i DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. rS A Misleid. w h Uit de Statenzaal. 17, Alledagjes. BUITENLAND. efl 2S®3i»S3, üssasplem Hiliegomsche WlJDAQ 25 SEPT. I90SS. richt PEN; 33*» Jaargang No. 6696 ABOSNIMBHT8PBIJ8: f,6r 8 maaarien voor Haarlem fl.85 Voor de piaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.85 voor de overige plaatsen ia Nederland franco per post 1,8# ^Wonderlijks nnnuuers 0.05 Bureaux van Redactie en Administratie: Ssitero. Teisteoi%£sumR8i©s» £426. PRIJS BEE AJDVERTENTIÈN: Van 1—6 regels fO.60 (eonUnt)f 0.50 Elke rage! meer0.10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie I contant. AHe betalende abonnés op dit blad zyn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van •VLDEN bij verlies van éen anderen vinger. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. Abonneert U tegen 1 "ctober a.s. uoor minstens drie panden op de „Nieuwe Haar- ï,Tische Courant" met gratis ^rklijst, Geïllustreerd Zondags blad enOngelukkenuerzekering, en wij ZENDEN U DE TOT "l£N DATUM VERSCMiJNEN- DS NUMMERS GRATIS, uoor weekabonnés tot 26 briber. Sep- Nalezing van den gemeenteraad. iJVee hoofdpunten dringen zich tt°raï na voren bij een bespreking wat gisteren in Raad is_voorge zien. Vooreerst de kwestie der subsidie 11 het „Haarlemsche Drankweer- en ten tweede de historie 3*1 het Röntgen-apparaat in het henhuis. |T>aar omheen groepeer en zich nog "lelijke onderwerpen, die met een woord mogen worden aange lat, en zoodoende kunnen we, I. de heden ietwat beperkte plaats- lllnte, niet alles in een3 behande- 11 en bepalen we ons heden tot drankbestrijdings-kwestie. i^foet de gemeente aan particu drankbestrijdersvereenigingen j^idie geven, of niet 2oo formuleert zich vanzelf de ■t# 7. ^g, die gisteren behandeld is |phwij aarzelen niet, om |8e n de meerderheid van giste- j,*1 in, rondweg te verklaren, dat Y geven van subsidie aan drank- ^trijdersvereenigingen o. i. niet h op den weg der gemeente, "et schijnt ons toe, dat men in 11 Raad de kwestie niet zuiver gesteld. Re discussie in den Raad liep K0'dzakelijk over de vraag: moet iQ&g de gemeente als zoodanig "teden tegen het drankmisbruik k^ü dan zeggen we hierop vol- Jdigja. ^nze collega, het „Haarlem zeide het dezer dagen in artikeltje over de kwestie heel C°bt: de gemeente doet zooveel openbare gezondheid, tegen 3.1e woningtoestanden, voor uit- van politie, enz. enz., en LUI LLE 'I ON, vc'' *o°' f waarom zou zij dan niet mogen optreden tegen het drankmisbruik Volkomen goed geredeneerd. Alleende conclusie sloeg niet on de praemissen. Want „H. Dag blad" concludeerde: dus omdat de gemeente zeer zeker mag optre den tegen het drankmisbruik, daarom.moeten de drankbestrij dersvereenigingen gesubsidiëerd. Ziet, dèt gaat niet op. Had men maatregelen voorgesteld van gemeentewege: als b. v. het uitdeelen van geschriften op alle scholen, het weren van steikan drank op gemeentelijke werken, het verbieden van den sterken drank verkoop in bestekken van gemeen tewege, en meer van dien aard, wij zouden gereedelijk medegaan. Maar van gemeentewege een sub sidie te geven aan vereenigingen van allerlei slag, die ieder op hunne wijze, ongecontroleerd door de ge meente en de publieke opinie, op treden tegen wat zij oordeelen een kwaad te zijn, neen, bet denk beeld, dat de gemeeentezorg zieh zóóver moet uitstrekken, wil er bij ons niet in. Men begrijpt dat wij hiermede volstrekt niet willen zeggen, dat wij hat doel en de werking der be doelde vereenigingen niet nobel en sympathiek vinden! Maar het gaat nu er om, of het op den weg der gemeente ligt, hier voor hot geld van alle contribua- belen te gebruiken. En dan zeggen weneen. De gemeentelijke bemoeiing moet o.i. zoover niet gaan. Iets anders zou nog zijn als de Drankweer-vereenigingen voor een bepaald doel subsidie had den gevraagdb.v. voor het geven van een cursus over alcoholgevaar, of iets dergelijks. Dan zou de gemeente o. i. termen kunnen vinden om te steunen. Nu echter de steun gevraagd werd in blanco, nu kunnen wij het be sluit, door de meerderheid van den Raad gisteren genomeD, niet too- juchen, en met alle waardeering van den voortrefïelijken, nuttigen en noodzakelijken arbeid onzer drankbestrijdersvereenigingen ach ten wij, dat de gemeente hi#rmede een stap heeft gezet op een gevaar lijk terreiD, waar zij nooit had moeten komen. Voor morgen bewaren we de bespreking van de rest der raads zitting, welke onze plaatsruimte ons niet toestaat heden geheel te plaatsen. X, Tentoonstelling. Hillegomseh Toon eel. R. K. Volkagebouw. Over drie onderwerpen wil ik de zen keer een en ander in 't midden brengen. Het bovenschrift heeft ze den lezer reeds deen. kennen- fliVte zullen in het komende voor jaar onze tentoonstelling van bolge wassen en aanverwante artikelen hebben. Niet zoo een, waar we rondom ons de vier wanden, wel is waan mooi met bloem en plant gede coreerd, maar dan toch de muren, hebben, die ons van de verjongen de natuur scheiden. Noen, 't wordt een buitententoonstelling. Er moest heel wat passeeren, ©er onze Hiliegomsche afdeeling van de Algemeene Vereeniging er definitief toe besloot, ja, een krachtig ingrijpen van ©en tiental energieke mannen, di© hun moening duidelijk en on omwonden hij monde van den heer J. H. M. Balvers aan het Afd©e- lingsbestuur voorlegden, was noo- dig om het zoover te krijgen. Ho© ©en en ander ging, behoef, ik hier niet verder uiteen te zetten, onze krant heeft het in zijn zakelijke berichten reeds meegedeeld. Een zaak is er evenwel, di© ik naar voren wensch te halen, om: er het volle licht op te laten vallen. Ze is deze. Die voorzitter der Hilie gomsche Afdeeling van Bloembol lencultuur, heeft niet minder gezegd, dan dat onze vakmannen van het praktisch gebruik onzer bolgewas sen het echte niet afwisten. Ja, ster ker nog. Om te weten, wat wij met onze artikelen aan moois in tuinen en aanplantingem kunnen maken, moeten we loeren van den buitenlan der, die van ons de artikelen betrekt. Daarom prees hij het organi&e©- ren vain vollegrojidstentoonstellin- gen, als waarvan hier sprak© is, zoo nuttig voor het bollenvak. ,'t Is toch eigenlijk ook te dwaas om van te spreken, dat de verkoo- pers, door hun buitenlandsch© cliën teel© om raad over d© aanplantingen gevraagd, eigenlijk met den mond vol tanden staan. Ze weten doodge woon het fijne er niet van. Daarom z;jn buitententoonstellingen als in dertijd de Nooriwijksch© afdeeling in ©en „Florapark", verleden jaar di© van Sassenheim organiseerde en nu ook door Hillegom op touw ge zet is, om de praktische onderrich ting voor beplanting, van heel groo te be teekenis. Z© zijn oefening en onderwijs tegelijk en bereikbaar voor de vakmannen uit bet gebeele dis trict. De groot© vijfjaarlijkscbe tentoon stelling is ontegenzeggelijk zeer leerzaam, ze is ©en prachtig© reclame in het vak, en stajat in 't buitenland (Uit het Duitsch). kon er den blik niet van V'jhaen. Hij had den leveniigen V WeR' verlaten en nu langs pa- 'u de wijnbergen het zoo even ,\aei?d.e door oude, forsche boonuen V^te plekje bereikt. Eanvou- W houten banken noodigen dejnj v lelaar uit, om er een oogenblik V Roeven, en onder de schaduw! 'ijj jteaie boomen is het hier dan k 'eerlijk rusten. fenM rond heerscht hier een zalig rL lSche stilte, 't is een plekje, H((iDien in zijn droomen de gan- b Gereld vergeten zou. V v°geltjes in de takken zingen f%^v°hdlied en de allengs ter M j\ zich neigende zon verguit dorpskerkje met een j Sdansvan hare stralen kreeg JHj0 e oude kerkhofmuur nog wat ^'elke de stille rustplaats der Lj.' ^heidt van het plein, waar W^Y'dijke dorpsjeugd zoo: gaarne Ni^^teerkt^ rdkaoj dajajr ephteis Eenige kleine snuiters met een blaffend, hondje verlevendigden wel is waar voor eenige minuten de al daar heerschende stilte', maar het kleine troepje trok weldra, af in de richting der wijntuinen. [Wellicht dat vrees voor den vreemden heer hen van daar verdreef, ofschoon Cy rill toch anders een vriendelijk, ja, zelfs innemend uiterlijk bezat. Thans straalden zijne oogen van vreugde, terwijl hij daar zoo. den blik om zich heen liet weiden. Na dat hij voldoende gekeken had en door het plaatsje den berg afging, zag hij iets, dat hem zonderling op wond en zijne gedachten plotseling terugvoerde naar het oogenblik van zijn aankomst te Metz. Zijn weg voerde hem namelijk langs de hier boven reeds genoemde bezitting; onwillekeurig vertraagde hij zijne schreden en beek met wel gevallen in den zorgvuldig onder houden tuin. Daari n merkte hij eeln behoedzaam op en neer wandelenden heer in landelijke bleeding op, wiens groote zonnehoed hoofd en gezicht geheel beschaduwden. Toch lag er in de gestalte iets, dat Cyrill bekend voorkwam, en scherper uitkijkend, herkende hij zijn onspraakzameh reisgenoot. De bekoorlijke reisgenoot© was echter nergens te ^ien. Niettemin gevoelde de jong© re.geerings.raad zich zeer voldaan over zijne ontdek king, waarom dat wist hij eigenlijk zelf niet. Wellicht ging hij ook onbewust op verdere ontdekkingen uit, want inderdaad beschouwde hij nu zeer aandachtig de deur van het huis en van het tuinhek, of geen bordje daarop hem inlichting kon geven aangaande den naam van den eigenaar. Nergens echter was er een te zien en rondom sloot het traliehek tuin en huis veilig van de buiten wereld af. Zoolang de welvoegelij k- heid. het maar ©enigszins gedoogde," bleef Cyrill daardoor in het bekoor lijke, afgesloten paradijs kijken, doch geen Eva wilde er ta voorschijn ko men en eindelijk moest hij zijn weg wel vervolgen. Hij was over dit voorval in naden ken verzonken. Hij gevoelde ©ene nieuwsgierigheid bij zich opkomen, zooals hij nooit had ondervonden;.; O, zoo gaarne zou hij wat meer ge weten willen hebben van de bewo ners dezer in landelijke afzondering gelegen verrukkelijk schoon© villa. Eigenlijk meer om deze reden, dan wel om een versterkenden dronk te nemen, trad hij den eerste de beste herberg binnen. Zij was klein, maar had een tuinterras, waarop de bezoe ker, aangenaam in de open lucht zit tende, nogmaals een heerlijken blik kon werpen over het omliggend© landschap. Cyrill's aandacht was thans echter verdeeld. Hij knoopte met de kasteleines ©en gesprek aan, om te weten te komen, aan wie de nabijgelegen bezitting toebehoorde, hoogst gunstig aangeschreven.. Evenwel, zou het geen overweging verdienden, dat de krachten, waar over het hoofdbestuur beschikt en da geldmiddelen, die het ten dienste staan, ook eens aangewend werden, om op groote schaal en in alle onder- doelen punctueel een 'vollBgrondsten- toonstelling te houden Dat gedeelte der groote „show", waar oonquesten onder 't publieke oordeel komen, kan dan nog heel goed als onderdeel be waard blijven. Zooals 't nu gaat, hoert men toch ook dikwijls klach ten over het onpraktische, 't Is maar 'een idee, dat ter, overweging aange boden wordt, 'tls wel een heel© 6pro,ng naar het tooneei, maar ik waag hem toch. Het tooneelseizoen voor Hillegom, gaat ook weer aanbreken, Ja, d© meest en best bekende, de oudste 'der Hiliegomsche tooneelvereenigingvm, zal in den loop .van October naar het voorbeeld van de tooneeiclub uit uit het Kruisverbond, een weldai- digheidsvioorstelling ten bate der St. Elisabethsvereeniging geven. Zij zal bij di© gelegenheid het bekend© tooneelstuk „Aan God en Koning trouw" opvoeren. Hillegom is meerdere too neel ver eenigingen rijk, maar met voorzich tigheid dient hier geoordeeld en gesteund te worden. Zonder e©nig© aarzeling durven we zeggen, dat ieder weldenkend Katholiek te Hil legom, als hij ©en tooneelvereenigingi wil steunen, di© hulp moet verloe- nen, aan de vereeniging, di© w-aar- borgien geeft voor 't ongerept laten van goed© zeden en godsdienst. Als ik dan, het een Roomsch cachet dragende gezelschap uit het Kruisverbond buiten beschouwing laat, (ik ben van meening, dat deze club veel steun verdient) dan is er maar .een tooneelviereeniging, die door Roomschen gesteund kan wor den en dat is „l'Amitié", di© ik reeds als d© oudste van 'de Hilie gomsche clubs aanduidde1. WH mien ©enig begrip, dat ze. steun waardig is, dan kan men dat hier in vindenmeermalen hoorei© ik uit 't publiek stemmen van menschen, heusch Roomsche menschen, maar die nu en dan de neutral© ziekte heeten, dat „l'Amitié" te Roomsch© stukken opvoert. Maar Katholiek© jongelingen en mannen, ©n dnt zijn de leden van „l'Amite" allen, behoe ven zich to.ch werkelijk niet t© ge- neeren, da,t ze all© schunnigheden! van hun repertoire weren. (VVie me een neutraal repertoire kan samen stellen, zonder schunnigheden, zon der godsdienst- of z© dek weteend© passages in opgevoerde stukken,, dien geef1 ik het gewonnen, dat neu traliteit een goed ding is „L'Amitié^ kon evengoed een Roomsche tooneelvereeniging zijn. [Waarom hervormt z© zich niet, waarom blijft ze nog onder de oude statuten Daar hebben we 't Pausf©est van onzen II. Vader Pius X. Overal wordt, ook buiten de kerkelijke fees ten, dit heugelijke feit door Room schen feestelijk herdacht of worden er plannen toe beraamd Bij ons niets van dat alles En heusch, daar is op Hillegom wel Roomsch leven, dat zich ook op deze wijze zou wil len uiten. Als „l'Amitié" ©en Ka tholieke tooneelvereeniging was, dan zou ik wel om een lief dubbeltje willen wedden, dat ze een schitte rend Pausfeest gaf, met 'n prach tige apotheose! Zou ze het nu nog niet doen Eindelijk nog wil ik iets, niet veel, dus iets maar zeggen over een R K. Volksgebouw Bij ons hebben we een Mariavereeniging, Prachtig, zullen velen roepen. Ja, maar sedert lang veTgadert ze niet meer, en dat bï- tec kent, dat ze zal sterven. Jam mer, hoor ik nu weer. Ik zeg het na. En toch zou ik ze liever zien sterven, dan dat de vrouwen naar een café gaan om te vergaderen als Mariavereeniging. Dat moest steeds. Dat wil men niet langer. Ik vind met reden. Zelfs d© Rruisverbon- ders zou ik liever niet meer in een restauratiezaal zien vergaderen. Di© zaak is, dat er een gelegenheid kome, waar zulk vergaderen moge lijk is, buiten de herberg. Kan dat? Als men wil, kan het zeer goed. Men beginne er bijv. maar eens over te denken een R. K. Volksgehouw te stichten. Een ko lossaal werk, ik geef het grif toe, vooral omdat er toch al zooveel te doen is. Maar noodig is het, en daar om: wie brengt dit balletje eens aan 't rollen?. VAN DORP. DiUITSCHLAND. De Marokkopolitiek. D|e nota van Duitschland heeft ook de Duitschers zelf pleizier ge daan. Want au fond zijn verschil lende Duitschers volstrekt niet ge steld op een breuk met Frankrijk alleen om die Marokkohistorie. En zoo wijst dan ook het „Berliner Tageblatt" er met nadruk op dat zij het bij het rechte eind had, toen zij steeds den Duitschers gematigd heid aanried en den Franschen voor hield, dat Duitschland volstrekt geen onverzoenlijke houding wensch- t© aan t© nemen. Thans, schrijft zij, hebben wij het officiéél© bewijs en wij constateeren met voldoening, dat men aan het Duitsche ministerie van Buitenlandsche Zaken teruggekeerd is tot ©en politiek, die geen politiek van zwakheid behoeft te wezen en dit ook niet wil zijn, maar zich ook niet bet air wil geven van op d© groote trom te slaan, of, om met Gambetta te spreken, een „politiek van resultaten" najaagt. I&ij gel go ven, zegt het blad, dat men 'eer de gewenschte resultaten zal bereiken langs den weg, dien. Duitschland, blijkens zijn antwoord, heeft ingeslagen, dan langs dien, welken de gedachtelooze en onwe tende schreeuwers aanrieden. Eén zaak is noodig, n.l. dat elk© stap en elke maatregel van de regee ring de deur openlaat voor eventu eel© noodzakelijke onderhandelingen. Het Duitsche antwoord voldoet aan die voorwaarde en kan niet anders, dan door zijn verzoenlijken toon de vreedzame ontwikkeling der ge beurtenissen vergemakkelijken. In Frankrijk is men, zooals w© gisteren zeiden, ook nogal tevreden Maar er gaan toch al stemmen op die een" en ander vinden te betuttelen in Duitschland's nota De „Figaro" zegt b.v. over de bezwaren van Duitschland tegen de vergoeding der expeditiekosten aan Frankrijk „Duitschland wil een schifting hou den onder de door Abdul Azis aan gegane verplichtingen. Het stelt zich niet op het standpunt volgens hetwelk de levend© in de plichtenj van den doode treedt. En op het eerste gezicht, schijnt het criterium, hetwelk de Duitsche regeering voor stelt, noch zeer rationeel, noch zeer billijk, noch vooral zeer praktisch". De „Figaro" hoopt echter, dat de onderhandelingen, waarvoor de Duitsch© nota ruimt© laat, tot een bevredigende schikking zullen lei den. OOSTENRIJK.; Vorat Ferdinand van Bulgarije op bezoek. Vorst Ferdinand van Bulgarije en zijn gemalin zijn op dit oogenblik op bezoek bij keizer Frans Jozef te Bu dapest. En wel met groote praal. Door de feestelijk getooid© straten' der Hongaaxsche hoofdstad reed] men na aankomst onder geestdriftig gejuich der menigte naar den Hof- burg. 's Avonds had daar een gala maaltijd plaats, waar Frans Jozef en vorst Ferdinand hartelijke toos ten wisselden op de handhaving en, ontwikkeling van de goede betrek kingen tusschen de beid© landen en het welzijn der beid© volken. Het is wel op een merkwaardig oogenblik, dat de Bulgaajsche vorst te Boedapest komt Juist op het oogenblik, dat er een vrij groote spanning is in d© betrekkingen met Turkije, terwijl de Oostenrijksch-Hongaarsche monar chie middellijk bij een der geschil punten is betrokken. Aan dez© vorstelijkepntmóeting te Budapest moet zeker be tee ken is ge hecht worden, te meer, daar ook Aehrenthal, de Oostenrijksch-Hon gaarsche minister van Buitenland sche Zaken, aan de feestelijkheden! deelneemt. Punten van bespreking zijn er op 't oogenblik genoeg. Een aangelegenheid, die er spe ciaal id© Donau-monarchie en Bulga- doch de waardin wist slechts zeer spaarzame inlichtingen te gevenzij en haar man waren Duitschers en eerst sedert kort hier gevestigd, van daar nog uiterst weinig bekend met de plaatselijke toestanden. Volgens haar bericht had het bui ten langen tijd te koop gestaan en was bet eerst onlangs in het bezit gekomen van vreemdelingen. Ze wa ren van Luxemburg gekomen, voeg de zij er nog bij, anders wist men in het dorp niets van hen, want de menschen, een bejaarde heer met zijn dochter, leefden stil en geheel terug getrokken van alle verkeer. Een paar oude Fransche dienstboden hadden zij met de bezitting overge nomen en deze spraken met de Duit schers nooit een woord, waarover de waardin natuurlijk haar misnoe gen te kennen gaf.' Dit was alles, wat Cyrill te weten kwam, en daar hij met zijne vragen niet al te dringend wilde schijnen, zoo vergenoegde hij er zich mede om in het verdere verloop van het gesprek nog te vernemen, dat men de vreemdelingen voor Belgen hield en De Douvial noemde. In zijne gedachten speelden deze nog echter altijd een rol, toen hij na het betalen van zijne vertering, de;n berg weder afging. Hij koos wederom den weg, di© hem langs de stille bezitting voer de, doch geen levend© ziel was daar thans meer te zien. Bijna angstwek kend stil bleef het in den omtrek. „Die levendige jonge dame moet zich daar toch wel erg eenzaam go- voelen," dacht Cyrill. terwijl hij den tamelijk steilen en weinig goeden rijweg bergafwaarts schreed. Een steenigen bodem maakte dezen op sommige plaatsen recht ongemakke lijk. Het werd echter beter naar mat© hij meer de vlakte en daarmede den grooten weg naar Gravelotte na derde. Hij bemerkte nu, dat bij het schijn sel der beide wegen uit een, van' Longueville komenden mandenwa gen een vrouw stapte, di© buiten gemeen rijk met pakjes en mandjes beladen den opstijgende weg insloeg, ©n onder een reusachtigen parasol hijgend langzaam bergopwaarts hem te gemoet kwam. Ziine belangstelling in alles, wat het land en zijne bewoners betrof, bracht er hem toe om nauwkeurig de waardige matrone te beschouwen, wier geheel© verschijning bij den eersten aanblik de eche Lotharing- sche verried. Hour haar was bijna even wit als de witte muts, waaronder het uit kwam kijken, en een door de fris- sch© ltandlucht roofl gekleurd, be jaard, rond gezicht omlijstte. De corpulente oude vrouw kwam al blazend .den berg op en bezweek bijna onder den rijkdom van al haar pakjes en mandjes. Nu en dan bleef zij stilstaan en blikte hulpeloos om. zich heen. De radelooz© uitdruk king in hare sprekende trekken, kwam nog meer uit, toen haar ©en van de talrijke pakjes ontviel, en daarop nog twee en drie voorwerpen volgden, terwijl zij zieh bukte om het eerst gevallene op te rapen. Juist toen dit aanstalten maakte, om den berg ai' te rollen, stond Cyrill voor de geplaagde vrouw. De jonge regeeringsraad achtte het nu niet beneden zijn© waardig heid om de oude boerin dienstvaar dig ter hulp te komen. Fluks boog hij zich voorover en greep de weer spannige pakjes, zoomede het groot© zonnescherm, dat, even©ens met goed gevolg een weg naar den grond ge zocht had. De oude vrouw zag den deftigen heer verwonderd aan, maak te daarbij ook een diep© hoffelijk© [dienares en nam dankbaar de goed heid van den gedienstigen vreemde ling aan, die, vrifendelijk haar in de Fransche taal aansprekend, haar als zijn meening te kennen gaf. dat zij „wel wat te veel hooi op haar vork" geladen had. (Wordt v^rcolgd.) 0 HIE HMRLEMSCHE COHRUT 1000 400 3iis=! 150== 100== BOH: 15 ie co L- VY I. M I li

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1