I c r ij p Damiaatjes. Staten-Generaal. ËE3 Stadsnieuws. FRANS HALS. De Rijkspostspaarbank Evenals ielkeb jare, ontvingen we ook nu weer van den Directeur der Rijkspostspaarbank te Amsterdam het lijvig jaarverslag^ 't Is een Btatistisch, zeer uitvoerig boekdeel, bewerkt tot in de puntjes, met graphiecho voorstellingen wel ke alleen reeds de moeite van 't be schouwen waard zijn,, [Waarom? Omdaii er uit blijkt, dat de Rijkis- Ixistspaarbènk in alle opzichten Mooruit gaat. Dat is een verblijdend teeken. De Rijkspostspaarbank is onder de leiding vtap den sympathieke^ di- recteur Armand Sassen, in ons land een sociale instelling geworden, die op breeden grondslag steunt. Die méér doet dan alleen spaarge- legenheid geven. Die bet sparen populair maakt in de kringen voor welke het een zoo uiterst nuttig middel is voor so ciale welvaart. Die gebruik maakt v*an de school, Van den militairen diepst, van veree- gingen enz. om de in onzen tijd van werkloosheid en malaise zoo nood zakelijke maatschappelijke en Chris telijke deugd der matigheid bij over vloed, ten einde een reserve te vor men in tijd van nood, aan allen te leeren van jongsaf De Rijkspostspaarbank is een in stelling, die zegen brengt in het land. En het verslag over 1907 geeft ons gereede aanleiding, Idit weer eens met een kort woord te memoreeren, en de voortreffelijke werking van dit institunt dat op zoo treffelijke wijze leert hoe de Staat, mits goed voorbereid, goed voorgelicht en..... door kundige manned gediend, in een zaak als deze nuttig kan op treden voor de materieele en sociale belangen, harer burgers De jubileum-Mis des Pausen in den Sint Pieter. De verslaggever van „De Tijd," die een reis naar Rome door een gezel schap Nederlanders medemaakt, is enthousiast over de plechtige jubi leum-mis des Pausen, die hij heeft bijgewoond. Wij nemen er ettelijke stukjes uit over. Allereerst het binnengaan in den prachtigen dom van Sint Pieter: „Een breede rij Italiaansche cara binieri heeft het front, een dubbele rij bersaglieri de beide kanten van het trappenplein afgezet de Waar- borgenwet op haar hatelijkst. Gedrang, gezoek, her en der geloop bij de in gangen. Om half tien zou de plech tigheid aanvangen, om half negen, waren wij binnengeraakt en nog kwa men wij maar genoegzaam op tijd om te zien, dat ons de beste plaatsen aan gelijkberechtigde maar vroeger kaart houders waren ontgaan. Ik had voor meer oogen te kijken dan de mijne, en kreeg «en tribune plaats, schuin tegenover het altaar der Confessie. Er was een zwaar gegons van stemmen, toen ik binnen kwam. Fransche abbé's woelden ron dom mij, achter mij hoorde ik Span jaarden, de afmetingen van den St. Pieter bespreken, een Duitsch gezel schap, waaronder een geestelijke met een paarsen singel, werd teruggewezen, omdat het maar toegangsbiljetten van lageren rang kon vertoonen; ik erkende Amerikanen aan den sterken neusklank waarmee zij hun Engelsch accentueerden. Een soldaat der Pala- tijnsche wacht hielp mij terecht, en een gepantserde Zwitser was zoo wel willend mij even een opening te wrin gen tusschen de menschenmassa. Flinke kerels zijn de soldateske die naren van den Paus. De Zwitsers lijken oud-HolIandsche hellebaardiers maar zonder pluim. Zeiden zag ik schooner gebouwde mannen dan de nobili. Geen verknoeide eere-soldaatjes zijn zij, maar kerngezonde gestalten, kloek zonder moeite, ridderlijk zonder branie, niets is geforceerds aan hen en toch maken zij eenforschen indruk." Dan de komst des Pausen in de hooge basiliek: „Een electrische schok vaart door de menigte, een klaroenen geschal achter in de kerk wordt voor de wachtende menigte de Paus zichtbaar op den eedia gestatoria. Zien deden wij Dog niets, maar wij voelden al de geestdrift van het zien, de ont roering van de pelgrims bij den ingang der basiliek kwam in een aan zwellend gedruisch tot ons en maakte zich ook van ons meester. „Uit het Vatieaan was de H. Vader in den St. Pieter gekomen door de zaal die grenst aan de H. Sacraments kapel, waar Z. H. namens dea kar dinaal-aartspriester Rampolla, die zich op dat oogenblik ongesteld gevoelde, maar even later toch verscheen om om aan de plechtigheden deel te nemen, ontvangen werd door Mgr. Jorio en het kapittel der basiliek. Nadat de ceremoniarii den H, Vader met de pauselijke gewaden hadden haddea bekleed, bij groote feesten ge bruikelijk, trok de jubelstoet uit, die ziek langzaam over de tapijten in het kerkmidden voortbewoog naar het altaar der basiliek. Het is een prach tige ontvouwing van waardigheden, die ons statig voorbijtrekt. Voorop de pauselijke groot-ceremonienseestev, dan eere-kamerheeren met den fraaien de gen op zij, procuratoren, leden van het pauselijk huis met al de teekenen van hun gezag onder de dienstdoende geheimkamerheeren zagen wij ook de van lijn gestrenge, maar sympathieke figunr voorbyschrijden van Mgr. Arn. Diepen, rector directeur der bisschop pelijke kweekschool te 's Hertogen bosch oversten van orden en con gregaties, gemijterde nbten, aartsbis schoppen en bisschoppen. Twee aan twee schrijden de prinsen der Kerk Wie laag staat, ziet alleen de processie der hooge bisschopsmutsen, waarin ook de eigenaardige Byzantijnsche, Grisksehe, Maronitische en Koptische mijiers wandelden van Oostersche kerken een hooge prelaat wees mij de gestalten der patriarchen van An- tiochië en Constantinopel en de kardinalen Dan achter die bloem der prelatuur de sedia gestatoria met den den oppersten bisschop, op wien al die praal terugstraalt, den drager der tiaar, den jubileerenden Plaatsvervanger van Christus, Paus Pius X." De Paus: „Ik bezie, voor zoover de vochtig heid van mijn oog het toelaat, den Opperpriester, den Leeraar, vader in gansch zijn gelaat, vorst in al zijn bewegingen. Hij zegent, hij groet met genaden, en als hij onder de pelgrims dichterbij een vroegeren parochiaan of diocesean erkent, glimlacht hij de glimlach zal hst gausche leven een geluk zijn voor wie hem opving. De falda omvloeit zijn voeten, de tiaar kroont zijn breed hoofd, als hij de hand zegenend heeft opgeheven over de menigte, meen ik het profiel van den bronzen Petrus te zien, waaraan hij nu voorbijtrekt." Gewisselde stukken. Staatsbegrooting. Regeeringsantwoera'en. Buitenlandsche gaken. Wij ontleenen hieraan: De Minister is voornemens bin nenkort een meer uitvoerig Oranje- boek over het geschil met Venezue la aan de Kamer over te leggen, in verband waarmede hii het dus wen- schelijk zou vinden, dat, althans tot zoolang de openbare besprekingen worden uitgesteld. Het roekelooze spel, dat met hooge staatsbelangen gespeeld is door de openbaarmaking van stuk ken het geschil betreffend in een der groote Nederlandsche dagbladen, vijf dagen nadat in het verslag der Tweede Kamer was verklaard dat het staatsbelang zich tegen zulk een openbaarmaking verzet, zal, naar den minister volkomen vertrouwt, ook in den boezem der volksverte genwoordiging afkeuring ontmoeten. De minister, zich in de voorste gele deren der vrienden cener vertrouw bare pers verklarende en de belang rijke rol erkennende die in klimmen de mate door haar vervuld won it en bovendien groot vertrouwen hebben de in den heilzamen invloed ►lie ook van een wel onderrichte buitenland sche pers ten gunste van de interna tionale belangen kan uitgaan, heeft ook in den afgeloopen zomer de deur van zijn kabinet nimmer gesloten1 voor wien hij meende dat het tot voorlichten der publieke opinie kon bijdragen. Dat zulks in de eerste plaats aan een buitenlondsch dag blad is ten goejde gekomen, is niet zijn schuld. Wat door den reporter van het invloedrijkste orgaan van de Vereen. Staten is openhaar ge maakt, was niet van genoegzaam.1 ge wicht om in de Staatscourant te wor den medegedeeld; maai* anderzijds mocht hij het gewicht niet onder schatten van een bespreking van ons geschil met Venezuela zelfs met den weinig belangrijken inhoud als daar van is gepubliceerd gewonden, op dat oogenblik en in die courOnt. Daarom acht de minister zich niet alleen verantwoord, maar meende hij zelfs in menig opzicht verplicht te zijn om tot die propaganda ten bate der Nederlandsche belangen zijn me dewerking te verleenen. Wat de bekende publicatie door „Hou en Trou" van den brief van den heer De Reus betreft, is het ge bleken, dat het vertrouwen, door 's ministers voorganger in het beleid dier vereeniging gesteld, een vergis sing is geweest en aan welke geva ren bij zoodanige opvatting van de taak der vereeniging de buitenlOnd- scthe belangen zouden blootgesteld gebleven zijn, indien de bestaande toestand ware bestendigd- De heer De Reus heeft de hem ge zonden instructies om onverwijld Nederland terug te keeren zoo nau w gezet mogelijk opgevolgd. Diens op onthoud van 24 uren te lMrijs is voor den minister op bevredigende wijze opgehelderd. Het afkeurend medetdeeling is te idezer zake ge schied van de zijde der Pruisische regeering en zonder oUze medewer king in de invoering van die tollen niet mogelijk. De erkenning door Nederland vOn den nieuwen sultan van Marokko heeft tot op dit oogenblik haar be slag nog niet gekregen. De minister is voornemens aOn de Belgische regeering te vragen de ge- wenschte wederkeerigheid van be handeling van Nederlandsche schip pers in België. De wederindiening is in Voorberei ding genomen yajn het wetsontwerp, waarbij o. a. een diplomatieke be trekking onvereenigbaar zal worden verklaard, met het lidmaatschap der volksvertegenwoordiging. Ten aanzien VOn het plaatsen vOn berichten omtrent ons land in de buitenlandsche pers wenscht de mi nister elk geval op zichzelf te be schouwen, naar gelang der meerdere of mindere waarde van zulke berich ten. De inrichting van een bepaald persbureau acht de minister niet aanbevelenswaardig. De minister wil door preventief optreden het kwaad zooveel mogelijk voorkomen. In den breede verdedigt de minis ter het wederoptreden van een kabi netchef aan het departement, ook op Ingezonden Rffiededeelmgen. Dauwworm, schilferige open plekken, roos en roven zijn allen ziekten der hoofd huid waartegen Zam-Buk de wonder bare genezende zalf geheel afdoende is gebleken. Of de uitslag zich voordoet in den vorm van loopende zweren, schuift of schilfers, korsten, of kale, ontstoken plekken, in al deze gevallen is Zam-Buk verzachtend en genezend. In gevallen van dauwworm, de lastige en hardnekkigste van alle ziekten der hoofdhuid, is met Zam-Buk verbazend succes verkregen. De jeukende, roode kale plekken zachtjes, doch voortdurend met Zam-Buk ingewreven en het wordt rechtstreeks door het aangedane weefsel geabsorbeerd, waardoor de ziektekiemen, die de oorzaak van bet ongemak zijn, vernietigd worden, en daarna de hoofdhuid weder glad en gezond wordt. De wonderbare Engelsehe zalf Zam-Buk geneest aambeien, sneden, brandwonden, eczeem, loopende zweren, ringworm, zeere beenen, etterende wonden, zweren, ziekte der hoofdhuid, winterhanden, wintervoeten en springende handen. Verkrijgbaar bij de apothekers en drogisten a f 0.90 per doos of f 1,90 per groote doos. KMPDÏtW! oordeel over het alklaar gehouden vraaggesprek, wordt door iden mi nister gedeeld. In zake neutraliteitsverklaring met Nederland sluit de minister zich aan bij hen, die daarin biet alleen geen enkel voordeel voor ons land zouden zien, maar die in eeb zooda nige captatio benevolentise, door Ne derland hij jde groote mogendheden te doen, eene houding zien afgespie geld, die met een fier besef van onaf hankelijkheid slecht te rijmen valt. Tot voorbereiding eener derde Vre desconferentie zal de regeering te zijner tijd medewerken tot bet bijeen roepen van een internationaal comi té van voorbereiding, als bedoeld aan het slot der „acte final" van de tweede conferentie. De regeering hoopt binnenkort aan de Staten-Generaal te kunnen voor leggen een arbitrageverdrag met Ita lië, zich aansluitende bij dat vian Denemarken. Ook met andere mo gendheden zijn onderhandelingen in dien zin gaande. Seheepvaarttollen op den Rijn acht de minister in strijd met de Rijn vaartakte en onvereenigbaar met de belangen van het Rijlnverkeer. Geen officieele (noch officieuse) grond van de ervaring van ambts voorganger. Ten aanzien van het handhaven van den diplomatieken post te Kaap stad blijft de minister van meening, dat een stelsel van twee consulaten- generaal in Zuid-Afrika geen aanbe veling verdient. Pretoria blijft hem voorkomen voor het consulaat-generaal de aan gewezen plaats te zijn, reeds nu bij voorbaat en zooveel te meer nog wanneer bet de foederale hoofd plaats mocht worden. Hoofdstuk IV. (Justitie). In zijn antwoord op het Voorloopig Verslag verzekert de minister o. m. dat de w. o. betreffende de admini stratieve rechtspraak zijn aandacht blijven trekken. Het ligt in zijn stellig voornemen de voorstellen lot wijziging en aan vulling van eenige bepalingen in het 2de en 3de boek van het iWb. van Strafrecht aan eene gedeeltelijke her ziening van het algemeen deel van da,t [Wetboek te doen voorafgaan. Het wetsontwerp houdende eene nieuwe wettelijke regeling der naaml. .vennootschappen zal de Ka mer spoedig, kunnen bereiken. Daar bij is de aandacht geschonken aain ide noodzakelijkheid van eene regeling van de civiele- en strafrechtelijke aansprakelijkheid van commissaris sen. Aan 1de voorgenomen gedeeltelijke herziening van het Eerste Boek van het We tb. van Strafrecht wordt de laatste hand gelegd. De herzienings- ontwerpen zullen naar de min. ver trouwt, binnen niet te langen tijd de Staten Generaal bereiken. Inder daad ligt het in zijn bedoeling onder meer ook art. 37 van dat wetboek eene door hem urgent geachte wijzi ging te doen ondergaan, zeer bepaal delijk mede met- bet doel de moge lijkheid van strafoplegging aan ab- normalen van geest, die zich aan strafbare feiten schuldig maken, op ruime schaal uit te breiden en te be letten, dat het zoodanigen personen kan gelukken, zich herhaaldelijk op grond van hun geestestoestand aan de verdiende straf en tevens aan de eventueel te hunnen opzichte noodzakelijk te achten maatregelen van verpleging of toezicht te onttrekken. Het geheel verlaten van het cellu laire gevangenisstelsel komt hem niet geraden voor. Doch slechts bij een enkele gevangenis, aanvankelijk op kleine schaal en alleen voor som mige daarvoor meest geschikte groe pen der gevangenen, ware z. i. een systeem van beperkte gemeenschap pelijke opsluiting te beproeven. De minister deelt voorts o. O. mede dat een wetsvoondracht tot be strijding van openbare onzedelijk heid. binnenkort zijn departement zal kunnen verlaten. Een reorganisatie der bestaande Rijkswerkinrichtingen zal eerlang worden voorgesteld. Na rijp beraad is de Minister tot de slotsom gekomen, dat het hem niet onmogelijk was de verdediging van het bij de Eerste Kamer aan hangige wetsontwerp betrekkelijk het onderzoek naar het vaderschap op zich te nemen. Onvoorziene om standigheden hebben de samenstel ling der Mem. van Antwoord ver traagd. Lang zal het nn evenwel niet meer duren of dit staatsstuk zal aan de Eerste Kamer kunnen worden toegezonden. Wijzigingsvoorstellen in zake het militaire strafproces zullen naar de minister verwacht, binnen betrekke lijk korten tijd de betrokken De partementen kunnen verlaten. De minister oordeelt dat groote voorzichtigheid bij het geven van in lichtingen door de politie omtrent vroegere verooxdeelingen gewenscht is. De aiandacht der politie-autoritei ten zal daarop worden gevestigd. Het uitvaardigen van een algemeen verbod verdient echter z. i. geen aanbeveling. De minister heeft den indruk ge kregen dat de Loterij wet 1905 voor een goed deel haar doel heeft be reikt. Om gewaarborgd te zijn dat een tentoonstelling zelf, welke door de vergunning tot het houden eener loterij wordt bevorderd, als zooda nig werkelijk den steun der regee ring verdient, heeft de minister gemeend te moeten ingaan op het verzoek van de vereeniging van tentoonstellingshelangen, hem on langs gedaan, om de regeering van advies te mogen dienen in die geval len, waar, ter bevordering van de tentoonstelling zelf, vergunning wordt gevraagd om daaraan een loterij te verbinden. De minister is bereid zijn ambt genoot van binnenl. zaken voor te stellen om gemeenschappelijk een regeling omtrent de pensiouneering van de commissarissen van politie van Rijkswege voor te bereiden. De minister meent da,t voor de toekomst eenige verhooging van be zoldiging voor alle beambten van de rijksveldwaeht niet kan uit blijven. De minister geeft verder uitvoeri- rige mededeelingen omtrent de in richting van het wapen der Kon. marechaussee. Jegens den minister van oorlog wordt de inspecteur ver antwoordelijk voor den toestand van het wapen en jegens den minister van justitie voor den goeden dienst. Steun van staatswege bij den bouw van particuliere gestichten voor re- geeringskinderen lacht ook den mi nister toe, doch schijnt eerst dan voor nadere overweging vatbaar wan neer mocht blijken Idat deze en daar mede de onvermijdelijk hieruit voort vloeiende regeeringscontróle van particuliere zijde wordt gewenscht. Tot heden is aan den minister Rié verlangen nog niet kenbaar ge maakt. Voorts verdedigde de mi nister uitvoerig zijn plannen in zak» de inrichting van een opleidings-cur- sus tot het vormen van personeel voor de gestichten. Het onderricht zal zooveel mogelijk gegeven worden door specialiteiten in de verschillen de vakken, uit de hoogere gestichte- ambtenaren: gekozen-, Xle Hoofdstuk. (Koloniën). In zijn Memorie van Antwoord deelt de minister mede dat voor leveringen uit het buitenland bij voorkeur met de fabrieken zelve onderhandeU wordt, ialthans bij leveringen van een eenigszins belangrijk geldelijk bedrag. Het ligt in de bedoeling bij ide eerlang te houden aanbesteding voor het Koloniaal Etablissement te Am sterdam in het bestek de bepaling op te nemen, dat de aannemer ge- honden is, zijne werklieden voor wat betreft de in gevolge dat bestek uit te voeren werken, te betalen overeen komstig de door B. en W. van Am sterdam vastgestelde lijst van mi nimum loonen. Vaste aanstelling van losse werklieden aan dat eta blissement kan eerst volgen bij voor komende vacature. De minister zal de door den Volksbond tegen drankmisbruik in gestelde commissie, ter beharti ging van de belangen van in Neder land teruggekeerde gepensioneerd© Indische militairen, in het bereikeja van haar doel behulpzaam zijn. Ter griffie van de Kamer, uitelui- tend ter kennisneming van de le den, i6 andermaal een exemplaar ge deponeerd van het rapport van de bij K. B. van 28 Februari 1908 inger stelde oommissie inzake de defensie van de [West-Indische koloniën. De berichten in de pers, dat man schappen der koloniale reserve naar. [West-Indië zijn gezonden, zijn juist. Ook is juist het bericht, dat ee* in Curasao gedetacheerde officier van de landmacht zou zijn terugge roepen tengevolge van onoordeel kundige manifestaties tegen eeg Venezolaansch ondeidaan- Het Haarlemsche Museum. Opmerking verdient, in verband met de plannen voor een museum alhier, wat de bekende architect A. W. Weiss- man in het Amsterdamsche „Han delsblad" schrijft. Hij zegt daarin o. m.: Het Gereformeerde Weeshuis is een stichting uit het begin der 17de eeuw en ligt geheel ingebouwd tnssche» twee smalle straten, die het Groot en Klein Heiligland heeten. Van een vrije ligging is dus geen sprake en de vereischte afstand van belendingen aan geen enkele zijde aanwezig. De vier vleugels van het gebouw staan om een betrekkelijk kleine bin nenplaats, waartoe een poort aan het Groot Heiligland toegang geeft. Het behoeft dus geen nader betoog, dat de schilderijen in een dergelijk gebouw allerminst veilig geplaatst zullen zijn. Aan alle zijden dreigt brandgevaar. Voor de meesterwerken van Hals wil men aan de noord- en de zuidzijde van de binnenplaats kabinetten met zijlicht inrichten. Grootte en inrichting dezer kabinet ten komen geheel overeen met die, welke het ontwerp voor een vrijstaand museum bevat, dat ik in het begin van 1906 aan den Gemeenteraad van Haarlem aanbood. Men schijnt dus te denken, dat het licht in deze kabinetten goed zal zijn. Doch men beeft over het hoofd gezien, dat zulke kabinetten alleen dan voldoeD, wanneer zij op een verdieping zijn gelegen. Vertrekken gelijkstraats, zooals die, welke men te Haarlem wil maken, zijn voor het ten toon stellen van schilderijen bij zijlicht niet geschikt, wegens d© weer kaatsing van het omliggend terrein, die zich vooral op de Haarlemsche binnenplaats zeer hinderlijk zal doen gevoelen. Uit het bovenstaande volgt, dat Haarlem, als zijn nieuw museum gereed zal zijn, een gebouw zal bezitten, dat voor zijn bestemming weinig geschikt moet worden geacht. Doch het Weeshuis is du eenmaal voor f120000 gekocht en al zijn de kosten, f210000, die voor zijn ver bouwing geraamd worden, ruimschoots voldoende voor het bouwen van een EEN ZELF-EN ALLEENSPRAAK Dk. H. J. A. M. SCHAEPMAN. .O goede sta ld van 't Sparen en vain ('t Hout, [Wat hebt ge mij, uwr halven zoon (gegeven Als was ik heel uw echte,volle kind. [Uw Magistraat houdt d'ouden man (in 't leven, Nu: hem de knokele langzaam meer (verstijven, Dat hij zich zonnen kah in uwe zon. Die brave Magistraatin vroe ger jaren, Frans, Exans, moest hij U somtijds (wel kapittTen Frans, Frans, gij waart een rare (robbedoes, Gij* droegt een woud van vlotte (zwarte haren, En in idat wond was ieder haar (woest, wild, En 't éene haar was wilder nog dan ('t and're, Maar stad en Magistraat zij hielden (samen Hun jongen bij zijn wille haren vast. En als hij viel, zij beurden hem (weer op, En als hij stond, zij steunden hem in ('t staan, En viel hij weer, zij openden hem (de .armen, Als eens de vader den verloren zoon Die brave Magistraat, lezers, heet nu Jhr. Mr., J. W. G. Bareel van Hoge landen, Burgemeester yan Haarlem. vMaar stad en Magistraat zij hielden samen - Drie van de drie-en-dertig Gemeen teraadsleden, de heeren Nieuwenhuij- zen Kruseman, Levert en v. Lijnden houden met den Magistraat samen de Halsen vast. De Halsen komen in gevaar. Het aangekochte [Weeshuis, hoe verdienstelijk dit gebouw uit stijl oogpunt ook voor de plaatsing der schilderijen moge toeschijnen be veiligt die beroemde meesterstukken allerminst; brandgevaar dreigt van alle kanten, en de meeste Raadsle- den stappen niet oyer de fi'nantieele onkosten heen die de verbouwing van bet [Weeshuis tot Museum met zich brengt. Men dient met de;n prae- tischen koopmansgeest van deze hee ren rekening te houden. Kunst alleen zou misschien een gevaarlij ke raadsvrouwe zijn. „De wereld drijft niet op genie, maar op gezond verstand", heeft Broere gezegd, een van de vele geestelijken, wien, nie mand minder dan Mr. Tidemah, de zer dagen het bezit van een fat soenlijke pen heeft toegekend. Alzoo twee hinderpalengeld en brandgevaar. Derde hinderpaal is het licht. Het aldaar aan te brengen zij li dit, zal in de gelijkstraats-gedachte zijver trekken een licht werpen dat door de weerkaatsing der omliggende om geving, onzuiver, diffuus licht we zen zal. De Rus van Nieuwenhuijzen Kru seman zal door de Hollandsche Raadsleden wel eerder geloofd wor den dan de Amsterdamsche archi tect van het Suasso-M.useum A. LW> [Weissman. [Wij Haarlemsch publiek die nen af te wachten wat de kUnstzm en het gezonde verstand onzer vroe de vaderen beslissen. Maar één bede moet mij van het hart. Nataentlijk dezedat de 68 oogen van den Haar lemsehen Raad zich niet zullen blindstaren op den u i t w e n d i g e n bouwstijl Van het aanstaande Mu seum, alsof' top- en trapgevels, kruis ramen, j onische pilasters, frontons, blokwerk, versierende karakterkop pen en cartouchen, de uitsluitende 17de eeuwsche kunstvormen. zijn, waaraan zij bij het zoeken naar een passende omgeving voor de Halsen te zoeken hebbenzorgt veeleer dat de meesterstukken der 17de-eeuw- sche schilderschool te hangen komen in kleine kabinetteb, op z'n 17de- eeuwsch gemeubileerd, zet er de loodrechte, sierlijk-gedraaide stoe len met fluweelbekleeding waaraan gouddraad en franje, de kleine ta fel, de donkere, zwaargebouwde kast, waarmee zelfs moderne schil ders hun ateliers versieren; zorgt ook voor den inwendigen stijl- Laat den heer Rinkema, die alle Hal sen in één zaal wilde, om het pu bliek door een overmacht van doek naar 't schijnt te overdonderen in Gods naam maar alleen staan.... maar gij heeren, die over kunst en kunstwaardige stukken te_ oordeelen hebt, tracht met uw magistraat sa men'de Halsen vast te houden in eene, zoowel in- als uitwendig pas sende omgeving. .Overwint, als ge kunt, misschien wat te overdreven finantieele bezwaren, het verwijt voor Hollandsche kunst Holland sche beurzen te hebben geledigd, zal u niet ten schande gerekend wor den, laat de figuren van Hals niet, uit vrees voor geld. een achterwaart- sche beweging uitvoeren, maar haalt ze naar voren, in het licht, laat ze getuigen, zooals de dichter wilde, dat ze voor hun meester ge tuigen zouden tGetuigt voor mij, mijn brave c- T feildebroeders, Gy .van Smt Joris en Sint Adri- Hoe deed ik blij uw breede vén- TT (dels zwieren, maal ik me ïn uw kring, mijn tt (cavalieren, Hoe beffen wij 't oud geuzenlied (weer aan: „Maat op iden trommel van romme- (domdijne, „Slaat op den trommel van rom- medomdom". TING-TANGf NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Stnur dezen coupon met 6 Cts. in postzegels, K voor frankeering van ftór-ta, het pakje, naar de ZAM- BUK Co., Rokin 8, Am- sterdam, en ge zult een keurig gratis-monster- doosje Zam-Buk toege- i zonden krjjgen. w- e.r; N. Haarl. Crt. 21.11/0: s DOOR

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 5