DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
Haagsche Brieuen.
i€irod©i*iiiaisw©si 2S§«31-33, Haarlem
BUITENLAND.
BINNENLAND.
WOENSDAG 18 NOVEMBER 1908.
33st* Jaargang No. 6744
Bureaux van Redactie en Administratie
Intercommunaal Telefoonnummer 1426.
Dit nummer bestaat uit fiuee
bladen.
EERSTE BLftP.
Haarlemmermeer.
duitschland.
Verspreide Berichten.
BH HURLEMSCHE COURANT
ABONNEMENTPRIJS:
Per 8 ma jib de* v»or Haarlemf 1,85
Voor ie plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post| 1.80
Afzonderlijke nummers 6,05
Van 16 regels
Elke regel meer
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
f#,6« (contant) f#,M
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie oontant.
1001
Alle betalende abonnés op dit blad, die irBhet bezit eener verzekeringspolis zijn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor:
<0 f5» «R» 48 GULDEN bij
GULDEN bij gU li GULDEN bij f| 11 GULDEN bij j» £g verHee van
verlies van éea j| g n ij verlies van verlies van ÉS jg g j& <én
band of voet. B BLB k *en °°S- ff «JS lUa éen duim. kJP S.F
GULDEN b^
levenslange onge-
lohiktheid tot
werken.
400
GWLBBN bij
overlijden.
300
wijsvinger.
15
GULDEN bq
verlies van
éen anderen
vinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
Wi.i ontvingen een aantal ingezon
den stukken, waarin de calndidatuur-
Haivers in Haarlemmermeer opgehe
meld wordt en ons kruiskopje „Bare
praetijken" wordt gecritiseeiid.
't Spijt ons, maar we zullen die
stukken niet opnemen.
tWij wenschen voor een cajndida-
tuur-Balvers geen reclame te maken-
Alleen dit:
Unaniem, alsof 't wachtwoord was
uitgegeven, vertellen de ingezoinden-
stukken-schrijvers ons, dat ze toch
een (Staatsburgerlijk) recht heb
ben, te probeeren, den heer Vain
[Wielien er uit te werpen en een an
der te candideeren.
i.Wcl, dat ze dat niet zouden heb
ben, is nooit door ons beweerd
't B.echt hebben die kiezers.
Doch of het behoorlijk is, zulk een
recht uit te oefenen?....;
Behoorlijk en onder ons, Katho
lieken, zoowel als onder alle partijen
gebruikelijk is het, een zittend lid,
dat niet bedankt of vrijwillig wil
heengaan, te herkiezen teinzij er
van ontrouw aan de beginselen of
grof plichtsverzuim sprake mocht
zijn.
Dat dit laatste den heer Van
3Vichen niet kan wordejn aangewre-
yen, is zeker!
Dit zeggen we, kenneind de pogin
gen die men aanwendt, om de kiezers
met allerlei praatjes tegen den heer
Van JViehen op te zetten.
Behalve nog, dat de heer Balvers
en de zijnen dus onbehoorlijk hande
len, spelen ze ook een zeer gevaar
lijk spelletje.
SVant ze zijn hard bezig, den Ka
tholieken Kamerzetel in Haarlem
mermeer in handen te brengen van
de tegenpartij
Meer willen we er nu niet van
zeggen, fiocth de bestudeering van
de stemmencijfers hij vorige verkie
zingen is zeer leerzaam
Alsnog hopen we, dat de heer
Balver» zal inzien, nü op de|n ver
keerden weg te zijn: zijn vrienden
raden hem slecht, èn voor hem-zelf,
èn voor de Katholieke zaak in het
algemeen
XXXII.
Hij is dan weer in de Kamer
terug, de groote leider. Hoezeer
zijn hernieuwd optreden door ieder
van groote beteekenis wordt geacht,
blijkt wel bet ten duidelijkste uit
het feit, dat zijn beëediging van te
vore werd aangekondigd, alsof men
zeggen wilde: „Er is wat schoons
te zien."
Nu, 't was dan ook vol Vrijdag
middag na de pauze: in de Kamer
en op de tribunes, en de halzen
werden gerekt toen de griffier dr.
Kuyper ging halen, om toch van
bet binnentreden maar niet te ver
liezen.
Natuurlijk ging alles kalm in zijn
W6rk, terwijl het evenzeer natuur
lijk was, dat de nieuwe afgevaar
digde voor Ommen aan de eenvou
dige plechtigheid der installatie het
cachet van zijn aangeboren statig
heid verleende. En ieder gevoelde
die installatie is van meer dan ge
wone beteekenis.
't Zal me nu benieuwen, wan
neer de heer Kuyper weer zal gaan
deelnemen aan de debatten.
Bij bet politiek debat, hetwelk nu
in de pers al zoo danig aan den
gang is, zal hij wel nader komen
toelichten zijn beeld van bet „wa
genschot" en zijn blijde incomste
na de verschijning der memorie van
antwoord. Ik hoop het van harte, niet
zoozeer wijl ik nadere toelichting noo-
dig acht, dan wel om bet genoegen,
Dr. Kuyper, weer eens te hoo-
ren. Zijn redevoeringen waren me
vroeger steeds een genotmooi van
bouw, rijk aan beelden, doorspren-
keld met vernuft, boog van inzicht.
Een debat, waaraan deze anti-revo
lutionaire leider deelneemt, zal niet
licht beneden peil zinken. En in
dien b. v. de heer Boodhuizen het
eens mocht gaan wagen grappen
voor argumenten te geven, dan zul
len hem wel spoedig de ooren worden
gewasschen. Indien dr. Kuyper
„con amore" aan het algemeen de
bat gaat deelnemen, kunnen we nog
spannende oogenblikken beleven.
En 't genot zal voor ons te meer
onverdeeld zijn, wijl immers het
ministerie daarbij veilig zal staan 1
Afgescheiden van het kloek be
lijden der Christelijke beginselen,
mag de Memorie van Antwoord er
ook in 't algemeen wezen. Het
werkplan der regeering wordt er
reeds flink in uitgestippeld en aller
meest doet mij genoegen de finan-
cieele paragraaf. Minister Kolkman
doet daarin gevoelen, dat hij zijn
tegenstanders, die hem reeds au
pied du mur dachten, zal weten
te staan. Over 't geheel verwacht
ik van deze begrootingscampague
een mooi verloop voor het kabinet,
een mooien inzet ook voor de a.s.
verkiezingen. "Want die gaat nu ge
leverd worden. Alle partijen hopen
nu het houvast te krijgen, dat zij
voor de kiezers behoeven.
Nu, als dan bovendien de Chris
telijke kiezers over 't gansehe land
zich houden als vorige week die te
Yelzen den WelEdel Gestrengen
Heere Netscher p. f.1 dan behoe
ven we heelemaal niet beducht te
zijn. Onze organisatie schijnt daar
goed ineen te zitten, dank zij b.v.
ook de nieuwe R. K. kiesvereeniging
te IJmuiden, die flink werkte. Gaat
zoo voort, vriendende Christelijke
fractie in den Yelser Raad moet
nog versterkt ook!
Lat ik echter in de Kamer blijven.
Wat zqn daar een woorden gewis
seld bij de algemeen* beschouwin
gen van Indië! En dat voor nie
mendal. Geenerlei conclusie werd
er genomen, zoodat men hoogstens
kon constateeren, dat minister Iden-
burg den heeren Van Heutsz en
Van Daalen flink de hand boven
't hoofd heeft weten te houden.
Hoe dat hoog opgezette debat zoo
verloopen is, wordt duidelijk uit
eengezet deor den Haagschen eorr.
der „Zutf. Crt.", die geen onbekende
in Kamer kringen moet zijn. Hij
vertelt:
„De discussie heeft geen andere
vrucht gedragen dan verduidelijking.
Dit geringe resultaat is te wijten aan
de omstandigheid dat de drie sprekers
die het felst gegispt hebben wat onder
de verantwoordelijkheid van Van
Heutsz, Tan Daalen en den leger
commandant Bost van Tonningen op
Atjeh is geschied, aan hun requisitoir
geen conclusie verbonden hebben.
Een motie waarin het beleid van
dezen of genen werd afgekeurd, waarin
een nader onderzoek bevolen werd,
is uitgebleven. Gegeven de stemming
der Kamer is zulks geenszins bevreem
dend. Geen andere motie, dan een
waarbij volledig vertrouwen zou zijn
uitgesproken, had kans van slagen
gehad. Bovendien is het de vraag of
mannen als Van Kol, Thomson en
De Stuers die op zoo velerlei gebied
de buitengewone verdiensten van den
gouverneur-generaal grif erkennen,
een votum van afkeuring, dat den
kranigen landvoogd allicht tot heen
gaan nopen zoude, haddon aangedurfd.
Het is dus vier dagen lang bij niets
dan napleiten gebleven."
Eu toen kwam er nog vele dagen
een droog debat over allerlei Indische
aangelegenheden, waartusschen de
Brusselsche tentoonstelling een aan
gename afwisseling bracht, al kwam
de Kamer dienaangaande nog niet
tot een resultaat. Zij wacht nadere
regeerings voorstellen af.
Latere berichten schijnen echter
erop te wijzen, dat Dr, Kuyper, die
inmiddels naar buitenland is vertrok
ken, daar blijven zal tot na afloop
der begrootings discussies. We zullen
dus in dat geval den antirevolutio
naire leider niet spoedig aan het woord
zien 1
BELGIË.
Een manifestatie in de Belgisohe
Kamer.
In de Belgische Kamer zeide gig
teren Paul Janson: Wij hebben eenige
dagen geleden aan den vooravond
gestaan van een botsing tusschen twee
groote volken; een onweer was bijna
boven onze hoofden uitgebarsten, maar
de twee volken besloten het geschil
aan een scheidsgerecht te onderwerpen.
Ik stel de Kamer voor deze twee
volken, die zulk een grootsch voor
beeld gaven, geluk te wenschen. Dat
alle parlementen op dezelfde wijze
mochten (handelen en dat de vorsten
en volkeren eindelijk eens mochten
begrijpen, dat de oorlog een afschu
welijke zaak is!
Langdurige toejuichingen volgden
op deze woorden.
Bij afwezigheid van den minister
van buitenlandsche zaken, aanvaardde
de minister van financiën de motie,
waarvoor hij zijn sympathie uitdrukte
de motie zal aau den minister van
buitenlandsche zaken worden over
gebracht.
Keizer en Kanselier.
De veelbesproken conferentie van
keizer en kanselier heeft dan gisteren
plaats gehad.
En 't is geloopen zooals we verwacht
hadden.
De kanselier blijft aan, dat is één.
De keizer heeft een soort van ver
klaring gedaan, waaruit men precies
kan opmaken wat men wenscht en wil,
maar die aan duidelijkheid alles te
wenschen overlaat: dat is twee.
En de pers en het volk zullen on
tevreden blijven en in afwachting en
ongerust, omdat degelijke waarborgen,
dat het persoonlijk régime uit zal zijn,
bij het karakter des keizers en zijn
temperament blijven ontbreken. Dat
is drie.
Ziehier 't officieele bericht van den
„Reichsanzeiger"
„In het hem heden verleende gehoor
schilderde von Bülow de stemming
van het volk naar aanleiding van de
mededeelingen van de Daily Telegraph
en lichtte zijn houding bij de debat
ten in den Rijksdag over den Keizer
toe.
De Keizer hoorde die mededeelingen
met grooten ernst aan en uitte zijn
wil in dien zin, dat, zonder zich van
de wijs te laten brengen door over
drijvingen die hij onbillijk achtte, zijn
voornaamste taak was de standvas-1
tigheid van de rijksstaatkunde met
inachtneming van de constitutioneele
verantwoordelijkheden. De Keizer
keurde de verklaringen van den rijks
kanselier in den Rijksdag goed, en gaf
hem de verzekering van zijn voort
durend vertrouwen".
De „Norddeutsche Allgemeine Zei-
tung" meldt in haar uitgave van heden
daarenboven nog het volgende:
Prins von Bülow, de rijkskanselier,
riep dadelijk na zijn terugkeer uit
Potsdam het Pruisische staatsministerie
bij elkaar voor een vertrouwelijke
bespreking, waarbij hij over den uit
slag van zijn aan den Keizer uitgebracht
verslag mededeeling deed.
Onmiddellijk hierna zal de rijks
kanselier graaf Stolberg, den voorzitter
van den Rijksdag, voor een langdurige
bespreking ontvangen.
Tegelijkertijd doet staatsminister
Bethmann Hollweg, als plaatsvervanger
van den rijkskanselier, in opdracht van
dezen, een dergelijke mededeeling aan
de voornaamste leden van den Bonds
raad.
Dat is alles.
We zullen nu eerst eens moeten
afwachten of in de Rijksdag morgen
niet een der leden aan von Bülow een
verklaring vraagt van die raadselach
tige formule: „met inachtneming van
de constitutioneele verantwoordelijk
heden".
Want wat dat precies beteekenen
moet, weet niemand.
Immers het curieuze is, dat een wet,
waarbij de Rijkskanselier, op wien het
hier aankomt, verantwoordelijk wordt
gesteld, en Duitschland nog niet bestaat.
Zou de keizer soms meenen, dat zoo
een wet nu moet worden ingediend
In dit verband zijn van hoog belang
de opmerkingen die het katholieke
hoofdblad "Germania", dat zich in
deze geheele crisis uiterst practisch
heeft getoond, maakte op den voor
avond van het onderhoud tusschen
keizeren kanselier.
De „Germania" vraagt nuchter
Welke waarborgen men zich denkt
voor een veranderde houding van den
Keizer in de toekomst? Daarop komt,
volgens dit blad, alles voor het land
aan. Men zou door een wet wel de
verantwoordelijkheid van deD rijks
kanselier tegenover den Rijksdag
grooter kunnen maken, maar in de
practijk zou dat niet van groote be
teekenis zijn, als de kanselier niet
zelf zich een voldoenden invloed op
de politiek weet te verzekeren, om
zich tegen stoornissen door mondeling
en feitelijk ingrijpen van de zijde des
Keizers te beschermen.
Met een eenvoudige verklaring van
den Keizer: Biilow moet aanblijven,
is in het geheel niet alles afgedaan,
noch alle fouten goedgemaakt, noch
de verwachtingen van het land vervuld.
Gelukkigerwijze hebben zich echter
alle partijen in den Rijksdag zoover
vooruit gewaagd en zoo beslist waar
borgen voor de toekomst geëischt,
dat zij zich voor het geheele land
belachelijk zouden maken, als zij thans
terugkrabbelden.
DE BALKAN.
Oostenrijk en Servie.
Het vrij onrustbarende bericht van
gisteren, dat Oostenrijk zich op een
oorlog met Servië toebereidt, wordt
door de Oostenrijksehe regeering te
gengesproken.
In dezen vorm lijkt het ons ook
wat heel ongeloofelij k.
Intusschen schijnt het wèl waar te
zijn, dat Oostenrijk voorzorgsmaatre
gelen neemt tegenover Servie.
Reuter heeft, op gezag van een
Pransch blad, reeds iets medegedeeld
over aanstaande troepenbewegingen
van de Donaumonarehie aan de Ser
vische grens. Nadere berichten uit
Weenen brengen een bevestiging van
dit nieuws.
Het heet, dat de Donau-monarchie
van plan is door wapenvertoon Servië
te dwingen tot de onmiddelijke staking
zijner krijgstoerusting»*.
Servië moet intusschen voor een
winter veldtocht volstrekt niet toege
rust zijn; er zijn, naar men zegt, niet
eens winterjaseen voor de soldaten!
PERZ1Ê.
Grondwet ot niet?
Het gescharrel in Perzië, of er nu
eigenlijk inderdaad een constitutie en
een parlement dat wat beteekent,
komen zal of niet, houdt nog maar
steeds aan.
Naar beweerd wordt, ligt het nu
weer in het plan van den Sjah eeu
soort van raad van state in het leven
te roepen, welke aal bestaan uit 40
leden, te kiezen volgens een stelsel
van beperkt kiesrecht. De leden van
dien raad souden tot taak hebben,
toezicht en controle te oefenen ep
het regeeringsbeleid; maar zij souden
geen uitvoerende macht bezitten.
Deze concessie van de zijde van den
Sjah zou, naar het heet, aannemelijk
zijn voor de gematigde liberalen
indien deze slechts overtuigd waren
van de oprechtheid van den Sjahl
Maar dat zijn ze niet!
CHINA.
De toestand in het Hemelsehe rijk.
Zooals te verwachten viel, loopen er
al doch geheel onware geruch
ten, als zouden de Keizer en de Kei
zerin-weduwe geen natuurlijken dood
zijn gestorven.
Die geruchten worden officieel nu
tegengesproken.
Dat is trouwens in overeenstemming
met het politieke testament, dat door
de Keizerin-weduwe is nagelaten en
dat in de Staatscourant is openbaar
gemaakt. Dat stuk is blijkbaar on
middellijk na den dood des Keizers
door de Keizerin-weduwe opgesteld.
Zij erkent in dat stuk, dat haar ziekte
van levensgevaarlijken aard is, en dat
er voor haar geen hoop meer bestaat
op herstel.
In invloedrijke kringen te Peking
juicht men over het kalm verloop der
crisis, en is men er van overtuigd dat
de Chinee'sche regeering de orde op
voortreffelijke wijze zal handhaven.
Verstrekkende militaire voorzorgs
maatregelen zijn genomen. Men houdt
een en ander voor het werk van Joean-
tsi-kai.
Dr. Leijds, die zooals men weet op
reis is naar Zuid-Afrika, zal 4 December
te Lourenzo Marques aankomen. Volgens
gerucht zal hij van de Transvaalsche re
geering een pensioen van 800 p. st. krij
gen.
Zoo dehetr, zoo de knecht!
Schrikbarend is 't aantal kerkdiefstal
len, dat in Frankrijk gepleegd wordt. Nu
weer heelt de politie te Toulon een drie
tal dieren aangehouden, die de kerken
in den omtrek „bewerktenDe regeering
ondervindt het: voorbeelden trekken.
Duitsche ballons in Frank-
rijk. Sr vliegen nu geregeld zooveel bal
lons met Duitsche officieren over Frank
rijk, dat de regeering den Franschen ge
zant te Berlijn heeft opgedragen, er eens
over te spreken, 't Mocht den Holland-
schen gezant ook wel eens aanbevolen
worden 1
Fransch West-Indië. Op St.
Pierre (Martinique) zijn betoogingen ge
houden ten gunste van de vrfje school.
De Fransche rtgeering schijnt daar ook
al anti-clrricalisme te willen zaaien, maar
de West-Indiërs zijn er niet van gediend
De mijnramp te Hamm. Bij tel
ling is vastgesteld, dat er in den onge
luksnacht 380 arbeiders en 6 ambtenaren
in de mijn waren. Er zijn 40 menschen
dood bovengebracht of aan hun wonden
bezweken. Het aantal geredden, dat onge
deerd was, bedroeg 17 In de ziekenhui
zen worden nog 26 gekwetsen verpleegd,
en in de mijn liggen nog 30S lijken.
H. M. de Koningin.
De Haagsche briefschrijver van de
„Tijd" zegt, dat de „Staatscourant"
aan het einde van deze maand of in
het begin der volgende een officieel
bericht zal brengen betreffende H. M.
de Koningin.
„Een Ned. vrouw en moeder schreef
in de „Resb." over de aankomst van
H. M. in de residentie
„Zeker kan men nagaan, dat de
Koningin deze reis niet zal gemaakt
hebben zonder voorafgaand overleg.
„Wat heden is gebeurd, zal zeker
verder menigen dag gebeuren en zal
de Koningin de zoo noodige lichaams
beweging alleen door wandelen kun
nen verkrijgen.
„Dan «allen er geen rijen politie
agenten de wegen afzetten, dan zal de
Koningin wandelen, zooals dat in Ne
derland gelukkig nog zoo heerlijk kan,
te midden van haar Volk 1
„Maar dan rusten op ons Hage
naars, ook dure plichten. Dan moeten
wij er ons ook in denken, hoe onaan
genaam het voor de Koningin moet
zijn als de menschen opdringen, mee
loopen, zich ongepast nieuwsgierig be-
toonen en daarom ook wordt dit be
roep gedaan op allen, zonder ender
scheid
„Maakt dat de Koningin zich wer
kelijk vrij op onze mooie wandelwe
gen kan vertoonendenkt er aan, dat
toen bij de inhuldiging in Amsterdam
de Koningin moe wa6 en moest sla
pen, de Amsterdammers 's nachts op
den Dam stil waren en luidruchtig
heid aan kant zetten, om de Konin
gin te laten rusten.
„Laten de Hagenaars bescheiden
zijn en laten zij alles doen opdat de
Koningin rustig zal kunnen wande
len
Inderdaad bleken de Hagenaars
reeds Zaterdag zelf te hebben inge
zien, dat hun nieuwsgierigheid hin
derlijk was. Dien dag begaf de Ko
ningin zich weer te voet naar het Pa
leis van de Koningin-Moeder in het
Voorhout om daar het dejeuner te
gebruiken en ditmaal was het volk
niet zoo opdringerig.
Hofberichten.
H. M. de Koningin heeft na terug
komst in de residentie weder eenige
Ministers, hoofden van Bestuursde
partementen in conferentie ontvangen;
gisterenochtend den Minister van
Marine.
Uit de Staats-Courant.
Bij Kon. Besluit is benoemd tot
ridder in de orde van Oranje-Nassau,
de voorzitter van het hoofdbestuur
van de Nederlandsche ZendiDgsver-
eeniging tot Rotterdam, ds. H. JRoose
boom, Hervormd predikant te Delft.
Audientiën
De gewone audiëntie van den Minis
ter van Binnenlandsche Zaken zal op
Zaterdag 21 November niet plaats
hebben.
De invoering van
den wettelijken tfjd.
De „St. Crt." no. 271 bevat een
Kon. Besl. van den 7den November
(Stbl. no. 336), houdende bepaling
van het tijdstip waarop de wet van
23 Juli 1908 tot invoering van eea
wettelijken tijn in werking treedt.
Dit tijdstip is bepaald op den lsten
Mei 1909, met den aanvang van het
etmaal, dat na middernacht van den
30steD April 1909 zijn begin neemt.
Het reddingwezen.
Den 23en November zal de Staats
commissie veor het Redding wezen op
de Nederlandsche Kust, onder voor
zitterschap van den Prins der Neder
landen, een algemeene vergadering
houden in het Koninklijk Paleis in
Den Haag.
Het drievoudig ontslag.
Naar men verneemt, is aan H. M.
de Koningin een rekwest gezonden
inzake het ontslag door B. en W. van
Amsterdam aan de drie gemeente
ambtenaren gegeven.
Weg met Kollewijn!
Ook naar aanleiding van een door
den Minister van Binnenlandsche
Zaken kenbaar gemaakte zienswijze
hebben B. en W. van Winterswijk
aan de hoofden der scholen alhier
verzocht in het vervolg in officieele
Btukken, gericht aan het Gemeente
bestuur of een der leden van dat col
lege, gebruik te maken van de offici
eel geldende spelling van De Vries
en Te Winkel, met verzoek tevens
aan het onderwijzend personeel mede
te deelen dat in het vervolg in ge
noemde officieele stukken die spelling
dient gebezigd te worden.
De tentoonstelling te Brussel.
Te Amsterdam werd in een ver
gadering van belanghebbenden bij een
deelneming van Nederland aan de
tentoonstelling te Brussel in 1910 een
comité aangewezen, dat belast werd
met de taak aan de Tweede Kamer
bewijzen te leveren van belangstelling
der nijverheid voor die tentoonstelling.
Die bewijzen zijn sedert der Tweede
Kamer toegekomen en hebben den
indruk gevestigd dat de belangstelling
voor die tentoonstelling inderdaad
grooter is dan de meerderheid der
aanwezigen leden op 13 October, toen
de Bubsidie-aanvrage der Regeering
werd verworpen, meende.
In de vergadering der Tweede Kamer
van 13 November is dientengevolge
aan den Minister van Landbouw,
Nijverheid en Handel verzocht een
nieuw voorstel tot officieele deelneming
aan die tentoonstelling in te dienen.
Waar dit nadere voorstel meer in
bijzonderheden moet afdalen en vooral
moet steunen op wel omschreven
plannen van de nijverheid zelve, is
dus thans de tijd gekomen, om de
zienswijze der belanghebbenden scher
per tot uitdrukking te brengen. Het
comité bovengenoemd tracht daarom
de noodige gegevens voor een zoo
nauwkeurig mogelijke begrooting te
verzamelen en heeft zich daartoe bij
circulaire gericht tot verschillende
firma's en personen van wie men
belangstelling verwachten kan.
Bij de mededeeling van dit bericht,
verzoekt het comité ons nog te ver
melden dat ook zij, die door een
onwillekeurig verzuim geen circulaire
ontvingen, maar bereid zijn te expo-
seeren, aan den sectretaris van bet
comité, den heer G. S. de Clercq,
Paviljoen, Haarlem, kunnen opgeven
over hoeveel plaatsruimte zij zouden
willen beschikken, onder voorbehoud,
dat de later bekend te maken voor
waarden hen convenieeren.
Voorloopig staat het denkbeeld op
den voorgrond om de deelneming van
Nederland groepsgewijze een collectief
karakter te doen dragen.
De postenstrijd.
Indertijd is vanwege de slachtoffers
van het poststelsel van den A. N. D.
B. aan den minister van justitie het
verzoek gericht, te willen overwegen,
in hoeverre het mogelijk is en de
regeering bereid zou zijn, wettelijke
maatregelen te nemen, waardoor net
mogelijk wordt, het zoogenaamde
posten langs wettelijken weg te be
strijden. Door den Minister is daarop
geantwoord, dat er geen aanleiding
bestaat, van regeeringswege ten deze
in te grijpen.
De „Zeeland."
De directie der Mij. Zeeland deel
mede, dat door haar gisteren de bou