DAGBLAD voor NOORD- en 7'UD-HOLLAND.
Een napraatje over
de begrootingsdiscussie,
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Een begrafenis met bindernissen.
ICiiig£ef*iin3sw©sf 29-3I-33, Haarlem
etndb.
MAANDAG 2 NOVEMBER 1908.
33ste jaargang No. 6727.
Bureaux van Redactie en Administratie:
intercommunaal Telefoonnummer 1426.
Verspreide Berichten.
FEUILLETON,
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
ABONNEMENTPRIJS:
Per 3 maanden roor Haarlemf l;S5
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post, 1.80
Afzonderlijke nummers B 0,05
PRIJS DER ADVERTENTIÊN
Van 16 regelsf0,66 (contant^ f0,60
Elke regel meer0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant.
1000
Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van:
GULDEN bij
levenslange onge
schiktheid tot
werken.
400
GULDEN bij
overlijden.
300
GULDEN bij
verlies van éen
hand of voet.
151
GULDEN bij
verlies van
éen oog.
100
GULDEN bij
verlies van
éen duim.
10
GULDEN bjj
verlies van
één
wijsvinger.
15
«ULDEN bq
verlies vaa
éen anderea
vinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
Zuinigheid te betrachten, dat was
in de begrootingsdiöcussiën van on
zen gemeenteraad ditmaal de grond
toon.
In verschillende toonaarden is
dat liedje gezongen, waar er naar
gehandeld is door niet vele raads
leden
Trouwens: dit zou alléén mogelijk
geweest zijn door verlaging voor te
stellen van den een of anderen post,
en daartegen komen dan zóo
veel bezwaren van den kant van
B. en W., daarbij moeten dan zóó
veel technische gegevens, die B. en
W. bij de hand hebben, maar de
raadsleden niet, worden bijgebracht,
dat 't verlagen van een specialen
post slechts in enkele gevallen mo
gelijk is.
De heer Krelage probeerde het
bij den post, die de gelden ver
schaft voor het onderhoud en be
heer der stadsparken en plantsoe
nen. Maar hij ervoer, hoe moeilijk
zulk een speciale verlaging is, zon
der dat men één bepaald punt noe
men wil, en doet men dit, dan
heeft het College van B. en W.
in den regel op zulk een punt juist
een Vloed van argumenten gereed,
en het moet dan al heel spaak ge-
loopen hebben, wil de raad die
verlaging accepteeren.
Daarom verdient to meer opmer
king wat twee der raadsleden, de
heeren Krelage en Thijssen, over
bezuiniging in het algemeen
hebben in het midden gebracht.
Aan hunne uitlatingen, die wij
van belang achten bij den tegen-
woordigen toestand onzer gemeente-
finantiën, wenschen we een enkel
woord te wijden.
De heer Krelage heeft hoofdzake
lijk de aandacht gevestigd op het
opdrijven der salarissen.
Dat hij daarvoor waarschuwde,
is hem door een onzer stedelijke
couranten (die óók al „neutraal"
zich noemt, maar bij zulke gelegen
heden den waren aard toont 1)
kwalijk genomen. Die courant, de
„Staös-Editie der O. H. Ct." klaagde
over zulk een „oud-liberaal" optre
den, terwijl de heer Krelage toch
als de candidaat der „vooruitstre
vendheid" zou gekozen zijn....
In een wederwoord aan het
liberale blad maakt de heer Krelage
het duidelijk, dat hij, buiten de
kiesvereenigingen en den kiesstrijd
staande, niet verantwoordelijk is
voor de etiquetten, die men van
liberaie zijde hem heeft opgeplakt
in den verkiezingsstrijd.
En met name wat het door ons
aangeduide standpunt aangaat, zegt
de heer Krelage zich niet op te
willen houden met politieke pro
gramma's 6n derzelver theoretische
eischen, maar practische finan-
ciëele gemeentepolitiek te wenschen.
Zijn beschouwingen bij de be-
grootingsdiscussie geeft de beer
Krelage dan nog eens weder, en
wij kunnen verklaren, dat wij deze
ten volle en zonder eenige reserve
zouden willen onderschrijven.
De heer Krelage zegt 1
„Alle groote gemeenten zoo re
deneerde ik ongeveer zuchten on
der de ongunstige verhouding vam
Rijks- en gemeentelijke financiën.
Het Rijk legt den gemeenten zwar
re verplichtingen op bij de wet, zon
der haar financieel voldoende te
steunen ter bestrijding van de uit
die verplichtingen voor lie gemeen
te voortvloeiende uitgaven. Hit
alle groote gemeenten wordt de
Rjkswetgevier aangezocht om dien
toestand, te verbeteren. Jaren lang
heeft ©en© Staatscommissie van
herhaaldelijk veranderde samen
stelling over de oplossing van het
probleem gezwoegd, zonder tot een
ook slechts in hoofdtrekken over
eenstemmenden uitslag te ku,nnen
geraken. Nu stelt de Baad, van
Haarlem, voor eene dier door het
Rjk opgelegde verplichtingen, als
eene jaarlijks terugkeerend© uitgaaf,
ruim f 20.000 beschikbaar, terwijl
het Bijk slechts f9000 vergoedt, en
zelfs naar de letter der wiet dit be
drag niet ten volle had behoeven
te worden besteed voor het doel,
daar de bestaande salarisregeling
der onderwijzers reeds meer gaf dan
de wet eischte. Een dergelijk 1»
sluit verzwakt de positie van de ge
meenten in 't algemeen tegenover
den Bijks wetgever, die met het oog
op zulke beslissingen zeker moteilijk
te overtuigen zal zijn van den finan-
cieelen nood der gemeenten
„Vandaar dat de door den Baad
vastgestelde regeling, die door aan
neming der voor de onderwijzers
gunstigste bepalingen èn uit het
voorstel B. en JV,., èn uit de amende
menten beide, meer geeft dan, de
geestdriftigste voorstander in den
Baad had kunnen verwachten, met
zeer gemengde gevoelens wordt be
oordeeld- Natuurlijk gunt een ieder
gaarne den onderwijzers dit door nie
mand verwacht© buitenkansje, maar
of de belastingbetalend© burgerij,
zelfs al is zij nog ,zoo vooruitstre
vend, dit besluit nu wel zoo heel
warm zal toejuichen, staat nog te
bezienvooral, nu zij de gevolgen al
ziet naderen in de reeds door den
Burgemeester aangekondigde „her
ziening' van de salarissen der secre
tarie, Welke natuurlijk nog vele
„herzieningen" van gelijke strek
king na zich slepen zal.
„Het is nog maar heel kort gele
den, dat de heer Stolp, die bij zijn zoo
algemeen betreurd aftreden als lid
van den Baad van alle zijden gehul
digd is om zijn juistein blik op de
onze gemeentoestanden, waar
schuwde dat 4 pet. de uiterste grens
was, waartoe het percentage onzier
inkomstenbelasting stijgen mocht.
Thans is de toestand zóó, dat het
den on ver beter 1 ij les ten optimist bij
zonder zal meevallen, als het percen
tage binnen twee jaren niet boven
5 pet. stijgt.
„Onder deze omstandigheden heb
ik den verre van aangenamen plicht
meenen te moeten vervullen, een
waarschuwend woord te doen hooren
tegen niet dringend noodzakelijke
opvoering der salarissen, zonder
daarop echter t© willen beknibbelen.
Ik waarschuwde vooral tegen het
no odeloos verbreken van. het ver
band tusschen de salarissen bij do
verschillende takken van dienst.
„Ingrijpen van den Baad °P dit
terrein heeft m. i zijne bedenke
lijke zijde, omda,t uit den aard der
zaak B. en SA, beter dan de Baajd in
staat zijn de praestatiën der ambte
naren bij de verschillende takken
van dienst in onderling verband te
beoordeelen en dienovereenkomstig
en daarmede in overeenstemming bil
lijke en recthvaardige salarisregelin-
gen te ontwerpen. Of deze opvattin
gen nu vooruitstrevend of oud-libe
raal zijn, laat ik gaarne aau meer
bevoegden ter beoordeeling-Het is
echter mijne innige overtuiging, dat
geene andere gedragslijn mogelijk is
voor hem, die het Baa-.LsJ id maat
schap opvat als de schoon© taak om
deel uit te maken van de vertegen
woordiging der burgerij in haar ge
heel."
Het hier ontwikkelde standpunt
bevat geheel hetzelfde als hetgeen wij
in onze artikelen over denfinanciëe-
len toestand onzer gemeente hebben
bepleit.
En wanneer wij diezelfde rede
neering overbrengen op een ander
terrain, dat der subsidiën, dan volgt
vanzelf de eveneens door ons
gemaakte conclusie, dat ook in
deze een noodzakelijke, door de
omstandigheden geboden reserve,
moet worden betracht.
Tegenover de eenigzins zonder
linge tactiek, die door een deel
der Haarlemsche pers nu schijnt
te worden aangeraden, om n.l. te
pogen in zake de subsidie aan de
Huishoudschool door het maken
van veel kabaal den Raad to be
wegen, op het eenmaal genomen
besluit terug te komen, wat
trouwens toch te dwaas is om van
te praten, en den Raad zou ridicu-
liseeren wenschen we dit nog
eens uitdrukkelijk te constateeren.
Raadde de heer Krelage dus meer
bezadigdheid, voorzichtigheid en
het betrachten van een logisch ver
band aan bij het vaststellen der
salarissen, de heer Thijssen zijner
zijds wees op een andere noodzake
lijkheid in het algemeen-financieel
beheer der gemeente, even behar-
tenswaardig en opmerkenswaardig.
Daarover morgen.
DÜI.TSCHLAND,
Nieuwe opspraak
Het tweede bedrijf van ld© Keizer-
komedie
De aan Engelsch adres gerichte,
algemeen bekend© en algemeen af
gekeurde verklaringen dés Keizers
waren het eerste bedrijf
De Keizer heeft er Duitschland
en de Duitsehe politiek door ver
nederd
Maar 't is nu nog veel erger eln
dwazer en ongeloofelijker geworden,
door de officieel© „verontschuldi
ging" die op de publicatie is ge
volgd -
De „Norddeutsche" heeft een of
ficieel© uiteenzetting gegeven van
de wordingsgeschiedenis van het kei
zerlijk interview, teneinde den Kei
zer te verontschuldigen.
Maar, met dat relaas omtrent het
geen voorafgegaan is aan de open
making van het interview met den
Keizer, is nu wel het hoogtepunt
van verwarring en ongelooflijke
toestanden bereikt!
Volgens de „Norddeutsche" heeft
de Keizer het hem door een Engelsch
particulier voorgelegde manuscript
van het artikel aan den Rjkskanse-
lier ter inzage toegezonden
Deze heeft echter niet de moeit©
genomen het te lezen, doch het door
gezonden [naar het Ministerie van
Buitenlandsche Zaken en dit heeft
hoegenaamd geep bezwaren ge
maakt
Na de openbaarmaking, toen de
rijkskanselier het las, schrok hij er
van en om zijn ondergeschikten
minister te dekken, diende hij zijn
ontslag in, da,t de Keizer echter wei
gerde
In deze uiteenzetting van het ge
val klinkt bijna alles ongeloof
lijk, en vooral dat de rijkskanselier
niet eens den tijd of het noodig©
verantwoordelijkheidsgevoel gehad
heeft om het interview vooraf te le
zen
Niet minder ongehoord is het, dat
het ministerie van buitenlandsch©
zaken geein bezwaren heeft geopperd
tegen d© openbaarmaking Ambte
naren, die zoo weinig takt bezitten,
hooren niet in een departement,
maar in een bediendenkamer thuis!
De heel© voorstalling der „Nord
deutsche", welke bestemd is om den
persoon des Keizers schoon te was-
schen, klinkt zoo grotesk en bescha
mend, dat de meening wel ingang
moet vinden dat geen mensch den
moed gehad heeft ©en manuscript
af te keuren, dat reeds de goedkeu
ring des Keizers had verworven
Men vermoedt, dat de ongenoemde
Engelsche tusschenpersoon de be
kende, te Berlijn wonende, Engel
sche journalist Bashford is, die
vroeger oorrespondent der „Daily
Telegraph" was en reeds sinds jaar
en dag bij voorkeur door den Keizer
gebruikt werd om het Engelsche pu
bliek omtrent de bedoelingen des
Keizers in te lichten
De verantwoordelijke minister
van Buitenlandsche Zaken, die het
stuk ongecensureerd liet passeeren,
is Von Schön, sinds korten tijd pas
in deze betrekking
Men kan er op rekenen, dat
Duitschland door dit gevalletje in
nieuwe opspraak komen
En niet gunstig!
[Wat is dat voor een boel aan de
Duitsehe regeering, zal men vragen
in het buitenland, en terecht!
De betrouwbaarheid en bekwaam
heid der Duitsché diplomatie is daar
door alweer leelijk geknaktDat de
machtige Duitsehe rijkskanselier op
zoo'n wijs struikelen kan en vallen
over 'n Engelsch krantenman, dat
moet ook den Duitschers hard en
jpijnlijk vallen
We zullen er van de week nog
wel meer van hooren
TURKIJE.
Een paleisrevolutie.
Wat lang gevreesd werd, is Zater
dag geschied: Turksche troepen, die
uit Konstantinopel naar de provincie
moesten vertrekken, sloegen aan het
muiten: de manschappen weigerden
te gaan en riepen om hun afdanking.
De troepen, die aangekomen waren
om de muiters te vervangen, kregen
bevel om tegen hen op te rukken. Er
werd een salvo gelost, ten gevolge
waarvan 3 muiters sneuvelden en 15
gewond werden, de overigen werden
g« vangen genomen. Volgens een ander
bericht zijn er 8 dooden.
De „Indépendance Beige" maakt
intusschen een telegram uit Konstan
tinopel openbaar, meldende dat er een
ernstige paleismuiterij is uitgebroken.
Volgens dat bericht zou de muiterij
dus iu het paleis zelf zijn voorgevallen,
wat den toestand nog wel zoo ernstig
zou maken.
DE BALKAN
Engeland's nieuwe zet
in Konstantinopel.
Uit Konstantinopel komt het ee-
nigszins verbijsterend, bericht, dat
tusschen Engeland en Turkije ©en
offensief en defensief verbond is
gesloteni waardoor het territoriale
bezit v,an Turkije wordt gewaar
borgd.
Het bericht in dien vorm kan,
dunkt ons, moeielijk juist zijn.
Maar het laat ruimte voor de op
vatting, dat Engeland toezeggingen
gedaan heeft in zake de Turksche
integriteit.
W at geheel in de lijn zou wezen
zen der Engelsche politiek, die er
tegenwoordig op uit is, Duitschland
land een beentje te lichten, yooral
in Konstantinopel.
Onderhandelingen.
De Turksche regeering zal offi
cieel met Bulgarije gaan onderhan
delen en heeft dit in allen vorm
aan de Bulgaren laten weten.
De Bulgaarsehe minister Lyap-
chef is daartoe naar Konstantinopel
gezonden voor het voeren van de
onderhandelingen, zonder bevoegl-
heild echter om een verdrag te slui
ten.
MAROKKO.
De erkenning van Moelai Hafid.
Tusschen de Balkanherrie en de
geruchtmakende keizer Wilhelm-open
baringen door, moeten we even de
aandacht vragen voor Marokko.
De Europeesche actie in dezen in
intusschen stilletjes doorgegaan en
men meldt nu uit Parijs dat de
Fransche regeering door een ofliciëelen
gezant aan Moelai Hafid zal laten
vragen, of hij schriftelijk zijn vroegere
instemming met de acte van Algeciras
wil bevestigen.
Bij toestemmend antwoord zullen
Frankrijk en Spanje, uit naam der
mogendheden onderteekenaars der Al-
geciras-acte, Moelai Hafid erkennen
als souverein vorst van Marokko!
Dat is dus groot nieuws.
Moelai Hafiid neemt, zooals de in
lichtingen uitTanger meldden, gaarne
de voorwaarden der mogenheden aan
en verzoekt alleen een kleine wijziging
wat betreft de kwestie der financieele
verplichtingen door Abdul-Azi« tijdens
zijn bestuur aangegaan.
Als ze komt... Het Petit Journal
noemt nu Rome als vergaderplaats voor
de fameuze Europeesche conferentie.
De a.s. v erkieziDgenin Turkije.
De Jong-Turken, de Grieken en de Arme
niërs zijn tot overeenstemming gekomen
omtrent een sameDgaan bij de verkiezin
gen voor het parlement. Te Konstantino
pel zullen 4 Mohammedanen, 8 Grieken,
2 Armeniërs en een jood worden gekozen.
Uit Rome. Tot dusverre hebben
Duitschland, Spanje, Oostenrijk en Neder
land bixondere missies afgevaardigd naar
Z. H. den Paus, om dezen geluk te wen
schen met zijn gouden Priesterjubileum.
Tegen 8 November zullen deze buiten
ge wone gezantschappen door Z. H. worden
ontvangen.
De geruchtmakendelii8torie
in Duitschland. In verband met wat
onder onze buitenlandsche berichten
gezegd is over het befaamde interview
van den Duitschen Keizer, kan nog wor
den medegedeeld dat „Reuter" seint dat
de kroonprins gistermiddag een zeer lang
durig bezoek bij von Bülow heeft gebracht.
Van het Loo
H. M. de Koningin-Moeder arri
veerde Zaterdag te 11,48 onverwacht
op 't Loo, vergezeld van freule van
Ittersum en jhr. v. Tets. Z. K. H.
Prins Hendrik met zijn adjudant, baron
v. Asbeck, baronesse Sloet v. Marx-
veld en baron v. Tuyll v. Seroosker-
ken, wachtte H. M. op het perron.
's Middags 4,46 vertrok H. M. met
hetzelfde gevolg weder met den salon
wagen van de N. C. S. naar Baarn.
Kort voor het vertrek van den trein
kwam Z. K. H. thuis van een rit per
auto en moeBt hard loopen, om H.
M. uitgeleide te kunnen doen. Bij het
afscheid nemen zeide H. M.: „tot
Dinsdag, burgemeester", en tot Z. K.
H.„altijd blij te zijn als hij met de
auto thuis was." Van en naar het pa
leis werd evenals 'e morgens gewan
deld.
Nog zei H. M. tegen den Prins:
„Dinsdag zie ik je niet". Zooals men
weet, vertrekt Z. K. H. Maandagavond
naar Den Haag voor de jachtpartijen,
Dinsdag en vVoensdag op de Konink
lijke goederen Raaphorst en Oud-
Wassenaar te houden.
H. M. de Koningin ontving Zaterdag
op Het Loo ter conferentie Z. E. den
Minister van financiën, mr. Kolkman.
Nederland en Venezuela.
Naar men uit den Haag aan de
„Tel." meldt, zal door den minister
van buitenlandsche zaken een straf
vervolging tegen dit blad worden in
gesteld, naar aanleiding van de pu
blicatie der bescheiden aangaande
Venezuela.
Arbitrage-verdrag
Nederland en Portugal.
Op 29 October 1908 heeft aan het
ministerie van Buitenlandsche Zaken
te 's-Gravenhage de uitwisseling plaats
gehad der akten van bekrachtiging
van het te 's-Gravenhage op 1 Oct.
1904 tusschen Nederland en Portugal
gesloten arbitrage-verdrag en van het
op denzelfden dag tusschen eerstge
noemde staten gesloten verdrag tot
regeling der grenzen van de weder
zij dsche bezittingen op het eiland
Timor. (St. Ct)
Kamerleden, die vertrekken.
De Haagsche correspondent van de
„Telegr." schrijft:
Eenige dagen geleden meldde ik,
dat de heer P. R. Mees, lid der Tweede
Kamer voor Rotterdam V, zich in
1909 niet meer herkiesbaar zal stellen
In een dorp, zóó Idicht bij Eper-
toay, dat het een voorstad eerder
idan een zelfstandig dorp kan ge
doemd worden, stierf voor ©enigen,
tijd een vrouw, moeder van ver
scheidene kinderen.
[Wat ze geweest was tijdens haar
leven, verzwijgt de geschiedenis.
Dit eene staat vast, dat zij meer
malen als haar uitdrukkelijken wil
bad te kennen gegeven, niet als ©en
hond te willen worden begraven.
Dus een kerkelijke begrafenis
Nauwelijks had zij den geest ge
geven, of er ontstond twist tusschen
de kinderen over de Begrafenis van
ïnoeder.
De eenen wilden den pastoor er
bij halen, de anderen echter abso
luut niet. i
Een civiele begrafenis!.!.
Een waar hapje voor de lui die
„vrij" denken, en die maai' niet kun
nen velen, dat anderen iets anders
denken als zij die vrij denken. De
kinderen der overledene waren
menschen uit de arbeidende klasse.
Dus voor eenige' franken zouden zij
gemakkelijk overgehaald worden om
even vrij te denken als de geldschie
ters.
En waarlijk, een zoon der over
ledene leende zich-voor dergelijk©
vrijdenkerij. Dus een civiel© begra
fenis.
Aan de „Mairic" was alles gere
geld en dag en uur naderden.
Doch de andere kinderen herin
nerden zich hoe moeder duidelijk ge
zegd had, niet als een hond onder
den grond te willen gaan, en gingen
naar den pastoor, op den morgen
zelf van de begrafenis en slechts
een paar uur te voren.
Dez© waardige man, niet batig voor
een beetj©, beloofde te zullen doeoi
w;at in zijn vermogen was.
Hij schreef onmiddellijk na£ir |den
commissaris van politie en deelde
hem mede, hoe men tegen den wil
van de doode een civiele begrafe
nis zou doen.
Daarna trekt hij op het uur van
de begrafenis naar het sterfhuis.
Nauwelijks ziet de zoon, die het
lijk zijner moeder verkocht had, den
pastoor aankomen, of met gebaar
en woorden aan den pastoor: „Jij
komt er niet in en je blijft van het
lijk af met je wijwater."
De pastoor blijft buiten staan te
midden van een menigte nieuwsgie
rigen, vooral vrouwen, die dergelijk
okevietje gaarna bijwonen.
Vóór de deur van de woning stond
een lijk- en een kruiwagen.
Daar komt het lijk aan! De pas
toor zegt de gebeden en besproeit
rijkelijk met wijwater kist en drar
gers
„Op de kruiwagen met het lijk!"
„Neen in de lijkwagen!"
„Op de kruiwagen zal het!!"
„Neen, bij hoog en. laag, in de
lijkwagen,"
En de menigte, de vrouwen drin
gen aan, pakken de kist en z©tten
deze op de lijkwagen.
„Er uit zal die! en op jde krui
wagen
Doch de kruiwagen is weg ,en d©
menigte doet den lieven jongen van
een zoon verstaan, dat het lijk in
de lijkwagen blijft.
„Vooruit koetsier!"
De pastoor moeit zich niet om al
het geharrewar rondom hem henen
en bidt voor de arme ziel der over
ledene en ongetwijfeld ook voor de
menigte verdoolde schapen, dl© hem
omringt.
Het lijk op een lijkwagen en bo
ven op die wagen een kruisM Dat
was toch te erg voor de vrije ge
dachte.
Het moest toch voor iedereen dui
delijk zijn hoe vrij die vrije gedachte
is, en nu over de kist heen eenj
kleed waarop met groote letters
„libre pensee" of te wel „vrfje ge
dachte".
En op dien gewichtigen dag, waar
op de vrije gedachte wild© toonan,
welke vrijheid zij aan iedereen liet
om te denken wat men maar wilde,
zag men een lijkwagen door de stra
ten gaan met een lijk er in, waar
over een groot kleed met „libre pen
see" er op, boven op de wagen een
groot kruis en achter de wagen de
pastoor, God s Ontferming inroe
pend.
Vooruit, koetsier
„Naar de kerk," zegt de pastoor.
„Nooit van z'n leven," zegt de
zoon.
Naar de kerk, herhaalt nu met
den pastoor de menigte.
Doch bij de kerk gekomen denkt de
zoon zeker aan de franken, welk©
de vrijdenkers hem hebben toege
zegd voor een civiel© begrafenis, ©n
om ze te verdienen verzet hij zich
met alle macht tegen het brengen
van het lijk binnen de kerk.
De pastoor wacht geduldig ai en
aanschouwt, de ziel vervuld van
innig medelijden, dat geharrewar
om een lijk.
ÖV aarschijnlijk zou de zoon het
gewonnen hebben ©n zou het lijk
van zijn moeder de kerk niet zijn
binnengegaan.
De komst echter van gendarmen
maakte een eind© aan dat droevig
tooneel. De kist overdekt met het
kleed der „Libre pensee" ging de
kerk binnen en met haar geheel d©
menigte die daar hoorde vergeten
woorden van liefde, gelijk alleen de
Kerk van Christus ze zegt: „Re
quiem aeternani dona. ei Domin©
Heer, geef aan har© ziel de eeuwige
rust.