TWEEDE BLAD Katholieken en Protestanten. Uit den Omtrek. De honderd bogen. ZATERDAC 29 AUC. 1908, IV. (Slot.) >rv°lg van de rede van Mgr. Dr. Jansen °P den Duitschen Katholiekendag.') op welke gelukkige gevolgen ai het bondgenootschap tusschen christelijke partijen bogen? De o^ing van de wet op het lager derwijs onder het ministerie- a£iay, welke voor het christelijk te t 6en §roo^e weldaad was, be- ekende bevrijding van de on zichtbaarheid, waartoe de wet in ar vroegeren vorm veroordeeld as. Onder later volgende liberale jiisteries werd door de medewer- n§ van alle partijen in het Par- ttfent een deugdelijk stuk noodza ak en gezegend sociaal werk ^Ticht. Het ministerie-Kuyper j vervolgens de oplossing van schoolvraagstuk een flinken stap °oruitook deed het de bijzondere jp'ttmasia aanspraak maken- op aQzienlijke subsidiën uit de staats- as en dito dito de vrije universiteit te a i ytosterdam. Tegelijkertijd maakte de oprichting van vrije leer- ?ehn aan de openbare universi- «en mogelijk (bravo-geroep). Op gebied van het dagelijksche, Urgerüjke en maatschappelijke j JöQ. heeft het bondgenootschap °!j niet minder gelukkige resultaten 6eleid. De aanhangers der beide wtijen leven in wederzijdsche jjhting voor elkander, zij zoeken 'een ]jen yereenigt, vermijden onnoodig getwist, met éen °Qrdzij leven en werken in "nstelijken vrede (stormachtig ap- jj aUs). Ook wordt door de pers van eide zijden de opname vermeden ZQ elkander beleedigende en las- j rende berichten of artikelen; en °Pt ook al eens iets van dien ard in de kolommen van een blad, ,ai is dit niet huiverig om zijn 2ers op de hoogte te brengen van e' betere inzicht, waartoe het ge- öakt is (bravo-g6roep). Van nog «footer beteekenis is biet echter, dat e s de verhouding der linksche 11 rechtsche partijen veel minder ?espannen en vijandig is dan voor- Z.eQ- Dat is voornamelijk gebleken Z den dood van Dr. échaepman, le nog de eerste schoone gevolgen ah zijn staatkundig optreden heeft J?°gen aanschouwen. Zijn ziekte in 6 eeuwige stad wekte een angstige Panning, zijn dood veroorzaakte eh diepen rouw onder hetgeheele °'k, een rouw zooals er nog geen Z Nederland was gezien. En toch s bij het geweest, die voornamelijk ^1 de heerschappij der liberalen 6e1 einde heeft gemaakt. De man- ?en der linkerzijde hebben door j eöi geleerd dat wij ook hun van Me de vrijheid en het recht finnen, welke wij voor ons ver- ?igen, en dat ook wij met vrijheids- bcvendheid tevens van een ver- dandige vooruitstrevendheid blijk geven op elk gebied (levendig applaus). Maar, zoo zal men mij wellicht tegenwerpen, heeft dan niet dat gene, wat den val van het minis terie Kuyper voorafging, bewezen de verüoudicg dat tusschen de mannen der linksche en rechtsche partijen toch niet voortdurend zoo gunstig is? Ik antwoord: dat is schijnbaar. Dr. Kuyper behoort tot de meest belasterde mannen van Holland. Velen, ook onder zijn ge- loofsgenooten, verwijten hem, dat hij voor 't behoud van het positieve geloof een beetje heeft moeten mor relen aan zijn kerkgenootschap en de organisatie daarvan, terwijl alle heel- of half-ongeloovigen in het land zich ergerden aan de vastbe radenheid, waarmede hij het schijn- christendom bestreed en opkwam voor de eer van Christus en het behoud der christelijke beschaviug. Dit een en ander heeft het auti- clericalisme sluw uitgebuit, om de kiezers te misleiden, en daarin is het tot groot nadeel voor de sociale wetgeving geslaagd. Nadat echter de liberalen hun ongeschiktheid hebben moeten toegeven om de regeering over te nemen, begroet ten zij het derde christelijke mini sterie niet onvriendelijk. Terwijl echter het geheele christelijke volk Dr. Kuyper dankbaar blijft vooral het goede, door hem als minister president tot stand gebracht, hoopt het en houdt het zich ervan over tuigd, dat hij als de invloedrijkste leider zijner partij al het mogelijke zal doen, om de taak van het nieuwe ministerie te verlichten, dat in zijn en Schaepman's geest het bewind wil voeren.] En nu enkele woorden tot toe passing van het gesprokene op uw dierbaar vaderland. Het verrassend snelle verloop van de gebeurtenis sen, welke tot de eenheid in mijn land hebben geleid, is ongetwijfeld een krachtige reden voor allen, die in Duitschland naar den confessio neelen vrede verzuchten, niet te vertwijfelen ondanks de [tegenwoor dige hopeloos schijnende omstan digheden. Deze meening wordt nog versterkt door de overweging, dat de wezenlijke factoren, die in Hol land tot de verzoening der christe lijke partijen leidden, ook in Duitsch land aanwezig zijn en reeds hun invloed uitoefenen. Ik behoef dat niet uitvoerig aan te toonen, doch wijs hier slechts op enkele teeke nen. Waar tot dusverre Duitsche pro fessoren en geleerden, die slechts uiterlijk tot de Protestantsche Kerk behoorden, zeer veel hebben ge daan, om het geloof aan de Godheid van den Verlosser der wereld te ondermijnen en te bestrijden, daar zijn het tegenwoordig toch wederom Protestantsche professoren en ge leerden, die de Godheid van Chris tus met groote energie en bijzonder welslagen wetenschappelijk verde digen. Ik beroep mij b.v. op de van Protestantsche zijde onderno men uitgave „Biblische Zeit- und Streitfragen". Daaruit spreekt een zóó sterk geloof aan de Godheid van Christus, zulk een liefde voor zijn Godmenschelijken persoon, een zóó vaste overtuiging, dat slechts in Hem en van Hem heil voor het menschdom is te verwachten, dat wij, Katholieken, in de schrijvers dier artikelen men neme deze gedurfde uitdrukking natuurlijk mei; de noodige reserve met vreugde geloofsgenooten begroeten. (Luid applaus). Als die mannen zich nog ietwat grondiger dan zij nu reeds doen, met ons, Katholieken, bezighouden, dan zullen zij weldra inzien, dat ons geloof, hetwelk ons leert, dat de Heer der Kerk op aarde een zichtbaren plaatsbekleeder heeft geplaatst, ons niet in het minst hindert, liet onzichtbaar Opperhoofd te stellen boven alles, evenals zij. De liefde tot Christus bezielt ons niet minder dan hen! Bij de dieper denkende leden der Protestantsche kerk breekt zich overigens ook in Duitschland meer en meer de overtuiging baan, dat de tegenwoordige strijd derggesten in den grond gaat over de vraag: voor of tegen Christus 1 't Spreekt vanzelf, dat de beslissing van deze vraag tevens beslist over de verdere ontwikkeling of over den ondergang der christelijke beschaving, en dat daarom allen, die vóór Christus zijn, onverschillig van welke con fessie, elkander naar het tweede groote gebod, gelijk aan het eerste, onderling moeten liefhebben en zich moeten vereenigen in weder zijdsche achting en liefde om het steeds meer veldwinnende en met verderf dreigende ongeloof het hoofd te bieden. (Donder van applaus). In Nederland hebben wel is waar de twee herhaaldelijk genoemde groote mannen een zeer beteeke- nisvolle rol gespeeld, maar in den grond waren zij toch niet de vol- brengers van het groote werk. Het was de alles overwinnende kracht, die uitgaat van het geloovig en ver trouwend aannemen der blijde boodschap: „Aldus heeft God de wereld bemind, dat Hij Zijn eenigen Zoon niet heeft gespaard, maar Hem gegeven heeft, opdat allen, die in Hem gelooven, niet verloren gaan, maar het eeuwig leven mogen hebben." Dat geloof zal ook in Duitschland zijn machtige werking uitoefenen en de dag kan niet meer verre zijn, waarop de groote en edele Duitsche natie zich althans in haar overgroote meerderheid vereenigt in den trou wen dienst van onzen Heer en Meester, Jezus Christus (storm van toejuichingen). Vergun mij, hooggeachte verga dering, hier op dit oogenblik en in deze aanzienlijke vergadering als uw tolk op te treden, en laat mij in uw naam, in naam van hetge heele katholieke Duitschland, hier de plechtige verklaring afleggen Wij, Katholieke Duitsehers, wij bie den u, onzen Duitschen en Christe- lijken medeburgers, als Christenen in christelijke liefde en Duitsche trouw de broederhand, de vredes- hand (geestdriftige toejuiching). Wijst die hand niet af, wij bidden en wij bezweren het u, in den naam van ons aller Heer en Meester, Jezus Christus, die hooggeloofd zij in Eeuwigheid(storm van langdu rige toejuichingen). Burgerlijke Stand. BEVERWIJK. Ondertrouwd: C. Bakkum en A. Diemeer, C. W. van Overklift en M. T. Knipper. Getrouwd: J. Brouwer en M. van Riessen, J. Steijn en G. Tuijn. W. Schoo en A. M. Janse. Bevallen:F. RuurdaTimmer,d., J. M. LangedijkBosse, z., A. E. Kuil Bruijns, d., K. van LeeuwenHeijn, z., S. A. van Zutphende Wit, z., P. C. KoomenPenoon Brosky, z., A. M. S. van der VeenBrom, d., N. van BalenZonneveld, z., G. van der Wel—Sterken, z., K. Bruijnsvan Zijl, d., A. TimmerDuijker, z., C. C. ButterSchuijt, z. Overleden: C. N. Metselaar, 5 m. H. Bruins, 79 j., J. C. Wester, 1 m. O. A, Tromp, 1 jM. G. Kleijne, 2*/2 m., S. P. Pels, 6 m. BENNEBROEK. Ondertrouwd: J. Dubbis en A. A. Heystek. Be vallen: M. Th. SmitValent, d. BLOEMENDAAL. Bevallen: A. M. DiependaalBuytenweg, d., H. B. jonkyr. van Panhuys—Roessingb, z., A, J. C. M. RoozenOffenberg, z., H. G. Klauwersvan Eekhout, d. Overleden: P. J. Rijbroek, 40 j. J. Wilhelmy Damsté, 49 j., E. Baruch, 37 j., HAARLEMMERMEER. Onder trouwd: F. Heimesen en J. G. de Groot, A. Tibbel en H. Tanis. Getrouwd: J. Huigsloot en A. Robijn. Bevallen. M. Klaassenvan Sta- verden, z., K. Buckens—Rijnbeek, z., M. PijlmanKoolbergen, d., J. van BeusekomHet Jonk, z., A. Kulk Millenaar, d., S. C. Vastenhoutde Blaey, d., C. BouwinkelmanLegierse, d., A. Kempvan der Stroom, d., S. J. Berghoefvan Lier, z., L. Luyt Wijsman, d. A. Meegdesvan Waard, z., A. Groende Rijk, z. Overleden: C. P. Bus, 3 j., G. Bos—de Bruyn, 79 j. L. Drooger, 3j. HAARLEMMERLIEDE EN SPAARN- WOUDE. Be vallen: A. BuysDoes burg, d., A. P. PietersDullaart, d., S. E. F. Stevensvan Hemert, z. HEEMSKERK. Getrouwd: F. J. Heeremans en Marijtje Kloes. Overleden: A. W. de Boer,5 m., G. Kranendonk, 2 d. HEEMSTEDE. Getrouwd: H. C. Loerakker en G. Nunnink, P. Heilig Th. de Klerk. Bevallen: C. StroetStokman,z,, A. H. KerstenBakker, d., A. M. Trcmpvan Looy, d., N. M. Weyers— Scheffer, d. M. LambooJonker, d. Overleden: G. C. Kulk, 8 m. HILLEGOM. Ondertrouwd: Th. J. H, Meyer en M. A. J. van Til. Getrouwd: M. van Stein en C. Seysener, H. Sijsenaar en P. J. de Groot, J. Hilliger en M. de Graaff. Bevallen: M. C. Hermans—Ran, d.. C. OpstalRusman, d., J. Jansen Rusman, d. Overleden: A. v. d. Jagt, 10 m., P. Deen, 11 w. LISSE. Getrouwd. G. J. Mak en C. P. van Waveren. Bevallen. J. M. Langeveldvan Bregt, d., J. Langelaanvan Gastelen, z., W. NieuweDhuisvan Aalst, z., J. C. BeelenHorstman, d., G. Deters van Berkel, ievenl. d., D. van Die- menBielefeld, z. NOORDWIJK. Ondertrouwd: J. Verkade en J. G. Bierman, J. J. Westgeest en P. A. Bierman. Getrouwd: T. Rutgrink en A. Verhoeven, S. Kloos en J. van der Meulen. Bevallen: J. v. BohemenDek ker, d., J. H. SlatsDobbe, z., P. C. VinkMeijland, z,, M. Waasdorp Cramer, d. Overleden: M. van der Zwan,69 j., L. van der Putten, 2 m. NOORDWIJKERHOUT. Bevallen: H. G. BuschmanVan Eeden d. Ondertrouwd: A. van den Berg en A. v. Splinter. SASSENHEIM. Ondertrouwd: P. L. Rotteveel J. Waasdorp, J. Du- rieux en G. den Haas. B e va 11 enE. WijntjesBergman,z. SCHOTEN. Bevallen: G. van der VeenVos, z. Overleden: A. Numan, 5 m. VELSEN. Ondertrouwd: H. Groene wout en M. A. M. E. Meyer, A. Ley en en N. van Laar, M. Dekker en J. J. Jutten. Getrouwd: A. J. W. van Rieten C. Binkhorst, J, Z\. aay'en G. de Wijn, H. Duyn en W. Kuyper. Bevallen: A. M. van Roon Hilbers, d., E. LooyAlderliefste, z., G. Goedhart—Zwaar, z., A. Uitendaal de Ruiter, z., A„ van der Kolk Meesters, d., C. EggermontDemmers, z., M. C. van BeusekomRutte, d., B. LootsmaFolkerts, d. Overleden: A. E. Pirovano, 3 w., J. Swarthof, 2 j S. H. Buis, 7 j M. C. ter Voort, 4 m. WIJK AAN ZEE EN DUIN. Ge trouwd: J. v. d. Hoorn en A. M. Rooijmans. BevallenLK. DuinSchellevis, z., A. M. v. d. ZantWeijll, z„ A. Spring- veldWelp, z., M. J. S. MooijJan sen, d. Overleden: A. de Wit, 16 j., A. Beentjes, 7 w. ZANDVOORT. .Overleden: P. J. Drayer, 7 w. INGEZONDEN. Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet aansprakelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de copy den inzen der niet teruggegeven. 2 E.K. Tooneelbond in het Bisdom Haarlem. Secretariaat Krommenie. Aan de Besturen' van 11 K T oor ee l ver e e n i gingen in het Bisdom Haarlem Den 8stem December 1907 werd in het gebouw van den Ned, II K. Volkshond te Haarlem, opgericht een Bond van R. K. Tooneelvereie- nigingen, onderafdeielingen van den Ned R K. Volksbond en R. KL Toon eel vereen ig i n gen in plaatsen, waar geen afdeeling van den Volks bond gevestigd is, en die onder toe zicht staan van een Geestelijk Ad viseur. Aanvankelijk traden een 15-tal vereenigingen als lid toe, wat een mooi succes mag genoemd worden, maar niet voldoende is, daar alle R- K. Tooneelvereenigingen in ons Bisdom moeten medewerken tot be reiking van het doel van den Bond: n.l.Verheffing van het Ka tholieke Tooneel, door de bevordering van opvoerin gen van degelijke Katholie ke too neel stuk ken. [Waardoor tracht onze Bond dit te bereiken 1. Door het oprichten eener Cen trale Bibliotheek, bestaande uit too neelstukken, behoorende aan de aan gesloten vereenigingen en werken, verkregen, door schenking enz. 2. Door het onderling leenen van costumes, tooneeldecoratief enz. 3. Door het organiseeren van too neel- en voordrachtenwedstrijden. De contributie bedraagt fb per jaar, terwijl voot het gebruik der boekjes uit de bibliotheek slechts een kleine vergoeding voor porto en' onderhoud wordt geheven. Zelfs bij een ruim gebruik mar ken van de bibliotheek, zullen de on kosten voor uwe vereeniging nog gering zijn in vergelijking met de telkens terugkeerende uitgaven voor aanschaffing yam nieuwe tooneel stukken. Om zich een denkbeel d te vormen van het streven en werken van on zen Bond, is het bijwonen van de al- gemeeme vergadering, in September a.s. te Schiedam te houden, het bes te middel. ..Wij noodigen u daarom beleefde lijk uit één of meer afgevaardigden' daarheen te zenden tot bijwoning onzer beraadslagingen. Mocht uwe vereeniging eerst ken nis willen nemen van Statuten en' Huishoudelijk Reglement, zoo zul len deze, na aanvrage, gaarne door den secretaris worden toegezonden. Hopend, dat deze woorden een© aansporing mogen zijn eens kennis te maken met onzen Tooneelbond, teekenen wij met de meeste hoogach ting Namens het bestuur van den R. K. Tooneelbond in het Bisdom Haarlem. G.. KROMHOUT Azn, Voorz. C. MIERMANS, Secretaris. Uitlotingen. 30/0 Congo loten van 1888. Trekking van 20 Augustus. 21 seriën: 2630 3013 5377 6032 6724 12074 14632 17775 19505 21960 25196 26292 S0189 37280 37698 38267 46053 46264 48474 57284 59069. Hoofdprijzen tot fr. 750: Ser. No. Fr. Ser. No. Fr. 48474 19 20,000 8048 18 2250 5377 3 750 14632 20 750 38267 21 750 De volgende met fr. 400: s. 2630 nos. 2 8, s. 3043 n. 15, s. 5377 n. 17, 20, s. 6032 n. 4 10, s. 6724 n. 1 7, s. 12074 n. 8, s. 14632 n. 6, s. 19505 n. 18, s. 26292 n. 5, s. 37280 n. 10, s. 37698 n. 9 18 en 18, s. 46-264 n. 4, s, 48474 n. 16 en 24. De overige in bovenstaande seriën ver vatte nummeis zijn betaaibaar met fr. 205. Aflosbaar 15 April 1909. 3'/2 Geldleening Stad Amsterdam van 189/I tloting van 60 obligatiëD. 108 165 183 295 339 361 484 721 725 791 811 976 985 1029 1123 1144 1175 1194 1269 1393 1443 1447 1497 1540 1590 1627 1676 1708 1714 1726 1730 1750 1753 1824 1838 1901 1998 2011 2041 2086 2107 2121 2182 2223 2294 2340 2346 2396 2450 2457 2482 2483 2486 2495 2570 2586 2793 272o 2833 2916 FEUILLETON, •2) i -Dick ging belangstellend naak J;111 kijken, met een hartelijfcenj pM van Elsie. Hij vo|nd Tom een jptje koortsigen daar Tom's moe- D r in de kamer bleef, zoo kon er er den begraven schat niet gesprot- Worden. Men praatte dus over ^Ues en datjes. Wat een vreeselijke moord was jaSisterenmorgenzeiie Dick. Heb *1 de krant niets er van gelezen v "j" Neen, zeide Tom. Ik hal den i C|len dag te veel hoof dpijn, om te ilnen lezen. Wat is er van? jjj> Wel, een oude man en vrouw Jl Sisterenmorgen om acht uur ver- >le avonden in hun winkeltje in 0 borough. Toen de winkel niet d: den gewonen tijd geopend werd, t; 68en de buren argwaan en !d© po- J? brak de deur open. Daar vonden Mie bei de oude menscben met in- slagen hersens in de slaapkamer l&Sen. kM En zijn d© moordenaars ge- kt vroeg Tom, onder het drinken k.1 pen kopje kamillentbea, dat zijn ^er hem bracht. jjM" Neen. Van dei moordenaars M'i spoor. Niets dan hunne bloe- ySe vingers op het vensterkozijn. lj'J lebben alles opengebroken. De VMn zeggen dat de oude menscben k 'bkig waren en veel geld in huis galden, en de politie vermoedt dat Hooidenaars (dit wisten, hj" Hebben dan ide moordenaars Seld meegenomen De politie denkt van wiel, want Dr> bben een souverein gevonden v het achterplaatsje. Die moorde- L?{'s moeten dien hij bet vluchten laten vallen. Kom, kom, viel Tom's moadeir •ie ntn S'enoaS over die moordhisto- ijri Tom heeft koorts en hij mag dus niet over al dia akeligheden (.jMndien. Laat hem n.u slap»n, Dick, Ka jij paar huis, i bi Dick vertrok ein kreeg van Tom eena dierbare boodschap voor Elsie mee. Overigens bleek Tom's onge steldheid niet van ernstigen aard. Na drie of vier dagen kon hij weer aan zijn werk gaan, hoewel hij de avondlucht nog vermijden moest. Zooidra hij weer Elsie was kunnen gaan opzoeken, klampte Dick hem aan over den schat. ,Tom, zeide hij, denk je flat je nn weer flink genoeg bent om morgenochtend naar jl© honderd bo gen te gaan Wel, zeker, antwoordde Tom. Daar heb ik zelf al over gedacht. Wfl moeten er nu niet langer mee wachten. Misschien hebben de kerels, zelf den schat alweer weggehaald, en dan vangen wij slib. Laten wij dan morgen om zes uur gaan. Dan zal 't al licht ge noeg wezen. Biest. Ik kom jet om zes uur afhalen. Heb je een spade? Daarvoor is al gezorgd. Ik heb er een geleend van den tuinmans jongen. Om zes uur den volgenden morgen dus bij het krieken van jden (dag en onder .beschutting van een ta- melijken dikken nfi'-wel, begaven Tom en Dick zich op weg, gewapend met een© spade. Zij bereikten d© hon derd bogen en begonnen z© te tellen. Toen zij aan den vijf-en-dertigsten gekomen waren» stapten zij naar bin nen. Hief is 't ziedde Tom. P;aar staat de oude wagen. Zij keken over de,n grond- In het eerst zagen zij geen spoor van gra ven; maar na eenig zoeken vonden zij ©ene plek waai- de aardie vochtig ©n platgetreden scheen te zijn. Tom begon tei spitten, en. al spoedig stiet hij op iets hards. Ik heb 't riep hij ejn Piek schoot hem te hulp. De twee jeugdige schatgraver» knielden neer, staken de handen in bet gat en haalden uit de diepten ©en voorwerp, dat leek op een ronden: wollen zak, met een touwtje dicht- gahonden. Het touwtje werd haastig doorgesneden, de zak omgekeerd en daar rolde tusschen da knieën der knapep ©en ware stroom yap goud. Zie je wel dat ik gelijk had! riep Dick ademloos. Ja, ja, zei Tom. Het moiat ger stolen geld zijn. Anders zouden ze 't niet hier zijn komen verstoppen. Het goud werd nageteld. Er ble ken ruim vijfhonderd souverems te zijn. Half om halfzeide Dick, naay den trant yap all© r oo ver gesch ie de- nissen. Ho leieP béietjeziedde Tom. Wij hebben niets te doelen, want het hoort ons in geien geval toe als 't eerlijk geld is niet, en óók niet als 't gestolen is. Wij moeten het weer begraven en paar de politie gaan. De jongens deden het goud wieier in den zak, boniden hem toe, stop ten hem weer in het gat en maakten dit Idicht net zooals zij het gevon den hadden. Vervolgens gingen zij naar huis. .Tom moest pa,ar zijn kan toor. Kik tegen piemand eep woord vap |de zaak, zeide hij pog tot Dick. Wij gaan vanavond naar de politie. .Toen Tom dien avond hij dei Grey's verscheen, was hij in een© erge span ning. D© mist, overdag wat opge trokken, was weer teruggekeerd, zóó dik, dat men geep drie passep voor uit kon ziep. 't Is geep weertje voor jou, Elsie zieidtej Tom tot zijn meisje. Ik giai toet Dick maar alleen eens een eindje loopen, als ja 't goed vindt. Het was een verstapdig deerntje en vond bet goed. Dus gingen Dick ien Tom er van door. Heb je vanavond |die krabt ge zien? riep Tom, zoodra zij buitep waren. t i i i i NeeU. Waarom i Er staat een hoop in over dien moord. De politie heeft ontdekt, dat de oude mmschen werkelijk véél geld in huis moetep: hebben gehad, m alleg a^dysspeg is. En dus Delnk ja Zeker! verklaarde Tom. Ik houd 't ier voor, dat wij dat geld gevonden hebben in den boog, en dat die twee kerels d© moordenaars waren, Tom verbelde zijne geschiedenis aan dein inspecteur en ide inspec teur vond ze bijzonder interessant. Dienkt u óók niet dat dia man- nep do moordenaars waren? vroeg Tom hem. Zeer waarschijnlijk, luidde het antwoord. Maar wij mogen niet voor barig oordeelen. Eerst eens gaap kij ken wat zij behhep begraven. De inspecteur riep pu den 'detecti ve, die met de nasporing van den moord werd belast, en deze begon Tom te ondervragen. Vijfhonderd souvereins Weet je zeker dat 't zóó véél was Ja, ja. Wij hebben, ze geteld. Niet waar, Dick? Vij fhonderi-ep-idriö, yjerklaar- dej Dick, op den kop af. Dat is een heele bom voor zoo'n paar oude zielen om in huis te heb ben, zeide de detective. Geen wonder dat er dieven op afkwamen. Dia beide politiemannen maakten zich onverwijld op, beiden in civiel, ien begaven zich naar de bogen. Een hunner had een spade onder zijn© jas verborgen. ;To;m ep Dick gingen mee. Dat is nu pog eians een avon tuur, hè? fluisterde Dick. Wij zijn op het spoor van moordenaars, en wij krijgen hen slim te pakken net als detectives in ©en roman. On ze portretten komen in de kranten, Tom. Wij worden beroemd! Welk© boog is 't weer? vroeg de inspecteur aan Tom, toen zij het viaduct naderden. De vijfjen-dertigste. D© mannen telden in het voorbij gaan de bogen, ©n toen zij aan den vijf'-en-dertigsten gekomen waren, opende ©en hunner de schuif van een© dievenlantaarn en liet het licht door ide ruimte spelen. Daar stond de wagen, en tot Tom wepd, het verzoek gericht, bewus te plek aan te wijzen, en ©en der po litiemannen begon de spade in (dien grond te zetten. Het was ©en phantastisch tooneel- tj© bij het lantaarnlicht, en Tom en Dick voelden zich volmaakt als schatzoekers op ©en onbewoond ei land. Al spoedig stiet ld© graver op den zak. Deze werd voor den dag ge haald en door den inspecteur geo pend. Daar, onder het lantaarnschijnsel, lag de hoop blinkende souvereins. De inspecteur keek zich de oogen er naar uit. Toen nam hij ©en der goud stukken en hield het bij het licht. En daarop stiet hij ©en kreet van verbazing uit. gaf liet goudstuk aan zijn kameraad en greep er ©enige an dere uit den hoop. Breng het licht wat dichterbij, riep hij. De mannen knielden en onder zochten het goud, en toen keken zij elkaar veelbeteekend aan. Het is het beste dat ik nog ooit heb gezien, riep de inspecteur, maar bet is alles snars. Snars? riep Tom. Wat is snars Valsch geld. Er is geen' echt stuk in den ganscben hoop. Denkt u dan, stamelde Tom, dat die kerels twee moorden begin gen om valsch geld te stelen? Wel neen! Dit zaakje heeft met den moord niets te maken. Wij hebben hier met valsche munters te doen niet met moordenaars. Wat ©en koopje, Tom! zuchtte Dick. En toch is het voor ons een mooie vondst, zeil© de inspecteur, en jelui jongens hebben ons ©en goeden dienst gedaan. Ik geloof, dat ik de kip wel ken, die dit ei gelegd heeft. W©1 zeker! Marks en Michael, riep de idetective. Onze informatie was dus w-el juist. Maar bij de huis zoeking kwamen wij te laat. De ke rels hadden lont geroken en het zoodje al in den grond gestopt. Precies! zeide de inspecteur. Stop, het er dus maar weer in en, dek het netjes toe. Wfl zullen op de heeren ©en oog houden, en als zij terugkomen om hun geld te halen, dan zal 't wezen: kip, ik heb je!" De inbrekers en moorden aars vap de borough werden den volgendep dag gevat. Men vond bij hen slechts enkel© geldstukken. De rest had den ze er reeds doorgelapt. Tom en Dick waren blij, dat id© boeven gepakt waren, maar teleur gesteld omdat zij zelf daarbij geen rol hadden mogen spelen. Zij had den zoo gaarne hunne namen in de couranten gezien, en misschien hun ne portretten er bij. Maar ©ene andere vermaardheidl nog voor hen in het vat. Veertien dagen later kwam er ©en politieagent aan Tom Winfarthing vertellen, dat Marks en Michael, twee valsche pointers, naar wie d» politie reeds lang had gezocht, ach ter slot en grendel zaten. Zij wa ren gepakt in boog no. 35, terwijl zij bezig waren met het opdelven van den begraven schat. Tom moest voor de rechtbank als getuige optreden en gaf ©en treffend relaas van zijn onvergetelijk avon tuur in den bewusten nacht. Ook Dick moest optreden en zijn verhaal er bij geven. Den volgenden avond kwam Tom bij de Grey's en overhandigde zijn meisje een geïllustreerd morgenblad. Onze portretten staan er in, Elsie! riep hij, van mfl en van Dick, en ze noemen ons „de jeugdig© schatgravers 1" Ja, bromde Dick, t is mooi. Maar ik had 't nog veel mooier ge vonden, als 't moordenaars geweest waren, in plaats van enkel maar val sche munters. Och kom, Dick, riep Elsie jij bent ook nooit tevreden!.... Maar jij, Tom, liet zij er op volgen, jij hebt te bedenken, dat je over eep' jaar misschien al een getrouwde man ■Zult zijn. En dus geen nachtelijke wandelingen meer langs de honderd bogen I EIND& nieuwe haarlemsche courant

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 5