DAGBLAD voor NOORD- en 7UID-H0LLAND. SCindepfauiswesi 23®3l-33, Haarlem Beleefd verzoek. BUITENLAND. BINNENLAND. Slechts twee letters. VRIJDAÜ 27 NOVEMBER 1908. 33ste Jaargang No. 6752 Bureaux van Redactie en Administratie: intercommunaal Telefoonnummer 1426. Hb Ongepast Verspreide Berichten. Gemengde Berichten. FEUILLETON. BK HMRLEMSCHE COURANT ABONNEMENTPRIJS: Per 3 maanden voor Haarlemf 1,35 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post, 1.80 Afzonderlijke nummers 0,05 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regelsf0,66 (contant) f0,5# Elke regel meer#,1# Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant. Alle betalende abonnés op dit blad, die in^het bezit eener verzekeringspolis zijn, zyn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor: liil GULDEN bij levenslange onge schiktheid tot werken. 400 GULDEN bij overlijden. 311 GULDEN bij verlies van éen hand of voet. lil GULDEN bij verlies van éen oog. 100 GULDEN bij verlies van éen duim. 01 GULDEN bij verlies van één wijsvinger. 11 GULDEN bij verlies van éen anderen vinger. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. lN. H.H. Adverteerders worden beleefd doch dringend uitgenoodigd, hunne advertentiën voor het Zaterdagavond- nummer zoo vroeg mogelijk in te zenden. Aan advertentiën, die ons vroegtij dig bereiken, kan uitteraard de meeste zorg worden besteed. DE DIRECTEUR. De Utrechtsche rijksarchivaris Mr. S. Muller heeft deze week in Tey- ler's Stichting een voordracht ge houden, waarin hij historische bij zonderheden gaf uit de verslagen der kerkvisitaties enz. in de Middeleeu wen. Uit die bijzonderheden ontwikkel de hij een beeld van <1° kerkelijke toestanden uit dien tijd en van de geestelijkheid. Als historisch document had deze voordracht ongetwijfeld waarde, zoo als alles wat uit oude archiefstuk ken wordt opgediept. Doch als voordracht en lezing, d. w. z. zooals ze bedoeld wastot voorlichting en leering, was Mr. Muller's rede ten hoogste ongepast, ergernisgevend eln onjuiste indruk ken wekkend. Begrijpelijkerwijze zijn in de verslagen der kerkvisitaties enz. vooral opgeteekend de aanmerkin gen die door de kerkelijke overheid konden gemaakt worden- Die aan merkingen pau te samen vormen geen beeld van wat de priesters en kloostergeestelijken uit dien tijd waren. Integendeelze doen niet anders zien dan den zwarten kant. Dat begrijpt en weet natuurlijk een historicus als Dr. Muller, die óók van den zegenrijken invloed der Kerk in de Middeleeuwen, van hare duizenden echt-vrome geestelijken en geleerde mannen, van ha,ar heilzaam werk voor de maatschappij in het belang der orde, zedelijkheid en deugd geheel op de hoogte is, zeer goed. Maar dat vertelt hij zijn gehoor niet! En dat gehoor, bestaande voor een overgroot deel uit op historisch en kerkhistorisch gebied vooral geheel onbevoegden, waaronder zelfs talrij ke jonge dames, werd door den ge leerden spreker nu allééjn vergast op een verzameling chrojiiques scandaleuses, die een volkomen verkeerd en ongerechtvaardigd beeld van de geestelijkheid der Middeleeu wen aan een ondeskundig gehoor moesten geven. Dat noemen we ongepast. Mr. Thijssen zeide het gisteren avond in de vergadering van en £WY' terecht, dat het zoo vaak de toe leg is van Katholiekenhaters, de te- kortkomingen, welke zeker ook bij priesters in den loop der eeu wen wel eens zijin aan te wijzen (hoe weinigen echter in een zoo ontzaglijk getalte generaliseeren ejn dan op den koop toe te zetten op rekening van.... de Kerk en het H. Geloof! Mr. Muller heeft met zijn voor dracht, op zich den schijn geladen óók zoo te handelen. Of hij heeft zijn publiek overschat. Laten we hopen 't laatste. BELGIË. Oneenigheid? Er is oneenigheid in het Belgische Katholieke ministerie. De minister van Oorlog, generaal Hellebaut, een „militairiste avant tout" heeft deze week plotseling in de Ka mer verteld, dat hij wat militaire denk beelden aangaat, persoonlijken dienst plicht, uitbreiding van het leger enz. véél verder gaat dan zijn Katholieke mede-ministers. Dat is Datuurlijk de militairen zélf die hun „vak" liefhebben, gaan altijd veel verder dan een koel buitenstaan der, die vooral in een land als België voor al dat opdrijven van de oorlogs uitgaven en dat groote militaire ver toon niet veel voelt. De oppositie exploiteert dit optreden van den generaal natuurlijk danig. Zij is het roerend met hem eens. in de hoop het Ministerie uit elkaar te kunnen scheuren. En generaal Hellebaut krijgt nu van liberalen en socialen zulke pluimpjes dat hij er verlegen onder worden moet. De heer Woeste zeide echter giste ren in de Kamer zeer terecht, dat het nergens gebruik is dat een Minister openlijk plannen ontwikkelt en aan prijst, die regelrecht ingaan tegen de gevoelens der meerderheid waarop die Minister steunt! FRANKRIJK. Buitenlandsche Zaken. De Fransche Kamer heeft gisteren belangrijke verklaringen van minister Pichon aangehoord over den buiten landsche toestand. Wat betreft het geschil met Duitsch- land werd Frankrijk's houding una niem goedgekeurd, behalve door de Pressensé, den bekenden socialist. Uit naam der regeering las Pichon vervolgens een lange verklaring over de Oosterse be kwestie voor, waarin vermeld staat, dat dadelijk bij het begin der omwenteling de Fransche regeering de Ottomansche regeering gelukwenscht en vertrouwen uitge sproken heeft in het nieuwe stelsel. Frankrijk aldus dat stuk kwam als bemiddelaar tusschenbeide op ver zoek van de belanghebbende mogend heden zelf, met name van vorst Fer dinand. Frankrijk zoowel als Italië stuurt op een conferentie aan, die de geheele kwestie zou regelen. Frankrijk stelt belang in de vrije ontwikkeling van het jonge Turkije en denkt er alleen aan den vrede in Europa te bewaren. Het heeft zich niet gemengd in de zaken van Turkije en in geener lei andere buitenlandsche kwestie. In dezen geest is Frankrijk te Weenen, Konstantinopel, Sofia en Belgrado tusschenbeide gekomen. Frankrijk zal trachten voor Servië en Montenegro voldoening te krijgen voor hun be langen en zal zich er voor beijveren, dat de vrede niet verstoord wordt. De regeering hoopt, dat de bescher mende mogendheden van Kreta de kwestie met Griekenland en Turkije zullen regelen. Niemand vindt het optreden van Frankrijk verdacht, om dat het geenerlei voordeel voor zichzelf vraagt. ENGELAND. Over Lord Boberts' speech. De „Vossische Zeitung" deelt naar aanleiding van de door lord Roberts betreffende de Engelsche legerhervor- ming in het Hoogerhuis uitgesproken rede nog een hoogst opzienbare bijzon derheid mede. Het blad verteld n.l. dat die rede in ingewijde kringen te Weenen vol strekt geen verwondering wekt. Lord Roberts zou slechts de meening van koning Edward vertolken, die reeds te Karlsbad tijdens zijn onderhoud met de Fransche en Russische staatslieden verklaard zou hebben, dat hij een leger wilde vormen, geheel berekend voor mogelijke verwikkelingen op het .Europeesche vasteland. Met het oog hierop had de koning in den afgeloopen zomer verscheiden keer geconfereerd met den Engelschen eersten minister Asquith, die zich evenwel tegen de plannen van den koning verzette. Maar koning Edward wenschte zijn denkbeelden niet op te geven, en dit moet een gevolg zijn van de omstan digheid, dat de Fransche regeering hem te kennen heeft gegeven, dat zij haar „entente" met Engeland niet in een verbond kan veranderen, zoolang Engeland geen legermacht bezit, die, in geval van oorlog op het vasteland, ook eenig gewicht in de schaal legt. DE BALKAN. De toestand. De algemeene toestand heldert nog altijd niet op. Oostenrijk is zeer gevoelig voor den boycot, en deze is voor de oplossing der moeilijkheden blijk een geduchte sta-in-den-weg. Het Russische antwoord op de Oos- tenrijksch-Hongaarsche nota is ook verschenen, en in bewoordingen vervat, die geenszins van groote ingenomen heid met Oostenrijk's optreden spreken- Toch wordt verzekerd, dat men zich te St. Petersburg aan de beloften en plannen, door Iswolsky op zijn diplo matieke reis door Europa uiteengezet, houden zal. Het programma door Grey en Iswolsky verleden maand te Londen opgesteld, blijft de leiddraad, welken de Russische diplomatie volgen zal, om uit de verwarring der tegenwoor dige Balkanpolitiek te geraken. Meer bemoedigend is het resultaat, dat de onderhandelingen tusschen Bulgarije en de Porte opleverden. Had men voorloopig de kwestie van het aandeel, dat Bulgarije moet nemen in de publieke schuld van hetTurksche rijk, niet op de agenda geplaatst, maar dit punt eenvoudig naar de te houden conferentie verwezen, thans nu men omtrent de meeste moeilijkheden tot een oplossing gekomen is, heeft men zich ook aan het beschouwen van dit vraagstuk gewaagd. Reeds werd de formule eener over eenkomst, die de meeste punten van bespreking regelt, vastgesteld, en drongen de gezanten van Bulgarije er op aan, dat op grond dezer regeling reeds nu een voorloopige overeenkomst gesloten worde. HAITI. Opstand. In de negerrepubliek Haiti is weer een opstand uitgebroken. 'tls daar wel aan de orde van den dag, maar ditmaal schijnt het er nogal erg te spannen. De minister van buitenlandsche za ken, generaal Lecomte (het leger be staat daar voor driekwart uit „gene raals", en alle ambtenaren zijn op z'n minst kolonel!) is al gefusilleerd. Een smerig zaakje. Heel Parijs en half Frankrijk is in opwinding door nieuwe gebeurtenissen in de al vaak besproken moordzaak op den schilder Steinheil. Men zal zich herinneren, dat eenige maanden geleden aan de Impasse Ronsin te Parijs de kunstschilder Steinheil en de moeder van zijn vrouw werden ver moord, terwijl mevrouw Steinheil werd gevonden, gebonden en gekneveld, doch ongedeerd. Onder de verdachten behoorde den laatsten tijd ook de huisknecht, Remy Couillard, bij wien men een paarl vond, uit een gestolen ring afkomstig. Nadat deze moord maandenlang onopgehelderd is gebleven, is opeens mevrouw Steinheil zelve door de mand gevallen, 't Wijf heeft bekend, den bewusten paarl ineen portefeuille van den knecht Couillard te hebben gestopt one dezen te bescauldigen. Voorts beschuldigt ze nu weer een zekeren Wolff, zoon van haar keukenmeid. Maar vrijwel schijnt het, dat zjj zelf aan de moord op haar moeder en man debet is, waarb'ij dan nog gemompeld wordt van allerlei immoreele schandalen, 't Wijf is in hechtenis genomen. Castro inFrankrijk. Wij hebben geen bevestiging gezien van het ons ook wat twijfelachtig voorkomende berieht van onzen specialen VD.-correspondent te Pa rijs, dio ons gisteren seinde dat men Castro in Frankrijk het verblijf zou ver bieden. Het Parijscha „Journal" bevat over den man een artikel, en schrijft al lerminst hartelijk over zijn komst in Frankrijk. Het blad geeft een zeer scherpe karakterschets van zija persoon en zjjn optreden, noemt hem verder eea niet alleen weinig sympatieken gast, maar etn man, die zich buiten het internationaal recht gesteld heeft. De „Journal" vindt dan echter, dat de regeering geen notitie van hem nemen moet en om zoo te zeggan zijn incognito maar eerbiedigen moet. 's Lands gastvrijheid zonder meer staat voor hem open. Wil hij dit beloo- nen door een fatsoenlijke houding aan te nemen, dan is het altijd nog vroeg genoeg om hem te zien komen. De seheepsramp bjj Malta. Verslagen, die wij in Engelsche bladen van het ongeluk met het stoomschip „Sardinia" vinden, geven feitelijks niet veel meer dan wij al hebben gemeld. Er kwam brand in het voorschip, kort na dat de „Sardinia" de haven van Malta uit was, en het vuur verspreidde zich. door den sterken wind aangeblazen, snel, In het voorschip was een lading nafta geborgen. Spoedig waren vele stoom bootjes uit om hulp te bieden, maar de onstuimige zee bemoeilijkte de redding zeer. De menschen die overboord spron gen, verdronken bijna allen. Vermoede lijk konden de Moorsche Mekkagangers, van wie er een 140 aan boord waren, niet zwemmen. Het brandende schip, dat men ten slotte aan zijn lot overliet, is later op de rotsen bij het fort Ricasoli gestrand. Onder de gevonden lijken is dat van den kapitein, die op zijn post was gebleven. Hofberichten. Z. K. H. Prins Hendrik kwam gisterenmorgen om 9 uur met zijn adjudant in een auto van Het Loo voor een tweedaagsch verblijf op het kasteel Middachten bij graaf Ben- tinck van .Waldeck Limpurg. De Prins nam dadelijk deel aan de jacht in de Havikkerwaard, alwaar op de boerderij bij G. Schieven het tweede ontbijt werd gebruikt. Heden keerde de Prins ma afloop van de jacht naar Het Loo terug. Een gift van de Koningin. Door den burgemeester van Ter- Schelling is een telegram vanwege de Koningin ontvangen, houdende be tuiging van deelneming en belang stelling met de slachtoffers van de scheepsramp en met toezending van een gift tot leniging van den eersten nood. Een particuliere audiëntie bij Z H. den Paus. Men schrijft uit Rome aam „De Tijd" „Dinsdagochtend hadden Mgr. Diepen, directeur der bisschoppelij ke kweekschool en inspecteur van het R. K. Bijonder Onderwijs, als mede pastoor Prinzen van Sint Ja kob te 's-Hertogenbosch, het voor recht door Z. H. den Paus in bijzon dere audiëntie te worden ontvangen. Mgr. Diepen bood den H. Vader een fraai album aan, namens de ver eeniging „Voor Eer en Deugd", wier leden eigenhandig op een adres van hulde en gelukwensch ter eere van 's Pausen jubelfeest hadden getee- kend, en vroeg een specialen zegen niet slechts voor deze Vereenigimg en hare leden, maar ook vioor al de genen, die onder zijn leiding en toe zicht zich wijden aan het onderwijs. Pastoor Prinzen, lid van het dioce sane Comité voor de Sociale Actie in het bisdom 's-Hertogenbosch, vroeg eveneens den zegen voor al zijne medewerkers op katholiek-so ciaal gebied. De H. Vader toonde levendige belangstelling in den ar beid der beide hoogst verdienstelijke priesters en willigde hun yerzoek van ganscher harte in." Neutrale en Katholieke Spoor- V ereenigingen. De „Nieuwe Koerier" schrijft: Onlangs hebben de verkiezingen plaats g6had voor de vertegenwoordi gers van de verschillende groepen van het spoorwegpersoneel. Door de socialistische „Nederland- sche Vereeniging" was propaganda gemaakt op groote schaal; bijna geen plaats van eenige beteekenis, of door deze vereeniging waren vergaderingen belegd met twee of drie sprekers. Nu de verkiezingen zijn afgeloopen, kan men het resultaat overzieE. De „Nederl. Vereeniging" sag in 1905 van hare candidaten gekozen 55; thans 73, een vermeerdering van 18 ledengerekend per 100 eene vermeer dering van 33. „De Christelijke Vereenigingen" had den in 1905,34 gekozenen in de Groeps- vertegenwoordigingthans 54, eene vermeerdering van 20 leden. Gere kend per 100 eene vermeerdering van 58. Procentsgewijze is dus de winst der christelijke Vereenigingen heel wat hooger geweest dan die der Nederl. Vereenigingen. Dit geeft goede hoop voor de toe komst. Nog een paar zulke verkiezingen, en de christelijke vereenigingen staan even sterk als de neutraal-socialisti sche. Het orgaan der R. K. Vereeniging „Het Rechte Spoor" zegt met den nit- slag Btillekkens tevreden te zijn, maar meer te hebben verwacht. Dat oordeel hooren we gaarnegeen overschatting. En nu rustig doorwerken aan de kracht der organisatie. Allen gered. Bij het beman nen van het stoomschip „Saxonia" te Vlissingen is de sloep van den Neder- landschen loodsschoener no. 15 omge slagen. De opvarenden geraakten allen te water, doch werden door den schoe ner gered. Wor8tplakjes, die niet plakten. De officier van justitie te 's-#ravenhage heeft den heer B. van Leer, kommies-ontvanger te Ganer- burg, bericht, dat er geen termen be staan een vervolging in te stellen tegen „Land en Volk" inzake de mede- deeling over de worstplakjes-geschie denis aan het grenskantoor aldaar. De zoon dood op bed ge. vonden. Opmerkzaam gemaakt door gaslucht, hebben de dienstboden van den heer Greven, te Zwolle, oud- griffier der Staten van Overijsel difQg 17) „Ja, met 'n valies en ee;n groeten zwarten koffer, waarin hij zijn boe ken had, zooals hij zeide." „Zijn boeken? Volgens uwe be schrijving is hij er de man niet naar, om zich veel af te geven met lezen." „Zeker, hij ma,akte niet den indruk een bezadigd man Ie zijn. Doch voor zoover ik weet, studeert hij in de me dicijnen en heeft een aantal boeken in zijn kamer." „Dus, hij kwam en ging, geheel naar zijn believen, juffrouw Jes- sop i „Zoo is het. En het spijt mij, mijnheer de detective, ja, ik schaam mij haast, te moeten zeggen, dat ik juffrouw Raynell een huissleutel gaf. Ik heb dat vroeger bij geen van mijn huurders gedaan en zal het ook nimmer meer doen, maar de dame kan geen tegenspraak verdra gen en betaalde e r bovendien extra yoor." „Hoeveel, als ik vragen mag?" „Vijf shilling in de week. Ik vrees echter, dat zij den sleutel dikwijls aan beur neef geeft." „Kon men zoo iets van haar ver- •waohten „Dat kan ik zoo juist niet zeg gen; ze was bij buien heel stuursoh ol zeer minzaam." Ik heb dit gesprek z,oo kort moge lijk weergegeven en de uitweidingen van juffrouw Jessop, waar zulks ge voegelijk kon, weggelaten. Het was een vermoeiend half uur, want de oude dame was niet alleen half doof, maar ook min of meer zwaar van begrip, zoodat ik groote moeite had mij door ha,ar te doen verstaan. Het waren evenwel gewichtige feiten, welke ik door haar te weten kwam. Ik liet het meisje roepen en nam ook dit in verhoor. Ze wist weinig te zeggen, toch vernam ik vOn haar, dat de zwarte koffer buitengewoon zwaar was geweest. De koetsier had er over geprutteld, toen hij hem op laadde en mijnheer Paul Harvey had toen de opmerking gemaakt „Ja, hij i's zwaar. Hij zit vol boe ken." Polly had mijnheer Paul het ont bijt binnengebracht, toen bij om half negen daarom belde. Hij was reeds geheel en al gekleed. Een half uur te voren had zij mijnheer Arthur inge laten. Hij vroeg naar zijn tante en ze zeide hem, dat juffrouw Raynell te zeven uur naar Londen was ver trokken. Nu begaf hij zich naar zijn broeder en terwijl zij in de kamer was, vroeg hij: „Dus is je koffer reeds gepakt en mijnheer Paul ant woordde: „Natuurlijk, er is gee;n en kel boek achtergebleven. Ik ben blij, dat jij den sleutel vondt, wat, had ik anders moeten beginnen?" Toen de vigelante ©en half uur later voorkwam, droegen de twee heeren zelf den zw,aren koffer tot op de stoep en hielpen dein koetsier bij 't opladen. Mijnheer Paul beval hem, naar 't spoorstation te rijdeln." Sedert dat oogenblik had niemand in huis iets vain de broeders of hunne tante yernomejn. Ik gaf het verlangen te kennen, de slaapkamers nauwkeurig te mo gen bezichtigen- Die yajn juffrouw Ray nel 1 was geheel in orde, doch gaf den indruk, alsof de bewoonster het vertrek onverwacht had moeten ver laten. Alle toiletartikelen lageln op de tafel of in de lade daarvan. „Weet u niet, of er een hoed of of' shawl van juffrouw Raynell ont breekt?" vroeg ik juffrouw Jessop- Zij kon het niet zeggen, maar het meisje verzekerde mij, dat juffrouw Raynell slechts een ka,pothoed bezat en een ronden zwarten stroohoed, om zoo naar 't strand te loopep. In ee,n bast voinden wij den stroo hoed aan een ha,ak hangen en de kapok lag in een doos. „Gunst!" riep Polly uit, „zou ze blootshoofds naar Londen gegaan zijn „Gekheid," hernam ik scherp. „Ge moet u vergissen. De dame bezit ongetwijfeld nog ©ein anderen hoed." Het slaapvertrek van den neef be vatte niets van aanbelang. Hij had z'n heele rommeltje meegenomen- Ik trad weder in de kamer VOn juffrouw Raynell. Er was daar nog een tweede kast in den muur, dien ik zonder talmen opende. Hij was van onder tot boven volgepropt met hoe ken boeken over de geneeskunde, zooals ik óp het eerste gezicht erkende. „Wel, beerernijntijdriep Polly weer. „En hij zeide, dat hij geen enkel boek thuis gelaten had." „Maar, hoe komen ze dan hier?" Gevolgd door juffrouw en dienst bode ging ik naar de woonkamer terug. „Juffrouw Jessop," schreeuwde ik, zoo luid ik koude, „juffrouw Raynell heeft zich naar Londen be geven, zooals ik u zeide, zonder adres achter te laten. In haar eigen huis is zij niet aangekomen en wij moeten zien uit te vorsehe'n, waar zij is. Ik heb de noodige inlichtingen ontvangen. Maar, onthoud het wel, mijne nasporilngen hier moeten streng geheim gehouden worden, ik zette een deftig gezicht. „In naam der koningin leg ik 11 Julfrouw, Jessop en ook u, jonge juffrouw Polly, de verplichting op, te zwij gen.' Wanneer anderen hier moch ten komen, om onderzoek te doen, da,n is het het beste, dat gij hun zoo min mogelijk zegt. Vergeet niet, dat, mocht er één woord van dit alles ruchtbaar worden, dan wordt zulks u ten laste gelegd, want be- i halve mijnheer Harvey en ik weet niemand er iets van. Belooft gij mij te zwijgen „Och Heer jai, ja!" zeide juffrouw Jessop sidderend en het dienst meisje herhaalde hare woorden. „De heeren van Scotland-Yard zul len zich teleurgesteld gevoelen, dacht ik. „Maar dezen moord uit te pluizen is mij opgedragen en ik laat mij het werk niet uit de han den nemen-"' Ik verliet de twee verschrikt© vrouwen, maar bij de deur schoot mij nog iets te binnen. „Is Paul Harvey linksch, juf frouw Jessop vroeg ik eensklaps. Zij bad er nog nooit op gelet en ook Polly wist het niet te zeggen. „En wa.t moet ik doen, als juf frouw Raynell terug k-omt vroeg de oude dame. „Waarheen zal ik schrijven, om het u te doen weten „Schrijf aan mijnheer Arthur," riep ik de stoep afgaande. Ik kon het niet verdragen, haar zoo argeloos te hooren spreken van de overledene, alsof die elk oogenblik terug kon komen. XIII- In opgeruimde stemming begon ik mijn terugreis. .Missclucn "was ik al te vol blijde hoop, maar iedereen zal moeten toegeven, dat ik in mijn nasporingen groote vorderingen had gemaakt. Het was niet waarschijn lijk, dat de Engelsche of Fransche politie mij nu nog zou inhalen, alhoe wel ik er niet aan twijfelde, dat ze my dicht op de hielen zat. Al wat my voorloopig te doen bleef, was, de tegenwoordige verblijfplaats van den moordenaar te ontdekken. Ik had van Jessop gehoord, dat het bed van juffrouw Raynell dien nacht beslapen was! Dit leidde mij tot de gevolgtrekking, dat de moord 's Maandags vroeg moest zijn be dreven, en niet zooals de Eransche dokters hadden beweerd, des Zon dagsavonds. Ik stelde mij de zaak aldus voor: Paul Harvey was Zondagavond thuis gekomen. Hij had zijn kamer opgezocht en daar den pacht doorge bracht en was des morgens vroeg, toen zijn tapte reeds het bed verlaten, had en aangekleed was, in haar ka- mar gedrongen. Het was zelfs moge lijk. dat juffrouw Raynell het glas melk had uitgedronken. Haar neef had haar dan tegen dep grond gesla gen en verder met chloroform behan- >vaarvan kij, als student in de medicijnen, vermoedelijk goed slag (W»rd( vervolgd.')

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1