DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. MISLEID. Kinderihuisvest 29-31-33, HaarNem Brieuen uit het donkere Werelddeel. BUITENLAND. Telegrammen BINNENLAND. MA An DAG 5 OCTOBER 1906. 33st* Jaargang: No. 6704 Bureaux van Redactie en Administraties Intercommunaal Telefoonnummer 1426. Voor de herstemming op a. s. Woensdag beuelen wij dringend aan de heeren J. W. FLORIJN en A. H. SMULDERS. Verspreide Berichten. FEUILLETON, NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Per 5 maanden voor Haarlemfl,35 Voor de plaateen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1,35 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,80 Afzonderlijke nummers 0,05 PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Van 1—6 regelsf0,60 («ontant) f0,50 Hike regel meer0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie X eontant. 1000 Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van GVLDBN bij levenslange onge schiktheid tot werken. 400 GULDEN bij •verlijden. 300 GULDEN bij verlies van éen hand of voet. 150 GULDEN bij- verlies van éen oog. 100 GULDEN bij verlies van éen duim. 60 GULDEN bij verlies van één wijsvinger. 15 GULDEN bi verlies van •en anderen vinger. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. Fietsen in Afrika. Augustas was voor de Degers een onbetaalbare maand. Heerlijk plaste de regen in hun bananenrijen en op de aardappelvelden, zoodat er weer wat schot komt in de bananen en de aardappelen gaan rijpen. Dezen keer is het regenseizoen toch eens •p tijd gekomen en schijnt het tevens een goed regenseizoen te worden. Nog een paar maanden zal bet dan nog een beetje tobben blijven, maar in December zal er weer overvloed van voedsel zijn. Gaarne maak ik derhalve van deze gelegenheid gebruik om mijn besten dank te betuigen aan allen, die geldelijken steun gaven voor den hongersnood, wijl daardoor honderden en honderden in het leven zijn gebleven, en het missie werk nu weer snel vooruitgaat. Tevens bij dezen mijn besten dank aan een mijner kennissen voor den goeden raad dien hij in zijn edelmoedigheid gaf„Laat die negers maar doodgaan!" of zooals hij het deftig-voornaam uitdrukte„Laat die menschen maar crepeeren!" Hij had toch eigenlijk wel gelijk 1 Waarom zouden we ook onze St. Vincentius- en St. Elisabeth ;s-Ver- eenigingen steunen? Als die men schen daar in het Rozenpriëel, in de Dubbele Buurt oi in de Honden- steeg ziek worden, laat ze dan maar crepeeren, wij die netjes wonen in de mooie straat of op de mooie gracht hebben het immers toch goed I After all, de leege hoofden loopen niet alleen in Afrika los! En de leege magen niet in Holland alleen Maar laat ik geen öabetrachtingen houden; de ellende is voorbij en evenals bij de negers, begint ook bij de missionarissen de vroolijkkeid terug te komen, 't Is nu in Holland het einde van het pret-, vacantie-, kermis- en sportseizoen, en vandaag schrijf ik eens voor bet fietsend gedeelte der lezers. Mochten sommigen, evenals pre sident Roosevelt van plan zijn, om een reisje door Midden-Afrika te maken en Oeganda te bezoeken, dan kan ik wel aanraden een fiets mee te brengen, maar dan toch vooral een goede sterke, want bet is hier of loopen öf fietsen. Als ge na een spoorreis van,ongeveer 1000 kilometers en dan nog een boot tochtje van een kleine 300 K.M. de havenplaats Eutebbe bereikt hebt, kunnen een zestal sterke negers u in een klein wagentje trekken naar de hoofdstad Kampala, die ik u vroeger eens beschreven heb. Maar dan gaat ge toch zeker even mee naar Kamuli? 't Is maar een 100 kilometers,doch je kunt het met geen rijtuig bereiken. We stappen dus op de fiets en rijden gezellig over de hooge heuvels en door de groene bananenrijen naar Oesoga. De eerste 80 K.M. leiden door Oeganda en de weg is grootendeels 4 5 meters breed, een mooie roode weg over de vette, roode klei van Oeganda. Doch hoe breed de weg ook is, overal is een smal pad, soms in bet midden, soms aan den kant. Want de neger is en blijft altijd practisch. Achter elkander ziet ge ze daar loopen op bet smalle pad, waarop ze zeker zijn, dat ze hun bloote voeten niet zullen stooten aan steenen, en bet minste last hebben van doornen en insekten. Zorg dus vooral, dat ge uw fiets houdt op het smalle pad, want anders wordt het nakoe (ellende) zooals de negers zeggen. Voortdurend gaan we heuvel op en heuvel af, hier en daar te steil om te fietsen, en telkens voorzichtig bij het afdalen. Ieder dal is een moeras, waar men acht jaren ge leden maar door heen moest loopen, zoo goed en zoo kwaad als dat ging. Doch de tijden zijn vooruitgegaan en nu ligt er overal eeu inlandsche brug, of beter gezegd een dammetje met een gat in het midden voor het doorstroomende water. De langste dam op onzen weg is onge veer 2 kilometer lang en telt 9 brug gen over bet doorstroomend water. Hier ziet ge de echte bruggenbouw der negerseen paar boomstammen verbinden de beide kanten, daar- tusscben wat takken en zand en de brug is klaar. Ge moet u dus niet verwonderen, als ge bier en daar een brug half weggeslagen vindt, en ge met uw fiets op den rug gaat koorddansen op een smallen boom stam. Hoe dichter de streek bevolkt is, des te beter is de weg en des te talrijker zijn de bananenrijen. Hier en daar staat bet hooge gras langs den weg, ongeveer 3 a 4 meters hoog, doch voor het overige is alles leven en beweging. Overal ont moeten we menschen, en het zal u opvallen, hoevelen ge er tegen komt met een rozenkrans of een medalje om den hals. Hier en daar een kind met absoluut niets anders dan een kruisje of medalje op het bloote lichaam, is voor ons, Hollan ders, bepaald een koddig gezicht. Daarenboven draagt ieder wat, de een pot met water, de ander brandhout, een derde een kist, een vierde bananen, een vijfde een brief boven op een stokje, enz. enz. Ge merkt wel, dat „wandelen" bier geen mode is, en bijna niemand op den weg loopt, tenzij bij wat moet wegdragen. Ge komt hier geen werklieden tegen of schoolkinderen of wande laar. Niets van dat alles, want ge zijt hier in een geheel andere we reld. Maar ge zult hier in het don kere werelddeel ook heel wat minder onwelvoeglijkheden zien, dan in de straten van Haarlem. Waar ge ook gaat, nergens zult ge een minder welvoeglijk woord of verwensching hooren, nergens een mensch of zelfs een kind zien, dat in het open baar voldoet aan de behoeften der natuur, nergens een onwelvoeglijke handeling, nergens een vuil opschrift gekrast op muren of hoornen. Och, zult ge zeggen de menschen kun nen niet schrijven. Slim gedacht, maar ge hebt het misin Oeganda alleen zijn meer dan 100.000 men schen, die lezen en schrijven kun nen! Lustig laten we onze fietsbellen rinkelen, en verschrikt stuiven de negers naar den kant van den weg. Hier en daar zien we de neger- kindertjes gluren van uit de bana nenrijen, en als we voorbij zijn, hoo ren we ze schreeuwenMoezoengoe Moezoengoel (Blanke!) We beginnen den Nijl te naderen, maar de laatste 16 kilometers krij- we een echt-Afrikaanschen weg. De streek is bijna onbewoond en de weg wordt een voetpad, aan beide zijden bedekt met het hooge olifan- tengras, dat ver boven uw hoofd uitsteekt. Ge rijdt door een gangetje, waar ge met uw fiets net door kunt, maar als ge niet oppast, hebt ge binnen 5 minuten uw kostbaren nek gebroken. Reeds 4 malen heb ik dezen weg gereden, maar iederen keer tuimelde ik bier of daar het hooge gras in: zoolang de weg kaarsrecht is, gaat het nog wel. Wel steekt h;er en daar een steen uit of ligt er een boomwortel over den weg, maar dat beteekent hier allemaal niets. Doch hier en daar krijgt men plot selinge kronkelingen in den weg, en zoo er dan plotseling twee kron kelingen achter elkander opduiken in dat smalle gangetje, moet ge buitengewoon vast in het zadel zit ten, of ge wordt zandruiter. Daarenboven is het hier een ge vaarlijke streek vanwege de wilde dieren's morgens in de vroegte kan meD hier niet rijden, want het wemelt van wilde buffels en luipaar den, daarenboven zijn er verschei dene leeuwen. Overdag is er wei nig gevaar, ofschoon nu en dan menschen worden aangevallen door het gevaarlijkste der wilde die- reD, den wilden buffel. De buffels trekken rond in kudden gedurende den nacht, doch het kan gebeuren, dat een enkele buffel de kudde uit het oog verliest en gaat zwerven. Zulk een buffel kan men overdag tegen komen, en als er geen boom in de onmiddellijke nabijheid is, zijt ge reddeloos verloren. Doch we trappen maar lustig door, en denken aan geen gevaar. Hoe meer we den Nijl naderen, des te slechter wordt de weg. Het gras wordt lager en lager, en maakt langzamerhand plaats voor groote doornstruiken, die u leelijk in de kuiten kunnen prikkelen en soms uw handen doen bloeden. Hier en daar een modderpoel, dan weer een boscbje, dan weer doorns, doch we trappen maar door. Weer steenen, weer kiezel, weer een hoogte op, doch we geven het niet op. We hooren een zacht gebruis, en we krijgen moed. Nog een "paar laatste flinke trappen, en het pad verbreedt zich. We laten de de fiets loopen en opeens rijden we een soort van plein op links wat hutten, rechts het heerlijkste riviergezicht dat ge ooit gezien hebt. Ge staat op den vijftien meter hoogen oever van den Nijl, uit welks diepte een zacht gebruis naar u omhoogstijgt. De machtige rivier is meer danander- halven kilometer breed, met allerlei stroomversnellingen en draaikolken. Een paar uitgeholde boomstammen liggen aan den oever; een paar sterke negerschouders dragen u er heen, en voor ge het weet hanteeren de twee roeiers ieder een groote houten lepel en roeien u schuin naar het midden van den stroom, waar zich eenige eilanden verheffen, bedekt met prachtige planten en boomen. Een paar krokodillen koes teren z:ch in de zon en allerlei wa tervogels vliegen op. Het wrakke bootje gaat achter de eilanden om, dan in de luwte de rivier op en steekt dan weer midden ir. den geweldigen stroom. Ruim 20 minuten heeft de over tocht geduurd en we werpen een laatsten blik op de groote rivier. Aan den overkant ligt Oeganda, met haar pracbtigen oeverdaarvóór glijdt de bruisende Nijl langs de heerlijke eilanden en achter ons ligt Oesoga. Voort, voort gaat het weer verder, midden door de bananenrijen naar de missiestatie van Kamuli C. SCHOEMAKER. Miss. Apost. Kamuli, 3 Sept. 1908. DE BALKAN. Oorlog? Het lijkt er op, of we op den Bal kan oorlog zullen krijgen! Vorst Ferdinand van Bulgarije wil niet toegeven, heet het, en da „Temps" van gisteren, het officieuze blad der Fransche regeering, komt met het opzienbarend bericht, dat vorst Ferdinand zich vandaag te Tirnovo, de oude hoofdstad van: Bul garije, tot onafhankelijk souverein zal proclameeren, met den titel „Czaar der Bulgaren". Oost-Roeme- nië,- waarover Ferdinand tot dusver slechts regeert als Turksch gouver neur, zou tegelijkertijd definitief bij Bulgarije worden ingelijft. De „Temps" voegt aan deze mede- deeling toe, dat Turkije deze veran dering .wel niet zal goedkeuren en dus waarschijnlijk een oorlog tus- schen Turkije en Bulgarije te wach ten is, indien vorst Ferdinand zijn voornemen volvoert. De „Temps" acht het echter moge lijk, dat de vorst op het laatste oo- genblik zal aarzelen, maar gisteren ochtend scheen zijn besluit vast te staan. Waf Oostenrijk betreft, het zou als schadeloosstelling voor een definitieve annexatie van Bosnië en Herzogewina, die bij de Oostenrijk- Hongaaxsehe regeering een punt van overweging uitmaakt. Turkije de te ruggave van het saaidsjak (istrict) Novibazar, dat het sedert 1879 be zet houdt, aanbieden. Deze mededeel üi gen van de „Temps" zijn des te gewichtiger, daar Zaterdagmiddag de Oostenrijk- sche gezant te Parijs ©en audiëntie heeft gehad bij president Fallières, waarbij hij dezen ter hand stelde een door keizer Frans Jozef ei genhandig1 geschreven brief' betreffende' de ge beurtenissen op den Balkan. Wat die brief inhoudt, weten wie nog niet, maar hij heeft de heel© politieke wereld blijkbaar in rep en roer gezet, want Reuter seint dat daarop gisteren (dus op Zondag!) de Russische minister va* Buiten- landsche Zaken, Iswolski, een be spreking had. met den heer Louis, directeur van politieke zaken aan het ministerie van Buitenlandsch* Zaken. De minis ter-pres idmt Cle- menceau had vervolgens een confe rentie met den heer Louis, ejn. ont ving daarna den Engelschen ge zant Intusschen schijnt de Britsche re geering aan Turkije en Bulgarije aannemelijke voorste 11e® te hebben: gedaan in zake den spoorweg. Bulgarije zou dien in handen krij gen, tegen schadeloosstelling aan de maatschappij en waarborging van Turkije's rechten Wanneer nu echter dii proclama tie van onafhankelijkheid er tus- srhen komt, dan is de met zooveel zorg gekweekte vrede op den Balkan weer in gevaar.. Weer een nieuw soort vlieg machine. De bekende Belgische lucht reiziger d« la Ha vet heeft een nieuw soort vliegmachine geconstrueerd, die een na bootsing moet wezen van het vliegen van een insect. De vleugelbeweging der in secten heeft de uitvinder getrouwelijk nagebootst, wat een bizonder ingewikkelde historie is. De machine werkt met een motor van 100 paardenkracht Hij is nog niet opgestegen, maar zal een der volgende dagen proeven nemen. LONDEN, 4 Oct. De Kamer van Koophanpel te Londen heeft aan Leendert Rog, van het visschersvaar- tuig „Cornelia", uit Scheveningen, een zeekijker geschonken, als belooning voor de hulp door hem verleend aan de bemanning van den Engelschen stoomtrawler „Eveningstar", die op 12 Augustus 1.1. schipbreuk leed. Audiënties. De minister van Landbouw, Handel en Nijverheid verleent Woensdag 7 October geen audiëntie. Gezaatschap naar den Paus. De H. Stoel heeft thans officieel bericht ontvangen, dat onze Koningin een gezantschap zal zenden om den H. Vader ter gelegenheid van zijn jubilé gelukwenschen aan te bieden. Dienstplichtig De politie te Enschedé arresteerde een zekeren P. P., die geen gevolg had gegeven aan de oproeping om bij de militie te worden ingelijfd. In verband hiermede zal hij ter beschikking van Ged. Staten der prov. N.-Holland gesteld worden. Het gekste is echter van het geval, dat de aangehoudene op twee verschil lende plaatsen aan de loting deel nam, nl. te Enschede en te Amster dam. (Vit het Duitsch). 26) Malchen beproefde een woord valn troost te spreken, doe® mevrouw Ci'onau weerde dit ongeduldig af. „Zeg mij eens iets, maar op uw eer en uw glewieten. Gelooft ge, dat er na den dood. nog een gerecht, nog een vier gelding is „Zeker," antwoordde Malcben ern stig. „Het is immers Gods woord zielf, dat ons leert, dat na den dood volgt het vonnis. Maar," liet zij er geruiststellend op volgen, „wij be hoeven Gods gerechtigheid niet te vreezen, wanneer wij vterzpend met hem, den Barmhartige, uit dit le ven scheiden." „Gods gerechtigheid," herhaald)© mevrouw Cronau met koortsachtige lippen. „.Wanneer zulk ©en© gerech tigheid bestaat, dan b©n ik veroor deeld." Zij zeide idit met ielen© uitdrukking, die ide verschrikte toehoorster geheel in twijfel overliet, of de zieke phan- taseerdo idan wel mot volle bewust zijn sprak. „Beste mevrouw Cronau, hoe kunt ge u zoo iets inbeelden. Veroordeeld wtordt geen zondaar, |die zich be rouwvol tot God wendt, al drukte er een schuld zoo zwaar als bergen op zijn© ziel. En hoeveel meer moogt gij...." Malcben kon den volzin niet vol eindigen, want d© zieke richtte zich plotseling onstuimig in haar bed op en zeide hijgend„Wat weet gij va:n mijn© schuld Heb ik u die ooit verraden F O, God, als dat ma,ar niet zoo issteunde zij, weder achter overvallend. „Niet tevergeefs zal ik al die pijnlijke jaren gezwegen heb ben. Ook nu zal ik niets bekennen. Het mag niet zijn om zijnentwille," liet zij er nog op volgen, met ©en koortsachtig schitterenden blik in de richting waar haar zoon zat. Eu spoedig mompelde zij voort.„Waar toe ook te spreken. Die ander is im mers al lang dood. Mijn Paul mag mij niet verachten. De wereld zal hem niet met d© vingers nawijzen." Plotseling verstomde die spreek ster, voer zich met de hand langs het voorhoofd en wendde zich haas tig het vermagerde gezicht van Mal- chen af. Voor deze ging er nu plot seling een licht op. D© verward© woorden van mevrouw Cronau kre gen voor haar ©en verpletterend© beteekenis. Wat zij lang als ©en on bestemd vermoeden ondervond©® had ging in een v,aste gedachte over, di© bliksemsnel haar brein door vloog. Geen koortsachtige inbeel ding, de druk ©ener werkelijke schuld folterde jde zieke. „Wat ook uw ziel moge drukken, mevrouw, spreek het gerust uit, ©er het t© laa,t is," zeide Malcben beslist. „Schenk den priester uw vertrouwen en sluit vred© met God." „Ik zou dat wel willen doen, maar ik kan niet," fluisterde de zieke in zielskwelling. „Mijn geheim moet ik bewaren." „Welnu, dan wil ik het uitspre ken," antwoordde Malcben schielijk. „Het betreft uw zwager Gerhard. Gij weet, dat hij onschuldig w.as aan een hem ten laste gelegden diefstal, en gij verzweegt dit al die jaren." „Gerechte hemel, wi© heeft u dat gezegd?" steunde mevrouw Cronau en verried in hare zielsfoltering door deze vraag hoe juist het uitgespro ken vermoeden was. Opgewonden herhaalde zij„Wie waagt bet, dat te, zeggen F" „Ik, mevrouw. Het is mijn vaste overtuiging, 'dat Gerhard nooit de daad beging, die de wereld hem ten laste legt. Waarom liij d© verden king pp zich rusten liet en d© smet der schuld op zich nam. dit weet ik wel is waar niet maar misschien weet gij ook dat. Is dit het geval dan bid en bezweer ik u bij id© gerechtig heid van den eeuwigen God, voor wiens rechterstoel gij misschien spoedig staan zult geef der waar heid de eer." „Wat kah dit baten F" jammerde de zieke. „Gerhard is immers dood „Maar- zijn aandenken is mij dier baar," barstte Malcben, medege- sleept door hare opgewondenheid, thans met nadruk uit, „en het is uw heilige plicht om dit van den schandvlek te bevrijden, dia gij in staat zijt om van Gerhard's eerlij ken naam te nemen." De zieke wrong zich de handen. „Neen, neen ,laat de dooden rusten. Wat wilt ge van mij F Ik moet aan Paul denken. Moet de wereld hem de schuld zijner moeder in het ge zicht werpen F" Plotseling dook de slanke jonge lingsgestalte uit den stoel op en een doodsbleek gelaat staarde naar de spreekster heen. Beiden hadden in de opgewondenheid opgehouden te fluisteren. Paul was ontwaakt eu had de laatste woorden zeer duide lijk verstaan. Schielijk trad hij op de teenen naar het bed zijner moe der toe en viel daarnaast op d© knie neder. Een vreeselijke twijfel ver scheurd© zijn hart. Blijkbaar drukte zijne moeder ©en geheim© schuld en met schuld beladen wilde zij d© eeuwigheid ingaan, om zijnentwil, opdat hij niet geschandvlekt zou worden door het oordeel dar wereld, waarin zij voor hem naar eer en grootheid streefde, terwijl hij niets niets van deze wereld verlangde en niets vuriger verlangd© dan ziele- vrede voor zijne arme moeder. De toekomstige missionaris deed zich in hem reeds gevoelen. O, de schatten des geloofs, dien hij eenmaal aan vreemde volken wensch- te te brengen, zouden zij dan voor zijne oogen verloren gaan bij zijne eigen moeder F „Moeder, moeder, wanneer ge mij lief hebt," smeekte hij dringend, „zoo bevrijd dan u zelve van dat- geen, wat u (Lukt. Kunt gij werke lijk oom Gerhard's onschuld betui gen, zoo, laat u dan niet weerhouden om dit te doen en zijn aandenken, van de smet te reinigen." Mevrouw Cronau staarde haren zoon aan. „Knaap, je weet niet, wat je begeert. Wanneer ik spreek, dan is mijn erfdeel voor jou een bezoedel de naam en slechts met verachting zal je aan je moeder terugdenken." Eene huivering ging er door het jeugdige lichaam van Paul. Hij om vatte de magere handen zijner moe der. bracht ze aan zijne lippen en kuste ze. Een oogenblik bleef het doodstil, doch daarop sprak hij. Het klonk als een licht snikken- „Wat ik ook hooren moge, moeder, nimmer zal ik vergeten, wat gij voor mij ge daan 'hebt. Geef mij het grootste be wijs uwer liefde, door mij te ver trouwen. Spreek uwe ziel vrij. .Zeg mij, was oom Gerhard onschuldig F „Ja, hij was onschuldig. Niet hij, maar ik had de kas van je vader be stolen." D© zieke beleed dit in een heesch, maar toch duidelijk ver baan baar fluisteren. Kort en duide- s-k voldeed zij in het aangezicht •van Iden dood aan de beden van Paul en gaf haar" droevig geheim prijs, dat zij zoo lang achter hare lippen gesloten had gehouden. Nadat deze zich nu door een ster ke wilsinspanning geopend hadden, ging zij haastig, als vreesde zij, on derbroken te worden, met hare be kentenis voort. „Ik deed het ter wille van Axel. Tengevolge van ©ereschulden was hij in den grootsten nood geraakt, zijn gansche toekomst stond op het spek Voor de familie moest de zaak ver- horgen blijven. In zijne verlegen heid smeekte hij mij, zijne moeder, om hulp. Ik had geen geld beschik baar. Wij hadden meer uitgegeven voor de huishouding dan wij kon den. Alleen de borgtocht was er nog. En met het oog hierop besloot xk eene geheime leening te doen bij Cro nau's kas. Zij moest slechts voor het oogenblik dienen, om Axel te redden. Ik zou dan later wel mijn man trachten over te halen, om een kapitaal te leenen, en daarmede het tekort in de kas te dekken. En toen kwam onverwachts, plotseling, die noodlottige kasopname." Wtrdt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1