DAGBLAD voor NOORD- en 7UID-H0LLAND.
KiwderfiMiswest 29«3§-33, HaaHem
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Het Madonnabeeld.
VmjDAQ 6 NOVEMBER (908.
33*** Jaargang No. 6731.
de,
Bureaux van Redactie en Administratie:
Intercommunaal Telefoonnummer 1426.
Oorlogsgevaar
DUITSCHLAND.
Verspreide Berichten.
FEUILLETON.
EDEDB.
HWE HMRLENSCHE CHIRAVT
ABONNEMENTPRIJS:
Per 8 HMidn veer Heerlen
▼oor pleeUe», weer een agent is gevestigd (kens der ges
▼oor de overige plaatsen in Nederland franco per post,
Afzonderlijke nummers
i»ente)
f 1,85
1.85
i.«o
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
▼an V-regelsf#,88 (eeataat^ f 9,90
Ske regel meer8,10
©reete letters aaar plaatsraisste.
Dienst&anlsiedispen 98 eest per advertentie eentant.
1000
Alle betalende abonnés op dit blad z(jn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van:
•VLUBir bi
lsvenslange onge
schiktheid tot
werken.
400
•VLDJN l»i
overlijden.
300
GULDEN bij
verlies van éen
hand of voet.
150
•ULDBN bij
verlies van
don oog.
100
GULDEN bij
verlies van
don duim.
60
•¥LDMT bf
vorlios van
édn
wiivingor.
15
•IU» bf
verlies van
doa anderen
vinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocsan", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
Heb lijHI geen twijfel: tie poli
tieke atmosfeer is op hoog© bpan
ning gelajiende verschillende kwes
ties en voorvallen van den laatsten
tijd, de Balkan-verwikkelingen, de
•panning tusschen Dnitschland en
Engeland, de Russisoh-Slavische nei-
jfingen, de uitlatingen van keizer
(wilhelm, dat alles heeft beroe
ring .gebracht en vertroebeling.
En nu, komt zoowaar een nietig
■icident tusschen Dnitschland en
Frankrijk den wereldvrede in: ge-
▼aar brengen.
Men aohte dit niet licht.
'tGaat er om, of Frankrijk, 'dan
wel Duitechland zullen toegeven.
'tZit 'm niet in het „wat", dat
wordt toegegeven, maar in het feit
▼an het toegeven-zèlf.
SVie (dat doet, is op dit moment
te minste.
Frankrijk heeft het in de laatste
paren steeds gedaan-
Maar het voelt zich nn door En
geland'» eteun en Duitsehlajid's
vereenzaming krachtig genoeg, om
«p zijn stuk te staan.
En Duitsohland'e prestige heeft
toor „de groote blamage" van 's kei
zers interview en wat er op volgde,
zóóveel geleden dat eenige opwin
ding en zenuwachtigheid der leiden
de staadslieden van het Duitscho
Rijk verklaarbaar is.
Het hangt er nn. dus geheel van
•f, of Duitsehland kalm zal blijven,
«n iets van zijn kant zal willen ge
ven- ÏWij verwachten dat van de
Dpitsche regeering nog immer.
En zoo ja, dan is het Casablanca-
Shcident, op zichzelf van geen betee-
kenis, uit de wereld.
De Fransche diplomatie kan dan
•en zeer (aanwijsbare .victorie boe
ken.
Zoo neen, dan idreigt oorlogs-
jevaar.,.,-
God behoede Europa voor zoo iets
Anticlericalo komedie
Grooteer komedie dan de anti-cle-
rioalo partijen nu in den Duitschee
Rijksdag vertoonen, is haast niet
ienkbaa» 1
Een paar (dagen geleden was het
algemeen parool: .Von Bülow; moet
er uit!.,.* i
Maar
Toen men hand genoeg had ge
schreeuwd en de eerste opwinding
was bedaard, toen kwamen de hee-
ren van het anticlericalo „bloe", do
liberalen, radicalen en conservatie-
Non, door Vcxn Bülow zoo met talent
«n moeite hij elkaar gedreven in één
hok, tot hun eigen verwondering
hoe zoo uiteenloopende elementen
konden worden vereenigd, toen
kwamen die hoeren van het „bloo"
tot bezinning: als Von Bülow valt,
dan ligt het heele „bloo" omveri.
En dan zijn wij - de leiders van
het „bloo" de regeeringsmaoht
onherroepelijk kwijt!
„Das gab ein aligemeines Schütt-
len des Kopfes 1j
En de hoeren van het „bloo" beslo
ten we moeten Von Bülow nu een
maal kapittelen over het befaamde
interview, maar we zullen het zoo
zachtjes mogelijk doen, eerst eens
met hem afspreken hoe we 't zullen
inrichten, en we geven hem eten mo
tie van vertrouwen.
Von Bülow weg, - dan is ook
het „bloo" uit elkaar: en dat om
de dood niet!
De kopiedie ie nu, Von Bülow te
redden.
Maar hoe?,*ia
De aandacht moet afgeleid
De aandacht moest worden afge
leid, is er blijkbaar besproken in de
regeerende kringen.
En dies werdeen groot ka
baal tegen Frankrijk opgezet, een
kabaal echter, dat door Frankrijk's
beslist optreden opeens een heel an
der en zeer gevaarlijk karakter heeft
gekregen, en dat nu allerernstigst
is geworden.
Men weet: het gaat om de deser
teurs in Casablanca, Duitschers, die
van het vreemden legioen zijn weggte-
loopen, zijn door de Framschen te
ruggehaald, en daarbij moet de Duit-
sche consul ietwat beleedigd zijn ge
worden. Maar, zegt Frankrijk, die
consul handelde ook incorrect.
Het voorstel was nu gedaan de
zaak aan arbitrage te onderwerpen.
On der tusschen, het Fransche stand
punt acht de rechts- en de feiten
kwestie onsplitsbaar, het hof van
arbitrage moet beide punten uitma
ken, tenminste indien zij niet langs
diplomatieken weg worden beslist
De Duitscho regeering deelt dit
inzicht niet: zij is van oordeel, dat
haar eerst eerherstel moet gegeven
worden, daar de ambtenaren van het
Duitscho consultant zijn aangevallen
ip de uitoefening hunner functie
Vandaar nu het conflict.
Frankrijk wil geen excuses ma
ken, en staat op zijn stuk.
Duitsehland zal dus dezen eisch
moeten terugnemen, ofer komt
oorlog'
Als men kalm de zaken beoordeelt,
kan men niet aan den politieken-
waanzin gelooven, dat wegens het
nietige voorval te Casablanca, twee
beschaafde volken zich in een oorlog
zouden storten, waarvan de uitbre
king de heftigste afkeuring van alle
verstandige menschen in Duitseh
land en Frankrijk zou opwekken
Maar in deze dagen van zenuw
achtige opwinding, en nu de poli
tieke atmosfeer tot uitbrekens toe
van electriciteit is overladen, nu is
ook dit ondenkbare mogelijk!
Hoe het conflict nu staat.
De Franschen achten zich 6terk
Duitsehland heeft zoo zeggen
ze op het oogenblik afleiding Uoa-
dig voor den binnen landschep ge-
drukten toestand, en de ontevreden
heid.
Maar bet zal teiö slotte wel toe
geven.
[Wat trouwens niet anders dam te
hopen is. i
De Duitsche pers zwijgt, is waar
schijnlijk verwonderd over den groo-
ten omvang, diep deze zaak heeft
genomen. t
De Duitsche ambassadeur te Pa
rijs en minister Pichon hebben giste
ren geconfereerd en „hopen een vre
delievende oplossing te kunnen vin
den", zooals Beuter seint.
De gebeurtenissen van het oogen
blik zijn inderdaad wel zéér belang
rijk!
SPANJE.
Een Katholieke universiteit.
De openingsplechtigheid der „Ka
tholieke Universitaire Academie" heeft
te Madrid plaats gehad. De groote
zaal der „Vereeniging voor soeiale
verdediging" was stampvol. Aanwezig
waren de bisschop van Madrid, de
groot aalmoezenier van het leger Mgr.
de Sion, vele geestelijken, officieren
enz. Na een rede van den bisschop van
Madrid, heeft de nuntius van den
Paus den Pauselijken zegen gegeven.
Onder de ingekomen gelukwenschen
was er ook een van den rector der
Katholieke univerpiteit te Leuven en
van den kardinaal-aartsbisschop van
Mechelen. Het Katholieke blad van
Madrid, de „Universo", belooft dit
laatste schrijven te zullen pnbliceeren,
dat, naar dit blad zegt, een monument
van Christelijke wetenschap is.
TURKIJE.
Het Parlement.
Uit Konstantinopel wordt gemeld,
dat de regeering en het jong-Turksche
comité het er over eens zijn, dat het
onmogelijk is het parlement, zooals
aanvankelijk het plan was, den 14den
November bijeen te laten'komen. In
een groot deels des Rijks moeteu»de
verkiezingen nog plaats hebben en er
zijn ook moeilijkheden van anderen
aard.
De opening van het parlement zal
daarom minstens tot 15 Dec. worden
uitgesteld.
DE BALKAN.
De toestand in Serviö
Het bureau van de Skoepejtina heeft
aan de pers een bericht medegedeeld
van den volgenden inhoud
Na de lezing van het regeerings-
verslag beeft da Bkoepsjtina er acte
van genomen, dat Servië in den hui-
digen moeielijken toestand, al het noo-
dige heeft gedaan voor een krachtige
verdediging van de Servische belan
gen en zal voortgaan een correcte hou
ding aan te nemen ten aanzien van
de vervulling der internationale ver
plichtingen.
Gelet op de openbare meening, is
Europa goedgezind jegens Servië.
Met het oog op de gevoelens voor
rechtvaardigheid der groote mogend
heden, hebben wij reden te verwach
ten, dat een rechtvaardig gevolg zal
worden gegeven aan de eischen van
Servië. Zonder den vrede te verbreken,
zal Servië de biieenroeping en de be
slissingen van de conferentie afwach
ten.
Turkije en Servi*.
Als gevolg van herhaalde stappen
van do zijde van Servië, heeft de
grootvizier de ontscheping en den
doorvoer naar Saloniki van het in
deze haven opgeslagen oorlogsmate
riaal toegestaan.
Dat is voor Oostenrijk een tegen
valler
Waarom 't zoolang duurt. De
„Corriere della Sera", geeft de volgende
verklaring van het langdurige uitstel der
verloving van den hertog der Abruuen.
Miss El kins moet verklaard hebbes, dat
zjj den hertog niet soa huwen, vóór alle
leden der koninklijke familie hun toe
stemming hadden gegeven. Dit resultaat
schijnt bjj lange na niet bereikt te zijn;
niemand minder dan de koningin Mar-
garetha verzet er zieh tegen. Ee-iige we
ken geleden zou zij, cercle houdende in
het kasteel van Stupinigi, zieh plotseling
teruggetrokken hebben toen de hertog
de zaal binnenkwam.
Deze verzocht toen (altijd volgens de
Corriere") aan graaf Oldofredi, ijifc zijn
naam naar de Koningin-moeder te gaan
en haar te vragen of zij om zijnentwil
heengegaan was. De koningin antwoord
de, dat zij werkelijk zijn gedrag afkeurde
en voegde daar eenige opmerkingen aan
toe over de verplichtingen van een prins
jegens zichzelf en zqn land. De hertog
verliet onmiddellijk het kasteel.
Miss Elkins zou zich nu bereid ver
klaard hebben, den hertog te* huwen,
indien h(j afstand doet van zijn rang en
Amerikaansch burger wordt. Drze oplos
sing kont den Italianen echter geheel
onmogelijk voor.
V lie gmachines en regeer ings-
«ympathie. In de Fransche Senaat ren
interpellatie beantwoordende, zeide de
minister van openbare werken gisteren
namens het geheele land den luchtschip
pers dank; hij bracht hun verder hulde
en betuigde zijn bewondering. Hij voegde
er aan toe, dat er een krediet van 100,000
frs. zal worden opgebracht ter aanmoe
diging; de minister zeide te hopen, dat
de luchtvaart gunstig zal zijn voor den
maaUcaeppeljjke* vooruitgang, de toe
nadering, de mens 'hlievendheid en den
vrede ia de wereld.
De Europeeschc conferentie.
Volgens de Neue Freie Pres*e worden de
kansen van de bijeenkomst vaa de con-
fereatie in welingelichte klingen als groo-
ter beschouwd. De conferentie zal volgens
die kringen waarschijnlijk plaats hebben.
Natuurlijk heet het verder is het
nog noodig breedvoerig te onderhandelen
om een progarm vast te stelleD, dat aan
alle zijden voldoening sch nkt. De confe
rentie zou bezwsarlijk vóór Januari bij
een kunnen komen.
Hofberichten.
H. M. de Koningin-Moeder komt
Woensdag 11 dezer van het Loo in
de Residentie voor het winter- en
voorjaarsverblijf.
Z. K. H. Prins Hendrik heeft gisteren
de huwelijksplechtigheid bijgewoond
van freule Van Haersma de With,
laatstelijk hofdame van H. M. de Ko
ningin, met jhr. Schimmelpenninck.
Gieterenavond was de Prins weder
in de Residentie. Hier was hij de gast
van baron Van Pallandt van Bram
zeil op sijn jachtgoederen te Wasse
naar.
Provinciale Staten van Overijsel..
Ds uitslag der gisteren te Steenwijk
gehouden stemming voor een lid der
Prov. Staten isHerstemming tusschen
de Heeren G. Bruintjes (anti-rev.)
te Vollenhoven 1169 stemmen en Loos
Janss. (lib.) te Blokzijl (1141).
Uit de Staats-Courant.
Bij Kon. Besl. is tot buitengewoon
hooglesr&ar in de bedrijfsleer en het
boekhouden aan de Technische Hoo-
geschool te Delft benoemd, J. G. C.
Volmer, te Amsterdam.
Bij Kon. Besl. is H. Pb. Gerritsen,
te 's-Gravenhage, benoemd tot officier
in de orde van Oranje-Nassau.
Bij Kon. Besl. zijn benoemd tot
voorzitter der bij Kon Besl. van 30
Juli 1906 no. 75 ingeetelde commissie
tot herziening der wetgeving op de
registratiebelasting, de hypotheekrech
ten enz., de heer mr. vV. S. J. van
Waterschoot van der Gracht, lid van
de Eerste Kamer der Staten-Generaai
en notaris te Amsterdam, en tot lid
dier commissie, de heer J. A. Enuma,
bewaarder van de hypotheken en het
kadaster te Rotterdam.
Bij Kon. Besl. zijn, met ingang van
1 November, opnieuw in den raad
van beroep voor het mijnwezen be
noemd
a. tot lid en voorzitter: de heer,
J. W. IJzerman, lid van de Tweede
Kamer der Staten-Generaai, te Was
senaar
b. tot leden, de heeren:
C. J. van Loon, hoogleeraar aan de
Technische Hoogeschool te Delft, en
S. J. Vermaes, hoogleeraar aan de
Technische Hoogeschool te Delft;
c. tot plaatsvervangende leden, de
heeren
Godefroy, oud-hoofdingenieur,
chef van het mijnwezen in Neder-
landsch-Indië, te 's Gravenhage;
dr. G. A. F. Molengraaf!, hoog-
loeraar aan de Technische Hoogeschool
te Delft, en dr. W. H. Nolens, lid
van de Tweede Kamer der Staten-
Generaai en lid van den mijnraad,
te Rolduc.
De verhooging van den accijns op
het gedistilleerd.
Aan de Tweede Kamer is een adres
gericht door den Bond van Likeur
stokers in Nederland naar aanleiding
van het wetsontwerp tot verhooging
van den accijns op het gedistilleerd.
Er heeft zich, zegt het adres o. a.,
omtrent het vervaardigen, verhande
len en verbruiken van sterke dran
ken eene met grooten nadruk verde
digde meening gevormd, welke in
strijd is met de van J oudsher heer-
schende begrippen daaromtrent en
naar ens inzien in strijd met de waar
heid. De msening namelijk dat elk
gebruik van sterken drank, ook in
den meest onschuldigen vorm, mis
bruik is, terwijl zij die haar verdedi
gen, vooropgezette, onbewezen opvat
tingen en begrippen als argumenten
aanvoeren, op eene wijze welke vaak
hoogst grievend en beleedigend is voor
hen die bij den handel in sterken
drank zijn betrokken. Ware die mee
ning juist dan zou daarin liggen eene
zeer krass# veroordeeling ven onze
voorvaderen en van het overgroot#
deel van het thans levend geslacht,
dat in een matig gebruik van sterken
drank nooit iets verkeerds zag. Toch
heeft die meening, dat beginsel aan
hangers van zoo grooten invloed, dat
maar weinigen het openlijk durven
bestrijden, wijl hen dan al spoedig
de smalende beschuldiging treft te
heulen met het kwaad.
De ervaring leerde, dat de telken
male verhoogde accijns eene vermin
dering medebracht van de afname van
likeuren, welke toch nooit aanleiding
geven tot misbrnik.
Adressant moet er ook op wijzen
dat de buitensporig hooge accijns oor
zaak zal zijn, dat weinig nauwgezette
fabrikanten,ten einde eene vergoeding
te vinden voor het noodzakelijk duur
der worden van het artikel, hunne
toevlucht zullen nemen tot het ge
bruik van minderwaardige en veelal
echadelijke bestanddeelen. Dit zal niet
alleen eene oneerlijke concurrentie in
het leven roepen, doch onvermijdelijk
zullen de verbruikers de nadeelige
gevolgen daarvan ondervinden.
Wordt het wetsontwerp tot ver
hooging van den accijns op het ge
distilleerd aangenomen, dan voorziet
adressant, die in deze bevoegd mag
worden geacht tot oordeelen, dat een
eertijds bloeiende tak van nijverheid,
ernstig nadeel zal ondervinden niet
alleen, maar ook aan velen het be
staan nagenoeg onmogelijk zal worden
gemaakt, tot een groote schade tevens
van zoovele bedrijven die er bij be
trokken zijn, zooals de handel ia of
de vervaardiging van suiker, specerijen,
vruchten, siroop, fiesechea, kurken,
kistwerk, fuetwerk, drukwerken enz.
We zullen er maar niets van zeggen.
Maar, dat de drankbestrijders er wel
anders over zullen oordeelen dat staat
als een paal boven water.
De Chriztelijk-Historiichen teLeiden
Woensdagavond was door een voor-
loopig comité, bestaande uit enkele
bestuursleden der Oude Ned. Herv.
Kiesvereeniging en eenige aDdere
sympathiseerende personen eene ver
gadering belegd om te komen tot
oplichting eener afdeeling van de Chr.
Hist. Unie.
De afgevaardigde voor Leiden, dr.
J. Th. de Visaer trad als spreker Op
(Naar het Duitsch.)
Het was de openingsdag* Van de
kunsttentoonstelling in de Rijks
hoofdstad, Berlijn, De groote wereld
had zich in den voormiddag reeds
in en voor het expositiegebouw v>er-
eameld.
Professor Hartenstein doormat de
ruimte met tevreden blikken. Het
was een. fijngekozen beelden verza
meling van de meest op dan voor
grond tredende beeli ih ou wkunste-
naars, die heden uitgestald was en
zijn oogen blikten hoogst voldaan
langs de wanden. Het had hem
oneindig veel moeite en arbeid ge
kost, om het geheel zoo samen te
•tellen, dat de beelden tot hun recht
kwamen en in de juiste belichting
hingen. Hij meende over zich geheel
tevreden te kunnen zijn, niettegen
staande ook eenige kunstenaars met
de hun beelden toegekende plaats
minder content wapen. De groote
kunstenaars waren zooals het ge
woonlijk gaat, boven allen bevoor
recht, de jonge, nog weinig bekende
schilders mochten al blij zijn wan
neer hun beelden met gunst een
plaatsje bekwamen in dat voornaam
ein fijn gezelschap.
Li een aangrenzende z'aAl Monden
twee jonge schilders, druk in ge
sprek voor een hoog aan den wand
hangend Madonnabeeld van den
schilder Kurt Lichten.
tWiat zal Kurt daar wel van
zeggenmeende een van hen, een
slechtere plaats voor zijn product
had men al niet kunnen vinden.
Hij is buiten zichzelf van opwin
ding en woede antwoordde hem zijn
kunstbroeder zooals ik heb hooren
vertellen. Ik trof hem juist aan,
toen ik hierheen kwam. Zijn Madon
nabeeld zou voor hem den geluks-
weg openen, hij vertrouwde er vast
en zeker op. Het is ook ©enig mooi
Hij is ook bijzonder ongelukkig bij
deze tentoonstelling. Professor
Hartenstein kent hem bijna niet,
terwijl Kurt nu eenmaal de kunst
niet verstaat, zichzelf op den voor
grond te dringen. Het doet mij van
harte leed! Het zal heel moeilijk
zijn voor het Madonnabeeld een
kooper te vinden, zooals het daar
hangt, veel te hoog en in zoo
slechte belichting. Het is erg
jammer.
Professor Hartenstein zat 's mid
dags buiten in de wereldberoemde
Berlijnsche diergaarde en verheug
de zich over dit rustig uurtje, na
den overmatigen arbeid der laatste
dagen.
Terwijl hij zich daar in fle warme
zonnestralen koesterde trokken op
eens twee kinderen, die in de nar
bijheid stonden zijn aandacht. Een
kleine, dikwapgige knaap vertelde
zijn makker ;VaU de tentoon
stelling-
Natuurlijk luisterde professor
Hartenstein naar 't vermakelijk ge
sprek der snaken.
„Stel je voor...,, zei 1de kleinste:
„Papa heeft, aan tafel gezegd, pat
wanneer paj's beeld niet verkocht
werd, wij van hier moeten vertrek
ken en waar wij dan heengaan, daar
is geen mooie diergaarde! Mama
heeft geweend e:n toen moest ik na
tuurlijk ook schreien.
„Pa,pa zeide, dat professor Har
tenstein zijn beeld zoo hoog gehan
gen heeft, dat geen mensch het ziet.
Pa is er zeer boos over."
Een bijzonder zeldzaam lachje
was bij deze laatste woorden over
het gelaat des professors gekomen.
Oogenblikkelijk riep hij de kleinen
bij zieh.
Hoe heet je» manneke, vroeg
hij vriendelijk.
Kurt Lichten, antwoordde de
kleine onbeschroomd, en de heldere
kinderoogen keken vragend naar
dien vreemden mijnbeer op.
En wat vertelde jij daar zoo
even van den kwaden professor Har
tenstein?
Ach, die heeft papa's beeld
zoo'n hoog plaatsje aan den muur
bezorgd, dat niemand het zien kan.
hoe fraai het is, en zoo zal natuur
lijk het ook niemand koopen, ant
woordde de kleine verstandig.
Fn wat is dat vj >r een beeld
Het mooie Madonnabeeld met
het Kindje Jezus, antwoordde .de
kleine met trots. Het is het schoon
ste Madonnabeeld van de heele ten
toonstelling. Mama heeft gezegd:
Het Kindje Jezus, dat is mijn broer
tje Exmst, die altijd zoo' mooi stil
lag, en zoo ook heeft Pa hem geschil
derd, menigmaal mocht ik er naar
kijken.
En nu heeft die booze profes-
sor Hartenstein het veel te hoog
laten hangen, voegde de professor
er vroolijk aan toe.
Ja» ging de knaap Voort, toen
Pa van morgen van de tentoonstel
ling thuis kwam was hij zeer be
droefd, en mama weende.
Als die mijnheer Hartenstein eens
wist, hoe goed Pa en Mamaatje zijn,
en wat verdriet hij Pa aandoet, dan
gaf hij wis en zeker aan ons beeld
de beste en geschiktste plaats.
De wangen van den kleine gloei
den van inspanning door t ijverig
vertellen, en de klare kinderoogen
zagen ernstig naar den. vreemden
man op.
Dus jullie bent allemaal erg
kwaad op den professor, is 't niet,
kleine snaak?
ij— Zeer boos, kwam het beslist
uit den mond van den kleinen kleu
ter, ik mag jiem niet lijden, en Pa
zegt, Tiij is zoo hard als steen, daar
om heet hij ook Hartenstein.
Eensklaps verdween de glimlach
van het gelaat des professors; hij
.blikte strak en ernstig in de oogen
van den knaap, alsof hij over iets na
dacht. Toen vroeg hij vriendelijk
Als ik nu eens den professor
ging vertellen, hoe zeer dat uw pa
en ma gespeten heeft en hij zou als
dan het beeld pp een geschiktere,
en betere plaats doen hangen, zou, je
dan wel van hem houden
O ja, zelfs zeer veel, hernam
de knaap met vreugde.
En wat zou je hem daarvoor
wel geven, wanneer hij het morgen
reeds deed
De kleine bleef een oogenblik in
gepeins verzonken, opeens stak hij
de hand heel diep in de zak en
tastte naar iéts, terwijl hij naar den
grond keek. Geheel zijn gelaat toe
kende inspojnning en de lippen
knepen samen, alsof hij pijn gevoel
de; spoedig hief hij het hoofd op
en met zijn glinsterende oogen rond
om zich ziende, zeide hij beslist
met offervaardig hart„Mijne nieu
we doos looden soldaatjes."
De oogen van den professor wer
den vochtig en een paar tranen rol
den over zijn wangen- Liefkoozena
streek hij over de blond© lokken van
den edelen knaap. De open blik an
het jongentje herinnerde hem aan
pp*p ^nider Jjcopj© vférsiGru hdöx» blotn.-
de krullende lokken, dat hij eens
het zijne genoemd had, dat zijn trotss
en hoop geweest was, en nu reeds
sedert lang onder den groenen graf
heuvel sluimerde. Hij boog zich
naar het kind toe, omhelsde het en
zeide innig: „Je bent een brave^,
dappere jongen, en gij zult dien ou
den, harden professor toch nog dank
baar zijn."
Toen men den volgenden Bag op
de kunsttentoonstelling kwam, ver
wonderde het iecLeren bezoeker, het
Madonnabeeld van den jongen, nog
weinig bekenden schilder op een,1
plaats der tentoonstelling te zien,
waar het heerlijk tot zijn recht
kwam, en nu kwam het niemand
meer wonderlijk voor, dat het zoo
prachtig geplaatst was, en nog min
der, dat de jonge meester een zop,
schitterend werk geschapen had.
Een klein bordje was aan heb
schilderij gehechts waarop te lezen
stond: „Verkocht".
Hoe dat alles zoo onverwachts ge
beurd was, is niemand te weten ge
komen,
s