I
0
B&SBsè
vrf®. si» ys&A.#"
5ï^as;
Aan onze abonnés.
Christen-eer.
Staten-Generaal.
Slechts twee letters.
J
afel
pk-.
nk..
-V. s
k.,
k.,
ver-
MS-
hil-
>aar
aa®
der
uur
uur
en
De Directeur der Nieuwe Haar-
lemsclie Courant noodigt allen, die
daartoe kunnen medewerken, drin
gend uit, ons te willen helpen, opdat
advertentiën van veilingen, verkoo-
pingen, boelhuizen, grasverpachtingen
enz. ook in de Roomsche Courant
van Haarlem en omstreken worden
opgenomen.
Wanneer H.H. Notarissen en Make
laars door degenen, die bij deze
verkoopingen enz. betrokken zijn,
tijdig op ons blad opmerkzaam wor
den gemaakt, zullen deze heeren niet
weigeren ook in de Nieuwe Haar-
lemsche CauPant, die toch door een
zeer aanzienlijk deel der bewoners
van Haarlem en Omstreken gelezen
wordt, die advertentiën te plaatsen.
Wij bevelen deze belangrijke zaak
in de aandacht van al onze lezers.
Als wij, Nederlanders, ons naar
de woorden en daden vormen van
onzen grooten vader Sint Willibrord,
zal het spoedig blijken, dat wij in
het bijzondere en het openbare
leven lieden van beginselen, men-
schen van een edel karakter zijn
geworden
En daar is het om te doen. Bij
het kiezen der scholen voor de
kinderen, bij het bevorderen der
ware devotie in het gezin, bij het
tijdig voorkomen van verkeerde
lektuur, van gemengde huwelijken,
loszinnigen omgang, bij het behar
tigen ook der openbare Roomsche
belangen aan de stembus, in regee-
rende colleges van stad of land,
bij het gehoorzamen aan de gees
telijke overheid, kortom overal
waar wij het Katholiek leven moe
ten behouden en bevorderen, daar
geldt voor alle ware zonen van
Sint Willibrord de les: Toont fier
en onbezweken uw vlag! Weest
mannen van karakter! Belijdt het
hoog en in vreugde, dat Christus
de Lichtatar is van al uw gelooven,
uw hopen en beminnen, en dat gij
Zijne Bruid, de H. Kerk, als uwe
Moeder in het, harte draagt.
Voor sommigen onzer broederen
schijnt evenwel dit stuk arbeid altoos
ietwat te sterk. Waarom, zoo vra
gen zij, waarom zóo sterk zich pro-
nonceeren? Waarom niet de oude
les gevolgd van zoowel te geven
als te nemen. Waarom niet Roomsch
in het verborgene?
Laat het ons geoorloofd zijn hier
omtrent een vrijmoedig antwoord
te geven 1
Dat zwenken dan en dat neutraal
vertoon is primo bij Onzen Lie
ven Heer veroordeeld. Al wie niet
voor Mjj is, zoo sprak de Zaligma
ker, Hij is reeds tegen Mij en wie
met Mij niet vergadert, hij ver
strooit reeds, hij drijft uit elkaar.
En, hoort verder eens, hoe terecht
hier ridderlijkheid en fierheid wordt
aanbevolen. Want waar in zijn
brieven de H. Paulus onder ingeving
des H. Geestes aan de Ephesiërs
het beschrijft, in welker voege na
melijk elk Christen heeft op te
treden, om in den strijd des levens
bestand te zijn, niet alleen tegen de
menschen, maar nog daarenboven
tegen alle die schandelijke machten,
welke ons in de geesteswereld met
met verkeerde inblazingen trachten
te bederven, daar eischt hij, dat
elk Christen als een volslagen sol
daat (uit zijn dagen) zal optreden.
Neemt Gods wapenrusting op,
zoo spreekt de heilige Leeraar der
volkeren, om, ten kwaden dage,
wederstand te kunnen bieden, en
in alles volmaakt, stand te houden.
Staat dan, zoo gaat hij voort: (Aan
de Ephesiers VI, 1318.)
Uwe lendenen omgord met waarheid;
(dus als met eeD gordel van op
rechtheid geheel ingesloten en ge
steund.)
Aangedaan met het harnas der ge
rechtigheid(dus het hart en ge
weten tegen alle kwaad, als met
ijzer, beschut).
De voeten geschoeid tot de bereid
willigheid van liet Evangelie des vredes
(bereid dus om vaardig alle onze
wegen te richten naar Christus'
zoet Evangelie.)
Nemende in alles het schild des ge
loof s waarmede gij al de brandende
pijlen van den booze kunt uitdoo-
ven; (door uw geloof overvloedig
tegen alle bekoringen gedekt.)
Neemt ook den helm der taligheid
(bij alle uwe gedachten, dus beschut
en ala versierd door een stalen ver
trouwen op den hemel.)
En neemt ook het zwaard des Geestes,
hetwelk Gods woord is; (zoodat gij,
door den H. Geest in Gods woord
bevestigd, zelfs een uitval durft doen,
waar het noodig is.)
Zóo was dus het ideaal van den
Christen naar St, Paulus. Van top tot
teen in wapenrusting, van bedekkend
en aanvallend oorlogstuig ruim
schoots voorzien staat hij daar op
de wegen der Evangelische voor
schriften, niemand vreezend dan God
en God alleen.
Doch hoe passen dan hierbij
Katholieken met een hazenbart, die
bij het eerste spotwoord, of bij
het eerste voorbeeld van valscbe
broederen, den strijd voor Gods eer
aanstonds verwisselen voor het over-
loopen naar de gebruiken en sa
menkomsten van liberalen, van
naam-Katholieken, van ongeloovige
volksvereenigingen, enz.?
S e c u n d o deze zelfde lieden,
welke bun strijd prijsgeven om aan
de menschen te voldoen of om voor
deel en glorie te behalen onder de
menschen, och, hoe vaak eindigen
zij, met juist bij niemand van tel
te wezen! Zoo verging het immers
Erasmus, die eenerzijds de kerke
lijke overheden en de geestelijke
orden zoo sarcastisch hekelde, ten
einde den Hervormers bij hun eer
sten opgang op zijde te blijven, en
die toch anderzijds als Katholiek
priester leefde en stierf. Wat is er
van hem geworden Uit liefde
eischen wij hem op bij de Katho
lieken omdat hij, vooral toen zijn
einde naderde, zich beslist Katho
liek toonde en omdat hij, op aan
sporen van Paus Adriaan VI, op
zijn ouden dag zijn pen eindelijk
tegen Luther heeft gekeerd. Maar,
hunnerzijds, hebben de Duitsche
Lutheranen, toen zij een standbeeld
voor Luther oprichtten wel degelijk
denzelfden Erasmus met Jan Hups,
enz., als bereider en bevorderaar
der Hervorming, rondom Luther
gegroepeerd! Nu plaatse men naast
dien karakterloozen Erasmus, eens
Thomas Morus en den zooeven ge
noemden Hollander, Paus Adriaan
den ZesdeBeiden waren oud-vrien
den en tijdgenooten van Erasmus.
Van hunne onverdeelde toewijding
aan Gods kerk onder kommer en
vervolging, zal de gloriefaam niet
zwijgen, zoolang er ooit oprechte
menschen op aarde zullen leven.
Maar voor Erasmus haalt eigenlijk
ieder eerlijk mensch nog altoos de
schouders op. Hij, zoo zegt bijv.
Busken Huet, hij die juist van de
kloosterlingen de grondslagen zijner
ongeëvenaarde geleerdheid had ver
worven, hij die zelf het klooster
kleed had gedragen, en daarna dat
alles met de eene trouweloosheid
over de andere heeft vergolden, bij
geleek op de zwaluw, die het huis
waaraan hij gastvrijheid genoot,
met alle vuilnis komt overdekken.
En zóo gaat het gewoonlijk. Van
een spitsbroeder der onzen zeggen
zelfs onze bestrijders volgaarnehij
staat wel tegen mij en is mijn vij
and, maar virtus et m hoste laudanda:
de deugd is ook in den tegenstander
te prijzen. Doch, wat zegt men van
zoogenaamde slijmgasten, van over-
loopers en van tegenwerkers hunner
geestelijken? Wat men zegt? Wel,
dat die lieden, zoolang men ze noo
dig heeft, door geld, vleierij, be
dreiging enz. onder het juk moe
ten gehouden worden, maar dat
zij verder als stof voor den wind
mogen wegwaaien. Zelfs de godde-
loozen verfoeien hen.
Het tijdelijk belang dient hier
mede besproken.. Voorzeker, het
kan voorkomen, dat men, om wille
zijner tijdelijke belangen, een geheel
vrije handeling van het zooge
naamde heldhaftig kleur-bekennen
kan en ook mag aciit .rlaten,
dat men onder het dienen onzer
partij, misschien enkele openbare
diensten, om wille der begunstiging
in de affaire door lieden van andere
partijen of kerkgenootschappen,
dient na te laten, hoe gaarne men
ook overigens een Katholiek vaan
deldrager zoude wenschen te zijn.
Doch bij deze betreuringswaardige
toestanden, houde men toch de vol
gende puntjes in het oog:
lo. Het meest-vertrouwd is in heel
de maatschappij een mensch
die openlijk voor een goed be
hartiger van zijn godsdienst
belangen bekend staat.
2o. De zorg voor benadeeling in
zaken bedriegt wel eens en
voert totoverdrevene vrees.
3o. De algemeene opinie omtrent
ieders vrijheid van religie en
politiek is, waar het fatsoenlijke
lieden betreft, tegenwoordig
vrij welwillend.
4o. Voorts is g ldverdienen zeer
zeker een zaak van groot be-
belang, maar toch mag niemand
een Judas wordenook ia er
schier geen mensch zóo onge
lukkig geweest als juist Judas,
toen hij geld had. Hetzelfde
gebeurde ook mei deyonen van
Jacob, toen zij hunnen broe
der hadden verkocht, zelfs toen
zij door dien broeder vele
jaren later beproefd en in
schijn gestreng gestraft werden,
zeiden zij aanstonds tot elkaar:
Ziet, dit alles lijden wij nu naar
verdiensten, omdat wij inder
tijd ons vergrepen aan onzen
broeder.
Getrouw zijn dus aan de Katho
lieke beginselen, ook door tijdig
den gang onzer tijdelijke zaken en
onzer Katholieke Volksondernemin
gen vrij te houden van eene be
gunstiging, welke vroeg of laat het
Katholiek geweten in de knel kan
brengen, dat is de ware levens
wijsheid.
En dat alles zooveel mogelijk van
de jeugd af nagestreefd Want wij
zien in de Assyrische gevangen
schap van het Joodsche volk den
edelen ouden Tobias waken voor
zijn lotgenooten, wij zien hem zelfs
de lijken der gestorvene Joden op
zoeken, en nabij zijn huis verber
gen, opdat alleen de Joodsche be
grafenis en geen Heidensche ont
heiliging aan die lijken van Gods
kinderen zouden geschieden. En
dit alles wordt hem later door den
aarts-Engel Raphaël zei ven heerlijk
vergolden
Maar, wat verhaalt te voren de
geïnspireerde schrijver over Tobias?
Hoe wordt zijn historie voor ons
ingeleid?
Het geschiedt letterlijk met deze
woorden der H. Schrift:
„Toen hij nog de jongste was
van allen in den stam van Nephtali
(dus in zijn vaderland) deed hij toch
niets kinderachtigs in zijne werken.
Ja, toen allen gingen naar de
gouden kalveren, welke Jeroboam
de koning van Israël gemaakt had,
meed hij alleen het gezelschap van
allen, en ging naar Jerusalem naar
den tempel des Heeren, en aanbad
daar den Heer, den God van Israel
en offerde trouw al zijne eerste
lragen en zijne tienden." (Tobias I,
Vers 4, 5 en 6.)
Het ware levenheil van eenen
voortreffelijk man en dienaar Gods
is de heilige offers waard geweest
van karakter-adeldom in hooge
mate
Luiden. P. M. Bots,
R. K. Pr.
Gewisselde stukken.
Kamerverslag
Oorlogsbegrooting.
Aan het Voorloopig Verslag der
Kamer over de Oor logs begrooting'
is het volgende ontleend:
Verscheidene lieden verklaarden
zich met het beleid vain dezen mi
nister wel te kunnen vieneepigep e|n
zij kenschetsen dat beleid als voor
uitstrevend. Intusschen werd ook
door hen aangedrongen op meer licht
betreffende verschillend© belangrij
ke punten waaromtrent, 's ministers
zienswijze tot nog toe niet duide
lijk is gebleken. Zoo aa. ook om
trent de sterkte dier lichting, de vier-
ujaanders, d© leger organ i sati.e, den
landstorm, het voorbereidend mili
tair onderricht en de vooroefening
der jeugd.
Verscheidene leden verklaarden
1 teleurgesteld dat het eindcijfer
begrooting niet gunstiger is. In
het bijzonder werd er over gte-
lljaagd, dat bij deze begrooting niet
—"'doende rekening is gehouden met
tegenwoordigan staat der fipap-
Aangedrongen werd op maatrege
len ter completeering'van het kaler
en op een eenvoudiger dienstrege
ling. 1, i. J
Gevraagd werd naar 's ministers
plannen ten opzichte van het mili
tie- en reservekader. En voorts weid
ook gevraagd naar de oorzaak van
het a,antal vrijwilligers van het re
servekader 2e. categorie
Verscheidene leden klaagden dat
de geest in het kader vjeel te wen-
:chen overlaat. Van andere zijde
werd daar weer tegen opgekomen.
,Er werd over geklaagd, dat door
't schieten bij veldoefeningen de
iligheid op de openbare, wegen in
gevaar wondt gebracht.
Naar aanleiding van vernomen
klachten over niet uitbetaling van
daggeld, stelden enkele leden de vraag,
op welk bedrag een loteling of een
milicien die opgeroepen wordt voor
den dag van opkomst recht heeft.
Is er, zoo werd gevraagd, al iets
gedaan ten behoeve van de sergt.-maj.-
instructeurs
Gewezen werd op de klachten in de
couranten over het afmattende der
oefeningen in Augustus en September
en over het verblijf in kampementen.
Gaarne zou men daaromtrent uitvoerig
worden ingelicht. f
Verscheidene leden verklaarden zich
niet te kunnen vereenigen met de wijze
waarop de minister de zaak der be-
oordeelingslijsten voor officieren heeft
geregeld en op verbetering van het
systeem werd alsnog aangedrongen.
Men meende dat bet geheele systeem
door een ander behoorde te worden
vervangen.
Sommige leden opperden tegen b
wellicht reeds uitgevoerde p)
om onderofficieren aan te stelle?
onbezoldigd rijksveldwrjchterbed'
FEUSLLETON.
6)
„Zeker, volkomen er toe gerech
tigd."
„.Welnu, hhjajsit!u Idiap,. Ik heb er eep
voorgevoel van, dab het de moeite zal
loonen."
Min of meer schoorvoetend, bewil
ligde hij er in.
Wij namen eerst het briefje van
Londen paar Parijs opder hapden ep
begonnep dat op de gebruikelijke
wijze los te weekep. Dat is altijd
een geduld-werkje, een vervelend©
arbeid, die nochtans de grootste
zorgvuldigheid vereiseht. Eindelijk
liet het papier los en-niets dap de
gladde, zwarte oppervlakte yan den
koffer kwapi te voorschijn.
Dit was een teleurstelling, maar
ik overreedde de twee Fransehei). met
een nieuwe epergie aan het apdere
briefje te beginnep, de groote P op
wittep grond. En dezep keer werd
hun moeite beloond, wanneer men
zulk nietig resultaat eene belooning
kan noemen- Onder het witte papier
bevond zich een apder. Ik hield den
lajd'ein in» toen het langzaam zicht
baar .werd. Het was een gewoon
briefje, zooals de wegers aan de
spoorwegstations er op plakken, en
bevatte slechts drie woorden in
groote gedrukte letterk. „Green
wich naar Southend" anders
niets. i
Aanders niets Zorgvuldig draai
de ik den koffer naar het licht der
flikkerende gasvlam en toep ik hem
daar dicht bij hield en mijn oogen
er op vestigde, alsof ik van dat
kleipe papiertje, dat wij zoo onver
wacht gevonden hadden, het geheele
wilden aflezen, ontdekte ik plotse
ling in den eenen hoek twee kleine
letters met potlood geschreven, die
door den lijm of de stijfsel van het
bovenste briefje half waren uitge-
wischt. Het waren de letters P. H.
Ik zette den koffer weer neer- Het
duizelde mij, ik wist zelf niet waar
om. 1
Deze koffer kwam vap Southend,"
zeide ik zoo bedaard als mij mogelijk
wag. 1
„Juist," hernam Leo, „dat
klopt met het getuigenis vap het
dienstmeisje.'
Bijna werktuigelijk draaide ik den
koffer nogmaals om en terwijl ik
eenige verstrooide opmerkingep we
gens de misdaad maakte, deed ik
mijn best die twee verbleekte letters
ip mijn geheugep te griffen. Ik zou
moeilijk hebben kunnen zeggen,
waarom ik dat deed, of waarom ze
mij zoo boeidenik voelde slechts
nog, ida,t ik daaraan 'n hopvast had,
welke later zou blijken het vrije
einde yap eep verward kluwep te
zijn.
Mijp voorgevoel bejdroog zich niet.
VaP het begin tot het einde hipg de
geschiedenis der ontdekking vap den
moord aan deze twee letters.
Ik maakte haast, om naar huis te
komen, ten einde ze aan het papier
te ketenen, ulvoreps de herinnering
daaraan verflauwde. Ik pam derhal
ve ietwat gejaagd van de twee Fran-
sehe beambten afscheid-
„WaWneer u een raad van mij w ilt
aannemen," zeide ik bij mijn vertrek,
„draag dap vooral zorg, dat dat
briefje niet bevlekt of beschadigd
wordt. Het is 't punt vap uitgang."
De Frapschen keken elkander oe-
teuterd aan. Van dat oogepblik af
werkten wij in verschillende richtin
gen. De autoriteiten deden haar
best; maar er stonden haar groote
moeilijkheden ip den weg en zij kon
den zich niet beroemen op groot suc
ces bij het opsporen van den moor lc
naar.
.V,
Zooidra ik in mijn eigen kar
gekomen, zette ik mij neder
teerde de twee letters P. El.
nauwkeurig op "een blad papier,
volgens maakte ik een beknopt ov
zicht yan de bijzonderheden van der
moord, welke mij bekend waren en
i.k vond, dat ik al zeer veel wist.
Moord vermoedelijk i
slag en daarna aapwepdi
chloroform; op een dame
E, R.tijdstip verm-
teren avondplaats8
deplichtige zoo n'
lijke daderes -in he
Edith Simpson.
Mejuffrouw Sip
der waarheid in
ontdekken van
had bij mij ni
fel overgeiat'
daad Soutlie-
kon ik mij
de aapwij'
fer vap
voeid
Cross
gaan.
H
pk
gen, die door enkele leden niet werden
gedeeld.
Aangedrongen werd door enkele
leden op afschaffing, door anderen op
verkorting der landweer-oefeningen.
Gevraagd werd, of thans aangaande
het landstorm-vraagstuk iets kon
worden medegedeeld.
De aandacht werd er op gevestigd,
dat voor het infanterie-garnizoen te
Haarlem ook des Zondagsochtends
versch brood wordt verlangd, zonder
welke indirecte tegenwerking van de
zijde der militaire overheid de actie
der vakorganisaties voor afschaffing
van den bakkersnachtarbeid in den
nacht van Zaterdag op Zondag hoogst
waarschijnlijk zou slagen. Men deed
ten deze een beroep op de medewerking
yan den minister.
Door sommige leden werd ten sterk
ste afgekeurd, dat door den minister
aan de officieren der cavalerie is toe
gestaan pelsjassen te dragen.
Aangedrongen werd op opheffing van
het depot van discipline. De strenge
tucht, daar uitgeoefend, leidt toch
niet tot verbetering en het aantal
manschappen in de klas neemt af.
Andere leden vroegen: of de mini
ster een onderzoek naar de werking
van het depót heeft doen instellen;
wat daarvan de resultaten zijn geweest
of den minister klachten over de in
richting zijn ter oore gekomen en wat
omtrent de juistheid is gebleken.
Gevraagd werd naar 's ministers
oordeel aangaande het belang, dat
voor onze defensie aan de luchtvaart
is toe te kennen.
Daar men meende, dat in de be
hoeften, waarin de Hoogere Krijgs
school bedoelt te voorzien, wel op
minder kostbare wijze tegemoet te
komen is, werd van verschillende
kanten de vraag gesteld, of niet tot
opheffing dier inrichting zou kunnen
worden overgegaan.
Aangedrongen werd op vereenvou
diging in ons stelsel van opleiding
tot officier. Drie inrichtingen daartoe
achtte men te weelderig. Door deze
leden zoowel als door anderen werd
afschaffing van de cadettenschool ge-
wenscht.
Eenige leden hadden tot hun leed
wezen vernomen, dat de staatscom
missie voor de arbeidsvoorwaarden
der rijkswerklieden, de werklieden
zelve niet schijnt te hooren.
Betreurd werd, dat deze minister
nog niet besloten heeft tot overbren
ging van de constructie-werkplaatsen
naar de Hembrug.
Door eenige leden werd de aandacht
op gevestigd, dat wellicht door ves
tiging van de opleidingsschool yoor
de marechaussee in de nabijheid van
Amsterdam, voldoende bereden poli
tiemacht beschikbaar zou zijn, om
aldaar de cavalerie te kunnen missen.
Begrooting
■waterstand.
NI ij nemen nit het. A f d e e 1 in
ve rs la, g het volgende over:
Eenige leden betreurden, d
verhapd met de werkloosheid
meer groote werken worden
v'oerdanderen wilden aJ
voering va,n urgente werk
oog op dep finapeieele."
Men vroeg of de mini
vereenigen met het U
piet ingetrokken we'
gedeeltelijk© droogr
derzee en zoo neen
nen, met pame te
afsluitdijk zij"
wensehten, ter -
productieve k
de plannen
gingand'
ontginninr
Op drc
ten de 1
O ver ijr
derm'
heid
IJf
ondergrondse he w ater, in verb
met aanleg van waterle ie
op dichtlegging van den Ouden
mond.
Op betere verzorging van de
hoorns aan den Hoek van Roll
(aanschaffing van reserve-onde
len werd bepleit) werd aapg
gen; zoomede op een nieuw
zoek naar de schelpenvissehe
op een rijkssubsidie in de
van het maken van een keerslu
Goedereede.
Op gebruik van gewapend
bij zee- en oeverwerken werd aai
drongen en op een rijksbijdra:
de kosten eener nieuw© beschc
in de haven te Brouwershaven.
Gevraagd werd wat de
zal doen voor verbetering der
veningsche buitenhavenvoor
ven te Texel en of de minister
bereid was de on derhoudskosten
een nieuwe vluchthaven te H<
eventueel ten laste van het Bjjlj
brengen.
Geklaagd werd over de
bij de werken van bet JVilhelr
kanaal, en over de groote
die jaarlijks worden besteed
Noordhollandsch kanaal.
Voorts werd gevraagd (zooals
al gemeld hebben) naar 's minis
plannen met de Velserpont.
sprak van een stelselmatige i
pagne tegen de pont, wat door
deren werd ontkend: en aange^k
gen op uitstel van de verleng ins
den steiger in de visscihersha\v
IJmuiden. In verband met k!ac
over de hooge kosten der haven
let op het gebruik dat er van w
gemaakt, werd gevraagd hoe
staat met de bekend© kwestie, G
zen door de wijziging jm het r
ment voor den verkoop van
Sommige leden klaagden ov
slechten toestand, van rijks wc
't bijzonder over dien van de v.
van Utrecht naar Amsterdam
Eist over- Amerongen naar
ningenvan V ij he naar 7
vpn Den Bosch naar Za'
Geklaagd werd over
bouwen van het. rijk
onderhoud van lap"'
Hit het Vo
volgende geD
Vele leder
verklaren
nisnemin'
en de lf
gemaal
tot d
steil'
zou
or
f
ja<
r©n -woeste
oV*
/echt te
te-
onder»
van
bij dep
de
over ta3s
«icrd ef
„Abend' vP,-\ee»e ,,v
-
on1
gen f
poude^ele
doen
z
nneer
zvj
•/Ach
advergh
een
nve\
a»
gr.
et
a3odig.
ineP^yTcxvo;
Put. -„g va-"-
A scheef x
genhe\ howl
SiraP
th^L v aP
hePfr.^deien-
'^^eutel tra
den
fflT.
HIEUWE HAARLEMSCHE COURANT TS?.^
IT