DAGBLAD voor NOORD- en
HOLLAND.
Alledagjes.
BUITENLAND.
sphuisvssf 29-3133, Haarlem
Hillegomsche
Slechts twee letters,
WOENSDAG 9 DECEMBER 1908.
33ste Jaargang No. 6762
ABONNEMENTPRMS:
Bureaux van Redactie en Administratie:
Intercommunaal Telefoonnummer 1426.
FEUILLETON.
27>
XX<
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Per 8 maanden voer Haarlemf 1,85
Voor db plaatten, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.S5
Voor dge overige plaatsen in Nederland franco per post, 1.80
AfeouÉBrlqke nummers „(0,05
PRIJS DER ADVERTENTIÊN
Van 1—6 regelsf0,60 (contant) f 0,50
Elke regel meer#,lè
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie 4 contant.
1000
Alle betalende abonnés op dit blad, die in het bezit eener verzekeringspolis zijn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor:
HOLDEN bij
levenslange onge
schiktheid tot
werken.
400
GOLDEN bij
overlijden.
300
GULDEN bij
verlies van éen
hand of voet.
150
GULDEN bij
verlies van
éen oog.
100
GULDEN bij
verlieB van
éen duim.
GULDEN bij
verlies van
één
wijsvinger.
15
GULDEN bij
verlies van
éen anderen
vinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatsohapptf „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
XIII.
Eton rumoerige vergadering.
Weinig kon ik vermoeden, dat de
heeren sociaal-democraten na hun
nederlaag van Donderdag 26 jNovem-
ber j.i. aoo spoedig terug zouden ko
men. Jk heb aan het slot van mijn
▼origen brief wel gezegd, dat ze het
er niet bij «ouden laten, nu ze door
een paar debaters op Donderdag 26
November eens aan den pols gevoeld
werden, maar zoo gauw, neen, dat
dacht memand! Nu dan, Vrijdagavond
j.l. werd de debatavond vervolgd.
Weer presideerde de heer Van de Ge
vel secretaris der neutrale bloemist-
werkiiedenvereeniging te Haarlem en
weer sprak de belasting-commies de
heer Poppe.
De saai was stamp- en stampvol,
geen mms kon er meer in. Arbeiders,
patroon», middenstanders, alles was
er, zelfs op de tribune boven was geen
plaatsje, ja, achter de coulissen van
het tooneel stonden en zaten hoorders.
Geen wonder: de debaters waren
officieel uitgenoodigd en dit was per
strooibiljet bekend gemaakt. De voor-
aitter opende met de aan valletje op
de Nieuwe Haarlemsche. Daarna be
gon de heer Poppe. Hij zou resumee-
ren, dus samenvatten- wat hij de vo
rige maal reeds gezegd had, zoo ver
meldde het strooibiljet. Dat resumé
duurde circa anderhalf uur! Er
kwam dan ook weer heel wat anders
en niet veel liefs, 't Begon met op
somming van persoonlijkheden aan
het adre» der debaters, de heeren
Bulten en Loerakker. Geen enkele
maal onderbraken deze den spreker,
rustig wachtten zij hun beurt af. De
heer Poppe trachtte met allerlei uit
spraken van sociaal-democraten en
socialistische schrijvers, met aanha
lingen uit redevoeringen van predi
kanten, met besluiten van Bisschop
pen, een en ander aan zijn doel aan
gepast, aan te toonen dat kaiholieke
en christelijke vakvereenigingen alleen
maar dienden om de arbeiders er onder
te houden. De priesters waren niet
anders dan kapitalisten-knechts. Zoo
redeneerde spreker anderhalf uur, 't
publiek werd het luisteren moe, onge
duldig begon 't om debat te roepen,
d&arvoor toch was de vergadering uit
geschreven. De voorzitter antwoordde,
dat hij de leiding had.
Eindelijk dan s.wam de eerste deba
ter aan de beurt.
Zoo enthousiastisch de heer Bulten
kan spreken, zoo kalm wa3 hij dezen
avond. Zelfs toen men hem direct al
van verschillende kanten, van de zijde
van vrienden van den heer Poppe en
door dezen zelf,begon te interrompeeren,
wees hij er heel bedaard op, dat het
unfair was, hem in de rede te vallen,
terwijl hij toch zweeg, toen spreker
persoonlijkheden debiteerde. In de
vergaderingen gingen er stemmen op,
ot de voorzitter ook eens leiden wilde!
Drie kwartier lang legde deze debater
den spreker de bewijzen voor, dat de
neutrale vakorganisaties in haar actie,
in haar geheele optreden, in haar
vakpers, propageeren voor den klas
senstrijd, voor het socialisme, dat de
neutrale vakvereenigingen gewoonweg
sociaal-democratische politiek voeren,
dat ze den godsdienst trappen. Uit de
statuten, vakbladen, jaarboekjes, jaar
verslagen van neutrale vakvereenigin
gen, uit brochures van sociaal-demo
cratische voormannen, haalde hij met
naam en datum uit artikelen, adver
tenties, mededeelingan enz. de bewijzen
van de onhoudbaarheid van neu
traliteit in de vakbeweging. Waar
spreker naar gewoonte de geestelijke
adviseurs nog al aangevallen had,
toonde debater aan de vergadering, uit
de practijk, met feiten aan de onbaat
zuchtigheid van een priesterziel.
De groote aanmatiging der sociaal
democraten bewees hij met eenige
urgente voorvallen, waaruit bleek, dat
de verkregen gunstige resultaten der
actie van katholieke vakbonden, door
socialistische neutrale vereenigingén
brutaal werden opgeëisch». Dit was
het punt waarmee de heer Loerak
ker, de tweede debater, ongenadig
striemde. Hij bewees met uittreksels
uit notulen van vergaderingen, met
feiten, waarvan dag en datum genoemd
werden en waarna hij den persoon
van den voorzitter, den heer Van sde
Gevel, zelf als getuige opriep, dathet
de katholieke vakorganisatie was, die
voordeelen behaalde voor de arbeiders
in het bloembollenvak, en niet de
neutrale Met weer heel andere citaten
toomde hij aan, dat de neutrale orga
nisaties in maatschappelijk, politiek
en godsdienstig opzicht zijn: sociaiis-
tiscü en anti-godsdienstig. Hij gaf
een klemmend betoog, waaraan spre
ker een kluif moest hebbeD, want de
heer Poppe werd voor feiten gesteld 1
Jammer, dat de heer Loerakker niet
mocht uitspreken. Hij moest zich
telkens en telkens weer bekorten. Zoo
kwam dan de spreker, de heer Poppe,
wqer aan het woord. In zijn rede had
hij kleine dingen gebruiktof ie het
geen klein ding, katholieke arbeiders
er een verwijt van te maken, dat zij
in een rapport een vreemd woord ver
keerd schreven, dat zij een «zetten waar
een u moest staan (iets dergelijks
was de kwestie). Geen der beide de
baters ging op zulke kleinigheid in,
al wa3 de speech van den voorzitter,
een geestverwant van den spreker, al
leen reeds voldoende om op dat
stramien te gaan borduren, en er met
tal van voorbeelden een heel mooi
beeld van ongeletterdheid bij socia
listen op uit te teekenen. Zóó klein
deden de debaters niet, zij stelden
alleen de vraag: neutraal of niet neu
traal en bewezen de noodzakelijkheid
van confessioneele vakvereenigingen.
Toch begon de spreker, de beer
Poppe zijn repliekmet schelden! „Om
allerlei kleinigheden klapt dekliek,"
00^
Eindelijk sloeg1 het uur van ver
trek, maw Arthur Harvey was nog
niet teruggekeerd. Hij moest onver
wachts opgehouden zijn, e|n ik acht
te het onverstandig, nog langer te
wachten. De politie kon elk oogein-
blik komen; daarom overreedde ik
Paul Harvey met mij te ga,an. Ik zelf
voelde mi} geheel in het nauw ge
dreven. Van dein beginne was mijn
axgwaaa gevestigd op die ,,P. H."
en er bleef bij mij geen twijfel over,
dat het de naamletters van dein moor
denaar waren. Nu begon ik mij af te
[vragen, of ik a,l dien tijd niet in
dwaling bad verkeerd ik begon
te gelooven ,da,t Paul Harvey mis
schien geheel onschuldig was, eh
toch had ik geen ander, dien ik in
zijn plaats kon zetten. In groote
verlegenheid beschouwde ik nu eens
het blad met Pauls letters, dan het
verfrommelde bagagestrookje, dat
ïk 'e morgens uit den zak va'n Ar
thur Harvey had genomen. Op
nieuw hield mij de vraag bezigWie
was de moordenaar? Na een week
hard gewerkt te hebben met ©ogen
schijnlijk schitterend resultaat
scheen de bevredigende oplossing!
dezer vraag verder van mij verwij
derd dan ooit.
[Wij hadden een yreeselijke reis.,
Paul was in de hoogste mate zenuw
achtig, overal meende hij spionnen
en detectives te zien. Meer dan tien,
twaalf malen moest- ik hem met de
grootste moeite weerhouden, zich zei-
ven te verraden, en wel tegenover
niets kwaads vermoedende men
schen, die zeer verlegen zouden ge
weest zijn, wat met die onverwachte
vangst aan te vangen. De bloedhon
den waren ongetwijfeld reeds op zijn
spoor, ma,ar hij behoefde hun het
werk niet te vergemakkelijken. Mijh
voornaamste zorg was, hem buitens
lands te brengen, want ik moest
toegeven, dat, al begon ik ook zelf
aan zijn schuld te twijfelen, noch
tans alle redenen ter verdenking on
verzwakt bleven bestaan. E;n dan
ook vroeg ik mij eensklaps af, of
ik, op den keper beschouwd, den!
w er kei ij ken moordenaar iniet hielp
vluchten. Ik wist ter nauweraood
hoe mij te gedragen. Wij kwamen
overeen, dat Paul te Parijs een dag
en een nacht zou uitrusten en zijn
broer zou afwachten, voor wien hij
een voorzichtig gesteld briefje in
het logement te Dover had achter
gelaten. De eenige vraag was deze,
of; Arthur op Zondag zou, ove-rko-
zoo ongeveer sprak hij, daarbij dus
zijn gehoor voor kliek uitmakende.
Dat wekte protest. De Hillegomsche
burgerij laat zich niet schelden voor
kliek. Zoo'n spreker wenschte ze
blijkbaar niet langer aan te hooren,
ze had al lang genoeg zijn liefelijk
heden willen verdragen. Daarom pro
testeerde de vergadering en begon de
zaal te verlaten. Daar weiden over
en weer woorden gewisseld en 't was
goed, dat de gemoederen zich in anti
socialistisch gezang gingen luchten!
Maar de bedaardheid was verre te
zoeken. Den spreker, den heer Poppe,
werd uitgeleide gedaan naar het,
station. We zouden het getal der
uitgeleiders niet graag schatten. In
de zaal waren ruim 400 menschen,
't kan de helft, maar evengoed min
der geweest zijn, die metging.
Over en weer kwam het tot hand
gemeen, wordt beweard; we zagen
het niet, en, 't wordt tegengesproken
ook. Hoe 't ook zij, indien er zoo
iets plaats had, dan keuren we dat
beslist af. Maar waar ligt de oorzaak,
vragen we toch Is het niet onverant
woordelijk van den spreker, een
woord, als hij sprak, de vergadering
in te werpen, waarvan hij toch kon
weten,hij kon het ziendat ze na al
het gehoorde warm was en niet op
zijn hand? Hij die roemde en pochte
op zijn ervaring in volksleiding, op
zijn volkskennis, hij had moeten
weten, dat in deze vergadering slechts
een allerkleinst groepje van hem ge
diend was, dat meer dan driehonderd
menschen niet bereid waren, naar
hoon te luisteren!
't Leek wel alsof met paardemiddel
verkregen moest worden, wat langs
geordenden weg niet ging, omdat, (en
wellicht was dat buiten de rekening)
zoo goed onderlegde debaters tegen
over hem stonden, 't Was reeds
duidelijk, de neutrale vakvereeniging
k on na deze poging alweer niet opge
richt worden. Zijn laatste verschansing
moest de spreker dus wel uit, en zijn
arsenaal van scheldwoorden op de
vergadering neerwerpen. De tweede
debater, de heer Loerakker, had het
reeds voorspeld! Natuurlijk werpt
spreker alle schuld van zichDe
verdraaiing der feiten, de socialistische
manier van bandeien is reeds begonnen.
Wat zegt „Het Volk" van Dinsdag
8 December hiervan Dit socialistisch
blad spreekt van „Een schandaal".
Zeer juist betiteld is daarmee de
scheldmethode 1 Maar de verdraaiing
gaat door: „Daar een vorige verga
dering niet goed tot haar recht was
gekomen door tekort debat, werd deze
avond daaraan grootendeels besteed."
Leugen is dit, want de debatter Loer-
rakker, die ofiicieël uitgenoodigd was
door de beleggers dezer vergadering,
mocht niet eens vrij uitspreken, ter
wijl de| heer Poppe- zelf .al maar vast
anderhalf uur genomen' had om te
resumeeren!
„Toen Poppe weer het woord kreeg,
was één woord van hem genoeg om
een gefluit en getier te doen ontstaan,
dat de geheele vergadering in duigen
viel." Zoo zegt „Het Volk". Wat een
verdraaiing is dat eigenlijk! De heer
Poppe sprak niet zoo onschuldig als
„Het Volk", dat belieft voor te stellen,
én de vergadering viel niet in duigen,
o, neen, zij mocht volgens regeling
door den voorzitter gemaakt nog een
maar een kwartier duren. „Het Volk"
insinueert, dat het protest der ver
gadering een afgesproken zaakje was.
Maar hoe kan nu afgesproken worden
te protesteeren tegen de benaming
„kliek", door den spreker gebezigd?
Klinkklare onzin. De spreker belee-
digde allen in de vergadering in
die mate, dat zijn woord niet langer
geduld werd. 't Zal niet gaan, heeren
socialisten, als een verdrukte onschuld
wat luidjcs te trekken! Ge staat nog
in uw hemd, net als de vorige keer.
De Hillegomsche arbeiders zijn wijzer,
dan ge dorst vermoeden. Dat ze nu
straks nóg verstandiger doen:
Straks, 't wordt nu reeds verteld,
straks komt er een groot socialistisch
kopstuk spreken voor de S.D.A.P. op
Hillegom. Op datzelfde Hillegom is
voorde zooveeiBte maal reeds gebleken,
dat socialistische sprekers hun scheld-
congresmanieren op de vergaderingen
meebrengen, dat zij ze toepassen ook,
en dat het grofste geschut achteraan
komt. Weer hebben ze gezien, dat het
Christelijk volk niet die socialistische
gebruiken gediend is. Laat het nu
genoeg zijn! Reeds vele malen zijn de
socialistische beginselen in 't openbaar
en in debat met sociaal-democraten
getoetst en ondeugdelijk gebleken.
Ledige stoelen moet men hun laten
Van Dorp.
FRANKRIJK.
Do doodstraf behouden.
De Kamer heeft gisteren met 330
tegen 201 stemmen het wetsontwerp
tot afschaffing der doodstraf verworpen.
Als er nu maar eens een president
komt, die ze durft toe te passen 1
Admiraal Germinet
Het ontslag, aan admiraal Germinet
gegeven omdat deze den droevigen en
schandelijken toestand der Fransche
Marine eens publiek heelt bekend
gemaakt de admiraal deed trouwens
niets méér dan ja zeggen op hetgeen
de kranten al hadden medegedeeld is
gisteren door de socialistisch radicale
meerderheid der Fransche Kamer met
een vertrouwensmotie bevestigd.
Door dik en dun gaat deze Kamer
met Clémenceau en zijn politiek maar
medel
RUSLAND.
Oorlogsgeruehten.
In verband met al de onrustba
rende berichten, die er weer over den
Balkan-crisis loopen, is het bericht
van eenig belang dat door den Ber-
lijnschen correspondent van de
„N.-Y. Herald" aan zijn blad wordt
geseind. i
Deze man meldt n.l. dat een oorlog
tussohen Rusland en Oostenrijk vrij
zeker te wachten isEvenals in 1878
drijft de publieke opinie in Rusland
de regeering tot een oorlog.
Bovendien meent de regeering van
den Czaar, dat Rusland zonder moei
te de overwinning op Oostenrijk kan
behalen, om daardoor zijn geschokt
prestige in den Japaïischen oorlog
te herstellen.
Dat kan ze opbreken!
MAROKKO.
Moelai Hafid.
Moelai Hafid heeft zijn antwoord
op de Fransch-Spaansche nota aan
den deken van het dipomatieke korps
te Tanger laten overreiken.
De nieuwe sultan neemt zonder te
rughouding de voorwaarden- aan die
.Europa, verbindt aan de erkenning.
Het diplomatieke korps is nu al
bijeengekomen om te overleggen, op
welke wijze Moelai Hafid nu plech
tig kennis zou worden gegeven van
zijn erkenning door de mogendheden.
DE BALKAN,
't Wordt slechter in plaats van beter!
De beterschap in de Balkan-moei
lijkheden was maar een vleugje
Ondanks Von Bülow's en Von
Aehrentkai's geruststellende verze
keringen in de respectieve parle
menten schijnt het wel vast te staan,
dat de toestand op den Balkan gaan
deweg weer verslechterd.
Vooreerst tusschen Turkije en Oos
tenrijk. Dat doet 'm die leelijke boy
cot, waarvan de Turken naar 't
schijnt, volstrekt niet willen afzien.
En de Oostenrijkers zijn er zoo
boos over, dat weer opnieuw in be
richten uit Konstajntinopel te lezen
is, dat men te Weenen Weer ernstig
begint te denken over de tijdelijke te
rugroeping van den gezant Pallavi-
cini.
De vertoogen va,n den gezant der
Donau-monarchie te Konstantinopel
hebben al heel weinig uitgewerkt
en de stille wenk, onlangs uit Lon
den aan Turkije gegeven om het boy
cot te matigen, heeft al evenmin ge
holpen. tiet boycot is. toegenomen
inpiaats van afgenomen en de handel
der Donau-monarchie ondervindt er
op gevoelige wijze de gevolgen van.
Er heerscht te (Weenen stijgende
verbittering over deze boycot-bewe
ging en het zon gee|n wonder zijn,
als men, na de vergeefsche pogingen
om langs diploma,tieken weg een ein
de aan het boycot te maken, einde
lijk overging tot de terugroeping
van den gezant.
In dat geval zou het Turksch-Oos-
tenrijksche geschil weer een bedenke-
belijke schrede verder van de oplos
sing zijn.
Dia,ar komt bij dat de toestand in
Servië verslechterd.
We hebben indertijd eens medege
deeld dat de opinie van gezaghebben
de Oostenrijksche diplomaten over
Servië deze wasdat er geen kans op
oorlog zon wezen zoolang Milowao-
nowits minister-president zou; zijn,
maar dat de oorlog bijna zeker zou
worden, als Pasjits, de groote tegen
stander, de bekende oorlogszuchtige
Ruseophiel, de leiding der raken
kreeg!
Welnu: 't gaat op dit laatste toe.
Milowanowits heeft op zijn reis in
het buitenland natuurlijk niets ge
daan kunhen krijgen, da t de Mogend
heden de onzinnige eischen ran Ser
vië om Oostenrijk te verbieden Bos
nië te annexeeren, wilden steunen.
En dies zijn de Serviërs woedend!
Er is tot dusver geen enkel blad,
dat voor Milowanowits partij trekt.
In den loop van deze week zal er een,
geheime zitting der Skoepsjtinal
plaats hebben, waarin Milowanowits
ter verantwoording zal worden ge
roepen. Die zitting zal dus denke
lijk beslissend worden voor het pl
of niet aanblijven van den minister^
Het geldt hier een zeer teere aangele
genheid, daar ze ten nauwste samen
hangt met de verhouding tusschen
Rusland en Servië.
Eenige Servische bladen maken in
middels een telegram uit St. Peters
burg openbaar, dat onderteekend is
door eenige panslavitische Doema-
leden en een redacteur van het „No-
woje Wremja", en waarin verzekerd
wordt, dat Rusland, de inlijving van
Bosnië in geen geval zal erkennen!
In dat telegram wordt tevens g&i
zegd, dat Pasjits van Rus lands voor
nemens genoegzaam op de hoogte
is
Pasjits is, gelijk men weet, de Ser
vische oud-minister, die dein Kroon
prins op diens reis naar St. Peters
burg heeft vergezeld en daar zelfs
na het vertrek van den Kroonprins
nog eenige dagen gebleven is in ver
band met de zending van den Kroon
prins.
Die Pasjits nu die neg Zondag
1.1. een onderhoud van een uur met
koning Peter heeft gehad, bevestigt,
dat men hem ter hoooste nlaatse
te St. Petersburg inderdaad dé gei?
zekering heeft gegeven, dat Rusland
de inlijving van Bosnië niet zal er
kennen
Dat zal natuurlijk wel niet waar
zijn, maar Pasjits wil minister wor
den.
En dan
Men zegt dat de oorlog dan zal uit
breken.
AMERIKA-,
Roosevelt's laatste „Boodschap".
Tot sluiting van dit Congres
Taft zal 't volgende openen heeft
Roosevelt een „Boodschap" gericht
tot de afgevaardigden, waarin hij het
heeft over den socialen toestand.
Daarin zegt de merkwaardige pre
sident der Ver. Staten verschillende
belangrijke dingen. Hij betoogt, dat
den arbeiders gemiddeld een grooter
aandeel zal moeten worden toene
men. Ik wil er nog bijvoegen, dat
Paul, om op alle gevallen voorbe
reid te zijn, te Dover een kaartje
naai* Londen had genomen, terwijl
ik voor twee plaatsen naar Parijs
gezorgd had en de bagage op mijn
naam liet inschrijven.
Bij onze komst te Parijs reden
wij terstond naar een rustig afge
legen hotel. Paul, voortdurend bang
Voor ontdekking, liet zich in den
donkersten hoek v,a,n het rijtuig
drukken. Alle lichtzinnigheid, alle
vermetelheid was van hem geweken
door de indrukken dezer laatste
uren. Het scheen mij toe, dat hij
er vast aan geloofde den moord te
hebben misdreven op de door
Arthur beschreven wijze. Telkens
weder mompelde hij bij zich zei ven:
„Die boeken, die boeken!"
Klaarblijkelijk beschouwde hij
hunne aanwezigheid in de wonius
a,ls het sterkste bewijs van zijne
schuld. Zij getuigden meer, dan ,a^
het overige, hetwelk hij zich niet
meer herinnerde, wat hij dien Zon
dagavond had verricht onder den
invloed van ee|n roes, die zijn zin
nen verwarde.
„Dwaasheid" zeide ik. „Zij schij
nen te bewijzen, evenals een menigte
andere dingep, dat de moord in dien
nacht is gepleegd, en dat men het
lijk thuis in uwen koffer pakte. Dat
is alles."
„Maar er was den ganschem nacht
niemand thuis, behalve wij tweeën
en de hospita, U gelooft toch niet,
dat juffrouw Jessop tante ver
moordde
„Dat niet,"hernam ik.
„Welnn, anders was er niemand
in huis kon er niemand in ge
weest zijn."
„Dat moet eerst bewezen worden,"
luidde mijn antwoord
Het was een mooie, warme Zon
dagmorgen- Zocdra ik mij n bescher
meling in betrekkelijke veiligheid
had gebracht, verwijderde ik mij,
om mijn ouden vriend Le-o Passet
op te zoeken. Sinds mijn laatste
ontmoeting was er een week ver
streken. Wat was er al niet in dien
tijd gebeurd!
Het was ongeveer tien uur, toen
ik zijn bureau bereikte. Als echte
Franschman was hij (natuurlijk een
en al verrukking mij te ziejn. In
werkelijkheid, geloof ik, zou het hem
aangenamer zijn geweest, als ik mij
om het treurspel van den zwarten
koffer niet verder had bekommerd.
„Wel, mijn waarde heer Fasset',
- 5 Heeft u
vroeg ik, „hoe ver is u
den man té pakken
/J.1 -LLLOUi trv/ --
„Dat is mijn werk niet gaf hij
mij min of meer geraakt te verstaan.
„Vraag liever mijn neef Gaston. Uw
landgenooteU zijn ijverig aan 't zoe
ken. Ik geloof, dat zij zich beschou
wen als wonderen van schrander
heid!"
„Internationale wedijver!" dacht
ik bij mij zeiven. „Des te beter
voor Harvey."
Door bemiddeling van Gaston Fas
set werd mij vergund, den zwarten
koffer nogmaals te bezichtigen. Ik
had hem openhartig verteld, dat ik
meende een zeer belangrijk spoor te
hebben ontdekt. Ik trilde van ver
wachting, toen de commissaris lang
zaam de deur ontsloot van de kamer,
waar de koffer werd bewaard. TV an-
neer ik inij eens vergiste wat dan
Wanneer ik de letters wel is waar
nauwkeurig gecopiëerd had, maar
toch niet nauwkeurig genoeg, om
op zulk een onbeduidend verschil
te letten
Nu ging de deur open en ik snel
de naar binnen. Daar stond de nood
lottige koffer, zwart en somber, met
zijn akelige, geheimzinnige geschie
denis. Gelukkig was niemand er aan
geweest, men haid hem gephotogra-
pheerd, dat was alles. Het briefje
met 't opschrift: „Greenwich naar
Southend" had ik juist vóór mij.
Ik onderzocht het nauwkeurig. Hoe
flauw ook de potloodletters te voor
schijn traden, de vorm er van was
nog zeer duidelijk te herkennen. Uor-
-spronkelijk waren zij met een zanht
potlood zeer dik geschreven, ik had
ze juist gecopiëerd- De krul was er.
Nog eenmaal bezichtigde ik den
koffer nauwkeurig. En inderdaad
ontdekte ik bij het heldere zonne
licht een glimmende plek, waarvan
een onvoldoend bevestigd bagage-
briefje kon afgevallen zijn of afge
scheurd was geworden. Ik bevoch
tigde mijn vinger en bevond, dak
de plek nog kleverig was. Daarmede
was de vraag opgelost. Te Southend
was er een etiket opgeplakt, dat, al
vorens de koffer Parijs bereikte, er
af geraakt, naar alle w aarsehij nl ij k-
heid opzettelijk afgenomen was.
Was dit laatste het geval, dan moest
dat vermoedelijk gebeurd zijn eer
de koffer Londen had verlaten. En
mijn reden tot die veronderstelling
was deze'J
De man, die het briefje „van Lon
den naar Parijk" er op geplakt had,
had het oude etiquet „van Green
wich naar Southend' zorgvuldig
daarmee bedekt. Hij scheen derhalve
in dat opzicht veel te houden van
netheid en nauwkeurigheid. Ware er
destijds nog een ander briefje op
den koffer geweest, dan zou hij dat
vermoedelijk ook overgeplakt heb
ben, in plaats van het papiertje met
de groote „P op een vrije plek te
kleven.
Wordt vervilgd.)