i
DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
rS
A
Misleid.
w
h
Uit de Statenzaal.
17,
Alledagjes.
BUITENLAND.
efl
2S®3i»S3, üssasplem
Hiliegomsche
WlJDAQ 25 SEPT. I90SS.
richt
PEN;
33*» Jaargang No. 6696
ABOSNIMBHT8PBIJ8:
f,6r 8 maaarien voor Haarlem fl.85
Voor de piaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.85
voor de overige plaatsen ia Nederland franco per post 1,8#
^Wonderlijks nnnuuers 0.05
Bureaux van Redactie en Administratie:
Ssitero. Teisteoi%£sumR8i©s» £426.
PRIJS BEE AJDVERTENTIÈN:
Van 1—6 regels fO.60 (eonUnt)f 0.50
Elke rage! meer0.10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie I contant.
AHe betalende abonnés op dit blad zyn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van
•VLDEN bij
verlies van
éen anderen
vinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
Abonneert U tegen 1
"ctober a.s. uoor minstens drie
panden op de „Nieuwe Haar-
ï,Tische Courant" met gratis
^rklijst, Geïllustreerd Zondags
blad enOngelukkenuerzekering,
en wij ZENDEN U DE TOT
"l£N DATUM VERSCMiJNEN-
DS NUMMERS GRATIS, uoor
weekabonnés tot 26
briber.
Sep-
Nalezing van den gemeenteraad.
iJVee hoofdpunten dringen zich
tt°raï na voren bij een bespreking
wat gisteren in Raad is_voorge
zien.
Vooreerst de kwestie der subsidie
11 het „Haarlemsche Drankweer-
en ten tweede de historie
3*1 het Röntgen-apparaat in het
henhuis.
|T>aar omheen groepeer en zich nog
"lelijke onderwerpen, die met een
woord mogen worden aange
lat, en zoodoende kunnen we,
I. de heden ietwat beperkte plaats-
lllnte, niet alles in een3 behande-
11 en bepalen we ons heden tot
drankbestrijdings-kwestie.
i^foet de gemeente aan particu
drankbestrijdersvereenigingen
j^idie geven, of niet
2oo formuleert zich vanzelf de
■t#
7.
^g, die gisteren behandeld is
|phwij aarzelen niet, om
|8e n de meerderheid van giste-
j,*1 in, rondweg te verklaren, dat
Y geven van subsidie aan drank-
^trijdersvereenigingen o. i. niet
h op den weg der gemeente,
"et schijnt ons toe, dat men in
11 Raad de kwestie niet zuiver
gesteld.
Re discussie in den Raad liep
K0'dzakelijk over de vraag: moet
iQ&g de gemeente als zoodanig
"teden tegen het drankmisbruik
k^ü dan zeggen we hierop vol-
Jdigja.
^nze collega, het „Haarlem
zeide het dezer dagen in
artikeltje over de kwestie heel
C°bt: de gemeente doet zooveel
openbare gezondheid, tegen
3.1e woningtoestanden, voor uit-
van politie, enz. enz., en
LUI LLE 'I ON,
vc''
*o°'
f
waarom zou zij dan niet mogen
optreden tegen het drankmisbruik
Volkomen goed geredeneerd.
Alleende conclusie sloeg niet
on de praemissen. Want „H. Dag
blad" concludeerde: dus omdat
de gemeente zeer zeker mag optre
den tegen het drankmisbruik,
daarom.moeten de drankbestrij
dersvereenigingen gesubsidiëerd.
Ziet, dèt gaat niet op.
Had men maatregelen voorgesteld
van gemeentewege: als b. v.
het uitdeelen van geschriften op alle
scholen, het weren van steikan
drank op gemeentelijke werken, het
verbieden van den sterken drank
verkoop in bestekken van gemeen
tewege, en meer van dien aard,
wij zouden gereedelijk medegaan.
Maar van gemeentewege een sub
sidie te geven aan vereenigingen
van allerlei slag, die ieder op hunne
wijze, ongecontroleerd door de ge
meente en de publieke opinie, op
treden tegen wat zij oordeelen een
kwaad te zijn, neen, bet denk
beeld, dat de gemeeentezorg zieh
zóóver moet uitstrekken, wil er bij
ons niet in.
Men begrijpt dat wij hiermede
volstrekt niet willen zeggen, dat wij
hat doel en de werking der be
doelde vereenigingen niet nobel en
sympathiek vinden!
Maar het gaat nu er om, of het
op den weg der gemeente ligt, hier
voor hot geld van alle contribua-
belen te gebruiken.
En dan zeggen weneen.
De gemeentelijke bemoeiing moet
o.i. zoover niet gaan.
Iets anders zou nog zijn als de
Drankweer-vereenigingen voor
een bepaald doel subsidie had
den gevraagdb.v. voor het geven
van een cursus over alcoholgevaar,
of iets dergelijks.
Dan zou de gemeente o. i. termen
kunnen vinden om te steunen. Nu
echter de steun gevraagd werd in
blanco, nu kunnen wij het be
sluit, door de meerderheid van den
Raad gisteren genomeD, niet too-
juchen, en met alle waardeering
van den voortrefïelijken, nuttigen
en noodzakelijken arbeid onzer
drankbestrijdersvereenigingen ach
ten wij, dat de gemeente hi#rmede
een stap heeft gezet op een gevaar
lijk terreiD, waar zij nooit had
moeten komen.
Voor morgen bewaren we de
bespreking van de rest der raads
zitting, welke onze plaatsruimte ons
niet toestaat heden geheel te
plaatsen.
X,
Tentoonstelling.
Hillegomseh Toon eel.
R. K. Volkagebouw.
Over drie onderwerpen wil ik de
zen keer een en ander in 't midden
brengen. Het bovenschrift heeft ze
den lezer reeds deen. kennen-
fliVte zullen in het komende voor
jaar onze tentoonstelling van bolge
wassen en aanverwante artikelen
hebben. Niet zoo een, waar we
rondom ons de vier wanden, wel is
waan mooi met bloem en plant gede
coreerd, maar dan toch de muren,
hebben, die ons van de verjongen
de natuur scheiden. Noen, 't wordt
een buitententoonstelling.
Er moest heel wat passeeren, ©er
onze Hiliegomsche afdeeling van de
Algemeene Vereeniging er definitief
toe besloot, ja, een krachtig ingrijpen
van ©en tiental energieke mannen,
di© hun moening duidelijk en on
omwonden hij monde van den heer
J. H. M. Balvers aan het Afd©e-
lingsbestuur voorlegden, was noo-
dig om het zoover te krijgen.
Ho© ©en en ander ging, behoef, ik
hier niet verder uiteen te zetten,
onze krant heeft het in zijn zakelijke
berichten reeds meegedeeld.
Een zaak is er evenwel, di© ik
naar voren wensch te halen, om: er
het volle licht op te laten vallen.
Ze is deze. Die voorzitter der Hilie
gomsche Afdeeling van Bloembol
lencultuur, heeft niet minder gezegd,
dan dat onze vakmannen van het
praktisch gebruik onzer bolgewas
sen het echte niet afwisten. Ja, ster
ker nog. Om te weten, wat wij met
onze artikelen aan moois in tuinen
en aanplantingem kunnen maken,
moeten we loeren van den buitenlan
der, die van ons de artikelen betrekt.
Daarom prees hij het organi&e©-
ren vain vollegrojidstentoonstellin-
gen, als waarvan hier sprak© is, zoo
nuttig voor het bollenvak.
,'t Is toch eigenlijk ook te dwaas
om van te spreken, dat de verkoo-
pers, door hun buitenlandsch© cliën
teel© om raad over d© aanplantingen
gevraagd, eigenlijk met den mond
vol tanden staan. Ze weten doodge
woon het fijne er niet van. Daarom
z;jn buitententoonstellingen als in
dertijd de Nooriwijksch© afdeeling
in ©en „Florapark", verleden jaar
di© van Sassenheim organiseerde en
nu ook door Hillegom op touw ge
zet is, om de praktische onderrich
ting voor beplanting, van heel groo
te be teekenis. Z© zijn oefening en
onderwijs tegelijk en bereikbaar voor
de vakmannen uit bet gebeele dis
trict.
De groot© vijfjaarlijkscbe tentoon
stelling is ontegenzeggelijk zeer
leerzaam, ze is ©en prachtig© reclame
in het vak, en stajat in 't buitenland
(Uit het Duitsch).
kon er den blik niet van
V'jhaen. Hij had den leveniigen
V WeR' verlaten en nu langs pa-
'u de wijnbergen het zoo even
,\aei?d.e door oude, forsche boonuen
V^te plekje bereikt. Eanvou-
W houten banken noodigen dejnj
v lelaar uit, om er een oogenblik
V Roeven, en onder de schaduw!
'ijj jteaie boomen is het hier dan
k 'eerlijk rusten.
fenM rond heerscht hier een zalig
rL lSche stilte, 't is een plekje,
H((iDien in zijn droomen de gan-
b Gereld vergeten zou.
V v°geltjes in de takken zingen
f%^v°hdlied en de allengs ter
M j\ zich neigende zon verguit
dorpskerkje met een
j Sdansvan hare stralen kreeg
JHj0 e oude kerkhofmuur nog wat
^'elke de stille rustplaats der
Lj.' ^heidt van het plein, waar
W^Y'dijke dorpsjeugd zoo: gaarne
Ni^^teerkt^ rdkaoj dajajr ephteis
Eenige kleine snuiters met een
blaffend, hondje verlevendigden wel
is waar voor eenige minuten de al
daar heerschende stilte', maar het
kleine troepje trok weldra, af in de
richting der wijntuinen. [Wellicht
dat vrees voor den vreemden heer
hen van daar verdreef, ofschoon Cy
rill toch anders een vriendelijk, ja,
zelfs innemend uiterlijk bezat.
Thans straalden zijne oogen van
vreugde, terwijl hij daar zoo. den
blik om zich heen liet weiden. Na
dat hij voldoende gekeken had en
door het plaatsje den berg afging,
zag hij iets, dat hem zonderling op
wond en zijne gedachten plotseling
terugvoerde naar het oogenblik van
zijn aankomst te Metz.
Zijn weg voerde hem namelijk
langs de hier boven reeds genoemde
bezitting; onwillekeurig vertraagde
hij zijne schreden en beek met wel
gevallen in den zorgvuldig onder
houden tuin. Daari n merkte hij eeln
behoedzaam op en neer wandelenden
heer in landelijke bleeding op, wiens
groote zonnehoed hoofd en gezicht
geheel beschaduwden. Toch lag er
in de gestalte iets, dat Cyrill bekend
voorkwam, en scherper uitkijkend,
herkende hij zijn onspraakzameh
reisgenoot.
De bekoorlijke reisgenoot© was
echter nergens te ^ien. Niettemin
gevoelde de jong© re.geerings.raad
zich zeer voldaan over zijne ontdek
king, waarom dat wist hij eigenlijk
zelf niet. Wellicht ging hij ook
onbewust op verdere ontdekkingen
uit, want inderdaad beschouwde hij
nu zeer aandachtig de deur van het
huis en van het tuinhek, of geen
bordje daarop hem inlichting kon
geven aangaande den naam van den
eigenaar. Nergens echter was er een
te zien en rondom sloot het traliehek
tuin en huis veilig van de buiten
wereld af. Zoolang de welvoegelij k-
heid. het maar ©enigszins gedoogde,"
bleef Cyrill daardoor in het bekoor
lijke, afgesloten paradijs kijken, doch
geen Eva wilde er ta voorschijn ko
men en eindelijk moest hij zijn weg
wel vervolgen.
Hij was over dit voorval in naden
ken verzonken. Hij gevoelde ©ene
nieuwsgierigheid bij zich opkomen,
zooals hij nooit had ondervonden;.;
O, zoo gaarne zou hij wat meer ge
weten willen hebben van de bewo
ners dezer in landelijke afzondering
gelegen verrukkelijk schoon© villa.
Eigenlijk meer om deze reden, dan
wel om een versterkenden dronk te
nemen, trad hij den eerste de beste
herberg binnen. Zij was klein, maar
had een tuinterras, waarop de bezoe
ker, aangenaam in de open lucht zit
tende, nogmaals een heerlijken blik
kon werpen over het omliggend©
landschap. Cyrill's aandacht was
thans echter verdeeld. Hij knoopte
met de kasteleines ©en gesprek aan,
om te weten te komen, aan wie de
nabijgelegen bezitting toebehoorde,
hoogst gunstig aangeschreven..
Evenwel, zou het geen overweging
verdienden, dat de krachten, waar
over het hoofdbestuur beschikt en
da geldmiddelen, die het ten dienste
staan, ook eens aangewend werden,
om op groote schaal en in alle onder-
doelen punctueel een 'vollBgrondsten-
toonstelling te houden Dat gedeelte
der groote „show", waar oonquesten
onder 't publieke oordeel komen, kan
dan nog heel goed als onderdeel be
waard blijven. Zooals 't nu gaat,
hoert men toch ook dikwijls klach
ten over het onpraktische, 't Is maar
'een idee, dat ter, overweging aange
boden wordt,
'tls wel een heel© 6pro,ng naar
het tooneei, maar ik waag hem toch.
Het tooneelseizoen voor Hillegom,
gaat ook weer aanbreken, Ja, d©
meest en best bekende, de oudste 'der
Hiliegomsche tooneelvereenigingvm,
zal in den loop .van October naar
het voorbeeld van de tooneeiclub uit
uit het Kruisverbond, een weldai-
digheidsvioorstelling ten bate der
St. Elisabethsvereeniging geven. Zij
zal bij di© gelegenheid het bekend©
tooneelstuk „Aan God en Koning
trouw" opvoeren.
Hillegom is meerdere too neel ver
eenigingen rijk, maar met voorzich
tigheid dient hier geoordeeld en
gesteund te worden. Zonder e©nig©
aarzeling durven we zeggen, dat
ieder weldenkend Katholiek te Hil
legom, als hij ©en tooneelvereenigingi
wil steunen, di© hulp moet verloe-
nen, aan de vereeniging, di© w-aar-
borgien geeft voor 't ongerept laten
van goed© zeden en godsdienst.
Als ik dan, het een Roomsch
cachet dragende gezelschap uit het
Kruisverbond buiten beschouwing
laat, (ik ben van meening, dat deze
club veel steun verdient) dan is er
maar .een tooneelviereeniging, die
door Roomschen gesteund kan wor
den en dat is „l'Amitié", di© ik
reeds als d© oudste van 'de Hilie
gomsche clubs aanduidde1.
WH mien ©enig begrip, dat ze. steun
waardig is, dan kan men dat hier
in vindenmeermalen hoorei© ik uit
't publiek stemmen van menschen,
heusch Roomsche menschen, maar
die nu en dan de neutral© ziekte
heeten, dat „l'Amitié" te Roomsch©
stukken opvoert. Maar Katholiek©
jongelingen en mannen, ©n dnt zijn
de leden van „l'Amite" allen, behoe
ven zich to.ch werkelijk niet t© ge-
neeren, da,t ze all© schunnigheden!
van hun repertoire weren. (VVie me
een neutraal repertoire kan samen
stellen, zonder schunnigheden, zon
der godsdienst- of z© dek weteend©
passages in opgevoerde stukken,,
dien geef1 ik het gewonnen, dat neu
traliteit een goed ding is
„L'Amitié^ kon evengoed een
Roomsche tooneelvereeniging zijn.
[Waarom hervormt z© zich niet,
waarom blijft ze nog onder de oude
statuten
Daar hebben we 't Pausf©est van
onzen II. Vader Pius X. Overal
wordt, ook buiten de kerkelijke fees
ten, dit heugelijke feit door Room
schen feestelijk herdacht of worden
er plannen toe beraamd Bij ons
niets van dat alles En heusch, daar
is op Hillegom wel Roomsch leven,
dat zich ook op deze wijze zou wil
len uiten. Als „l'Amitié" ©en Ka
tholieke tooneelvereeniging was, dan
zou ik wel om een lief dubbeltje
willen wedden, dat ze een schitte
rend Pausfeest gaf, met 'n prach
tige apotheose!
Zou ze het nu nog niet doen
Eindelijk nog wil ik iets, niet veel,
dus iets maar zeggen over een R K.
Volksgebouw Bij ons hebben we een
Mariavereeniging, Prachtig, zullen
velen roepen. Ja, maar sedert lang
veTgadert ze niet meer, en dat bï-
tec kent, dat ze zal sterven. Jam
mer, hoor ik nu weer. Ik zeg het
na. En toch zou ik ze liever zien
sterven, dan dat de vrouwen naar
een café gaan om te vergaderen als
Mariavereeniging. Dat moest steeds.
Dat wil men niet langer. Ik vind
met reden. Zelfs d© Rruisverbon-
ders zou ik liever niet meer in een
restauratiezaal zien vergaderen.
Di© zaak is, dat er een gelegenheid
kome, waar zulk vergaderen moge
lijk is, buiten de herberg.
Kan dat? Als men wil, kan het
zeer goed. Men beginne er bijv.
maar eens over te denken een R. K.
Volksgehouw te stichten. Een ko
lossaal werk, ik geef het grif toe,
vooral omdat er toch al zooveel te
doen is. Maar noodig is het, en daar
om: wie brengt dit balletje eens
aan 't rollen?.
VAN DORP.
DiUITSCHLAND.
De Marokkopolitiek.
D|e nota van Duitschland heeft
ook de Duitschers zelf pleizier ge
daan. Want au fond zijn verschil
lende Duitschers volstrekt niet ge
steld op een breuk met Frankrijk
alleen om die Marokkohistorie.
En zoo wijst dan ook het „Berliner
Tageblatt" er met nadruk op dat zij
het bij het rechte eind had, toen zij
steeds den Duitschers gematigd
heid aanried en den Franschen voor
hield, dat Duitschland volstrekt
geen onverzoenlijke houding wensch-
t© aan t© nemen. Thans, schrijft zij,
hebben wij het officiéél© bewijs en
wij constateeren met voldoening, dat
men aan het Duitsche ministerie van
Buitenlandsche Zaken teruggekeerd
is tot ©en politiek, die geen politiek
van zwakheid behoeft te wezen en
dit ook niet wil zijn, maar zich ook
niet bet air wil geven van op d©
groote trom te slaan, of, om met
Gambetta te spreken, een „politiek
van resultaten" najaagt.
I&ij gel go ven, zegt het blad, dat
men 'eer de gewenschte resultaten
zal bereiken langs den weg, dien.
Duitschland, blijkens zijn antwoord,
heeft ingeslagen, dan langs dien,
welken de gedachtelooze en onwe
tende schreeuwers aanrieden.
Eén zaak is noodig, n.l. dat elk©
stap en elke maatregel van de regee
ring de deur openlaat voor eventu
eel© noodzakelijke onderhandelingen.
Het Duitsche antwoord voldoet aan
die voorwaarde en kan niet anders,
dan door zijn verzoenlijken toon de
vreedzame ontwikkeling der ge
beurtenissen vergemakkelijken.
In Frankrijk is men, zooals w©
gisteren zeiden, ook nogal tevreden
Maar er gaan toch al stemmen op die
een" en ander vinden te betuttelen
in Duitschland's nota De „Figaro"
zegt b.v. over de bezwaren van
Duitschland tegen de vergoeding der
expeditiekosten aan Frankrijk
„Duitschland wil een schifting hou
den onder de door Abdul Azis aan
gegane verplichtingen. Het stelt
zich niet op het standpunt volgens
hetwelk de levend© in de plichtenj
van den doode treedt. En op het
eerste gezicht, schijnt het criterium,
hetwelk de Duitsche regeering voor
stelt, noch zeer rationeel, noch zeer
billijk, noch vooral zeer praktisch".
De „Figaro" hoopt echter, dat de
onderhandelingen, waarvoor de
Duitsch© nota ruimt© laat, tot een
bevredigende schikking zullen lei
den.
OOSTENRIJK.;
Vorat Ferdinand van Bulgarije op
bezoek.
Vorst Ferdinand van Bulgarije en
zijn gemalin zijn op dit oogenblik op
bezoek bij keizer Frans Jozef te Bu
dapest. En wel met groote praal.
Door de feestelijk getooid© straten'
der Hongaaxsche hoofdstad reed]
men na aankomst onder geestdriftig
gejuich der menigte naar den Hof-
burg. 's Avonds had daar een gala
maaltijd plaats, waar Frans Jozef
en vorst Ferdinand hartelijke toos
ten wisselden op de handhaving en,
ontwikkeling van de goede betrek
kingen tusschen de beid© landen en
het welzijn der beid© volken.
Het is wel op een merkwaardig
oogenblik, dat de Bulgaajsche vorst
te Boedapest komt
Juist op het oogenblik, dat er
een vrij groote spanning is in d©
betrekkingen met Turkije, terwijl de
Oostenrijksch-Hongaarsche monar
chie middellijk bij een der geschil
punten is betrokken.
Aan dez© vorstelijkepntmóeting te
Budapest moet zeker be tee ken is ge
hecht worden, te meer, daar ook
Aehrenthal, de Oostenrijksch-Hon
gaarsche minister van Buitenland
sche Zaken, aan de feestelijkheden!
deelneemt.
Punten van bespreking zijn er op
't oogenblik genoeg.
Een aangelegenheid, die er spe
ciaal id© Donau-monarchie en Bulga-
doch de waardin wist slechts zeer
spaarzame inlichtingen te gevenzij
en haar man waren Duitschers en
eerst sedert kort hier gevestigd, van
daar nog uiterst weinig bekend met
de plaatselijke toestanden.
Volgens haar bericht had het bui
ten langen tijd te koop gestaan en
was bet eerst onlangs in het bezit
gekomen van vreemdelingen. Ze wa
ren van Luxemburg gekomen, voeg
de zij er nog bij, anders wist men in
het dorp niets van hen, want de
menschen, een bejaarde heer met zijn
dochter, leefden stil en geheel terug
getrokken van alle verkeer. Een
paar oude Fransche dienstboden
hadden zij met de bezitting overge
nomen en deze spraken met de Duit
schers nooit een woord, waarover
de waardin natuurlijk haar misnoe
gen te kennen gaf.'
Dit was alles, wat Cyrill te weten
kwam, en daar hij met zijne vragen
niet al te dringend wilde schijnen,
zoo vergenoegde hij er zich mede
om in het verdere verloop van het
gesprek nog te vernemen, dat men
de vreemdelingen voor Belgen hield
en De Douvial noemde.
In zijne gedachten speelden deze
nog echter altijd een rol, toen hij na
het betalen van zijne vertering, de;n
berg weder afging.
Hij koos wederom den weg, di©
hem langs de stille bezitting voer
de, doch geen levend© ziel was daar
thans meer te zien. Bijna angstwek
kend stil bleef het in den omtrek.
„Die levendige jonge dame moet
zich daar toch wel erg eenzaam go-
voelen," dacht Cyrill. terwijl hij den
tamelijk steilen en weinig goeden
rijweg bergafwaarts schreed. Een
steenigen bodem maakte dezen op
sommige plaatsen recht ongemakke
lijk. Het werd echter beter naar
mat© hij meer de vlakte en daarmede
den grooten weg naar Gravelotte na
derde.
Hij bemerkte nu, dat bij het schijn
sel der beide wegen uit een, van'
Longueville komenden mandenwa
gen een vrouw stapte, di© buiten
gemeen rijk met pakjes en mandjes
beladen den opstijgende weg insloeg,
©n onder een reusachtigen parasol
hijgend langzaam bergopwaarts hem
te gemoet kwam.
Ziine belangstelling in alles, wat
het land en zijne bewoners betrof,
bracht er hem toe om nauwkeurig
de waardige matrone te beschouwen,
wier geheel© verschijning bij den
eersten aanblik de eche Lotharing-
sche verried.
Hour haar was bijna even wit als
de witte muts, waaronder het uit
kwam kijken, en een door de fris-
sch© ltandlucht roofl gekleurd, be
jaard, rond gezicht omlijstte.
De corpulente oude vrouw kwam
al blazend .den berg op en bezweek
bijna onder den rijkdom van al haar
pakjes en mandjes. Nu en dan bleef
zij stilstaan en blikte hulpeloos om.
zich heen. De radelooz© uitdruk
king in hare sprekende trekken,
kwam nog meer uit, toen haar ©en
van de talrijke pakjes ontviel, en
daarop nog twee en drie voorwerpen
volgden, terwijl zij zieh bukte om
het eerst gevallene op te rapen. Juist
toen dit aanstalten maakte, om den
berg ai' te rollen, stond Cyrill voor
de geplaagde vrouw.
De jonge regeeringsraad achtte
het nu niet beneden zijn© waardig
heid om de oude boerin dienstvaar
dig ter hulp te komen. Fluks boog
hij zich voorover en greep de weer
spannige pakjes, zoomede het groot©
zonnescherm, dat, even©ens met goed
gevolg een weg naar den grond ge
zocht had. De oude vrouw zag den
deftigen heer verwonderd aan, maak
te daarbij ook een diep© hoffelijk©
[dienares en nam dankbaar de goed
heid van den gedienstigen vreemde
ling aan, die, vrifendelijk haar in
de Fransche taal aansprekend, haar
als zijn meening te kennen gaf. dat
zij „wel wat te veel hooi op haar
vork" geladen had.
(Wordt v^rcolgd.)
0
HIE HMRLEMSCHE COHRUT
1000
400 3iis=! 150== 100== BOH:
15
ie co
L- VY
I. M I li