DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. -ss.- 4liU tm1311UU Du MISLEID. BUITENLAND. De crisis op den Balkan. BINNENLAND. SCisider'iiuiatrest 29«31-33, Haarlem VRSJDAC OCTOBER 1903. 33ste jaargang No. 6708 Bureaux van Redactie en Administraties Intercommunaal Telefoonnummer 1426. Verspreide Berichten. Gemengde Berichten. FEUILLETON, 30) ■DDE HMRLEHSUE MM! ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 K*u<len voor Haarlemfl,85 Voor ie plaatsen, waar een agent ia gevestigd (kom der gemeente) 1,35 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,80 Afzonderlijke nummers 0,05 PRIJS OER ADVERTENTIÊN Van 16 regelsf0,60 (contant) f0,50 Hike regel meer0,10 Groote letters naar plaatsrnimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie 4 contant. 1000 Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van lewrakD™ omge- iiflil GULDEN bij QHH BÜLDEN b« 1 Ekfl GOT'DEN b" 1 fl f| ™LDEN bij Hjl wijsviDger. 15 6ULDEN bij verlies van éen anderen vÏDger. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. Het brave Engeland. 't Is nu letterlijk om akelig te wor den ervan, al» men ziet, hoe Enge land zich ia de Balkan-crisis gedraagt. De bladen hebben geen woorden .genoeg om Oostenrijk, dat. ,je- suïetisch" handelt 't is wel wonder, dat de Jezuieten zélf er niet achter zitten I de Ie» te lezen. En tegenover Turkije ia Engeland nu „de" vriend! De liberale „Westminister Gazette" gaat met deze akeligheid wel het verat van alle bladen, die we tot nog to# zagen. Het blad zegt in een hoofdartikel, ■dat minister Grey's betuigen van vriendschap en belofte van zedelijken ateun aan de Turken bemoedigend is als een bewijs, dat Turkije thans ten minste éen waarachtigen vriend in den nood heeft onder de mogendheden, nl. een onbaatzuchtig Engeland, dat er niet aan denkt mee te doen aan het algemeene gegris van groote en andere mogendheden ten koste van Turkije!. Och, ochl Het onbaatzuchtige, brave Engeland In levende lijve. 't Is walgelijk! Zooals de oude zongen, Montenegro, het duodecimo staatje in den Balkan, laat zoowaar óok van zich hooren Al stellen we ons dit Montenegro voor zoo ongeveer als een fatsoenlijk landeigendom meteen boerenbevolking het heeft waarlijk ook ministers en het vaardigt nota's uit De Montenegrijnsche regeering schrijft Reuter althans zonder blikken of blozen,—heeft aan de mogendheden, om niet achter te blijven, zoowaar óok een nota verzonden waarin wordt geprotesteerd tegen de schending van het tractaat van Berlijn. De regeering voegt er bij, en dat is het mooiste van alles dat indien de mogendheden het gebeurde moch ten erkennen, Montenegro zich ont slagen aal achten van al zijn verbin tenissen, en meer in het bijzonder van de twee, welke zijn vervat in art. 29 van het tractaat van Berlijn, d. w. z. dat het onder opzicht staat van Oosten rijk, en geen uitbreiding van gebied mag najagen. En tevens heeft er te Cettinje, een groote betooging plaats gehad. Er werden kreten gehoord voor een oor log met Oostenrijk. Er is een motie aangenomen, waarbij aan de regeering wordt gevraagd, vroegere twisten te vergeten en de Serviërs uit te noodi- gen tot samenwerken ter verdediging van de Servische belangen I. Montenegro kraait dan óok mee. "t Zal wel spoedig op z'n nummer worden gezet Het Congres in gevaar, 't Was zoo goed als zeker, dat er een Internationaal Congres zou plaats hebben. Maar nu staat alles weer wankel Engeland ,wil niet hebben dat de D ardane 11 enkwestio op liet tapijt komt. En daar Rusland voor het overige het Congres niets schelen kan, loopt het bijeenkomen ervan hard gevaar. Trouwens, ook in Parijs en Ber lijn schijnt men niet zooi hard inge nomen met het plan om een congres bijeen te roepen, en in (Weeinen is men er natuurlijk heelema-al niet voor. Dat het Congres dus nog bijeen zal komen, is opeens zeer twijfel achtig geworden. Maarmis schien brengt Iswolsky, die nu naar Londen is om te confereeren, dat nog terecht. Intusschen behoeft dat volstrekt niet te doen wanhopen aan een vre delievende oplossing. Integendeel de zaken zullen nu „diplomatiek worden afgehandeld" zooals dat in de officieele taal heet. En daar die uitdrukking nogal vredelievend klinkt, gelooven we dat het zelfs beter en gauwer op dia manier zal gaan, dan met een Congres dat wat de beide kwesties die hangen be treft, toch niets anders zou, doen! dan gedane zaken bevestigen. Een ander bewijs van vredelie vendheid is nog, dat Engeland Ser vië op vriendschappelijke wijze heeft aangemaand, een beetje kalm te wezen. 't Schijnt al geholpen te hebben: een telegram uit Belgrado meldt dat de Serviërs wat rustiger en minder oorlogszuchtig zijn. De opening der delegaties in Oostenrijk. De opening der beide delegaties in Oostenrijk ditmaal te Budapest heeft dezen beer natuurlijk een groote be teekenis. De Keizer sprak daarbij een soort Troonrede uit, waarin hij o. m. op de volgende wijze den toestand be sprak „De banden die Bosnië en Herzeg» wina sedert dertig jaren met het rijk verbinden, zijn onverbreekbaar ge worden. Het onvermoeide en met welslagen bekroonde streven mijner regeering heeft in dat laind vooruit gang en beschaving gebracht in die mate, dat de bevolking thans geroe pen kan worden, onmiddellijk deel te nemen aan de staatkunde van het land, en dat er een aanvang kan worden gemaakt met het in het le ven roepen van grondwettelijke in stellingen overeenkomstig zijn be hoeften. Dit is evenwel slechts mo gelijk, wanneer er een duidelijke ondubbelzinnige rechtstoestand voor die twee landen geschapen is, die overeenkomt met den feitelijken toe stand. Slechts op die wijze zal men ginds met behoud van den tegan- woordigen staat van zaken de sta biliteit kunnen waarborgen, die er kend wordt als een Europeesch be lang. Met het terugtrekken van mijn troepen uit het sandsjak Novibazar heb ik tegelijkertijd het onweerleg baar bewijs geleverd, da.t onze poli tiek op geenerlei wijze aanwinst van grondgebied beoogt. Het is te ho pen dat dit terugtreden ten behoe ve van Turkije te Konstantinopel op vriendschappelijke wijze zal wor den gewaardeerd en dat het Otto- mansche rijk zijn voordeel zal doen met onze toekomstige betrekkingen voor zijn latere ontwikkeling, na den algeheelen ommekeer van za ken die daar pas heeft plaats gevon den. Laten wij de hoop uitspreken, dat die goede betrekkingen behou den zullen blijven, en dat er duur zame vrede zal heerschen in da landstreken die in de laatsta jaren zoo zwaar zijn beproefd door onlus ten zonder einde. D|e mogendheden, bezield met vredelievende bedoelin gen, zullen streven naar wederzijd- sche tegemoetkoming tot opheffing of vermijding van moeilijkheden. Dank zij ons bondgenootschap met Duitschlamd en Italië en onze vriendschappelijke betrekkingen met de andere mogendheden, is Oosten rijk in staat, met krachtige hand mede te werken tot het behoud van den vrede. Deze taak zal Oostenrijk slechts met goede uitkomst kunnen volbrengen, wanneer het machtig- is en gewapend. De stelling van Oos tenrijk in Europa eischt ontwikke ling van het leger!" Baron Von Aerenthal heeft in de delegaties-zelf een uitvoerig histo risch overzicht van de kwestie gege ven, sprekende in denzelfden vrtede- lievenden geest als de Keizer. Speciaal over de kwestie van den dag de „Schending van het verdrag van Berlijn" sprekende, zeibe Von Aerenthal „Geen oogenblik hebben wij den grondslag van het tractaat van Ber lijn verlaten, die was dat er een sta biele toestand zou worden geschapen in die twee provinciën. De Ons ver strekte opdracht hield geen termijn voor onze bezetting in. Het doet geen afbreuk aan het Rerlijnsehe verdrag, dat wij, na 30 jaren van uitnemenden arbeid, in de noodzake lijkheid verkeeren, den toestand te verduidelijken, en voort tie gaan met ons beschavingswerk met hulp van de bevolking." De Keizer zoowel als ld© minister werden zeer toegejuicht. In het nieuwe. ko;n ink rijk. Koning Ferdinand is hog steeds op een rondreis door zijn land. Over al is er groote geestdrift. Hij wil blijkbaar eerst de kwestie wat laten bezinken, voor in zijn hoofdstad te komen. Dat zal Zondag a s. gebeu ren, met groote plechtigheid. PORTUGAL. Een vreeselyk bericht komt tot ons uit Portugal, al is het nog niet officieel. De koningin-moeder Tan Portugal, of liever, de moeder ran den ver moorden Koning Carlos, zou waan zinnig zijn geworden tengevolge der vreeselijke gebeurtenissen op den eer sten Februari van dit jaar toen op éen dag haar zoon Carlos en haar kleinzoon, d» kroonprins van Portu gal, vermoord werden. Toen zij op dezen dag de bloedige lijken zag, wierp zij zich op de ont zielde lichamen en moest met geweld worden weggevoerd. Reeds eenige dagen later begonnen zich «poren van waanzin bij baar te vertoonen. De koningin beeldt zich in, dat hare handen en hare kleederen nog altijd met bloed bevlekt zijn. Zij ver laat daarom hare vertrekken niet en vermijdt angstig ieder gezelschap. Hare toestand is in den laatsten tijd zeer verergerd, zoodat men het ergete vreest, aldus schrijft een Italiaansch blad, dat het weten kan, omdat Ko ningin Maria Pia een Italiaansche prinses is Werkelijk vreeselijk! Afglijding naar het socialis me In Anglicaansche (Engelsche) zijn zooals we weten, twee richtingen: de behoudend, die de romaniseerende wordt genoemd, en de modern radicale, welke nu bezig is af te glijden naar het socia lisme. Men heeft in de Anglikaansche kerk, evenals hij de „modernen" ten onzent, reeds tal van socialistische domi- né's, die openlijk op den preekstoel reeds het socialisme predikeD, waarbij natuur lijk de eeredienst van den persoonlijken God en het geloofaan Chistus overboord gaan. Ook hier de groote splijtzwam, d:e geloof en ongeloof vaneendeelt, en ten slotte ook in ingeland de Anglica nen zal voeren naar den grooten strijd onzer dagen van het geloof in Christus tegen het ongeloovig socialisme. Terug uit de were ld. De schoone en begaafde Russische grootvorstin Eli sabeth, zuster van de keizerin en weduwe van grootvorst Sergius, drie jaar geleden te Moskou vermoord, is in een klooster gegaan. Zij is 42 jaar. Nederland en Venezuela. Het Haagsche correspondentiebureau meldt ons: Sedert de jongste regeeringsberich- ien, ia hier te lande langs ofïicieelen weg geen bevestiging ontvaDgen van de geruchten, dat president Castro de tweede Nederlandsche nota zou hebben teruggezonden aan d# Duitsche legatie, door wier bemiddeling het stuk aan den minister van buitenlandsche zaken te Caracas overhandigd is. Derhalve wordt dergelijke terugzending tot dusver niet waarschijnlijk geacht. Een tijdelijke waarneming van het presidentschap van Venezuela door den daartoe in geval van ziekte van het staatshoofd aangewezen vice-president van het bewind wordt al* gunstig beschouwd voor den verderen loop van zaken, daar de vice president be kend staat als een staatsman, wiens opvattingen en optreden in vele op zichten met die van den president verschillen. Zondagsrust. Men schrijft aan „De St." uit Putten Toen er sprake was van het aan leggen van een spoor- of tramweg van Nijkerk naar Ede, hebben de ge meenteraden dier beide gemeenten beproefd het rijden op Zondag te be letten, doch zonder resultaat. De locaaispoorweg kwam tot stand en de Ned. Centraalspoor liet ook op Zondag een tiental personentreinen in iedere richting rijden, hoewel Zondags verscheidene treinen passseerden zon der een enkele reiziger. Dit nu schijnt de N. C. spoor toch te kostbaar t# worden, want voortaan zullen op dit baanvak des Zondags slechts de helft der treinen loopen. Wel een bewijs, dat in dit deel van ons vaderland de rustdag nog in eere is. Alkmaar's ontzet. De dag van Alkmaar's ontzet is gisteren wederom op luisterrijke wijze gevierd, dank zij de vele en velerlei bemoeiingen van de Yereeniging tot viering van dezen gedenkdag. Te half acht reeds ving in den mist, de uitvoering van het feestprogramma aan met eene reveille door tamboers en hoornblazers, die daarbij, gevolgd door een 250 tal jongens met kleppers, getooid met petten in de rood- en witte kleuren en oranjesjerpen, een ommegang deden door de »tad. Verder stonden op het program van den morgen carillon-bespeliDg en kin deroptocht, waarin een zegewagen met herauten te voet en te paard was opgenomeD, een voorstelling gevende van eene hulde aan Alkmaar door het Nederlandsche volk. Tegen den middaguur werd in het Victorie-park aan het beeld een lau werkrans gehangen, waarna door een dameszaDgkoor eenige toepasselijke liederen werden gezongen. De voor zitter der Ontzetvereeniging, dr. J. W. Wicherink, sprak hier eene feestrede uit. Voorts was er muziekuitvoering op het Hofplein en in de Groote of Sint Laurentkerk, feestconcert van gewijde muziek. Voortdurende relletjes. Te Bergambacht wordt het, ook na de komst der soldaten niet rustig. In het dorp beerscht des daags volkomen rust. Tegen den avond wordt het woelig. Woensdagavond nam het publiek onder „Hallo"-geroep (aldaar bekend als een sein van verzet) een tergende houding tegen de ter hand having der orde gedetacheerde mili- taired aan. Met de kolf van het geweer werd de menigte uiteengedreven. Bij proclamatie is nu het houden vau samenscholingen tusschen zons ondergang en zonsopgang verboden. Het politiekorps is met 8 Rijksveld wachters versterkt. Het detachement infanterie, dat des avonds en des nachts patrouillediensten verricht, is ondergebracht in de leegstaande pre- diksntswoning der Christ. Gereformeer de gemeente. Eet smakelijk, Men schrijft aan de „Telegraaf: Het zal uwe [redactie natuurlijk be kend zijn, dat in de omstreken van Amsterdam veel „ziek vee" (koeien varkens enz.) wordt geslacht, of wel, den natuurlijken dood gestorven, 't vleesch van die cadavers naar de steden wordt gesmokkeld. In vroeger jaren dacht een boer er niet over, dat vleesch van cadavers of geslacht ziek vee nog te verkoopen aan zijn „knorsen", maar werd dat eenvoudig door de boeren direct be graven. Meestal hoort de politie ten platten lande nu niets meer en gaat al zulk vleesch, door middel van die „knor sen", naar de steden (hier in de streek naar Amsterdam, Leiden en Haarlem). Verleden jaar werd naar aanleiding van geconstateerde feiten, daarop de aandacht gevestigd van de autoritei ten, doch de missive werd voor ken nisgeving aangenomen. Enkele weken geleden, stierven in den Haarlemmermeer honderden var kens aan „vlekziekte", of aan z.g. „pestziekte", en de plaatselijke bladen ontzagen zich niet om te berichten: „dat het vleesch van al die cadavers voor de worst in Amsterdam, Haarlem en Leiden bestemd was!" Varkens aan die ziekte lijdende, schijnen volgens de veeartsen, mits levend vervoerd, voor de consumptie nog geschikt te zijn; ten minste uit Wilnis werden ruim een jaar geleden, varkens aan die ziekte lijdende, op advies van den veearts, naar Amster dam vervoerd en stierven er onderweg van de zeven varkens, drie, doch kwamen óók Amsterdam binnen! Gevaar voor vergiftiging schijnt er volgens de „knorsen" niet te bestaan. Zij beweren, dat er zelden sprake zal zijn van ziek worden door het nutti gen van de worst van ziek vee, want het wordt goed gekookt. Zelf eten ze er echter niet van. De boeren zijn van meening, dat zij alles verkoopen kunnen, wat de „knorsen" er mede doen, is hnn zaak niet. Vermorzeld tusscheD de machine. In de olieslagerij der firma L. Vliegenthart te Delft geraakt gis termorgen de 70-jarige werkman Schut tusschen een machine, omdat hij .on tijdig last tot aanzetten gaf. De man werd letterlyk vermorzeld. De brievenmail te water! De postwagen van De Leek, welke 's avonds te Groningen aankomt, is Woensdagavond niet ver van Gronin gen, bij de kalkovens, waar het kanaal een scherpe bocht 'maakt, in het Hoendiep geraakt. De koetsier op den (Vit het Duitseh). ,,Zoa, dan heb ik toch goed ver staan. De naam klonk mij zoo he kend. Ik heb hem vroeger al eens gehoond." Oom Pierre dacht een oo genblik na. „Neen, neen, ik vergis mij niet, in Beneden-Canada kende ik een Duitscher, die zoo heette." Ai het bloed steeg Cyrill naar het hoofld, zijn hart klopte sneller van gespannen verwachting. „fW,an ti aar was dat?" vroeg hij schielijk. „Och, dat is nog zoo heel lang niet geleden. (Wacht maar ©ens. Ja, nu weet ik het precies. Het was in 1870, tijdens den Fransch-Duitschen oorlog. Bij ons we'ixl daar Veel over gedebatteerd en de Duitscbers ge raakten in geestdrift bij de zegetij dingen. Een van hen beklaagde er zich eens luid over, dat hij nieti aan die gevechten tegenwoordig kon zijnwaarop iemand uit het ge zelschap hem vroeg, waarom hij bij zooveel patriottisme dan maar liever niet was thuis gebleven. De gevraagde werd in het oog loopend bleek, en antwoordde kort af dat, wanneer hij in zijn jeugd niet voor den militairen dienst ware afgekeurd, hij denkelijk Europa ook wel niet zou verlaten hebben. Dit kleine voorval herinner ik mij nog zeer goed en die Duitscber droeg den naam van uw kennis. (Waar schijnlijk is hij het zelf en werdt gij door een valsche doodstijding misleid Cyrill was zeer opgewonden Met zijne gedachten naar het verleden terugdwalend, zeide hij„Die doods tijding kwam door eene particuliere mededeeiing hij ons. Een vergissing in den persoon mag zeer zieker niet uitgesloten worden. Hoe zag diegeen er uit, dien ge als Gerhard Cronau kendet?" „Het Was iemand van eene hooge, ietwat schrale gestalte, bleek ge laat, bruin ha.ar en een .kleine snor baard. Hij ging door voor een gestu deerd man en een goeden raadgever in rechtszaken. Té gelijker tijd dreef hij handelszaken, die hem dan ook naar Montreal voerden." ,„Weet gij niet, of hij daar nog woont „Dat kan ik licht te weten komen, wanneer gij zulks wensoht. Het is eene kleinigheid om navraag daar naar te doen." „O, wanneer gij dat doen wildet, zoudt gij mij onbeschrijfelijk ver plichten, want alles wat gij daar zegt, doet mij vermoeden ,dat mijn vriend nog onder de levenden is," „Uw: vriend?" antwoordde oom Pierre met een eigenaardigen glim lach. „Geeft gij hem, op wien zulk eene zware verdenking rust, nog dien naam Dat hij overigens de man is, dien gij zoekt, schijnt mij wel zeker, doch ,ik zal u nauwkeurige inlichtingen verschaffen, natuurlijk alleen opdat gij uwen vriend zoudt vinden," voegde hij er met nadruk bij. De regeering'sraad verstond de be doeling en de heeren bespraken nog een poos het geval, terwijl Maroella het stilzwijgen bewaarde. Zij sloeg alleen scherp gade. Nu eens luister de zij half verbaasd,'half bevredig!, naar de buitengewone mededeel zaamheid van haren oom, wellicht beproefde zij, om zijne gedachten te lezen. Toen hij dezen avond afscheid van haar nam, sloot hij hare kleine rech terhand ietwiat langer in dezijne, dan wel strikt noodig was. Zij verzette zich hier niet tegen en vroeg slechts zachtjes„Zult gij uwe zuster mede- deelen, wat gij henen hoordet Hij keek haar verwonderd aan zij deed hare rechten als vertrouwde gelden en da t verheugde hem. Hare teedere deelneming deel hem sym pathiek aan. „Ik weet het wezenlijk niet," zeide hij op -tenzelfden toon. „Ik denk er ov na, of het wel goed gehandeld z^ zijn. Wat raait gij mij Vast keek z.y hem aan, waarbij hem de kleine, energieke trek om haren bekoorlijken mo;na opviel. „Als ik in de plaats uwer zuster was," zeide zij beslist, „zoudt ge mij zulk eene tijding niet onthouden willen hebben." „Gij hebt gelijk, juffrouw Mar cella, ik zal ha,ar alles zeggen Met dit voornemen keerde Cyrill terug naar zijn vrijgezellen-kwartier in Metz, het hoofd vervuld met door elkander dwarrelende gedachten, hart en gemoed bewogen door dat geen, wat hij vernomen en wat hij ondervonden had- Nu hij zelf! be minde, koesterde hij onwillekeurig een nog warmer gevoel jegens zijne zuster, en levendiger dan ooit stond de herinnering aan den voormaligen vriend, en wat deze eens voor hem was, voor zijnen geest. Hoe het voor jaren geweest en hoe alles zoo geloo- pen was, dit vervulde opnieuw zijn gedachte, waarin zich het ontwaken de geluk van het eigen hart onstui mig drong, om zijn rechten te doen gelden, en binnen deze stemming^ vond hij thuis komende, Mal dien s brief, die hem riep om in een ge wichtige aangelegenheid, de zuster ter zijde te staan. XII.: CYRILL'S IDYLLE. Broeder en zuster zaten' bijeeni n Malchen'a gezellige huiskamer, Zij hadden elkander veel te vertellen. Het wonderbare lotsbestel, dat een innerlijken samenhang tusschen hun ne wederzijdsche lotgevallen zweef de, deed het geloovige gemoed van Matchen aan het woord van Sailer denken„."Waar alle menscbanhah- den te kort zijn, daar is Gods hand nog lang genoeg." De op haar sterfbed afgelegde be kentenis van mevrouw Cronau, gaf den voormaligen assessor Cronau zijne eer voor de wereld terug,be vrijdde zijn naam van de smet, lie er op kleefde. Al bleef er ook veel in Gerhards handelwijze duister, dan kon nu toch zijn vertrek naar de Nieuw© (Wereld niet meer als een vlucht doch alleen als een particuliere zaak aangemerkt worden en uit dit oogpunt be schouwd verloor het al zijn belang voor de openbaarheid. Alleen zijne intiemste vrienden konden vermoe den wat er den armen assiessor des tijds toe bewogen had, om fier, kort weg met de omstandigheden te bre ken en Malchen .Wellner gevoelde zich versterkt in hare meaning, dat hare dwaasheid zijne genegenheid voor haar verwoest en hem in ver bittering en toorn van hier verdre- „Door een dwaze kinderachtigheid heb ik het geluk mijner jeugd ver speeld, ware ik goed© vrienden met Gerhard gebleven, nimmer zou zijn trots hem tegen ons zóó stom ge maakt en er hem toe gebracht heb ben, om zonder een woord van op heldering de wijde wereld in t© trekken." Deze meening gaf zij ook heden we der aan Cyrill te kennen, want haar trouw hart vond het lichter, om de hoofdschuld op zich te nemen, dan deze op hem te wierpen. En tjan voegde het vroegere stijfkopje fir nog berustend bij„[Wat Ger hard eenmaal voor mij geweest is, dat is hij steeds gebleven. Ik ben gelukkig, dat hij steeds in de oo- gen der wereld gerechtvaardigd is.: God geve, dat hij nog leeft, om zich in deze voldoening te verheugen. Ik brand van verlangen, om je nieuw© vriendin te leer en kennen. Hoe lang is dat nu geleden, dat men je be loofde, om naar Montreal te sclirij- o»> ven Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1