Staten-Generaal.
Leger en Vloot.
Wetenschappelijk Allerlei.
Slechts twee letters,
Hebt ge mannelijk of vrouwe- 'J)
lijk dienstpersoneel noodig
Zoekt ge een betrekking als 'J)
dienstboden, loopknecht, win-
kelbediende enz.
Hebt ge iets in uw huishouding 'J)
dat ge wilt verkoopen
Hebt ge een buis te huur of 'J)
wenscht ge er een te huren
TA/ill ge voor een koopje het p
v» een of ander voor uw huis-
houding van anderen overnemen
Zoekt ge iemand, die u in de p
avonduren helpen kan
2°ekt ge bijverdiensten p
Plaatst een advertentie in de
NIEUWE HAARLEMSCHE COU
RANT: eenmaal voor 25 cents,
driemaal voor 50 cents a contant.
SBMBiJfig**.' Bij deze advertentiën
afzonderlijk op te geven:
te plaatsen in de rubriek
KWARIJES ADVERTENTIËN.
Gewisselde stukken.
Regeeringsantwoord.
Binnenlandsehe Zaken.
Wij otntlee'neln aan de Mem. yap
Astw. het volgende
Aapgenaïam zou het dep minister
geweest zijn, nog duidelijker blijk te
geven van zijpe belangstelling in tal
yap nuttige zakten en piet het laatst
in de volksontwikkeling', maar de.
toestand van 's lapds financiën
dwong hem tot zuinigheid.
Gr ensregte 1 i ng gemeen-
t e p. Een ointwerp tot nadere grens
regeling. Voor de gemeente Delft is
vap Ged: Staten vap Znid-Hollapd
ontvangen en bij bet departement
in onderzoek. Wat 's-Gra,vephage en
Maastricht betreft, worden de voor
stellen van Ged. Statep ingewacht.
Uitbreiding van Haarlem
wordt niet meer poodzaike-
lijk geacht. Voorstellen worden
ingewacht betreffende afscheiding
van de huurt Hoek vap Holland van
's-Gravenhage.
Lidmaatschap yan den ge
meenteraad een o p e P b a a. r
ambt. Naar 'sministers oordeel be
kleedt een lid yap den gemeenteraad
een openbaar ambt.
P e n s i o n p e e r i n g wethou
ders. De minister onthoudt zich
van een oordeel uit te spreken om
trent de wettigheid yap het besluit
yan den gemeenteraad van 's-Gra-
yenhage omtrent de pepsi opneering
jder wethouders. Ook ter zake van
de wepsclielijkheid om aan gewezep
wethouders pensioen te yerleepen,
meent de minister het uitspreken
yan een gevoelen achterwege te moe
ten laten.
Bezoldiging ge ineen te-
veldwachters. Tegep een rege
ling als die, welke vpor de openbare
onderwijzers bestaaf, zijn epnstige
bezwaren.
Getuigschriften goed ge
draag- De minister is bereid bet
denkbeeld te overwegen om bij af
gifte yap bewijzen vap goed zedelijk
gedrag feiten, welke zeer lang gele
den hebben plaats gehaid, piet te
'doen Vermelden, althaps zoo die fei
ten niet yap piterst, ernstigep alard
zijn.
Faillissement en kies
recht. De vraag of een stembp-
reaP gerechtigd is, iemapd die in
staat Vap faillissement verkeert,
doch op de kiezerslijst is geplaatst
vap de stembus te weren, zou de
minister niet bevredigend durven be
antwoorden.
D r an k w e t. De minister is he-
reid te gelegener tijd te overwegen
op welke punten wijziging Van de
Drankwet wenschelijk is.
Bijdralge in de kosten vap
verpleging van behoeftige
k r |alp k z i np i g e p. De toost anti
vap 's Rijks schatkist gedoogt niet
die bijdrage te verlioogen. Een na
dere regeling der rijksbijdrage wordt
overwogen.
S ia| c H a r i P e. Het ontwerpen Van
een wetsvoorstel op het gebruik van
sacharine blijft Voorloopig rusten in
verbapd met de overweging valn de
vraag, of verlaging van de suiker-
accijns alan de orde ware te steilten.
Verbod absinth. Spoedig Zal
eten wetsontwerp daartoe het depar
tement verlaten.
Aanleggen vap duinwa
terleidingen. In beginsel kap
daarvoor rijkssteen worden ver
leend.
K w p k Z a 1V e r ijAapleiding be
staat om te overwegen of binpen ze
kere grenzen magitregelep met be
trekking tot de kwakzalverij lampen
worden genomen. Herziening der
wet wain 1 Jpli 1865 is reeds een heel
eind gevorderd. Alleen de strafbe
palingen moeten nog word en geredi
geerd.
jW. opingwet. Herziening op en
kel epunten zal poodig zijn. De mi
nister houdt zich met de overweging
daarvag bezig. Met het denkbeeld
om nieuwe woonwagens te eepepmale
te weren, kap de mipister zich niet
yereen igen.
Dakloozen. Aan de hoofdin
specteurs is een onderzoek daarnaar
opgedragen. Omtrent dein woning
toestand in het Biesboseh wordt
overleg gepleegd.
B e s t r ij d i n g tub'erculos e.
De minister mag er niet toe mede
werken. dat de plaatselijke vterecni-
gingen worden achtergesteld Lij de
sanatoria, ook tot het omgekeerde
niet. Zoodrai de regeering over vol
doende gegevens beschikt, zal beslist
kunnep worden omtrent de verdee
ling der beschikbare f58.000 tus
schen de plaatselijke vereenigingen
en de sanatoria.
Overwogen zal wörden wat. kaïn
worden gedaan van overheidswege
tot vermindering zoo mogelijk
wegneming vap het gevaar van
tuberculeuss onderwijzers in de
school. - De. regeering wijdt haar
Volle aandacht a,a:n deze voor de
volksgezondheid zoo belangrijke
zaak.
Eveneens aap de bestrijding der
lupus en de opleiding der vroed-
vr ouwe:n ajan de Kraaraijnrich
ting t e E o 11 e r d al m.
H erz ien i n g Era,,n k zinn i
g en wet. Onderzocht wordt op
welke punten eep herziening der wet
viap 27 April 1884 raadzaam is. Bij
eventueele herziening der krankzin
nigenwet. za.l de poodige aapdacht.
geschonken worden aan het perso
neel, evenals aap de verpleging van
krankzipnige boosdoeners
Naleving Drankwet. Het
is gebleken dat er, zoowel te Rot
terdam als te Dordrecht e;n te Go-
rinchem scheepsbevrachters zijn,
die tevens houders zijn viap eene
vergunning of verlof, waarin groot
kwaad schuilt. Maatregelen worden
overwogen om dit legen te gaaln.
.Wettelijke regeling Vap het scheep
vjaiartbedrijf zon in aanmerking kun
nen komep om het kwaad tegen te.
gaan. Een som Van f2000 wordt be
schikbaar gesteld om het hoofdbe
stuur Vap den Volksbopd te steunen
in de beteugeling Vap dit euvel.
Subsi d i ëp ter bestrijding
yan misbruik van sterken
drank. De minister wil
de subsidiën niet uitstrekken tot
doeleinden, welke slechts zijdelings
met den strijd tegen alcoholisme
ten goede komen.-
[Werkloozen- Hen memorie-
post is uitgetrokken, met het oog op
de mogelijkheid, dat particuliere ver
eenigingep of com missiën of gemteen-
tebesturen onmachtig zouden blij
ken, genoegzame hulp te bi e dein.
Loten militie. De regeering
kap zich piet melngep 'ip.de zaak der
sluiting van koffiehuizen op lotings-
w dat gaat de gemeentebestu
ren aian. Het aantal lotingsplaatsen
is wederom uitgebreid.
De minister verdedigt verschillen
de subsidiën aan vereepigingen ter
bevordering der lichamelijke gezond
heid Vain jongeliedep.
O pdrij Vi ng der kos 1 en v ap
het universitair onderwijs.
In het algemeen kap de klacht, over
de hooge en stijgende onkosten yan
het universiteitswezen toch ge
paard gaan met de erkenning, dat de
uitgave aian de behoeften beantwoor
den. Zuinigheid wordt niettemin zoo
veel mogelijk betracht en elke aan
vrage wordt nauwkeurig overwogen
en de begrijpelijke wedijver van cu
ratoren zooveel mogelijk ingetoomd,
gelijk ook uit de begrooting blijkt.
Overwogen zal worden de vraag of
b'ij eventueele herziening van het
universitair onderwijs kap worden
bepaald, dat bemiddelden aan liet
rijk dein kostend-en prijs Zouden heb
ben te Vergoeden. De minister meent
Vooralsnog te moeten betwijfelen of
toeneming Van het aantal vrouwe
lijke studenten eein euvel is.
Gymnasiale examens.
Wetswijziging öp dit, punt acht dc
minister niet zoo urgent om d ie nu
aiap de orde te stellen. Bij eventueele
wetswijziging zal de regeering let
ten op de gegeven wenken.
Benoeming Vap hoogleera
ren. Do bewering, dat de mipis
ter Voor de benoeming vap twee
hoogleerapen in de aiardrijkskupde
a&P de universiteit te Utrecht het
advies zou hebben ingewonnen vap
Kon. Nederl. Aardrijkskundig Ge
nootschap, moet- worden tegengespro
ken. Ontkeppepd wordt, beantwoord
de Vraag, of het waar is, dat iemand,
die zich bereid had verklaard eene
benoeming tot hoogleeraar te aan
vaarden. niet benoemd werd, omdat
hij begeerde niet bezoldigd te wor
den.
T e c h n i s c h e II o o g e s c h o o 1.
Een is y s t. e m ia, t i s c h w e r It-
plan inzake de volledige toerusting
is tot stand gekomen eln ter griffie
gedeponeerd. Het, wordt als Vertrou
welijk beschouwd. Er zijn nog geep
gelden Voor uitgetrokken, met, het,
oog op den stapt Van 's lands finan
ciën. De minister verklaart, zich be
reid a,a;nVragen om gelden voor nieu
we inrichting, zooveel mogelijk ver
gezeld te doen gaap v'ap opgaven om
trent. Verdere kostten welke er uit
zullen voortvloeien.
(Word t vervol gd
Gemengde Berichten.
Erge baast. (Plaats der handeling
een groote winkel op den Nieuwendijk
te Amsterdam).
Een Vülendamsehe visseheisvrouv.
komt binnen.
„Goeden dag, samen I"
Winkeljuffrouw„Dag juffrouw, wal
blieft u?"
Vrouw „Verkoopt u hier ook wol
len frokjes?"
Juf„Zeker. Moet u witte of ge
kleurde hebben?"
Vrouw: „Gekleurde. Maar ik heb
erge haast, juffrouw I"
Juf: „Dadelijk, (zij haalt een groote
kartonnen doos voor den dag). Hoe
oud is het kind, waarvoor ze zijn?"
Vrouw: „Jaapke? Die isnegenmaan
den, maar hij is erg groot en dik
voor zijn leeftijd."
.Tuf: (stalt, een menigte truien op
de toonbank uit). „Hier hebt u ruime
keus."
Vrouw: „Blijve die goed in de
wasch?"
Juf: „Ze zijn waschecht en heel
sterk; we kunnen er voor instaan
Vrouw: (Deemt de truien één voor
één in de hand, houdt ze tegen hel
licht en wrijft ze langen tijd tusschen
de vingers), ,,'k Zal toch maar liever
een wit frokje nemen. Maar denk er
aan, juffrouw, ik heb erge haast!"
Juf: „Wacht u even! (zij haalteen
doos vol witte truien. Hier hebt u
wittel"
Vrouw: (gaat de truitjes weer een
voor een op baar dooie gemak bekijken,
weegt ze op baar hand, rekt ze uit
elkaar en onderzoekt de dikte der wol.)
„Dunkt u ook niet, juffrouw, dat wit
veel doelmatiger is?"
Juf: „Ze zijn allemaal goed, ik kan
er voor instaan!"
Vrouw: „Geef mij die eens, met
dat roode randje 1"
Juf: (blij, dat de lastige koopster
eindelijk haar keus gemaakt heeft.)
„Alsubiieft. Dit is wezenlijk een lief
truitje, ijzersterk en niet duur 1 Het
kost vijf en zeventig cent!"
Vrouw(bekijkt het aan alle kanten.)
„En wat kosten de gekleurde?"
Juf: „Dezelfde grootte? Die zijn in
het gekleurd nog goedkooper. Deze
rose trui kost vijf eu zestig cent!"
Vrouw: Eigenlijk neem ik toch
maar liever een gekleurd (zij gaat
weer in de doos met gekleurde truien
zoeken.) Dunkt u, dat Jaapke deze
zal passen?"
Juf: „Voor een kind van negen
maanden Dan past het zeker."
Vrouw: „Maar hij is heel groot
voor zijn leeftijd I"
Juf(een beetje ongeduldig.) „Neemt
u dan een slag grooter!"
Vrouw: „Wat kost die?"
Juf: Zeventig cent!"
Vrouw: „Welke zou ik nou nemen,
de groote of de kleine
Juf: „Ja, daarin kan ik u moeilijk
raden I"
Vrouw„Maar dat moet u toch
het beste weten! Hebt u nog meer
gekleurde frokjes?"
Juf: „Neen, hier hebt u onzen ge
heel en voorraad!"
Vrouw: „Weet u bet zeker?"
Juf: „Natuurlijk 1 Meer keus hebben,
we nietl"
Vrouw: „En hebt u ook geen an
dere witte met nog meer gekleurde
randen
Juf: „Neen, maar in die doos hebt
u toch een ruime sorteering!"
Vrouw: „U raadt mij dus zoo'n
gekleurd frokje te nemen 1"
Juf: „Ja, dat vind ik wel het doel
matigst!"
Vrouw: „En zou deze groot genoeg
zijn V or Jaapke?"
Juf: „Die kunt u gerust nemen
Die is zelfs voor een kind van twee
jaar wijd genoeg."
Vrouw: „O, maar dan is hij Jaapke
tocli veuls te groot 1"
Juf (haastig): „Neen, gerust,, neemt
u deze! u zult zien, dat hij goed past
Vrouw: „U weet zeker, dat er geen
andere meer in voorraad zijn?"
Juf: „Ja, dat weet ik zekerZal ik
deze dan maar voor u inpakken?
Vrouw (bedenkt zich geruinaen lijd,
eindelijk.) „Weet u wat; ik kom lie
ver nog eens terug, als ik weer in
stad mot wezen. Dan kan ik ze alle
maal nog ereis op m'n gemak bekieken.
Ik heb nou zoo'n erge haast!
Aju, juffrouw!"
(„Echo.")
De mijnramp te Hsmm.
Dezer dagen hadden wij een onder
houd met iemand, die kort na bet
vreeselijk mijn-ongeluk in Westfalen
de plaats der ramp bezocht. Het was
op den dag van de begrafenis der 37
slachtoffersvan heinde en ver waren
duizenden toegestroomd ora.dentreu-
rigen stoet grafwaarts te zien trekken.
Hamm had op verre na geen lijkwagens
genoeg voor deze droevige ter aarde-
bestelling, en allerlei andere voerlui
gen (vriemd aandoende in een lijk
stoet) volgden de enkele rouwwagens,
waarover het stadje beschikt.
Niet minder dan 240 weduwen heef'
den vreeselijk ramp gemaakt. Onze
berichtgever sprak een vrouw, die
haar man en drie volwassen zoons
des morgens gezond en wel haar
woning had zien verlaten om nooit
mesr daarin terug te keeren 1
Van de vijf mijnwerkers, die levend
naar hoven werden gebracht, is er eén
terstond overleden, de andere vier lig
gen alle nog in bet ziekenhuis.
Maandag jl. was men nog steeds
hezig met water in de mijn te pom
pen. Men verwacht vreeselijke ver-
wodsliogen en instortingen in de mijn,
daar al de bouten steunpeilers waar
schijnlijk verbrand of althans bezwe
ken zijn. Naar schatting zal het ver
scheidene maanden duren, eer de mijn
verder ontgonnen kan worden.
Daar de circa 400 man, die tijdens
de ramp in de mijn werkten, slechts
eén van de drie ploegen vormden, die
elkaar gedurende een etmaal aiwisse-
len, moet er 1200 arbeiders aan den
du3 zeer belangrijkenmijn ver
bonden zijn.
Of het onvoorzichtig openen eener
mijnlamp, dan wel een dynamiet-
ontploffing (men schijnt in sommige
kolenmijnen inderdaad geregeld van
dat gevaarlijke goedje gebruik te
maken) de ramp heeft veroorzaakt,
schijnt niet. uitgemaakt te kunnen
worden, wat met het oog op het zoo
gering aantal overlevenden ook zeer
verklaarbaar is.
Onze berichtgever deelde ons nog
eenige zeer merkwaardige bijzonder
heden mee over het mijnleven in
Westfalen, voor ons des te belang
rijker, daar in de kolenmijnen van
West-Duitschland ook zooveel Hol
landers werken.
De mijn, waar het ongeluk gebeurde,
was achttien honderd meter diep, en
en telde drie „verdiepiogen"—om het
zoo maar eens uit te drukken.
Voortdurend is de zware mijnbak
in de schacht bezig, werklieden naar
beneden te laten of weer omhoog te
voeren. Deze mijnbak bevat twee af-
deelingen boven elkander; in elk van
deze kunnen vijftien mijnwerkers
plaats nemen.
In bet mijngebouw, waar zich de
schacht bevindt, zijn bad- en kleed
kamers. Iedere mijnwerker legt name
lijk, vóór hij daar beneden zijn arbeid
begint, zijn kleeding af en vervangt
deze door het mijnpak. Bij den terug
keer naar boven is het verplicht, zich
door een stortbad te reinigen van het
kolenstof, dat het geheele lichaam
overdekt. Ondanks de gezondheids
maatregelen en ondanks de groote
voorraden versche lucht, die door zeer
krachtige machines voortdurend in de
mijn worden gepomt, zien de mijn
werkers er reeds zeer kort nadat ze
aan dezen arbeid begonnen zijn, als
levend-dooden uit. Frisch- gezonde
Hollaudsche boerenknechten, die bij
gebrek aan arbeid hier in het Vader
land naar de Duitsche kolenmijnen
trekken, zijn in eenige weken bijna
nifct meer te herkennen.
Ofschoon dan ook het loon in de
mijnen in den regel maar vier mark
f2.4ü daags bedraagt, schijnt
ons dit mijnwerkers bestaan bet
laatste, datjwe onzen Hollandschen
jongens zouden aanraden, al geven
we hier gaarne onze meening voor
beter.
De eigenlijke kolendelver mag niet
langer dan acht uren in de mijn
vertoeven, d. w. z. er mogen niet meer
dan acht uren verloopen tusschen
het oogenblik, waarop de neerdaling
begint en dat, waarop de opstijging
eindigt. Daar velen van de delvers
beneden in de mijn soms bijna een
uur moeten loopen, eer ze bun arbeid
kunnen beginnen, duurt het eigenlijk
delvers-of hakweik voor hen maar
zes uren, de schafttijden inbegrepen.
En zelfs deze korte tijd schijnt door
het buitengewoon zwaar werk nog
te lang.
I)a sleepers, die door de mijngangen
en galarijen heen de kolen naar de
schacht vervoeren, schijnen overuren
te mogen maken; blijkbaar en ook
het te begrijpen is hun arbeid dus
minder zwaar dan die der del vers.
Bombardeerénde luchtballons.
Wij lezen in de „Patriote"
Duitsche luchtschippers houden oefe
ningen in het werpen van projectielen
van uit de ballons. Het doel is te be
palen de ontploffende kracht van zekere
projectielen, de meest geschikte hoogte
om met succes te kunnen bombar
deeren en de beste wijze waarop men
deze dood- en verderfbrengers uit
werpt.
Weer een nieuwe kunst dus om te
dooden.
Wie zich nog berinneren mocht, dat
er eens een vredeconferentie gehouden
werd te 's-IIage en dat daat het wer
pen van ^ontploffende stoffen uit lucht
ballons verboden werd, zal vreemd
opzien, wanneer hij van deze Duitse! 1
oefeningen hoort. Inderdaad werd zu
een besluit genomen zeksren zonae
schen middag van bet jaar 1899, ma r
zijn wettelijke kracht was hersenschim
mig en er bestaat thans niets mt t
van dan een hoop bestofte process?
verbaal, waaruit blijkt dat het besluit
eens inderdaad genomen werd.
De schending van deze internatio
nale overeenkomst is een der onaan
genaamste incidenten uit de annalen
der vredesconferentie.
Het verbod van bommen werpen
uit luchtballons stond op program va n
den Russischen graaf Moravieff, dom
dezen namens zijn meester den Mogend
heden aangeboden den 30 December
1898, om te behandelen op de eerst1
vredesconferentie. De kwestie werd
bestudeerd in de tweede afdeeling en
door alle mogendheden, behalve door
Engeland, werd het verbod bij stem
ming uitgesproken; toen het besluit
gevallen w s verzocht .kapitein Cro-
zier van de Vereenigde Staten er op
terug te komen, meenende, dat men
te ver gegaan was. Daartegen verzette
zich de pr sident der afdeeling, do
heer Beernaert van België.
In de algeineene vergadering kwam
niemand op het besluit terug, zelfs
Crozier niet. Integendeel het werd mei
algemeene stemmen genomen, slechts
met de bepaling, dat het besluit voor
vijf jaren bindend zou zijn.
Toen kwam de conferentie van 1907.
De termijn van 5 jaren was afgeloo-
pen en het scheen, dat geen enkele
groote mogenheid lust gevoelde de
zaak op het tapijt te brengen. Toen
was het weder de afgevaardigde van
België, de heer Beernaert, die de kat
de bel aanbond en den Mogendheden
aanried het besluit te hernieuwen. Ei-
was tegenwerking; het eerste land dat
een spaak in het wiel stak van dezen
met edelmoedige mensch- en vrede
lievende bedoelingen gevulden wagen,
was de Mogendheid welke voor tien
jaren deavredesconferentie bij eikair
riep en de kwestie zelf aan de orde
stelde. De Russischen afgevaardigden
wilden ditmaal het tijdelijk verhoud
vitgestrekt zien tot een voortdurend,
maar alleen voor werpen van ont
plofbare projectielen uit ballons op
steden, dorpen of woningen, waarin
de vijand geen voorraad kon hebben
of die niet voor een oorlogsdoel kon
den dienen. Feilijk werd dus het
verbod opgeheven, voor forten, gar
nizoensplaatsen enz. Niets bleef er
over van den uitstekenden maatregel
getroffen door de eerste conferentie.
Het voorstel van den heer Beernaert
werd verworpen en vereenigde slechts
op zich de etemmender kleine naties:
de groote mogendheden stemden tegen.
En daarom oefenen de Duitschers
zich nu.
Uit de Staatscourant. Toe
gekend. bij bevordering, is de eere
medaille der orde van Oranje-Na-
san, met de gekruiste zwaarden, in
zilver, aan den opperwachtmeester
J. van de Vliervoet, van het 3e regi
ment huzaren, en aan den sergeant
R, Gras, van het 2e reg. inf.. beiden
gedetacheerd bij de Kon. Mil. Ac.
Een reünie. Berichtten we
vroeger, dat officieren en oud-of li-
eieren der cavalerie, die uit de gele
deren den officiersrang bereikten,
het voornemen hadden, op 12 Decem
ber een reünie te houden, thans kun
nen we mededeeleln, dat deze bijeen
komst zal plaats hebben.
Den 12den December 1908 zal het
25 jaar geleden zijn, dat de laatste
onderofficieren der cavalerie die hun
opleiding genoten aan den cursus le
Haarlem, tot officier werden aange
ftteld. Een groot aantal oud-volon
tairs betuigde instemming met het
denkbeeld, 'dit feit eenigszins feeste
lijk te herdenken.
Een gezamenlijke maaltijd zal
worden gebonden op Zaterdag 12
December in de JV it te Sociëteit te
's-Gravenhage.
FEUILLETON.
19) t
De aanwezigheid van Arthur over
tuigde mij tola t zijn broeder eveneens
hier in de'Luurt moest w'ezten. Ik
twijfelde er niet alan, dat ik hem bin
nen eenige dagen toch wel zou gevon
den' hebben, maar niettemin was ik
blij, tijd en moeite te hebben ge
spaard.
„Dus kan monsieur Arthur óók
liegen," zeide ik bij mij zelVen, maar
'dacht terstond, dat dit een onrecht
vaardig verwijt Was. Ongetwijfeld
was hij vast van voornemen} ge
weest, te blijven. Waar hij was, en
eerst «4e zijn raad vruchteloos bleek
te zijn', w'as hij het kanaal overge
stoken,. om zijn broeder te redden,
eer liet te laat w|a®. Uit dat alles kon
ik fluks de gevolgtrekking inteken
dat het te laat was en dat ik Paul
Harvey in mijn macht had.
Ilc liet mijn kamer aahwijzeh en
bestelde eten warm avondmaal. Toen
de bediende ziteh wilde Verwijderen,
hield ik hem staande door te vragen,
of er bóven ook lo-gé's waren. Den
yorigen dag was er een groot getal
geweest, maar lieden Waren er
s 1 e c b ts w e ini gen
„Ik. zag van avond een heer, die
naar ik meen, hier logeert," zei ik.
v oorts, „een slankte, blonde bleeke
"taan. -Weet u misschien toevallig,
wiem ik bedoel en heet hij niet
Thompson
De bediende dacht eVen ha.
„Neen," zeide hij, „er logeert, hier
wel een heer, op wien uw beschrij
ving past, maar hij heet niet Thomp
son. Het is een zekere mijnheer
Harvey, en bovendien heeft hij den
geheelen dag zijn kamer hiel verla
ten. Op het oogenblik is hij póg
boven."
Dat was al wat ik wilde weten.
Dus Vertoefde Paul Harvey werke
lijk daar in huis en zelfs o)nder- zijn
eigen naata. Ik had verwacht van
den kellner zijn aangenomen naam te
Vernemen.
Uitmuntend in mijn llumeur ver
orberde ik mijn avtendmaial. Het was
Voortreffelijk toebereid en ik dronk
er een glas sherry bij, in plaats
vain het gebruikelijke hier. De zaak
stond uitstekend ejn ik gevoelde, dat
dit succes mijn nateta als detective
zou vestigen. Terwijl de hransche
politie en de Engelsche detectives
zich nog bezig hielden met den zwar
ten koffer en het mejuffrouw Simp
son lastig maken, had ik alle draden
va|n het geheim in hahden gekregen.
Ik beVoind mij geheel alleen in jde
nette koffiekamer en terwijl ik mij
aan mijne aangename gedachten
overgaf, vielen onwillekeurig mijne
oogen toe. Plotseling werd ik door
het harde toeslaan van de deur uit
mijn lichte sluimering gewekt.- Mei-
veel lawaai strompelde een man de
gelagkamer binnen, in wien ik op
het eerste gezicht Paul Ilarvey her
kende. Hij bezat eén rijzige, slanke
figuur en het blonde haar, maar
lang niet het aangename uiterlijk
Van zijn broer Arthur. Zijn gelaats
kleur was vaal en er lag een schuwe,
loerende uitdrukking in zijn oogen.
Driftig trok hij aten de bel en
liep op den met zand bestrooiden
vloer heen en weer Toep de bedien
de verscheen bestelde hij „nog een
glas, heet en sterk'Naar mijn mee
ning had hij reeds meer dajn genoeg
gedronken.
Hij waö mij een paar malen voor-
hijgeloopen en had mij telkens van
ter zijde een blik toegeworpen. Plot
seling bleef hij vóór mij staan. a,ls
iemand, die een besluit gein omen
heeft.
„Heeft u lust waf met me te keu
velen JT vroeg hij- „In zulk egn ellen
dig' gat moet men toch trachten op He
eene of andere maimer den avolnd
door te brengen."
„Juist, wat ik zooeven dacht," gaf
ik leverfdig ten aptwoord. „Het zal
mij een groot genoegen zijn, kejnnis
met u te maken, mijnheer. Muilen
wij hier in den hoek gaa|n zitten?"
Paul Ilarvey viel op een sofa neer,
die tegen den wajnd stond en ik zette
mij tegenover hem op een stoel. Tus
schen ons sto'nd een klein, rond tafel
tje. De kellner bracht een dampend
'glas grog.
„Dat ziet er verlokkelijk mj.
j merkte ik vlroolijk aan. „Ik kan niet
beter doem Jan u gezelschap tc hou
den."
Ilarvey beval dein man cein tweede
glas te brengen.
Nadat de bediende zich verwijderd
had, ging hij voort met te schelden
op de miserabele plaats en te moppe
ren' over liet weer, dat, toch den
geheelen dag zeer mooi Was geweest.
Ik probeerde het met, eenige toespe
lingen op de gebeurtenissen van den
dag, maar hij gaf af'op alle politiek
met zooveel kracht, dat ik maar heel
gauw van dat thema afstapte. Het
was geen aangenaam persoontje, die
Paul Ilarvey iemand met een
slecht geweten.
Ik probeerde het terrein nog ver
der te verkennen. Daarna stelde ik
mij voor, want ik was van meening,
dat de toebereidselen nu Miug fi'e'
noeg hadden geduurd.
„Mijn naam is Barry," zeide ik,
„Barry van Londeln. Mag ik weten,
met wien ik het genoegen zal heb
ben, den avond door te brengen
„Mijn naam is Harvey Paul
Harvey en ik scliaain mij dien
niet."
„Natuurlijk niet, waarom ook
zo-udt ge u schamen r Mag ik weten
of u familie is van den heer Arthur
HarVey in Southend? Ik vraag dat
maait omdat u wel iets op dien heer
gelijkt."
„Die man is mijn broer," klonk
het antwoord.
„Inderdaad Dat is wel merk
waardig. Ik trof uw broeder een dag
of acht geleden te Parijs aan. Oj
w'acht eensneen, zóó lang is het
nog niet. Vandaag hebben wil yriJ"
dag, het moet jongstleden Dinsdag
geweest zijn. Ik was zeer veiwon-
derd hem in Parijs te ontmoeten en
toch weet i.k heusohU1 v aarom
mij dat verwonderde.
..Hmï' zei mijn kameraad, terwijl
hij' een "sigaar aanstak.
En hoe maakt uw goede tante het,
juffrouw Raynell
Ilarvey verschoot van kleur. Hij
sidderde aan zijn geheele lichaam en
had moeite op zijn plaats te blijven
zitten. Ik sloeg hem scherp gade.
„Het. gaat haar hèel goed, die
ouwe, gierige vogelverschrikker. U
schijnt de heele familie te kennen,
mijnheer Barry, en toch heb ik nooit
van u gehoord."
„O, zeker, uw familie ken ik van
zeer nabij. Maar u moet juffrouw
Raynell niet lakten wegeins bare
spaarzaamheid. Elke penny, dien zij
opspaart, komt u later ten goet e,
niet waar
Paul Harvey sloeg met de vuist
op de tafel. 1V,
Neem dat, is niet liet geval,
schreeuwde hij. „En als u zoo goed
met mijn familie bekend waart, als
ge voorgeeft, dan zoudt ge dat niet
hebben kunnen zeggen, Arthur is
haar erfgenaam hij is dat altijd
geweest. En als er ooit iemand pro
fijt trekt vten haren dood, dan is het
Arthur. In mijn belang zou het zijn,
haar zoo lang mogelijk in 't leven te
houden."
Hij had deze laatste wooi'den meer
voor zich zelven gesproken, maar ik
had ze toch duidelijk verstaan.
Dat gezegde verwonderde mij
meeijv dan ik mij zelven wilde beken
nen. Ik twijfelde niet aan de op
rechtheid van den jóngen man. Er
lag in heel zijn Voorkomen een ruwe
oprechtheid en rondborstigheid. Mis
schien was hij wat al te zeer een
flapuit, gelijk hij zeker wat al te
rond was.
„Laten wij er niet meer over spre
ken," zeide ik. „Wenscht n nog een
glas, dan zal ik er om schellen.
..Heel goed; ik dank u,en houden-
wij met die praatjes o^ Speelt u
kaart t
..ik ken enkele spelen,, hernam
ik, niet zonder eenige aarzeling.
Paul Harvey scheen mij nu juist
niet het aangenaamste gezelschap
toe. lom te kaarten.
,.Mo5i zoo! Hei daar, Robert, vle
gel. gauw de kaarten hier!"
Wordt vervolgd.)
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ^eedejlai