DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
MISLEID.
Kinderihuisvest 29-31-33, HaarNem
Brieuen uit het donkere
Werelddeel.
BUITENLAND.
Telegrammen
BINNENLAND.
MA An DAG 5 OCTOBER 1906.
33st* Jaargang: No. 6704
Bureaux van Redactie en Administraties
Intercommunaal Telefoonnummer 1426.
Voor de herstemming op
a. s. Woensdag beuelen wij
dringend aan de heeren
J. W. FLORIJN
en
A. H. SMULDERS.
Verspreide Berichten.
FEUILLETON,
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 5 maanden voor Haarlemfl,35
Voor de plaateen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1,35
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,80
Afzonderlijke nummers 0,05
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
Van 1—6 regelsf0,60 («ontant) f0,50
Hike regel meer0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie X eontant.
1000
Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van
GVLDBN bij
levenslange onge
schiktheid tot
werken.
400
GULDEN bij
•verlijden.
300
GULDEN bij
verlies van éen
hand of voet.
150
GULDEN bij-
verlies van
éen oog.
100
GULDEN bij
verlies van
éen duim.
60
GULDEN bij
verlies van
één
wijsvinger.
15
GULDEN bi
verlies van
•en anderen
vinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
Fietsen in Afrika.
Augustas was voor de Degers een
onbetaalbare maand. Heerlijk plaste
de regen in hun bananenrijen en op
de aardappelvelden, zoodat er weer
wat schot komt in de bananen en
de aardappelen gaan rijpen. Dezen
keer is het regenseizoen toch eens
•p tijd gekomen en schijnt het
tevens een goed regenseizoen te
worden. Nog een paar maanden
zal bet dan nog een beetje tobben
blijven, maar in December zal er
weer overvloed van voedsel zijn.
Gaarne maak ik derhalve van
deze gelegenheid gebruik om mijn
besten dank te betuigen aan allen,
die geldelijken steun gaven voor
den hongersnood, wijl daardoor
honderden en honderden in het
leven zijn gebleven, en het missie
werk nu weer snel vooruitgaat.
Tevens bij dezen mijn besten
dank aan een mijner kennissen voor
den goeden raad dien hij in zijn
edelmoedigheid gaf„Laat die negers
maar doodgaan!" of zooals hij het
deftig-voornaam uitdrukte„Laat
die menschen maar crepeeren!"
Hij had toch eigenlijk wel gelijk 1
Waarom zouden we ook onze St.
Vincentius- en St. Elisabeth ;s-Ver-
eenigingen steunen? Als die men
schen daar in het Rozenpriëel, in
de Dubbele Buurt oi in de Honden-
steeg ziek worden, laat ze dan maar
crepeeren, wij die netjes wonen in
de mooie straat of op de mooie
gracht hebben het immers toch
goed I
After all, de leege hoofden loopen
niet alleen in Afrika los! En de
leege magen niet in Holland alleen
Maar laat ik geen öabetrachtingen
houden; de ellende is voorbij en
evenals bij de negers, begint ook
bij de missionarissen de vroolijkkeid
terug te komen, 't Is nu in Holland
het einde van het pret-, vacantie-,
kermis- en sportseizoen, en vandaag
schrijf ik eens voor bet fietsend
gedeelte der lezers.
Mochten sommigen, evenals pre
sident Roosevelt van plan zijn, om
een reisje door Midden-Afrika te
maken en Oeganda te bezoeken,
dan kan ik wel aanraden een fiets
mee te brengen, maar dan toch
vooral een goede sterke, want bet
is hier of loopen öf fietsen. Als ge
na een spoorreis van,ongeveer 1000
kilometers en dan nog een boot
tochtje van een kleine 300 K.M.
de havenplaats Eutebbe bereikt
hebt, kunnen een zestal sterke negers
u in een klein wagentje trekken
naar de hoofdstad Kampala, die ik
u vroeger eens beschreven heb.
Maar dan gaat ge toch zeker
even mee naar Kamuli? 't Is maar
een 100 kilometers,doch je kunt het
met geen rijtuig bereiken. We
stappen dus op de fiets en rijden
gezellig over de hooge heuvels en
door de groene bananenrijen naar
Oesoga.
De eerste 80 K.M. leiden door
Oeganda en de weg is grootendeels
4 5 meters breed, een mooie roode
weg over de vette, roode klei van
Oeganda. Doch hoe breed de weg
ook is, overal is een smal pad,
soms in bet midden, soms aan den
kant. Want de neger is en blijft
altijd practisch. Achter elkander ziet
ge ze daar loopen op bet smalle
pad, waarop ze zeker zijn, dat ze
hun bloote voeten niet zullen stooten
aan steenen, en bet minste last
hebben van doornen en insekten.
Zorg dus vooral, dat ge uw fiets
houdt op het smalle pad, want
anders wordt het nakoe (ellende)
zooals de negers zeggen.
Voortdurend gaan we heuvel op
en heuvel af, hier en daar te steil
om te fietsen, en telkens voorzichtig
bij het afdalen. Ieder dal is een
moeras, waar men acht jaren ge
leden maar door heen moest loopen,
zoo goed en zoo kwaad als dat ging.
Doch de tijden zijn vooruitgegaan
en nu ligt er overal eeu inlandsche
brug, of beter gezegd een dammetje
met een gat in het midden voor
het doorstroomende water. De
langste dam op onzen weg is onge
veer 2 kilometer lang en telt 9 brug
gen over bet doorstroomend water.
Hier ziet ge de echte bruggenbouw
der negerseen paar boomstammen
verbinden de beide kanten, daar-
tusscben wat takken en zand en de
brug is klaar. Ge moet u dus niet
verwonderen, als ge bier en daar
een brug half weggeslagen vindt, en
ge met uw fiets op den rug gaat
koorddansen op een smallen boom
stam.
Hoe dichter de streek bevolkt is,
des te beter is de weg en des te
talrijker zijn de bananenrijen. Hier
en daar staat bet hooge gras langs
den weg, ongeveer 3 a 4 meters
hoog, doch voor het overige is alles
leven en beweging. Overal ont
moeten we menschen, en het zal
u opvallen, hoevelen ge er tegen
komt met een rozenkrans of een
medalje om den hals. Hier en daar
een kind met absoluut niets anders
dan een kruisje of medalje op het
bloote lichaam, is voor ons, Hollan
ders, bepaald een koddig gezicht.
Daarenboven draagt ieder wat,
de een pot met water, de ander
brandhout, een derde een kist, een
vierde bananen, een vijfde een brief
boven op een stokje, enz. enz. Ge
merkt wel, dat „wandelen" bier
geen mode is, en bijna niemand
op den weg loopt, tenzij bij wat
moet wegdragen.
Ge komt hier geen werklieden
tegen of schoolkinderen of wande
laar. Niets van dat alles, want ge
zijt hier in een geheel andere we
reld. Maar ge zult hier in het don
kere werelddeel ook heel wat minder
onwelvoeglijkheden zien, dan in
de straten van Haarlem. Waar ge
ook gaat, nergens zult ge een minder
welvoeglijk woord of verwensching
hooren, nergens een mensch of
zelfs een kind zien, dat in het open
baar voldoet aan de behoeften der
natuur, nergens een onwelvoeglijke
handeling, nergens een vuil opschrift
gekrast op muren of hoornen. Och,
zult ge zeggen de menschen kun
nen niet schrijven. Slim gedacht,
maar ge hebt het misin Oeganda
alleen zijn meer dan 100.000 men
schen, die lezen en schrijven kun
nen!
Lustig laten we onze fietsbellen
rinkelen, en verschrikt stuiven de
negers naar den kant van den weg.
Hier en daar zien we de neger-
kindertjes gluren van uit de bana
nenrijen, en als we voorbij zijn, hoo
ren we ze schreeuwenMoezoengoe
Moezoengoel (Blanke!)
We beginnen den Nijl te naderen,
maar de laatste 16 kilometers krij-
we een echt-Afrikaanschen weg. De
streek is bijna onbewoond en de
weg wordt een voetpad, aan beide
zijden bedekt met het hooge olifan-
tengras, dat ver boven uw hoofd
uitsteekt. Ge rijdt door een gangetje,
waar ge met uw fiets net door kunt,
maar als ge niet oppast, hebt ge
binnen 5 minuten uw kostbaren
nek gebroken.
Reeds 4 malen heb ik dezen weg
gereden, maar iederen keer tuimelde
ik bier of daar het hooge gras in:
zoolang de weg kaarsrecht is, gaat
het nog wel. Wel steekt h;er en
daar een steen uit of ligt er een
boomwortel over den weg, maar
dat beteekent hier allemaal niets.
Doch hier en daar krijgt men plot
selinge kronkelingen in den weg,
en zoo er dan plotseling twee kron
kelingen achter elkander opduiken
in dat smalle gangetje, moet ge
buitengewoon vast in het zadel zit
ten, of ge wordt zandruiter.
Daarenboven is het hier een ge
vaarlijke streek vanwege de wilde
dieren's morgens in de vroegte
kan meD hier niet rijden, want het
wemelt van wilde buffels en luipaar
den, daarenboven zijn er verschei
dene leeuwen. Overdag is er wei
nig gevaar, ofschoon nu en dan
menschen worden aangevallen door
het gevaarlijkste der wilde die-
reD, den wilden buffel. De buffels
trekken rond in kudden gedurende
den nacht, doch het kan gebeuren,
dat een enkele buffel de kudde uit
het oog verliest en gaat zwerven.
Zulk een buffel kan men overdag
tegen komen, en als er geen boom
in de onmiddellijke nabijheid is, zijt
ge reddeloos verloren. Doch we
trappen maar lustig door, en denken
aan geen gevaar.
Hoe meer we den Nijl naderen,
des te slechter wordt de weg. Het
gras wordt lager en lager, en maakt
langzamerhand plaats voor groote
doornstruiken, die u leelijk in de
kuiten kunnen prikkelen en soms
uw handen doen bloeden. Hier en
daar een modderpoel, dan weer een
boscbje, dan weer doorns, doch we
trappen maar door. Weer steenen,
weer kiezel, weer een hoogte op,
doch we geven het niet op. We
hooren een zacht gebruis, en we
krijgen moed. Nog een "paar laatste
flinke trappen, en het pad verbreedt
zich. We laten de de fiets loopen
en opeens rijden we een soort van
plein op links wat hutten, rechts
het heerlijkste riviergezicht dat ge
ooit gezien hebt. Ge staat op den
vijftien meter hoogen oever van den
Nijl, uit welks diepte een zacht
gebruis naar u omhoogstijgt. De
machtige rivier is meer danander-
halven kilometer breed, met allerlei
stroomversnellingen en draaikolken.
Een paar uitgeholde boomstammen
liggen aan den oever; een paar
sterke negerschouders dragen u er
heen, en voor ge het weet hanteeren
de twee roeiers ieder een groote
houten lepel en roeien u schuin
naar het midden van den stroom,
waar zich eenige eilanden verheffen,
bedekt met prachtige planten en
boomen. Een paar krokodillen koes
teren z:ch in de zon en allerlei wa
tervogels vliegen op. Het wrakke
bootje gaat achter de eilanden om,
dan in de luwte de rivier op en
steekt dan weer midden ir. den
geweldigen stroom.
Ruim 20 minuten heeft de over
tocht geduurd en we werpen een
laatsten blik op de groote rivier.
Aan den overkant ligt Oeganda,
met haar pracbtigen oeverdaarvóór
glijdt de bruisende Nijl langs de
heerlijke eilanden en achter ons
ligt Oesoga.
Voort, voort gaat het weer verder,
midden door de bananenrijen naar
de missiestatie van Kamuli
C. SCHOEMAKER.
Miss. Apost.
Kamuli, 3 Sept. 1908.
DE BALKAN.
Oorlog?
Het lijkt er op, of we op den Bal
kan oorlog zullen krijgen!
Vorst Ferdinand van Bulgarije
wil niet toegeven, heet het, en da
„Temps" van gisteren, het officieuze
blad der Fransche regeering, komt
met het opzienbarend bericht, dat
vorst Ferdinand zich vandaag te
Tirnovo, de oude hoofdstad van: Bul
garije, tot onafhankelijk souverein
zal proclameeren, met den titel
„Czaar der Bulgaren". Oost-Roeme-
nië,- waarover Ferdinand tot dusver
slechts regeert als Turksch gouver
neur, zou tegelijkertijd definitief bij
Bulgarije worden ingelijft.
De „Temps" voegt aan deze mede-
deeling toe, dat Turkije deze veran
dering .wel niet zal goedkeuren en
dus waarschijnlijk een oorlog tus-
schen Turkije en Bulgarije te wach
ten is, indien vorst Ferdinand zijn
voornemen volvoert.
De „Temps" acht het echter moge
lijk, dat de vorst op het laatste oo-
genblik zal aarzelen, maar gisteren
ochtend scheen zijn besluit vast te
staan. Waf Oostenrijk betreft, het
zou als schadeloosstelling voor een
definitieve annexatie van Bosnië en
Herzogewina, die bij de Oostenrijk-
Hongaaxsehe regeering een punt van
overweging uitmaakt. Turkije de te
ruggave van het saaidsjak (istrict)
Novibazar, dat het sedert 1879 be
zet houdt, aanbieden.
Deze mededeel üi gen van de
„Temps" zijn des te gewichtiger,
daar Zaterdagmiddag de Oostenrijk-
sche gezant te Parijs ©en audiëntie
heeft gehad bij president Fallières,
waarbij hij dezen ter hand stelde een
door keizer Frans Jozef ei genhandig1
geschreven brief' betreffende' de ge
beurtenissen op den Balkan.
Wat die brief inhoudt, weten wie
nog niet, maar hij heeft de heel©
politieke wereld blijkbaar in rep en
roer gezet, want Reuter seint dat
daarop gisteren (dus op Zondag!)
de Russische minister va* Buiten-
landsche Zaken, Iswolski, een be
spreking had. met den heer Louis,
directeur van politieke zaken aan
het ministerie van Buitenlandsch*
Zaken. De minis ter-pres idmt Cle-
menceau had vervolgens een confe
rentie met den heer Louis, ejn. ont
ving daarna den Engelschen ge
zant
Intusschen schijnt de Britsche re
geering aan Turkije en Bulgarije
aannemelijke voorste 11e® te hebben:
gedaan in zake den spoorweg.
Bulgarije zou dien in handen krij
gen, tegen schadeloosstelling aan de
maatschappij en waarborging van
Turkije's rechten
Wanneer nu echter dii proclama
tie van onafhankelijkheid er tus-
srhen komt, dan is de met zooveel
zorg gekweekte vrede op den Balkan
weer in gevaar..
Weer een nieuw soort vlieg
machine. De bekende Belgische lucht
reiziger d« la Ha vet heeft een nieuw soort
vliegmachine geconstrueerd, die een na
bootsing moet wezen van het vliegen van
een insect. De vleugelbeweging der in
secten heeft de uitvinder getrouwelijk
nagebootst, wat een bizonder ingewikkelde
historie is. De machine werkt met een
motor van 100 paardenkracht Hij is nog
niet opgestegen, maar zal een der volgende
dagen proeven nemen.
LONDEN, 4 Oct. De Kamer van
Koophanpel te Londen heeft aan
Leendert Rog, van het visschersvaar-
tuig „Cornelia", uit Scheveningen, een
zeekijker geschonken, als belooning
voor de hulp door hem verleend aan
de bemanning van den Engelschen
stoomtrawler „Eveningstar", die op
12 Augustus 1.1. schipbreuk leed.
Audiënties.
De minister van Landbouw, Handel
en Nijverheid verleent Woensdag 7
October geen audiëntie.
Gezaatschap naar den Paus.
De H. Stoel heeft thans officieel
bericht ontvangen, dat onze Koningin
een gezantschap zal zenden om den
H. Vader ter gelegenheid van zijn
jubilé gelukwenschen aan te bieden.
Dienstplichtig
De politie te Enschedé arresteerde
een zekeren P. P., die geen gevolg
had gegeven aan de oproeping om bij
de militie te worden ingelijfd.
In verband hiermede zal hij ter
beschikking van Ged. Staten der prov.
N.-Holland gesteld worden.
Het gekste is echter van het geval,
dat de aangehoudene op twee verschil
lende plaatsen aan de loting deel
nam, nl. te Enschede en te Amster
dam.
(Vit het Duitsch).
26)
Malchen beproefde een woord valn
troost te spreken, doe® mevrouw
Ci'onau weerde dit ongeduldig af.
„Zeg mij eens iets, maar op uw
eer en uw glewieten. Gelooft ge, dat
er na den dood. nog een gerecht,
nog een vier gelding is
„Zeker," antwoordde Malcben ern
stig. „Het is immers Gods woord
zielf, dat ons leert, dat na den dood
volgt het vonnis. Maar," liet zij er
geruiststellend op volgen, „wij be
hoeven Gods gerechtigheid niet te
vreezen, wanneer wij vterzpend met
hem, den Barmhartige, uit dit le
ven scheiden."
„Gods gerechtigheid," herhaald)©
mevrouw Cronau met koortsachtige
lippen. „.Wanneer zulk ©en© gerech
tigheid bestaat, dan b©n ik veroor
deeld."
Zij zeide idit met ielen© uitdrukking,
die ide verschrikte toehoorster geheel
in twijfel overliet, of de zieke phan-
taseerdo idan wel mot volle bewust
zijn sprak.
„Beste mevrouw Cronau, hoe kunt
ge u zoo iets inbeelden. Veroordeeld
wtordt geen zondaar, |die zich be
rouwvol tot God wendt, al drukte
er een schuld zoo zwaar als bergen
op zijn© ziel. En hoeveel meer
moogt gij...."
Malcben kon den volzin niet vol
eindigen, want d© zieke richtte zich
plotseling onstuimig in haar bed op
en zeide hijgend„Wat weet gij va:n
mijn© schuld Heb ik u die ooit
verraden F O, God, als dat ma,ar niet
zoo issteunde zij, weder achter
overvallend. „Niet tevergeefs zal ik
al die pijnlijke jaren gezwegen heb
ben. Ook nu zal ik niets bekennen.
Het mag niet zijn om zijnentwille,"
liet zij er nog op volgen, met ©en
koortsachtig schitterenden blik in de
richting waar haar zoon zat. Eu
spoedig mompelde zij voort.„Waar
toe ook te spreken. Die ander is im
mers al lang dood. Mijn Paul mag
mij niet verachten. De wereld zal
hem niet met d© vingers nawijzen."
Plotseling verstomde die spreek
ster, voer zich met de hand langs
het voorhoofd en wendde zich haas
tig het vermagerde gezicht van Mal-
chen af. Voor deze ging er nu plot
seling een licht op. D© verward©
woorden van mevrouw Cronau kre
gen voor haar ©en verpletterend©
beteekenis. Wat zij lang als ©en on
bestemd vermoeden ondervond©®
had ging in een v,aste gedachte over,
di© bliksemsnel haar brein door
vloog. Geen koortsachtige inbeel
ding, de druk ©ener werkelijke
schuld folterde jde zieke.
„Wat ook uw ziel moge drukken,
mevrouw, spreek het gerust uit, ©er
het t© laa,t is," zeide Malcben beslist.
„Schenk den priester uw vertrouwen
en sluit vred© met God."
„Ik zou dat wel willen doen, maar
ik kan niet," fluisterde de zieke in
zielskwelling. „Mijn geheim moet
ik bewaren."
„Welnu, dan wil ik het uitspre
ken," antwoordde Malcben schielijk.
„Het betreft uw zwager Gerhard.
Gij weet, dat hij onschuldig w.as aan
een hem ten laste gelegden diefstal,
en gij verzweegt dit al die jaren."
„Gerechte hemel, wi© heeft u dat
gezegd?" steunde mevrouw Cronau
en verried in hare zielsfoltering door
deze vraag hoe juist het uitgespro
ken vermoeden was. Opgewonden
herhaalde zij„Wie waagt bet, dat
te, zeggen F"
„Ik, mevrouw. Het is mijn vaste
overtuiging, 'dat Gerhard nooit de
daad beging, die de wereld hem ten
laste legt. Waarom liij d© verden
king pp zich rusten liet en d© smet
der schuld op zich nam. dit weet ik
wel is waar niet maar misschien weet
gij ook dat. Is dit het geval dan
bid en bezweer ik u bij id© gerechtig
heid van den eeuwigen God, voor
wiens rechterstoel gij misschien
spoedig staan zult geef der waar
heid de eer."
„Wat kah dit baten F" jammerde
de zieke. „Gerhard is immers
dood
„Maar- zijn aandenken is mij dier
baar," barstte Malcben, medege-
sleept door hare opgewondenheid,
thans met nadruk uit, „en het is
uw heilige plicht om dit van den
schandvlek te bevrijden, dia gij in
staat zijt om van Gerhard's eerlij
ken naam te nemen."
De zieke wrong zich de handen.
„Neen, neen ,laat de dooden rusten.
Wat wilt ge van mij F Ik moet aan
Paul denken. Moet de wereld hem
de schuld zijner moeder in het ge
zicht werpen F"
Plotseling dook de slanke jonge
lingsgestalte uit den stoel op en
een doodsbleek gelaat staarde naar
de spreekster heen. Beiden hadden
in de opgewondenheid opgehouden
te fluisteren. Paul was ontwaakt eu
had de laatste woorden zeer duide
lijk verstaan. Schielijk trad hij op
de teenen naar het bed zijner moe
der toe en viel daarnaast op d© knie
neder. Een vreeselijke twijfel ver
scheurd© zijn hart. Blijkbaar drukte
zijne moeder ©en geheim© schuld en
met schuld beladen wilde zij d©
eeuwigheid ingaan, om zijnentwil,
opdat hij niet geschandvlekt zou
worden door het oordeel dar wereld,
waarin zij voor hem naar eer en
grootheid streefde, terwijl hij niets
niets van deze wereld verlangde
en niets vuriger verlangd© dan ziele-
vrede voor zijne arme moeder. De
toekomstige missionaris deed zich in
hem reeds gevoelen.
O, de schatten des geloofs, dien hij
eenmaal aan vreemde volken wensch-
te te brengen, zouden zij dan voor
zijne oogen verloren gaan bij zijne
eigen moeder F
„Moeder, moeder, wanneer ge mij
lief hebt," smeekte hij dringend,
„zoo bevrijd dan u zelve van dat-
geen, wat u (Lukt. Kunt gij werke
lijk oom Gerhard's onschuld betui
gen, zoo, laat u dan niet weerhouden
om dit te doen en zijn aandenken,
van de smet te reinigen."
Mevrouw Cronau staarde haren
zoon aan. „Knaap, je weet niet, wat
je begeert. Wanneer ik spreek, dan
is mijn erfdeel voor jou een bezoedel
de naam en slechts met verachting
zal je aan je moeder terugdenken."
Eene huivering ging er door het
jeugdige lichaam van Paul. Hij om
vatte de magere handen zijner moe
der. bracht ze aan zijne lippen en
kuste ze. Een oogenblik bleef het
doodstil, doch daarop sprak hij. Het
klonk als een licht snikken- „Wat
ik ook hooren moge, moeder, nimmer
zal ik vergeten, wat gij voor mij ge
daan 'hebt. Geef mij het grootste be
wijs uwer liefde, door mij te ver
trouwen. Spreek uwe ziel vrij. .Zeg
mij, was oom Gerhard onschuldig F
„Ja, hij was onschuldig. Niet hij,
maar ik had de kas van je vader be
stolen." D© zieke beleed dit in een
heesch, maar toch duidelijk ver
baan baar fluisteren. Kort en duide-
s-k voldeed zij in het aangezicht
•van Iden dood aan de beden van Paul
en gaf haar" droevig geheim prijs,
dat zij zoo lang achter hare lippen
gesloten had gehouden.
Nadat deze zich nu door een ster
ke wilsinspanning geopend hadden,
ging zij haastig, als vreesde zij, on
derbroken te worden, met hare be
kentenis voort.
„Ik deed het ter wille van Axel.
Tengevolge van ©ereschulden was hij
in den grootsten nood geraakt, zijn
gansche toekomst stond op het spek
Voor de familie moest de zaak ver-
horgen blijven. In zijne verlegen
heid smeekte hij mij, zijne moeder,
om hulp. Ik had geen geld beschik
baar. Wij hadden meer uitgegeven
voor de huishouding dan wij kon
den. Alleen de borgtocht was er nog.
En met het oog hierop besloot xk
eene geheime leening te doen bij Cro
nau's kas. Zij moest slechts voor
het oogenblik dienen, om Axel te
redden. Ik zou dan later wel mijn
man trachten over te halen, om een
kapitaal te leenen, en daarmede het
tekort in de kas te dekken. En toen
kwam onverwachts, plotseling, die
noodlottige kasopname."
Wtrdt vervolgd.)