DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. Haagsche Brieuen. i€irod©i*iiiaisw©si 2S§«31-33, Haarlem BUITENLAND. BINNENLAND. WOENSDAG 18 NOVEMBER 1908. 33st* Jaargang No. 6744 Bureaux van Redactie en Administratie Intercommunaal Telefoonnummer 1426. Dit nummer bestaat uit fiuee bladen. EERSTE BLftP. Haarlemmermeer. duitschland. Verspreide Berichten. BH HURLEMSCHE COURANT ABONNEMENTPRIJS: Per 8 ma jib de* v»or Haarlemf 1,85 Voor ie plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post| 1.80 Afzonderlijke nummers 6,05 Van 16 regels Elke regel meer PRIJS DER ADVERTENTIÊN: f#,6« (contant) f#,M Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie oontant. 1001 Alle betalende abonnés op dit blad, die irBhet bezit eener verzekeringspolis zijn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor: <0 f5» «R» 48 GULDEN bij GULDEN bij gU li GULDEN bij f| 11 GULDEN bij j» £g verHee van verlies van éea j| g n ij verlies van verlies van ÉS jg g j& <én band of voet. B BLB k *en °°S- ff «JS lUa éen duim. kJP S.F GULDEN b^ levenslange onge- lohiktheid tot werken. 400 GWLBBN bij overlijden. 300 wijsvinger. 15 GULDEN bq verlies van éen anderen vinger. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. Wi.i ontvingen een aantal ingezon den stukken, waarin de calndidatuur- Haivers in Haarlemmermeer opgehe meld wordt en ons kruiskopje „Bare praetijken" wordt gecritiseeiid. 't Spijt ons, maar we zullen die stukken niet opnemen. tWij wenschen voor een cajndida- tuur-Balvers geen reclame te maken- Alleen dit: Unaniem, alsof 't wachtwoord was uitgegeven, vertellen de ingezoinden- stukken-schrijvers ons, dat ze toch een (Staatsburgerlijk) recht heb ben, te probeeren, den heer Vain [Wielien er uit te werpen en een an der te candideeren. i.Wcl, dat ze dat niet zouden heb ben, is nooit door ons beweerd 't B.echt hebben die kiezers. Doch of het behoorlijk is, zulk een recht uit te oefenen?....; Behoorlijk en onder ons, Katho lieken, zoowel als onder alle partijen gebruikelijk is het, een zittend lid, dat niet bedankt of vrijwillig wil heengaan, te herkiezen teinzij er van ontrouw aan de beginselen of grof plichtsverzuim sprake mocht zijn. Dat dit laatste den heer Van 3Vichen niet kan wordejn aangewre- yen, is zeker! Dit zeggen we, kenneind de pogin gen die men aanwendt, om de kiezers met allerlei praatjes tegen den heer Van JViehen op te zetten. Behalve nog, dat de heer Balvers en de zijnen dus onbehoorlijk hande len, spelen ze ook een zeer gevaar lijk spelletje. SVant ze zijn hard bezig, den Ka tholieken Kamerzetel in Haarlem mermeer in handen te brengen van de tegenpartij Meer willen we er nu niet van zeggen, fiocth de bestudeering van de stemmencijfers hij vorige verkie zingen is zeer leerzaam Alsnog hopen we, dat de heer Balver» zal inzien, nü op de|n ver keerden weg te zijn: zijn vrienden raden hem slecht, èn voor hem-zelf, èn voor de Katholieke zaak in het algemeen XXXII. Hij is dan weer in de Kamer terug, de groote leider. Hoezeer zijn hernieuwd optreden door ieder van groote beteekenis wordt geacht, blijkt wel bet ten duidelijkste uit het feit, dat zijn beëediging van te vore werd aangekondigd, alsof men zeggen wilde: „Er is wat schoons te zien." Nu, 't was dan ook vol Vrijdag middag na de pauze: in de Kamer en op de tribunes, en de halzen werden gerekt toen de griffier dr. Kuyper ging halen, om toch van bet binnentreden maar niet te ver liezen. Natuurlijk ging alles kalm in zijn W6rk, terwijl het evenzeer natuur lijk was, dat de nieuwe afgevaar digde voor Ommen aan de eenvou dige plechtigheid der installatie het cachet van zijn aangeboren statig heid verleende. En ieder gevoelde die installatie is van meer dan ge wone beteekenis. 't Zal me nu benieuwen, wan neer de heer Kuyper weer zal gaan deelnemen aan de debatten. Bij bet politiek debat, hetwelk nu in de pers al zoo danig aan den gang is, zal hij wel nader komen toelichten zijn beeld van bet „wa genschot" en zijn blijde incomste na de verschijning der memorie van antwoord. Ik hoop het van harte, niet zoozeer wijl ik nadere toelichting noo- dig acht, dan wel om bet genoegen, Dr. Kuyper, weer eens te hoo- ren. Zijn redevoeringen waren me vroeger steeds een genotmooi van bouw, rijk aan beelden, doorspren- keld met vernuft, boog van inzicht. Een debat, waaraan deze anti-revo lutionaire leider deelneemt, zal niet licht beneden peil zinken. En in dien b. v. de heer Boodhuizen het eens mocht gaan wagen grappen voor argumenten te geven, dan zul len hem wel spoedig de ooren worden gewasschen. Indien dr. Kuyper „con amore" aan het algemeen de bat gaat deelnemen, kunnen we nog spannende oogenblikken beleven. En 't genot zal voor ons te meer onverdeeld zijn, wijl immers het ministerie daarbij veilig zal staan 1 Afgescheiden van het kloek be lijden der Christelijke beginselen, mag de Memorie van Antwoord er ook in 't algemeen wezen. Het werkplan der regeering wordt er reeds flink in uitgestippeld en aller meest doet mij genoegen de finan- cieele paragraaf. Minister Kolkman doet daarin gevoelen, dat hij zijn tegenstanders, die hem reeds au pied du mur dachten, zal weten te staan. Over 't geheel verwacht ik van deze begrootingscampague een mooi verloop voor het kabinet, een mooien inzet ook voor de a.s. verkiezingen. "Want die gaat nu ge leverd worden. Alle partijen hopen nu het houvast te krijgen, dat zij voor de kiezers behoeven. Nu, als dan bovendien de Chris telijke kiezers over 't gansehe land zich houden als vorige week die te Yelzen den WelEdel Gestrengen Heere Netscher p. f.1 dan behoe ven we heelemaal niet beducht te zijn. Onze organisatie schijnt daar goed ineen te zitten, dank zij b.v. ook de nieuwe R. K. kiesvereeniging te IJmuiden, die flink werkte. Gaat zoo voort, vriendende Christelijke fractie in den Yelser Raad moet nog versterkt ook! Lat ik echter in de Kamer blijven. Wat zqn daar een woorden gewis seld bij de algemeen* beschouwin gen van Indië! En dat voor nie mendal. Geenerlei conclusie werd er genomen, zoodat men hoogstens kon constateeren, dat minister Iden- burg den heeren Van Heutsz en Van Daalen flink de hand boven 't hoofd heeft weten te houden. Hoe dat hoog opgezette debat zoo verloopen is, wordt duidelijk uit eengezet deor den Haagschen eorr. der „Zutf. Crt.", die geen onbekende in Kamer kringen moet zijn. Hij vertelt: „De discussie heeft geen andere vrucht gedragen dan verduidelijking. Dit geringe resultaat is te wijten aan de omstandigheid dat de drie sprekers die het felst gegispt hebben wat onder de verantwoordelijkheid van Van Heutsz, Tan Daalen en den leger commandant Bost van Tonningen op Atjeh is geschied, aan hun requisitoir geen conclusie verbonden hebben. Een motie waarin het beleid van dezen of genen werd afgekeurd, waarin een nader onderzoek bevolen werd, is uitgebleven. Gegeven de stemming der Kamer is zulks geenszins bevreem dend. Geen andere motie, dan een waarbij volledig vertrouwen zou zijn uitgesproken, had kans van slagen gehad. Bovendien is het de vraag of mannen als Van Kol, Thomson en De Stuers die op zoo velerlei gebied de buitengewone verdiensten van den gouverneur-generaal grif erkennen, een votum van afkeuring, dat den kranigen landvoogd allicht tot heen gaan nopen zoude, haddon aangedurfd. Het is dus vier dagen lang bij niets dan napleiten gebleven." Eu toen kwam er nog vele dagen een droog debat over allerlei Indische aangelegenheden, waartusschen de Brusselsche tentoonstelling een aan gename afwisseling bracht, al kwam de Kamer dienaangaande nog niet tot een resultaat. Zij wacht nadere regeerings voorstellen af. Latere berichten schijnen echter erop te wijzen, dat Dr, Kuyper, die inmiddels naar buitenland is vertrok ken, daar blijven zal tot na afloop der begrootings discussies. We zullen dus in dat geval den antirevolutio naire leider niet spoedig aan het woord zien 1 BELGIË. Een manifestatie in de Belgisohe Kamer. In de Belgische Kamer zeide gig teren Paul Janson: Wij hebben eenige dagen geleden aan den vooravond gestaan van een botsing tusschen twee groote volken; een onweer was bijna boven onze hoofden uitgebarsten, maar de twee volken besloten het geschil aan een scheidsgerecht te onderwerpen. Ik stel de Kamer voor deze twee volken, die zulk een grootsch voor beeld gaven, geluk te wenschen. Dat alle parlementen op dezelfde wijze mochten (handelen en dat de vorsten en volkeren eindelijk eens mochten begrijpen, dat de oorlog een afschu welijke zaak is! Langdurige toejuichingen volgden op deze woorden. Bij afwezigheid van den minister van buitenlandsche zaken, aanvaardde de minister van financiën de motie, waarvoor hij zijn sympathie uitdrukte de motie zal aau den minister van buitenlandsche zaken worden over gebracht. Keizer en Kanselier. De veelbesproken conferentie van keizer en kanselier heeft dan gisteren plaats gehad. En 't is geloopen zooals we verwacht hadden. De kanselier blijft aan, dat is één. De keizer heeft een soort van ver klaring gedaan, waaruit men precies kan opmaken wat men wenscht en wil, maar die aan duidelijkheid alles te wenschen overlaat: dat is twee. En de pers en het volk zullen on tevreden blijven en in afwachting en ongerust, omdat degelijke waarborgen, dat het persoonlijk régime uit zal zijn, bij het karakter des keizers en zijn temperament blijven ontbreken. Dat is drie. Ziehier 't officieele bericht van den „Reichsanzeiger" „In het hem heden verleende gehoor schilderde von Bülow de stemming van het volk naar aanleiding van de mededeelingen van de Daily Telegraph en lichtte zijn houding bij de debat ten in den Rijksdag over den Keizer toe. De Keizer hoorde die mededeelingen met grooten ernst aan en uitte zijn wil in dien zin, dat, zonder zich van de wijs te laten brengen door over drijvingen die hij onbillijk achtte, zijn voornaamste taak was de standvas-1 tigheid van de rijksstaatkunde met inachtneming van de constitutioneele verantwoordelijkheden. De Keizer keurde de verklaringen van den rijks kanselier in den Rijksdag goed, en gaf hem de verzekering van zijn voort durend vertrouwen". De „Norddeutsche Allgemeine Zei- tung" meldt in haar uitgave van heden daarenboven nog het volgende: Prins von Bülow, de rijkskanselier, riep dadelijk na zijn terugkeer uit Potsdam het Pruisische staatsministerie bij elkaar voor een vertrouwelijke bespreking, waarbij hij over den uit slag van zijn aan den Keizer uitgebracht verslag mededeeling deed. Onmiddellijk hierna zal de rijks kanselier graaf Stolberg, den voorzitter van den Rijksdag, voor een langdurige bespreking ontvangen. Tegelijkertijd doet staatsminister Bethmann Hollweg, als plaatsvervanger van den rijkskanselier, in opdracht van dezen, een dergelijke mededeeling aan de voornaamste leden van den Bonds raad. Dat is alles. We zullen nu eerst eens moeten afwachten of in de Rijksdag morgen niet een der leden aan von Bülow een verklaring vraagt van die raadselach tige formule: „met inachtneming van de constitutioneele verantwoordelijk heden". Want wat dat precies beteekenen moet, weet niemand. Immers het curieuze is, dat een wet, waarbij de Rijkskanselier, op wien het hier aankomt, verantwoordelijk wordt gesteld, en Duitschland nog niet bestaat. Zou de keizer soms meenen, dat zoo een wet nu moet worden ingediend In dit verband zijn van hoog belang de opmerkingen die het katholieke hoofdblad "Germania", dat zich in deze geheele crisis uiterst practisch heeft getoond, maakte op den voor avond van het onderhoud tusschen keizeren kanselier. De „Germania" vraagt nuchter Welke waarborgen men zich denkt voor een veranderde houding van den Keizer in de toekomst? Daarop komt, volgens dit blad, alles voor het land aan. Men zou door een wet wel de verantwoordelijkheid van deD rijks kanselier tegenover den Rijksdag grooter kunnen maken, maar in de practijk zou dat niet van groote be teekenis zijn, als de kanselier niet zelf zich een voldoenden invloed op de politiek weet te verzekeren, om zich tegen stoornissen door mondeling en feitelijk ingrijpen van de zijde des Keizers te beschermen. Met een eenvoudige verklaring van den Keizer: Biilow moet aanblijven, is in het geheel niet alles afgedaan, noch alle fouten goedgemaakt, noch de verwachtingen van het land vervuld. Gelukkigerwijze hebben zich echter alle partijen in den Rijksdag zoover vooruit gewaagd en zoo beslist waar borgen voor de toekomst geëischt, dat zij zich voor het geheele land belachelijk zouden maken, als zij thans terugkrabbelden. DE BALKAN. Oostenrijk en Servie. Het vrij onrustbarende bericht van gisteren, dat Oostenrijk zich op een oorlog met Servië toebereidt, wordt door de Oostenrijksehe regeering te gengesproken. In dezen vorm lijkt het ons ook wat heel ongeloofelij k. Intusschen schijnt het wèl waar te zijn, dat Oostenrijk voorzorgsmaatre gelen neemt tegenover Servie. Reuter heeft, op gezag van een Pransch blad, reeds iets medegedeeld over aanstaande troepenbewegingen van de Donaumonarehie aan de Ser vische grens. Nadere berichten uit Weenen brengen een bevestiging van dit nieuws. Het heet, dat de Donau-monarchie van plan is door wapenvertoon Servië te dwingen tot de onmiddelijke staking zijner krijgstoerusting»*. Servië moet intusschen voor een winter veldtocht volstrekt niet toege rust zijn; er zijn, naar men zegt, niet eens winterjaseen voor de soldaten! PERZ1Ê. Grondwet ot niet? Het gescharrel in Perzië, of er nu eigenlijk inderdaad een constitutie en een parlement dat wat beteekent, komen zal of niet, houdt nog maar steeds aan. Naar beweerd wordt, ligt het nu weer in het plan van den Sjah eeu soort van raad van state in het leven te roepen, welke aal bestaan uit 40 leden, te kiezen volgens een stelsel van beperkt kiesrecht. De leden van dien raad souden tot taak hebben, toezicht en controle te oefenen ep het regeeringsbeleid; maar zij souden geen uitvoerende macht bezitten. Deze concessie van de zijde van den Sjah zou, naar het heet, aannemelijk zijn voor de gematigde liberalen indien deze slechts overtuigd waren van de oprechtheid van den Sjahl Maar dat zijn ze niet! CHINA. De toestand in het Hemelsehe rijk. Zooals te verwachten viel, loopen er al doch geheel onware geruch ten, als zouden de Keizer en de Kei zerin-weduwe geen natuurlijken dood zijn gestorven. Die geruchten worden officieel nu tegengesproken. Dat is trouwens in overeenstemming met het politieke testament, dat door de Keizerin-weduwe is nagelaten en dat in de Staatscourant is openbaar gemaakt. Dat stuk is blijkbaar on middellijk na den dood des Keizers door de Keizerin-weduwe opgesteld. Zij erkent in dat stuk, dat haar ziekte van levensgevaarlijken aard is, en dat er voor haar geen hoop meer bestaat op herstel. In invloedrijke kringen te Peking juicht men over het kalm verloop der crisis, en is men er van overtuigd dat de Chinee'sche regeering de orde op voortreffelijke wijze zal handhaven. Verstrekkende militaire voorzorgs maatregelen zijn genomen. Men houdt een en ander voor het werk van Joean- tsi-kai. Dr. Leijds, die zooals men weet op reis is naar Zuid-Afrika, zal 4 December te Lourenzo Marques aankomen. Volgens gerucht zal hij van de Transvaalsche re geering een pensioen van 800 p. st. krij gen. Zoo dehetr, zoo de knecht! Schrikbarend is 't aantal kerkdiefstal len, dat in Frankrijk gepleegd wordt. Nu weer heelt de politie te Toulon een drie tal dieren aangehouden, die de kerken in den omtrek „bewerktenDe regeering ondervindt het: voorbeelden trekken. Duitsche ballons in Frank- rijk. Sr vliegen nu geregeld zooveel bal lons met Duitsche officieren over Frank rijk, dat de regeering den Franschen ge zant te Berlijn heeft opgedragen, er eens over te spreken, 't Mocht den Holland- schen gezant ook wel eens aanbevolen worden 1 Fransch West-Indië. Op St. Pierre (Martinique) zijn betoogingen ge houden ten gunste van de vrfje school. De Fransche rtgeering schijnt daar ook al anti-clrricalisme te willen zaaien, maar de West-Indiërs zijn er niet van gediend De mijnramp te Hamm. Bij tel ling is vastgesteld, dat er in den onge luksnacht 380 arbeiders en 6 ambtenaren in de mijn waren. Er zijn 40 menschen dood bovengebracht of aan hun wonden bezweken. Het aantal geredden, dat onge deerd was, bedroeg 17 In de ziekenhui zen worden nog 26 gekwetsen verpleegd, en in de mijn liggen nog 30S lijken. H. M. de Koningin. De Haagsche briefschrijver van de „Tijd" zegt, dat de „Staatscourant" aan het einde van deze maand of in het begin der volgende een officieel bericht zal brengen betreffende H. M. de Koningin. „Een Ned. vrouw en moeder schreef in de „Resb." over de aankomst van H. M. in de residentie „Zeker kan men nagaan, dat de Koningin deze reis niet zal gemaakt hebben zonder voorafgaand overleg. „Wat heden is gebeurd, zal zeker verder menigen dag gebeuren en zal de Koningin de zoo noodige lichaams beweging alleen door wandelen kun nen verkrijgen. „Dan «allen er geen rijen politie agenten de wegen afzetten, dan zal de Koningin wandelen, zooals dat in Ne derland gelukkig nog zoo heerlijk kan, te midden van haar Volk 1 „Maar dan rusten op ons Hage naars, ook dure plichten. Dan moeten wij er ons ook in denken, hoe onaan genaam het voor de Koningin moet zijn als de menschen opdringen, mee loopen, zich ongepast nieuwsgierig be- toonen en daarom ook wordt dit be roep gedaan op allen, zonder ender scheid „Maakt dat de Koningin zich wer kelijk vrij op onze mooie wandelwe gen kan vertoonendenkt er aan, dat toen bij de inhuldiging in Amsterdam de Koningin moe wa6 en moest sla pen, de Amsterdammers 's nachts op den Dam stil waren en luidruchtig heid aan kant zetten, om de Konin gin te laten rusten. „Laten de Hagenaars bescheiden zijn en laten zij alles doen opdat de Koningin rustig zal kunnen wande len Inderdaad bleken de Hagenaars reeds Zaterdag zelf te hebben inge zien, dat hun nieuwsgierigheid hin derlijk was. Dien dag begaf de Ko ningin zich weer te voet naar het Pa leis van de Koningin-Moeder in het Voorhout om daar het dejeuner te gebruiken en ditmaal was het volk niet zoo opdringerig. Hofberichten. H. M. de Koningin heeft na terug komst in de residentie weder eenige Ministers, hoofden van Bestuursde partementen in conferentie ontvangen; gisterenochtend den Minister van Marine. Uit de Staats-Courant. Bij Kon. Besluit is benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau, de voorzitter van het hoofdbestuur van de Nederlandsche ZendiDgsver- eeniging tot Rotterdam, ds. H. JRoose boom, Hervormd predikant te Delft. Audientiën De gewone audiëntie van den Minis ter van Binnenlandsche Zaken zal op Zaterdag 21 November niet plaats hebben. De invoering van den wettelijken tfjd. De „St. Crt." no. 271 bevat een Kon. Besl. van den 7den November (Stbl. no. 336), houdende bepaling van het tijdstip waarop de wet van 23 Juli 1908 tot invoering van eea wettelijken tijn in werking treedt. Dit tijdstip is bepaald op den lsten Mei 1909, met den aanvang van het etmaal, dat na middernacht van den 30steD April 1909 zijn begin neemt. Het reddingwezen. Den 23en November zal de Staats commissie veor het Redding wezen op de Nederlandsche Kust, onder voor zitterschap van den Prins der Neder landen, een algemeene vergadering houden in het Koninklijk Paleis in Den Haag. Het drievoudig ontslag. Naar men verneemt, is aan H. M. de Koningin een rekwest gezonden inzake het ontslag door B. en W. van Amsterdam aan de drie gemeente ambtenaren gegeven. Weg met Kollewijn! Ook naar aanleiding van een door den Minister van Binnenlandsche Zaken kenbaar gemaakte zienswijze hebben B. en W. van Winterswijk aan de hoofden der scholen alhier verzocht in het vervolg in officieele Btukken, gericht aan het Gemeente bestuur of een der leden van dat col lege, gebruik te maken van de offici eel geldende spelling van De Vries en Te Winkel, met verzoek tevens aan het onderwijzend personeel mede te deelen dat in het vervolg in ge noemde officieele stukken die spelling dient gebezigd te worden. De tentoonstelling te Brussel. Te Amsterdam werd in een ver gadering van belanghebbenden bij een deelneming van Nederland aan de tentoonstelling te Brussel in 1910 een comité aangewezen, dat belast werd met de taak aan de Tweede Kamer bewijzen te leveren van belangstelling der nijverheid voor die tentoonstelling. Die bewijzen zijn sedert der Tweede Kamer toegekomen en hebben den indruk gevestigd dat de belangstelling voor die tentoonstelling inderdaad grooter is dan de meerderheid der aanwezigen leden op 13 October, toen de Bubsidie-aanvrage der Regeering werd verworpen, meende. In de vergadering der Tweede Kamer van 13 November is dientengevolge aan den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel verzocht een nieuw voorstel tot officieele deelneming aan die tentoonstelling in te dienen. Waar dit nadere voorstel meer in bijzonderheden moet afdalen en vooral moet steunen op wel omschreven plannen van de nijverheid zelve, is dus thans de tijd gekomen, om de zienswijze der belanghebbenden scher per tot uitdrukking te brengen. Het comité bovengenoemd tracht daarom de noodige gegevens voor een zoo nauwkeurig mogelijke begrooting te verzamelen en heeft zich daartoe bij circulaire gericht tot verschillende firma's en personen van wie men belangstelling verwachten kan. Bij de mededeeling van dit bericht, verzoekt het comité ons nog te ver melden dat ook zij, die door een onwillekeurig verzuim geen circulaire ontvingen, maar bereid zijn te expo- seeren, aan den sectretaris van bet comité, den heer G. S. de Clercq, Paviljoen, Haarlem, kunnen opgeven over hoeveel plaatsruimte zij zouden willen beschikken, onder voorbehoud, dat de later bekend te maken voor waarden hen convenieeren. Voorloopig staat het denkbeeld op den voorgrond om de deelneming van Nederland groepsgewijze een collectief karakter te doen dragen. De postenstrijd. Indertijd is vanwege de slachtoffers van het poststelsel van den A. N. D. B. aan den minister van justitie het verzoek gericht, te willen overwegen, in hoeverre het mogelijk is en de regeering bereid zou zijn, wettelijke maatregelen te nemen, waardoor net mogelijk wordt, het zoogenaamde posten langs wettelijken weg te be strijden. Door den Minister is daarop geantwoord, dat er geen aanleiding bestaat, van regeeringswege ten deze in te grijpen. De „Zeeland." De directie der Mij. Zeeland deel mede, dat door haar gisteren de bou

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1