DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. MISLEID. BUITENLAND. De crisis op den Balkan. iCisisie^iiuis^esf 23«SI-33f Haarlem MAANDAG 12 OCTOBER S908. 33st® Jaargang No. 6710 Bureaux van Redactie en Administraties IntercoiRinunaal Telefoonnummer S426. •VLDSNbij anffl güemm gulden kg Het verslag van den Haarlemschen Katholiekendag. Mei Klein! S e r v i S) j Verspreide Berichten. FEUILLETON, 32) EMffi HWRLEHSCHE COURMT I ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 Hsuim voor Haarlem Voor i« pwaar ee» agmt ie geveetijd (kom «ter Voor ie er enge plaatse® ia Nederland fraaeo per poet Afaond«l|k« mummers ■eemte) f 1,36 „1,8* „1,80 „0,05 PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Vam 16 regelsf8,6# (eemtamt) f#,50 Mke regel meer„f,10 Groot® letters maar plaatermiaste. Dienstaanbiedimfem 96 cent per advertemtie a eomtant. 1000 Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van lsrenslaoge omge- f§ Slii «ULDBN lsij ssbiktheid tot werken. 400 ovarlijiem. 300 GULDEN bij verlias vam éen hand of voet. 150 GULDEN biij verlies Tam éem oog. 100 GULDEN bij Terlies Tan éen duim. 60 Ytrlit» yam één ■wgiYinj^r. 15 •ULBEN bij verlies vam éen amderem Timger. De nitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. Hat is Diet, omdat 't met zooveel zorg en netheid op onze drukkerij is oitgevoerd, dat we warm en met aan drang do lozing aanbeYelen ran het pas-uitgekomen Terslag van den Haar lemschen Katholiekendag, op 22 Meij.1.1 Maar het i« eerst en vooral om den inhoud. Die buitengemeen goed-verzorgde ▼ier inleidingsredevoeringen, daar ge houden over de Katholieke lectuur over do pers en de volkslectuur, de illustraties, de propaganda, bibliothe ken enz., vindt men hier in hun geheel, onverkort en zooals ze zijn uitgespro ken, afgedrukt. De algemsene vergadering, met het indrukwekkend woord van onzen Bis schop, met de heerlijke rede van Prof. Mag. de Groot, leeft men weer mee, wanneer men het verslag ervan door leest, en wie er niet aanwezig was, kan geniete» van die forsehe, kloeke taal van pater de Groot in haren oor- spronkelijken vorm, kan in zich op nemen Bisschop's ernstige vsrmaning, on vindt het bij de lezing begrijpelijk, hoe de geestdrift hoog-opvlamde op dien gedenkwaardigen middag van 22 Wij hopen, dat talloozen zich dit verslag, voor den luttelen prijs van 15 cents overal verkrijgbaar, zullen aanschaffen. Onze Propagandaclub voor Katho lieke volkslestuur, waarop we zoo lang reeds hebben gehamerd is he laas nog slechts in voorbereiding, en nog niet gesticht. Anders .zou ze zeker huis aan huis dat [kostelijk verslag verspreiden en de noodzakelijkheid ▼an Katholieke lectuur nog meer dan nu reeds geschiedt, bekend maken bij alle Katholieken van Haarlem en Omstreken. Maar dat het verslag u nu niet thuis wordt gepresenteerd, zal geen beletsel zijn hopen we voor èl onze Ka tholieken, om toch zélf het Verslag te gaan vragen daar waar men het in voorraad heeftby onze katholieke boekhandelaren, of bij het Propaganda genootschap te Amsterdam. Het verslag van den Haarlemschen Katholiekendag mag zeker in geen enkel katholiek gezin van Haarlen en Omstreken ontbreken 1 Méér nog: het moet overal gele zen worden En ten slotte: men moet er-naar handelen! Doch met lezen worde begonnen over onze Courant en onze Vennoot schap gesproken wordt. Nu, dat sen Haarlsmsch blad haar „Stadsnieuws" wil verrijken met het opnemen van dezs hatelijkheden op een ander stedelijk blad, moet het zelf weten. Een andere collega, „Haarlem's Dag blad" deed, zooals tal van Katholieke collega's naar we met genoegen en erkentelijkheid mogen getuigen beter. Dat de „Stads-Ediiie" bovendien nog het communiqué overnam uit sen ander blad dan het onze, laten we 6ok nog daar. Maar dat het blad zijn lezers onze opmerkingen bij dat tegen óns ge richte stukje onthield, dat noemen wij, om geen ander woord te gebrui kenklein Anderen souden wellicht nog een andere qualificatie gebruiken. Meer willen wij van dit gedoe maar niet zeggen. De (neutrale) „Stads-Editie" knipt uit de liberale „N. Rott. Ct." (die het uit het „Centrum" overnam) het com muniqué van de vergadering der Ned. Kath. Journalistenvereeniging, waarin Gunstiger teekenen. 't Staat er vandaag weer gunstiger bij dan Zaterdag. Uit Parijs seint men, dat de mo gendheden tot overeenstemmittgkomen, en uit Londen, dat men niet wanhoopt aan vredelievende oplossing. Koning Edward zelf is uit Schot land naar Londen gekomen om nu te confereeren. Iswolski en Grey con- fereeren dagelijks. En ook op den Balkan wordt het rustiger. Von Aehrenthal heeft een groote rede gehouden in de deligaties die uiterst vredelievend en tegemoetko mend klinkt. Hieronder is daar een en ander van opgenomen. En Servië kalmeert óok naar men hieronder lezen kan. Dat geeft dus alles wser hoop op een vredelievende oplossing. Von Aehrenthal's vrede- woorden. Merkwaardig is het, hoe Aehrenthal Zaterdag in zijn groote rede, waaruit we ook elders in dit overzicht een en ander overnemen, alls Balkanstaten tegemoet komt. Eerst kwam Turkije aan de beurt. De minister constateerde dat de commissie dé ontruiming van het district Novi Bazar had goedge keurd en herhaalde, dat bij de regee ring dit vaststond. Oostenrijk gaf Turkije de territoriale bezitting te rug, welke provincie, door het ver drag van Berlijn geschapen, geduren de dertig jaren door Oostenrijk is verdedigd ten behoeve van Turkije. De minister releveerde, dat dei Oos- tenrijksche regeering jdit reeds haJd bekend gemaakt, toen de onderhan- delingen over dein spoorwieg in dit district gaande waren en men met Turkije onderhandelde over de kwes ties der gamizoënen in !di© provin cie Ten slotte ontkende de spreker, dat het ontwerp van den spoorweg in Novi Bazar eenigerlei aanleiding zou hebben gegeven tot kwade in zichten Het omwerken van den grond tegen 't einde van dan herfst is afgeloopen Het ontwerp, zal wor den veranderd. Het komt er op aa|n te weten, of wij het ontwerp kunnen ten uitvoer brengen ien eventueel zul len gesteund worden door financieel© middelen en indien Turkije dit wenscht, zullen wij onze belajngeln, door de verschillende overeenkom sten bewijzen aan de hand vajn arti kel 29 van 't verdrag van Berlijn,; Montenegro, dat toen een aai kreeg verdedigende betreffende het hij- schen van de oorlogsvlag eln het la ten binnenkomen va,n oorlogssche pen in de havens, zeide de minister in overleg met andere kabinetten te zijn getreden. Hij verklaarde ge neigd te zijn enkele voorwaarden te laten vallen, waarin1 (Montenegro steeds een vermindering barer sou- vereiniteit heeft gezien en die geen verbetering waren. Aan da nota's met dezen staat gewisseld, is alle aandacht gewijd. Sprekende van de tegenwoordige beweging in Turkije, herhaalde de minister nogmaals, dat hij met vol doening constateerde de gematigd heid en het beleid, waarmede deze beweging tot nu toe geleid is. Ook tot Servië sprak de minister heel vredelievende woorden. Voorts ontkende Von Aehrental standvastig een samenhang tusschen de annexatie van Bosnië en de onaf hankelijkheidsverklaring van Bul garije. De minister verklaarde, dat de za ken van den spoorweg in Bulgarije in geenen deele de rechten van Tur kije raken, maar de belangen van de Société des Chémins de Fer Orien- taux en hij herhaalde, dat het gou vernement reeds bij het begin van het conflict protesteerde bij jde re geering van Bulgarije en zijn instem ming betuigde met het voorstel van Ruslayd om de zaak aan de uit spraken der mogendheden te onder werpen. Hij gaf te verstaan, dat de Bul- gaarsohe regeering verplicht is, naar een oplossing der kwestie te stre ven en waarborgen aajn de Orient; maatschappij te geven, opdat zij geen mater ieele verliezen lij de. Hij besloot met te consta,toeren, dat de Balkan-Sta,ten er voordeel bij zullen hebben, da.t de toestand in Bosnië en Herzegowina geregeld is, zonder dat de buitenlajiuische poli tieke verhoudingen behoeven veran derd te worden. Djoor een groot aantal afgevaar digden der Servische Skoeptsjima moet in geheime zitting ai ren be sluit genomen zijn om. zich niet voor een oorlog verklaren. Nogal verstandig; Erg onverstandig handelt de Ser vische kroonprins, waarvan we trouwens al vaak krankzinnigheden hebben gehoord- Dat heertje Wenscht oorlog, en ontziet zich niet het luide uit te spreken Montenegro- Het Ininiatuur-staatje Montenegro zorgt voor de „note comique" in de Balkankwestie Nicolaae, de vorst, zon plan heb ben om zich óók tot koning uit te roepen, seint mien uit Cettinje. Kielj a, waarom niet tot keizer Turkije. iRare geruchten loepen1 er. Som migen uit jJVeenen zeggen dat de Sultan vermoord zou zijn. An deren spreken ervan, dat hij afstand zon willen doen. En weer anderen, dat de reactie zeer veel veld wint, en de Jong-Turken terrein verlie zen.- (Kat ervan waar is, weten we niet. Oostenrijk'» verdediging tegenover de beweerde schending van het tractaat van Berlijn. Earon van Aehrental, Oostenrijk'e kanoelier, heeft zich in de commissie voor buitenlandsche zaken van de Oostenrijkache delegatie verdedigd tegen het nu hoog-opgeschroefde verwijt aan het adres van Oostenrijk, dat het 't tractaat van Berlijn ge schonden heeft. Het J tractaat van Berlijn toch zeide de kanselier bevat geen woord over de souvereiniteitsrechten van den Sultan. Toen Andrassy verklaarde, dat de bezetting van Boonië alleen dan kon plaats hebben indien ze aan geen bepaalden termijn gebonden was, heeft hij daarmede willen zeggen, dat Oostenrijk-Hongarije het bezette ge bied niet me®r zou verlaten. Alle mogendheden waren voldaan en het was alleen uit consideratie voor Tur kije, dat men toen nog niet tot inlij ving overging. „Door hun goedkeuring te hechten aan de capitulaties, erkenden «1® mo gendheden, zeide von Aehrenthal, dat wij in het bezette gebied volledige sou vereiniteitsrechten uitoefenden. Toen bij ons het voornemen rijpte om grond wettelijke instellingen te geven aan de bezette provincies, achtten wij het oogenblik gekomen om tot een for- meele vestiging onzer souvereiniteit over te gaan." Nu, dat er met de bepalingen van het tractaat dan toch wel een beetje gegoocheld, heeft von Aehrenthal o. i. niet kunnen weerspreken. Maar.... welke mogendheid doet op z'n beurt dat niet Zoo is nu eenmaal de politiek. Duitschland's verdediging. Van verschillende zijden, vooral in Engeland, heeft men Dnitschlalnd beschuldigd, stilletjes met Oosten rijk in de Bosnische kwestie te heb ben gekonkeld. Engeland heeft daar partij van getrokken om keizer LWiheliru die tot dusverre voor Tuxkije's bescher mer gold, te verdringen: en het po seert nu als de eenige, belangelooze vriend, zooals we weien. Maar keizer ij<Yjlhelm is geen man, om zich zoo klakkeloos in een hoek te laten zetten. Vooreerst heeft hij in' een' parti culieren, eigenhandigën brief, die de reorganisator van het Turksche le ger, generaal ,Von der Goltz, is gaan overbrengen, den Sultan van Duitschland op de hoogte gebracht. Dan heeft de Dujtsche ambassa deur te Koïistantinopel aan den grootvizier en den minister van Buitenlandsche Zaken verklaard, dat hij van keizer (Wilhelm last had ontvangen zeer nadrukkelijk te pro testeeren tegen de veronderstelling als zonden de jongste gebeurtenis sen o-p den Balkan zijn voorafge gaan door een entente daaromtrent tusschen Duitschlana en Oostenrijk- Hongarije. De meening ,der Duit- sche regeering was niet vooraf ge waagd. Voorts verklaart de officieuze „Nonddeutsche" dat keizer DVilhelm niets van te voren gehoora hadnoch toen hij zelf in Mei te jJVjeenen was noch in September toen de Oosten- rij ksohe troonopvolger met hem de manoeuvres in Elzas-Lotharingen bijwoonde. En ten slotte schrijft de óók van hoogerhand ingelichte „Kölnische" een scherp artikel tegen degenen die Duitschland als de stille vennoot van Oostenrijk hebben aangewezen. De „Kölnische" doet dat op merk waardige manier. Het blad verdedigt en houdt hoog het bondgenootschap met Oostenrijk, maar verwerpt tevens verre de on derstelling, dat Dnitschland in éé- nig opzicht yan Oostenrijk's plannen, wist. Het zegt o.m. zéér met nadruk „Met alle scherpte dient gezegd te worden, dat een andere politiek dan vasthouden aan het bondgenoot schap met Oostenrijk in Duitsch land tot nog toe zelfs niet binnen het bereik der overweging is ge trokken, en het beste bewijs, hoe vast het Habsburgsche rijk op de trouw van den Duitschen bondge noot bouwde, is dat het waagde, die Druitsche trouw van den bondge noot een belastingsproef op te leg gen als deze nu. Dat is een vertrou wen, dat wij weten te woancLeeren, maar Duitschland door zijn verle den ook ten volle heeft verdiend. „Had de Oostenrijksche regeering daarentegen ook de mogelijkheid overwogen, dat Duitschland zijn po litiek anders zou leiden, dan hal het bij zichzelf moeten zeggen, dat Duitschland waarschijnlijk nimmer een betere en dankbaarder gelegen; heid zou aangeboden worden om bij de westelijke mogendheden, aanslui ting te zoeken en die betrekkingen met Turkije vaster te knoopem. dan deze schending van het Barlijnsch® verdrag door Oostenrijk-Hongarije. „Maar men wist aan den Bail- pla-tz te goed, dad Duitschland zicli aan de beproefde politiek ran het drievoudig verbond zou houden, eu dat het afkeerig is van alle avontu ren, die den vrede en daiamnede zijn belangen in gevaar zouden brengen^ Juist daarom ook kon men Duitsch land niet in het vertrouwen nemen voor een politiek, waarvan het om dezelfde redenen zijn toestemming had moeten ontzeggen. „Nadat nu Duitschland aan Tur kije in alle openbaarheid heeft- ver zekerd, dat het aan de verirags- breuk van zijn bondgenoot gee* deel heeft en dat het den stap van Bulgarije niet erkent, blijft het er bij, dat Duitschland nu als vroe ger en ondanks alltes, hierin zijn voordeel ziet, aan het drievoudige verbond vast te houden, e» nis uit de moeilijkheden van nu Oostenrijk- Hongarije gesterkt en krachtiger t« voorschijn treedt, dan kan en moet dat in het eind ook Duitschland en het drievoudig verbond ten gooi® komen," De ïngelsche suffragette* beramen tegen morgenavond weer een grooten „aanval op b®t Lagerhuis". Ze willen absoluut Asquith spreken, en hek ben al aangekondigd alle gewelddadige maatregelen met geweld te beantwoorden. Dat kan weer een heel relletje geven morgenavond Groote brand te New-York. De Italiaansche wijk te New-York is dezer dagen weer eens bezocht door een ont- ettenden brand, waarbij elf personen om bet leven gekomen zijn, allen Italianen. De brand, die uitbrak in een van de dichtst bevolkte buizen in d® Mulberrvstreet, be woond door de armsten onder de armen, is zondsr twijfel aan boos opzet te wijten Staking en ongeregeldheden. Alle werklieden in de metaal-industrie te Napels, ten getale van 20,000, zijn in sta king gegaan, om de eischen van de werk lieden van de groote aietaalfabriek van Silresteri te steunen. Zaterdag hebben de stakers, geleid door de leiders der vak- vereenigingen, ernstige ongeregeldheden gepleegd. Zij kwamen in botsing met de troepen. Zij verb ïandden een groot aan tal tramwagens, om aldus het personeel te noodzaken den arbeid neder te leggen. Een ballonwedstrijd en een groot ongeluk. Bij Berlijn is gisteren een groote ballonwedstrijd geboudeD, waarbij meer dan dertig ballons de lucht in gingen. Daarbij is echter de Ameri- kaansche ballon Conqueror, luchtschipper Forbes, na een tocht van slechts enkele minuten, op 1200 M. boogie, uit elkaar gesprongen. De ballon viel op het dak van een huis; bij den val werkte echter het omhulsel als een valscherm, zoodat wonder boven wonder van de passagiers niemand is gewond. Vit het Duitsch). eenvoudig, ï'j n ,u thans reeds de ge- wanschte inlichting gegeven. (Wj 1 mij een oogenblik verontschuldigen.'' Hij wendde zich zijwaarts, als zocht hij het een of ander, maar hij nam slechts den zwarten bril af en keerde daarop zijn in tegenstel ling met den vollen baard in het oog loopend bleek gelaatwielder vol Haar Malchen toe zij blikte in een paar heldere, vriendelijk, onbe- schrij fel ijk goed bekende oogen. Een lichte kreet ontsnapte aan hare be- yende lippen. i „Gerhard! is het dan w&arheid?" Doods bleek staarde zij den man, die tegenover haar zat, aan. Droom de of waakte zij Maar reeds wier den haar trouwhartig twee handen toegestoken en in goed Duitsch Vroeg eene van aandoening bevende stem: „Ben ik dan nog te herken nen, Molly,?" Geheel overweldigd legde Mal chen hare rechterhand in dé zijné, onstuimig trok hij haar tegen zijne borst „Al heb' ik ook eene gleheelet wereld misleid, u te misleiden, dit vermag ik niet. Jegens u, mijin trouwe en gel, die aan mij geloofde, toen allen den staf qver mij braken, jegans u ben ik de waarheid schuldig. Op genade en ongenade geef ik mij aan u over Zij kon niet spreken. Ook hij hield haar zwijgend in zijne armen geslo ten. Eindelijk was het weerzien dan toch gekomen, na langen, langen' tijd! (Wat lag er niet al tusschen het heden en dein dag da,t zij woor den met elkaar hadden gehad. Tien jaar, vol teleurstelling, kommer en smart. [Wie zou destijds al dat leei vermoed hebben, toen beiden in ki'n- derachtigen toorn tengevolge van eene dwaasheid van elkander gin gen? i Lang moesten zij te vergeefs op het weerzien wachten maar nu hadden zij elkaar toch eindelijk weer. Zijne hand hield de hare vast en als' rust zoekend, leunde haar hoofd tegen zijn schouder. Het duizelde haar voor de oogen. Tien jaren gin gen voor haar geest als in een waas voorbij. Het scheen haar toe; als Wana zij in haars vaders huis en Gerhard: bij haar, vergiffenis aismeekend voor zijne dwaze ijverzucht, met be trekking tot luitenant Sa berm. In. werkelijkheid sprak Gerhard's ba kende, vriendelijke stem: „Ik, groo te dwaas. Hoe kon ik u ooit mis kennen, uw ©del hart wantrouwen! Kunt ge mij dit vergeven en mij nog liefhebben En ook Cyrill's stem klonk nu als in een droom tot Malchen's oor door, want Marcella, had te voren schalks haren „aanbidder" aangezien e:n met haar fraaie hand naar het aangren zend vertrek wijzend, gezegd: „Zie eens hoe druk uwe zuster het met oom Pierre heeft." Cyrill kon zijn eigen oogen niet vertrouwen, hij snelde naar beiden toe en stond sprakeloos verlegen voor Gerhard Cronau. IVVat hij zag scheen hem onbegrijpelijk toe, doch Gerhard stond thans hoog opgericht met open oogen voor hem en met bei de handen Cyrill's schouders aan vattende, schudde hij hem krachtig, terwijl de verraste jonge man, geheel buiten zich zeiven, alleen dit woord kon uitbrengen Gerhard, zijt gij het werkelijk zelf?" „Ja, sinds weken gaat gij met mij om, zonder mij te herkennen, mijn beste vriend. Zoo mag ik u thans ze ker wel noemen, daar gij zelf mij zoo even dezen naam gaaft, ien daar mede mijn hart eene wonderbare vreugde bereilddet. Vergeef mij, dat ik u misleid heb. Dioch kon ik an ders De onder zware verdenking staande en vervolgd® Cronau ver mag alleen als vreemdeling in zijn vaderland te toeven. Achter den ver meenden Franschman uit Norman- dië, den hater der Duitsohers, zoudt gij uwen Gerhard niet herkennen. Ik was vast besloten om te zwijgen, den last, dien ik me zelvein opge legd had, stil verder te dragen. ,En toen verteldet gij Marcella van de trouwe onwankelbare liefde van uwe zuster, en terstond nam ik een ander besluit. Het koste wat het wilde, ik moest Malchen weer zien. God vervulde mijnen wensch. .Wij hebben elkander wieder en ten minste een uur van rein, ongestoord geluk behoort ons." Marcella had inmiddels Malchen omarmd. Een enkel oogenblik ver bond hare zielen in toegenegenheid. „Ik ken u al lang, mejuffrouw, ofschoon ik u heden voor de eerste maal zie. Oom Pierre neem het mij niet kwalijk, maar ik kan hem onmogelijk anders noemen sprak mij van u en toe:n ik uwe;n broeder leerde kennen, rustte ik niet eerder, vóór ook hij mij van u vertelde. Nu zullen wij een ruil doen. Ik praat nog een weinig met mijnbeer [Well- ner en gij laat u door oom Pierre het een en ander vertellen." Gratieus sloop de spreekster naar Cyrill toe. „Mijnheer, ik vermoed dat die beiden ons kunnen ontbe ren Cyrill Knikte .toestemmend. „Jcloe lief Malchen hem ook had, er zijn toch oogenblikken, waarin zelfs een geliefde broeder ©en vijf; de rad aan den wagen is," zeil© hij bij zich zeiven, terwijl Marcella als aanvulling' zijner gedachte hem toe fluisterde: „Die twee daar hebben elkander veel op te helderen. ij zullen dat alles wel later hoor en. Ik wil u thans mijne laatste rozen eens* laten zien." En voor een hoogen struik, waar nog eenige late bloemen aanzaten, bleven zij staan, evenals eertijds Gerhard en Molly. Doch niet gelijk dezen hadden zij woorden met elk ander. Zij praatten zelfs zeer ge noeglijk. Ook zij hadden rijken stof tot discours. Alleereerst spraken zij alleen over oom Pierre en zijne trouwe verloof de Hoe interessant het onderwierp echter ook was, toch werd Cyrill dit weldra, moede, hem lag wat anders op het hart LWat hij wilde, daar omtrent was hij het thans al vol komen met zich zei ven eens, en hot cqgenblik was thans gunstig. Des niettemin zocht hij tevergeefs naar de juiste woorden. De schalksch© Marcella was heden vol van em ge lukkige vervloeiende luim, zij ont glipte hem telkens, wanneer hy meende eer goede zinswending ge vonden te hebben. „(Weet ge nog .wel, mejuffrouw, hoe wij daai- boven op dat schoone. punt onzen blik lieten weiden over het heerlijke landschap Ik gevoel de er mij destijds trotsch door, toen ge zeidet, dat de Duitschers een dap per volk moesten zijn." „Zeker, zeide ik dat? Roeds als kind koesterde ik sympathie voor de Duitschers." „O, mocht ge niet alleen de Duit schers in het algemeen, maar ook een Duitshcer in het bijzonder lief hebben „Ik doe dat," zeide zij kalm, zon der een spier van haar gelaat te ver trekken. „Marcella!" riep Hij met schitte rende oogen. Verwondert ge u daarover? Is het dan niet natuurlijk dat ik oom Pierre, uwen Gerhard, lief heb?" „Maar ik spreek thans niet van oom Pierre. Gij kent immers nóg een Duitscher, Marcella. Kondet gij ook dezen niet ©en weinig liefhebben?" „Ik wil daar eens over naden ken," antwoordde zij plagend en huppelde weg. Ditmaal echter liet hij haar niet ontsnappen. Hij was vlugger dan. zij. Zijne oude energie keerde bij hem terug. „Marcella, gij moet mij aanhooren." Wordt vmolgd,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1