DAGBLAD voor NOORD- en HOLLAND. Alledagjes. BUITENLAND. sphuisvssf 29-3133, Haarlem Hillegomsche Slechts twee letters, WOENSDAG 9 DECEMBER 1908. 33ste Jaargang No. 6762 ABONNEMENTPRMS: Bureaux van Redactie en Administratie: Intercommunaal Telefoonnummer 1426. FEUILLETON. 27> XX< NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Per 8 maanden voer Haarlemf 1,85 Voor db plaatten, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.S5 Voor dge overige plaatsen in Nederland franco per post, 1.80 AfeouÉBrlqke nummers „(0,05 PRIJS DER ADVERTENTIÊN Van 1—6 regelsf0,60 (contant) f 0,50 Elke regel meer#,lè Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie 4 contant. 1000 Alle betalende abonnés op dit blad, die in het bezit eener verzekeringspolis zijn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor: HOLDEN bij levenslange onge schiktheid tot werken. 400 GOLDEN bij overlijden. 300 GULDEN bij verlies van éen hand of voet. 150 GULDEN bij verlies van éen oog. 100 GULDEN bij verlieB van éen duim. GULDEN bij verlies van één wijsvinger. 15 GULDEN bij verlies van éen anderen vinger. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatsohapptf „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. XIII. Eton rumoerige vergadering. Weinig kon ik vermoeden, dat de heeren sociaal-democraten na hun nederlaag van Donderdag 26 jNovem- ber j.i. aoo spoedig terug zouden ko men. Jk heb aan het slot van mijn ▼origen brief wel gezegd, dat ze het er niet bij «ouden laten, nu ze door een paar debaters op Donderdag 26 November eens aan den pols gevoeld werden, maar zoo gauw, neen, dat dacht memand! Nu dan, Vrijdagavond j.l. werd de debatavond vervolgd. Weer presideerde de heer Van de Ge vel secretaris der neutrale bloemist- werkiiedenvereeniging te Haarlem en weer sprak de belasting-commies de heer Poppe. De saai was stamp- en stampvol, geen mms kon er meer in. Arbeiders, patroon», middenstanders, alles was er, zelfs op de tribune boven was geen plaatsje, ja, achter de coulissen van het tooneel stonden en zaten hoorders. Geen wonder: de debaters waren officieel uitgenoodigd en dit was per strooibiljet bekend gemaakt. De voor- aitter opende met de aan valletje op de Nieuwe Haarlemsche. Daarna be gon de heer Poppe. Hij zou resumee- ren, dus samenvatten- wat hij de vo rige maal reeds gezegd had, zoo ver meldde het strooibiljet. Dat resumé duurde circa anderhalf uur! Er kwam dan ook weer heel wat anders en niet veel liefs, 't Begon met op somming van persoonlijkheden aan het adre» der debaters, de heeren Bulten en Loerakker. Geen enkele maal onderbraken deze den spreker, rustig wachtten zij hun beurt af. De heer Poppe trachtte met allerlei uit spraken van sociaal-democraten en socialistische schrijvers, met aanha lingen uit redevoeringen van predi kanten, met besluiten van Bisschop pen, een en ander aan zijn doel aan gepast, aan te toonen dat kaiholieke en christelijke vakvereenigingen alleen maar dienden om de arbeiders er onder te houden. De priesters waren niet anders dan kapitalisten-knechts. Zoo redeneerde spreker anderhalf uur, 't publiek werd het luisteren moe, onge duldig begon 't om debat te roepen, d&arvoor toch was de vergadering uit geschreven. De voorzitter antwoordde, dat hij de leiding had. Eindelijk dan s.wam de eerste deba ter aan de beurt. Zoo enthousiastisch de heer Bulten kan spreken, zoo kalm wa3 hij dezen avond. Zelfs toen men hem direct al van verschillende kanten, van de zijde van vrienden van den heer Poppe en door dezen zelf,begon te interrompeeren, wees hij er heel bedaard op, dat het unfair was, hem in de rede te vallen, terwijl hij toch zweeg, toen spreker persoonlijkheden debiteerde. In de vergaderingen gingen er stemmen op, ot de voorzitter ook eens leiden wilde! Drie kwartier lang legde deze debater den spreker de bewijzen voor, dat de neutrale vakorganisaties in haar actie, in haar geheele optreden, in haar vakpers, propageeren voor den klas senstrijd, voor het socialisme, dat de neutrale vakvereenigingen gewoonweg sociaal-democratische politiek voeren, dat ze den godsdienst trappen. Uit de statuten, vakbladen, jaarboekjes, jaar verslagen van neutrale vakvereenigin gen, uit brochures van sociaal-demo cratische voormannen, haalde hij met naam en datum uit artikelen, adver tenties, mededeelingan enz. de bewijzen van de onhoudbaarheid van neu traliteit in de vakbeweging. Waar spreker naar gewoonte de geestelijke adviseurs nog al aangevallen had, toonde debater aan de vergadering, uit de practijk, met feiten aan de onbaat zuchtigheid van een priesterziel. De groote aanmatiging der sociaal democraten bewees hij met eenige urgente voorvallen, waaruit bleek, dat de verkregen gunstige resultaten der actie van katholieke vakbonden, door socialistische neutrale vereenigingén brutaal werden opgeëisch». Dit was het punt waarmee de heer Loerak ker, de tweede debater, ongenadig striemde. Hij bewees met uittreksels uit notulen van vergaderingen, met feiten, waarvan dag en datum genoemd werden en waarna hij den persoon van den voorzitter, den heer Van sde Gevel, zelf als getuige opriep, dathet de katholieke vakorganisatie was, die voordeelen behaalde voor de arbeiders in het bloembollenvak, en niet de neutrale Met weer heel andere citaten toomde hij aan, dat de neutrale orga nisaties in maatschappelijk, politiek en godsdienstig opzicht zijn: sociaiis- tiscü en anti-godsdienstig. Hij gaf een klemmend betoog, waaraan spre ker een kluif moest hebbeD, want de heer Poppe werd voor feiten gesteld 1 Jammer, dat de heer Loerakker niet mocht uitspreken. Hij moest zich telkens en telkens weer bekorten. Zoo kwam dan de spreker, de heer Poppe, wqer aan het woord. In zijn rede had hij kleine dingen gebruiktof ie het geen klein ding, katholieke arbeiders er een verwijt van te maken, dat zij in een rapport een vreemd woord ver keerd schreven, dat zij een «zetten waar een u moest staan (iets dergelijks was de kwestie). Geen der beide de baters ging op zulke kleinigheid in, al wa3 de speech van den voorzitter, een geestverwant van den spreker, al leen reeds voldoende om op dat stramien te gaan borduren, en er met tal van voorbeelden een heel mooi beeld van ongeletterdheid bij socia listen op uit te teekenen. Zóó klein deden de debaters niet, zij stelden alleen de vraag: neutraal of niet neu traal en bewezen de noodzakelijkheid van confessioneele vakvereenigingen. Toch begon de spreker, de beer Poppe zijn repliekmet schelden! „Om allerlei kleinigheden klapt dekliek," 00^ Eindelijk sloeg1 het uur van ver trek, maw Arthur Harvey was nog niet teruggekeerd. Hij moest onver wachts opgehouden zijn, e|n ik acht te het onverstandig, nog langer te wachten. De politie kon elk oogein- blik komen; daarom overreedde ik Paul Harvey met mij te ga,an. Ik zelf voelde mi} geheel in het nauw ge dreven. Van dein beginne was mijn axgwaaa gevestigd op die ,,P. H." en er bleef bij mij geen twijfel over, dat het de naamletters van dein moor denaar waren. Nu begon ik mij af te [vragen, of ik a,l dien tijd niet in dwaling bad verkeerd ik begon te gelooven ,da,t Paul Harvey mis schien geheel onschuldig was, eh toch had ik geen ander, dien ik in zijn plaats kon zetten. In groote verlegenheid beschouwde ik nu eens het blad met Pauls letters, dan het verfrommelde bagagestrookje, dat ïk 'e morgens uit den zak va'n Ar thur Harvey had genomen. Op nieuw hield mij de vraag bezigWie was de moordenaar? Na een week hard gewerkt te hebben met ©ogen schijnlijk schitterend resultaat scheen de bevredigende oplossing! dezer vraag verder van mij verwij derd dan ooit. [Wij hadden een yreeselijke reis., Paul was in de hoogste mate zenuw achtig, overal meende hij spionnen en detectives te zien. Meer dan tien, twaalf malen moest- ik hem met de grootste moeite weerhouden, zich zei- ven te verraden, en wel tegenover niets kwaads vermoedende men schen, die zeer verlegen zouden ge weest zijn, wat met die onverwachte vangst aan te vangen. De bloedhon den waren ongetwijfeld reeds op zijn spoor, ma,ar hij behoefde hun het werk niet te vergemakkelijken. Mijh voornaamste zorg was, hem buitens lands te brengen, want ik moest toegeven, dat, al begon ik ook zelf aan zijn schuld te twijfelen, noch tans alle redenen ter verdenking on verzwakt bleven bestaan. E;n dan ook vroeg ik mij eensklaps af, of ik, op den keper beschouwd, den! w er kei ij ken moordenaar iniet hielp vluchten. Ik wist ter nauweraood hoe mij te gedragen. Wij kwamen overeen, dat Paul te Parijs een dag en een nacht zou uitrusten en zijn broer zou afwachten, voor wien hij een voorzichtig gesteld briefje in het logement te Dover had achter gelaten. De eenige vraag was deze, of; Arthur op Zondag zou, ove-rko- zoo ongeveer sprak hij, daarbij dus zijn gehoor voor kliek uitmakende. Dat wekte protest. De Hillegomsche burgerij laat zich niet schelden voor kliek. Zoo'n spreker wenschte ze blijkbaar niet langer aan te hooren, ze had al lang genoeg zijn liefelijk heden willen verdragen. Daarom pro testeerde de vergadering en begon de zaal te verlaten. Daar weiden over en weer woorden gewisseld en 't was goed, dat de gemoederen zich in anti socialistisch gezang gingen luchten! Maar de bedaardheid was verre te zoeken. Den spreker, den heer Poppe, werd uitgeleide gedaan naar het, station. We zouden het getal der uitgeleiders niet graag schatten. In de zaal waren ruim 400 menschen, 't kan de helft, maar evengoed min der geweest zijn, die metging. Over en weer kwam het tot hand gemeen, wordt beweard; we zagen het niet, en, 't wordt tegengesproken ook. Hoe 't ook zij, indien er zoo iets plaats had, dan keuren we dat beslist af. Maar waar ligt de oorzaak, vragen we toch Is het niet onverant woordelijk van den spreker, een woord, als hij sprak, de vergadering in te werpen, waarvan hij toch kon weten,hij kon het ziendat ze na al het gehoorde warm was en niet op zijn hand? Hij die roemde en pochte op zijn ervaring in volksleiding, op zijn volkskennis, hij had moeten weten, dat in deze vergadering slechts een allerkleinst groepje van hem ge diend was, dat meer dan driehonderd menschen niet bereid waren, naar hoon te luisteren! 't Leek wel alsof met paardemiddel verkregen moest worden, wat langs geordenden weg niet ging, omdat, (en wellicht was dat buiten de rekening) zoo goed onderlegde debaters tegen over hem stonden, 't Was reeds duidelijk, de neutrale vakvereeniging k on na deze poging alweer niet opge richt worden. Zijn laatste verschansing moest de spreker dus wel uit, en zijn arsenaal van scheldwoorden op de vergadering neerwerpen. De tweede debater, de heer Loerakker, had het reeds voorspeld! Natuurlijk werpt spreker alle schuld van zichDe verdraaiing der feiten, de socialistische manier van bandeien is reeds begonnen. Wat zegt „Het Volk" van Dinsdag 8 December hiervan Dit socialistisch blad spreekt van „Een schandaal". Zeer juist betiteld is daarmee de scheldmethode 1 Maar de verdraaiing gaat door: „Daar een vorige verga dering niet goed tot haar recht was gekomen door tekort debat, werd deze avond daaraan grootendeels besteed." Leugen is dit, want de debatter Loer- rakker, die ofiicieël uitgenoodigd was door de beleggers dezer vergadering, mocht niet eens vrij uitspreken, ter wijl de| heer Poppe- zelf .al maar vast anderhalf uur genomen' had om te resumeeren! „Toen Poppe weer het woord kreeg, was één woord van hem genoeg om een gefluit en getier te doen ontstaan, dat de geheele vergadering in duigen viel." Zoo zegt „Het Volk". Wat een verdraaiing is dat eigenlijk! De heer Poppe sprak niet zoo onschuldig als „Het Volk", dat belieft voor te stellen, én de vergadering viel niet in duigen, o, neen, zij mocht volgens regeling door den voorzitter gemaakt nog een maar een kwartier duren. „Het Volk" insinueert, dat het protest der ver gadering een afgesproken zaakje was. Maar hoe kan nu afgesproken worden te protesteeren tegen de benaming „kliek", door den spreker gebezigd? Klinkklare onzin. De spreker belee- digde allen in de vergadering in die mate, dat zijn woord niet langer geduld werd. 't Zal niet gaan, heeren socialisten, als een verdrukte onschuld wat luidjcs te trekken! Ge staat nog in uw hemd, net als de vorige keer. De Hillegomsche arbeiders zijn wijzer, dan ge dorst vermoeden. Dat ze nu straks nóg verstandiger doen: Straks, 't wordt nu reeds verteld, straks komt er een groot socialistisch kopstuk spreken voor de S.D.A.P. op Hillegom. Op datzelfde Hillegom is voorde zooveeiBte maal reeds gebleken, dat socialistische sprekers hun scheld- congresmanieren op de vergaderingen meebrengen, dat zij ze toepassen ook, en dat het grofste geschut achteraan komt. Weer hebben ze gezien, dat het Christelijk volk niet die socialistische gebruiken gediend is. Laat het nu genoeg zijn! Reeds vele malen zijn de socialistische beginselen in 't openbaar en in debat met sociaal-democraten getoetst en ondeugdelijk gebleken. Ledige stoelen moet men hun laten Van Dorp. FRANKRIJK. Do doodstraf behouden. De Kamer heeft gisteren met 330 tegen 201 stemmen het wetsontwerp tot afschaffing der doodstraf verworpen. Als er nu maar eens een president komt, die ze durft toe te passen 1 Admiraal Germinet Het ontslag, aan admiraal Germinet gegeven omdat deze den droevigen en schandelijken toestand der Fransche Marine eens publiek heelt bekend gemaakt de admiraal deed trouwens niets méér dan ja zeggen op hetgeen de kranten al hadden medegedeeld is gisteren door de socialistisch radicale meerderheid der Fransche Kamer met een vertrouwensmotie bevestigd. Door dik en dun gaat deze Kamer met Clémenceau en zijn politiek maar medel RUSLAND. Oorlogsgeruehten. In verband met al de onrustba rende berichten, die er weer over den Balkan-crisis loopen, is het bericht van eenig belang dat door den Ber- lijnschen correspondent van de „N.-Y. Herald" aan zijn blad wordt geseind. i Deze man meldt n.l. dat een oorlog tussohen Rusland en Oostenrijk vrij zeker te wachten isEvenals in 1878 drijft de publieke opinie in Rusland de regeering tot een oorlog. Bovendien meent de regeering van den Czaar, dat Rusland zonder moei te de overwinning op Oostenrijk kan behalen, om daardoor zijn geschokt prestige in den Japaïischen oorlog te herstellen. Dat kan ze opbreken! MAROKKO. Moelai Hafid. Moelai Hafid heeft zijn antwoord op de Fransch-Spaansche nota aan den deken van het dipomatieke korps te Tanger laten overreiken. De nieuwe sultan neemt zonder te rughouding de voorwaarden- aan die .Europa, verbindt aan de erkenning. Het diplomatieke korps is nu al bijeengekomen om te overleggen, op welke wijze Moelai Hafid nu plech tig kennis zou worden gegeven van zijn erkenning door de mogendheden. DE BALKAN, 't Wordt slechter in plaats van beter! De beterschap in de Balkan-moei lijkheden was maar een vleugje Ondanks Von Bülow's en Von Aehrentkai's geruststellende verze keringen in de respectieve parle menten schijnt het wel vast te staan, dat de toestand op den Balkan gaan deweg weer verslechterd. Vooreerst tusschen Turkije en Oos tenrijk. Dat doet 'm die leelijke boy cot, waarvan de Turken naar 't schijnt, volstrekt niet willen afzien. En de Oostenrijkers zijn er zoo boos over, dat weer opnieuw in be richten uit Konstajntinopel te lezen is, dat men te Weenen Weer ernstig begint te denken over de tijdelijke te rugroeping van den gezant Pallavi- cini. De vertoogen va,n den gezant der Donau-monarchie te Konstantinopel hebben al heel weinig uitgewerkt en de stille wenk, onlangs uit Lon den aan Turkije gegeven om het boy cot te matigen, heeft al evenmin ge holpen. tiet boycot is. toegenomen inpiaats van afgenomen en de handel der Donau-monarchie ondervindt er op gevoelige wijze de gevolgen van. Er heerscht te (Weenen stijgende verbittering over deze boycot-bewe ging en het zon gee|n wonder zijn, als men, na de vergeefsche pogingen om langs diploma,tieken weg een ein de aan het boycot te maken, einde lijk overging tot de terugroeping van den gezant. In dat geval zou het Turksch-Oos- tenrijksche geschil weer een bedenke- belijke schrede verder van de oplos sing zijn. Dia,ar komt bij dat de toestand in Servië verslechterd. We hebben indertijd eens medege deeld dat de opinie van gezaghebben de Oostenrijksche diplomaten over Servië deze wasdat er geen kans op oorlog zon wezen zoolang Milowao- nowits minister-president zou; zijn, maar dat de oorlog bijna zeker zou worden, als Pasjits, de groote tegen stander, de bekende oorlogszuchtige Ruseophiel, de leiding der raken kreeg! Welnu: 't gaat op dit laatste toe. Milowanowits heeft op zijn reis in het buitenland natuurlijk niets ge daan kunhen krijgen, da t de Mogend heden de onzinnige eischen ran Ser vië om Oostenrijk te verbieden Bos nië te annexeeren, wilden steunen. En dies zijn de Serviërs woedend! Er is tot dusver geen enkel blad, dat voor Milowanowits partij trekt. In den loop van deze week zal er een, geheime zitting der Skoepsjtinal plaats hebben, waarin Milowanowits ter verantwoording zal worden ge roepen. Die zitting zal dus denke lijk beslissend worden voor het pl of niet aanblijven van den minister^ Het geldt hier een zeer teere aangele genheid, daar ze ten nauwste samen hangt met de verhouding tusschen Rusland en Servië. Eenige Servische bladen maken in middels een telegram uit St. Peters burg openbaar, dat onderteekend is door eenige panslavitische Doema- leden en een redacteur van het „No- woje Wremja", en waarin verzekerd wordt, dat Rusland, de inlijving van Bosnië in geen geval zal erkennen! In dat telegram wordt tevens g&i zegd, dat Pasjits van Rus lands voor nemens genoegzaam op de hoogte is Pasjits is, gelijk men weet, de Ser vische oud-minister, die dein Kroon prins op diens reis naar St. Peters burg heeft vergezeld en daar zelfs na het vertrek van den Kroonprins nog eenige dagen gebleven is in ver band met de zending van den Kroon prins. Die Pasjits nu die neg Zondag 1.1. een onderhoud van een uur met koning Peter heeft gehad, bevestigt, dat men hem ter hoooste nlaatse te St. Petersburg inderdaad dé gei? zekering heeft gegeven, dat Rusland de inlijving van Bosnië niet zal er kennen Dat zal natuurlijk wel niet waar zijn, maar Pasjits wil minister wor den. En dan Men zegt dat de oorlog dan zal uit breken. AMERIKA-, Roosevelt's laatste „Boodschap". Tot sluiting van dit Congres Taft zal 't volgende openen heeft Roosevelt een „Boodschap" gericht tot de afgevaardigden, waarin hij het heeft over den socialen toestand. Daarin zegt de merkwaardige pre sident der Ver. Staten verschillende belangrijke dingen. Hij betoogt, dat den arbeiders gemiddeld een grooter aandeel zal moeten worden toene men. Ik wil er nog bijvoegen, dat Paul, om op alle gevallen voorbe reid te zijn, te Dover een kaartje naai* Londen had genomen, terwijl ik voor twee plaatsen naar Parijs gezorgd had en de bagage op mijn naam liet inschrijven. Bij onze komst te Parijs reden wij terstond naar een rustig afge legen hotel. Paul, voortdurend bang Voor ontdekking, liet zich in den donkersten hoek v,a,n het rijtuig drukken. Alle lichtzinnigheid, alle vermetelheid was van hem geweken door de indrukken dezer laatste uren. Het scheen mij toe, dat hij er vast aan geloofde den moord te hebben misdreven op de door Arthur beschreven wijze. Telkens weder mompelde hij bij zich zei ven: „Die boeken, die boeken!" Klaarblijkelijk beschouwde hij hunne aanwezigheid in de wonius a,ls het sterkste bewijs van zijne schuld. Zij getuigden meer, dan ,a^ het overige, hetwelk hij zich niet meer herinnerde, wat hij dien Zon dagavond had verricht onder den invloed van ee|n roes, die zijn zin nen verwarde. „Dwaasheid" zeide ik. „Zij schij nen te bewijzen, evenals een menigte andere dingep, dat de moord in dien nacht is gepleegd, en dat men het lijk thuis in uwen koffer pakte. Dat is alles." „Maar er was den ganschem nacht niemand thuis, behalve wij tweeën en de hospita, U gelooft toch niet, dat juffrouw Jessop tante ver moordde „Dat niet,"hernam ik. „Welnn, anders was er niemand in huis kon er niemand in ge weest zijn." „Dat moet eerst bewezen worden," luidde mijn antwoord Het was een mooie, warme Zon dagmorgen- Zocdra ik mij n bescher meling in betrekkelijke veiligheid had gebracht, verwijderde ik mij, om mijn ouden vriend Le-o Passet op te zoeken. Sinds mijn laatste ontmoeting was er een week ver streken. Wat was er al niet in dien tijd gebeurd! Het was ongeveer tien uur, toen ik zijn bureau bereikte. Als echte Franschman was hij (natuurlijk een en al verrukking mij te ziejn. In werkelijkheid, geloof ik, zou het hem aangenamer zijn geweest, als ik mij om het treurspel van den zwarten koffer niet verder had bekommerd. „Wel, mijn waarde heer Fasset', - 5 Heeft u vroeg ik, „hoe ver is u den man té pakken /J.1 -LLLOUi trv/ -- „Dat is mijn werk niet gaf hij mij min of meer geraakt te verstaan. „Vraag liever mijn neef Gaston. Uw landgenooteU zijn ijverig aan 't zoe ken. Ik geloof, dat zij zich beschou wen als wonderen van schrander heid!" „Internationale wedijver!" dacht ik bij mij zeiven. „Des te beter voor Harvey." Door bemiddeling van Gaston Fas set werd mij vergund, den zwarten koffer nogmaals te bezichtigen. Ik had hem openhartig verteld, dat ik meende een zeer belangrijk spoor te hebben ontdekt. Ik trilde van ver wachting, toen de commissaris lang zaam de deur ontsloot van de kamer, waar de koffer werd bewaard. TV an- neer ik inij eens vergiste wat dan Wanneer ik de letters wel is waar nauwkeurig gecopiëerd had, maar toch niet nauwkeurig genoeg, om op zulk een onbeduidend verschil te letten Nu ging de deur open en ik snel de naar binnen. Daar stond de nood lottige koffer, zwart en somber, met zijn akelige, geheimzinnige geschie denis. Gelukkig was niemand er aan geweest, men haid hem gephotogra- pheerd, dat was alles. Het briefje met 't opschrift: „Greenwich naar Southend" had ik juist vóór mij. Ik onderzocht het nauwkeurig. Hoe flauw ook de potloodletters te voor schijn traden, de vorm er van was nog zeer duidelijk te herkennen. Uor- -spronkelijk waren zij met een zanht potlood zeer dik geschreven, ik had ze juist gecopiëerd- De krul was er. Nog eenmaal bezichtigde ik den koffer nauwkeurig. En inderdaad ontdekte ik bij het heldere zonne licht een glimmende plek, waarvan een onvoldoend bevestigd bagage- briefje kon afgevallen zijn of afge scheurd was geworden. Ik bevoch tigde mijn vinger en bevond, dak de plek nog kleverig was. Daarmede was de vraag opgelost. Te Southend was er een etiket opgeplakt, dat, al vorens de koffer Parijs bereikte, er af geraakt, naar alle w aarsehij nl ij k- heid opzettelijk afgenomen was. Was dit laatste het geval, dan moest dat vermoedelijk gebeurd zijn eer de koffer Londen had verlaten. En mijn reden tot die veronderstelling was deze'J De man, die het briefje „van Lon den naar Parijk" er op geplakt had, had het oude etiquet „van Green wich naar Southend' zorgvuldig daarmee bedekt. Hij scheen derhalve in dat opzicht veel te houden van netheid en nauwkeurigheid. Ware er destijds nog een ander briefje op den koffer geweest, dan zou hij dat vermoedelijk ook overgeplakt heb ben, in plaats van het papiertje met de groote „P op een vrije plek te kleven. Wordt vervilgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1