DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. 1000 s 410 •=.- 301 ssz 150 aw 100 "SST 60 15 MISLEID. Een brief uit Heemstede, BUITENLAND. Kindephuiswest 29-33-33, HaaHem WOENSDAG 14 OCTOBER 1308. 33ste jaargang No. 6712 Bureaux van Redactie en Administratie: Intercommunaafl Telefoonnummer 1426. FEÜSLLETON, 34) H HIE HURLEMSCHE COUMIiï ABONNEMENTSPRIJS: Per S «tuurde* voor Haarlem Voor do jlaat»©», waar eea ag«»t ia geveltijd (kern der gei Voor de avenge plaatse* in Nederland franco per post Aftsonderlijke nniamei» ieeate) f 1,3S 1,35 1,80 0,1)5 PRIJS DER ADVERTENTIÈN Vaa 1—S regel»f«,C» (contant) f0,50 KIko regel meer0,10 Oroote letter» naar plaatsruimte. Dionstaanbiedinren 96 eent per advertontte contant. Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op d« polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van wfcrke*. een wijsvinger. •¥LDEN bg verlies van den anderen vinger. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. Wij ontvangen een uitvoerigen brief uit Heemstede, die niet alleen voor speciale toestanden in die ge meente en de kennis daarvan van veel belang is, maar die ook in en buiten de gemeente Heemstede ve len ter leering kan dienen. Het is daarom, dat we dien brief de eerste plaats geven in onze ko lommen. Geachte Redactie, Zooals u wel bekend zal zijn, is, in tegenstelling met den heerlijken zonneschijn en de rustige herfst tinten, waarvan het landelijk deel onzer gemëente dagelijks te genie ten geeft, de politieke horizon ten onzent nog lang niet opgeklaard. Dat blijkt ook alweer uit het juist en nauwkeurig verslag van de laat ste raadsvergadering alhier. Toevallig ben ik gewoonlijk nog al goed op de hoogte van wat daar in die hoogen raadszaal wordt ver handeld. Ik verkeer nl. op vertrou- welijken voet met die beestjes zon der pooten op het wapenbord in den gevel van het raadhuis, canet- tes worden ze geheeten. Óp die mooie plaats heb ik ze neergezet om eens voor mij te luisteren. Ze zijn van het eendengeslacht en houden dus, wat ze te vertellen hebben, om den drommel niet voor zich. Ieder van hen heeft daar zijn taak. Voor een paar raadsleden heb ik er wel twee noodig om alles goed bij te houden, wat ze zeggen, en dan geloof ik toch nog, dat ik goed deed ze bovendien snelscnrij- te leerendat kan wel, want in hun vleugels dragen ze al van de ge boorte af pennen. Ik kom daarom echter nog geen canettes te kort, want voor andere raadsleden is-wel één op de drie vol doende en dan kan mijn beestje in dien tijd nog wel eea dutje doen. Natuurlijk verteilen ze me ook, wat in de geheime vergadering ge beurt, maar dat komt u niet te we ten, want dan krijgt de diender van een der leden bepaald last om ze onmiddelijk den nek om te draaien. 't Is nu echter mijn bedoeling niet, mijnheer de redacteur, om hier diep in te gaan op de zaken in die vergadering behandeld; ik wil slechts enkele vragen, die daar ter tafel kwamen, als leiddraad gebrui ken voor de bespreking van eenige kwesties, die, voor kiezers of geko zenen van belang, onder den een of anderen vorm zich ook wel in andere gemeenteraden van bet platte land ran tijd tot tijd zullen voor doen. 't Zal dunkt mij, wel niet zoo lang meer duren of op 't voorbeeld der antirevolutionnairen wordt nu ook door de Katholieken een vereeni- ging van Katholieke gemeenteraads leden opgericht; en ter voorlichting bij de dikwijls moeilijke kwesties over benoemingen, subsidies, armen verzorging of sociale bemoeingen, die zich in toenemende mate voor doen, acht ik, mits na genoegzame voorbereiding, dezen stap zeer ge- wenscht. In wat uitgebreider kringen nut te stichten en een jklein steentje tot die voorbereiding bij ie dragen, is dus het hoofddoel van mijn schrij ven. Op die manier kan uit het kwade wellicht nog iets goeds ge boren worden. En dan doet zich allereerst de vraag voorIs het niet dikwijls moeilijk, ja onmogelijk voor «en raadslid, om de belangen zijner partij te behartigen zonder aan zijn eed ontrouw te worden, die hem voor schrijft zooveel mogelijk de gemeen tebelangen te bevorderen? Men kan dit vraagstuk van vele zijden bezien en 't zou misschien een geschikt onderwerp rijn voor eene .samenkomst van gemeente raadsleden. Ik wil slechts even op een onderdeel ingaan en {mij afvra gen Hoe moet men onder dat op zicht handelen bij benoemingen Deze vraag is hier opnieuw een „question brhlante" geworden, om dat juist op onze laatste gemeente raadsvergadering een der niet-Ka- tholieke leden er nog eens tegen opkwam, dat ons jongste raads lid een paar maanden geleden in de „N. H. Courant" een berisping ont ving, wijl hij op een niet Katho lieken candidaat voor de functie van directeur der gasfabriek hadgestemd. Krenkend vooral in dat ingezon den stuk vond men de bijvoeging „dat al dadelijk bleek hoe weinig pleizier nu reeds de Katholieken van dit gemeenteraadslid beleefden." De vraag is dus: Moet oen raads lid niet onvoorwaardelijk zjjn stem uitbrengen op den persoon, dien hij den meest geschikten acht? (Met opzet gebruik ik dat woord, en niet „den meest be kwam en." omdat daarbij mijn inziens alleen op kennis, en niet op karakter, gedrag etc. 'wordt gelet.) En is 't dan niet unfair hem te laken, wanneer hij daarbij van de meening zijner partqgenooten af wijkt? Daarop zou ik willen ant woorden Men moet inderdaad volgens zijn overtuiging stemmenmaar wan neer men daarbij afwijkt er ook openlijk voor durven uitkomen tegenover zijn partijgenooten, zoo dat ook blijken kan of die over tuiging eene eerlijke is, en niet 't zij door persoonlijke antipathie tegen een candidaat of zijn vrienden, 't zij door hoop op stemmenwinst, 't zij door oogendienarij of vrees wordt beïnvloed't Is n i e t genoeg indien het raadslid maar eenvoudig zegt volgens zijn overtuiging gestemd te hebben! Hij heeft ook verplichtin gen tegenover hen, tot wier partij hij behoort en indien men, al ia 't ook door een ware overtuiging ge leid, al te dikwijls afwijkt in meening van zijn partjjgenooten, dan dient men zijn mandaat neer te leggen. Overtuiging is een mooi klinkend woord; maar de zaak zelf komt maar niet zoo aangewaaid I Immers betrouwbare informaties omtrent een voor benoeming in aanmerking komenden candidaat zijn dikwijls moeilijk te verkrijgen, en die geheel alléén te beoordeelen is een nog vervelender en moeilijker taak. Daarom gaat men te rade met zijn vrienden, in wien men er- trouwen stelt en dan eerst met anderen. Dat is dan ook in alle colleges, waar ontwikkelde menschen samenwerken, met Eerste en Tweede Kamer incluis, en bij alle partijen het geval. Is het dan onbillijk te eischen, dat ook wij Katholieken ons houden aan deze door de er varing geijkte gewoonte? Gezamenlijk overleg brengt meer licht, en daarna is gewoonlijk eers** een juist oordeel te vellen en een stemming uit overtuiging mogelijk. Hoe gaat het echter dikwijls in de werkelijkheidhoe wordt de zoogenaamde overtuiging gevormd In de meeste dorpen van Holland zijn de Katholieke raadsleden groo- tendeels burgers van fatsoenlijken huizesoms met praktischen blik. maar niet uitmuntend door rijkdom en aanzien, evenmin door juridische kennis of debatteerkunst. Daarvoor is een goede redende magistratuur was ^oor onze Katholieke voor ouders geheel verboden terrein, dus moesten ze zich wijden aan land bouw, handel en nijverheid en konden ze zich niet toeleggen op 'thanteeren van een welversueden pen of 't ontwikkelen van de gave des woords. Gevolg daarvan is, dat Katholieken, en veelal terecht, hoog opzien tegen hunne mede raadsleden maar ook en dat is niet te billijkendat een vertrouwe lijk tikje op den rug, een vriende lijk knikje, een vereerend bezoek of een welsprekend pleidooi van iemand, dien men steeds voor een orakel heeft gehouden, in staat zjjn in één uur de overtuiging van zwakke karakters te doen omslaan. Honing vangt meer vliegen dan azijn, en men vertelt zelfs, dat een onzer meestbekende hooggeleerden, wien men verweet, dat hij als ont wikkeld man een overdreven vleierij zich bizqnder had laten welgevallen, antwoordde„es schmeckt doch süss". Daarom„serrer les rings* aan eensluiten, en vooral in den tijd van benoemingen of verkiezingen eens denken aan een bekend ge zegde, waarin van „kersen" wordt gesproken, hoe loffelijk en bevor derlijk voor de goede samenwerking het overigens moge zijn met zijn medeleden in aangename verstand houding te leven. Werd van deze eenvoudige regels wat meer notitie genomen, dan zou zich onmogelijk het geval kunnen voordoen, dat, zooals in een onzer naburige gemeenten.de meerderheid van den Raad niet-liberaal is, terwijl voor bijna geen enkel ambt een Katholiek wordt benoemd, al is hij ook nog zoo geschikt (Slot volgt). ENGELAND. Een ongehoord incident. Het oer-deftige, ceremoniëele, streng- voor-iedereen-verboden Lagerhuis te Londen heeft gisteren een ongehoord voorval beleefd. Er is, zoowaareen stemrecht- vrouw binnengedrongen! Die „dame" was in de Lobby of wandelzaal, waar een liberaal lid haar eens al het mooi's Tan de parlemente- gebouwen liet kijken, toen ze opeens de kans schoon zag voor haar mani festatie. Met een sprong vloog zij de deur van de vergaderzaal binnen, en liep de zaal in, met de armen zwaaiende en roepende: „Hou op met over kin deren te praten, geef het atemrecht aan de vrouwen I" Een bod# greep aanstonds de in dringster beet en droeg haar uit de zaal onder het spottend gelach van de leden. De beraadslaging ging daarna door alsof er niets was gebeurd. Wie dat liberale lid is, die de „dame" in het gebouw gebracht heeft, weten we niet. 't Zal wel een afspraakje ge weest zijn! Want men weet, dat gisterenavond de groote betooging van kiesrechtvrdu- wen zou plaats hebben. Londen is dan ook gisterenavond in ernstige opschud ding geweest: overal hadden vecht partijen plaats en de politiemacht had handen vol werk tegen de oproerige stemrechtvrouwen en de werkeloozen, die ook relletje» maakten. De katholieken in Engeland. Naar aanleiding der gebeurtenis sen bij het Eucharistisch Congres hebben de Katholieken nu gisteren in het Lagerhuis hun grieven ter sprake gebracht Lord Talbot vroeg, of de regeering van plan was, stappen te doen om aan de wettelijke bepalingen, die de Katholieken, vergeleken met andere godsdienstige lichamen, in eea on gunstige en geminachte positie plaatsen, af te schaffen. Mr. William Redmond, vroeg, of niet vele jaren geleden een wetsont werp in dezen geest door eenige le den was ingediend, en of, indien zulk een ontwerp wederom zou worden in gediend, de regieering haar steun zou willen geven. Minister Asquith verzocht beiden redenaars, hunne wenschea op par pier te willen zetten. Mr. William Redmond beloofde zulks te doen en kondigde tevens aan, dat hij in de zitting van 27 October verlof zou vragen, om een wetsontwerp in te dienen, teneinde deze grieven uit den weg te ruimen. ITALIË. Is hot af? Van het huwelijk tussehen den hertog der Abruzzen en da Ameri- kaansche milliardairsdochter miss Katherine Elkins, waarover reeds herhaaldelijk sprake was en dat blijkbaar niet erg vlotten wilde, schijnt nu toch niets te komen. Volgens een telegram uit New- York. heeft mevrouw Elkens plotse- tig verzekerd, da.t hare dochter niet met Iden hertog verloofd is..., 'n Blauwtje geloopen 't Is een rare historie. OOSTENRIJK, Aehrenthal'» politiek. Minister Von Aehrenthal heeft gisteren in de commissie voor buitan- landsche zaken in de Hojngaarsche delegatie een zeer gewichtige rede gehouden, waarin hij zijn politiek, die nu heel Europa op stelten heeft gezet, verdedigde. Baron Aehrenthal verklaarde dat bij de onlangs door de regeering ge nomen beslissing de bedoeling voor zat de politiek voort te zetten, die voor dertig jaren door Graaf An- drassy is ingewijd Andras sy had geen plan het gebied te verkrijgen, maar hij achtte het wel noodig be schermende maatregelen te nemen aan de zuidelijke grens na dep oorlog van 187778, De politiek van Andrassy bleek werkelijk die te zijn van een voor- uitzienden staatsman. Sedert dien zijn talrijke veranderingen voorge komen, waarbij meer en meer bleek hoe goed het denkbeeld was dat An drassy had uitgesproken, ten aan zien van Bosnië en van hoeveel be lang het was op dat denkbeeld nog eens weder dien nadruk te leggen. De annexatie waartoe thans besloten is had zeker niet plaats om het gebied te veroveren, maar om een staat van zaken die sedert 30 jaren bestond, te con so lid eeren. De annexatie was noodzakelijk om aan de geoccupeer de provincies een grondwet te kun nen geven, en eveneens in het belang van de buitenlandsche politiek van Oostenrij k-Hongarij e. Wij zullen, zeide de minister, thans zonder voorbehoud het beginsel van non-interventie handhaven, en wij zullen daardoor afdoend de legende weerleggen, dat wij uit zijn op ver overing van gebied buiten hetgeen wij thans bezitten. Wij wenschen aan; het nieuwe Turkije een perio de van voorspoed en succes;, wij hebben de vaste hoop. dat onze stap in Konstantinppel zal worden ge waardeerd, in den zin onzer bedoe lingen. De minister twijfelt niet of men zal te Konstantinopel ook weten te waardeeren de verzekering, dat ie Oostenrij ksche vriendschap, die voor Turkije van zooveel belang is, be houden zal blijven. De minister wees verder op da noodzakelijkheid om krachtig te ant woorden op de ongunstige en onwel willende oordeelvellingen die ie hou ding van Oostenrijk in zekere krin gen ondervond. Die houding was slechts de natuurlijke ontwikkeling van den stand van zaken in IS7S ontstaan. Wat Turkije betreft kan van verlies niet worden gesproken, noch formeel, noch materieel„M ij hebben aan Turkije belangrijke rech ten hergeven." De minister herinnerde aan de be palingen van het tractaat van Ber lijn, waarin de rechten van Oosten- rijk-Hongarije worden omschreven om garnizoenen te onderhouden in Novibazar. Hij wees er eindelijk op, dat de openbare meening in Honga rije steeds de expansie-politiek goed keurde. Hij verwacht derhalve met vol vertrouwen de bespreking van zijn uiteenzetting. De commissie keurde de geheel© begrooting van buitenlandsche za ken goed, en sprak met algemeen© stemmen vertrouwen uit in de bui tenlandsche politiek der regeering DE BALKAN, De internationale conferentie De conferentie die de mogendheden noodig achten om den Balkan-boel „wettig te regelen" daar zal t op neerdraaien is nu zooi goed als in elkaar gezet. Ook het programma schijnt door Iswolski en Grey, al klaar gemaakt te zijn. Althans, Reuter semt dat de 011- (Uit het Duitsch). „Hiertoe was het maar het best, dat ik mijn vaderland den rug toe keerde en ergens anders mijn brood zocht. Deze onduidelijke voorstel lingen, die reeds vroeger mijn geiest hadden bezig gehouden, namen, in dat sombere nachtelijk uur van angst schielijk bepaalde vormen aan. Ik wilde mijn broeder de goedheid je gens mij vergelden. Ik wilde vluch ten, dan hield men mij voor den) dief en mijn broeder bleef buiten, verdenking. Men zou hem daln al leen bel n en mij can ondankbare noemen. Doch wat gaf dat, ais hij maar niet met sch n oneer broo deloos werd. Hij had voor vrouw en kinderen te zorgen ik 'niet „Ik deed hom mijn voorstel. In yreeselijken ziele: ngst beurde hij het goed, dat id m verwijderde. Wij spraken af, dat ik mij in een klein badplaatsje aan de Belgische kust zou ophouden, totdat ik tijding van hein had ontvangen. ..Hij hoopte het ergste te kunnen «.1 w enden en de schade te vergoeden, zonder dat de zaak publiek werd. feitelijk was het geld immers door de cautie gedekt. Werd echter da diefstal bekend en' viel de verden king op hem, dan moest in het erg ste geval eerder ik dan hij voor den schuldige doorgaan terwille van zijne arme jongens. En om hunnent wil dan ook, nam hij mijn offer aan „Hij drong mij uit zijn eigen zak de noodige middelen op en' ik verliet hem in zenuwachtigen haast. Toen ik naar boven naar mijne kamer snelde, om mijn reistasch te halen, hoorde ik hem nog eenmaal in een hartbrekende smart 'mijn naam roe pen, doch ik wilde dat vreeselijke afscheidstooneel niet nogmaals be leven, en spoedde mij zonder dralen naar buiten als een werkelijke dieft Ik kon spoedig jgog den sneltrein bereiken. Haastig liep ik voort. Slechts een enkel maal vertraagde ik mijne schreden en dat _wel op de plek, vanwaar ik uw huis kon zien. Ik wenkte u een stom afscheid toe, ofschoon mijn hart bloedde over uwe vermeende trouweloosheid. Had ik de waarheid vermoed,ik zou «den, weg der misleiding niet betreden hebben Malchen drongen de trainen in de oogen. „Nu is het toch zoo, als ik ver moed heb," zeide zij weemoedig: „Cyrill had toen wel gelijk met te zeggen dat kleine oorzaken vaak groote gevolgen hebben. Had ik niet gecoquetteerd en mij daarna zoo'n stijfkopje getoond, dan zoudt gij er zeer zeker niet aan gedacht hebban om een verkeerden weg iu te slaan, maar mij de verlegenheid nws broe ders toevertrouwd hebben en papa had ongetwijfeld geholpen." „Ja," gaf Gerhard toe, „de red ding was na,bij, wars ik niet te trotsch geweest, om tot u te gaan, maar ik hield mij voor bedrogen en bedroog mij zei ven. Gekrenkt, ver bitterd, teleurgesteld als ik was, zou ik voor niets ter wereld de hulp uws vaders hebben willen inroepen. Als bedelaar aangezien te worden, ter wijl Sabern als uw bruidegom was aangenomen, daarbij vergeleken wenkte mij, armen verblinde, de vlucht na,a.r Amerika nog als ver lokkend. In geheel jeiauwe vreem de toestanden zou ik mij het best thuis vinden, wanneer Raul slechts gered werd „Geheel vervuld met ideze angst volle vraag, bracht ik de eerste da gen eenzaam in het gelukkig bereik te Heyst aan de Belgischs kust door Niemand vermoedde en zocht mij daar. „In' het pas ontstane badplaatsje, zag men vreemde gasten veel to gaarne, dan dat men heb ve&l met vragen lastig zou gevalllen hebben. „Ik gaf mijne beide eerste namen op,: Peter Gerhard, men maakte daaruit „monsieur Gérard" en liet mij verder volkomen ongemoeid; Te vergeefs wachtte ik op de beloofde tijding totdat ik in een Duitsche courant de sensatie verwekkende ge schiedenis van den dood mijns broe ders, de besteling der kas en de op mij gevallen verdenking las. Aan vankelijk verlamde mij de schrik, weldra kwam ik tot het bewustzijn, dat nu alles voor mij verloren was Mijn plan was op eene vreeselijk© wijze vervuld geworden. In den be ginne gevoelde ik wel neiging om mij zeiven terstond a,an te geven en de verdenking te ontzenuwen. Doch zulks moest alsdan met dubbele kracht het aandenken aan den ar men schuldige bevlekken en zijne vrouw met de arme kinderen nog rampzaliger maken. Ik had voor nie mand te zorgen en volgens mijine meening bekommerd© zich ook geen sterveling meer om mij sinds mijn broeder heengegaan was. Ik besloot dus zijne schuld op "mij te laten rus ten en de gevolgen daarvan te dra gen." Malchen's hand legde zich thans zacht op den arm van den verhaler en diep bewogen zeide zij„Hij was de schuldige niet. Gerhard, ga hebt u, vergist." Daarop berichtte zij hem het on langs gebeurde en de bekentenis van mevrouw Cr&nau, zonder er echter van te gewagen hoe zij deze der ster vende lichter had gemaakt. Zij schilderde alleen Paul Cronau's edel karakter. De zoon van uw broeder, een knaap met een engelreine in borst en eene grootsche levensopvat ting," zeide zij, „was de goede, geest van zijne moeder, en hij rustte niet eerder vóór zij zich door eene boet vaardige schuldbekentenis den vre de barer ziel had verworven. Daar door zijt ge van alle verdenking ge reinigd. Cyrill moet u het overige maar vertellen." Cyrill verklaarde dan ook liet e©n het een en het ander aan den diep bewqgen vriend toen men een wei nig later gemoedelijk vereenigd in het gezellige vertrek zat, van welks wanden de portretten van Marcel- la's voorouders verwonderd op de Duitsch-sprekende groep blikten, waarin de aanvallige Canadeesch© het middenpunt uitmaakte. Zij was geheel oog en oor. De wending in oom Pierre's lot maakte haar als 't ware overmoedig en ver dreef de schuchterheid, .lie zich van haar als bruid meester wilde ma ken. Kinderlijk teeder vlijde zij zich tegqn. Malchen aan, die, den arm om haar nieuw zustertje geslagen, niets liever deed, dan Gerhard te hooren spreken. Zijne geschiedenis luidde kort als volgt: Van Heyst wa,s hij naar Antwer pen gegaan, vanwaar hij op een Pransch schip den overtocht naar Amerika deed. Op dit schip leerde hij een Fr^nschmsn keinjien, ure nimr Canada ging, waar hij reeds een broe der had wonen, die aan het hoof 1 eener groote handelszaak stond. Door een dienst, welk© Gerhard den reisgenoot bewees, verwierf hij zich dien warme toegenegenheid, aan welke hij later het overwinnen van menige moeilijkheid te danken had. Gaston de Dowial, zoo heette zijn© nieuwe vriend, haalde hem over om mede te gaan naar Canada, 'tgeenl Gerhard volgaarne deed. In New- York vertoefden zij slechts korten tijd, en toch zou dit verblijf voor den vluchteling bijna noodlottig zijn geworden. Op het schip had zich met hèn nog een Duitsche passagier bevonden, een arme, ziekelijke man, die na de landing in New-York lief- zelfde hotel als de beide vrienden koos. Gaston de Dowial bezat goe de aanbevelingen, hij gaf Gerhard voor zijn broeder uit. Men hield dezen dus voor een Franschman. Hij verzette zich niet hiertegen. Niette min zag hij zich op zekeren dag zon derlingerwij ze herkend. In het dichtste menschengewoel hoorde hij zich plotseling bij zijnen naam rov- pen.. Wordt verwijd.")

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1