DAGBLAD voor NOORD- en 7'UD-HOLLAND. Een napraatje over de begrootingsdiscussie, BUITENLAND. BINNENLAND. Een begrafenis met bindernissen. ICiiig£ef*iin3sw©sf 29-3I-33, Haarlem etndb. MAANDAG 2 NOVEMBER 1908. 33ste jaargang No. 6727. Bureaux van Redactie en Administratie: intercommunaal Telefoonnummer 1426. Verspreide Berichten. FEUILLETON, NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ABONNEMENTPRIJS: Per 3 maanden roor Haarlemf l;S5 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post, 1.80 Afzonderlijke nummers B 0,05 PRIJS DER ADVERTENTIÊN Van 16 regelsf0,66 (contant^ f0,60 Elke regel meer0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant. 1000 Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van: GULDEN bij levenslange onge schiktheid tot werken. 400 GULDEN bij overlijden. 300 GULDEN bij verlies van éen hand of voet. 151 GULDEN bij verlies van éen oog. 100 GULDEN bij verlies van éen duim. 10 GULDEN bjj verlies van één wijsvinger. 15 «ULDEN bq verlies vaa éen anderea vinger. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. Zuinigheid te betrachten, dat was in de begrootingsdiöcussiën van on zen gemeenteraad ditmaal de grond toon. In verschillende toonaarden is dat liedje gezongen, waar er naar gehandeld is door niet vele raads leden Trouwens: dit zou alléén mogelijk geweest zijn door verlaging voor te stellen van den een of anderen post, en daartegen komen dan zóo veel bezwaren van den kant van B. en W., daarbij moeten dan zóó veel technische gegevens, die B. en W. bij de hand hebben, maar de raadsleden niet, worden bijgebracht, dat 't verlagen van een specialen post slechts in enkele gevallen mo gelijk is. De heer Krelage probeerde het bij den post, die de gelden ver schaft voor het onderhoud en be heer der stadsparken en plantsoe nen. Maar hij ervoer, hoe moeilijk zulk een speciale verlaging is, zon der dat men één bepaald punt noe men wil, en doet men dit, dan heeft het College van B. en W. in den regel op zulk een punt juist een Vloed van argumenten gereed, en het moet dan al heel spaak ge- loopen hebben, wil de raad die verlaging accepteeren. Daarom verdient to meer opmer king wat twee der raadsleden, de heeren Krelage en Thijssen, over bezuiniging in het algemeen hebben in het midden gebracht. Aan hunne uitlatingen, die wij van belang achten bij den tegen- woordigen toestand onzer gemeente- finantiën, wenschen we een enkel woord te wijden. De heer Krelage heeft hoofdzake lijk de aandacht gevestigd op het opdrijven der salarissen. Dat hij daarvoor waarschuwde, is hem door een onzer stedelijke couranten (die óók al „neutraal" zich noemt, maar bij zulke gelegen heden den waren aard toont 1) kwalijk genomen. Die courant, de „Staös-Editie der O. H. Ct." klaagde over zulk een „oud-liberaal" optre den, terwijl de heer Krelage toch als de candidaat der „vooruitstre vendheid" zou gekozen zijn.... In een wederwoord aan het liberale blad maakt de heer Krelage het duidelijk, dat hij, buiten de kiesvereenigingen en den kiesstrijd staande, niet verantwoordelijk is voor de etiquetten, die men van liberaie zijde hem heeft opgeplakt in den verkiezingsstrijd. En met name wat het door ons aangeduide standpunt aangaat, zegt de heer Krelage zich niet op te willen houden met politieke pro gramma's 6n derzelver theoretische eischen, maar practische finan- ciëele gemeentepolitiek te wenschen. Zijn beschouwingen bij de be- grootingsdiscussie geeft de beer Krelage dan nog eens weder, en wij kunnen verklaren, dat wij deze ten volle en zonder eenige reserve zouden willen onderschrijven. De heer Krelage zegt 1 „Alle groote gemeenten zoo re deneerde ik ongeveer zuchten on der de ongunstige verhouding vam Rijks- en gemeentelijke financiën. Het Rijk legt den gemeenten zwar re verplichtingen op bij de wet, zon der haar financieel voldoende te steunen ter bestrijding van de uit die verplichtingen voor lie gemeen te voortvloeiende uitgaven. Hit alle groote gemeenten wordt de Rjkswetgevier aangezocht om dien toestand, te verbeteren. Jaren lang heeft ©en© Staatscommissie van herhaaldelijk veranderde samen stelling over de oplossing van het probleem gezwoegd, zonder tot een ook slechts in hoofdtrekken over eenstemmenden uitslag te ku,nnen geraken. Nu stelt de Baad, van Haarlem, voor eene dier door het Rjk opgelegde verplichtingen, als eene jaarlijks terugkeerend© uitgaaf, ruim f 20.000 beschikbaar, terwijl het Bijk slechts f9000 vergoedt, en zelfs naar de letter der wiet dit be drag niet ten volle had behoeven te worden besteed voor het doel, daar de bestaande salarisregeling der onderwijzers reeds meer gaf dan de wet eischte. Een dergelijk 1» sluit verzwakt de positie van de ge meenten in 't algemeen tegenover den Bijks wetgever, die met het oog op zulke beslissingen zeker moteilijk te overtuigen zal zijn van den finan- cieelen nood der gemeenten „Vandaar dat de door den Baad vastgestelde regeling, die door aan neming der voor de onderwijzers gunstigste bepalingen èn uit het voorstel B. en JV,., èn uit de amende menten beide, meer geeft dan, de geestdriftigste voorstander in den Baad had kunnen verwachten, met zeer gemengde gevoelens wordt be oordeeld- Natuurlijk gunt een ieder gaarne den onderwijzers dit door nie mand verwacht© buitenkansje, maar of de belastingbetalend© burgerij, zelfs al is zij nog ,zoo vooruitstre vend, dit besluit nu wel zoo heel warm zal toejuichen, staat nog te bezienvooral, nu zij de gevolgen al ziet naderen in de reeds door den Burgemeester aangekondigde „her ziening' van de salarissen der secre tarie, Welke natuurlijk nog vele „herzieningen" van gelijke strek king na zich slepen zal. „Het is nog maar heel kort gele den, dat de heer Stolp, die bij zijn zoo algemeen betreurd aftreden als lid van den Baad van alle zijden gehul digd is om zijn juistein blik op de onze gemeentoestanden, waar schuwde dat 4 pet. de uiterste grens was, waartoe het percentage onzier inkomstenbelasting stijgen mocht. Thans is de toestand zóó, dat het den on ver beter 1 ij les ten optimist bij zonder zal meevallen, als het percen tage binnen twee jaren niet boven 5 pet. stijgt. „Onder deze omstandigheden heb ik den verre van aangenamen plicht meenen te moeten vervullen, een waarschuwend woord te doen hooren tegen niet dringend noodzakelijke opvoering der salarissen, zonder daarop echter t© willen beknibbelen. Ik waarschuwde vooral tegen het no odeloos verbreken van. het ver band tusschen de salarissen bij do verschillende takken van dienst. „Ingrijpen van den Baad °P dit terrein heeft m. i zijne bedenke lijke zijde, omda,t uit den aard der zaak B. en SA, beter dan de Baajd in staat zijn de praestatiën der ambte naren bij de verschillende takken van dienst in onderling verband te beoordeelen en dienovereenkomstig en daarmede in overeenstemming bil lijke en recthvaardige salarisregelin- gen te ontwerpen. Of deze opvattin gen nu vooruitstrevend of oud-libe raal zijn, laat ik gaarne aau meer bevoegden ter beoordeeling-Het is echter mijne innige overtuiging, dat geene andere gedragslijn mogelijk is voor hem, die het Baa-.LsJ id maat schap opvat als de schoon© taak om deel uit te maken van de vertegen woordiging der burgerij in haar ge heel." Het hier ontwikkelde standpunt bevat geheel hetzelfde als hetgeen wij in onze artikelen over denfinanciëe- len toestand onzer gemeente hebben bepleit. En wanneer wij diezelfde rede neering overbrengen op een ander terrain, dat der subsidiën, dan volgt vanzelf de eveneens door ons gemaakte conclusie, dat ook in deze een noodzakelijke, door de omstandigheden geboden reserve, moet worden betracht. Tegenover de eenigzins zonder linge tactiek, die door een deel der Haarlemsche pers nu schijnt te worden aangeraden, om n.l. te pogen in zake de subsidie aan de Huishoudschool door het maken van veel kabaal den Raad to be wegen, op het eenmaal genomen besluit terug te komen, wat trouwens toch te dwaas is om van te praten, en den Raad zou ridicu- liseeren wenschen we dit nog eens uitdrukkelijk te constateeren. Raadde de heer Krelage dus meer bezadigdheid, voorzichtigheid en het betrachten van een logisch ver band aan bij het vaststellen der salarissen, de heer Thijssen zijner zijds wees op een andere noodzake lijkheid in het algemeen-financieel beheer der gemeente, even behar- tenswaardig en opmerkenswaardig. Daarover morgen. DÜI.TSCHLAND, Nieuwe opspraak Het tweede bedrijf van ld© Keizer- komedie De aan Engelsch adres gerichte, algemeen bekend© en algemeen af gekeurde verklaringen dés Keizers waren het eerste bedrijf De Keizer heeft er Duitschland en de Duitsehe politiek door ver nederd Maar 't is nu nog veel erger eln dwazer en ongeloofelijker geworden, door de officieel© „verontschuldi ging" die op de publicatie is ge volgd - De „Norddeutsche" heeft een of ficieel© uiteenzetting gegeven van de wordingsgeschiedenis van het kei zerlijk interview, teneinde den Kei zer te verontschuldigen. Maar, met dat relaas omtrent het geen voorafgegaan is aan de open making van het interview met den Keizer, is nu wel het hoogtepunt van verwarring en ongelooflijke toestanden bereikt! Volgens de „Norddeutsche" heeft de Keizer het hem door een Engelsch particulier voorgelegde manuscript van het artikel aan den Rjkskanse- lier ter inzage toegezonden Deze heeft echter niet de moeit© genomen het te lezen, doch het door gezonden [naar het Ministerie van Buitenlandsche Zaken en dit heeft hoegenaamd geep bezwaren ge maakt Na de openbaarmaking, toen de rijkskanselier het las, schrok hij er van en om zijn ondergeschikten minister te dekken, diende hij zijn ontslag in, da,t de Keizer echter wei gerde In deze uiteenzetting van het ge val klinkt bijna alles ongeloof lijk, en vooral dat de rijkskanselier niet eens den tijd of het noodig© verantwoordelijkheidsgevoel gehad heeft om het interview vooraf te le zen Niet minder ongehoord is het, dat het ministerie van buitenlandsch© zaken geein bezwaren heeft geopperd tegen d© openbaarmaking Ambte naren, die zoo weinig takt bezitten, hooren niet in een departement, maar in een bediendenkamer thuis! De heel© voorstalling der „Nord deutsche", welke bestemd is om den persoon des Keizers schoon te was- schen, klinkt zoo grotesk en bescha mend, dat de meening wel ingang moet vinden dat geen mensch den moed gehad heeft ©en manuscript af te keuren, dat reeds de goedkeu ring des Keizers had verworven Men vermoedt, dat de ongenoemde Engelsche tusschenpersoon de be kende, te Berlijn wonende, Engel sche journalist Bashford is, die vroeger oorrespondent der „Daily Telegraph" was en reeds sinds jaar en dag bij voorkeur door den Keizer gebruikt werd om het Engelsche pu bliek omtrent de bedoelingen des Keizers in te lichten De verantwoordelijke minister van Buitenlandsche Zaken, die het stuk ongecensureerd liet passeeren, is Von Schön, sinds korten tijd pas in deze betrekking Men kan er op rekenen, dat Duitschland door dit gevalletje in nieuwe opspraak komen En niet gunstig! [Wat is dat voor een boel aan de Duitsehe regeering, zal men vragen in het buitenland, en terecht! De betrouwbaarheid en bekwaam heid der Duitsché diplomatie is daar door alweer leelijk geknaktDat de machtige Duitsehe rijkskanselier op zoo'n wijs struikelen kan en vallen over 'n Engelsch krantenman, dat moet ook den Duitschers hard en jpijnlijk vallen We zullen er van de week nog wel meer van hooren TURKIJE. Een paleisrevolutie. Wat lang gevreesd werd, is Zater dag geschied: Turksche troepen, die uit Konstantinopel naar de provincie moesten vertrekken, sloegen aan het muiten: de manschappen weigerden te gaan en riepen om hun afdanking. De troepen, die aangekomen waren om de muiters te vervangen, kregen bevel om tegen hen op te rukken. Er werd een salvo gelost, ten gevolge waarvan 3 muiters sneuvelden en 15 gewond werden, de overigen werden g« vangen genomen. Volgens een ander bericht zijn er 8 dooden. De „Indépendance Beige" maakt intusschen een telegram uit Konstan tinopel openbaar, meldende dat er een ernstige paleismuiterij is uitgebroken. Volgens dat bericht zou de muiterij dus iu het paleis zelf zijn voorgevallen, wat den toestand nog wel zoo ernstig zou maken. DE BALKAN Engeland's nieuwe zet in Konstantinopel. Uit Konstantinopel komt het ee- nigszins verbijsterend, bericht, dat tusschen Engeland en Turkije ©en offensief en defensief verbond is gesloteni waardoor het territoriale bezit v,an Turkije wordt gewaar borgd. Het bericht in dien vorm kan, dunkt ons, moeielijk juist zijn. Maar het laat ruimte voor de op vatting, dat Engeland toezeggingen gedaan heeft in zake de Turksche integriteit. W at geheel in de lijn zou wezen zen der Engelsche politiek, die er tegenwoordig op uit is, Duitschland land een beentje te lichten, yooral in Konstantinopel. Onderhandelingen. De Turksche regeering zal offi cieel met Bulgarije gaan onderhan delen en heeft dit in allen vorm aan de Bulgaren laten weten. De Bulgaarsehe minister Lyap- chef is daartoe naar Konstantinopel gezonden voor het voeren van de onderhandelingen, zonder bevoegl- heild echter om een verdrag te slui ten. MAROKKO. De erkenning van Moelai Hafid. Tusschen de Balkanherrie en de geruchtmakende keizer Wilhelm-open baringen door, moeten we even de aandacht vragen voor Marokko. De Europeesche actie in dezen in intusschen stilletjes doorgegaan en men meldt nu uit Parijs dat de Fransche regeering door een ofliciëelen gezant aan Moelai Hafid zal laten vragen, of hij schriftelijk zijn vroegere instemming met de acte van Algeciras wil bevestigen. Bij toestemmend antwoord zullen Frankrijk en Spanje, uit naam der mogendheden onderteekenaars der Al- geciras-acte, Moelai Hafid erkennen als souverein vorst van Marokko! Dat is dus groot nieuws. Moelai Hafiid neemt, zooals de in lichtingen uitTanger meldden, gaarne de voorwaarden der mogenheden aan en verzoekt alleen een kleine wijziging wat betreft de kwestie der financieele verplichtingen door Abdul-Azi« tijdens zijn bestuur aangegaan. Als ze komt... Het Petit Journal noemt nu Rome als vergaderplaats voor de fameuze Europeesche conferentie. De a.s. v erkieziDgenin Turkije. De Jong-Turken, de Grieken en de Arme niërs zijn tot overeenstemming gekomen omtrent een sameDgaan bij de verkiezin gen voor het parlement. Te Konstantino pel zullen 4 Mohammedanen, 8 Grieken, 2 Armeniërs en een jood worden gekozen. Uit Rome. Tot dusverre hebben Duitschland, Spanje, Oostenrijk en Neder land bixondere missies afgevaardigd naar Z. H. den Paus, om dezen geluk te wen schen met zijn gouden Priesterjubileum. Tegen 8 November zullen deze buiten ge wone gezantschappen door Z. H. worden ontvangen. De geruchtmakendelii8torie in Duitschland. In verband met wat onder onze buitenlandsche berichten gezegd is over het befaamde interview van den Duitschen Keizer, kan nog wor den medegedeeld dat „Reuter" seint dat de kroonprins gistermiddag een zeer lang durig bezoek bij von Bülow heeft gebracht. Van het Loo H. M. de Koningin-Moeder arri veerde Zaterdag te 11,48 onverwacht op 't Loo, vergezeld van freule van Ittersum en jhr. v. Tets. Z. K. H. Prins Hendrik met zijn adjudant, baron v. Asbeck, baronesse Sloet v. Marx- veld en baron v. Tuyll v. Seroosker- ken, wachtte H. M. op het perron. 's Middags 4,46 vertrok H. M. met hetzelfde gevolg weder met den salon wagen van de N. C. S. naar Baarn. Kort voor het vertrek van den trein kwam Z. K. H. thuis van een rit per auto en moeBt hard loopen, om H. M. uitgeleide te kunnen doen. Bij het afscheid nemen zeide H. M.: „tot Dinsdag, burgemeester", en tot Z. K. H.„altijd blij te zijn als hij met de auto thuis was." Van en naar het pa leis werd evenals 'e morgens gewan deld. Nog zei H. M. tegen den Prins: „Dinsdag zie ik je niet". Zooals men weet, vertrekt Z. K. H. Maandagavond naar Den Haag voor de jachtpartijen, Dinsdag en vVoensdag op de Konink lijke goederen Raaphorst en Oud- Wassenaar te houden. H. M. de Koningin ontving Zaterdag op Het Loo ter conferentie Z. E. den Minister van financiën, mr. Kolkman. Nederland en Venezuela. Naar men uit den Haag aan de „Tel." meldt, zal door den minister van buitenlandsche zaken een straf vervolging tegen dit blad worden in gesteld, naar aanleiding van de pu blicatie der bescheiden aangaande Venezuela. Arbitrage-verdrag Nederland en Portugal. Op 29 October 1908 heeft aan het ministerie van Buitenlandsche Zaken te 's-Gravenhage de uitwisseling plaats gehad der akten van bekrachtiging van het te 's-Gravenhage op 1 Oct. 1904 tusschen Nederland en Portugal gesloten arbitrage-verdrag en van het op denzelfden dag tusschen eerstge noemde staten gesloten verdrag tot regeling der grenzen van de weder zij dsche bezittingen op het eiland Timor. (St. Ct) Kamerleden, die vertrekken. De Haagsche correspondent van de „Telegr." schrijft: Eenige dagen geleden meldde ik, dat de heer P. R. Mees, lid der Tweede Kamer voor Rotterdam V, zich in 1909 niet meer herkiesbaar zal stellen In een dorp, zóó Idicht bij Eper- toay, dat het een voorstad eerder idan een zelfstandig dorp kan ge doemd worden, stierf voor ©enigen, tijd een vrouw, moeder van ver scheidene kinderen. [Wat ze geweest was tijdens haar leven, verzwijgt de geschiedenis. Dit eene staat vast, dat zij meer malen als haar uitdrukkelijken wil bad te kennen gegeven, niet als ©en hond te willen worden begraven. Dus een kerkelijke begrafenis Nauwelijks had zij den geest ge geven, of er ontstond twist tusschen de kinderen over de Begrafenis van ïnoeder. De eenen wilden den pastoor er bij halen, de anderen echter abso luut niet. i Een civiele begrafenis!.!. Een waar hapje voor de lui die „vrij" denken, en die maai' niet kun nen velen, dat anderen iets anders denken als zij die vrij denken. De kinderen der overledene waren menschen uit de arbeidende klasse. Dus voor eenige' franken zouden zij gemakkelijk overgehaald worden om even vrij te denken als de geldschie ters. En waarlijk, een zoon der over ledene leende zich-voor dergelijk© vrijdenkerij. Dus een civiel© begra fenis. Aan de „Mairic" was alles gere geld en dag en uur naderden. Doch de andere kinderen herin nerden zich hoe moeder duidelijk ge zegd had, niet als een hond onder den grond te willen gaan, en gingen naar den pastoor, op den morgen zelf van de begrafenis en slechts een paar uur te voren. Dez© waardige man, niet batig voor een beetj©, beloofde te zullen doeoi w;at in zijn vermogen was. Hij schreef onmiddellijk na£ir |den commissaris van politie en deelde hem mede, hoe men tegen den wil van de doode een civiele begrafe nis zou doen. Daarna trekt hij op het uur van de begrafenis naar het sterfhuis. Nauwelijks ziet de zoon, die het lijk zijner moeder verkocht had, den pastoor aankomen, of met gebaar en woorden aan den pastoor: „Jij komt er niet in en je blijft van het lijk af met je wijwater." De pastoor blijft buiten staan te midden van een menigte nieuwsgie rigen, vooral vrouwen, die dergelijk okevietje gaarna bijwonen. Vóór de deur van de woning stond een lijk- en een kruiwagen. Daar komt het lijk aan! De pas toor zegt de gebeden en besproeit rijkelijk met wijwater kist en drar gers „Op de kruiwagen met het lijk!" „Neen in de lijkwagen!" „Op de kruiwagen zal het!!" „Neen, bij hoog en. laag, in de lijkwagen," En de menigte, de vrouwen drin gen aan, pakken de kist en z©tten deze op de lijkwagen. „Er uit zal die! en op jde krui wagen Doch de kruiwagen is weg ,en d© menigte doet den lieven jongen van een zoon verstaan, dat het lijk in de lijkwagen blijft. „Vooruit koetsier!" De pastoor moeit zich niet om al het geharrewar rondom hem henen en bidt voor de arme ziel der over ledene en ongetwijfeld ook voor de menigte verdoolde schapen, dl© hem omringt. Het lijk op een lijkwagen en bo ven op die wagen een kruisM Dat was toch te erg voor de vrije ge dachte. Het moest toch voor iedereen dui delijk zijn hoe vrij die vrije gedachte is, en nu over de kist heen eenj kleed waarop met groote letters „libre pensee" of te wel „vrfje ge dachte". En op dien gewichtigen dag, waar op de vrije gedachte wild© toonan, welke vrijheid zij aan iedereen liet om te denken wat men maar wilde, zag men een lijkwagen door de stra ten gaan met een lijk er in, waar over een groot kleed met „libre pen see" er op, boven op de wagen een groot kruis en achter de wagen de pastoor, God s Ontferming inroe pend. Vooruit, koetsier „Naar de kerk," zegt de pastoor. „Nooit van z'n leven," zegt de zoon. Naar de kerk, herhaalt nu met den pastoor de menigte. Doch bij de kerk gekomen denkt de zoon zeker aan de franken, welk© de vrijdenkers hem hebben toege zegd voor een civiel© begrafenis, ©n om ze te verdienen verzet hij zich met alle macht tegen het brengen van het lijk binnen de kerk. De pastoor wacht geduldig ai en aanschouwt, de ziel vervuld van innig medelijden, dat geharrewar om een lijk. ÖV aarschijnlijk zou de zoon het gewonnen hebben ©n zou het lijk van zijn moeder de kerk niet zijn binnengegaan. De komst echter van gendarmen maakte een eind© aan dat droevig tooneel. De kist overdekt met het kleed der „Libre pensee" ging de kerk binnen en met haar geheel d© menigte die daar hoorde vergeten woorden van liefde, gelijk alleen de Kerk van Christus ze zegt: „Re quiem aeternani dona. ei Domin© Heer, geef aan har© ziel de eeuwige rust.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1