DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. Aan onze abonnés. Uit de Statenzaal. Van alles wat! BUITENLAND. Kinderhuisvest 29«3I-33, Haarlem I 2) J DONDERDAG 22 OCTOBER 1908. 33ste Jaargang No. 67l8. Bureaux van Redactie en Administratie: Intercommunaal Telefoonnummer 1426. De Directeur der Nieuwe Haar- feineehe Courant noodigt allen, die daartoe kunnen medewerken, drin- flend uit, ons te willen helpen, opdat advertentiën van veilingen, verkoo- ifcigen, boelhuizen, grasverpachtingen *a. ook in de Roorasche Courant Van Haarlem en Omstreken worden opgenomen. Wanneer H.H. Notarissen en Make laars door degenen, die bij deze verkoopingen enz. betrokken zijn, Hfdig op ons blad opmerkzaam wor den gemaakt, zullen deze heeren niet Weigeren ook in de Nieuwe Haar lemsche Courant, die toch door een >aer aanzienlijk deel der bewoners Haarlem en Omstreken gelezen Wordt, die advertentiën te plaatsen. Wij bevelen deze belangrijke zaak 'n de aandacht van al onze lezers. Verspreide Berichten< peuiULCiON. ÖE VERZOEKING. i ABONNEMENTPRIJS: Per 3 maanden voor Haarlemf 1,85 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.95 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per postj 1.20 Afzonderlijke nummers 0,06 PRUS DER ADVERTENTIËN Van 16 regelsf0,60 (contant) f0,50 Elke regel meer0,10 Gronte letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie a contant. AUe betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van: GULDEN bij IGfl GULDEN mn GULDEN bij O jï verlies van éen tg 19 g v.rlies van I |||l verlies van BT fl B édn hand of voet. B U BJI ^®n 00S- B Bi éen daim. ËJf a 1 GULDEN bij levenslange onge schiktheid tot werken. 400 GULDEN bij over lij don. 300 wgiviager. 15 •W6DEN bij verlies van éen anderen vinger. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. Nalezing van de raadsvergadering. Het was afdoen van het restje, óat de Raad verleden week had 'aten staan, toen we zoo smulden *an de onder wij zerstractemen ten. En zoodoende was de raadszitting van gisteren, waar niet minder dan leden ontbraken, terwijl er nog lWee vacatures zijn, vrij vroeg af- Sfeloopen. Toch zijn er in die paar uur nog wel ^üige dingen behandeld, van welke efeh nalezing niet onwelkom zal ^jhl En dan wijzen we het eerst het besluit in zake de Bloemen- ?*alsche tram. Gelukkig is nu de patste slagboom gevallen, die het l'jden van do Bloemendaalsche tot voor het station tegen heid. Dat heeft anders heel wat het lijf gehadEn de heer Tjeenk l^illink was er op het laatste oogen- hik nog bij, om een spaak in het Wiel te steken, geheel de zaak weer losse schroeven te zetten. Hij Jhlde, zooals gemeld is, de E. N. E. L Verplichten, van Bloemendaal ko kende, achter het Station om te rijden hder het Janswegviaduct door, om ht Stationsplein weer te verlaten hder het Kruiswegviaduct. Het rangeeren op on3 Stations plein achtte de heer Tjeenk Willink ^Vaarlijk, nu er zooveel rails liggen, 11 er nog bijkomen i Zelfs zeide hij, dat het bier op hl Stationsplein drukker is dan óór het Centraalstation te Am- .®rdam, iets dat we zoo grif l®t aannemen. .Daar werden nog allerlei toe- komstplannen en verwachtingen van nóg drukker verkeer, van grootenbloei onzer stad uitgesproken: het is wel eens aardig, te hooren, hoe optimistisch verschillende raads leden kunnen keuvelen over wat onze stad in de toekomst nog eens zal kunnen wordenMaar veel zaaks was het niet. En de heer Thijseen gaf bovendien ten duide lijkste aan, dat de stad in artikel 8 der concessie een voldoend middel in de hand heeft om bij een moge lijke reden van overwegend belang nog veranderingen aan te brengen. Het caroussel-rgden om het Station heen dat zou op zomer- sche Zondagmiddagen een aardig heid kunnen geven 1 werd afge stemd, en de opinie des heeren Thijssen, dat de gemeente voor alle bezwaren gedekt ie, zegevierde. Zoo zal dan de Bloemendaalsche tram eindelijk en ten leste vóór het Station komen te staan. Een groote grief van velen, en een groot on gerief voor alle reizigers die ervan gebruik maakten, wordt daarmede weggenomen. Daarbij komt nog een verlaagd ta rief. wel, we voorspellen aan de Bloemendaalsche tram een groote populariteit, óok als stadstram voor dat gedeelte der stad, dat zich in het Noordwesten steeds gaandeweg uit breidt I Dat tramvoorstel was wel het interessantste van' de heele raads zitting, al schuilden nog onder meer kleine voorstellen zeer belangrijke belangen. Onder de kleinere, minder belangrijke halen we evenwel nog op de korte discussie, die door den heer van de Kamp werd ingezet over Staatspensioneering. Blijkbaar veel gevoelend voor het, ook ons sympathieke idéé van Staatspensioen op zekeren leeftijd voor ouden van dagen, ging de heer van de Kamp wat ver, door het streven en wer ken van den bekende „Bond voor Staatspensioneering" uitbundig te loven. Immersal wil men het doel, dan sluit dat toch nog geen instem ming in met de wijze waarop ande ren datzelfde doel bereiken willen! En dat de wijze, waarop met name deze Bond tot staatspensioneering komen wil, en de uitwerking van de plannen die dit lichaam voor staat, niet de goede moet worden geacht, is juist onlangs in de, door den heer de Braai aangehaalde „Volksbanier" zeer goed uiteenge zet. Dat de heer van de Kamp die zienswijze niet aanvaardde, doet ons leed voor zijn anders zoo scherp en juist inzicht. Heeft de heer van de Kamp zich niet ietwat laten meeslepen door zijn instemming met het algemeen beginselpensioen voor den ouden arbeider, en het werken van dezen onderhavigen Bond daarbij niet wat over het hoofd gezien? Voor het overige der vergadering verwijzen we naar ons uitvoerig raadsverslag. Alleen willen we re- leveeren, dat we door de opmerkin gen van den heer Rinkema tegen over den heer de Braai, die de aandacht vestigde op de toewijzing van de aanbesteding van ruim f30.000 verleden week, welke naar een buitenman ging, terwijl een Haarlemmer slechts een f180 hoo- ger was, niet bevredigd zijn. Wat de heer Rinkema alzoo op merkte, sneed in dit onderhavig geval geen hout. En noode misten we dan ook een woord van den wethouder-zelf. Deze zweegvoel de hij soms een beetje schuld, heeft hij er niet zoo op gelet? XI. Lichtschuwheid. Ik hoor, dat ons gemeentebestuur een maatregel genomen heeft, die ik voor onzen tijd toch wel heel curieus noemen mag. Het heeft n. 1. aan alle ambte naren in gemeentelijken dienst bij uitdrukkelijke order verboden, iets te openbaren van de zaken die ze behandelen, of waarvan ze door hun betrekkiug kennis krijgen. Ik zou me sterk vergissen, wan neer die order niet op een of andere manier samenhing met de kwestie, die onlangs in de Haarlemsche Couranten eenige vinnige artikel tjes deed verschijnen, toen een der bladen een mededeeling deed over een brief van den commissaris van politie, welke door de anderen als „geheim" was beschouwd. Intusschen wat de aanleiding ook mag wezen van dien nieuwen maatregel, ik kan niet anders dan dien betreuren. Het is een lichtschuwheid, die tot dusverre alleen bij de politie werdaan- getroffen, en die daar dan ook door onze stedelijke couranten, de „Nieu we Haarlemsche" voorop, be hoorlijk wordt H faire genomen. Het dwaze stelsel van alles te ver heimelijken, dat bij de Haarlemsche politie heerscht op order van hoo- Wij laten deze opvatting van omen medewerker F. geheel voor zijne rekening. Onzerzijds wenschen we de diecuseie over deze zaak niet meer te heropenen. Redactie. gerhand, en dat nog kluchtiger wordt door de komedie van het officiëele, aan de couranten eiken dag medegedeelde „politierapport* dat een persiflage is op wat er eigen lijk gebeurd is, zooals elke lezer van de courant dagelijks ziet, dat dwaze stelsel zal dan nu in alle takken van gemeentelijken dienst in zwang komen? Ik zou het ernstig betreuren, wan neer dat waar is Natuurlijk heb ik hier alleen het oog op dat gedeelte van den nieuwen maatregel, dat de pers raakt. Ik vindt het onverstandig en onhandig en onnoodig, de pers te belemmeren in hare taak, de publieke zaak publiek te behandelen. Daar wordt in onze gemeente toch al geheimhouding genoeg be dreven, en het echt-Haarlemsche gebrek van kringetjes-geest en on deronsjes behoeft dan toch in de publieke administratie niet verder te worden doorgevoerd dan al ge schiedt I Ik herinner hier aan de nog immer door de stedelijke bladen te vergeefs gewenschte inzage van toelichtende memories enz. bij de raadstukken, een zaak waarover de Haagsche briefschrijver van dit blad onlangs, met een verwijzing naar de royale manier waarop in 's-Gravenhage wordt gehandeld, zijn verbazing te kennen gaf. Ik herinner ook aan het dwaze gedoe van de politie-autoriteiten tegenover de berichtgevers der stedelijke bladen, waardoor dezen het maken van de rubriek, die de Franschen les faits divers noe men, onnoodig bemoeielijkt wordt. Onnoodig! Want de kranten komen met die berichten van de straat toch, Wie deze courant ge regeld leest, zal ervaren dat juist die rubriek der gebeurtenissen van den dag een der volledigste en beste is, ondanks de volstrekte weigering van de politieautoriteiten, om over ongevallen, in-hechtenis nemingen,straatvoorvallen, optreden bij standjes, misdaden of overtre dingen, iets te vertellen aan de plaatselijke pers 1 De kranten weten wel een weg, om die berichten toch goed en volledig mede te deelen,daar kunnen al die lichtschuwe maatregelen van hen, die de zaakjes liever „onder ons" houden, niets aandoen. Maar met dat al wordt de courant in haar werk bemoeilijkt, zat men de deur open voor onbescheiden heden en misschien ook voor onjuist heden. Neen, de ware weg zou dunkt me deze zijn, dat men bij navraag zooveel mogelijk de pers ter wille ware 1 Zulk eene welwillendheid zou op prijs worden gesteld, en van onbescheidenheden, van het publiek maken van ongewonechte dingen zou dêtn juist geen sprake meer zijn! Want de journalist die zijn vak verstaat en zijn roeping begrijpt, is eerder bescheiden en terughoudend, dan onkiesch of in discreet, wanneer hij volkomen wordt ingelicht! Ik beveel over dit onderwerp de lezing aan van de voortreffelijke inleiding van den heer van Vuuren op den Haarlem- schen Katholiekendag! Ik wil dus maar zeggen, dat ik het genömen besluit wanneer werkelijk waar is wat men daarvan mij mededeelde in hooge mate betreur. Zoowel voor de ambtenaren zelf, die er een ongewenschten band door krijgen, als voor het publiek, dat recht heeft op voorlichting, op pu blieke bespreking van de publieke zaak, op openbare en volledige be handeling van de dingen der ge meente. Lichtschuwheid is altijd verkeerd, maar voornamelijk daór, waar het algemeen belang ermee is gemoeid. En dat maatregelen als deze licht schuwheid verraden, kan dunkt me niet wel worden ontkend 1 F. DE BALKAN De conferentie. Het lijkt ons, dat de Conferentie der mogendheden wel niet zal door gaan Vooreerst zijn, zooals we gisteren al gemeld hebben, Turkij e en Bulga- rije op eigen houtje reeds officieus aan het confereeren. En de officiëele onderhandelingen zullen wel volgen! Daarenboven willen ook Oosten rijk en .Turkije samen wel de zaken regelen. De boycot van Oostenrijk- sche schepen is geëindigd, en dat heeft al veel hijgedragen tot verzoe ning. En Oostenrijk heeft gisteren door baron yon Aerenthal een duidelijke wenk over de zaken gegeven, Deze verklaarde op een vraag in de verte genwoordiging De monarchie houdt voeling met Turkije pver alle hangende vraag stukken Zij had nog geen uitnoodi- ging tot een conferentie ontvangen en zou er alléén aan deelnemen, in dien het Bosnische vraagstuk, dat tusschen Oostenrijk-Ho|ugarije en. Turkije rechtstreeks geregeld moet worden, niet op het program voor komt Wat Bulgarije betreft, heeft Oostenrijk-Hopgarije na de uitroe ping van de onafhankelijkheid bij eenige kabinetten vertrouwelijke stappen gedaan, om die onafhanke lijkheid te doen erkennen, onder voorbehoud echter, dat Bulgarije voor den Oostersehen spoorweg .een stoffelijke genoegdoening geve en, zich over Oost-Roemenië met Turkije staan zou. Nu, de Bosnische kwestie schrap pen van het conferentie-program lijkt inderdaad te gek: het is haas< het eenige da,t de mogendheden juist er op willen Zetten! En daar verklaard is dat -ie Con ferentie alléén ^loorgaat als allen er aan deelnemen, ligt de conclusie die we aan den aanhef dezes maakten, voor de hand Servië. Merkwaardig is de uitlegging, die door sommigen wordt gegeven, van het dwaze, schetterende optre den van den Servischen kroonprins Da,t moet een afgesproken komedie wezende koning kan niet veel zeg gen over oorlog, en toch moet het volk worden gerustgesteld En zoo wordt de kroonprins, die onverant woordelijk is, op den voorgrond ge schoven en .i de dynastie der; Karageorgewitsen blijft populair. Als 't waar is, is het even gewaagd spel als we eerst meenden! JAPANu De Amerikaansehe Armada. 1 De schitterende ontvangst van de Amerikaansehe vloot van de zijde der Japanners vindt in de Ameri kaansehe pers veel waardeering. De Japanners laten dan ook niets achterwege om den Amerikanen van, hun vredelievendheid te overtuigen., Admiraal Sperry, de bevelhebber van de vloot, is gisteren door den; Mikado in audiëntie ontvangen. De admiraal overhandigde den keizer een boodschap van president Roose- veld, de verzekering gevende van de vriendschap van het Amerikaansehe volk voor Japan- De prins en de Amerikaan sehe. De berichten orer het Toorgeno- men huweljjk ran juffrouw Elkins met den hertog der Abruazen luiden nu weer zoo beslist mogelijk: Het huweljjk zal doorgaan, zoo wordt na berioht, en juffrouw Elkins, die katholiek wordt, zal met den prins in den echt worden Ter bonden te Baltimore. Kardinaal Gibbons zal het huwelijk inzegenen. De konirg yan Italië zal zich bï de plechtigheid doen vertegenwoordigen door den prins Tan Turjjn. Ook wordt gemeld, dat de prins door een kruiser uit de Vereenigde Staten naar het Taderland aal worden teruggebracht, welk schip dan begeleid wordt door andere Italiaanecbe kxuieers. Zeppelin. Uit Friedrichshafen meldde men gieteraTond, dat graaf Zep pelin hedenoehtend tusschen achten en negenen zijn eerste opstijging met zijn nieuwe luchtschip zon ondernemen. Men elk een zonderlinge,n inidruk Lakten idie woorden op mij Wat Lu mijn zorgzame moeder zeggen, Wt zou zij gevoelen, als zij wist, kV1 haar zoon op het punt was ge feest een dief te worden. Langen! 'W lag mij dit woord, op de lippen, .Pordat ili het kon uitspreken, maar dhdeljjk kon ik het toch niet weer- vPbdenak was aan ajngst, dat men v]Jhe poging ontdekt hajcL,_ en zelf- jplt ten propi. De nacht ging voor- zonder dat ik een oog sloot; jUerlei angstige gedachten door- Jpüsten mijne ziel en toen de mor- ^hschemering aanbrak, stond ik _op spoedde mij zelfs, voordat mijne L°eder en zuster bij Ida hand waren, Wr buiten Ik keerde eerst terug feu het ontbijt gereed was. Midde- tjL^ijl had ik zooveel bebeersehing dfep mij zeiven verkregen, dat mijn ■koldijk niets meer verried. Noch- knaagde de wiorm aan mijn (jTt; ik gevoelde, mij zelf schul- s lk. het voornemen stelde ik gelijk *5 de da,ad. r 'n Jen voormiddag ging ik met mijn zuster naar de kerk, ein nau welijks was ik het statige gebouw binnengetreden, of mijn oogen ont moetten die des patroons Hij zag mij scherp aan en een pijnlijk gevoel lag op mijn. gelaat te lezen. Toen de dienst geëindigd was, zag ik hem met den kleermaker in gesprek en ik merkte op, dat zij een ernstige woordenwisseling voerden en het ontging mü niet, dat ide kleermaker mij eenmaal met den vinger aanduid de. Toen was ik bijna zeker, dat al les ontdekt wns. „Maar mijn hemel, Karei, Wat scheelt er toch aan riep.mijnle zus ter uit, terwijl ze mijne handgreep „Hij valt in zwijm." Ik hoorde een dof gemurmel om mij heen, en toen ik omzag, ontmoette ik den blik van Julia, de dochter van mijn patroon. Zij was verschrikt, en zonder dat ik er mij rekenschap van kon geven, ge voelde ik op het oogenblik, dat zij mij liefhad. Miaar deze' gedachte maakte plaats voor die andere, die vreeselijke, welke mij aan haar ver achting moest prijsgeven. Bleek en ontdaan snelde ik heen, terwijl ik op de dringende vragein van mijn zuster Lucy slechts ant woordde, dat ik mij zeer ziek gevoel-' de. Hoe ongelukkig was ik bij de gedachte, dat mijn chef mij haid be trapt, en dat mijn patroon mij het vertrouwen zou ontzeggen, omdat hij iemand die schulden had, (niet vertrouwen kon. Dat hij zulks wist, bewees reeds den blik, dien hij op mij wierp, en het gesprek met den kleermaker. Dien namiddag durfde ik mij niet ter kerke hegevengeen wonder, dat mijn moeder zich pijnigde met da ge dachte, wat toch wel de oorzaak van mijn lijden kon zijn. Indien zij mij slechts aan mij zelf had overge laten, zou ik mij minder ongelukkig gevoeld hebben. Zij bleef echter bij mij, vroeg mij naar allerlei zaken en onder anderen pok, of ik schulden: had, die zij in menig opzicht als de eenige reden voor alle oneerlijk heid beschouwde. Op die vraag ant woordde ik met een lengenhet was de eerste, waaraan ik mij tegenover die edele vrouw schuldig maakte, [Wederom ging een nacht in ang stige spanning voorhij, angstiger nog dan de vprige, omdat ik wist, dat ide morgen alles aan het licht zou brengen Reeds dadelijk zou ik mijn chef ontmoeten Vroegtijdig be gaf ik mij naar beneden en vo|nd er mijn moeder reeds; zij was bleek als had de hand des doods haar aan geraakt Een oogenblik vergat ik het zieleleeid, dat mij kwelde, en viel haar om den hals Zij zag mij aan met een blik, dien ik nimmer zal vergeten en vroeg mij daarna: „Karei, gij hebt u toch aan geen overtreding schuldig gemaakt?" In plaats van te antwoorden, liet ik mijn hoofd op haar schouder val len en barstte uit in tranen Toen stiet zij mij zachtjes van haar af en voegde mij op half verwijtenden toon "toe: „Spoed u naar den win kel, uw; patroon wenscht u te spre- ken"? Ik gevoelde dat haar hart was ge broken Zonder mijn ontbijt te gebruiken, gaf ik aan dat bevel gehoor. Op straat scheen het mij toe alsof ieder aan mij kon zien, wat fer in mijn ziel omging. Geen twijfel meer of elkeen wist wat er gebeurd' was Aan den versohrikkelijksten angst ten prooi, besloot ik te vluchten, en zeer zeker had ik dit plan ten uit voer gebracht, hadde ik mijn zuster niet ontmoet, die, mij onder den arm nemende, mij voor iets ergers spaar de. Wij bereikten eindelijk oinze be stemming en zoodra wij dein winkel waren binnengekomein, vierzoeht de chef mij op koelen toon, mij naar het bureel van den patrooin te be geven. Ik stond gedachteloos en als verpletterd over het lot, dat mij te wachten stond, met den rag naar de deur gekeerd. Plotseling voelde ik een krachtige hand mijn schou ders aanvatten en de woorden„Ka, rel, Karei," wekte mii als ©en elec- trische schok uit mijne verbijstering op. Ik waagde het echter mijn pa troon in de oogen te zien, toein hij mij op vriendelijken toon zeide „Wat scheelt er aan? Kom, kom, gij moogt den moed niet laten zin ken. Z oo hoog is de nood niet ge klommen." Een koud zweet bedekte mijn voor hoofd; mijn lichaam begon te be ven, en mijn gezicht werd als bene veld, toen hij vervolgde: „Mijn dochter heeft mij gezegd, dat gij geheel uw salaris aan^uwe moeder geeft. Dat is braaf van u, zeer braafmaar hoe maakt gij het dan met uw behoeften Stamelend antwoordde ik: „Behoeften heb ik niet, behalve.,® kleed..: De laatste letters bleven mij in de keel steken „En daarvoor maaktet gij schul den, hè?" „Ja, mijnheer, maar nimmer, 'nim mer doe ik het weer. Eerder zal ik lompen dragen, dan mij nog in schul den te steken. Ik heb veel geleden die ééne rekening beeft mij tien ja ren ouder en wijzer gemaakt." „Ferm zoo, jongen. Maar gij ver dient geholpen te worden. Reeds voor eenigen tijd wilde ik n opslag geven, en thans wil ik aan mijn voor nemen gevolg geven. Ziedaar, daar hebt ge honderd francs op uw salaris der laatste vier maanden, en die verhooging zal tot liet einde van het jaar van kracht blijven, We zullen dan zien, of gij u waardig hebt ge maakt eerste klerk te worden." Zonder te letten op de laatste woorden, nam ik het geld, spoedde mij naar den kleermaker en daarna na mijn moeder, die ik thans weder omhelsde, zooals ik yroeger altijd gewoon was. De gedachte echter aan ,de ver zoeking, waaraan ik had blootge staan, en waarvan ik bijna het slachtoffer was geworden, drukte mij nog menigmaal, doch zij was pij nigend genoeg om mij voor het ver volg te bewaren Jaren zijn er sedert voorbijgegaan,). Mijn patroon is een oud man gewor den; mijn kinderen zijn zijn klein kinderen en de manufacturenzaak behoort inij voor de helft in eigen dom. Mijn moeder woont bij ons ia en dankt er den hemel voor, dat heb slechts bij dien eenen bitteren drop pel is gebleven, disn ik in haar le vensbeker stortte. EINDE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1