsie Grey, die bij hare
de gS 101611 Paax straten verier woon-
Elsie was typist© op een kantoor
r? tvothe
WÊ
■u -^'therhithe. Zij kwam om 6 uur
jbis en kon dan na half acht met
Ar aanstaande wat gaan wandelen,
hief^ a^s later werd, schoot er
HjJ' Vie0l meer over, want moeder
er op, dat haar doch-
J'ö stipt om negen uur weer bin
nen was. Ten einde nu zoo mogelijk
geen enkel© zalige minuut te verlie
zen, nam Tom het pad langs id© hon
derd bogen en spaarde daardoor meer
dan een kwartier uit.
Hij gluurde voortdurend rechts en
links, .vooral naar den kant van de
bogen. Eigenlijk bang was hij niet;
maar toch op zijn hoede; want hij
had van de bogen leelijke histories
gehoord, en hij was er niets op ge
steld om straks misschien door een
schooier aangevallen en van zijn zil
veren horloge met ketting te worden
beroofd gezwegen nog ,van de vijf
of zes stuivers, die hij op zak had-
Maar wat gebeurde er Op de
zen stikdoukeren November-avond
brak er, juist toen Tom ongeveer
halfweg was, een geduchte plasregen
los. Tom had geen paraplui© hij zicli,
en hij had zijn nieuwe overjas aan,
dien dag voor 't eerst, en niet graag
wou hij dit kostbare kleeiiingstuk
bedorven hebben. Dus zocht hij zijn
schuilpltaats onder een lier bogen.
Hij luisterde even in het donker en
meende de zekerheid te hebben, dat
hij alleen was.
Daar de regen, door den wind ge
dreven tnaar binnen sloeg, trok Tom
zich nog wat verder in de holte te
gen iets aan; tastte met zijne han
den, en bemerkte dat het een wagen
was, die daar stond. Deze vondst
kwam hem goed te pas, want achter
detzen wagen hal hij nog betere be
schutting tegen wind en nattigheid.
Zoo had hij een tien minuten ge
staan, ongeduldig verlangend dat de
regen mocht ophouden, toen hij van
buiten stemmen hoorde. Die stem
men jn aderden, en nu hoorde Tom een
man zeggen
Hier moeten we wezen, Bill.
De vijf-en-dertigste boog. Ik heb ze
geteld.
Best, zeide de tweed© man.
waar is de spade?
Onder bet puin achterin. Daar
heb ik ze gisteren verstopt.
Mooi zoo. Voorzichtig! Er
staat hier ergens een wagen. Loop er
niet tegen aan. Maak eens wat
licht.
Er was een geluid van iets zwaars,
dat op den grond vielen Tom, die
achter den wagen school, hai juist
besloten om het in het donker op
©en loopje te/ zetten, taan ©en der
mannen met een vloek uitriep:
Ik heb geen lucifers bij me.
Heb jij ze.
De andere man tastte in zijne zak
ken en er volgde ©en tweedd
vloek. Ook hij wa luciferloos.
Ik dacht dat jij ze hebben zou,
zeide er ©en;
En ik dacht 't van jou, ant
woordde de ander Wij haddien een
lantaarn moeten meebreng-en. Maar
ik rekende op ©en beetje maneschijn.
Het is deze bui, die 't zoo donker
maakt.
Nou, je dient toch li© spade te
y inden
Een der kerels scharrelde nu in
het donker, terwijl de ander bij de
opening van den boog bleef staan,
Tom achtte zich nu veilig genoeg
achter den wagen, die hem tot ver
schansing diende. Niet lang daarna
hoord© hij d,en man, die naar de spa
de zocht, uitroepen: Ik heb ze.
Er was nu een geluid van graven,
waarbij de mannen een gesprek voer
den, dat voor Tom Hebreeuwsch
was. Straks hoorde hij zeggen:
Zoo is 't diep genoeg. Laat
nu maar zakken.
Er viel iets met ©en doffen bons,
©in Tom hoorde hoe het gat met de
uitgedolven aard© werd dichtge-
ploft, daarop volgde nog een ge
trappel met voeten, om de aard©
dicht te stampen.
Zoo kunnen wij 't vanavond er
bij laten, zeid© een der mannen. Ik
zal morgenochtend gaan kijken hoe
't er uitziet.
Laat je de spade hier
Neen, die neem ik mee. Dat
lijkt me veiliger.
De mannen verlieten nu het, ge
welf, en met een zucht van verlich
ting hoorde Tom hunne voetstappen
zich verwijderen. Hij wachtte nog
tien minuten, tot het tweetal ©en
goed eind weg kon zijn, en toen trad
hij naar huiten. Het regende nog.
Tom zette z'n kraag op en liep wat
hij loopen kon naar de lichten in ide
yerte.
Tom wilde zijn avontuur niet aan
Elsie vertellen, omdat hij wist dat
zij anders zich ongerust zou maken,
wanneer hij wat later kwam. Hij
wilde bet ook niet vertellen aan zijne
ouders, omdat die hem dan misschien
het pad langs de bogen in den win
ter zouden verbieden. Maar hij had
een© onweerstaanbare behoeft© om
toch met iemand er eens over t© pra
ten. Dus schonk hij zijn vertrou
wen aan Elsie's broeder Dick, 'die
twee jaar jonger dan hij zelf en een
geweldig verslinder van romans en
roovergeschiedenissen was.
[\Vat kan 't zijn geweest, dat
ze daar begroeven zeide Tom. M at
denk je? Een lijk?
(Waarom nu juist eejn lijk ant
woordde Dick. Met eep lijk is 't
niet zoo makkelijk sjouwen. kWeet je
wat ik denk ik denk dat 't een
schat is geweest, dien ze daar heb
ben verstopt, om hem later weer
op te graven. Daarom onthielden ze
het nummer van den boog.
Een schat riep Toni -ten op
eens veelde hij zich in verbeelding
verplaatst op een geheimzinnig ei
land.
(Wel natuurlijk! Wiat zou
het anders moeten wezen Het
zijn natuurlijk dieven, en zij heb
ben de gestolen ju woelen daar be
graven omdat zij op 't oogenblik
geen veiliger bergplaats weten. Dat
is een heel gewon© manier van doen
hij roovers hoewel zij gewoonlijk
een onbewoond eiland er voor kie
zen.
Ja, ja, zeide Tom. Je kunt wel
gelijk hebben.
Natuurlijk heb ik gelijk, zeide
Dick. Wiat waren t voor kerels
Ik kon ze in 't donker niet
zien. Maar naar de stemmen te oor-
deelen, waren 't een paar boeven.
Daar heb je 't al! En wat
denk je nu in dat zaakje te doen?
Ik weet 't niet, zeide Tom. Mis
schien moest ik de politie waarschu
wen.
Dat zou ik maar laten, zeide
Dick. Eerst zou ik willen weten,
wat zij hegraven hebben. Kunnen
wij niet morgen in de vroegte er
heengaan en den boel opgraven, om
eens te kijken wat het is
Morgenochtend niet, zeide Tom.
Want ik hoorde den éénen vent zeg
gen dat hij morgen zelf zou ko
men, om te zien of het gat goed -dicht
was. Maar ik zal er eens over den
ken en het je morgenavond zeggen.
Den volgenden avond echter ver
scheen ,Tom iWinfarthing niet bij de
Grey's- Hij zond de boodschap, dat
hij -een zware' koude had gevat en
vroeg in bed was gekropen.
(Slot volgt.
BWE HA AR LEHSCHE COURMT
ABONNEMENTSPRIJS:
Pot 8 maande» voor Haarlemf 1.85
Voor de plaatsen, waar een agent ia gevestigd (kom der gemeente) 1.35
Voor de overige plaateen in Nederland franco per poet 1,1#
Afïonderlijke nummersü.®5
PRU8 DER ADVEBTENTIÊN:
Tan 16 regels0.60 (eontant)f 0.50
Elke regel meer«0.3#
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant.
1000
4oo-=.- m ïün•=- ion
se bi k tb ei d tot
•werken.
60
verlies van
éen
wijsvinger.
15
•VLDEN bij
vaciies van
éen anderen
vinger.
Graaf Zeppelin is al de loftui
tingen en.geldeischingen en bedelaars-
brieven ontvlucht. Met zijn dochter is hij
op reis gegaan, niemand weet waarheen.
De man is beu van al de herrie, eo zal
terugkomen, all hij weer arbeiden kan.
Oorlog in Zuid-Amerika. De
Daily Chronicle maakt melding van oor
logstoebereidselen van Brazilië tegen Ar
gentinië. Er zouden in Europa agente*
zijn aangekomen tot het aankoopen van
schietvoorraden alsmede tot het aanwer-
veo van artillerie- en cavalerieofficieren.
De Cone okwestie. De commissie
van XVII uit den Belgische Senaat heeft
de conclusie v. 't rapport Claevs-Bouwaert,
luidende tot aanneming van de koloniale
grondwet gelijk die door de Kamer is
gevoteerd, met 11 tegen 3 stemmen (1
onth.) aangenomen.
„Robur de Veroveraar". Onze
lezers kennen Jules Verne's roman wel
van het geheimzinniges luchtschip dat
heel de beschaafde wereld in verbazing
bracht? Als zoovele Romans van Jules
Verne wordt ook dit tot waarheid' Al
thans... als de inwoners van Genève niet
droomen of hallucinatie hebben gehad.
Daar heeft men zoo wordt bericht
van de week op een avond een groote
geheimzinnige luchtballon een uur lang