DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
Van alles wat!
BUITENLAND.
BINNENLAND.
l: mi m
Kinderhuisvesl 29-3133, Haarlem
Slechts twee letters.
DINSDAG 15 DECEMBER 1908.
338ta Jaargang Nce£r*67
Per 3 maande* tmt Haarlem1,35
Voor de plaatsen, waar een agent ia gevestigd (kern der gemeente) 1.35
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post, l.M
Afzonderlijke nummers „|0,05
Bureaux van Redactie en Administratie:
Intercommunaal Telefoonnummer 1426.
Van 16 regelsf #,6# (contant) f 0,60
Hike regel meer,0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie cant an t.
Alle betalende abonnés op dit blad, die in bet bezit eener verzekeringspolis zijn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor:
•VLDEN bij
l.venslange enge-
sckikth.id t.t
werken.
GULDBN bij
•verlijdan.
SHLDHN bij
verlies van éen
hand #f vast.
GULDBN bij
verlies van
éen oog.
GULDEN bij
verlies van
éen duim.
GVLDEN bij
vsrhes van
«én
wijsvinger.
GVLDBN bij
verlies van
éen anderen
vinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
Oorlog?
Zooals we gisteren gemeld hebben,
is de eerste openlijke daad tegen
Venezuela door onze oorlogsschepen
'arrieht: het in beslagnamen van het
^enezolaansche transportschip „Alix".
De vraag rijst nu natuurlijkis dat
oorlog
Met de officieels inlichtingen en
osededeelingen vóór ons is te ant
woorden: neenl
Nederland voert géén oorlog met
Venezuela.
Maar Nederland treedt alleen op
tegen Gastro, en Castro's bewind.
Scheidt dus Castro nu officieel van
het Venezolaansche volk.
Conclusie: onze regeering heeft on
getwijfeld inlichtingen, waaruit blijkt
dat deze scheiding (die, deor öns-alleen
gemaakt, niets zoubeteekenen) inder
daad iB door te voeren, m.a.w. dat het
Venezolaansche volk in meerderheid
anders denkt dan Castro.
Is dat zoo, dan kan bevestiging
daarvan niet lang uitblijven.
XTH.
De Gulden Mis.
Morgen, Woensdag, is het de dag,
waarop van ouds in vale van onze
kerken de „Gulden Mis" wordt ge
zongen: op Quatertemper-Woensdag
van den Advent.
Op tal van plaatsen stroomt het
dan naar de kerk, want aan de
bijwoning van de „Gulden Mis"
kent het volk allerlei gelukkige
gevolgen toe, een meening die nu
juist niet immer van eenige bijge
lovigheid is vrij te spreken.
Zoo is de oude meening ook nu
nog wel, en vooral ten plattelande.
verbreid, dat wie de „Gulden Mis"
bijwoont, een heel jaar lang geen
ernstig ongeluk zou krijgen. Ik be
hoef wel niet te zeggen dat dii niet
is, en nooit is geweest, de beteeke-
nis van deze plechtigheid I
Maar toch is de „Gulden Mis"
wat bijzonders.
Oudtijds dacht men, dat de be
naming ervan afkomstig was van
het feit dat deze mis in de oude
Missalen met „gulden" letteren was
geschreven, om de verhevenheid
van het mysterie dat op dezen dag
wordt herdachtde glorie der Hei
lige Maagd.
Pater Kruitwagen heeft m „de
Katholiek" een andere oplossing
gegevenhij zegt dat de benaming
„Gulden Mis" moet genomen wor
den in de beteekenis van krachtig,
voortreffelijk, veelbeteekenend. En
die voortreffelijkheid kwam dan hier
uit voort, dat men aan deze H. Mis
een bijzondere kracht toeschreef.
Opgelost is m. i. hiermede de
kwestie over den naam nog niet ge
heel, al is het niet te ontkennen,
dat het gebruik om op dezen
Quatertemper-Woensdag een plech
tige H. Mis te vieren, noodzakelij
kerwijs wei samenhangt met de
idéé, dat deze H. Mis wat anders,
wat buitengewoner is dan andere.
Ik heb wel eens het denkbeeld
hooren opperen, dat „Gulden Mis"
afkomstig zou zijn van de „gulden
versierselen" die dan hoewel
op een werkdag, in den strengen
boetetijd van den Advent op het
altaar worden geplaatst.
Maar ik geef ook dat denkbeeld
voor beter.
Intusschen: zeker is het, dat de
gulden Mis al van ouds een zin
volle plechtigheid was, dat ze al
vanouds druk bezocht werd en met
vromen eerbied gevierd, dat er
immer hooge waarde aan is gehecht.
Als we de beteekenis van den
naam er nu buiten laten, dan
treft het ons, dat de „Gulden Mis<
eerst en bovenal zooals ik al
zeide een piëteitvolle herdenking
is van de glorie der H. Maagd.
Het is naar de oude traditie, dat
de „Gulden Mis" wordt gezongen
heel in de vroegte oadtijds da
delijk na de Metten. Dat vroege
uur is bedoeld als een hulde aan
Maria, die in dezen naderenden
Kersttijd zinnebeeldig als „de opko
mende Dageraad" wordt beschouwd.
En deze Quatertemper-Woensdag
was ook een der dagen, waarop in
de Middeleeuwen in verschillende
kerken een dramatische voorstelling
van een der geheimen van onzen
H. Godsdienst werd gegeven.
De „Gulden Mis" ging daarmee
gepaard, naar de historici ons mel
den; het Evangelie van dezen dag
verhaalt hoe de Engel Gabriël door
God gezonden werd tot Mariadeze
heugelijke en in haar eenvoud zoo
roerende gebeurtenis werd dan
draazatisch weergegeven.
De diaken zong het Evangelie
tot die zinsnede waarin de Engel
sprekend optreedt: „Ave gratia
plena"dan Dam de Engel, die op
een verhooging naast het priester
koor als een levend beeld, met den
gouden scepter ia de handen en in
het glorierijk Engelengewaad, stond
opgesteld, het woord, en ging zingen
de voort:
„Wees gegroet, o vol gebade:
God is mèt U; wedergade
En hebt gij niet, die gebenedijd
Onder alle vrouwen zijt!"
Aan de andere zijde van het altaar
zag men dan de H. Maagd ver
beeld, biddend neergezonken, die
als het Evangelie kwam aan de
woorden, door haar eens gesproken
in Nazareth's stille woning»Ecce
ancilla Domini," dan zong;
„Engel Gabriël vol eeren,
'k Ben de dienstmaagd van den
[Heeren,
't Geen ik wonderend heb gehoord
Mij geschiede't naar Uw woord!"
Bn heel bet volk antwoordde dan
zingend
„O Maria, blijder woord
En heeft de wereld nooit ge-
[hoordI"
Zoo vierde men in vroeger tijden
de „Gulden Mis", Maria's aanstaand
Moederschap ter eere.
Zoo vierde men den tijd van
wachten en zuchten naar de komst
van den Verlosser, die van boven
zou nederdalen, en naar wien ver
langd werd als naar den dauw der
hemelen en den regen der wolken I
Volgen wij die vrome vaderen
na: laten wg de „Gulden Mis" die
ook nog in onze kerken in de
vroegte morgen wordt opgedragen,
bijwonen in eenvoudig maar mach
tig gelooven, in teedere liefde tot
de Moedermaagd, vol verlangen
naar de komst van Hem die de
Zon is, wiens dageraad al doorbreekt
in deze donkere dagen vóór
Kerstmis
F.
ENGELAND.
De Jezuïeten hebben 't gedaan
Het comité van een protestantsch
verbond heeft een merkwaardig schrij
ven gericht aan het Hnis der Lords
en aan het Lagerhuis.
De heeren verklaren, dat de beide
Kamers onwetend in verbinding staan
met buitenlandsche samenzweerders,
die hnn zetel hebben in Rome en
waarvan de generaal der Jesuïeten
met den Paus de hoofden zijnl
Het doel van de samenzwering zou
zijn, Eduard VII te onttroonen en de
katholieke prinses Maria van Beieren
op den Engelschen troon te zetten.
Wel, wel!
't Is toch afschuwelijk, dat dieJe-
zueïten het altijd 'm doen!
OOSTENRIJK.
Oostenrijk en Rusland.
Met betrekking tot het gisteren
medegedeelde communiqué der regee
ring over de onderhandelingen tus-
schen Oostenrijk en Rusland zegt de
„Neue freie Presse", dat Oostenrijk tot
verschillende economische concessies
bereid is, maar dat volkomen uitge
sloten is de verwezenlijking van de
door Pasjitsj uitgesproksn gedacht»
van autonomie voor Bosnië en Herze-
gowina, en van territoriale schade
loosstelling van Servie of Montenegro,
Dat was ook wel te verwachien!
ITALIË.
De zaligverklaring
van Jeanne d'Are.
We hebben gisteren onder „tele
grammen" een mededeeling opgenomen
uit Rome over de rede, door Z. H.
d»n Pans gehouden naar aanleiding
van een z»er gewichtigen stap nader
tot de zaligverklaring van Jeanne
d'Arc.
Di» stap was de plechtige publicatie
d»r decreten, die de erkenning inhou
den der heldhaftigheid van de deugden
der eerbiedwaardige Fransche maagd.
In de „Univers", leien wij thans
wat de reden is geweest dat haar
proees zoo lang geduurd heeft.
Niet eenige twijfel aan de echtheid
der mirakelen gevorderd voor haar
Zaligverklaring, maar wel het onder
teek naar de heldhaftigheid har er
dengden met betrekking tot eeu twee
tal punten.
Het eerete wa» het feit, dat zij be
schuldigd werd van zelfmoord, althans
vau een vermetel pogen om zich uit
haar gevangenschap te bevrijden, toen
rij zich stortte boven van den toren
van Compiègne. Maar een ernstig
onderzoek bracht aan het licht, dat
de desbetreffende stukken valsch waren
en dat de oornaak waarom zij zich van
dien toren stortte, gelegen was in een
vlucht, welke zij ondernam, om haar
zuiverheid te bewaren tegen de aan
vallen ran een officier, met hare
bewaking belast. Zij had bij haar
vlucht, die alleszins geoorloofd was,
zich toch nog bediend van de mid
delen om zooveel mogelijk haar leven
te sparen, maar die middelen bleken
onvoldoende te zijn.
Het tweede feit was hare verlooche
ning van den hemelschen bijstand
op het kerkhof te Saint-Ouen. Ook
deze besehuldiging bleek valsch, de
baar in den mond gelegde verklaring
kwam, volgens oorgetuigen, nist over
een met de feiten en in elk geval
werd vastgesteld dat zij in haar toen
afgelegde verklaring, betuigd had zich
onvoorwaardelijk to zullen gedragen
en te onderwerpen aan de uitspraak
der Kerk. Deze zaken eenmaal opge
helderd, was er geen bezwaar meer
hare deugden heldhaftig te verkla
ren.
De laatste vergadering in zake de
zaligverklaring, welke de eigenlijke
plechtigheid in het openbaar vooraf
gaat, noemt men „de tuto". Deze
bijeenkomst van de H. Congregatie der
Riten, zal waarschijnlijk plaats hebben
op Zondag „Quasimodo", zoodat dan
ook verwacht mag worden dat de
nationale feestdag, die in Frankrijk ter
i barer eere gevierd wordt op 8 Mei,
ditmaal zal samenvallen met of direct
volgen zal op de plechtige Zaligver
klaring der Maagd van Orleans.
Verspreide Berichten.
Hetwetsontwerp betreffende
den ach turige n werkda g voormyn-
werkers i« gisteren door het Hngelsoh»
Lagerhuis met 264 tegen 89 stemmen in
derde lezing aangenomen.
De 8t»inheil-affaire. Het Paris
Journal meent thans met zekerheid te
kunnen verklaren, dat mevrouw Steinheil
voor het hof van Assises zal moeten ver
schijnen en er geen kwestie is van vrij
lating, zooals sommige berichten melden.
Niettegenstaande de leugens en tegen
strijdigheden, welke de beklaagde in den
loop der instructie heeft getracht ingang
te doen vinden, moet de rechter André
tot de overtuiging zijn gekomen, dat me
vrouw Steinheil in den moordnacht slechts
in schijn gebonden is geweest. Evenaoo
is hem gebleken, dat de ziekte en de
liohaampijn, waarover de vrouw van den
sehilder gednrende 14 dagen na den
moord geklaagd heeft en welke ay toe
schreef aan de mishandeling, waarvan zij
van de zijde der moordenaars te lijden
had gehad, slechts comediespel zijn ge
weest.
Kras optreden! Op het eiland
IJsland is bij volkstemming uitgemaakt,
dat niet alleen geen alcohol meer mag
worden ingevoerd, wat reeds was verbo
den, maar ook niet meer mag worden
gefabriceerd en verkocht.
In de noordelyke landen van Europa
heeft het aantal geheel-onthouders reeds
het millioen overschreden.
Een Turksehe handigheid.
Men zegt dat de Turksehe ministerraad
beraadslaagt over een afstand van Kreta
aan Engeland, op dezelfde oorwaarden
als vroeger met Cyprus geschied is, ter
wijl laatstgenoemd eiland aan Turkye zou
worden teruggeven. Een en ander om te
verhinderen, dat Kreta bij Griekenland
zou komen.
Minister Idenburg bij Har»
Majesteit.
H. M. de Koningio ontving gisteren
den heer Idenburg, Minister van Ko
loniën.
Dit de Staatscourant.
Bij Kon. Besl. is toegekend: de aan
de orde van Oranje-Nassau verbonden
eere-medaille, in zilver, aan B. Lam-
mers, te Amsterdam, kantoorbediende
bij de firma Roeloffzen, Hübner en
Van Santen aldaar, secretaris van
het hoofdbestuur van den Nederland-
schen Roomsch Katholieken Volks
bond (reeds gisteren door ons gemeld).
Audientiën.
De gewone audiëntie van den Mi
nister van Financiën zal Donderdag
a.s. niet plaats hebben.
President Castro.
Castro kwam te zf ven uur te Berlijn
aan en werd da- r ontvangen door
Venezolaan'scLe autorit JV .In auto
mobielen reed Castro, die moe en
lijdend leek, met gevolg naar het
Esplanade-hotel, waar hij voor een
maand 32 kamers huurde. Op het
station en daar buiten stonden hon
derden nieuwsgierigen.
In verband met het bericht in
Fransche [bladen, dat Castro te Berlijn
pogingen zal doen de regeering te be
wegen tot interventie in het geschil
met Nederland, en het gerucht dat
Castro een leening wil sluiten in
Duitschland, wordt dese laatste zin
van belang geacht en twijfel geopperd
of Castro wel alleen hier gekomen aoa
zijn om gezondheidsredenen.
Hoe nemen zo Aero
in hot ootje.
Het „Berl. Tageblatt" verhaalt de
volgende anecdote, die een eigenaardig
licht werpt op de opvattingen van
president Castro en zijn meening over
zijn medemenschen.
Voor de reis van Bordeaux naar Pa
rijs wilde Castro een salonwagen heb
ben. Deze kon echter niet zoo snel in
den trein worden gevoegd, zoodat de
directie hem de beschikking gaf over
een wagon eerete klasse.
De president van Venezuela werd
boos en drong aan op zijn salonwa
gen; de trein mocht niet vertrekken
zeide hij, voordat zijn wagen inge
haakt was, de andere passagiers kon
den wel wachten.
Toen men hem poogde duidelijk te
maken, dat dit niet ging, met het
oog op de dienstregeling, begreep hq
dat niet.
„Maar de passagiers zouden aan een
spoorwegongeluk kuunea worden
blootgesteld," zeide de stationschef.
„Wat gaat mij dat aan" vroeg
Castro, met beminnelijke naiveteit.
Eerst toen hem duidelijk werd ge
maakt. dat hij ook onder de passagier»
zou behooren, liet hij zich overhalen
om tevreden te zijn met zijn wagon
eerste klasse.
Spreekt hp de
waarheid T
De Parijsche correspondent van de
„N, R, #L" seinde gisteren:
Zooals te verwachten was, hebben
Castro's verklaringen, dat hem geen
enkele voorwaarde gesteld was, maar
dat de regeering hem had laten be
groeten te Bordeaux, de boosheid van
publiek en pers niet bedaard.
De „Petite Republique" is veront
waardigd. Dat is het toppunt, zegt ze,
en dat terwijl de regeering vooraf een
krachtige en waardige houding aan
gekondigd had. Als Castro de waar
heid gesproken heeft, is het onbegrijpe
lijk en gaat dit alles te buiten.
De „Petit Parisien" is scherp ironisch
en zegt: De Venezolaansche bladen
zullen triomfantelijk de ontvangst van
Castro in Frankrijk op lyrische wijze
bezingen.
De „Echo de Paris" zegt, dat Castro's
verblijf te Parijs een ware sehande
was. De Gaulois zegt: Castro moet
ons waarlijk verachten en niet zonder
reden meenen, dat met onze republiek
alles geoorloefd is.
De „Journal" kondigt een interpel
latie in de Kamer aan.
FEUILLETON.
31).
„Dpt is toch zeker duidelijk ge
noeg," aeide liij eindelijk met groote
insjianning, „maar al ,te duidelijk,
yyees ik."
„Voor mij is het tot nu. toe vol
strekt niet klaar bewezen, mijn
heer Harvey," hernam ik, hem, steeds
strak aankijkend, „ep hoe meer ik
het geval napluis, des te mindeil
helder wordt het mij. Ik hen er vol-
stre^kt piet vap overtuigd, dat wij
de jnj&tc verklaring gevopdep heb
ben." AfM
[W:ij keken elkaar zwijgeml aap.
Geep vtap beiden dnxfde meer/te zegr
gen. Ik vlroeg mij af, of ik niet reeds
te ver was gegaan. Ik had. Arthur
ongerust gemaakt, zulks was duide
lijk te bespeuren. De gevangenne
ming van zijn broer maakte hem ze
nuwachtig en hij had een vaag ge
voel, dat heel mijn doen eep ge
heime vijandigheid tegen hem te kep-
nen gaf. Ik moest beslist voorzichti
ger te werk gaan, zoolang ik nog
geen bewijzen hiaid.
De gevangenneming van Paul
mbcuLaapkhe to;t oogepblikkelijk han
delen. Maar wat kon ik doep In
hoe verre wa® Arthur verantwoorde
lijk [Welke rol had hij in dit drama
gespeeld Op al deze vragen kon ik
tot pu toe geen antwoord vinden.
Arthur gaf herhaaldelijk te ken
nen, da.t het hem absoluut onmoge
lijk was, zich aan plichten va»
han-etaat nog langer te opttrekkep.
Hp moest met den trein paar South
end terugkeeren. Te vergeefs tracht
te ili hem over te halen, naar Pa
rijs te gaan. Ik zou zeer blijde, zijn
geweest hem een poosje uit den weg
te hebben. Ongetwijfeld moest er
hier of daar eenig houvast «ijrr, eepig
spoor te ontdekken wezep. Maar hij
gaf niet toe; integendeel verlangde
hij, da.t ik naar Parijs zoude gaatm
om zoo goed mogelijk een oog in 'i
zeil te houden.
Het viel niet te ontkennen^ dat
zulks van Arthurs standpunt be
zien verreweg het beste was^ wat
er gedaan kon wordep. Ik vond geep
aannemelijke redenpzijn verzoek te
weigeren en daar Southend mij
tooh niet de verlangde opheldering
zou geven, was ik er volstrekt niet
afkeerig van, weder naar Parijs ep
naar Paid Harvey te gaap. Mis-
scliiepj dat ik daar meer succes had.
[Wh verlieten te zamen het huis/
om ons naar het station te begeven.
[Welk een geduchten afstapd had
den wij heiden in de laatste vier- en-
twintig uur afgelegd 1
En toch gevoelde ik hoegenaamd
geen lichamelijke afgematheid, of
schoon ik natuurlijk door mij'n ge
mis aan welslagen ter peer gedrukt
en moreel uitgeput was. Het ergerde
mij onbeschrijfelijk da,t ik genood
zaakt was, dezen man te optvapgien,
met hem te spreken en hem te laten
vertrekken, zonder hem vap zijne
misdaad te mogen' beschuldigen.
MerkwiUardigerwijze voelde ik mij
steeds meer en meer overtuigd, dat
hij de moordenaar was, hoe onmoge
lijker zulks scheep- Maar niettemin
moest ik wegano rijn hnnadeg- met
hem onderhandelen, alsof ik elk zij
ner leugens geloofde.
Juist liepen wij door een stille
straat, toen in de donkerte iets mij
voorbij suisde en te ge lij leer tijd een
idee een hoop een mogelijkheid
als een bliksemstraat door mijn
hersens schoot. Eien wielrijder was
ons voorbijgestoven. In de ingeving
van het oogenblik beerde ik mij tot
mijn makker en vroeg hem
Het was als het ware een inspixa-
Ér \é&Ceen verwenschipg vap Har
vey's lippen. flttVHvyyt/,
„[Wat AInriep hij woedenld.
„ÏWjafc weet je HcxT"veel Hoe wei-
Mg?
Hij sloeg mij met de gebalde vuist
in 't gezicht en spelde ijlings in
de donkere, straat vpoxt
L -L.
XXVI.
Zoodra ik eepigszins v/Lp mijn ver-
dooving bekomen was, raapte ik al
mijn krachten bijeen en vervolgde
langzaam mijn weg. Ik deed geen
poging/ om den misdadiger in te ha
len, want pu was ik overtuigd, dat
vroeg of laat alles in orde zou ko
men. Maar ik ging nu toch piet naar
Parijs, maar stoifeejjS met de. eerst-
volgenden trein weer naar Southend.
Te vergeefs keek ik op het station
naar dep vluchteling uit; hij was
nergens te bespeuren. Ik zou hem
op da,t oogenblik toch niet hebben
kunnen arresteeren en berekende, dat
het mij niet zou gelukken, alvoreps
ik de kwestie van dat wielrijden had
achterhaald.
Ik heb het denkbeeld een inspira
tie genoemd, maar eigenlijk was
het een gelukkige combinatie,
Toen de fietser ons voorbip reed,
kwam het plotseling bij mij op, dat
een fiets nog vLuggerAvooruitkwamJ
dap een rijtuig. Haa&T zoo te zeg
gen onwillekeurig drukte ik die ge
dachte in woorden uit, en de uitwer
king was geheel en al onverwacht
geweest. De rampzalige had zich
zeiven verraden. Hij moest feitelijk
in dien korten tijd zijne tapte ver
moord en op de heen en terugreis
een rijwiel gebruikt hebben. Ik
moest pu te weten zien te koimen,
waar hij de fiets vandaan had,
Het was over elven, toen ik ten
tweedejjnaje op dezen dag aan het
huis Vap juffrouw Hopkins kwam.
Alle vensters waren «Lonken klaar
blijkelijk had het'^raffgfiFzflS zich
reeds ter rust begeven. Dit kon mij
echter niet weerhouden yxSt te klop
pen en te beliep, totdat ikde)_Lu.i
wakker gemaakt had.
Juffrouw Hopkins verscheen aan
een raam en ik Vroeg/ of haar huur
der op zijn kamer was. Zulks was
niet het geval, hij was den geheelep
dag nog niet thuis geweest.
„Dan moet u mij terstond binnen
laten," zeide ik. „Ik heb in naam der
wet belangrijke dingen met u te ver
halen."
Min of meer ongerust, maar iu de
hoogste ma.te nieuwsgierig kwam
juffrouw Hopkins naai' beneden, om
aan mijn verzoek te voldoep.
Vijf minuten later zaten wij bij
het schijnsel van een flikkerende
lamp weder in de gezellige woon
kamer. Bleek, beangstigd en met 't
haar in pa vil j otten, gluurde de doch
ter om 't hoekje van de deur- Ik
schoof haar zachtjes weg en sloot de
kamer af.
„Juffrouw Hopkins," begon ik,
„heeft u een fiets of iets dergelijks
in uw huis?"
„Lieve deugd, mijnheer de detec
tive," riep de dame uit, „komt u dee-
.top.o-p. in 't holle vap dep Pacht hier,
om mij dat te vragen ?"-
„[Wees zoo goed en beantwpprdé
mijn vraagK"
„Nu, als u 't dan wetgrnwilt, er
is bi®1" ®en rijwiel. Het is een oud
ding, vervolgdeüj(h,dat mijn zopn
toebehoorde en (minstens in zes
maanden niet is gebruikt."
„Laat 't mij eens zien."
(^Juffrouw Hopkins pruttelde eveim
wegens dit verzoek, maar besloot
toch, aan mijn verlangen te voldoen.
Met het licht in de ha naging ze mij
voor naar een langwerpig gebouw
tje achter het huis. Aan den eenen
kant was een soort schuurtje met een
ongesloten deur en in dat schuurtje
rijwiel, wel is waar niet een valn het
stond tegen den muur geleund, een-
laatste model. In den tuin wa® een
achterdeur, waardoor men op straat
kon komen, ik had zulks bij het bin
nenkomen terstond opgemerkt.
TV onderwierp de machine aap een
streng onderzoek, nam haar miee Paar
den kleinen Juin en reed. ep mee
aan de hand een poosje op ep neer.
De wielen 1 zeer gemakkelijkbe
paald warqn zij pas onlang» ge
smeerd.
„U zeidet, dat de fiets in zee maan
den niet is bereden, piet wpjarF'
vroeg ik. I. I
„Dat is zooi, [Wie zou er gebruik
yan maken? Mijn zoop is in Dopdejn,
Wordt vervolgd.)
- vuuigang p »W#
NIEUWE DURLEMSCHE COURAHT
ABONNEMENT PRIJS:
PRIJS OER ADVERTENTIÊN:
1000
400
300
150
100
60
15