DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
Aan onze abonnés.
Uit de Statenzaal.
Van alles wat!
BUITENLAND.
Kinderhuisvest 29«3I-33, Haarlem
I 2) J
DONDERDAG 22 OCTOBER 1908.
33ste Jaargang No. 67l8.
Bureaux van Redactie en Administratie:
Intercommunaal Telefoonnummer 1426.
De Directeur der Nieuwe Haar-
feineehe Courant noodigt allen, die
daartoe kunnen medewerken, drin-
flend uit, ons te willen helpen, opdat
advertentiën van veilingen, verkoo-
ifcigen, boelhuizen, grasverpachtingen
*a. ook in de Roorasche Courant
Van Haarlem en Omstreken worden
opgenomen.
Wanneer H.H. Notarissen en Make
laars door degenen, die bij deze
verkoopingen enz. betrokken zijn,
Hfdig op ons blad opmerkzaam wor
den gemaakt, zullen deze heeren niet
Weigeren ook in de Nieuwe Haar
lemsche Courant, die toch door een
>aer aanzienlijk deel der bewoners
Haarlem en Omstreken gelezen
Wordt, die advertentiën te plaatsen.
Wij bevelen deze belangrijke zaak
'n de aandacht van al onze lezers.
Verspreide Berichten<
peuiULCiON.
ÖE VERZOEKING.
i
ABONNEMENTPRIJS:
Per 3 maanden voor Haarlemf 1,85
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.95
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per postj 1.20
Afzonderlijke nummers 0,06
PRUS DER ADVERTENTIËN
Van 16 regelsf0,60 (contant) f0,50
Elke regel meer0,10
Gronte letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie a contant.
AUe betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van:
GULDEN bij IGfl GULDEN mn GULDEN bij O jï
verlies van éen tg 19 g v.rlies van I |||l verlies van BT fl B édn
hand of voet. B U BJI ^®n 00S- B Bi éen daim. ËJf a 1
GULDEN bij
levenslange onge
schiktheid tot
werken.
400
GULDEN bij
over lij don.
300
wgiviager.
15
•W6DEN bij
verlies van
éen anderen
vinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
Nalezing van de raadsvergadering.
Het was afdoen van het restje,
óat de Raad verleden week had
'aten staan, toen we zoo smulden
*an de onder wij zerstractemen ten.
En zoodoende was de raadszitting
van gisteren, waar niet minder dan
leden ontbraken, terwijl er nog
lWee vacatures zijn, vrij vroeg af-
Sfeloopen.
Toch zijn er in die paar uur nog wel
^üige dingen behandeld, van welke
efeh nalezing niet onwelkom zal
^jhl En dan wijzen we het eerst
het besluit in zake de Bloemen-
?*alsche tram. Gelukkig is nu de
patste slagboom gevallen, die het
l'jden van do Bloemendaalsche
tot voor het station tegen
heid. Dat heeft anders heel wat
het lijf gehadEn de heer Tjeenk
l^illink was er op het laatste oogen-
hik nog bij, om een spaak in het
Wiel te steken, geheel de zaak weer
losse schroeven te zetten. Hij
Jhlde, zooals gemeld is, de E. N. E.
L Verplichten, van Bloemendaal ko
kende, achter het Station om te rijden
hder het Janswegviaduct door, om
ht Stationsplein weer te verlaten
hder het Kruiswegviaduct.
Het rangeeren op on3 Stations
plein achtte de heer Tjeenk Willink
^Vaarlijk, nu er zooveel rails liggen,
11 er nog bijkomen
i Zelfs zeide hij, dat het bier op
hl Stationsplein drukker is dan
óór het Centraalstation te Am-
.®rdam, iets dat we zoo grif
l®t aannemen.
.Daar werden nog allerlei toe-
komstplannen en verwachtingen
van nóg drukker verkeer, van
grootenbloei onzer stad uitgesproken:
het is wel eens aardig, te hooren,
hoe optimistisch verschillende raads
leden kunnen keuvelen over wat
onze stad in de toekomst nog eens
zal kunnen wordenMaar veel
zaaks was het niet. En de heer
Thijseen gaf bovendien ten duide
lijkste aan, dat de stad in artikel 8
der concessie een voldoend middel
in de hand heeft om bij een moge
lijke reden van overwegend belang
nog veranderingen aan te brengen.
Het caroussel-rgden om het
Station heen dat zou op zomer-
sche Zondagmiddagen een aardig
heid kunnen geven 1 werd afge
stemd, en de opinie des heeren
Thijssen, dat de gemeente voor
alle bezwaren gedekt ie, zegevierde.
Zoo zal dan de Bloemendaalsche
tram eindelijk en ten leste vóór het
Station komen te staan. Een groote
grief van velen, en een groot on
gerief voor alle reizigers die ervan
gebruik maakten, wordt daarmede
weggenomen.
Daarbij komt nog een verlaagd ta
rief. wel, we voorspellen aan de
Bloemendaalsche tram een groote
populariteit, óok als stadstram voor
dat gedeelte der stad, dat zich in het
Noordwesten steeds gaandeweg uit
breidt I
Dat tramvoorstel was wel het
interessantste van' de heele raads
zitting, al schuilden nog onder meer
kleine voorstellen zeer belangrijke
belangen. Onder de kleinere, minder
belangrijke halen we evenwel nog
op de korte discussie, die door den
heer van de Kamp werd ingezet
over Staatspensioneering. Blijkbaar
veel gevoelend voor het, ook ons
sympathieke idéé van Staatspensioen
op zekeren leeftijd voor ouden van
dagen, ging de heer van de Kamp
wat ver, door het streven en wer
ken van den bekende „Bond voor
Staatspensioneering" uitbundig te
loven. Immersal wil men het doel,
dan sluit dat toch nog geen instem
ming in met de wijze waarop ande
ren datzelfde doel bereiken willen!
En dat de wijze, waarop met name
deze Bond tot staatspensioneering
komen wil, en de uitwerking van
de plannen die dit lichaam voor
staat, niet de goede moet worden
geacht, is juist onlangs in de, door
den heer de Braai aangehaalde
„Volksbanier" zeer goed uiteenge
zet. Dat de heer van de Kamp die
zienswijze niet aanvaardde, doet ons
leed voor zijn anders zoo scherp
en juist inzicht. Heeft de heer van
de Kamp zich niet ietwat laten
meeslepen door zijn instemming
met het algemeen beginselpensioen
voor den ouden arbeider, en het
werken van dezen onderhavigen
Bond daarbij niet wat over het hoofd
gezien?
Voor het overige der vergadering
verwijzen we naar ons uitvoerig
raadsverslag. Alleen willen we re-
leveeren, dat we door de opmerkin
gen van den heer Rinkema tegen
over den heer de Braai, die de
aandacht vestigde op de toewijzing
van de aanbesteding van ruim
f30.000 verleden week, welke naar
een buitenman ging, terwijl een
Haarlemmer slechts een f180 hoo-
ger was, niet bevredigd zijn.
Wat de heer Rinkema alzoo op
merkte, sneed in dit onderhavig
geval geen hout. En noode misten
we dan ook een woord van den
wethouder-zelf. Deze zweegvoel
de hij soms een beetje schuld, heeft
hij er niet zoo op gelet?
XI.
Lichtschuwheid.
Ik hoor, dat ons gemeentebestuur
een maatregel genomen heeft, die
ik voor onzen tijd toch wel heel
curieus noemen mag.
Het heeft n. 1. aan alle ambte
naren in gemeentelijken dienst bij
uitdrukkelijke order verboden, iets
te openbaren van de zaken die ze
behandelen, of waarvan ze door hun
betrekkiug kennis krijgen.
Ik zou me sterk vergissen, wan
neer die order niet op een of andere
manier samenhing met de kwestie,
die onlangs in de Haarlemsche
Couranten eenige vinnige artikel
tjes deed verschijnen, toen een der
bladen een mededeeling deed over
een brief van den commissaris van
politie, welke door de anderen als
„geheim" was beschouwd.
Intusschen wat de aanleiding
ook mag wezen van dien nieuwen
maatregel, ik kan niet anders dan
dien betreuren.
Het is een lichtschuwheid, die tot
dusverre alleen bij de politie werdaan-
getroffen, en die daar dan ook door
onze stedelijke couranten, de „Nieu
we Haarlemsche" voorop, be
hoorlijk wordt H faire genomen.
Het dwaze stelsel van alles te ver
heimelijken, dat bij de Haarlemsche
politie heerscht op order van hoo-
Wij laten deze opvatting van omen
medewerker F. geheel voor zijne rekening.
Onzerzijds wenschen we de diecuseie over
deze zaak niet meer te heropenen.
Redactie.
gerhand, en dat nog kluchtiger
wordt door de komedie van het
officiëele, aan de couranten eiken
dag medegedeelde „politierapport*
dat een persiflage is op wat er eigen
lijk gebeurd is, zooals elke lezer
van de courant dagelijks ziet,
dat dwaze stelsel zal dan nu in alle
takken van gemeentelijken dienst
in zwang komen?
Ik zou het ernstig betreuren, wan
neer dat waar is
Natuurlijk heb ik hier alleen het
oog op dat gedeelte van den nieuwen
maatregel, dat de pers raakt.
Ik vindt het onverstandig en
onhandig en onnoodig, de pers te
belemmeren in hare taak, de publieke
zaak publiek te behandelen.
Daar wordt in onze gemeente
toch al geheimhouding genoeg be
dreven, en het echt-Haarlemsche
gebrek van kringetjes-geest en on
deronsjes behoeft dan toch in de
publieke administratie niet verder
te worden doorgevoerd dan al ge
schiedt I
Ik herinner hier aan de nog
immer door de stedelijke bladen
te vergeefs gewenschte inzage
van toelichtende memories enz. bij
de raadstukken, een zaak waarover
de Haagsche briefschrijver van dit
blad onlangs, met een verwijzing
naar de royale manier waarop in
's-Gravenhage wordt gehandeld, zijn
verbazing te kennen gaf.
Ik herinner ook aan het dwaze
gedoe van de politie-autoriteiten
tegenover de berichtgevers der
stedelijke bladen, waardoor dezen
het maken van de rubriek, die de
Franschen les faits divers noe
men, onnoodig bemoeielijkt wordt.
Onnoodig! Want de kranten
komen met die berichten van de
straat toch, Wie deze courant ge
regeld leest, zal ervaren dat juist
die rubriek der gebeurtenissen van
den dag een der volledigste en
beste is, ondanks de volstrekte
weigering van de politieautoriteiten,
om over ongevallen, in-hechtenis
nemingen,straatvoorvallen, optreden
bij standjes, misdaden of overtre
dingen, iets te vertellen aan de
plaatselijke pers 1 De kranten weten
wel een weg, om die berichten
toch goed en volledig mede te
deelen,daar kunnen al die
lichtschuwe maatregelen van hen,
die de zaakjes liever „onder ons"
houden, niets aandoen.
Maar met dat al wordt de courant
in haar werk bemoeilijkt, zat men
de deur open voor onbescheiden
heden en misschien ook voor onjuist
heden.
Neen, de ware weg zou dunkt
me deze zijn, dat men bij navraag
zooveel mogelijk de pers ter wille
ware 1 Zulk eene welwillendheid
zou op prijs worden gesteld, en
van onbescheidenheden, van het
publiek maken van ongewonechte
dingen zou dêtn juist geen sprake
meer zijn! Want de journalist die
zijn vak verstaat en zijn roeping
begrijpt, is eerder bescheiden en
terughoudend, dan onkiesch of in
discreet, wanneer hij volkomen
wordt ingelicht! Ik beveel over dit
onderwerp de lezing aan van de
voortreffelijke inleiding van den
heer van Vuuren op den Haarlem-
schen Katholiekendag!
Ik wil dus maar zeggen, dat ik
het genömen besluit wanneer
werkelijk waar is wat men daarvan
mij mededeelde in hooge mate
betreur.
Zoowel voor de ambtenaren zelf,
die er een ongewenschten band door
krijgen, als voor het publiek, dat
recht heeft op voorlichting, op pu
blieke bespreking van de publieke
zaak, op openbare en volledige be
handeling van de dingen der ge
meente.
Lichtschuwheid is altijd verkeerd,
maar voornamelijk daór, waar het
algemeen belang ermee is gemoeid.
En dat maatregelen als deze licht
schuwheid verraden, kan dunkt me
niet wel worden ontkend 1
F.
DE BALKAN
De conferentie.
Het lijkt ons, dat de Conferentie
der mogendheden wel niet zal door
gaan
Vooreerst zijn, zooals we gisteren
al gemeld hebben, Turkij e en Bulga-
rije op eigen houtje reeds officieus
aan het confereeren.
En de officiëele onderhandelingen
zullen wel volgen!
Daarenboven willen ook Oosten
rijk en .Turkije samen wel de zaken
regelen. De boycot van Oostenrijk-
sche schepen is geëindigd, en dat
heeft al veel hijgedragen tot verzoe
ning.
En Oostenrijk heeft gisteren door
baron yon Aerenthal een duidelijke
wenk over de zaken gegeven, Deze
verklaarde op een vraag in de verte
genwoordiging
De monarchie houdt voeling met
Turkije pver alle hangende vraag
stukken Zij had nog geen uitnoodi-
ging tot een conferentie ontvangen
en zou er alléén aan deelnemen, in
dien het Bosnische vraagstuk, dat
tusschen Oostenrijk-Ho|ugarije en.
Turkije rechtstreeks geregeld moet
worden, niet op het program voor
komt Wat Bulgarije betreft, heeft
Oostenrijk-Hopgarije na de uitroe
ping van de onafhankelijkheid bij
eenige kabinetten vertrouwelijke
stappen gedaan, om die onafhanke
lijkheid te doen erkennen, onder
voorbehoud echter, dat Bulgarije
voor den Oostersehen spoorweg .een
stoffelijke genoegdoening geve en,
zich over Oost-Roemenië met Turkije
staan zou.
Nu, de Bosnische kwestie schrap
pen van het conferentie-program
lijkt inderdaad te gek: het is haas<
het eenige da,t de mogendheden juist
er op willen Zetten!
En daar verklaard is dat -ie Con
ferentie alléén ^loorgaat als allen er
aan deelnemen, ligt de conclusie die
we aan den aanhef dezes maakten,
voor de hand
Servië.
Merkwaardig is de uitlegging,
die door sommigen wordt gegeven,
van het dwaze, schetterende optre
den van den Servischen kroonprins
Da,t moet een afgesproken komedie
wezende koning kan niet veel zeg
gen over oorlog, en toch moet het
volk worden gerustgesteld En zoo
wordt de kroonprins, die onverant
woordelijk is, op den voorgrond ge
schoven en .i de dynastie der;
Karageorgewitsen blijft populair.
Als 't waar is, is het even gewaagd
spel als we eerst meenden!
JAPANu
De Amerikaansehe Armada.
1 De schitterende ontvangst van de
Amerikaansehe vloot van de zijde
der Japanners vindt in de Ameri
kaansehe pers veel waardeering.
De Japanners laten dan ook niets
achterwege om den Amerikanen van,
hun vredelievendheid te overtuigen.,
Admiraal Sperry, de bevelhebber
van de vloot, is gisteren door den;
Mikado in audiëntie ontvangen. De
admiraal overhandigde den keizer
een boodschap van president Roose-
veld, de verzekering gevende van de
vriendschap van het Amerikaansehe
volk voor Japan-
De prins en de Amerikaan
sehe. De berichten orer het Toorgeno-
men huweljjk ran juffrouw Elkins met
den hertog der Abruazen luiden nu weer
zoo beslist mogelijk: Het huweljjk zal
doorgaan, zoo wordt na berioht, en
juffrouw Elkins, die katholiek wordt, zal
met den prins in den echt worden Ter
bonden te Baltimore. Kardinaal Gibbons
zal het huwelijk inzegenen. De konirg
yan Italië zal zich bï de plechtigheid
doen vertegenwoordigen door den prins
Tan Turjjn. Ook wordt gemeld, dat de
prins door een kruiser uit de Vereenigde
Staten naar het Taderland aal worden
teruggebracht, welk schip dan begeleid
wordt door andere Italiaanecbe kxuieers.
Zeppelin. Uit Friedrichshafen
meldde men gieteraTond, dat graaf Zep
pelin hedenoehtend tusschen achten en
negenen zijn eerste opstijging met zijn
nieuwe luchtschip zon ondernemen. Men
elk een zonderlinge,n inidruk
Lakten idie woorden op mij Wat
Lu mijn zorgzame moeder zeggen,
Wt zou zij gevoelen, als zij wist,
kV1 haar zoon op het punt was ge
feest een dief te worden. Langen!
'W lag mij dit woord, op de lippen,
.Pordat ili het kon uitspreken, maar
dhdeljjk kon ik het toch niet weer-
vPbdenak was aan ajngst, dat men
v]Jhe poging ontdekt hajcL,_ en zelf-
jplt ten propi. De nacht ging voor-
zonder dat ik een oog sloot;
jUerlei angstige gedachten door-
Jpüsten mijne ziel en toen de mor-
^hschemering aanbrak, stond ik _op
spoedde mij zelfs, voordat mijne
L°eder en zuster bij Ida hand waren,
Wr buiten Ik keerde eerst terug
feu het ontbijt gereed was. Midde-
tjL^ijl had ik zooveel bebeersehing
dfep mij zeiven verkregen, dat mijn
■koldijk niets meer verried. Noch-
knaagde de wiorm aan mijn
(jTt; ik gevoelde, mij zelf schul-
s lk. het voornemen stelde ik gelijk
*5 de da,ad.
r 'n Jen voormiddag ging ik met
mijn zuster naar de kerk, ein nau
welijks was ik het statige gebouw
binnengetreden, of mijn oogen ont
moetten die des patroons Hij zag
mij scherp aan en een pijnlijk gevoel
lag op mijn. gelaat te lezen. Toen de
dienst geëindigd was, zag ik hem
met den kleermaker in gesprek en
ik merkte op, dat zij een ernstige
woordenwisseling voerden en het
ontging mü niet, dat ide kleermaker
mij eenmaal met den vinger aanduid
de. Toen was ik bijna zeker, dat al
les ontdekt wns.
„Maar mijn hemel, Karei, Wat
scheelt er toch aan riep.mijnle zus
ter uit, terwijl ze mijne handgreep
„Hij valt in zwijm." Ik hoorde een
dof gemurmel om mij heen, en toen
ik omzag, ontmoette ik den blik van
Julia, de dochter van mijn patroon.
Zij was verschrikt, en zonder dat ik
er mij rekenschap van kon geven, ge
voelde ik op het oogenblik, dat zij
mij liefhad. Miaar deze' gedachte
maakte plaats voor die andere, die
vreeselijke, welke mij aan haar ver
achting moest prijsgeven.
Bleek en ontdaan snelde ik heen,
terwijl ik op de dringende vragein
van mijn zuster Lucy slechts ant
woordde, dat ik mij zeer ziek gevoel-'
de. Hoe ongelukkig was ik bij de
gedachte, dat mijn chef mij haid be
trapt, en dat mijn patroon mij het
vertrouwen zou ontzeggen, omdat
hij iemand die schulden had, (niet
vertrouwen kon. Dat hij zulks wist,
bewees reeds den blik, dien hij op
mij wierp, en het gesprek met den
kleermaker.
Dien namiddag durfde ik mij niet
ter kerke hegevengeen wonder, dat
mijn moeder zich pijnigde met da ge
dachte, wat toch wel de oorzaak
van mijn lijden kon zijn. Indien zij
mij slechts aan mij zelf had overge
laten, zou ik mij minder ongelukkig
gevoeld hebben. Zij bleef echter bij
mij, vroeg mij naar allerlei zaken en
onder anderen pok, of ik schulden:
had, die zij in menig opzicht als
de eenige reden voor alle oneerlijk
heid beschouwde. Op die vraag ant
woordde ik met een lengenhet was
de eerste, waaraan ik mij tegenover
die edele vrouw schuldig maakte,
[Wederom ging een nacht in ang
stige spanning voorhij, angstiger
nog dan de vprige, omdat ik wist,
dat ide morgen alles aan het licht
zou brengen Reeds dadelijk zou ik
mijn chef ontmoeten Vroegtijdig be
gaf ik mij naar beneden en vo|nd er
mijn moeder reeds; zij was bleek
als had de hand des doods haar aan
geraakt Een oogenblik vergat ik
het zieleleeid, dat mij kwelde, en
viel haar om den hals Zij zag mij
aan met een blik, dien ik nimmer
zal vergeten en vroeg mij daarna:
„Karei, gij hebt u toch aan geen
overtreding schuldig gemaakt?"
In plaats van te antwoorden, liet
ik mijn hoofd op haar schouder val
len en barstte uit in tranen Toen
stiet zij mij zachtjes van haar af
en voegde mij op half verwijtenden
toon "toe: „Spoed u naar den win
kel, uw; patroon wenscht u te spre-
ken"?
Ik gevoelde dat haar hart was ge
broken
Zonder mijn ontbijt te gebruiken,
gaf ik aan dat bevel gehoor. Op
straat scheen het mij toe alsof ieder
aan mij kon zien, wat fer in mijn
ziel omging. Geen twijfel meer of
elkeen wist wat er gebeurd' was
Aan den versohrikkelijksten angst
ten prooi, besloot ik te vluchten, en
zeer zeker had ik dit plan ten uit
voer gebracht, hadde ik mijn zuster
niet ontmoet, die, mij onder den arm
nemende, mij voor iets ergers spaar
de.
Wij bereikten eindelijk oinze be
stemming en zoodra wij dein winkel
waren binnengekomein, vierzoeht de
chef mij op koelen toon, mij naar
het bureel van den patrooin te be
geven. Ik stond gedachteloos en als
verpletterd over het lot, dat mij te
wachten stond, met den rag naar
de deur gekeerd. Plotseling voelde
ik een krachtige hand mijn schou
ders aanvatten en de woorden„Ka,
rel, Karei," wekte mii als ©en elec-
trische schok uit mijne verbijstering
op. Ik waagde het echter mijn pa
troon in de oogen te zien, toein hij
mij op vriendelijken toon zeide
„Wat scheelt er aan? Kom, kom,
gij moogt den moed niet laten zin
ken. Z oo hoog is de nood niet ge
klommen."
Een koud zweet bedekte mijn voor
hoofd; mijn lichaam begon te be
ven, en mijn gezicht werd als bene
veld, toen hij vervolgde:
„Mijn dochter heeft mij gezegd,
dat gij geheel uw salaris aan^uwe
moeder geeft. Dat is braaf van u,
zeer braafmaar hoe maakt gij het
dan met uw behoeften
Stamelend antwoordde ik:
„Behoeften heb ik niet, behalve.,®
kleed..:
De laatste letters bleven mij in
de keel steken
„En daarvoor maaktet gij schul
den, hè?"
„Ja, mijnheer, maar nimmer, 'nim
mer doe ik het weer. Eerder zal ik
lompen dragen, dan mij nog in schul
den te steken. Ik heb veel geleden
die ééne rekening beeft mij tien ja
ren ouder en wijzer gemaakt."
„Ferm zoo, jongen. Maar gij ver
dient geholpen te worden. Reeds
voor eenigen tijd wilde ik n opslag
geven, en thans wil ik aan mijn voor
nemen gevolg geven. Ziedaar, daar
hebt ge honderd francs op uw salaris
der laatste vier maanden, en die
verhooging zal tot liet einde van het
jaar van kracht blijven, We zullen
dan zien, of gij u waardig hebt ge
maakt eerste klerk te worden."
Zonder te letten op de laatste
woorden, nam ik het geld, spoedde
mij naar den kleermaker en daarna
na mijn moeder, die ik thans weder
omhelsde, zooals ik yroeger altijd
gewoon was.
De gedachte echter aan ,de ver
zoeking, waaraan ik had blootge
staan, en waarvan ik bijna het
slachtoffer was geworden, drukte
mij nog menigmaal, doch zij was pij
nigend genoeg om mij voor het ver
volg te bewaren
Jaren zijn er sedert voorbijgegaan,).
Mijn patroon is een oud man gewor
den; mijn kinderen zijn zijn klein
kinderen en de manufacturenzaak
behoort inij voor de helft in eigen
dom. Mijn moeder woont bij ons ia
en dankt er den hemel voor, dat heb
slechts bij dien eenen bitteren drop
pel is gebleven, disn ik in haar le
vensbeker stortte.
EINDE.