DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
-ss.- 4liU tm1311UU Du
MISLEID.
BUITENLAND.
De crisis op den Balkan.
BINNENLAND.
SCisider'iiuiatrest 29«31-33, Haarlem
VRSJDAC OCTOBER 1903.
33ste jaargang No. 6708
Bureaux van Redactie en Administraties
Intercommunaal Telefoonnummer 1426.
Verspreide Berichten.
Gemengde Berichten.
FEUILLETON,
30)
■DDE HMRLEHSUE MM!
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 K*u<len voor Haarlemfl,85
Voor ie plaatsen, waar een agent ia gevestigd (kom der gemeente) 1,35
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,80
Afzonderlijke nummers 0,05
PRIJS OER ADVERTENTIÊN
Van 16 regelsf0,60 (contant) f0,50
Hike regel meer0,10
Groote letters naar plaatsrnimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie 4 contant.
1000
Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van
lewrakD™ omge- iiflil GULDEN bij QHH BÜLDEN b« 1 Ekfl GOT'DEN b" 1 fl f| ™LDEN bij Hjl
wijsviDger.
15
6ULDEN bij
verlies van
éen anderen
vÏDger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
Het brave Engeland.
't Is nu letterlijk om akelig te wor
den ervan, al» men ziet, hoe Enge
land zich ia de Balkan-crisis gedraagt.
De bladen hebben geen woorden
.genoeg om Oostenrijk, dat. ,je-
suïetisch" handelt 't is wel wonder,
dat de Jezuieten zélf er niet achter
zitten I de Ie» te lezen.
En tegenover Turkije ia Engeland
nu „de" vriend!
De liberale „Westminister Gazette"
gaat met deze akeligheid wel het verat
van alle bladen, die we tot nog to#
zagen.
Het blad zegt in een hoofdartikel,
■dat minister Grey's betuigen van
vriendschap en belofte van zedelijken
ateun aan de Turken bemoedigend is
als een bewijs, dat Turkije thans ten
minste éen waarachtigen vriend in den
nood heeft onder de mogendheden,
nl. een onbaatzuchtig Engeland, dat
er niet aan denkt mee te doen aan
het algemeene gegris van groote en
andere mogendheden ten koste van
Turkije!.
Och, ochl
Het onbaatzuchtige, brave Engeland
In levende lijve.
't Is walgelijk!
Zooals de oude zongen,
Montenegro, het duodecimo staatje
in den Balkan, laat zoowaar óok van
zich hooren
Al stellen we ons dit Montenegro
voor zoo ongeveer als een fatsoenlijk
landeigendom meteen boerenbevolking
het heeft waarlijk ook ministers en
het vaardigt nota's uit
De Montenegrijnsche regeering
schrijft Reuter althans zonder blikken
of blozen,—heeft aan de mogendheden,
om niet achter te blijven, zoowaar
óok een nota verzonden waarin wordt
geprotesteerd tegen de schending van
het tractaat van Berlijn.
De regeering voegt er bij, en dat
is het mooiste van alles dat indien
de mogendheden het gebeurde moch
ten erkennen, Montenegro zich ont
slagen aal achten van al zijn verbin
tenissen, en meer in het bijzonder van
de twee, welke zijn vervat in art. 29
van het tractaat van Berlijn, d. w. z.
dat het onder opzicht staat van Oosten
rijk, en geen uitbreiding van gebied
mag najagen.
En tevens heeft er te Cettinje, een
groote betooging plaats gehad. Er
werden kreten gehoord voor een oor
log met Oostenrijk. Er is een motie
aangenomen, waarbij aan de regeering
wordt gevraagd, vroegere twisten te
vergeten en de Serviërs uit te noodi-
gen tot samenwerken ter verdediging
van de Servische belangen I.
Montenegro kraait dan óok mee.
"t Zal wel spoedig op z'n nummer
worden gezet
Het Congres in gevaar,
't Was zoo goed als zeker, dat
er een Internationaal Congres zou
plaats hebben.
Maar nu staat alles weer wankel
Engeland ,wil niet hebben dat de
D ardane 11 enkwestio op liet tapijt
komt. En daar Rusland voor het
overige het Congres niets schelen
kan, loopt het bijeenkomen ervan
hard gevaar.
Trouwens, ook in Parijs en Ber
lijn schijnt men niet zooi hard inge
nomen met het plan om een congres
bijeen te roepen, en in (Weeinen is
men er natuurlijk heelema-al niet
voor.
Dat het Congres dus nog bijeen
zal komen, is opeens zeer twijfel
achtig geworden. Maarmis
schien brengt Iswolsky, die nu naar
Londen is om te confereeren, dat
nog terecht.
Intusschen behoeft dat volstrekt
niet te doen wanhopen aan een vre
delievende oplossing. Integendeel
de zaken zullen nu „diplomatiek
worden afgehandeld" zooals dat in
de officieele taal heet. En daar die
uitdrukking nogal vredelievend
klinkt, gelooven we dat het zelfs
beter en gauwer op dia manier zal
gaan, dan met een Congres dat wat
de beide kwesties die hangen be
treft, toch niets anders zou, doen!
dan gedane zaken bevestigen.
Een ander bewijs van vredelie
vendheid is nog, dat Engeland Ser
vië op vriendschappelijke wijze heeft
aangemaand, een beetje kalm te
wezen.
't Schijnt al geholpen te hebben:
een telegram uit Belgrado meldt dat
de Serviërs wat rustiger en minder
oorlogszuchtig zijn.
De opening der delegaties
in Oostenrijk.
De opening der beide delegaties in
Oostenrijk ditmaal te Budapest
heeft dezen beer natuurlijk een
groote be teekenis.
De Keizer sprak daarbij een soort
Troonrede uit, waarin hij o. m. op
de volgende wijze den toestand be
sprak
„De banden die Bosnië en Herzeg»
wina sedert dertig jaren met het rijk
verbinden, zijn onverbreekbaar ge
worden. Het onvermoeide en met
welslagen bekroonde streven mijner
regeering heeft in dat laind vooruit
gang en beschaving gebracht in die
mate, dat de bevolking thans geroe
pen kan worden, onmiddellijk deel
te nemen aan de staatkunde van
het land, en dat er een aanvang kan
worden gemaakt met het in het le
ven roepen van grondwettelijke in
stellingen overeenkomstig zijn be
hoeften. Dit is evenwel slechts mo
gelijk, wanneer er een duidelijke
ondubbelzinnige rechtstoestand voor
die twee landen geschapen is, die
overeenkomt met den feitelijken toe
stand. Slechts op die wijze zal men
ginds met behoud van den tegan-
woordigen staat van zaken de sta
biliteit kunnen waarborgen, die er
kend wordt als een Europeesch be
lang.
Met het terugtrekken van mijn
troepen uit het sandsjak Novibazar
heb ik tegelijkertijd het onweerleg
baar bewijs geleverd, da.t onze poli
tiek op geenerlei wijze aanwinst van
grondgebied beoogt. Het is te ho
pen dat dit terugtreden ten behoe
ve van Turkije te Konstantinopel
op vriendschappelijke wijze zal wor
den gewaardeerd en dat het Otto-
mansche rijk zijn voordeel zal doen
met onze toekomstige betrekkingen
voor zijn latere ontwikkeling, na
den algeheelen ommekeer van za
ken die daar pas heeft plaats gevon
den. Laten wij de hoop uitspreken,
dat die goede betrekkingen behou
den zullen blijven, en dat er duur
zame vrede zal heerschen in da
landstreken die in de laatsta jaren
zoo zwaar zijn beproefd door onlus
ten zonder einde. D|e mogendheden,
bezield met vredelievende bedoelin
gen, zullen streven naar wederzijd-
sche tegemoetkoming tot opheffing
of vermijding van moeilijkheden.
Dank zij ons bondgenootschap met
Duitschlamd en Italië en onze
vriendschappelijke betrekkingen met
de andere mogendheden, is Oosten
rijk in staat, met krachtige hand
mede te werken tot het behoud van
den vrede. Deze taak zal Oostenrijk
slechts met goede uitkomst kunnen
volbrengen, wanneer het machtig- is
en gewapend. De stelling van Oos
tenrijk in Europa eischt ontwikke
ling van het leger!"
Baron Von Aerenthal heeft in de
delegaties-zelf een uitvoerig histo
risch overzicht van de kwestie gege
ven, sprekende in denzelfden vrtede-
lievenden geest als de Keizer.
Speciaal over de kwestie van den
dag de „Schending van het verdrag
van Berlijn" sprekende, zeibe Von
Aerenthal
„Geen oogenblik hebben wij den
grondslag van het tractaat van Ber
lijn verlaten, die was dat er een sta
biele toestand zou worden geschapen
in die twee provinciën. De Ons ver
strekte opdracht hield geen termijn
voor onze bezetting in. Het doet
geen afbreuk aan het Rerlijnsehe
verdrag, dat wij, na 30 jaren van
uitnemenden arbeid, in de noodzake
lijkheid verkeeren, den toestand te
verduidelijken, en voort tie gaan met
ons beschavingswerk met hulp van
de bevolking."
De Keizer zoowel als ld© minister
werden zeer toegejuicht.
In het nieuwe. ko;n ink rijk.
Koning Ferdinand is hog steeds
op een rondreis door zijn land. Over
al is er groote geestdrift. Hij wil
blijkbaar eerst de kwestie wat laten
bezinken, voor in zijn hoofdstad te
komen. Dat zal Zondag a s. gebeu
ren, met groote plechtigheid.
PORTUGAL.
Een vreeselyk bericht
komt tot ons uit Portugal, al is het
nog niet officieel.
De koningin-moeder Tan Portugal,
of liever, de moeder ran den ver
moorden Koning Carlos, zou waan
zinnig zijn geworden tengevolge der
vreeselijke gebeurtenissen op den eer
sten Februari van dit jaar toen
op éen dag haar zoon Carlos en haar
kleinzoon, d» kroonprins van Portu
gal, vermoord werden.
Toen zij op dezen dag de bloedige
lijken zag, wierp zij zich op de ont
zielde lichamen en moest met geweld
worden weggevoerd. Reeds eenige
dagen later begonnen zich «poren van
waanzin bij baar te vertoonen.
De koningin beeldt zich in, dat
hare handen en hare kleederen nog
altijd met bloed bevlekt zijn. Zij ver
laat daarom hare vertrekken niet en
vermijdt angstig ieder gezelschap.
Hare toestand is in den laatsten tijd
zeer verergerd, zoodat men het ergete
vreest, aldus schrijft een Italiaansch
blad, dat het weten kan, omdat Ko
ningin Maria Pia een Italiaansche
prinses is
Werkelijk vreeselijk!
Afglijding naar het socialis
me In Anglicaansche (Engelsche) zijn
zooals we weten, twee richtingen: de
behoudend, die de romaniseerende wordt
genoemd, en de modern radicale, welke
nu bezig is af te glijden naar het socia
lisme. Men heeft in de Anglikaansche
kerk, evenals hij de „modernen" ten
onzent, reeds tal van socialistische domi-
né's, die openlijk op den preekstoel reeds
het socialisme predikeD, waarbij natuur
lijk de eeredienst van den persoonlijken
God en het geloofaan Chistus overboord
gaan. Ook hier de groote splijtzwam,
d:e geloof en ongeloof vaneendeelt, en
ten slotte ook in ingeland de Anglica
nen zal voeren naar den grooten strijd
onzer dagen van het geloof in Christus
tegen het ongeloovig socialisme.
Terug uit de were ld. De schoone
en begaafde Russische grootvorstin Eli
sabeth, zuster van de keizerin en weduwe
van grootvorst Sergius, drie jaar geleden
te Moskou vermoord, is in een klooster
gegaan. Zij is 42 jaar.
Nederland en Venezuela.
Het Haagsche correspondentiebureau
meldt ons:
Sedert de jongste regeeringsberich-
ien, ia hier te lande langs ofïicieelen
weg geen bevestiging ontvaDgen van
de geruchten, dat president Castro de
tweede Nederlandsche nota zou hebben
teruggezonden aan d# Duitsche legatie,
door wier bemiddeling het stuk aan
den minister van buitenlandsche zaken
te Caracas overhandigd is. Derhalve
wordt dergelijke terugzending tot
dusver niet waarschijnlijk geacht.
Een tijdelijke waarneming van het
presidentschap van Venezuela door den
daartoe in geval van ziekte van het
staatshoofd aangewezen vice-president
van het bewind wordt al* gunstig
beschouwd voor den verderen loop
van zaken, daar de vice president be
kend staat als een staatsman, wiens
opvattingen en optreden in vele op
zichten met die van den president
verschillen.
Zondagsrust.
Men schrijft aan „De St." uit Putten
Toen er sprake was van het aan
leggen van een spoor- of tramweg
van Nijkerk naar Ede, hebben de ge
meenteraden dier beide gemeenten
beproefd het rijden op Zondag te be
letten, doch zonder resultaat.
De locaaispoorweg kwam tot stand
en de Ned. Centraalspoor liet ook op
Zondag een tiental personentreinen in
iedere richting rijden, hoewel Zondags
verscheidene treinen passseerden zon
der een enkele reiziger.
Dit nu schijnt de N. C. spoor toch
te kostbaar t# worden, want voortaan
zullen op dit baanvak des Zondags
slechts de helft der treinen loopen.
Wel een bewijs, dat in dit deel van
ons vaderland de rustdag nog in eere is.
Alkmaar's ontzet.
De dag van Alkmaar's ontzet is
gisteren wederom op luisterrijke wijze
gevierd, dank zij de vele en velerlei
bemoeiingen van de Yereeniging tot
viering van dezen gedenkdag.
Te half acht reeds ving in den mist,
de uitvoering van het feestprogramma
aan met eene reveille door tamboers
en hoornblazers, die daarbij, gevolgd
door een 250 tal jongens met kleppers,
getooid met petten in de rood- en
witte kleuren en oranjesjerpen, een
ommegang deden door de »tad.
Verder stonden op het program van
den morgen carillon-bespeliDg en kin
deroptocht, waarin een zegewagen met
herauten te voet en te paard was
opgenomeD, een voorstelling gevende
van eene hulde aan Alkmaar door
het Nederlandsche volk.
Tegen den middaguur werd in het
Victorie-park aan het beeld een lau
werkrans gehangen, waarna door een
dameszaDgkoor eenige toepasselijke
liederen werden gezongen. De voor
zitter der Ontzetvereeniging, dr. J. W.
Wicherink, sprak hier eene feestrede
uit. Voorts was er muziekuitvoering
op het Hofplein en in de Groote of
Sint Laurentkerk, feestconcert van
gewijde muziek.
Voortdurende relletjes. Te
Bergambacht wordt het, ook na de
komst der soldaten niet rustig.
In het dorp beerscht des daags
volkomen rust. Tegen den avond wordt
het woelig. Woensdagavond nam het
publiek onder „Hallo"-geroep (aldaar
bekend als een sein van verzet) een
tergende houding tegen de ter hand
having der orde gedetacheerde mili-
taired aan. Met de kolf van het geweer
werd de menigte uiteengedreven.
Bij proclamatie is nu het houden
vau samenscholingen tusschen zons
ondergang en zonsopgang verboden.
Het politiekorps is met 8 Rijksveld
wachters versterkt. Het detachement
infanterie, dat des avonds en des
nachts patrouillediensten verricht, is
ondergebracht in de leegstaande pre-
diksntswoning der Christ. Gereformeer
de gemeente.
Eet smakelijk, Men schrijft
aan de „Telegraaf:
Het zal uwe [redactie natuurlijk be
kend zijn, dat in de omstreken van
Amsterdam veel „ziek vee" (koeien
varkens enz.) wordt geslacht, of wel,
den natuurlijken dood gestorven, 't
vleesch van die cadavers naar de
steden wordt gesmokkeld.
In vroeger jaren dacht een boer er
niet over, dat vleesch van cadavers
of geslacht ziek vee nog te verkoopen
aan zijn „knorsen", maar werd dat
eenvoudig door de boeren direct be
graven.
Meestal hoort de politie ten platten
lande nu niets meer en gaat al zulk
vleesch, door middel van die „knor
sen", naar de steden (hier in de streek
naar Amsterdam, Leiden en Haarlem).
Verleden jaar werd naar aanleiding
van geconstateerde feiten, daarop de
aandacht gevestigd van de autoritei
ten, doch de missive werd voor ken
nisgeving aangenomen.
Enkele weken geleden, stierven in
den Haarlemmermeer honderden var
kens aan „vlekziekte", of aan z.g.
„pestziekte", en de plaatselijke bladen
ontzagen zich niet om te berichten:
„dat het vleesch van al die cadavers
voor de worst in Amsterdam, Haarlem
en Leiden bestemd was!"
Varkens aan die ziekte lijdende,
schijnen volgens de veeartsen, mits
levend vervoerd, voor de consumptie
nog geschikt te zijn; ten minste uit
Wilnis werden ruim een jaar geleden,
varkens aan die ziekte lijdende, op
advies van den veearts, naar Amster
dam vervoerd en stierven er onderweg
van de zeven varkens, drie, doch
kwamen óók Amsterdam binnen!
Gevaar voor vergiftiging schijnt er
volgens de „knorsen" niet te bestaan.
Zij beweren, dat er zelden sprake zal
zijn van ziek worden door het nutti
gen van de worst van ziek vee, want
het wordt goed gekookt. Zelf eten
ze er echter niet van. De boeren zijn
van meening, dat zij alles verkoopen
kunnen, wat de „knorsen" er mede
doen, is hnn zaak niet.
Vermorzeld tusscheD de
machine. In de olieslagerij der firma
L. Vliegenthart te Delft geraakt gis
termorgen de 70-jarige werkman Schut
tusschen een machine, omdat hij .on
tijdig last tot aanzetten gaf. De man
werd letterlyk vermorzeld.
De brievenmail te water!
De postwagen van De Leek, welke 's
avonds te Groningen aankomt, is
Woensdagavond niet ver van Gronin
gen, bij de kalkovens, waar het kanaal
een scherpe bocht 'maakt, in het
Hoendiep geraakt. De koetsier op den
(Vit het Duitseh).
,,Zoa, dan heb ik toch goed ver
staan. De naam klonk mij zoo he
kend. Ik heb hem vroeger al eens
gehoond." Oom Pierre dacht een oo
genblik na. „Neen, neen, ik vergis
mij niet, in Beneden-Canada kende
ik een Duitscher, die zoo heette."
Ai het bloed steeg Cyrill naar
het hoofld, zijn hart klopte sneller
van gespannen verwachting. „fW,an
ti aar was dat?" vroeg hij schielijk.
„Och, dat is nog zoo heel lang
niet geleden. (Wacht maar ©ens. Ja,
nu weet ik het precies. Het was in
1870, tijdens den Fransch-Duitschen
oorlog. Bij ons we'ixl daar Veel over
gedebatteerd en de Duitscbers ge
raakten in geestdrift bij de zegetij
dingen. Een van hen beklaagde er
zich eens luid over, dat hij nieti
aan die gevechten tegenwoordig
kon zijnwaarop iemand uit het ge
zelschap hem vroeg, waarom hij bij
zooveel patriottisme dan maar liever
niet was thuis gebleven.
De gevraagde werd in het oog
loopend bleek, en antwoordde kort
af dat, wanneer hij in zijn jeugd
niet voor den militairen dienst ware
afgekeurd, hij denkelijk Europa ook
wel niet zou verlaten hebben. Dit
kleine voorval herinner ik mij nog
zeer goed en die Duitscber droeg
den naam van uw kennis. (Waar
schijnlijk is hij het zelf en werdt
gij door een valsche doodstijding
misleid
Cyrill was zeer opgewonden Met
zijne gedachten naar het verleden
terugdwalend, zeide hij„Die doods
tijding kwam door eene particuliere
mededeeiing hij ons. Een vergissing
in den persoon mag zeer zieker niet
uitgesloten worden. Hoe zag diegeen
er uit, dien ge als Gerhard Cronau
kendet?"
„Het Was iemand van eene hooge,
ietwat schrale gestalte, bleek ge
laat, bruin ha.ar en een .kleine snor
baard. Hij ging door voor een gestu
deerd man en een goeden raadgever
in rechtszaken. Té gelijker tijd dreef
hij handelszaken, die hem dan ook
naar Montreal voerden."
,„Weet gij niet, of hij daar nog
woont
„Dat kan ik licht te weten komen,
wanneer gij zulks wensoht. Het is
eene kleinigheid om navraag daar
naar te doen."
„O, wanneer gij dat doen wildet,
zoudt gij mij onbeschrijfelijk ver
plichten, want alles wat gij daar
zegt, doet mij vermoeden ,dat mijn
vriend nog onder de levenden is,"
„Uw: vriend?" antwoordde oom
Pierre met een eigenaardigen glim
lach. „Geeft gij hem, op wien zulk
eene zware verdenking rust, nog
dien naam Dat hij overigens de
man is, dien gij zoekt, schijnt mij wel
zeker, doch ,ik zal u nauwkeurige
inlichtingen verschaffen, natuurlijk
alleen opdat gij uwen vriend zoudt
vinden," voegde hij er met nadruk
bij.
De regeering'sraad verstond de be
doeling en de heeren bespraken nog
een poos het geval, terwijl Maroella
het stilzwijgen bewaarde. Zij sloeg
alleen scherp gade. Nu eens luister
de zij half verbaasd,'half bevredig!,
naar de buitengewone mededeel
zaamheid van haren oom, wellicht
beproefde zij, om zijne gedachten te
lezen.
Toen hij dezen avond afscheid van
haar nam, sloot hij hare kleine rech
terhand ietwiat langer in dezijne, dan
wel strikt noodig was. Zij verzette
zich hier niet tegen en vroeg slechts
zachtjes„Zult gij uwe zuster mede-
deelen, wat gij henen hoordet
Hij keek haar verwonderd aan
zij deed hare rechten als vertrouwde
gelden en da t verheugde hem. Hare
teedere deelneming deel hem sym
pathiek aan. „Ik weet het wezenlijk
niet," zeide hij op -tenzelfden toon.
„Ik denk er ov na, of het wel
goed gehandeld z^ zijn. Wat raait
gij mij
Vast keek z.y hem aan, waarbij
hem de kleine, energieke trek om
haren bekoorlijken mo;na opviel.
„Als ik in de plaats uwer zuster
was," zeide zij beslist, „zoudt ge
mij zulk eene tijding niet onthouden
willen hebben."
„Gij hebt gelijk, juffrouw Mar
cella, ik zal ha,ar alles zeggen
Met dit voornemen keerde Cyrill
terug naar zijn vrijgezellen-kwartier
in Metz, het hoofd vervuld met door
elkander dwarrelende gedachten,
hart en gemoed bewogen door dat
geen, wat hij vernomen en wat hij
ondervonden had- Nu hij zelf! be
minde, koesterde hij onwillekeurig
een nog warmer gevoel jegens zijne
zuster, en levendiger dan ooit stond
de herinnering aan den voormaligen
vriend, en wat deze eens voor hem
was, voor zijnen geest. Hoe het voor
jaren geweest en hoe alles zoo geloo-
pen was, dit vervulde opnieuw zijn
gedachte, waarin zich het ontwaken
de geluk van het eigen hart onstui
mig drong, om zijn rechten te doen
gelden, en binnen deze stemming^
vond hij thuis komende, Mal dien s
brief, die hem riep om in een ge
wichtige aangelegenheid, de zuster
ter zijde te staan.
XII.:
CYRILL'S IDYLLE.
Broeder en zuster zaten' bijeeni n
Malchen'a gezellige huiskamer, Zij
hadden elkander veel te vertellen.
Het wonderbare lotsbestel, dat een
innerlijken samenhang tusschen hun
ne wederzijdsche lotgevallen zweef
de, deed het geloovige gemoed van
Matchen aan het woord van Sailer
denken„."Waar alle menscbanhah-
den te kort zijn, daar is Gods hand
nog lang genoeg."
De op haar sterfbed afgelegde be
kentenis van mevrouw Cronau, gaf
den voormaligen assessor Cronau
zijne eer voor de wereld terug,be
vrijdde zijn naam van de smet, lie er
op kleefde.
Al bleef er ook veel in Gerhards
handelwijze duister, dan kon nu toch
zijn vertrek naar de Nieuw© (Wereld
niet meer als een vlucht doch alleen
als een particuliere zaak aangemerkt
worden en uit dit oogpunt be
schouwd verloor het al zijn belang
voor de openbaarheid. Alleen zijne
intiemste vrienden konden vermoe
den wat er den armen assiessor des
tijds toe bewogen had, om fier, kort
weg met de omstandigheden te bre
ken en Malchen .Wellner gevoelde
zich versterkt in hare meaning, dat
hare dwaasheid zijne genegenheid
voor haar verwoest en hem in ver
bittering en toorn van hier verdre-
„Door een dwaze kinderachtigheid
heb ik het geluk mijner jeugd ver
speeld, ware ik goed© vrienden met
Gerhard gebleven, nimmer zou zijn
trots hem tegen ons zóó stom ge
maakt en er hem toe gebracht heb
ben, om zonder een woord van op
heldering de wijde wereld in t©
trekken."
Deze meening gaf zij ook heden we
der aan Cyrill te kennen, want haar
trouw hart vond het lichter, om
de hoofdschuld op zich te nemen,
dan deze op hem te wierpen. En
tjan voegde het vroegere stijfkopje
fir nog berustend bij„[Wat Ger
hard eenmaal voor mij geweest is,
dat is hij steeds gebleven. Ik ben
gelukkig, dat hij steeds in de oo-
gen der wereld gerechtvaardigd is.:
God geve, dat hij nog leeft, om zich
in deze voldoening te verheugen. Ik
brand van verlangen, om je nieuw©
vriendin te leer en kennen. Hoe lang
is dat nu geleden, dat men je be
loofde, om naar Montreal te sclirij-
o»>
ven
Wordt vervolgd