DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
Van alles wat!
Telegrammen
BINNENLAND.
&inei@a*hBiistr©sf 29-BÜ-33, Haarlem
xv.
BUITENLAND.
Slechts twee.letters.
WOENSDAG 25 NOVEMBER 1508.
33sto Jaargang No. 6750
Bureaux van Redactie en Administratie
IntercommunaaB Telefoonnummer 8426.
Pit nummer bestaat uit tuiee
bladen.
EERSTE BLAD.
Verspreide Berichten.
Gemengdef Berichten.
FEU8LLETON.
KnWE HURLENSCHE COUMNT
ABONNEMENTPRIJS:
Per S ma*»ile* veer Mearle*f 1,85
Voor de plaatsen, waar een agent i« gevestigd (kom der geiaeente) 1.35
Yeer de overige plaatsen in Nederland franco per pest, 1.80
Afzonderlijke nummers
PRIJS DER ADVERTENTIÊN
Va* 16 regelsf8,58 (eentant) f9,58
Elke regel meer9,10
Greete letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie i eentant.
1610
Alle betalende abonnés op dit blad, die in_het bezit eener verzekeringspolis zijn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor:
VLDSN bij
levenslange onge
schiktheid tet
werken.
400
«VLDIN bij
everlijden.
300
GULDEN bij
verlies van éen
band ef veet.
150
GULDEN b*
verlies van
den eog.
100
GULDEN bij
verlies van
éen duim.
60
GELDEN bij
verlies van
dén
wijsvinger.
15
•ELEBN b^
verlies van
éen anderen
vinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
Een woordje over sparen.
Zaterdag jl. schreef de redacteur
een z.g. „kruiskopje" over de Rijks
postspaarbank, en deed er van zijn
kant een opwekking bij om te
sparen.
Sparen't is bet behoud van
de maatschappij.
Dat lijkt nu misschien wat door
dra verig of eenzijdig.
Ik weet wel: felle enthousiasten
om nu geen ander woord te
gebruiken vinden altijd dat hun
ideaal ('n ander mensch zegt dan:
stokpaardje") 't eenigste redmiddel
is voor de maatschappij.
Zoo heb je drankbestrijders, die
meenen dat altijd en overal de drank
bestrijding en het anti-alcoholisme
nummer een moeten wezen.
Zoo heb je socialerige menschen,
die buiten de „rechten van den
werkman" absoluut niets anders er
kennen.
Zoo heb je sportlui, die zonder
sport geen toekomst zien voor ons
volk.
'k Zou u nog wel tien zulke
enthousiaste menschensoorten kun
nen opnoemen. En nu zal men mij,
omdat ik enthousiast ben voor
„sparen", misschien ook onder dat
soort van doordrijvers willen rang
schikken? 'k Pas er bij voorbaat
voor! Maar dat neemt niet weg,
dat ik sparen buitengemeen nuttig,
ja noodzakelijk vind. En dat wil ik
nu eens met een voorbeeldje uit de
practijk van onze dagen bewijzen.
Ja, bewijzen! En spreek me eens
tegen
In Duitscbland hield Vorst von
Bülow dezer dagen een rede
in den Rijksdag over de nieuwe
Duitscbe belastingvoorstellen, welke
onze krant al heel knap beeft
oververteld.
Neen.wordt niet bang, ik be
zondig me niet aan de politiek
Alleen een kleine aanhaling uit de
rede van den Duitscben kanselier
Hij bad bet over den, op finan-
cieël gebied blijkbaar niet zoo roos-
kleurigen toestand in Duitschland.
Let welik zeg dat niet, maar de
rijkskanselier zélf beeft 't zoo gezegd.
En bij ried den Duitscbers aaD,
spaarzaam en zuinig te worden
We zijn te veel in onzen nationalen
voorspoed opgegaan, zeide hij:
„Kijk liever eens naar Frankrijk!"
Nu is Frankrijk dat mag ik
wel zeggen het laatste land waar
ik voor mij een voorbeeld aan
nemen zal 1 Dat in bet algemeen
gesproken. Maar wanneer de Duit
scbe rijkskanselier in de volle ver
gadering van den Duitschen rijksdag
vertelt, dat bet Duitsche volk toch
eens een voorbeeld aan Frankrijk
te nemen beeftwel, dan vraag
ik me afin welk opzicht
En dan blijkt bet nu: in bet
sparen 1
'n Franschman spaart
Een jongste statistiek, officiéél van
wege bet ministerie van financiën
opgesteld, heeft bewezen dat vooral
Frankrijk bet land is der kleine
vermogensde burgerstand, de
kleine winkeliers, de kleine onder
nemers hebben daar een groot ge
deelte van het nationaal kapitaal
in bun bezit.
En weet men boe dat komt?
Omdat in Frankrijk nog bestaat
de vereering voor wat de Fransch
man noemt de „bas de laine"
een ouderwetscbe Hollandscbe
vrouw zou zeggeneen oude kous
Want werden vroeger niet de op
gespaarde guldens in een oude kous
weggestopt?... Misschien zijn er
nog wei zoo!
Die vereering voor de „oude
kous" bestaat nog in Frankrijk on
der zoo goed als alle standen. Iedere
Franschman,iedere Francaise, spaart
wat van zijn of haar inkomen. Dat
is geen bizondere verdienste van bet
volk, bet is, zou ik haast zeggen,
iets aangeborens.
En is bet nu niet verwonderlijk,
dat Frankrijk, bij al zijn tegenslag,
bij al zijn achteruitgang in zielen
tal, toch nog maar bet rijkste land
van Europa blijftrijk, n i e t in den
zin dat daar bet meeste geld zit,
maar in dezen zin, dat ö&dr bet
grootste aantal klein-bezitters is?
Stel biertegenover nu eens Duitsch
land.
Duitscbland is een land, waar
bet sparen lang {niet zoo op den
vooigrond treedt als in Frankrijk.
De statistieken wijzen bet uit.
Welnu: Duitscbland met al zijn
bloei, met al zijn groeiende, ja reus
achtig aanwassende industrie, beeft
iu zeven-en-dertig jaar niet alleen
de vijfduizend millioen francs, die
Frankrijk in een minimum tijd op
bracht, er door gelapt, maar nu ook
nog een deficit j van 700 millioen
marken, waarvoor (het in de aller
uiterste boeken nu dekking zoekt,
erbij gemaakt!
Frankrijk's staats-schulden zijn
daarentegen in die zeven-en-dertig
jaar afgenomen, en de vijf milliard
zijn ingehaald
Dat teekent!
Dat bewijst, dat bloeiende industrie,
intens handelsverkeer en een krach
tig volk nog niet genoeg zijnDaar
moet bij komen de spaarkracht van
een natie, die weet over te houden
Dit zijn nu maar een paar ge
gevens die ik ontleen aaneen
Duitsche krantDeze trekt er voor
de Duitschers de les uit, die von
Bülow in den Rijksdag leerde zui
niger wezen!
Zouden wij voor ons er niet deze
les uit kunnen trekken, dat sparen
niet alleen individueel een voordeel
is, maar ook zelfs een volk buiten
gewoon ten goede zal komen op
den duur?
Ik geloof van wel!
ENGELAND
Alweer conflict.
De, bij de tegenwoordige samen
stelling althans, twee groote en
voortdurende antagonisten, het La,-
gerhuis en bet Hoogerhuis, zijn weer
in een zeer scherp conflict.
Het Lagerhuis heeft, zooals men
weet, de Drankwet aangenomen,
waarover zooveel is te doen geweest.
De oppositie in het Hoogerhuis
heeft nu gisteren bij Lord Lands-
downe, den leider der conservatieve
lords, vergaderd en besloten, heden
de Drankwet botweg af te stemmen.
Dat geeft natuurlijk een groote
botsing!
't Ministerie zal er thans waar
schijnlijk toe overgaan een groote
verhooging van de belasting voor
tapperijen voor te stellen, waartoe
het Lagerhuis buiten het Hoogerhuis
om kan besluiten*
DE BALKAN.
De conferentie.
De befaamde, veelbesproken Bal
kan-conferentie zal te Rome bijeen
komen, midden Januari.
Er wordt te Rome druk geconfe
reerd tusschen de gezanten.
PERZIË.
De Staatsgreep van den Sjah.
De merkwaardige om geen a*der
woord te gebruiken manier van
den Sjah om zich van die lastigen
grondwet en dat vervelende parlement
af te helpen, valt natuurlijk niet erg
in den smaak van de buitenlandsche
raadgevers, en nog minder in dien
van een groot deel van het volk.
We hooren althans al, dat de En-
gelsche en Russische gezanten de des
betreffende proclamatie van den Sjah
als een openlijke beleediging beschou
wen Tusschen de Russische en En-
galsche gezanten heerscht volkomen
overeenstemming. Beiden zullen thans
eens een ernstig woordje met den
Sjah spreken 1....
Men zie onder „Telegrammen".
Inmiddels breidj bovendien de revo
lutie in het noordelijk deel van Perzië
zich voortdurend uit. De opstandelin
gen, die in Tebriz geheel en al de
baas zijn, rukken voorwaarts. En weer
zal 't einde hiervan zij*
Het gerucht wil, dat Ruslamd den
Sjah van geldmiddelen voorzien heeft,
om tegen de opstandelingen in Noord-
Perzië op te treden.
De Russische gzant is naar St. Pe
tersburg vertrokken. Kolonel Liachof
de commandant der Kozakken te
Teheran, is voor het oogenblik de
eenige erkende raadgever van den
Sjah, die daar twijfeld niemand
aan hoog spel speelt!
Zal hij het winnen?
TEHERAN, 24 Nov. De proclamatie
van den Sjah, waarin deze kennis
geeft, besloten te hebben geen nieuw
parlement bijeen te roepen, is inge
trokken. Men gelooft dat dit geschied
is, ter voldoening aan de vertoogen
van Engeland en Rusland.
De troonopv olgin g in Oost en-
rijk. Uit Weenen wordt bericht, dat op
2 December, den dag van het regeerings-
jubileum van Frans Jozef, een manifest
zal verschijnen, waarbij aartshertog Frans
Ferdinand, de troonopvolger, tot mede
regent benoemd zal worden.
Leve de vrede! De Fransche
minister van oorlog stelt voor de veld
artillerie met 28 stukken voor elk leger
corps te versterken, wat een uitgave
ineens van 8 millioen frs. en een blijvende
vermeerdering van da legeruitgaven met
9 millioen fr. 'ijaars noodig zal maken.
De Xoningin als redster.
Men herinnert zich het geval va*
een onderwijzeres uit het Noorden
van het land, die, bij haar ouders in
den Haag logeerende, zich onder de
behandeling van een tandarts stelde,
die haar in narcose bracht en toen
op haar een aanslag pleegde.
De Haagsche briefschrijver van de
„N. Gron. Ct." deelt mede dat er
voldoende aanwijzingen ontbraken om
den misdadiger te kunne* vervolgen.
Het meisje en haar diep verslagen
ouders rustten echter niet. Een pre
dikant nam de zaak in handen en
deze besprak 't droeve geval met den
hofprediker, die er H. M. de Koningin
mededeeling van deed. De Koningin
liet het meisje de toedracht der zaak
opf schrift brengen, toonde haar op
andere wijze deelneming en hulpvaar
digheid, maar rustle niet voordat
de Minister van Justitie pogingen had
in 't werk gesteld om de zaak met
groote zorg en gestrengheid te doen
onderzoeken. En het gevolg was dat
men zóó overtuigende bewijzen in
handen kreeg dat de verdachte, zooals
ik zei, in de instructie er niet meer
aan ontkomen kon om zijn verfoeielijk
bedrijf, tegenover 't meisje e* meer
andere patiënten, te bekennen. Aan
onze Koningin de eere, dat zij in deze
vreeselijke zaak heeft bewerkt dat 't
recht zijn ioop zal hebben.
Hofberichten.
Z. K. H. Prins Hendrik, die gisteren
te Egmond was, vertrok van daar
des avonds tot a. s. Zaterdag naar
Het Loo.
Uit de Staats-Courant.
Bij Kon. Besl. zijn benoemdtot
rechter in de arrondissements-recht-
bank te Alkmaar, mr. A. D. H.Foc-
kema Andreae, doctor in de Staats
wetenschap, thans griffier bij den Raad
van beroep (Ongevallenverzekering)
te Leeuwarden en kantonrechter
plaatsvervanger aldaartot gewoon
hoogleeraar in de faculteit der letteren
en wijsbegeerte aan de Rijksuniversi
teit te Leiden, om onderwijs te geven
in de Javaanscbe taal en letterkunde,
mr. dr. J. C. G. Jonker, te Amsterdam.
H. M. Werker, f
Te Amsterdam is overleden de heer
H. M. Werker, de stichter van de
Pius-vereeniging en de aanlegger en
eerste samensteller van den Pius-
almanak.
Examen voor kommies bij de
belastingen.
Tegen 12 Januari 1909 en de volgens
de dagen is uitgeschreven het ta Arn
hem ta houden examen voor kommie
bij 'sRijkabelastingen, tot toelating
waarvan men zich tot 10 Daa. e.k. bij
bat Departement van Finanaien schrif
telijk kan aanmelden e* voor welke
betrekking 120 plaatsen beschikbaar
zijn geateld.
Hat Casa-BIanca-incident.
Hat is thans beslist zeker dat het Ca
sablanca-incident aan het oordeel van
het Hof van Arbitrage zal worden
onderworpen. Doch eerst in April of
Mei.
Het wedden op de renbanen.
Door den minister van binnenland-
sche zaken is aan de commissarissen
der Koningin inlichting gevraagd, of
in hun provincie gemeenten zijn, waar
geregeld wedrennen worden gehouden,
en zoo ja, of daar een plaatselijke
verordening bestaat op die wedren
nen of het wedden, of het heffen van
een bijzondere belasting en op het
tegengaan van bedriegelijke hande
lingen bij het wedden.
V;erg,iftiging? Te Kooten ,(Fr.)
overleed plotseling, na erge pijn de
arbeider K. Op vermoeden van ver
giftiging, is de reeds bepaalde begra
fenis uitgesteld.
Gevaarlijk speeltuig. Hit
Dinxperlo meldt meD,dat in het station
te Dingden bij de Pruisische grenzen
een treurig ongeluk plaats had. Twee
zoontjes van den stationschef, alleen
gelaten in een kamer, waren aan het
spelen met een jachtgeweer. Het oudst®
zoontje hanteerde het wapen en trof
daarbij zijn 9-jarig broertje en doodde
het.
Op de tramlijn te slapen.
Tusschen Turnhout en Mol is een
voerman, die op de tramlijn lag te
slapen, overreden. De machinist zag
den man liggen en remde wat hij kon.
't Moftht echter niet baten, de machine
greep den ongelukkige en vermorzelde
hem.
Door een luik gevallen.
Den heer C. Koppens, molenaar te
Vught, overkwam Maandagavond een
treurig ongeluk. Terwijl hij op zijn
molen werkzaam was, trapte hij door
een luik, dat bijna altijd gesloten is
en nu toevallig openstond. Door dat
luik viel hij naar beneden en werd
i*wendig zwaar gekneusd opgenomen.
Direct werd per rijtuig geestelijke en
geneeskundige hulp gehaald. Zijn toe
stand is zeer gevaarlijk.
Een z. g. ezelsbruggetje.
„De NBrab." vertelt als historisch
Op een Brabantsch hulppostkantoor
kwam zekere H. Maas tot het in ont
vangst nemen van een postpakket.
De postmeester legt den rechthebbende
het formulier voor ter teekening, be-
noodigd bij het in ontvangst nemen
van het postpakket.
Schrijven had H. Maas nooit gekend
en gaf dit aan den postmeester te
kennen.
Daar wist de postmeester wel raad
op, wat blijkt uit hetgeen n* volgt:
Postmeester„Maas, ga eens zitten."
Maas: „Ik zit ai."
Postmeester: „Zet nou eerst een
stripke dan een hukske."
Maas: „Net een stuleke."
Postmeester schrijft alsnu een „m„
voor.
Maas: „Net drielinkscheworstjes."
Postmeester: „Dan een nulleke en
een rechts worstje, nog een nulleke
en een rechts worstje en dan een
slekske."
Maas, welke nog al begrijpelijk was,
had aldus zijn naam geschreven
h maas.
Daar H. Maas nog al eens dikwijls
een postpakket in ontvangst moet
nemen krygt men telkens te hooren:
Eerst 'n stripke, dan 'n hukske,
net 'n stuleke, dan drie linksche
worstjes, 'n nulleke en 'n rechts worstje,
dan nog 'n slekske en dan krijgt H.
Maas z'n pekske.
Een scheepsramp op Vlie
land. Op Vlieland is gestrand het
15)
Ontstemd keerde ik mij om. Ik
had wel ie vraar ter nauwer nood ge
hoopt hier iets bijzonders te zullen
vinden, maar in mijn beroep kijkt
men altijd naar verrassingen.
Daar viel mijn oog op den haard.
Hij zag er zeer kil en ongelukkig uit
in dezen tijd van 't jaar, met het
hoopje Zwarte kolen, welke netjes
gerangschikt lagen op wat papier
en houtspaanders. Ik bespeurde stof
op de kolenzij lagen blijkbaar daar
dus reeds geruimen tijd, en daar-
tusschefl zag ik eenige achteloos
weggeworpen vodjes papier. Deze
waren wellicht een 'nadere beschou
wing waard. Ze konden mij mis
schien van dienst zijn. Maar hoe zou
ik ze oprapen, daar Sally geen oog
van mij; afwendde. Zij had waar
schijnlijk streng bevel ontvangen,
personen, die de kamers kwamen be
zien, onder geen yoorwehdsel alléén
te laten.
Ik haalde een shilling nit mijn
vestzak en reikte hem het meisje
toe.
„Hier, dat is voor uw; moeite,"
zeide ik vriendelijk.
Toen zij hare hand er Jnaar uit
strekte, liet ik het muntstuk vallen,
struikelde er over en schopte het
opzettelijk met den voet onder een
kastje. Het was een plomp volvoer
de, Hst, maar ik bereikte er mijn
doel mede, het meisje keek verlan
gend naar de richting, waar de shil
ling verdwenen was.
„W.'ij' moeten hem er onder van
daan halen," zeide ik. „De tang uit
het haardstel is er te dis voor. Haal
even mijn parapluie, hij staat bene
den in de vestibule."
Sally verliet de kamer en .binnen
een seconde had ik de papiervodjes
uit de kolen gehaald. Op den eersten
blik zag ik, dat twee of drie ver
frommelde ballen overblijfselen van
prijscouranten waren-
Eén echter was een visitekaartje,
op welks rugzijde iets geschreven
stond.
Het was in het midden toegevou
wen; ik deed het open en las den
naam „Paul Harvey". Op den ach
terkant stond gekrabbeld: „Heden
middag om 2.30. JVat prettig."
Ik bespeurde terstond, dat de H.
van „Heden" sprekend geleek op de
H. in den brief, die met „Paul" was
onderteekend ovenzoo, gelijk ik des
tijds dacht, op de H. voorkomende
op het geleidebriefje, door de spoor
wegmaatschappij op den koffer ge
plakt. Dit was nochtans ee-ae Ter-
gissing, doch, naar mij dunkt, een
zeer vergeeflijke dwaling.
Het meisje kwam met de parar
plnie terug en ik stak haastig het
visitekaartje in mijn jaszak.
Dus Paul Harvey, bestond inder
daad!
Terwijl wij naar den verloren shil
ling hengelden, vroeg ik het meisje
naar de huursters uit en volud haar
mededeelzaam.
„Ja* de twee dames hadden: hier
drie wieken gewoond en waren zeer
minzaam, geweest. Alleen kon de
oude dame het niet velen, als ze
tweemaal moest bellen. Zij werd
dan vreeselijk driftig, „net alsof wij
dienstboden, vier beeinen hadden iu
plaats van twee". Er kwamen niet
veel bezoekers, want zij kenden iu
{Southend haast niemand. Eens was
er een oude dame geweest met wit
haar en een erg knorrig gezicht;
ook kwamen er yan tijd tot tijd
twee jonge heeren, die zoo maar in-
en uitliepen."
„Welke jonge heeren
„Wel, de rector en zijn broer. Een
minzaam mensch, die rector. Mejuf
frouw Simpson was met hem ver
loofd," dus eindigde Sally met
zwaarwichtig gezicht.
Ik begreep niet, wat zij daarmee
bedoelde.; Wellicht zou ik nog veel
van haar vernomen hebben, als niet
juffrouw Bunburry's voetstap zich
in de vestibule had doen hooren.
„Daar is madame!"- zeide Sally,
terwijl zij haar shilling in den zak
stak. „Dunkt u niet, dat wij nu
weer naar beneden moesten gaan?"
Zij liep reeds weg en ik moest
haar volgen en trachten althans op
overloop nog haastig een beschrij
ving yan de béide bezoekers te ont
vangen. In den eenen herkende ik
terstond Arthur Harvey.
„De ander geleek veel op hem," zei
Sally, „alleen was hij ietwat schraal-
der en bleeker en zag er, onder ons
gezegd uit, alsof-ie een niet al te
solied leven leidde, weet u. Maar
toch was mijnheer Paul een zeer min
zaam heer."
„De kamers zijn prachtig, made-
me," dus wendde ik mij tot de hos
pita, die, ongeduldig wachtend, be
neden in de vestibule stond, „en voor
mij als bet ware geknipt."
Ik onderhandelde nu over den
prijs, dien ik eveneens passend vond.
Juffrouw Bunburry was zeer nieuws
gierig den naam van haren aanstaan
den huurder te vernemen.
„Barry," zeide ik, „Barry uit Lon
den."
Het was niet mijn werkelijke
naam. Dertig jaar geleden nam ik
dien aan, uit een gril, en sedert
heb ik hem altijd gedragen.
XII.
Van No. 23 begaf ik mij naar No.
17, zoodra ik zeker kon zijn, dat juf
frouw Bunburry haar uitkijkpost
aan het raam had verlaten. Na
tuurlijk moest ik hier de comedie
herhalen en wederom naar gemeubel
de kamers vragen. No. 17 bezat een
spraakzame hospita, een zeer oude
vrouw, half blind en veel meer dan
half doof. Hare hardhoorigheid deed
echter geen afbreuk hoegenaamd aan
hare praatzucht. Gelijk velen van
haren stand had juffrouw Jessop
eenmaal betere dagen gekend, en
zij wierp droefgeestige blikken terug
■naar dien tijd, welke in baren nood
lijden toestand baar toescheen als de
korte samenvatting van al het
schoone en het aangename.
Ik stond verbaasd, toen juffrouw
Jessop mij zeide, dat de kamers van
juffrouw Raynell niet te huur wa
ren, en ik was nog meer verbaasd,
ja, ik kon feitelijk een kleine huive
ring niet onderdrukken, toen ik
hoorde, dat juffrouw Raynell ze nog
bezat.
„Zij is voor een paar dagen naar
Londen, maar ik verwacht haar in
den loop dezer week terug.'
De arme, oude dameZij was in
derdaad naar Londen, maar juflrouw
Jessop wachtte te vergeefs op hare
terugkomst. Zij vertelde mij alles,
wat ik van hare huurster verlangde
te weten, en nog een heelen hoop
meer, wat voor een detective veel
wil zeggen.
„U schijnt juffrouw Raynell te
kennendan zal het u, ook niet ver
wonderen, als ik u zeg, dat zij bij al
hare goede eigenschappen zeer zon
derling is. Zij wil bij voorbeeld nooit
gestoord, of, zooals zij het noemt,
lastig gevallen worden. Niet alsoi
ik ooit iemand zou hebben lastig ge
vallen," ging juffrouw Jessop voort
en wierp fier het hoofd in den nek,
„maar ik heb nooit den omgang met
mijns gelijken gemeden, weet u. Juf
frouw Raynell schijnt dat evenwel
te doen. En zij kan zich waarachtig
niet beklagen, dat ik haar mijn ge
zelschap zou hebben opgedrongen,
nadat ze mij eenmaal zoo n wenk had
gegeven. ïk heb betert dagen ge
kend, mijnheer, en ik weet zeer goed,
wat de eene dame aan de andere ver
schuldigd is."
Ik begon te begrijpen, dat juf
frouw Raynell, zij mocht een zon
derlinge geweest zijn of niet, haar
hospita dikwijls lastig zal hebben
gevonden. Ik onderbrnk ImjSJr woor-
denvloed door haar te vragen, of juf
frouw Raynell vergezeld was dooi
hare neven. Ik moest die vraag
meermalen herhalen, alvorens zij die
had verstaan.
Wordt vervolgd.)