DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. Van alles wat! Telegrammen BINNENLAND. &inei@a*hBiistr©sf 29-BÜ-33, Haarlem xv. BUITENLAND. Slechts twee.letters. WOENSDAG 25 NOVEMBER 1508. 33sto Jaargang No. 6750 Bureaux van Redactie en Administratie IntercommunaaB Telefoonnummer 8426. Pit nummer bestaat uit tuiee bladen. EERSTE BLAD. Verspreide Berichten. Gemengdef Berichten. FEU8LLETON. KnWE HURLENSCHE COUMNT ABONNEMENTPRIJS: Per S ma*»ile* veer Mearle*f 1,85 Voor de plaatsen, waar een agent i« gevestigd (kom der geiaeente) 1.35 Yeer de overige plaatsen in Nederland franco per pest, 1.80 Afzonderlijke nummers PRIJS DER ADVERTENTIÊN Va* 16 regelsf8,58 (eentant) f9,58 Elke regel meer9,10 Greete letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie i eentant. 1610 Alle betalende abonnés op dit blad, die in_het bezit eener verzekeringspolis zijn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor: VLDSN bij levenslange onge schiktheid tet werken. 400 «VLDIN bij everlijden. 300 GULDEN bij verlies van éen band ef veet. 150 GULDEN b* verlies van den eog. 100 GULDEN bij verlies van éen duim. 60 GELDEN bij verlies van dén wijsvinger. 15 •ELEBN b^ verlies van éen anderen vinger. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. Een woordje over sparen. Zaterdag jl. schreef de redacteur een z.g. „kruiskopje" over de Rijks postspaarbank, en deed er van zijn kant een opwekking bij om te sparen. Sparen't is bet behoud van de maatschappij. Dat lijkt nu misschien wat door dra verig of eenzijdig. Ik weet wel: felle enthousiasten om nu geen ander woord te gebruiken vinden altijd dat hun ideaal ('n ander mensch zegt dan: stokpaardje") 't eenigste redmiddel is voor de maatschappij. Zoo heb je drankbestrijders, die meenen dat altijd en overal de drank bestrijding en het anti-alcoholisme nummer een moeten wezen. Zoo heb je socialerige menschen, die buiten de „rechten van den werkman" absoluut niets anders er kennen. Zoo heb je sportlui, die zonder sport geen toekomst zien voor ons volk. 'k Zou u nog wel tien zulke enthousiaste menschensoorten kun nen opnoemen. En nu zal men mij, omdat ik enthousiast ben voor „sparen", misschien ook onder dat soort van doordrijvers willen rang schikken? 'k Pas er bij voorbaat voor! Maar dat neemt niet weg, dat ik sparen buitengemeen nuttig, ja noodzakelijk vind. En dat wil ik nu eens met een voorbeeldje uit de practijk van onze dagen bewijzen. Ja, bewijzen! En spreek me eens tegen In Duitscbland hield Vorst von Bülow dezer dagen een rede in den Rijksdag over de nieuwe Duitscbe belastingvoorstellen, welke onze krant al heel knap beeft oververteld. Neen.wordt niet bang, ik be zondig me niet aan de politiek Alleen een kleine aanhaling uit de rede van den Duitscben kanselier Hij bad bet over den, op finan- cieël gebied blijkbaar niet zoo roos- kleurigen toestand in Duitschland. Let welik zeg dat niet, maar de rijkskanselier zélf beeft 't zoo gezegd. En bij ried den Duitscbers aaD, spaarzaam en zuinig te worden We zijn te veel in onzen nationalen voorspoed opgegaan, zeide hij: „Kijk liever eens naar Frankrijk!" Nu is Frankrijk dat mag ik wel zeggen het laatste land waar ik voor mij een voorbeeld aan nemen zal 1 Dat in bet algemeen gesproken. Maar wanneer de Duit scbe rijkskanselier in de volle ver gadering van den Duitschen rijksdag vertelt, dat bet Duitsche volk toch eens een voorbeeld aan Frankrijk te nemen beeftwel, dan vraag ik me afin welk opzicht En dan blijkt bet nu: in bet sparen 1 'n Franschman spaart Een jongste statistiek, officiéél van wege bet ministerie van financiën opgesteld, heeft bewezen dat vooral Frankrijk bet land is der kleine vermogensde burgerstand, de kleine winkeliers, de kleine onder nemers hebben daar een groot ge deelte van het nationaal kapitaal in bun bezit. En weet men boe dat komt? Omdat in Frankrijk nog bestaat de vereering voor wat de Fransch man noemt de „bas de laine" een ouderwetscbe Hollandscbe vrouw zou zeggeneen oude kous Want werden vroeger niet de op gespaarde guldens in een oude kous weggestopt?... Misschien zijn er nog wei zoo! Die vereering voor de „oude kous" bestaat nog in Frankrijk on der zoo goed als alle standen. Iedere Franschman,iedere Francaise, spaart wat van zijn of haar inkomen. Dat is geen bizondere verdienste van bet volk, bet is, zou ik haast zeggen, iets aangeborens. En is bet nu niet verwonderlijk, dat Frankrijk, bij al zijn tegenslag, bij al zijn achteruitgang in zielen tal, toch nog maar bet rijkste land van Europa blijftrijk, n i e t in den zin dat daar bet meeste geld zit, maar in dezen zin, dat ö&dr bet grootste aantal klein-bezitters is? Stel biertegenover nu eens Duitsch land. Duitscbland is een land, waar bet sparen lang {niet zoo op den vooigrond treedt als in Frankrijk. De statistieken wijzen bet uit. Welnu: Duitscbland met al zijn bloei, met al zijn groeiende, ja reus achtig aanwassende industrie, beeft iu zeven-en-dertig jaar niet alleen de vijfduizend millioen francs, die Frankrijk in een minimum tijd op bracht, er door gelapt, maar nu ook nog een deficit j van 700 millioen marken, waarvoor (het in de aller uiterste boeken nu dekking zoekt, erbij gemaakt! Frankrijk's staats-schulden zijn daarentegen in die zeven-en-dertig jaar afgenomen, en de vijf milliard zijn ingehaald Dat teekent! Dat bewijst, dat bloeiende industrie, intens handelsverkeer en een krach tig volk nog niet genoeg zijnDaar moet bij komen de spaarkracht van een natie, die weet over te houden Dit zijn nu maar een paar ge gevens die ik ontleen aaneen Duitsche krantDeze trekt er voor de Duitschers de les uit, die von Bülow in den Rijksdag leerde zui niger wezen! Zouden wij voor ons er niet deze les uit kunnen trekken, dat sparen niet alleen individueel een voordeel is, maar ook zelfs een volk buiten gewoon ten goede zal komen op den duur? Ik geloof van wel! ENGELAND Alweer conflict. De, bij de tegenwoordige samen stelling althans, twee groote en voortdurende antagonisten, het La,- gerhuis en bet Hoogerhuis, zijn weer in een zeer scherp conflict. Het Lagerhuis heeft, zooals men weet, de Drankwet aangenomen, waarover zooveel is te doen geweest. De oppositie in het Hoogerhuis heeft nu gisteren bij Lord Lands- downe, den leider der conservatieve lords, vergaderd en besloten, heden de Drankwet botweg af te stemmen. Dat geeft natuurlijk een groote botsing! 't Ministerie zal er thans waar schijnlijk toe overgaan een groote verhooging van de belasting voor tapperijen voor te stellen, waartoe het Lagerhuis buiten het Hoogerhuis om kan besluiten* DE BALKAN. De conferentie. De befaamde, veelbesproken Bal kan-conferentie zal te Rome bijeen komen, midden Januari. Er wordt te Rome druk geconfe reerd tusschen de gezanten. PERZIË. De Staatsgreep van den Sjah. De merkwaardige om geen a*der woord te gebruiken manier van den Sjah om zich van die lastigen grondwet en dat vervelende parlement af te helpen, valt natuurlijk niet erg in den smaak van de buitenlandsche raadgevers, en nog minder in dien van een groot deel van het volk. We hooren althans al, dat de En- gelsche en Russische gezanten de des betreffende proclamatie van den Sjah als een openlijke beleediging beschou wen Tusschen de Russische en En- galsche gezanten heerscht volkomen overeenstemming. Beiden zullen thans eens een ernstig woordje met den Sjah spreken 1.... Men zie onder „Telegrammen". Inmiddels breidj bovendien de revo lutie in het noordelijk deel van Perzië zich voortdurend uit. De opstandelin gen, die in Tebriz geheel en al de baas zijn, rukken voorwaarts. En weer zal 't einde hiervan zij* Het gerucht wil, dat Ruslamd den Sjah van geldmiddelen voorzien heeft, om tegen de opstandelingen in Noord- Perzië op te treden. De Russische gzant is naar St. Pe tersburg vertrokken. Kolonel Liachof de commandant der Kozakken te Teheran, is voor het oogenblik de eenige erkende raadgever van den Sjah, die daar twijfeld niemand aan hoog spel speelt! Zal hij het winnen? TEHERAN, 24 Nov. De proclamatie van den Sjah, waarin deze kennis geeft, besloten te hebben geen nieuw parlement bijeen te roepen, is inge trokken. Men gelooft dat dit geschied is, ter voldoening aan de vertoogen van Engeland en Rusland. De troonopv olgin g in Oost en- rijk. Uit Weenen wordt bericht, dat op 2 December, den dag van het regeerings- jubileum van Frans Jozef, een manifest zal verschijnen, waarbij aartshertog Frans Ferdinand, de troonopvolger, tot mede regent benoemd zal worden. Leve de vrede! De Fransche minister van oorlog stelt voor de veld artillerie met 28 stukken voor elk leger corps te versterken, wat een uitgave ineens van 8 millioen frs. en een blijvende vermeerdering van da legeruitgaven met 9 millioen fr. 'ijaars noodig zal maken. De Xoningin als redster. Men herinnert zich het geval va* een onderwijzeres uit het Noorden van het land, die, bij haar ouders in den Haag logeerende, zich onder de behandeling van een tandarts stelde, die haar in narcose bracht en toen op haar een aanslag pleegde. De Haagsche briefschrijver van de „N. Gron. Ct." deelt mede dat er voldoende aanwijzingen ontbraken om den misdadiger te kunne* vervolgen. Het meisje en haar diep verslagen ouders rustten echter niet. Een pre dikant nam de zaak in handen en deze besprak 't droeve geval met den hofprediker, die er H. M. de Koningin mededeeling van deed. De Koningin liet het meisje de toedracht der zaak opf schrift brengen, toonde haar op andere wijze deelneming en hulpvaar digheid, maar rustle niet voordat de Minister van Justitie pogingen had in 't werk gesteld om de zaak met groote zorg en gestrengheid te doen onderzoeken. En het gevolg was dat men zóó overtuigende bewijzen in handen kreeg dat de verdachte, zooals ik zei, in de instructie er niet meer aan ontkomen kon om zijn verfoeielijk bedrijf, tegenover 't meisje e* meer andere patiënten, te bekennen. Aan onze Koningin de eere, dat zij in deze vreeselijke zaak heeft bewerkt dat 't recht zijn ioop zal hebben. Hofberichten. Z. K. H. Prins Hendrik, die gisteren te Egmond was, vertrok van daar des avonds tot a. s. Zaterdag naar Het Loo. Uit de Staats-Courant. Bij Kon. Besl. zijn benoemdtot rechter in de arrondissements-recht- bank te Alkmaar, mr. A. D. H.Foc- kema Andreae, doctor in de Staats wetenschap, thans griffier bij den Raad van beroep (Ongevallenverzekering) te Leeuwarden en kantonrechter plaatsvervanger aldaartot gewoon hoogleeraar in de faculteit der letteren en wijsbegeerte aan de Rijksuniversi teit te Leiden, om onderwijs te geven in de Javaanscbe taal en letterkunde, mr. dr. J. C. G. Jonker, te Amsterdam. H. M. Werker, f Te Amsterdam is overleden de heer H. M. Werker, de stichter van de Pius-vereeniging en de aanlegger en eerste samensteller van den Pius- almanak. Examen voor kommies bij de belastingen. Tegen 12 Januari 1909 en de volgens de dagen is uitgeschreven het ta Arn hem ta houden examen voor kommie bij 'sRijkabelastingen, tot toelating waarvan men zich tot 10 Daa. e.k. bij bat Departement van Finanaien schrif telijk kan aanmelden e* voor welke betrekking 120 plaatsen beschikbaar zijn geateld. Hat Casa-BIanca-incident. Hat is thans beslist zeker dat het Ca sablanca-incident aan het oordeel van het Hof van Arbitrage zal worden onderworpen. Doch eerst in April of Mei. Het wedden op de renbanen. Door den minister van binnenland- sche zaken is aan de commissarissen der Koningin inlichting gevraagd, of in hun provincie gemeenten zijn, waar geregeld wedrennen worden gehouden, en zoo ja, of daar een plaatselijke verordening bestaat op die wedren nen of het wedden, of het heffen van een bijzondere belasting en op het tegengaan van bedriegelijke hande lingen bij het wedden. V;erg,iftiging? Te Kooten ,(Fr.) overleed plotseling, na erge pijn de arbeider K. Op vermoeden van ver giftiging, is de reeds bepaalde begra fenis uitgesteld. Gevaarlijk speeltuig. Hit Dinxperlo meldt meD,dat in het station te Dingden bij de Pruisische grenzen een treurig ongeluk plaats had. Twee zoontjes van den stationschef, alleen gelaten in een kamer, waren aan het spelen met een jachtgeweer. Het oudst® zoontje hanteerde het wapen en trof daarbij zijn 9-jarig broertje en doodde het. Op de tramlijn te slapen. Tusschen Turnhout en Mol is een voerman, die op de tramlijn lag te slapen, overreden. De machinist zag den man liggen en remde wat hij kon. 't Moftht echter niet baten, de machine greep den ongelukkige en vermorzelde hem. Door een luik gevallen. Den heer C. Koppens, molenaar te Vught, overkwam Maandagavond een treurig ongeluk. Terwijl hij op zijn molen werkzaam was, trapte hij door een luik, dat bijna altijd gesloten is en nu toevallig openstond. Door dat luik viel hij naar beneden en werd i*wendig zwaar gekneusd opgenomen. Direct werd per rijtuig geestelijke en geneeskundige hulp gehaald. Zijn toe stand is zeer gevaarlijk. Een z. g. ezelsbruggetje. „De NBrab." vertelt als historisch Op een Brabantsch hulppostkantoor kwam zekere H. Maas tot het in ont vangst nemen van een postpakket. De postmeester legt den rechthebbende het formulier voor ter teekening, be- noodigd bij het in ontvangst nemen van het postpakket. Schrijven had H. Maas nooit gekend en gaf dit aan den postmeester te kennen. Daar wist de postmeester wel raad op, wat blijkt uit hetgeen n* volgt: Postmeester„Maas, ga eens zitten." Maas: „Ik zit ai." Postmeester: „Zet nou eerst een stripke dan een hukske." Maas: „Net een stuleke." Postmeester schrijft alsnu een „m„ voor. Maas: „Net drielinkscheworstjes." Postmeester: „Dan een nulleke en een rechts worstje, nog een nulleke en een rechts worstje en dan een slekske." Maas, welke nog al begrijpelijk was, had aldus zijn naam geschreven h maas. Daar H. Maas nog al eens dikwijls een postpakket in ontvangst moet nemen krygt men telkens te hooren: Eerst 'n stripke, dan 'n hukske, net 'n stuleke, dan drie linksche worstjes, 'n nulleke en 'n rechts worstje, dan nog 'n slekske en dan krijgt H. Maas z'n pekske. Een scheepsramp op Vlie land. Op Vlieland is gestrand het 15) Ontstemd keerde ik mij om. Ik had wel ie vraar ter nauwer nood ge hoopt hier iets bijzonders te zullen vinden, maar in mijn beroep kijkt men altijd naar verrassingen. Daar viel mijn oog op den haard. Hij zag er zeer kil en ongelukkig uit in dezen tijd van 't jaar, met het hoopje Zwarte kolen, welke netjes gerangschikt lagen op wat papier en houtspaanders. Ik bespeurde stof op de kolenzij lagen blijkbaar daar dus reeds geruimen tijd, en daar- tusschefl zag ik eenige achteloos weggeworpen vodjes papier. Deze waren wellicht een 'nadere beschou wing waard. Ze konden mij mis schien van dienst zijn. Maar hoe zou ik ze oprapen, daar Sally geen oog van mij; afwendde. Zij had waar schijnlijk streng bevel ontvangen, personen, die de kamers kwamen be zien, onder geen yoorwehdsel alléén te laten. Ik haalde een shilling nit mijn vestzak en reikte hem het meisje toe. „Hier, dat is voor uw; moeite," zeide ik vriendelijk. Toen zij hare hand er Jnaar uit strekte, liet ik het muntstuk vallen, struikelde er over en schopte het opzettelijk met den voet onder een kastje. Het was een plomp volvoer de, Hst, maar ik bereikte er mijn doel mede, het meisje keek verlan gend naar de richting, waar de shil ling verdwenen was. „W.'ij' moeten hem er onder van daan halen," zeide ik. „De tang uit het haardstel is er te dis voor. Haal even mijn parapluie, hij staat bene den in de vestibule." Sally verliet de kamer en .binnen een seconde had ik de papiervodjes uit de kolen gehaald. Op den eersten blik zag ik, dat twee of drie ver frommelde ballen overblijfselen van prijscouranten waren- Eén echter was een visitekaartje, op welks rugzijde iets geschreven stond. Het was in het midden toegevou wen; ik deed het open en las den naam „Paul Harvey". Op den ach terkant stond gekrabbeld: „Heden middag om 2.30. JVat prettig." Ik bespeurde terstond, dat de H. van „Heden" sprekend geleek op de H. in den brief, die met „Paul" was onderteekend ovenzoo, gelijk ik des tijds dacht, op de H. voorkomende op het geleidebriefje, door de spoor wegmaatschappij op den koffer ge plakt. Dit was nochtans ee-ae Ter- gissing, doch, naar mij dunkt, een zeer vergeeflijke dwaling. Het meisje kwam met de parar plnie terug en ik stak haastig het visitekaartje in mijn jaszak. Dus Paul Harvey, bestond inder daad! Terwijl wij naar den verloren shil ling hengelden, vroeg ik het meisje naar de huursters uit en volud haar mededeelzaam. „Ja* de twee dames hadden: hier drie wieken gewoond en waren zeer minzaam, geweest. Alleen kon de oude dame het niet velen, als ze tweemaal moest bellen. Zij werd dan vreeselijk driftig, „net alsof wij dienstboden, vier beeinen hadden iu plaats van twee". Er kwamen niet veel bezoekers, want zij kenden iu {Southend haast niemand. Eens was er een oude dame geweest met wit haar en een erg knorrig gezicht; ook kwamen er yan tijd tot tijd twee jonge heeren, die zoo maar in- en uitliepen." „Welke jonge heeren „Wel, de rector en zijn broer. Een minzaam mensch, die rector. Mejuf frouw Simpson was met hem ver loofd," dus eindigde Sally met zwaarwichtig gezicht. Ik begreep niet, wat zij daarmee bedoelde.; Wellicht zou ik nog veel van haar vernomen hebben, als niet juffrouw Bunburry's voetstap zich in de vestibule had doen hooren. „Daar is madame!"- zeide Sally, terwijl zij haar shilling in den zak stak. „Dunkt u niet, dat wij nu weer naar beneden moesten gaan?" Zij liep reeds weg en ik moest haar volgen en trachten althans op overloop nog haastig een beschrij ving yan de béide bezoekers te ont vangen. In den eenen herkende ik terstond Arthur Harvey. „De ander geleek veel op hem," zei Sally, „alleen was hij ietwat schraal- der en bleeker en zag er, onder ons gezegd uit, alsof-ie een niet al te solied leven leidde, weet u. Maar toch was mijnheer Paul een zeer min zaam heer." „De kamers zijn prachtig, made- me," dus wendde ik mij tot de hos pita, die, ongeduldig wachtend, be neden in de vestibule stond, „en voor mij als bet ware geknipt." Ik onderhandelde nu over den prijs, dien ik eveneens passend vond. Juffrouw Bunburry was zeer nieuws gierig den naam van haren aanstaan den huurder te vernemen. „Barry," zeide ik, „Barry uit Lon den." Het was niet mijn werkelijke naam. Dertig jaar geleden nam ik dien aan, uit een gril, en sedert heb ik hem altijd gedragen. XII. Van No. 23 begaf ik mij naar No. 17, zoodra ik zeker kon zijn, dat juf frouw Bunburry haar uitkijkpost aan het raam had verlaten. Na tuurlijk moest ik hier de comedie herhalen en wederom naar gemeubel de kamers vragen. No. 17 bezat een spraakzame hospita, een zeer oude vrouw, half blind en veel meer dan half doof. Hare hardhoorigheid deed echter geen afbreuk hoegenaamd aan hare praatzucht. Gelijk velen van haren stand had juffrouw Jessop eenmaal betere dagen gekend, en zij wierp droefgeestige blikken terug ■naar dien tijd, welke in baren nood lijden toestand baar toescheen als de korte samenvatting van al het schoone en het aangename. Ik stond verbaasd, toen juffrouw Jessop mij zeide, dat de kamers van juffrouw Raynell niet te huur wa ren, en ik was nog meer verbaasd, ja, ik kon feitelijk een kleine huive ring niet onderdrukken, toen ik hoorde, dat juffrouw Raynell ze nog bezat. „Zij is voor een paar dagen naar Londen, maar ik verwacht haar in den loop dezer week terug.' De arme, oude dameZij was in derdaad naar Londen, maar juflrouw Jessop wachtte te vergeefs op hare terugkomst. Zij vertelde mij alles, wat ik van hare huurster verlangde te weten, en nog een heelen hoop meer, wat voor een detective veel wil zeggen. „U schijnt juffrouw Raynell te kennendan zal het u, ook niet ver wonderen, als ik u zeg, dat zij bij al hare goede eigenschappen zeer zon derling is. Zij wil bij voorbeeld nooit gestoord, of, zooals zij het noemt, lastig gevallen worden. Niet alsoi ik ooit iemand zou hebben lastig ge vallen," ging juffrouw Jessop voort en wierp fier het hoofd in den nek, „maar ik heb nooit den omgang met mijns gelijken gemeden, weet u. Juf frouw Raynell schijnt dat evenwel te doen. En zij kan zich waarachtig niet beklagen, dat ik haar mijn ge zelschap zou hebben opgedrongen, nadat ze mij eenmaal zoo n wenk had gegeven. ïk heb betert dagen ge kend, mijnheer, en ik weet zeer goed, wat de eene dame aan de andere ver schuldigd is." Ik begon te begrijpen, dat juf frouw Raynell, zij mocht een zon derlinge geweest zijn of niet, haar hospita dikwijls lastig zal hebben gevonden. Ik onderbrnk ImjSJr woor- denvloed door haar te vragen, of juf frouw Raynell vergezeld was dooi hare neven. Ik moest die vraag meermalen herhalen, alvorens zij die had verstaan. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1