DAGBLAD voor NOORD- en 7UID-H0LLAND.
SCindepfauiswesi 23®3l-33, Haarlem
Beleefd verzoek.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Slechts twee letters.
VRIJDAÜ 27 NOVEMBER 1908.
33ste Jaargang No. 6752
Bureaux van Redactie en Administratie:
intercommunaal Telefoonnummer 1426.
Hb Ongepast
Verspreide Berichten.
Gemengde Berichten.
FEUILLETON.
BK HMRLEMSCHE COURANT
ABONNEMENTPRIJS:
Per 3 maanden voor Haarlemf 1,35
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post, 1.80
Afzonderlijke nummers 0,05
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regelsf0,66 (contant) f0,5#
Elke regel meer#,1#
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant.
Alle betalende abonnés op dit blad, die in^het bezit eener verzekeringspolis zijn, zyn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor:
liil
GULDEN bij
levenslange onge
schiktheid tot
werken.
400
GULDEN bij
overlijden.
311
GULDEN bij
verlies van éen
hand of voet.
lil
GULDEN bij
verlies van
éen oog.
100
GULDEN bij
verlies van
éen duim.
01
GULDEN bij
verlies van
één
wijsvinger.
11
GULDEN bij
verlies van
éen anderen
vinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
lN. H.H. Adverteerders worden beleefd
doch dringend uitgenoodigd, hunne
advertentiën voor het Zaterdagavond-
nummer zoo vroeg mogelijk in te
zenden.
Aan advertentiën, die ons vroegtij
dig bereiken, kan uitteraard de meeste
zorg worden besteed.
DE DIRECTEUR.
De Utrechtsche rijksarchivaris Mr.
S. Muller heeft deze week in Tey-
ler's Stichting een voordracht ge
houden, waarin hij historische bij
zonderheden gaf uit de verslagen der
kerkvisitaties enz. in de Middeleeu
wen.
Uit die bijzonderheden ontwikkel
de hij een beeld van <1° kerkelijke
toestanden uit dien tijd en van de
geestelijkheid.
Als historisch document had deze
voordracht ongetwijfeld waarde, zoo
als alles wat uit oude archiefstuk
ken wordt opgediept.
Doch als voordracht en lezing,
d. w. z. zooals ze bedoeld wastot
voorlichting en leering, was Mr.
Muller's rede ten hoogste ongepast,
ergernisgevend eln onjuiste indruk
ken wekkend.
Begrijpelijkerwijze zijn in de
verslagen der kerkvisitaties enz.
vooral opgeteekend de aanmerkin
gen die door de kerkelijke overheid
konden gemaakt worden- Die aan
merkingen pau te samen vormen
geen beeld van wat de priesters
en kloostergeestelijken uit dien tijd
waren. Integendeelze doen niet
anders zien dan den zwarten kant.
Dat begrijpt en weet natuurlijk
een historicus als Dr. Muller, die
óók van den zegenrijken invloed der
Kerk in de Middeleeuwen, van hare
duizenden echt-vrome geestelijken en
geleerde mannen, van ha,ar heilzaam
werk voor de maatschappij in het
belang der orde, zedelijkheid en
deugd geheel op de hoogte is, zeer
goed.
Maar dat vertelt hij zijn gehoor
niet!
En dat gehoor, bestaande voor een
overgroot deel uit op historisch en
kerkhistorisch gebied vooral geheel
onbevoegden, waaronder zelfs talrij
ke jonge dames, werd door den ge
leerden spreker nu allééjn vergast op
een verzameling chrojiiques
scandaleuses, die een volkomen
verkeerd en ongerechtvaardigd beeld
van de geestelijkheid der Middeleeu
wen aan een ondeskundig gehoor
moesten geven.
Dat noemen we ongepast.
Mr. Thijssen zeide het gisteren
avond in de vergadering van en
£WY' terecht, dat het zoo vaak de toe
leg is van Katholiekenhaters, de te-
kortkomingen, welke zeker
ook bij priesters in den loop der eeu
wen wel eens zijin aan te wijzen (hoe
weinigen echter in een zoo ontzaglijk
getalte generaliseeren ejn dan op
den koop toe te zetten op rekening
van.... de Kerk en het H. Geloof!
Mr. Muller heeft met zijn voor
dracht, op zich den schijn geladen
óók zoo te handelen.
Of hij heeft zijn publiek overschat.
Laten we hopen 't laatste.
BELGIË.
Oneenigheid?
Er is oneenigheid in het Belgische
Katholieke ministerie.
De minister van Oorlog, generaal
Hellebaut, een „militairiste avant tout"
heeft deze week plotseling in de Ka
mer verteld, dat hij wat militaire denk
beelden aangaat, persoonlijken dienst
plicht, uitbreiding van het leger enz.
véél verder gaat dan zijn Katholieke
mede-ministers.
Dat is Datuurlijk de militairen zélf
die hun „vak" liefhebben, gaan altijd
veel verder dan een koel buitenstaan
der, die vooral in een land als België
voor al dat opdrijven van de oorlogs
uitgaven en dat groote militaire ver
toon niet veel voelt.
De oppositie exploiteert dit optreden
van den generaal natuurlijk danig.
Zij is het roerend met hem eens.
in de hoop het Ministerie uit elkaar
te kunnen scheuren.
En generaal Hellebaut krijgt nu van
liberalen en socialen zulke pluimpjes
dat hij er verlegen onder worden moet.
De heer Woeste zeide echter giste
ren in de Kamer zeer terecht, dat het
nergens gebruik is dat een Minister
openlijk plannen ontwikkelt en aan
prijst, die regelrecht ingaan tegen de
gevoelens der meerderheid waarop die
Minister steunt!
FRANKRIJK.
Buitenlandsche Zaken.
De Fransche Kamer heeft gisteren
belangrijke verklaringen van minister
Pichon aangehoord over den buiten
landsche toestand.
Wat betreft het geschil met Duitsch-
land werd Frankrijk's houding una
niem goedgekeurd, behalve door de
Pressensé, den bekenden socialist.
Uit naam der regeering las Pichon
vervolgens een lange verklaring over
de Oosterse be kwestie voor, waarin
vermeld staat, dat dadelijk bij het
begin der omwenteling de Fransche
regeering de Ottomansche regeering
gelukwenscht en vertrouwen uitge
sproken heeft in het nieuwe stelsel.
Frankrijk aldus dat stuk kwam
als bemiddelaar tusschenbeide op ver
zoek van de belanghebbende mogend
heden zelf, met name van vorst Fer
dinand. Frankrijk zoowel als Italië
stuurt op een conferentie aan, die de
geheele kwestie zou regelen. Frankrijk
stelt belang in de vrije ontwikkeling
van het jonge Turkije en denkt er
alleen aan den vrede in Europa te
bewaren. Het heeft zich niet gemengd
in de zaken van Turkije en in geener
lei andere buitenlandsche kwestie. In
dezen geest is Frankrijk te Weenen,
Konstantinopel, Sofia en Belgrado
tusschenbeide gekomen. Frankrijk zal
trachten voor Servië en Montenegro
voldoening te krijgen voor hun be
langen en zal zich er voor beijveren,
dat de vrede niet verstoord wordt.
De regeering hoopt, dat de bescher
mende mogendheden van Kreta de
kwestie met Griekenland en Turkije
zullen regelen. Niemand vindt het
optreden van Frankrijk verdacht, om
dat het geenerlei voordeel voor zichzelf
vraagt.
ENGELAND.
Over Lord Boberts' speech.
De „Vossische Zeitung" deelt naar
aanleiding van de door lord Roberts
betreffende de Engelsche legerhervor-
ming in het Hoogerhuis uitgesproken
rede nog een hoogst opzienbare bijzon
derheid mede.
Het blad verteld n.l. dat die rede
in ingewijde kringen te Weenen vol
strekt geen verwondering wekt. Lord
Roberts zou slechts de meening van
koning Edward vertolken, die reeds te
Karlsbad tijdens zijn onderhoud met
de Fransche en Russische staatslieden
verklaard zou hebben, dat hij een
leger wilde vormen, geheel berekend
voor mogelijke verwikkelingen op het
.Europeesche vasteland.
Met het oog hierop had de koning
in den afgeloopen zomer verscheiden
keer geconfereerd met den Engelschen
eersten minister Asquith, die zich
evenwel tegen de plannen van den
koning verzette.
Maar koning Edward wenschte zijn
denkbeelden niet op te geven, en dit
moet een gevolg zijn van de omstan
digheid, dat de Fransche regeering
hem te kennen heeft gegeven, dat zij
haar „entente" met Engeland niet in
een verbond kan veranderen, zoolang
Engeland geen legermacht bezit, die,
in geval van oorlog op het vasteland,
ook eenig gewicht in de schaal legt.
DE BALKAN.
De toestand.
De algemeene toestand heldert nog
altijd niet op.
Oostenrijk is zeer gevoelig voor den
boycot, en deze is voor de oplossing
der moeilijkheden blijk een geduchte
sta-in-den-weg.
Het Russische antwoord op de Oos-
tenrijksch-Hongaarsche nota is ook
verschenen, en in bewoordingen vervat,
die geenszins van groote ingenomen
heid met Oostenrijk's optreden spreken-
Toch wordt verzekerd, dat men zich
te St. Petersburg aan de beloften en
plannen, door Iswolsky op zijn diplo
matieke reis door Europa uiteengezet,
houden zal. Het programma door Grey
en Iswolsky verleden maand te Londen
opgesteld, blijft de leiddraad, welken
de Russische diplomatie volgen zal,
om uit de verwarring der tegenwoor
dige Balkanpolitiek te geraken.
Meer bemoedigend is het resultaat,
dat de onderhandelingen tusschen
Bulgarije en de Porte opleverden. Had
men voorloopig de kwestie van het
aandeel, dat Bulgarije moet nemen in
de publieke schuld van hetTurksche
rijk, niet op de agenda geplaatst, maar
dit punt eenvoudig naar de te houden
conferentie verwezen, thans nu men
omtrent de meeste moeilijkheden tot
een oplossing gekomen is, heeft men
zich ook aan het beschouwen van dit
vraagstuk gewaagd.
Reeds werd de formule eener over
eenkomst, die de meeste punten van
bespreking regelt, vastgesteld, en
drongen de gezanten van Bulgarije er
op aan, dat op grond dezer regeling
reeds nu een voorloopige overeenkomst
gesloten worde.
HAITI.
Opstand.
In de negerrepubliek Haiti is weer
een opstand uitgebroken.
'tls daar wel aan de orde van den
dag, maar ditmaal schijnt het er nogal
erg te spannen.
De minister van buitenlandsche za
ken, generaal Lecomte (het leger be
staat daar voor driekwart uit „gene
raals", en alle ambtenaren zijn op
z'n minst kolonel!) is al gefusilleerd.
Een smerig zaakje. Heel Parijs
en half Frankrijk is in opwinding door
nieuwe gebeurtenissen in de al vaak
besproken moordzaak op den schilder
Steinheil.
Men zal zich herinneren, dat eenige
maanden geleden aan de Impasse Ronsin
te Parijs de kunstschilder Steinheil en
de moeder van zijn vrouw werden ver
moord, terwijl mevrouw Steinheil werd
gevonden, gebonden en gekneveld, doch
ongedeerd.
Onder de verdachten behoorde den
laatsten tijd ook de huisknecht, Remy
Couillard, bij wien men een paarl vond,
uit een gestolen ring afkomstig. Nadat
deze moord maandenlang onopgehelderd
is gebleven, is opeens mevrouw Steinheil
zelve door de mand gevallen, 't Wijf
heeft bekend, den bewusten paarl ineen
portefeuille van den knecht Couillard te
hebben gestopt one dezen te bescauldigen.
Voorts beschuldigt ze nu weer een zekeren
Wolff, zoon van haar keukenmeid. Maar
vrijwel schijnt het, dat zjj zelf aan de
moord op haar moeder en man debet is,
waarb'ij dan nog gemompeld wordt van
allerlei immoreele schandalen, 't Wijf is
in hechtenis genomen.
Castro inFrankrijk. Wij hebben
geen bevestiging gezien van het ons ook
wat twijfelachtig voorkomende berieht van
onzen specialen VD.-correspondent te Pa
rijs, dio ons gisteren seinde dat men
Castro in Frankrijk het verblijf zou ver
bieden. Het Parijscha „Journal" bevat
over den man een artikel, en schrijft al
lerminst hartelijk over zijn komst in
Frankrijk. Het blad geeft een zeer scherpe
karakterschets van zija persoon en zjjn
optreden, noemt hem verder eea niet
alleen weinig sympatieken gast, maar etn
man, die zich buiten het internationaal
recht gesteld heeft. De „Journal" vindt
dan echter, dat de regeering geen notitie
van hem nemen moet en om zoo te
zeggan zijn incognito maar eerbiedigen
moet. 's Lands gastvrijheid zonder meer
staat voor hem open. Wil hij dit beloo-
nen door een fatsoenlijke houding aan
te nemen, dan is het altijd nog vroeg
genoeg om hem te zien komen.
De seheepsramp bjj Malta.
Verslagen, die wij in Engelsche bladen
van het ongeluk met het stoomschip
„Sardinia" vinden, geven feitelijks niet
veel meer dan wij al hebben gemeld. Er
kwam brand in het voorschip, kort na
dat de „Sardinia" de haven van Malta
uit was, en het vuur verspreidde zich.
door den sterken wind aangeblazen, snel,
In het voorschip was een lading nafta
geborgen. Spoedig waren vele stoom
bootjes uit om hulp te bieden, maar de
onstuimige zee bemoeilijkte de redding
zeer. De menschen die overboord spron
gen, verdronken bijna allen. Vermoede
lijk konden de Moorsche Mekkagangers,
van wie er een 140 aan boord waren,
niet zwemmen. Het brandende schip, dat
men ten slotte aan zijn lot overliet, is
later op de rotsen bij het fort Ricasoli
gestrand. Onder de gevonden lijken is dat
van den kapitein, die op zijn post was
gebleven.
Hofberichten.
Z. K. H. Prins Hendrik kwam
gisterenmorgen om 9 uur met zijn
adjudant in een auto van Het Loo
voor een tweedaagsch verblijf op het
kasteel Middachten bij graaf Ben-
tinck van .Waldeck Limpurg. De
Prins nam dadelijk deel aan de jacht
in de Havikkerwaard, alwaar op de
boerderij bij G. Schieven het tweede
ontbijt werd gebruikt.
Heden keerde de Prins ma afloop
van de jacht naar Het Loo terug.
Een gift van de Koningin.
Door den burgemeester van Ter-
Schelling is een telegram vanwege de
Koningin ontvangen, houdende be
tuiging van deelneming en belang
stelling met de slachtoffers van de
scheepsramp en met toezending van
een gift tot leniging van den eersten
nood.
Een particuliere audiëntie bij
Z H. den Paus.
Men schrijft uit Rome aam „De
Tijd"
„Dinsdagochtend hadden Mgr.
Diepen, directeur der bisschoppelij
ke kweekschool en inspecteur van
het R. K. Bijonder Onderwijs, als
mede pastoor Prinzen van Sint Ja
kob te 's-Hertogenbosch, het voor
recht door Z. H. den Paus in bijzon
dere audiëntie te worden ontvangen.
Mgr. Diepen bood den H. Vader
een fraai album aan, namens de ver
eeniging „Voor Eer en Deugd", wier
leden eigenhandig op een adres van
hulde en gelukwensch ter eere van
's Pausen jubelfeest hadden getee-
kend, en vroeg een specialen zegen
niet slechts voor deze Vereenigimg
en hare leden, maar ook vioor al de
genen, die onder zijn leiding en toe
zicht zich wijden aan het onderwijs.
Pastoor Prinzen, lid van het dioce
sane Comité voor de Sociale Actie
in het bisdom 's-Hertogenbosch,
vroeg eveneens den zegen voor al
zijne medewerkers op katholiek-so
ciaal gebied. De H. Vader toonde
levendige belangstelling in den ar
beid der beide hoogst verdienstelijke
priesters en willigde hun yerzoek
van ganscher harte in."
Neutrale en Katholieke Spoor-
V ereenigingen.
De „Nieuwe Koerier" schrijft:
Onlangs hebben de verkiezingen
plaats g6had voor de vertegenwoordi
gers van de verschillende groepen van
het spoorwegpersoneel.
Door de socialistische „Nederland-
sche Vereeniging" was propaganda
gemaakt op groote schaal; bijna geen
plaats van eenige beteekenis, of door
deze vereeniging waren vergaderingen
belegd met twee of drie sprekers.
Nu de verkiezingen zijn afgeloopen,
kan men het resultaat overzieE.
De „Nederl. Vereeniging" sag in
1905 van hare candidaten gekozen 55;
thans 73, een vermeerdering van 18
ledengerekend per 100 eene vermeer
dering van 33.
„De Christelijke Vereenigingen" had
den in 1905,34 gekozenen in de Groeps-
vertegenwoordigingthans 54, eene
vermeerdering van 20 leden. Gere
kend per 100 eene vermeerdering
van 58.
Procentsgewijze is dus de winst der
christelijke Vereenigingen heel wat
hooger geweest dan die der Nederl.
Vereenigingen.
Dit geeft goede hoop voor de toe
komst.
Nog een paar zulke verkiezingen,
en de christelijke vereenigingen staan
even sterk als de neutraal-socialisti
sche.
Het orgaan der R. K. Vereeniging
„Het Rechte Spoor" zegt met den nit-
slag Btillekkens tevreden te zijn, maar
meer te hebben verwacht.
Dat oordeel hooren we gaarnegeen
overschatting.
En nu rustig doorwerken aan de
kracht der organisatie.
Allen gered. Bij het beman
nen van het stoomschip „Saxonia" te
Vlissingen is de sloep van den Neder-
landschen loodsschoener no. 15 omge
slagen. De opvarenden geraakten allen
te water, doch werden door den schoe
ner gered.
Wor8tplakjes, die niet
plakten. De officier van justitie te
's-#ravenhage heeft den heer B. van
Leer, kommies-ontvanger te Ganer-
burg, bericht, dat er geen termen be
staan een vervolging in te stellen
tegen „Land en Volk" inzake de mede-
deeling over de worstplakjes-geschie
denis aan het grenskantoor aldaar.
De zoon dood op bed ge.
vonden. Opmerkzaam gemaakt door
gaslucht, hebben de dienstboden van
den heer Greven, te Zwolle, oud-
griffier der Staten van Overijsel difQg
17)
„Ja, met 'n valies en ee;n groeten
zwarten koffer, waarin hij zijn boe
ken had, zooals hij zeide."
„Zijn boeken? Volgens uwe be
schrijving is hij er de man niet naar,
om zich veel af te geven met lezen."
„Zeker, hij ma,akte niet den indruk
een bezadigd man Ie zijn. Doch voor
zoover ik weet, studeert hij in de me
dicijnen en heeft een aantal boeken
in zijn kamer."
„Dus, hij kwam en ging, geheel
naar zijn believen, juffrouw Jes-
sop i
„Zoo is het. En het spijt mij,
mijnheer de detective, ja, ik schaam
mij haast, te moeten zeggen, dat ik
juffrouw Raynell een huissleutel
gaf. Ik heb dat vroeger bij geen
van mijn huurders gedaan en zal het
ook nimmer meer doen, maar de
dame kan geen tegenspraak verdra
gen en betaalde e r bovendien extra
yoor."
„Hoeveel, als ik vragen mag?"
„Vijf shilling in de week. Ik vrees
echter, dat zij den sleutel dikwijls
aan beur neef geeft."
„Kon men zoo iets van haar ver-
•waohten
„Dat kan ik zoo juist niet zeg
gen; ze was bij buien heel stuursoh
ol zeer minzaam."
Ik heb dit gesprek z,oo kort moge
lijk weergegeven en de uitweidingen
van juffrouw Jessop, waar zulks ge
voegelijk kon, weggelaten. Het was
een vermoeiend half uur, want de
oude dame was niet alleen half doof,
maar ook min of meer zwaar van
begrip, zoodat ik groote moeite had
mij door ha,ar te doen verstaan. Het
waren evenwel gewichtige feiten,
welke ik door haar te weten kwam.
Ik liet het meisje roepen en nam
ook dit in verhoor. Ze wist weinig te
zeggen, toch vernam ik vOn haar,
dat de zwarte koffer buitengewoon
zwaar was geweest. De koetsier had
er over geprutteld, toen hij hem op
laadde en mijnheer Paul Harvey had
toen de opmerking gemaakt
„Ja, hij i's zwaar. Hij zit vol boe
ken."
Polly had mijnheer Paul het ont
bijt binnengebracht, toen bij om half
negen daarom belde. Hij was reeds
geheel en al gekleed. Een half uur te
voren had zij mijnheer Arthur inge
laten. Hij vroeg naar zijn tante en
ze zeide hem, dat juffrouw Raynell
te zeven uur naar Londen was ver
trokken. Nu begaf hij zich naar zijn
broeder en terwijl zij in de kamer
was, vroeg hij: „Dus is je koffer
reeds gepakt en mijnheer Paul ant
woordde: „Natuurlijk, er is gee;n en
kel boek achtergebleven. Ik ben
blij, dat jij den sleutel vondt, wat,
had ik anders moeten beginnen?"
Toen de vigelante ©en half uur later
voorkwam, droegen de twee heeren
zelf den zw,aren koffer tot op de
stoep en hielpen dein koetsier bij 't
opladen. Mijnheer Paul beval hem,
naar 't spoorstation te rijdeln."
Sedert dat oogenblik had niemand
in huis iets vain de broeders of hunne
tante yernomejn.
Ik gaf het verlangen te kennen,
de slaapkamers nauwkeurig te mo
gen bezichtigen- Die yajn juffrouw
Ray nel 1 was geheel in orde, doch gaf
den indruk, alsof de bewoonster het
vertrek onverwacht had moeten ver
laten. Alle toiletartikelen lageln op
de tafel of in de lade daarvan.
„Weet u niet, of er een hoed of
of' shawl van juffrouw Raynell ont
breekt?" vroeg ik juffrouw Jessop-
Zij kon het niet zeggen, maar het
meisje verzekerde mij, dat juffrouw
Raynell slechts een ka,pothoed bezat
en een ronden zwarten stroohoed, om
zoo naar 't strand te loopep.
In ee,n bast voinden wij den stroo
hoed aan een ha,ak hangen en de
kapok lag in een doos.
„Gunst!" riep Polly uit, „zou ze
blootshoofds naar Londen gegaan
zijn
„Gekheid," hernam ik scherp. „Ge
moet u vergissen. De dame bezit
ongetwijfeld nog ©ein anderen hoed."
Het slaapvertrek van den neef be
vatte niets van aanbelang. Hij had
z'n heele rommeltje meegenomen-
Ik trad weder in de kamer VOn
juffrouw Raynell. Er was daar nog
een tweede kast in den muur, dien ik
zonder talmen opende. Hij was van
onder tot boven volgepropt met hoe
ken boeken over de geneeskunde,
zooals ik óp het eerste gezicht
erkende.
„Wel, beerernijntijdriep Polly
weer. „En hij zeide, dat hij geen
enkel boek thuis gelaten had."
„Maar, hoe komen ze dan hier?"
Gevolgd door juffrouw en dienst
bode ging ik naar de woonkamer
terug.
„Juffrouw Jessop," schreeuwde ik,
zoo luid ik koude, „juffrouw
Raynell heeft zich naar Londen be
geven, zooals ik u zeide, zonder
adres achter te laten. In haar eigen
huis is zij niet aangekomen en wij
moeten zien uit te vorsehe'n, waar
zij is. Ik heb de noodige inlichtingen
ontvangen. Maar, onthoud het
wel, mijne nasporilngen hier moeten
streng geheim gehouden worden, ik
zette een deftig gezicht. „In naam
der koningin leg ik 11 Julfrouw,
Jessop en ook u, jonge juffrouw
Polly, de verplichting op, te zwij
gen.' Wanneer anderen hier moch
ten komen, om onderzoek te doen,
da,n is het het beste, dat gij hun
zoo min mogelijk zegt. Vergeet niet,
dat, mocht er één woord van dit
alles ruchtbaar worden, dan wordt
zulks u ten laste gelegd, want be-
i halve mijnheer Harvey en ik weet
niemand er iets van. Belooft gij
mij te zwijgen
„Och Heer jai, ja!" zeide juffrouw
Jessop sidderend en het dienst
meisje herhaalde hare woorden.
„De heeren van Scotland-Yard zul
len zich teleurgesteld gevoelen,
dacht ik. „Maar dezen moord uit
te pluizen is mij opgedragen en ik
laat mij het werk niet uit de han
den nemen-"'
Ik verliet de twee verschrikt©
vrouwen, maar bij de deur schoot
mij nog iets te binnen.
„Is Paul Harvey linksch, juf
frouw Jessop vroeg ik eensklaps.
Zij bad er nog nooit op gelet en
ook Polly wist het niet te zeggen.
„En wa.t moet ik doen, als juf
frouw Raynell terug k-omt vroeg
de oude dame. „Waarheen zal ik
schrijven, om het u te doen weten
„Schrijf aan mijnheer Arthur,"
riep ik de stoep afgaande. Ik kon
het niet verdragen, haar zoo argeloos
te hooren spreken van de overledene,
alsof die elk oogenblik terug kon
komen.
XIII-
In opgeruimde stemming begon ik
mijn terugreis. .Missclucn "was ik al
te vol blijde hoop, maar iedereen
zal moeten toegeven, dat ik in mijn
nasporingen groote vorderingen had
gemaakt. Het was niet waarschijn
lijk, dat de Engelsche of Fransche
politie mij nu nog zou inhalen, alhoe
wel ik er niet aan twijfelde, dat ze
my dicht op de hielen zat. Al wat
my voorloopig te doen bleef, was,
de tegenwoordige verblijfplaats van
den moordenaar te ontdekken.
Ik had van Jessop gehoord, dat
het bed van juffrouw Raynell dien
nacht beslapen was! Dit leidde mij
tot de gevolgtrekking, dat de moord
's Maandags vroeg moest zijn be
dreven, en niet zooals de Eransche
dokters hadden beweerd, des Zon
dagsavonds. Ik stelde mij de zaak
aldus voor:
Paul Harvey was Zondagavond
thuis gekomen. Hij had zijn kamer
opgezocht en daar den pacht doorge
bracht en was des morgens vroeg,
toen zijn tapte reeds het bed verlaten,
had en aangekleed was, in haar ka-
mar gedrongen. Het was zelfs moge
lijk. dat juffrouw Raynell het glas
melk had uitgedronken. Haar neef
had haar dan tegen dep grond gesla
gen en verder met chloroform behan-
>vaarvan kij, als student in de
medicijnen, vermoedelijk goed slag
(W»rd( vervolgd.')