DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
MISLEID.
BUITENLAND.
De crisis op den Balkan.
iCisisie^iiuis^esf 23«SI-33f Haarlem
MAANDAG 12 OCTOBER S908.
33st® Jaargang No. 6710
Bureaux van Redactie en Administraties
IntercoiRinunaal Telefoonnummer S426.
•VLDSNbij anffl güemm gulden kg
Het verslag van den
Haarlemschen Katholiekendag.
Mei
Klein!
S e r v i S) j
Verspreide Berichten.
FEUILLETON,
32)
EMffi HWRLEHSCHE COURMT
I
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 Hsuim voor Haarlem
Voor i« pwaar ee» agmt ie geveetijd (kom «ter
Voor ie er enge plaatse® ia Nederland fraaeo per poet
Afaond«l|k« mummers
■eemte)
f 1,36
„1,8*
„1,80
„0,05
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
Vam 16 regelsf8,6# (eemtamt) f#,50
Mke regel meer„f,10
Groot® letters maar plaatermiaste.
Dienstaanbiedimfem 96 cent per advertemtie a eomtant.
1000
Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van
lsrenslaoge omge- f§ Slii «ULDBN lsij
ssbiktheid tot
werken.
400
ovarlijiem.
300
GULDEN bij
verlias vam éen
hand of voet.
150
GULDEN biij
verlies Tam
éem oog.
100
GULDEN bij
Terlies Tan
éen duim.
60
Ytrlit» yam
één
■wgiYinj^r.
15
•ULBEN bij
verlies vam
éen amderem
Timger.
De nitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
Hat is Diet, omdat 't met zooveel
zorg en netheid op onze drukkerij is
oitgevoerd, dat we warm en met aan
drang do lozing aanbeYelen ran het
pas-uitgekomen Terslag van den Haar
lemschen Katholiekendag, op 22
Meij.1.1
Maar het i« eerst en vooral om den
inhoud.
Die buitengemeen goed-verzorgde
▼ier inleidingsredevoeringen, daar ge
houden over de Katholieke lectuur
over do pers en de volkslectuur, de
illustraties, de propaganda, bibliothe
ken enz., vindt men hier in hun geheel,
onverkort en zooals ze zijn uitgespro
ken, afgedrukt.
De algemsene vergadering, met het
indrukwekkend woord van onzen Bis
schop, met de heerlijke rede van Prof.
Mag. de Groot, leeft men weer mee,
wanneer men het verslag ervan door
leest, en wie er niet aanwezig was,
kan geniete» van die forsehe, kloeke
taal van pater de Groot in haren oor-
spronkelijken vorm, kan in zich op
nemen Bisschop's ernstige vsrmaning,
on vindt het bij de lezing begrijpelijk,
hoe de geestdrift hoog-opvlamde op
dien gedenkwaardigen middag van 22
Wij hopen, dat talloozen zich dit
verslag, voor den luttelen prijs van
15 cents overal verkrijgbaar, zullen
aanschaffen.
Onze Propagandaclub voor Katho
lieke volkslestuur, waarop we zoo
lang reeds hebben gehamerd is he
laas nog slechts in voorbereiding, en
nog niet gesticht. Anders .zou ze zeker
huis aan huis dat [kostelijk verslag
verspreiden en de noodzakelijkheid
▼an Katholieke lectuur nog meer dan
nu reeds geschiedt, bekend maken bij
alle Katholieken van Haarlem en
Omstreken.
Maar dat het verslag u nu niet thuis
wordt gepresenteerd, zal geen beletsel
zijn hopen we voor èl onze Ka
tholieken, om toch zélf het Verslag
te gaan vragen daar waar men het
in voorraad heeftby onze katholieke
boekhandelaren, of bij het Propaganda
genootschap te Amsterdam.
Het verslag van den Haarlemschen
Katholiekendag mag zeker in geen
enkel katholiek gezin van Haarlen
en Omstreken ontbreken 1
Méér nog: het moet overal gele
zen worden
En ten slotte: men moet er-naar
handelen!
Doch met lezen worde begonnen
over onze Courant en onze Vennoot
schap gesproken wordt.
Nu, dat sen Haarlsmsch blad haar
„Stadsnieuws" wil verrijken met het
opnemen van dezs hatelijkheden op
een ander stedelijk blad, moet het
zelf weten.
Een andere collega, „Haarlem's Dag
blad" deed, zooals tal van Katholieke
collega's naar we met genoegen
en erkentelijkheid mogen getuigen
beter.
Dat de „Stads-Ediiie" bovendien nog
het communiqué overnam uit sen
ander blad dan het onze, laten we
6ok nog daar.
Maar dat het blad zijn lezers onze
opmerkingen bij dat tegen óns ge
richte stukje onthield, dat noemen
wij, om geen ander woord te gebrui
kenklein
Anderen souden wellicht nog een
andere qualificatie gebruiken.
Meer willen wij van dit gedoe maar
niet zeggen.
De (neutrale) „Stads-Editie" knipt
uit de liberale „N. Rott. Ct." (die het
uit het „Centrum" overnam) het com
muniqué van de vergadering der Ned.
Kath. Journalistenvereeniging, waarin
Gunstiger teekenen.
't Staat er vandaag weer gunstiger
bij dan Zaterdag.
Uit Parijs seint men, dat de mo
gendheden tot overeenstemmittgkomen,
en uit Londen, dat men niet wanhoopt
aan vredelievende oplossing.
Koning Edward zelf is uit Schot
land naar Londen gekomen om nu
te confereeren. Iswolski en Grey con-
fereeren dagelijks.
En ook op den Balkan wordt het
rustiger.
Von Aehrenthal heeft een groote
rede gehouden in de deligaties die
uiterst vredelievend en tegemoetko
mend klinkt. Hieronder is daar een
en ander van opgenomen.
En Servië kalmeert óok naar men
hieronder lezen kan.
Dat geeft dus alles wser hoop op
een vredelievende oplossing.
Von Aehrenthal's vrede-
woorden.
Merkwaardig is het, hoe Aehrenthal
Zaterdag in zijn groote rede, waaruit
we ook elders in dit overzicht een en
ander overnemen, alls Balkanstaten
tegemoet komt.
Eerst kwam Turkije aan de beurt.
De minister constateerde dat de
commissie dé ontruiming van het
district Novi Bazar had goedge
keurd en herhaalde, dat bij de regee
ring dit vaststond. Oostenrijk gaf
Turkije de territoriale bezitting te
rug, welke provincie, door het ver
drag van Berlijn geschapen, geduren
de dertig jaren door Oostenrijk is
verdedigd ten behoeve van Turkije.
De minister releveerde, dat dei Oos-
tenrijksche regeering jdit reeds haJd
bekend gemaakt, toen de onderhan-
delingen over dein spoorwieg in dit
district gaande waren en men met
Turkije onderhandelde over de kwes
ties der gamizoënen in !di© provin
cie Ten slotte ontkende de spreker,
dat het ontwerp van den spoorweg
in Novi Bazar eenigerlei aanleiding
zou hebben gegeven tot kwade in
zichten Het omwerken van den
grond tegen 't einde van dan herfst
is afgeloopen Het ontwerp, zal wor
den veranderd. Het komt er op aa|n
te weten, of wij het ontwerp kunnen
ten uitvoer brengen ien eventueel zul
len gesteund worden door financieel©
middelen en indien Turkije dit
wenscht, zullen wij onze belajngeln,
door de verschillende overeenkom
sten bewijzen aan de hand vajn arti
kel 29 van 't verdrag van Berlijn,;
Montenegro, dat toen een aai kreeg
verdedigende betreffende het hij-
schen van de oorlogsvlag eln het la
ten binnenkomen va,n oorlogssche
pen in de havens, zeide de minister
in overleg met andere kabinetten te
zijn getreden. Hij verklaarde ge
neigd te zijn enkele voorwaarden te
laten vallen, waarin1 (Montenegro
steeds een vermindering barer sou-
vereiniteit heeft gezien en die geen
verbetering waren. Aan da nota's
met dezen staat gewisseld, is alle
aandacht gewijd.
Sprekende van de tegenwoordige
beweging in Turkije, herhaalde de
minister nogmaals, dat hij met vol
doening constateerde de gematigd
heid en het beleid, waarmede deze
beweging tot nu toe geleid is.
Ook tot Servië sprak de minister
heel vredelievende woorden.
Voorts ontkende Von Aehrental
standvastig een samenhang tusschen
de annexatie van Bosnië en de onaf
hankelijkheidsverklaring van Bul
garije.
De minister verklaarde, dat de za
ken van den spoorweg in Bulgarije
in geenen deele de rechten van Tur
kije raken, maar de belangen van de
Société des Chémins de Fer Orien-
taux en hij herhaalde, dat het gou
vernement reeds bij het begin van
het conflict protesteerde bij jde re
geering van Bulgarije en zijn instem
ming betuigde met het voorstel van
Ruslayd om de zaak aan de uit
spraken der mogendheden te onder
werpen.
Hij gaf te verstaan, dat de Bul-
gaarsohe regeering verplicht is, naar
een oplossing der kwestie te stre
ven en waarborgen aajn de Orient;
maatschappij te geven, opdat zij
geen mater ieele verliezen lij de.
Hij besloot met te consta,toeren,
dat de Balkan-Sta,ten er voordeel bij
zullen hebben, da.t de toestand in
Bosnië en Herzegowina geregeld is,
zonder dat de buitenlajiuische poli
tieke verhoudingen behoeven veran
derd te worden.
Djoor een groot aantal afgevaar
digden der Servische Skoeptsjima
moet in geheime zitting ai ren be
sluit genomen zijn om. zich niet
voor een oorlog verklaren. Nogal
verstandig;
Erg onverstandig handelt de Ser
vische kroonprins, waarvan we
trouwens al vaak krankzinnigheden
hebben gehoord-
Dat heertje Wenscht oorlog, en
ontziet zich niet het luide uit te
spreken
Montenegro-
Het Ininiatuur-staatje Montenegro
zorgt voor de „note comique" in de
Balkankwestie
Nicolaae, de vorst, zon plan heb
ben om zich óók tot koning uit
te roepen, seint mien uit Cettinje.
Kielj a, waarom niet tot keizer
Turkije.
iRare geruchten loepen1 er. Som
migen uit jJVeenen zeggen dat
de Sultan vermoord zou zijn. An
deren spreken ervan, dat hij afstand
zon willen doen. En weer anderen,
dat de reactie zeer veel veld wint,
en de Jong-Turken terrein verlie
zen.- (Kat ervan waar is, weten we
niet.
Oostenrijk'» verdediging tegenover
de beweerde schending van het
tractaat van Berlijn.
Earon van Aehrental, Oostenrijk'e
kanoelier, heeft zich in de commissie
voor buitenlandsche zaken van de
Oostenrijkache delegatie verdedigd
tegen het nu hoog-opgeschroefde
verwijt aan het adres van Oostenrijk,
dat het 't tractaat van Berlijn ge
schonden heeft.
Het J tractaat van Berlijn toch
zeide de kanselier bevat geen woord
over de souvereiniteitsrechten van den
Sultan. Toen Andrassy verklaarde,
dat de bezetting van Boonië alleen
dan kon plaats hebben indien ze aan
geen bepaalden termijn gebonden was,
heeft hij daarmede willen zeggen, dat
Oostenrijk-Hongarije het bezette ge
bied niet me®r zou verlaten. Alle
mogendheden waren voldaan en het
was alleen uit consideratie voor Tur
kije, dat men toen nog niet tot inlij
ving overging.
„Door hun goedkeuring te hechten
aan de capitulaties, erkenden «1® mo
gendheden, zeide von Aehrenthal, dat
wij in het bezette gebied volledige sou
vereiniteitsrechten uitoefenden. Toen
bij ons het voornemen rijpte om grond
wettelijke instellingen te geven aan
de bezette provincies, achtten wij het
oogenblik gekomen om tot een for-
meele vestiging onzer souvereiniteit
over te gaan."
Nu, dat er met de bepalingen van
het tractaat dan toch wel een beetje
gegoocheld, heeft von Aehrenthal o. i.
niet kunnen weerspreken.
Maar.... welke mogendheid doet op
z'n beurt dat niet Zoo is nu eenmaal
de politiek.
Duitschland's verdediging.
Van verschillende zijden, vooral
in Engeland, heeft men Dnitschlalnd
beschuldigd, stilletjes met Oosten
rijk in de Bosnische kwestie te heb
ben gekonkeld.
Engeland heeft daar partij van
getrokken om keizer LWiheliru die
tot dusverre voor Tuxkije's bescher
mer gold, te verdringen: en het po
seert nu als de eenige, belangelooze
vriend, zooals we weien.
Maar keizer ij<Yjlhelm is geen man,
om zich zoo klakkeloos in een hoek
te laten zetten.
Vooreerst heeft hij in' een' parti
culieren, eigenhandigën brief, die de
reorganisator van het Turksche le
ger, generaal ,Von der Goltz, is gaan
overbrengen, den Sultan van
Duitschland op de hoogte gebracht.
Dan heeft de Dujtsche ambassa
deur te Koïistantinopel aan den
grootvizier en den minister van
Buitenlandsche Zaken verklaard,
dat hij van keizer (Wilhelm last had
ontvangen zeer nadrukkelijk te pro
testeeren tegen de veronderstelling
als zonden de jongste gebeurtenis
sen o-p den Balkan zijn voorafge
gaan door een entente daaromtrent
tusschen Duitschlana en Oostenrijk-
Hongarije. De meening ,der Duit-
sche regeering was niet vooraf ge
waagd.
Voorts verklaart de officieuze
„Nonddeutsche" dat keizer DVilhelm
niets van te voren gehoora hadnoch
toen hij zelf in Mei te jJVjeenen was
noch in September toen de Oosten-
rij ksohe troonopvolger met hem de
manoeuvres in Elzas-Lotharingen
bijwoonde.
En ten slotte schrijft de óók van
hoogerhand ingelichte „Kölnische"
een scherp artikel tegen degenen die
Duitschland als de stille vennoot
van Oostenrijk hebben aangewezen.
De „Kölnische" doet dat op merk
waardige manier.
Het blad verdedigt en houdt hoog
het bondgenootschap met Oostenrijk,
maar verwerpt tevens verre de on
derstelling, dat Dnitschland in éé-
nig opzicht yan Oostenrijk's plannen,
wist.
Het zegt o.m. zéér met nadruk
„Met alle scherpte dient gezegd
te worden, dat een andere politiek
dan vasthouden aan het bondgenoot
schap met Oostenrijk in Duitsch
land tot nog toe zelfs niet binnen
het bereik der overweging is ge
trokken, en het beste bewijs, hoe
vast het Habsburgsche rijk op de
trouw van den Duitschen bondge
noot bouwde, is dat het waagde, die
Druitsche trouw van den bondge
noot een belastingsproef op te leg
gen als deze nu. Dat is een vertrou
wen, dat wij weten te woancLeeren,
maar Duitschland door zijn verle
den ook ten volle heeft verdiend.
„Had de Oostenrijksche regeering
daarentegen ook de mogelijkheid
overwogen, dat Duitschland zijn po
litiek anders zou leiden, dan hal
het bij zichzelf moeten zeggen, dat
Duitschland waarschijnlijk nimmer
een betere en dankbaarder gelegen;
heid zou aangeboden worden om bij
de westelijke mogendheden, aanslui
ting te zoeken en die betrekkingen
met Turkije vaster te knoopem. dan
deze schending van het Barlijnsch®
verdrag door Oostenrijk-Hongarije.
„Maar men wist aan den Bail-
pla-tz te goed, dad Duitschland zicli
aan de beproefde politiek ran het
drievoudig verbond zou houden, eu
dat het afkeerig is van alle avontu
ren, die den vrede en daiamnede zijn
belangen in gevaar zouden brengen^
Juist daarom ook kon men Duitsch
land niet in het vertrouwen nemen
voor een politiek, waarvan het om
dezelfde redenen zijn toestemming
had moeten ontzeggen.
„Nadat nu Duitschland aan Tur
kije in alle openbaarheid heeft- ver
zekerd, dat het aan de verirags-
breuk van zijn bondgenoot gee*
deel heeft en dat het den stap van
Bulgarije niet erkent, blijft het er
bij, dat Duitschland nu als vroe
ger en ondanks alltes, hierin zijn
voordeel ziet, aan het drievoudige
verbond vast te houden, e» nis uit
de moeilijkheden van nu Oostenrijk-
Hongarije gesterkt en krachtiger t«
voorschijn treedt, dan kan en moet
dat in het eind ook Duitschland en
het drievoudig verbond ten gooi®
komen,"
De ïngelsche suffragette*
beramen tegen morgenavond weer een
grooten „aanval op b®t Lagerhuis". Ze
willen absoluut Asquith spreken, en hek
ben al aangekondigd alle gewelddadige
maatregelen met geweld te beantwoorden.
Dat kan weer een heel relletje geven
morgenavond
Groote brand te New-York.
De Italiaansche wijk te New-York is dezer
dagen weer eens bezocht door een ont-
ettenden brand, waarbij elf personen om
bet leven gekomen zijn, allen Italianen.
De brand, die uitbrak in een van de dichtst
bevolkte buizen in d® Mulberrvstreet, be
woond door de armsten onder de armen,
is zondsr twijfel aan boos opzet te wijten
Staking en ongeregeldheden.
Alle werklieden in de metaal-industrie te
Napels, ten getale van 20,000, zijn in sta
king gegaan, om de eischen van de werk
lieden van de groote aietaalfabriek van
Silresteri te steunen. Zaterdag hebben
de stakers, geleid door de leiders der vak-
vereenigingen, ernstige ongeregeldheden
gepleegd. Zij kwamen in botsing met de
troepen. Zij verb ïandden een groot aan
tal tramwagens, om aldus het personeel
te noodzaken den arbeid neder te leggen.
Een ballonwedstrijd en een
groot ongeluk. Bij Berlijn is gisteren
een groote ballonwedstrijd geboudeD,
waarbij meer dan dertig ballons de lucht
in gingen. Daarbij is echter de Ameri-
kaansche ballon Conqueror, luchtschipper
Forbes, na een tocht van slechts enkele
minuten, op 1200 M. boogie, uit elkaar
gesprongen. De ballon viel op het dak
van een huis; bij den val werkte echter
het omhulsel als een valscherm, zoodat
wonder boven wonder van de passagiers
niemand is gewond.
Vit het Duitsch).
eenvoudig,
ï'j n ,u thans reeds de ge-
wanschte inlichting gegeven. (Wj 1
mij een oogenblik verontschuldigen.''
Hij wendde zich zijwaarts, als
zocht hij het een of ander, maar
hij nam slechts den zwarten bril af
en keerde daarop zijn in tegenstel
ling met den vollen baard in het
oog loopend bleek gelaatwielder vol
Haar Malchen toe zij blikte in
een paar heldere, vriendelijk, onbe-
schrij fel ijk goed bekende oogen. Een
lichte kreet ontsnapte aan hare be-
yende lippen.
i
„Gerhard! is het dan w&arheid?"
Doods bleek staarde zij den man,
die tegenover haar zat, aan. Droom
de of waakte zij Maar reeds wier
den haar trouwhartig twee handen
toegestoken en in goed Duitsch
Vroeg eene van aandoening bevende
stem: „Ben ik dan nog te herken
nen, Molly,?"
Geheel overweldigd legde Mal
chen hare rechterhand in dé zijné,
onstuimig trok hij haar tegen zijne
borst
„Al heb' ik ook eene gleheelet wereld
misleid, u te misleiden, dit vermag
ik niet. Jegens u, mijin trouwe en
gel, die aan mij geloofde, toen allen
den staf qver mij braken, jegans u
ben ik de waarheid schuldig. Op
genade en ongenade geef ik mij aan
u over
Zij kon niet spreken. Ook hij hield
haar zwijgend in zijne armen geslo
ten. Eindelijk was het weerzien dan
toch gekomen, na langen, langen'
tijd! (Wat lag er niet al tusschen
het heden en dein dag da,t zij woor
den met elkaar hadden gehad. Tien
jaar, vol teleurstelling, kommer en
smart. [Wie zou destijds al dat leei
vermoed hebben, toen beiden in ki'n-
derachtigen toorn tengevolge van
eene dwaasheid van elkander gin
gen? i
Lang moesten zij te vergeefs op
het weerzien wachten maar nu
hadden zij elkaar toch eindelijk
weer.
Zijne hand hield de hare vast en
als' rust zoekend, leunde haar hoofd
tegen zijn schouder. Het duizelde
haar voor de oogen. Tien jaren gin
gen voor haar geest als in een waas
voorbij.
Het scheen haar toe; als Wana zij
in haars vaders huis en Gerhard: bij
haar, vergiffenis aismeekend
voor zijne dwaze ijverzucht, met be
trekking tot luitenant Sa berm. In.
werkelijkheid sprak Gerhard's ba
kende, vriendelijke stem: „Ik, groo
te dwaas. Hoe kon ik u ooit mis
kennen, uw ©del hart wantrouwen!
Kunt ge mij dit vergeven en mij
nog liefhebben
En ook Cyrill's stem klonk nu als
in een droom tot Malchen's oor door,
want Marcella, had te voren schalks
haren „aanbidder" aangezien e:n met
haar fraaie hand naar het aangren
zend vertrek wijzend, gezegd: „Zie
eens hoe druk uwe zuster het met
oom Pierre heeft."
Cyrill kon zijn eigen oogen niet
vertrouwen, hij snelde naar beiden
toe en stond sprakeloos verlegen
voor Gerhard Cronau. IVVat hij zag
scheen hem onbegrijpelijk toe, doch
Gerhard stond thans hoog opgericht
met open oogen voor hem en met bei
de handen Cyrill's schouders aan
vattende, schudde hij hem krachtig,
terwijl de verraste jonge man, geheel
buiten zich zeiven, alleen dit woord
kon uitbrengen
Gerhard, zijt gij het werkelijk
zelf?"
„Ja, sinds weken gaat gij met mij
om, zonder mij te herkennen, mijn
beste vriend. Zoo mag ik u thans ze
ker wel noemen, daar gij zelf mij
zoo even dezen naam gaaft, ien daar
mede mijn hart eene wonderbare
vreugde bereilddet. Vergeef mij, dat
ik u misleid heb. Dioch kon ik an
ders De onder zware verdenking
staande en vervolgd® Cronau ver
mag alleen als vreemdeling in zijn
vaderland te toeven. Achter den ver
meenden Franschman uit Norman-
dië, den hater der Duitsohers, zoudt
gij uwen Gerhard niet herkennen.
Ik was vast besloten om te zwijgen,
den last, dien ik me zelvein opge
legd had, stil verder te dragen.
,En toen verteldet gij Marcella
van de trouwe onwankelbare liefde
van uwe zuster, en terstond nam ik
een ander besluit. Het koste wat
het wilde, ik moest Malchen weer
zien. God vervulde mijnen wensch.
.Wij hebben elkander wieder en ten
minste een uur van rein, ongestoord
geluk behoort ons."
Marcella had inmiddels Malchen
omarmd. Een enkel oogenblik ver
bond hare zielen in toegenegenheid.
„Ik ken u al lang, mejuffrouw,
ofschoon ik u heden voor de eerste
maal zie. Oom Pierre neem het
mij niet kwalijk, maar ik kan hem
onmogelijk anders noemen sprak
mij van u en toe:n ik uwe;n broeder
leerde kennen, rustte ik niet eerder,
vóór ook hij mij van u vertelde. Nu
zullen wij een ruil doen. Ik praat
nog een weinig met mijnbeer [Well-
ner en gij laat u door oom Pierre
het een en ander vertellen."
Gratieus sloop de spreekster naar
Cyrill toe. „Mijnheer, ik vermoed
dat die beiden ons kunnen ontbe
ren
Cyrill Knikte .toestemmend.
„Jcloe lief Malchen hem ook had,
er zijn toch oogenblikken, waarin
zelfs een geliefde broeder ©en vijf;
de rad aan den wagen is," zeil© hij
bij zich zeiven, terwijl Marcella als
aanvulling' zijner gedachte hem toe
fluisterde: „Die twee daar hebben
elkander veel op te helderen. ij
zullen dat alles wel later hoor en. Ik
wil u thans mijne laatste rozen eens*
laten zien."
En voor een hoogen struik, waar
nog eenige late bloemen aanzaten,
bleven zij staan, evenals eertijds
Gerhard en Molly. Doch niet gelijk
dezen hadden zij woorden met elk
ander. Zij praatten zelfs zeer ge
noeglijk. Ook zij hadden rijken stof
tot discours.
Alleereerst spraken zij alleen over
oom Pierre en zijne trouwe verloof
de
Hoe interessant het onderwierp
echter ook was, toch werd Cyrill dit
weldra, moede, hem lag wat anders
op het hart LWat hij wilde, daar
omtrent was hij het thans al vol
komen met zich zei ven eens, en hot
cqgenblik was thans gunstig. Des
niettemin zocht hij tevergeefs naar
de juiste woorden. De schalksch©
Marcella was heden vol van em ge
lukkige vervloeiende luim, zij ont
glipte hem telkens, wanneer hy
meende eer goede zinswending ge
vonden te hebben.
„(Weet ge nog .wel, mejuffrouw,
hoe wij daai- boven op dat schoone.
punt onzen blik lieten weiden over
het heerlijke landschap Ik gevoel
de er mij destijds trotsch door, toen
ge zeidet, dat de Duitschers een dap
per volk moesten zijn."
„Zeker, zeide ik dat? Roeds als
kind koesterde ik sympathie voor
de Duitschers."
„O, mocht ge niet alleen de Duit
schers in het algemeen, maar ook
een Duitshcer in het bijzonder lief
hebben
„Ik doe dat," zeide zij kalm, zon
der een spier van haar gelaat te ver
trekken.
„Marcella!" riep Hij met schitte
rende oogen.
Verwondert ge u daarover? Is
het dan niet natuurlijk dat ik oom
Pierre, uwen Gerhard, lief heb?"
„Maar ik spreek thans niet van
oom Pierre. Gij kent immers nóg een
Duitscher, Marcella. Kondet gij ook
dezen niet ©en weinig liefhebben?"
„Ik wil daar eens over naden
ken," antwoordde zij plagend en
huppelde weg.
Ditmaal echter liet hij haar niet
ontsnappen. Hij was vlugger dan.
zij. Zijne oude energie keerde bij
hem terug. „Marcella, gij moet mij
aanhooren."
Wordt vmolgd,