DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
sin
1
I
MISLEID.
7l 1
Van den Bredasdien
Katholiekendag.
el
SmI
Kindephuêsvest tfaiaspfese
V*IJD&C SEPT. 1998.
en*
oof
Bureaux van Redactie en Administratie:
luf Tfêi©f«J©!rasl588BS8BB0©r 84.HS.
86 vmksn Wm
t
I.
Afslag van de
Staten-Generaal.
(2e
yöl'
lflC°
FEUILLETON,
SUSTEN LAND.
DENEMARKEN,
jg&tfï® j&tkrg&ng No» €684
-tri'
tt
IDIK HMRLEMSCHE COURANT
P6r» ABONN
- 8 Biaandea Toor Haarlem
JMBNT8PBIJ8:
V0«"'«now toot juaariem tl.85
VrwJ j waar eeu agent i» gevestigd (kom der gemeente) 1.89
if"r BTarige plaatsen in Nederland franco per post l.M
«ondsrïgke nomas era
O.Oö
PRIJS DSR AJDVÏRTRirnlN:
Va» 1—6 regelsfO.SO (oontantjf ü.óO
Hike regel sneer „S.j#
©roote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant.
IOOO
Alle betalende abonnéa op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeid
«NLDBN bg
levenslange ongs- gf |j gVLDEN Wr
«WLDÏN bij
verlies van i%n
hand of voet.
ucpciningc;
150
•VLDEN bij
verlies van
den eeg.
»ks
100
tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van:
verhés van pn| g m
den daim. |J
wijsvinger.
•H»BN bij
verlies van
den anderen
vinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
i^hte Administratie maakt be-
Vk' ^at ^sgenen bet ?Analy-
Verslag" van de zittingen
ij; Staten-Generaal door onze
J*R<ideling willen ontvangen, dat
?*uaan kunnen krijgen, reeds met
Sang Tan 15 September
ü*8te ver^aderinc in bet
Sang Tan 15 September de
vergadering in het nieuwe
fj^ajaar voor den prijs van
JJ.50 voor een geheel jaar, bij
^uitbetaling.
*en zende ons dus per postwissel
Ui postzegels de som van vijftig
den prijs dien het verslag ook
ons kosten zal.
■Het zal zooals reeds onder
'®2e binnenlandsche berichten is
Shield in den avond van eiken
dat er Kamerzitting geweest
'Verschijnen.
bestellingen te richten aan onze
"uiinistratie.
„N. Haarl. Courant".
)Vij hebben helaas, onze plaats
vin te liet het niet toe geen
'Woerig verslag kunnen geven
j>4ri alles wat er op den Bredaschen
katholiekendag deze week te Hulst
b j^Uwsch-Ylaanderen) is verhan-
Met een paar korte vermeldingen,
j* verwijzingen naar de vroeger
U extenso opgenomen conclu-
leQ, moesten we volstaan.
Maar toch willen we daarmee
*let toe.
Onze confrater, de heer Albert
der Kallen, uit Breda, heeft
n de slotrede gehouden, over
j °Otosche actie en Roomsche op
ging, en al sprak hij voor Breda
y1 Zeeuwsch-Vlaanderen veel
an wat hij zeide kon ook tot ons
U de onzen gezegd zijn.
Wij meenen daarom goed te doen
le rede hier een plaats te gunnen;
Goreerst als een herinneringODzer-
ijlds aan den zoo goed geslaagden
^edaschen Katholiekendag van
eeze week en ten andere als
en dankbaar vermelden van het
streden van een onzer Roomsche
jj Urnalisten, die er den naam en
jj6 reputatie der Roomsche pers
:eeft hooggehouden hoogerdan
i Vloedrijkeren dan hij het door
ei»zielig gekrakeel hebben meenen
e doen I
.Nu, zoo begon spreker, inu moet
Zeeuwsch-Vlaanderen er a anVan
dezen dag af moet er in alle steden
en dorpen van Zeeuwsch-Vlaabderen
waar het Katholieke openbare leven
nog niet of slechts kwijnend, leeft,
herstel komen, .opbloei, levensvol
heid. [Want een Katholiekendag is
meer dan een parade, het is een daad,
die haar waarde ontleent aan de vol
gende daden, gelijk de eerste schalm
van een keten pas waarde krijgt, zoo
daaraan andere schalmen worden
vastgeschakeld. Daden zijn hoodig,
vervolgt spr., want wij leven in een
bij zonderen tijd, waarin meer dan ge
wone krachtsinspanning wordt ver-
eischt. De Paus zelf wekt herhaalde
lijk tot zulk een krachtsinspanning
op. Overigens hebben wij allen in
ons eerste vragenboekje geleerd, dat
het doel van ons leven niet ligt in
een dal, doch daarboven op een berg,
en dat wij te klimmen hebben om er
te komen. Ja, ja, zegt gij, dat weten
wij allen. Dat weet gij inderdaad.
En ik wil U wel meer zeggen, de
Kerk verstrekt ons allerlei gemak
ken op onzen tocht naar boven. Toch
gaat het niet per stoomfiets, maar
hebben wij zelf te trappen. Én tus-
schen het begin en bet ©inde van
onze reis staat het volle leven der
groote menschenmaatschappij, waar
wij doorheen moeten, wie wij ook
zijn. Nfh is dit de groote kwestie:
dat wij hebben te reizen met God
naar God door een maatschappij, die
van God niet weten wil. Die God
stelselmatig op zij zet en de aarde
voor Hem in de plaats. En nu kan
men wel zeggen, |da.t de Kerk genade
middelen genoeg .bezit om ons in
den Hemel te brengen, als wij in het
gewriemel der maatschappij-zonder -
God verdwijnen, dan kan de Kerk
ons niet bereiken. (Wjj moeten God
terug hebben in de maatschappij,
want zoo min als wij het lichaam
kunnen scheiden van de ziel, zoo
min kunnen wij van elkander los
scheuren onziein gang door dit leven
en onze eeuwige bestemming. Het
is eerder mogelijk door de Sahara-
woestijn te trekken naar de groene
boorden van dein Nijl, dan door een
maatschappij-zonder-God naar het
beloofde land in den Hemel.
Intusschen vraagt gij, of dit [nu
het hijzonder karakter van onzen tijd
is. Maar er komt bij, dat de maat
schappij bezig .is te vergroeien. Als
reactie op het individualisme dei-
vorige eeuw is ontwaakt het sociale
instinkt van den mensch, en nu is
dit het bijzondere van onzen tijd, dat
de alom opkomende verenigingen
een groot gewicht in de schaal zul
len leggen ter beslissing van de
vraag, of het openbaar maatschappe
lijk leven al dan niet God en gods
dienst zal buitensluiten. Spr. zet
dan uiteen, dat de verecnigingen er
moeten zijn ter behartiging van de
stoffelijke belangen der leden, maar
hjj vestigt er voorts de aandacht op,
dat de vereenigingen voor ©en groot
Ideel het openbare leven in del toe
komst zullen beheerschen en dat
door haar in het openbare leven den
Christus kan worden teruggebracht
plaatse, waar hij behoort als Koning
en als Heer.
Hier hoopt spr. dat twee zaken
duidelijk zijn gewordenle. dat alle
vereenigingen naast de behartiging
der stoffelijke belangen e<en groot ze
delijk goed hebben na te streven, en
2e. dat het bevoi-deren van het ver-
eenigingsleven een wezenlijk Katho
liek belang is.
[Wij, Katholieken', wandelen altijd
in het licht van ons Geloofen waar
wij ons ook bewegen, dat licht van
ons Geloof werpt van al onze daden
een schaduwbeeld op den achter
grond der eeuwigheid. Dat is waar
voor ons ieder afzonderlijk, dat is
zeker waar zoo wij gezamenlijk op
treden in: vereenigingen. Gok daar
staan wij in het licht des Geloofs en
de schaduwbeelden van onze open
bare daden slaan piet meer op de
aarde, maar op dienzelfden achter
grond der eeuwigheid. Socialisten
als Viviani beweren wel, dat zij de
lichten des Hemels hebben uitge
doofd, onze Katholieke vereenigin
gen zullen getuigen, dat de lichten
aan den Hemel voor de geheele open
bare menschenmaatschappij nog niet
zijn gebluscht, als de socialisten de
oogen houden toegeknepen.
Of het vereenigingsleven dan ook
een algemeen Katholiek belang is
Of het een Katholiek belang is, de
sluiers weg te rukken, welke onze
tegenstanders pogen te spannen tus
schen het licht aan den Hemel e[n de
openbare maatschappijeen Ka
tholiek belang, dat licht in bieuweln
luister te doen stralen en daarin
te huldigen den herstelden Christus,
hersteld als Heer en Koning der
openbare maatschappij.
Maar als dat dan is een' Katho
liek belang, dan moeten ook alle
Katholieken eraan meewerken. Heel
Zeeuwsch-Vlaanderen moet dan wor
den gewonnen voor allerlei vorm
van katholieke organisatie door de
samenwerking van allen, van oud en
van jong, van rijk en van arm, van
hem, die in zich voelt de goed©
werklust voor de katholieke open
bare zaak en van dengebe ook, die
tot heden deze werklust he©ft ge
mist, hetzij dat hij koud is noch
warm, hetzij dat hij de katholieke
daad in het openbare leven niet aan
durft, of dat hij, als de vogelen]
des hemels, die teren op den boer,
van de Roomsche Kerk vrijelijk
meent te kunnen vergen zonder ©eni
ge verplichting tot wederdienst. Dit
laatste soort is noodlottig talrijk.
De Roomsche boot, denken ze, glijdt
vanzelf wel stroomafwaarts, laten
wij ons een rustig hoekje uitzoeken
het ons gemakkelijk maliën en....
meevaren. Of de kapitein roept „man
over boord", de stuurman waar
schuwt voor een klip, of er stormen
opkomen en tegenstoomen de boot
overdwars dringen, zij trekken
zich van niets wat aajn. Zij vagen
mee, uit.
Niemand onzer is optimist genoeg
om te veronderstellen, dat dit soort
menschen, de te-goeder-trouw-suk-
kels met d© lauwen en tragen, na
dezen Katholiekendag zoo maar in
eens zullen verdwijnen. Maar hun
voortbestaan zal dan toch minder
eervol zijn. De goede trouw is eraf.
Zooveel is hier vandaag dan toch
mei gezegd, dat niemand, zonder dat
zijn geweten zich verzet, kan blijven
meenen, dat alles in orde is, indien
hij zelf maar een beetje goed voor
eigen ziel en zaligheid zorgt. De
katholieke gemeenschap vordert, dat
er voor haar worde gearbeid. Het
maatschappelijk leven vergroeit,
moet vergroeien ter eer© Gods en
tot bloei onzer dierbare R. K. Moe
derkerk. Daaraan mee te werken i3
uw plicht en de mijne. De Roomsche
kachel het is een alledaagsch©
beeld, maar een begrijpelijk de
Roomsche kachel brandt niet goed,
als daarin het oude kooltje slechts
wordt aangehouden, dat er al zoo
vele jaren zachtkens in te smeulen
ligtde kou valt in het Roomsche
vertrek door de scheuren in de mu
ren, de kieren in de deuren, den
geweldigen wind die er van buiten
op staatwij bevriezen hij dat
kooltje. Neen, de kachel moet fel
rood gloeien, de kieren dienen ge
stopt en de reten gedichten dan
moeten wij allen met warm gemoed
en heete overtuiging den stormwind
in, om warmte te geven aan wat
daarbuiten verijst. Laten [wjj ons
toch hiervan goed doordringen, dat
het niet voldoende is het oude gan
getje erin te houden, er moet ver
jongd en vernieuwd worden.
Zien wij: naar Rome, wij die ops
gebrek aan werklust soms bedek
ken door onze tevredenheid mot het
bestaande, zien wij paar dien zeven
tigjarigen Paus, naar diens rusteloo-
zen arbeid, diens onvermoeid zoeken
om te verbeteren, te vernieuwen, te
herstellen,af te breken desnoods
wat noodig heeft opnieuw te worden
opgebouwdzien wij om ons heen
in heel de Roomsche Kerk het nieu
we leven ontwaken door zijn aposto-
lischen ijver, hij, hij weet het,
dat de wijngaard weliswaar op
nieuw groen wordt, ook als men er
niet ,in werkt, maar dat hij aan,
vruchtbaarheid verliest en het on
kruid er opschiet, als men er niet
eiken dag .zijn zorgen pan wijdt.
Pius X ziet spr. als een machtigen
bouwheer, en van het beeld, waarin
de Paus als zoodanig ons verschijnt,
heeft Hij, Pius X, zelf de lijnen'
getrokken. Al dadelijk sloeg hij in
het marmer de grove trekken, toen
hij, van onbekenden Kardinaal Sar-
to als Pius X naar voren trad met
zijn eerste groote Encycliek, zijn pro
gramrede: alles herstellen in Chris
tus. Daar stond hij dadelijk voor
onze verbeelding als een hoog© fi-
(Uit het Dmtsch).
^''Ha'zöo", lachte Cyrill sluw. Ja,
ic, kind, dat geval heb ik in
wijsheid nu eens voorzien. Ik
mij daarom nog eens aap
"'.Jdomatie, stak mijn [neus nog-
in eens andermans zaken en
op Gerhard's tafel:
oHelaas moet ik morgen weder
♦j. Heidelberg, zonder je te zien
mijn Geibel. Het hoek is
leerrijk, ik zou het gaarne weder
Sj^^jEebben. Breng het daarom zoo
mogelijk voor mij hij mijn©
bp r> zij' weet er van en wacht er
Itai zal wel uitwierking heb-
Molly"
;-£enk je
%ph - maa*r zeker van'. Dia co-
^rie heeft Gerhard niet begre-
trjj. boodschap begrijpt hij ech-
wees daar zeker van. En
hjj bij dan komt dan lezen je-
rtalK ^aanen in' Geibel het gedicht
„iWae 's geht". Neemt
''"riwj'0* i*3" harte en hebt geenl
met elkander."
►W, 1 fl»isteïd© Molly, diep ge-
«agirt "J® bent werkelijk een goede
engelachtige Cyrill"*
Dus toch niet zulk een bijzonder
slechte raadsheer, spotte de broeder,
waarop zijn zusje hem een aller
liefst gratieuzen oorveeg toedeelde
en vervolgens de kamer uitwipte.
Den anderen' dag vertrok de le
venslustige student weder welge-
moed naar Heidelberg, ten volle
overtuigd, dat het zaad des vredïes
gezaaid was, ien er binnen enkele
dagen tusschen Gerhard en Molly
de vroegere verstandhouding zou te
ruggekeerd zijndoch hij vergat
daarbij dat soms
Tusschen lip ©n. bekerrand
Nog 'zweven kan des poodlots band.
III.
HET, SPEL. lWjORDT ERNST,
Een twee jdagen verstreken, zon
der dat Gerhard terugkeerde. De
derde brak aan en nog was hij er
niet Met wassend Ongeduld wachtte
Molly van dag tot dag op hem,
maar hij kwam niet ©n zij hoorde
ook niets van hem. 1
Dit deed haar hart wie©.- En' het
troostte haar ook geenszins, dat lui
tenant Sabern haar pu pp wanho;-
pige wijze het hof maakte.
Zij ontweek hem, waar zij slechts
kon, doch hij bleef volhouden; e|nj
wist het zoo slim aan te leggen,
dat hij haar zeker ontmoette, wan
neer zij1 uitging. Geheel inspinnen
kon zij zich toch immers niet en te
guur met de strenge trekken van
een denkerskopom den mond zagen
wij vastberadenheid en kracht en
in heel de houding een dadelijk-aan-
den-axbeid-willen.
Vijf jaren zijn er sindsdien ver-
loopen. En de vage figuur is steeds
verder naar voren gekomen, het
beeld wordt met den dag scherper,
elke nieuwen daad van den ruste-
loozen werker doet juister spreken
trek voor trek, maar vooral het oog,
van heerlijke toewijding aan 't schit
teren, een toewijding en liefde zoo
groot, dat wij ons geen stedehouder
kunnen denken, in wien de Christus
door zijn beginstelen heerlijker zou
herleven dan in hem.
Toen hij den pauselijken troon be
stegen had, deze Pius, vroeg men
alom, of hij het werk van zijn voor
ganger zou voortzetten en afmaken.
Hij zou ons leeren, da.t al onze maat
schappelijke arbeid vruchteloos is,
dat de hernieuwing der Maatschap
pij in Christus niet kan worden door
gezet, zonder dat wij ons zelve her
stellen. En van den anderen kant
heeft hij ons onderwezen, dat de Ka
tholieke aktie in de openbare maat
schappij niet slagen zal, tenzij er een
nieuwe geest van vurig gelooven de
Katholieke wereld levendiger besef
doet krijgen van wat ik de harmonie
zou Willen noemen tusschen het eeu
wige doel en het aardsche bestaan.
Zonder een levendig geloof, met
een friseh kloppendeu hartslag,
komt men niet in den grooten strijd,
maar blijft men er verre van, zonder
levendig besef van de harmonie tus
schen het nu en het hiernamaals
glijdt men op z'n minst naar de neu
tralen af, naa(r een socialen arbeid,
waarvan de schaduwbeelden niet
verder vallen dan deze aarde.
Het is een teer bezit, dat besef
van de noodzakelijke harmonie tus
schen ons aandsch en ons eeuwig le
ven een besef, dat geen gering ge
vaar loopt in de „struggle for life"
in den strijd om het bestaan, bijzon
derlijk als deze wordt gevoerd in
vereenigingen. Pius X heeft ons ge
leerd, lioe het evenwicht te bewar
ren door het verlevendigen van ons
Geloof, het verdiepen van ons gods
dienstig bewustzijn, het versterken
onzer overtuigingdaartoe strek
ken de talrijke maatregelen, waarme
de bij de Katholieke wereld onop
houdelijk verrast, het keeren der
dwaling, het uitroeien van misstan
den, het verstevigen of aanmoedigen
van het goede,of hij de moder
nisten ontmaskert, die de Kerk wil
len verplaatsen van de oude steen
rots te Rome naar het stuifzand van
Koeningsberg, of hij de priesters
aanspoort tot heiligen ijver, de lee-
ken tot de (veelvuldig© Heilige
Communie,altijd zit bij hem
voor het brandende verlangen om
in ons, zijne kinderen, het Geloof
te verlevendigen, dat in ons Chris
tus doet herstellen, door ons Chris
tus herstelt in de maatschappij, en
daardoor de maatschappij herstelt in
Christus 1
ENGELAND,
Hat Xuchariktiach Congres.
Er ia in de Engelsche bladen no*
altijd veel te doen over 't el o4
niet doorgaan van de processie op
Zondag a.s.
De malle bepaling in de wet, daè
de Katholieken buiten hun kerk geen
enkel „©eredienst-voorwerp" (zon
staat het er) mogen brengen, en dat
zij zelfs hun priesterkleed niet in
het openhaar mogen aan hebben, be
staat werkelijk.
Maar het is de kwestie, of din
wetsbepaling nog rechtskracht heeft.
Daar zijn in Engeland het land
der processenzoovéél ■wetsbepa
lingen die allen elkaar opheffen
of in onbruik zijn, maar bij gelegen
heid door den een of anderen advo
caat voor den rechter toch weer eenn
worden opgehaald.
Intusschen heeft de regeering aajn
de rumoermakende Protestantschn
vereenigingen al gemeld dat de po
litie en de minister van Binnenland
sche Zaken de processie zullen tot-
laten
[Waarom ook niet?
De processie gaat door straten, dia
geheel buiten het drukke gewoel der
wereldstad liggen, straten die en'
vooral op Zondagmiddag ander»
zoo goed als verlaten zijn
Het Congres gaat intusschen i»
alle plechtigheid zijn gang.
Na de gisteren door ons vermelde
aankomst van kardinaal Vanutelli,
heeft de openingsplechtigheid op
buitengewoon schitterende en plech
tige wijze in de Kathedraal plaat»
gehad.
De zittingen zijn ook begonnenop
die van gisteren hebben de lord»
Norfolk en Llandoff ernstig gepro
testeerd tegen de stuitende en voor
een groot deel van 's Konings onder
danen beleedigende zinsnede in den
Engelschen kronings-eed, waarin d»
Katholieke godsdienst op de meest
hatelijke wijze wordt beschimpt,
Zulk een zinsnede moet eruit ge
licht worden, betoogden de lords te
recht.
Onder de aanwezigen bij kardinaal
Vanutelli's aankomst was ook lord
Ripon, de (Katholieke) minister
grootzegelbewaarder.
De ontrouwe Minister.
Tragisch werkelijk, maar niet min
der zeldzaam in hun soort zijn de
bijzonderheden die bekend worden
over de eigen aangifte van den tot
voor enkele weken nog haast almach-
tigen Deenschen minister van finan
ciën ten politiebureele
De naaste aanleiding tot die zelf
beschuldiging was, dat hij geen uit
huis maakte d© innerlijke onzeker
heid haar als 't ware nerveus. Nu
eens was zij kwaad op zich zelve,
dan weer op Gerhard Zeker, zij deed
zich zelve verwijten, zij had ver
keerd gehandeld en in dwazen over
moed den eieirsten aanstoot tot de
oneenigheid gegeven, doch dat be
lette niet, dat het Gerhard ook alles
behalve mooi stond om zoo raw, en
zoo trotsch te zijn. Hij moest toch
kunnen vermoeden, hoezeer zij naar
hem verlangde, hoeveel belang zij
stelde in zijne goede vooruitzichten,
aangenomen, dat deze zich voor hem
openden. En hij bleef zwijgen, gaf
niet het geringste' tee ken .van teven,
'tls waar, toen hij onlangs een half
jaar in Berlijn vertoefde, hadden zij
ook maar bitter weinig yan elkander
gehoord, want briefwisseling te hou
den achter papa's rug om, dit wilden
zij geen van heiden, maar hij schreef
dan aan Cyrill en tweemalen zelfs
waren er briefjes via Heidelberg tot
haar gekomen, benevens de- uitvoe
rigste berichten, die Cyrill uit Ber
lijn ontving. De student maakte er
zijne glossen bij en bespaarde zich
zoodoende de moeite om een geheel
uitgebreid schrijven van stapel te
laten, hoogstens, dat hij er een paar
regeltjes aan papa bij insloot, die
Molly dan nauwgezet op diejns
schrijftafel neerlegde. A IsJao spra
ken vader en dochter over defn lieven
jongen en de justitieraad vond het
[niet meptr, dap natuurlijk, iiat broer
en zuster, die elkander innig lief
hadden, nog hunne particuliere za
ken met elkander te yerhapcteten
hadden.
Sprak Malclien hierbij dan zoo
terloops over Gerhard en hoe deze
bet maakte, dan betoonde hij hier
voor steeds een© vriendelijke, wel
willende belangstelling. [Weliswaar
kwam dit maar zelden voor, soms
waren er weken' verstreken zonder
berichten uit of over Berlijn', maar
dit had haar nog .nooit zóó beang
stigd als thans.
Destijds waren Molly en Gerhard
zeker van elkander geweest, terwijl
nu de tweedracht tusschen hen stond,
veroorzaakt door eene dwaasheid ha
rerzijds. En ach, deze dwaasheid
deed tot haar groot misnoegen nog
een ander resultaat rijpen, zij maak
te luitenant Sabern tot haren hard-
nekkigen vereerder. Geen terughou
ding van haren kant baatte hierte
gen, gelukte het hem met haar te
spreken of te ontmoeten, dan zond
hij1 bloemen op bloemen. Er bleef
haar ten slotte dan ook biets anders
over, dan hem op een goeden dag,
dat hij den stormaanval waagde, een
blauwtje te laten loopen. Malchen
zou het hem gaarne bespaard heb
ben, maar hij wilde haar nu eenmaal
niet begrijpen.
(Wellicht dacht hij, dat zij voor
de afwisseling alleen maar een wei-
nigje coquetteerde; in elk geval was
hij als dapper krijgsman van de mee
ning, dat men zelfs bij een© oogen-
schijnlijk onneembare vesting de ba-
legering zoo spoedig biet op moet
geven. Hij vatte Molly's afwijzing
doodkalm op en ging voort met zijn
uitverkorene te huldigen en dat met
zulk ©en edele driestheid, dat nie
mand zijn échec vermoedde en hij
algemeen als juffrouw [Wellner's vu
rige vereerder werd beschouwd.
Malchen bleef hier onverschillig
voor. Iedere nieuwe dag deed haar
slechts te meer aan Gerhard denken
en langzamerhand paarden zich aan
berouw en verlangen, ergernis en
spijt over Gerhard's trots en kop
pigheid. Haar eigen trots ontwaakte
en weerhield er haar van om Cyrill
klagend haar leed te schrijven. Zij
wilde maar liefst niet meer over
die zaak spreken. De opheldering
kon haar immers iedere dag brengen.
Op den troost dezer gedachte moest
zij echter week aan week teren, tot
dat er eindelijk eene vriendelijke ster
voor haar opflikkerde.
Het dienstmeisje meldde haar het
bezoek van Isidore von Blanken.
Nooit had. Malchen zóó spoedig en
zóó verheugd hare schoolvriendin
ontvangen. De beide meisjes vlogen
elkander als 't ware in de armen.
Isidore was een mooi, vlug meisje,
(daarbij ietwat trotsch, maar, zoo-
dra zij vulde, van een betooverende
beminnelijkheid. Zij kon dan aller
liefst en veel praten. Hierop nu
bouwide Malchen har© hoop. Over
het algemeen sympathiseerde zij niet
bijzonder met Isidore, en toch had
zij haar in de laatste weken zoer ge
mist. Isidore was uit logeeren ge
weest bij familie, waardoor Mal
chen de gelegenheid had, om nu en
dan eens »elf bij de Cronau's aap
te loopen, want de ontvangersvrouw:
©en bezoek te brengen, dit durfde
zij niet uit maagdelijke schaamte;
de slimme dame mocht de ware reden
van haar komst, hare belangstelling,
voor Gerhard eens radenEn dit
wilde zij, vooral zooals thans de za
ken stonden, volstrekt niet laten ver
moeden. Zij sprak daarom dan ook
aanvankelijk over allerlei andere za
ken, iedere verdere vraag werd haar
echter bespaard, daar de jong© dame
terstond en met volle zeilen het ge
sprek bracht op het thema, dat Mal
chen zoo zielsgraag wenschte te be
spreken.
{Wordt vervolgd.)