DAGBLAD voor NOORD- en 7UID-H0LLAND.
BUITENLAND
BINNENLAND.
Kindej»huisvesi 29«3f-33, Haarlem
Slechts ftuee letters,
VRIJDAG 20 NOVEMBER 1908.
33** Jaargang: No. 6746
Bureaux van Redactie en Administratie:
Intercommunaal Telefoonnummer 1426.
't Wachtwoord
Verspreide Berichten.
Gemengde Berichten.
F£ÜU.fLfciUN.
id
KIM HMRLEMSCHE COURANT
ABONNEMENTPRIJS:
Per 8 mar.d«« veer Haarlemf 1,85
Toer d« yWt»e«, waar eea ageat ia gereaSigd (kom der geaaeeate) 1.85
Teor overig» plaataea ia Nederland fraaee per post, 1.80
A&caderlijke nummer» „0,65
PRIJS DER ADVERTENTIÊN
Vaa 18 regel»f9,80 (ooataat) f 0,59
like regel meer9,19
©roote lettere aaar plaatsruimte.
Diengtaankiediagen 25 cent per advertentie a, eentaat.
nes
Alle betalende abonnés op dit blad. die in^het bezit eener verzekeringspolis zijn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor:
«KLDB7 bij
Uvoailttnga aago-
»0iukthoid Mt
wnrkea.
400
•NLD1N l»j
vor lijden.
300
GULDEN kï
varliss vaa ie»
hand af vaat.
150
GULDEN 5ï
varlie» van
dan oag.
100
GULDEN bij
verlies van
éen duim.
«VLDEN bij
varlia» vaa
49a
wijivingar.
15
•ULSBN bij
varlia* vaa
daa andaraa
viagar.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
De idiaeussies in de Tweede Ka
mer zijn pas één dag aan den gang,
©f het wachtwoord is al gegeven.
Al wat linksch is, trekt onder één
vpuui op tegen het ministerie, tegen
de Christelijke partijen.
Borgesius, Tydeman, Troelstra en
Drucker, de vier mannen der liink-
scjhe fractie, die steeds vertellen dat
re op „nieuwe partij groepeering" ho
pen (demoeraat tegen conservatief)
kruipen weer trouw bij elkander nu
Ide groot© verkiezingen in aantocht
rijnde leuze v,an die vier was. de
relfde: tegen het Ministerie.
Dat ie voor de Christelijke par
tijen, die reeds nu zoo vast aaneenge
sloten zijn gebleven, ein tegen wier
eenheid de gladde Goeman Borge
sius met zijn stoken zelfs niets ver
mocht, een nieuwe aansporing om
roo eensgezind mogelijk en kraeh-
ittg-verbonden alle pogingen aan te
wenden om |ie Christelijke regeering
te handhaven.
Is de leuze links uitgegevente
gen het clericalism©dan zij het
wachtwoord rechts: Vóór het Mi
nister!#
D.UITSCHLAND.
In den Rijksdag.
Wj« mocht denken, dat Von Bü-
low in den Rijksdag nog eens uit
voerig zou terugkomen op de Kei-
verklaring, heeft het mis!...-.
Met het kortg raadselachtige be
richt in den „Rëi'óhsanzeiger" sohij'nt
de kwestie gesloten, en nu be
gint men aan wat anders.
'tls wel merkwaardig, dat de
beele Duitsche pers, die zoo hard,
schreeuwde om „waarborgen!", nu
het hoofld in den schoot legt, en
hoopt dat de keizer houden zal wat
hij zoo implicate heeft beloofd-
Dat is een schouwspel, dat een
voudig bewijst de onmondigheid van
het Duitsche volk op dit punt; in
plaats van bedaard en rustig de zaak
den Keizer zelf bloot te leggen,
schreeuwt men hajnd achter zijn rug,
en buigt als de Keizer zich om
keert In Engeland, gesteld dat da,ar
de Koning zijn mond voorbijpraatte,
Waartoe Edward VII echter veel te
ali ui ja, zou men dat waardiger en
foeter hebben aangepakt.
Gisteren zijn in den Rijksdag de
nieuwe belastingplannen ingediend.
De Rijkskanselier zeide daarbij
„Onze vlucht dwong ons ee;n we
reldpolitiek te voeren e,n uit dien
hoofde heeft het rijk een vloot noo-
djg. tWjj hebben behoefte aan koel
bloedigheid en standvastigheid naar
buiten en naar binnen. Wij hebben
in 1908 4 milliard schuld en meer
dan 2 millioen staan voor het eerst
volgende vijftal jaren in het voor
uitzicht. Wij hebben in den wed
strijd om den vooruitgang boven on
ze krachten geleefd; niet alleen
nieuwe belastingen, maar ook spaar
zaamheid is noodzakelijk zoowel
voo!r de Bondsstaten als de gemeen
ten. Wij moeten de weelde den rug
toekeeren.
„Voor alles richt ik de waarschu
wing tot de midden- en hoogere stan
den: „Wij stellen onze veiligheid,
ja, onzein vrede in gevaar, als wij
het niet eens worden over de nieu
we belastingen. De regeering is er
van overtuigd, da,t de volksvertegen
woordigers deze kwestie zullen op
lossen op een wijze het Duitsche
volk waardig."
Aansluitende aan die van den
rijkskanselier, hield de minister van
financiën een redevoering, die vier
uur duurde en waarin hij uitvoerig
de ingediende nieuwe belastingen
motiveerde.
DE BALKAN.
Oostenrijk en Servië.
Inderdaad heeft de Oostenrijksche
regeering aan het gouvernement te
Belgrado een ultimatum gericht, in
zeer krasse termen aandringend, dat
aan de vijandige manifestaties tegen
Oostenrijk, die dagelijks in Servië
plaats hebben, een einde gemaakt
worde, daar de regeering te Weenen
deze betoogiagen als een aanslag tegen
de waardigheid van het keizerrijk
beschouwt.
Wel ontkent de Servische minister
van Buitenlandsche Zaken, dat een
dergelijke nota ontvangen werd, maar
de koortsachtige ijver, waarmede men
zicb. van beide zijden tot den oorlog
toerust, bewijst, dat de hoogste span
ning is ingetreden.
Het negentiende Oostenrijksche
korps, dat in Bosnië kwartier heeft,
is op voet van oorlog gebracht; 10.000
reservisten zijn opgeroepen om de
gelederen van 't korps te versterken.
Een Ooster,rijkeen oorlogsschip heeft
tegenover de Servische stad Oemka
postgevat; terwijl talrijke benoodigd-
heden der genie, dienstig om schip
bruggen te slaan, naar de haven
getransporteerd werden.
Het spreekt vanzelf, dat van een
dreigend oorlogsgevaar intusschen nog
geen sprake is.
Het is overduidelijk, dat de „hoogere"
politiek het kleiüe Servië als een
instrument gebruikt, om op de onder
handelingen, die tusschen Oostenrijk
en Turkije gevoerd worden, pressie
uit te oefenen.
En dat veelt Oostenrijk niet langer.
Of echter de uitbarsting met een
overmacht te ongedacht komen kan,
is een andere vraag!
De conferentie
Heden zal ide Porte haan program
ma voor de a.s. Europeesche confe
rentie mededeelen aan de zes mo
gendheden, die liet tra ctaat van Ber
lijn hebben geteekend.
Zeven kwesties komen in het stuk
ter sprake:
lo. de vastst-ellling van het juri
disch statuut voor Oost-Roemelië
2o. de vaststelling van het juri
disch statuut van Bulgarije en van
het aian Turkije verschuldigde be
drag wegens niet-betaling van de
Bulgaarsche schattingvan het deel,
da,t Bulgarije moet bijdragen in de
Ottomaamscihe openbare schuld en
van de schatting van ®£.est-Roe-
melië1
3o'. de vaststelling van het juri
disch statuut yan Bosnië en Her-
zegowina
4o. vaststelling van de aan Servië
en Montenegro toekomende compen
satie, mits deze compensaties vol
komen overeenstemmen met de be
langen van Turkije;
5o. afschaffing van d,e artt. 23
en 61 van het Verdrag van Berlijn,
aangezien deze artikelen feitelijk
reeds te niet zijn gedaan door het
herstel van de constitutioneele re
geering in Turkije;
60. wijziging der capitulaties in
den reeds aangegeven geest, t. w. af
schaffing der buitenlandsche post
kantoren en eveneens van bepalin
gen omtrent capitulaties, die ide
handels'vrijheid in het Ottomaansche
rijk belemmeren;
7o. Turkije zal geen oppositie Voe
ren bij de bespreking van de wijzi
ging van art. 29 van het Verdrag
van Berlijn, zooals die reeds werd
aangegeven door de Montenegrijn-
sche regeering;
MAROKKO.
Moelai Hafid erkend
De Belgische gezant, deken van het
corps diplomatique te Tanger, deelde
gisteren aan Reuter mede, dat hij de
Franech Spaansche nota juist per be
reden boodschapper naar Moelai Halid
had gezonden.
De nota bevestigt de erkenning van
Moelai Hafid als Sultan door de Euro
peesche mogendheden.
PERZIE.
Sen leukerd!
De Sjah heeft aan den Russischen
gezant verklaard, dat hij zelf consti
tutioneel gezind is, maar dat, tot zijn
leedwezen, het volk niets van een
grondwet wil weten!
Daar sta je paf van
De Paus «11 F1 ankrij k. Gisteren
ontving Z. H. Pius X een aantal Fransche
pelgrims. In zijn antwoord op de begroe
ting verklaarde de Paus diepe smart te
gevoelen nu hij ziet hoe Frankrijk zich
losmaakt van de Kerk. Maar de Godde
lijke Voorzienigheid heeft hem weder
vreugde bereid, nu hij uit datzelfde land
de schoonste troost heeft ontvangen.
Frankrijk heeft zich de ware oudste
dochter van de Kerk betoond. „Als een
nieuw feit in de kerkelijke geschiedenis,"
zoo vervolgde Z. H. „kan het worden
beschouwd, dat het woord van den Paus
werd aangehoord als een Godswoord.
Gij hebt geen monniken en nonnen meer,
maar de geloovigeD zullen deze vervangen
in hun apostolaat,"
De Paus verzocht ten slotte den pel
grims voort te gaan op den weg,, dien zij
tot dusverre hadden bewandeld.^j
Vorstelijke bezoeken. De Universo
deelt mede, dat het Engelsche konings
paar, de Duitsche keizer, de kroonprins
van Oostenrijk en koning Manuel van
Portugal in het volgend jaar bezoeken
zullen afleggen bij koning Alfons XIII.
Koning Gustaaf in de City.
Met de gebruikelijke praal is in den
Gildenhal het feestmaal gehouden, dat de
City van Londen de koningen de koningin
van Zweden aanbood. Er waren een drie-
of vierhonderd gasten, o.a. de prins en
prinses van Wales, de hertog van Con-
naught, schoonvader van den Zweedschen
kroonprins, de ministers Asquith, Grey
enz. De spijslijst had weer de geweldige
lengte, die de Citymalen kenmerkt, en
begon, naar het oude gebruik, Met echte
schildpadsoep. De toosten van Lord
Mayor en koning Guataaf waren zeer
hartelijk. Ook eenige leden van den
gemeenteraad van Stockholm zaten als
gasten aan.
Hofberichten.
Reuter seint uit Blankenburg in den
Harz, dat Z. K. H. Prins Hendrik
der Nederlanden daar is aangekomen,
om den hertog-regent van Brunswijk
te bezoeken.
Het „Dev. Dagblad" verneemt,
dat Z. K. H. Prins Hendrik Vrijdag
morgen 6.48 te Deventer aankomt en
per eigen auto van het station H. IJ.
S. M. naar een landgoed in de buurt
dier plaats zal rijden, ter bijwoning
van een jachtpartij.
Nederland en Venezuela.
Geloove het wie wil!
De „Amigoe di Curagao" van 24
Oct. 1.1. ontleent aan particuliere brie
ven onder meer het volgende
„De „Patagonia" bracht 2 groote ka
nonnen, de Dagtred" ammunitie naar
La Quayra.
„De Venezoiaansche Regeering liet
te La Guayra rondstrooien, dat al
deze versterking niet tegen Holland
gericht was, maar om voorbereid te
aijn op binnenlandsche verwikkelingen.
„Sommige brieven melden dat een
minnelijke schikking met Nederland
aanstaande is."
Castro's plagerijen.
De Amigoe van 31 Oct. meldt:
Op de algemeene vergadering der
Curagaosche Maatschappij vernamen
wij weder een nieuw staaltje van
Castro's plagerijen.
Een koopman had te Maracaibo 100
balen hoedeustroo besteld, met verzoek
ze naar New York te zenden. Hit
plan bestond natuurlijk om ze van daar
uit weder door middel van een bevriend
tusschenpersoon toch naar Curagao
te krijgen. Maar Castro is slim. 100
baleD hoedenstroo voor New York En
ze vlechten daar geen hoedenNeen,
dat is voor CuragaoZe mogen niet
verzonden worden. En zoo zitten we
weer geduldig te wachten op de dingen
die komen zullen.
Tegen den woeker.
Het bestuur der Nat. Ver. tot be
strijding van den Woeker heeft in
overleg met de commissie ter bestu
deering van dit vraagstuk door de
vereenigiDg benoemd, besloten het
initiatief te nemen tot oprichting eener
maatschappij, die zich taak stelt cre-
dietinstellingen tegen den woeker, in
de eerste plaats pandjeshuizen op te
richten en te exploiteeren.
Over do begrootingsdebatten.
„De Tijd" gaart uit de anticlerical#
pers een bundeltje uitspraken over
Minister Heemskerk's Memorie van
Antwoord. Het blad vraagt dan:
Biedt deze lectuur geen prachtig
materiaal voor de samenstelling van
de liberale verkiezingslitteratuur voor
1909? Eenerzijds pakkende teksten
uit „Het Volk" om de kleurlooze
„middenstof' te doen gruwen van
een Kabinet, dat voor dr. Kuyper op
de knieën viel en door Kuyper's zweep
tot allerlei fanatieke clericale waag
stukken gedreven wordt; andererzijds
mooi gestyleerde phrasen ©m de warm
bloedige „kleine iuyden", die bij den
„leider" zweren, aan het verstand te
brengen, dat de geest van Heemskerk
niet de geest van Kuyper is.
De onbevangenen van oordeel zullen
intusschen uit deze vermakelijke
tegenstrijdigheid besluiten, dat derge
lijke overwegingen niet zoozeer inge
geven worden door den tekst van de
Memorie van Antwoord als wel door
de eigenaardige belangen der partij
politiek. Met ons en anderen zullen
zij tot de conclusie komen, dat de
Regeering noch een buiging voor, noch
front heelt gemaakt tegen dr. Kuyper,
maar dat zij zich in hare Memorie
van Antwoord doet kennen, zooals zij
nu is en vroeger was: als een echt
christelijk Kabinet, dat het groote
werk, door dr. Kuyper zoo schitterend
ingezet, wil voltooien met inachtne
ming van die objectiviteit en onpar
tijdigheid, wel het „salus populi eu-
prema lex" als hoogste wet eert.
Het optreden van den heer Borge-
sius in de Kamer kan die opvatting
niet wijzigen; de „tendenz" om de
Kuyperophobie op de Regeering over
te brengen en de bang gemaakte kie
zers in de vrijzinnige netten te van
gen, was in zijn opgeschroefde „poli
tieke" rede ai te doorzichtig.
O o k thuis bruiloft gehou
den. Toen gisterenmorgen ODgeveer
5 uur de koopman en winkelier T.
v. d. Weij in de Westerstraat, te Leeu
warden, van een bruiloft terugkeerende
thuis kwam, ontdekte hij, dat een
aanzienlijk bedrag aan geld uit een
kistje was gestolen, naar men zegt ter
waarde van f300 a f400.
Gestikt. Een stukje brood
in de keel. Een treurig ongeval had
t# Amsterdam bij een familie, wonende
op den Amsteldijk, plaats.
Een ongeveer tweejarig meisje dat
aldaar met haar moeder te logeeren
was, kreeg een stukje brood in den
keel, met het gevolg, dat zij, nog voor
een onmiddelijk ontboden geneesheer
aanwezig was, stikte. De vader is zee
varend en thans in Indië.
De trein op een rijtnig.Bij
den spoorwegoverweg onder Roosen
daal is gisterenmorgen door een goe
derentrein uit Breda het rijtuig van
den paardenslachter W. Stouthart
aangereden. Het rijtuig werd geheel
vernield. De inzittenden, de eigenaar
en zijn vrouw, werden gekwetst, doch
Diet levensgevaarlijk. Het paard bleef
ongedeerd. De oorzaak van het ongeval
is, het niet-gesloten zijn van de afsluit-
boomen.
StToopers, die voor niets
staan. Toen gisternacht de jachtop
ziener Berendsen in de bosschen nabij
den tol tusschen DoetiDchem enKeppel
op verkenning uitwas, entmoette hij
een strooper, die zijn geveer op den
jachtopziener aanlegde. De kogel giDg
rakelings langs hem heen. De dader
(een fabrieksarbeider) werd in de
fabriek gearresteerd en gevankelijk
naar Arnhem overgebracht.
'De hulp van politiehon
den. Te Rucphen ia ingebroken bij
den winkelier J. den Ouden. Ont
vreemd zijn 40 gulden en tal van
gouden sieraden. Met politiehonden
wordt naar de daders gezocht.
Weer een slachtoffer van
den drank. Een man, wonende te
Naarden, die den geheelen dag reeds
onder den invloed van sterken drank
verkeerde, üad den geheelen vorigen
nacht en dag reeds hooggaande huise-
lijken twist gemaakt, waarbij handtas
telijkheden en stukslaan van huisraad
niet achterwege bleven.
Gisternamiddag viel de man boven
van de trap, met het gevolg, dat hij
bewusteloos in de gang van van zijn
schamele woning bleef liggen. Later
bleek, dat hij een arm gebroken had
en waarschijnlijk ook een rib.
Rijp voor M eerenberg. Aan
een der rijksgebouwen te Arnhem,
vervoegde zich Dinsdag iemand, zich
aandienend als „den broer van den
Duitschen keizer." Toegelaten deelde
hij mede eens eindelijk te willen be
schikken over het hem door de rech
terlijke macht toegewezene, n.l. „drie
honderd ton en een half". Naar be
wijzen gevraagd welke zijne hooge
persoonlijkheid legitimeerden zeide
hij„Waar ik den broer van den
Duitschen keizer zelf ben behoef ik
tulks toch niet te bewijzen." Het bleek
dat deze persoon aan hoogmoeds
waanzin lijdend is en niet een Kö-
penickerstreek in het schild voerde.
Een paniek in Leiden!
Gisterenmiddag had te Leiden in het
magazijn en de werkplaats van den
spiegelfabrikant Sala, een ernstige
gasontploffing plaats, die een geweldige
paniek bij de omwoners, een groote
schade in het magazijn veroorzaakte.
Groote spiegelruiten sprongen aan de
overzijde der straat. Ernstige persoon,
lijke ongelukken hadden niet plaats
Alleen de patroon kreeg eenige wonden"
„U wilt hiermede toch niet te ken
nen geven, dut mejuffrouw Simpsoln
waarschijnlijk van weg© de politie
<1- ernstig Lastig gevallen zal worden
•vroeg de Engelschman opgewonden.
„Zij heeft heel wat meer te vree-
ren." antwoordde ik droogjes.
„Lieve hemel, dat is om gak te
wordenriep de heer Harvey ont
steld. „Wat moeten wij da;n doen?
Ik kan niet gelooven, dat die onza
lige geschiedenis mejuffrouw Simp
son op ©enigerlei wijze in gevaar
zou kunnen brengen- Alleen
de gedachte daaraan is voor mq een
ware foltering. Ik verzeker u bij
al wat mij heilig iszij is totaal on
schuldig."
„Dat betwijfel ik niet.' hernam
ik, „maar als dat zoo is, dan maakt
zij zich tot medeplichtige en mede-
jilichtigcn zijn niet onschuldig-
De arme kerelTot nn toe had hq
zich dapper gehouden, maar het
denkbeeld, dat zijn verloofde eenig
leed zou kunnen geschieden, scheen
hem ten diepste te schokken.
„Wat wat verlangt u, dat me
juffrouw Simpson doet?" stotterde
h5j. 1 j f. i
„Zij volge slechts uw voorbeeld,"
gaf ik droogjes ten bescheid. „Geen
onwaarheden, geen draaierij, maar
oprecht antwoorden, waar naar
waarheid gevraagd wordt."
Hij greep mijne hand.
„U, heeft gelijk," zeide hij ernstig.
„Ik zal terstond naar haar toegaan
en haar zeggen, hoe zij zich voortaan
moet gedragen. Dwaasheid! Hare
onschuld moet spoedig aan den dag
komen, en u moet mij helpen, dat
zulks gebeurt. Tot dat doel ben ik
hier gekomen. Ik verlang, dat n
het geval voor mij onderzoekt en de
politie in 't oog houdt. U moet te
weten zien te komen, wat zij te we
ten komt en, zoo' mogelijk, nog meer.
U zult mij alles mededeelen,' wat u
ontdekt of meent te ontdekken en
ik hoop zeker, dat het resultaat van
uwe nasporingen mijn verdenking-
zal logenstraffen."
„Moet ik daaronder verstaan, mijn
heer, dat u mij officieel ih deze zaak
wenscht werkzaam te zien Dan
moet ik er mijn patroons van in ken
nis stellen."
„Doe dat, zonder tijd te verlie
zen."
„Op 't oogenblik ben ik niet vrij,
maar ieder ander kan hier mijne
plaats vervangen. In een zaak van
zulk een groot belang-..." ik maakte
een buiging zonder den zin te vol
tooien.
Mijnheer Ha;rvey nain zijn hoed e|n
draaide dien verlegen tusschen z'n
vingers.
„Ik wensch nog één ding te vra
gen, eer ik vertrek," zeide hij met
zekere aarzeling, „ik beschik slechts
over geringe middelen en het zou
misschien verstandiger zijn van te
voren...."
„De voorwaarden te bepalen," viel
ik hem schielijk in de rede. „Mijn
chefs zullen u een prospectus doen
toekomen, welks inhoud u ongetwij
feld bevredigen zal, mijnheer."
Met deze woorden geleidie ik hem
de kamer uit. Boven aan de trap
bleef ik staan en keek hem na.
Langzaam, als in gedachten verzon
ken, ging hij naar beneden. Bij een
kromming van de trap verlang
zaamde hij zijne schreden nog meer,
haalde werktuigelijk, naar het mij
toescheen, uit zijn. boa-stzak een
witten zakdoek en veegde er mee
even over zijn oogen.
Met dien zakdoek had hij een grijs
brief couvert uit zijn zak geslingerd,
dat met licht geritsel op den grond
viel. Hij .bespeurde het niet, mana
ging langzaam verder.
Mijn -eerste opwelling was, hem
na te roepen, maar ik deed het niet.
Ik hield dat kostbare grijze papier
als het ware met de oogen vast en
staarde er naai', alsof ik het tot mij
trekken of het onzichtbaar maken
kon.
Een brief wellicht! Wie weet,
welke onthullingen hij bevatte
Ik bleef roerloos staan. Mijnheer
Harvey keerde zich niet meer om....
Als hij het schrijven eens miste
Hoe duidelijk en scherp stak het
op dat roode höteltapijt afAls
iemand nu eens de trap opkwam en
dien heer naliepBij voorbeeld een
kellner! Dat alles vloog mij blik
semsnel door het hoofd. Ik durfde
mij niet te bewegen, uit vrees, dat
het minste gedruisch hem aanleiding
kon geven, het hoofd om te keeren.
Nu Voelde hij met zijn hand aan
zijn borstzak en ik gaf de zaak voor
verloren. Maar hij bracht alleen iden
zakdoek .in orde.
Een oogenblik daarna was hij in
de vestibule verdwenen. Ik vloog
letterlijk de treden af en stortte ge
lijk een roofvogel op mijn schat.
Vervolgens snelde ik weer naar
boven in mijn kamer, sloot de deur
en legde mijn vondst vóór mij op
de tafel.
Het was een vierkant grijsgespik-
keld couvert met den poststempel
Devon er op en geadresseerd aan
den heer rector Arthur Harvey,
hotel de la, Paix, Parijs.
Zou de brief er nog i'1 zitten?
Ik voelde er even aan. en bespeurde,
dat zulks nog het geval was. Met
trillende vingers haalde ik een
papier er uit en vouwde het open.
De biief begon aldus„Waarde
Arthur!"
Haastig keek ik naar de ondertee-
kening en las: „Paul.'
Ik had nog juist tijd gehad den
inhoud vluchtig over te zien, toen
er driftig op mijn deur geklopt
werd. Pluis verborg ik den brief
in een schuiflade en sloot deze af-
Vervolgens trok ik mijn jas uit, pm
een behoorlijk voorwendsel voor mijn
gesloten deur te hebben, en liep m
mijn overhemd er heen, om te wa
gen, wie er was.
Het was mijnheer Harvey. Hij
duwde mij in de kamer terug en
volgde mij op den voet, eer ik nog
recht wist, wat zijn oedoerirg was.
Zijn gelaat en geheel zqn manier
van doen verried hevige opgewon
denheid.
„Ik mi-s een brief," zeide hij. „Ik
geloof, dat ik deze op de trap heb
laten vallen, ja, ik weet het stellig,
dat het zoo is. U stond boven op
den overloop. U moet gezien heb
ben, dat hij uit. mijn zak viel."
„Dat is zoo," zeide ik bedaard,
„ik ontken het niet."
„En u heeft hem opgeraapt
„Dat spreekt van zelf."
„Dat was goed. Wees zoo goed
hem mij terug" te geven. Het spijt mq
u gestoord te hebben."
„Zóó eenvoudig is die zaak even
wel toch niet," hernam ik. k
vrees, dat ik u den broei niet kan
teruggeven, mijnheer Harvey.
„U kunt mij den brief met- terug
geven Wat wil u da;armede zeg-
i:?
gen r
„Dat ik hem als bewijsstuk moei
bewaren." j v*|
„Dwaanheid 1 Het is een particu
liere brief; u heeft het recht niet
dien aan te raken."
„Ik heb hem nog niet geheel en
al gelezen, mijnheer, maar ik heb
genoeg van den inhoud gezien, om
te weten, dat hij van het allerhoog
ste belang is. Wanneer ik voor u
werken zal, moet ik den brief behou
den, zoo niet
„Welnu
„Dan moet ik hem de politie ter
hand stellen."
„Dus u weigert in elk geval, hem
mij terug te geven
„In elk geval." D
Geen seconde daarna lagen wq op
den vloer met elkaar te worstelen;
De Engelschman was ëpeens op mij
toegesprongen, had mq van de been
gerukt en onder het vallen had ik
hem meegesleurd. Ik was ten eenen
male overrompeld geworden. Hoe
hadde ik van een man van zijn stand
en van zijn ontwikkeling zulk een
onverhoedschen aanval kunnen ver
wachten. Hij was klaarblijkelijk ge
heel en al radeloos en vast beslo-
tcn, goed- of kwaadschiks weer in
het bezit van zijn brief te geraken.
En ik was besloten, hem goed- of
-iwaadschiks te behouden.
Wordt vervolgd.")