DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. MISLEID. De ingetrokken motie van „Petrus Canisius". BINNENLAND. Kindephuisvest 29-3S-33, HaaHem BUITENLAND. VRIJDAG 2 OCTOBER 1906. 33ste jaargang No. 6702 Bureaux van Redactie en Administraties Intercommunaal Telefoonnummer 1426. Verspreide Berichten. FEUILLETON, ■UWE HURLEMSCHE CMMT ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Haarlemfl,35 "Voor de pla*t»en, waar een agent is geveBtigd (kom der gemeente) 1,35 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,80 Afzonderlijke nummers 0,05 PRIJS DER ADVERTENTIÊN Van 16 regelsf0,60 (contant) f0,50 Elke regel meer0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant. 1009 Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van GULDEN bij in M fa At O O* ttm. O 0O M GULDEN bij levenslange onge- jfg Hg Ig GULDEN bij j|i Si GULDEN bij g ET ff|| SULDEN bij g ïl GULDEN bij 1 verlies van schiktbeid tot £11111 overlijden i ff 1B1 T«lies van éen I 5111 verlies va* 8 Uil verlies van 8111 één werken. band of voet. éen oog. éen duim. wijsvinger. 15 GULDEN bij verlies van éen anderen vinger. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. De ZeerEerw. Heer Sloet, presi dent van „Petrus Canisius", publi ceert nu ia ,De(n) Tijd" de door hem in de veelbesproken vergade- rinv dier vereeniging voorgestelde, veelbesproken motie. Tot dusverre moesten we het doen met een, door „de Maasbode" aan de motie gelijkwaardig-ver- klaard, fragment van een artikeltje uit het Paus-nummer van „De(n) Tijd", eveneens door Deken Sloet geschreven. Na hetgeen we over het frag ment van het artikel deze week zeiden, dienen we nu een paar op merkingen te maken over den ori- giueelen tekst der motie, die niet zoo kraser naast is als de zin sneden die wij hebben gecritiseerd, maar van welke toch nog steeds kan gezegd worden, dat de intrek king ervan het gelukkigste feit van haar kortstondig bestaan is geweest 1 De motie luidde als volgt: „De Apologetische Vereeniging „Petrus Canisius" betuigt hare vol komen onderwerping aan het De creet Lament ah ili en de Encycliek Pascendi Dominici Gregis, waarin verschillende, meest moder ne, dwalingen onder den naam „Modernisme" samengevat, worden veroordeeld, alsmede aan verdere het Modernisme betreffende decreten van den H. Stoel; spreekt als haar oordeel uit, dat de woorden modernisme, mo dernist en modernistisch dientengevolge voor den katholiek eene beteekenis hebben, waardoor eene meening of een persoon, die met zoodanigen naam wordt be stempeld, gebrandmerkt wordt als niet of als niet goed katholiek neemt als vaststaand aan, dat uit sluitend de bekleeders van het ker kelijk gezag met name de bisschop pen, het recht hebben zoodanig oordeel openlijk uit te spreken, tenzij de waarheid van zulk een oor deel in een bijzonder geval door evidentie buiten allen twijfel wordt gesteld; verklaart, het zeer nadeelig te achten voor de katholieke zaak in 't algemeen en voor de katholieke Apologie in 't bijzonder, dat door daartoe niet bevoegde sprekers of schrijvers op een persoon, hetzij priester of leek, in het binnen- of buitenland, de blaam wordt gelegd van niet goed en oprecht katholiek te zijn in eenig punt van de ker kelijke leer, met name die omtrent het Modernisme; en gaat over tot de orde van den dag." De eerste zinsnede kan buiten beschouwing blijven. De tweede eveneens. Doch in de derde zinsnede begint de spraakverwarring weer, die in ons artikeltje van Maandag j.i. werd aangewezen. Daar vinden we weer de vrijheid van persoonlijke critiek aan banden gelegd. De bisschoppen we zeiden het reeds veroordeelen wanneer dat noodig is, doch het recht van „oordeel", in den zin van „mee ning" of opinie, mag daarom toch niet aan anderen worden ontnomen! Het is integendeel zeer wel mo gelijk, en ook in de practijk zeer wel denkbaar, dat juist dit „oordeel", deze uitgesproken opinie van ande ren, de aandacht van den Bisschop vestigt op de aangewezen personen, en ten gevolge heeft, dat de Bis schop naar aanleiding van dat oor deel een onderzoek instelt en naar eigen bevinding dan handelt. Zóó we herhalen het schijnt ons de loop van zaken volstrekt niet ondenkbaar. Ondenkbaar zou wèl zijn, dat de Bisschoppen zélf van alle geschrijf ofgeredevoer kennis moestan nemen, als niemand buiten hen een oor deel mocht uiten En met deze bedoeling schreven we dan ook Maandag, dat de Bis schoppen zeer zeker hartelijk zullen bedanken voor een verdediging van hun uitsluitend recht", zooals dat in het artikeltje van „De(n) Tijd", en nu in de origineele motie, wordt uitgelegd De vierde zinsnede der motie is alweer voor tweeërlei uitlegging vat baar. Ongetwijfeld is het „zeer nadee lig" voor de Katholieke zaak en de Katholieke apologie, als „niet- bevoegde sprekers of schrijvers" op wien ook „een blaam" leggen! Het komt er hier 'echter maar op aan, te weten wie „bevoegd" is en wat men verstaan wil onder „een blaam". 't Gaat in den regel zoo, dat niemand zich gaarne genoemd ziet met een naam, die een leelijke be teekenis heeft. Maar't kan soms plicht zijn om iemand zoo te noemen, al beeft hij er zélf machtig op tegen. En daar we hierboven en in ons vorig artikeltje al zeiden, dat bet absoluut verkeerd is, het recht van critiek (mits op eigen verantwoor delijkheid!) te ontnemen aan ieder ander dan de Bisschop, volgt hieruit, dat deze vierde zinsnede van de motie alléén dim door ons kan worden onderschreven, als „niet bevoegde" de beteekenis heeft van „niet der zake kundige" of „niet bekwame" of „van de beele historie niets afwetende" sprekers of schrijvers. Maar zóó zou die zinsnede natuur lijk door iedereen kunnen worden aangenomen, èn... blijkens de toe lichting en blijkens bet artikeltje in bet Paus-nummer van „De (n) Tijd" was de motie zóó zeker niet bedoeld. Ook van de motie, zooals we die nü kennen, jmogen we dus gerust wederom zeggen, dat we het maar gelukkig achten gelukkig voor een vereeniging van zoo fhoog alge meen katholiek belang als „Petrus Canisius" is, dat de Zeereerw. voorsteller die heeft ingetrokken DE BALKAN,, Bulgarije. Op- Idem Balkan concentreert zich wederom all© aandacht Ddar dringen de kwesties, yoor den Europeeschen vrede dreigend, die een na dein ander op. De kwestie van Bulgarije, inzake den Oriënt-spoorweg, is wiel de l©a- lijkste van al. In leen gropt deel onzer editie van gisteren dieeldien we het Reutertele- gram nog mede, volgens hetwelk da Bulgaarsche regeering-definitief zou hebben besloten, de teruggave van den spoorweg te weigeren. Is dit besluit werkelijk definitief, dan beteekent het: oorlog! Daar gaat niets van af. Maar-» men rekent nog op vorst Ferdinand, die niet in Sofia is en er dezer dagen pas terug keert. Hij zal zijn ministers wel tot re de brengen, heet het. 'Aan teen Berlijnsch nieuwsbureau werd, volgens de Matin", op het Turksch gezantschap aldaar ver klaard, dat da Turksch© regeering den hoogen toon, dien Bulgarije op 't oogenblik aanslaat, piet au sé- rienx neemt. Bulgarije heeft de gewoonte, om de minste raden ©©n dreigende hou ding aan te nemen, niet alleen tegen Turkije, maar ook tegen Servië en Roemeniëmaar als men toont niet bang te. zijn, geeft Bulgarije, spoe dig toe! Ze kennen hun Pappenheimers dus in Turkije! Daarenboven beroept Turkije zich steeds op bet verdrag van Berlijn, Artikel 21 van dit verdrag waar borgt Turkije de rechten pp den] spoorweg, waarop het thans aan spraak maakt. Vorst Ferdinand van Bulgarije is enkel gouverneur van den Sultan over Oost-Roemenië, hetwelk ©en Turkscihe provincie is, en daarom! mag men zich over de aanspraken van Bulgarije verbazen. Mocht de kwestie intusschen niet langs diplo- matieken wieg in den zin van Turkije geregeld worden, dan vpjelt deze staat zich sterk genoeg, op ander© wijze zijn rechten te verdedigen. Aldus de Turken. D© Bulgaren evenwel trekken zich daarvan tot nog toe> niets aan Aan de „Times" werd uit jj^eenen geseind, dat, volgens medeiaeling van de directie der O riënt - S poorweg- maatschappij in verscheiden plaat sten in Oost-Roemenië Bulgaarsche soldaten met de bajonet op hat ga- weer de spoorbeambten wegjoegen: voorts de loketten vernielden en de deuren der kantoren intrapten- Oos- tenrijksche ambtenaren, die zich te gen het geweld verzetten, werden ge vangen genomen. Zopa-Is men ziet: Bulgarije stoort zich nog niet heel voel aan da mo gendheden, die al geprotesteerd beb- hebben te Sofia. Alleen.... Rusland en Frankrijk willen blijkbaar de zaak wat op de lange baan schuiven. Althansin dan Ministerraad, die gisteren te Parijs weid. gehouden,, beeft minister Piehon, volgens ©ein, mededeeling van Reuter, bekend ge maakt dat Rusland aan da mogend heden een memorandum beeft toe gezonden, waarin het voorstelt, het geschil omtrent den Oriënt-spoorweg aan het oordeel dier mogendheden te onderwerpen, dl© bat verdrag van Berlijn onder teekerden Dus: voor Rusland Is de kwestie nog niet apert genoeg! En Frankrijk steunt, den bondge noot, want da Ministerraad besloot, dat Frankrijk zijn goedkeuring zou hechten aan het, voorstel van Rus land, De vertegenwoordigers der Fran- sch© regeering te Konstantinopel en te Sofia zullen voortgaan met de af gevaardigden der ander© mogendhe den samen te werken, om ta trach ten e©n vriendschappelijk© ©n vreed zame- regeling tusschen d© Porta en Bulgarij© tot- stand te brengen, wordt ier dan ten slotte, als niets zeggend© phpase, noig pan toege voegd. Afwachten is en blijft dus de bood schap. Bosnië en Herzegowina. N-a Bulgarije trekken de onder Oostenrij ksch bestuur staand© pro vincies Bosnië en Herzegowina sterk Ida aandacht. Pi© provincies zijn eigenlijk Turksch, althans d© Sultan is er suZerein oyer, maar heeft er niets te zeggen. Oostenrijk administreert ze ge heel, maarzou z© toch nog veel liever in eigendom hebben. -Fin nu ontving het „Berl. Taga- blatt" uit LWeenen .een dépeche, in houdende dat in welingelicht© krin gen het gerucht, dat Oostenrijk wel dra Bosnië en Herzegowina zal ex- nexeeren mjeer en .meer geloof vindt. Het voornemen van Oostemrijk- Hongarij© zon goedgekeurd zijn door alle groote mogendheden, behalve door de regeering van Engeland, die tegen de .annexatie gekant si. i^jat hiervan is, wordt nog niet nader bevestigd. Alleen seint Reuter, dat bet (offi cieuze) „Abendbla-tt" tegenspreekt, da,t in de. troonrede van die annexatie zou melding gemaakt worden. iSta-t natuurlijk geenszins uitsluit, dat di© toch niet kan plaa,ts hebben Servie. Ook pver Servië wordt de oude boel weer eens opgewarmd: 't is in zak© den beruchten koningsmoord, en d eonthullingen, die nu gedaan worden door den Servisehen journa list Toertkowitsch in een Oosteu- rijksch blad, zijn allerminst gerust stellend en zullen vooral den Zwar ten Peter, die zooi vurig verlangt andere vorsten te mogen bezoeken, maar tot nog toe. steeds in een hoek wierd getrapt, alles behalve, aange naam zijn. D© schrijver zegt, in zijn onthullin gen opnieuw, da.t Belgrado het mid delpunt van eene beweging is om in Bosnië en Herzegowina opstand te maken. In 1903 is .al het plan op gevat, om vorst Ferdinand van Bul - garij© en vorst Nikola as van, Monte negro op zij te zetten. Koning Pe ter zou van alle gebeurtenissen op d© hoogte geweest zijn, ook van het plan om Alexander en Draga te ver moorden, ja, hij heeft- dien moord zelfs verlangd! Reeds in 1901 werd het plan gesmeed, om Alexander uit den weg te ruimen en Beter Kara- georgiewit-s tort koning uit te roe pen. Ma.ar pas in Januari 1903 was de moordenaarsbende voltallig. D© leden ervan zwoeren den volgenden eed: „Ik zwieer .hij al, wat, mij lief en heilig is, dat ik koning Alexan der en koningin Draga vermoorden en Peter Kaxageorgiewits op dep Servisehen troon zal brengen." De oud-minister Gentsjits is her haaldelijk naar Genèv© gegaan, om van Peter de belofte, te vragen, dat hij de samenzweerders niet ter ver antwoording zou roepen. Gentsjits kreeg die belofte. Maar de samen zweerders namen er nog ge.en genoe gen mee en Gentsjits moest weer naar Genève, om prions Karageor- giewits de volgend© bieëedigdei ver klaring te laten neerschrijven.Ik, prins Peter Karageorgiewits, zweer bij hiijn eer, dat ik, zoolang.ik en mij ne nakomelingen op den Servisehen troon zitten, de samenzweerders en hun nakomelingen niet gerechtelijk zal vervolgen, maar ben tot de hoog st© posten ,in den lande benoemen, zal." tVYat hij da;n ook trouw, gedaan! heeft. 't Is abominabel! MAROKKO, De deserteurs van Casablanca, D© groote vraag is in de bekende kwestie der deserteurs van Casablan ca, of de vreemdelingen in het Fran- sche vreemdenlegioen hun vreemd burgerschap verliezen, pf niet. Zoo ja, dan mocht geen Duitsch© consul zich met deserteurs bemoeien, noch hen .voorthelpen. Nu vergadert op dit oogenblik te Florence een congres voor interna tionaal recht, en dit heeft zich met de kwestie van vreemdelingen, in dienst van een oorlogvoerend© mo gendheid, bezig gehouden. Na een levendig© discussie heeft het congres een motie aangenomen, volgens [welke de internationale rechtspositie der vreemdelingen, ci viel of militair, die, volgens hun na tionaliteit tot geen der oorlogvoeren de natiën behoorsn, maar bij contract zich verplicht hebben, één der oor logvoerende mogendheden te dienen, wat de toepassing der krijgswetten aangaat, volkomen gelijk is aan di© der onderlanen van den staat, in welks dienst zij zijn. Deze uitspraak lijkt in het onder havig© geval zeer belangrijk. >,)Vant er volgt uit 'dat Frankrijk gelijk heeft, fcfcKoning Carol van Rumenië is weer ingestort, zijn toestand is hoogst zorgelijk. Tal van buitsulandsche dok toren zijn ontboden, en de Rumeensche, die niet worden geroepen, zijn woedend. De Russische keizerin. De toestand van de keizerin van Rusland wekt, volgens een telegram uit St. Pe tersburg aan de Lokal-Anzeiger, groote bezorgdheid. De dokters willen met alle geweld, dat zij naar het Zuiden van Italië zal gebracht worden. Maar de kei zerin wil de reis niet zonder haren man en kinderen ondernemen. Voor alle ge beurlijkheden worden de deizerlijke jach ten gereed genouden. De Kamer-vacature Ommen. Naar de Zw. Ct. met zekerheid ver neemt, heeft de heer Th. de Meester, oud-minister van financien, de hem vanwege de liberale partij aangeboden candidatuur voor het lidmaatschap der Tweede Kamer in het kiesdistrict Ommen, aangenomen. Uit de Staats-Courant. Bij Kon. besl. van 29 September is benoemd tot commissaris van politie te Vlaardingen, A. J. Heuff, thans commissaris van politie te Wagenin- gen, Een lek in den polderdijk. Te Groot Schermer is naar de A. C. meldt reeds omstreeks veertig jaren een lek in den ringdijk van denMin- nermeerspolder. Ondanks herhaalde nasporingen is men er nooit in ge slaagd de plaats te bepalen waar dit lek zijn oorsprongheeft. Enkele jaren (Vit het Dwitsch). 24) Maar toch gevoelde de fijngevoe lige knaap van zijne vroegste jeugd ai' den druk van haar norsch en ver bitterd wezen Hij leed er echter stil en zonder te Hagen onder. Geen kans ziende, om zijne moeder te ver anderen, omvatte hij haar met ver dubbelde liefde en wijl niemand haar scheen lief te hebben, was hij nog nog inniger, noch te zelfopofferejnder aan haar gehecht. Vaak deed hij af stand van de spelen zijner kamcra- iden, opdat zij er hare wandeling toch maar niet bij in zon, schieten. Hij bleef bij haar thuis, pm har© eenzaamheid te verzachten, haar op ho vroolijken, hare belangstelling voor de buitenwereld niet geheel en lal te laten wegsterven. En dit ge lukte hem. Om zijnentwil gaf zij niet geheel toe aan hare ontevreden heid, hare mismoedigheid. Hij kon haar een glimlach ontlokken, haar zelfs weekei" stemmen, wanneer zij heiden, vertrouwelijk als twee [vriendjes, 's avonds bij elkander za te» en jvpi'kten. Aopr hem yr,as zij eerzuchtig, voor hem streefde zij naar e©n schitterend© toekomst. Zij pochte op zijne talenten, alleen voor zyne gezondheid vreesde zij en ni©t zonder reden Hij groeide te sneld© hoogopgesehoten gestalte, jda smalle borst de tengere, hoogrood© wan gen bij de bijna ial te sclu tierende oogen, dit alles getuigde zeer ze ker niet yan een sterk gestel, vooral nu niet, na afloop van zijne gymna siale studiën, die hem zeker wat hadden aangegrepen. Met glans had hij zijn examen afgelegd en thans rustte de verplichting pp hem om hem om een beroep te kiezen. En hij had gekozen. Zijne keuze bereidde zijn© moeder echter een groot leed; zij was er troosteloos, verbitterd ovei\ Al har© luchtkasteelen vielen in puin voor zijnen wensch. Vpor al har© eer zuchtige plannen, wier ©enig! doel zijn toekomstige grootheid was, was geen plaats op den bescheiden idee- moedigen weg, dien haar Ra,ul be treden wilde. „Laat mij priester worden, moe der!" luidde zijn verzoek „Neen, lda,t in der eeuwigheid biet," gilde zij als 't ware uit. „Ik kan die gedachte niet verdragen." En hoog richtte zij zich op in1 haar geïmproviseerd bed en snakte naar lucht. Zij was ziek, zieker dan zij wel zelf wist. Ook Paul, die haar nooit anders dan zwakkelijk, lijdend en piismppdig' gekend hal, vermoedde de nabijheid van het ge vaar niet. Zulk een ruw, ja, bijna woest verzet tegen zijn wensch had hij echter niet verwacht. Het was een der wonderbare be schikkingen Gods, die hem, den zoon van deze alles behalve geloovig©, ja, bijna ongodsdienstige moeder dien! vromen wensch ba|d doen opvatten, welke reeds in alle stilte diep© wor tels in zijn hart had geschoten. Hij had in zijne bescheidenheid tot dus ver vermeden om daarover te spre ken, thans, nu de tijd daarto© ge komen was, vertrouwde hij zijn moeder zijn verlangen toe. Toen hij hare opgewondenheid zag, ontstelde hij en verzocht haar pm niet kwaad op hem te zijn. Zwijgend ging hij naast haar zit ten en beproefde zacht hare hand te vatten, doch v,oor de eerste maal in zijn leven stiet zij hem terug. „Kom, steek licht aan, opdat ik je in je gezicht kap zien," zeid© Zij kuchende. „De duisternis doet mij vreezen, dat ze je het verstand be neveld hebben met dwaze, bigotte denkbeelden." Paul stond op, stak licht aan, tem perde zorgvuldig door een scherm het licht der lamp, en plaatste haar zóó, dat zijne moeder zien kon, maar niet verblind "werd. Zij was in de kussens teruggezonken ©n zag er jammerlijk uit- Hare lippen beef den: Een priester mijn arme jongen- Heb ik daarvoor nu alles 'geleden, opgeofferd, ge Hot woord stierf weg in een zacht steunen. poor eene plotselinge krachtsin spanning richtte mevrouw. .Cronau zich weder op en zeide op een geheel anderen, weeken smeekenden, toon: „Mijn lieveling kom, dat verdriet zal je mij niet aandoen, daarom wilt ge alle laardsehe genoegens, alle geluk der wereld ontvlieden Je bent zoo rijk begaafd, bezit zulke heerlijke talenten. Ik heb voor je gespaard, je bezit middelen- De we reld staat voor je ope,n- Je zult het tot aanzien brengen- Je kunt stu- deeren wat je wilt, maar wat ik je. bidden mag word geen priester: ik sterf, wanneer j© mij verlaat Ik wil je niet in het seminarie laten! wegkwijnen, losgerukt van j© moe der, wier alles je bent „Maar, moedertje," stelde Paul da opgewonden vrouw gerust, „ik zal u niet verlaten, neen, zieker niet, Om uwentwille zie ik van mijn lief st© plannen af, want ook ik ken geen vuriger verlangen, dan in uw© nabij heid te blijven en u al uwe zorgen liefde te vergoeden zooveel, ik slechts kan Dit zal ili echter veel heter kunnen doen, wanneer ik naar geen schitterend© loophaan in d© wereld- sch© beteekenis streef De wereld, lokt mij hoegenaamd niet aam „Ï5^a,t wil j© dan?" steund© zijn© moeder „Spreek, wat verlang j© dan Ik >vd de waarheid hooren „O moeder, ook ik zoek bet ge luk, doch ik vind het in iets anders, dan in hetgeen gij als zoodanig be schouwt Zie," ging hij met schit terenden blik voort, „ik ken niets schooners, ©delers, begeerenswaardi- gers dan te behooren tot diegenen, tot welke de Heer ©ens sprak„Gaat heen, onderwijst alle volkeren, hun leerend© ,t© onderhouden, wat ik u geboden heb," „Het hoogste goleid der mfensch- hieid, de waarheden des geloofs, als zendeling tot d© arme heidenen in verre, weirelddeelen te brengen. Idit is het hoogste geluk, waarnaar ik op aarde, voor mij streef Maar schrik niet, lieve moeder, ik weet wat ik u schuldig ben en verlang zulk ©en offer niet Sta mij toe slechts toe om op d© theologie te gaan sthidee- ren Ik kan daarbij voorloopig met u samen blijven w.on©n gelijk tot dusver Mettertijd zult ge u dan denkelijk wiel verzoenen met mijn© beroepskeuze „Neen, neen," weerde zij af, doch hare, krachten schenen gebroken Ha re handen waren brandend heet, koortsachtig rood gloeide haar ge laat, terwijl zij het hoofd achterover legde en pis in koorts mompelde „[VV'anneer j© maar eerst ©ens tot de zwartrokken behoort, zul je me ze ker wel verachten, mij niet mieier liefhebben." Teederlijk boog Paul zicli over haar heen- „Moedertje, ho© komt u toch aan zulk "een zonderling voor oordeel, doch ge zij t moede. Spreken wij thans niet meer over de zaak."- Bij deze woorden legde hij haar de kussens weder recht en beschouwt angstig liefdevol haar afgemat ge laat. Plotseling slaat zij hartstoch telijk beide armen t>m zijn hals, trekt hem tot zich voorover en kust hem. „Zul je me immer, immer liefheb ben, ook wanneer wij piet meer te zamen zijn en je je Zij stokt, snakt naar adem. „Moeder," zegt hij plechtig, „ik zal altijd, altijd, zoolang ik leef, tot aan mijn laatsten ademtocht u lief hebben en u nimmer, nimmer ver geten." „Doch wees nu ook tevreden en tracht te rusten, anders maakt g© u nog ernstig ziek en wij kunnen mor gen niet samen gaan wandelen." Beiden schijnen de rollen verwis seld te hebben, hij spreekt ernstig, dringend, zij volgt hem zonder een woord te zeggen en sluit de oogeh. Den volgenden dag konden zij wer kelijk niet meer samen gaan wande len. Mevrouw Cronau was te ziek.- Lang had zij gekam'pt tegen die steeds toenemend© zwakte, maar nu ging het niet langer-. Zij moest te bed. blijven. (Wordt vervolgd.')

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1