DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. Van alles wat! BUITENLAND. BINNENLAND. l: mi m Kinderhuisvesl 29-3133, Haarlem Slechts twee letters. DINSDAG 15 DECEMBER 1908. 338ta Jaargang Nce£r*67 Per 3 maande* tmt Haarlem1,35 Voor de plaatsen, waar een agent ia gevestigd (kern der gemeente) 1.35 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post, l.M Afzonderlijke nummers „|0,05 Bureaux van Redactie en Administratie: Intercommunaal Telefoonnummer 1426. Van 16 regelsf #,6# (contant) f 0,60 Hike regel meer,0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie cant an t. Alle betalende abonnés op dit blad, die in bet bezit eener verzekeringspolis zijn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor: •VLDEN bij l.venslange enge- sckikth.id t.t werken. GULDBN bij •verlijdan. SHLDHN bij verlies van éen hand #f vast. GULDBN bij verlies van éen oog. GULDEN bij verlies van éen duim. GVLDEN bij vsrhes van «én wijsvinger. GVLDBN bij verlies van éen anderen vinger. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. Oorlog? Zooals we gisteren gemeld hebben, is de eerste openlijke daad tegen Venezuela door onze oorlogsschepen 'arrieht: het in beslagnamen van het ^enezolaansche transportschip „Alix". De vraag rijst nu natuurlijkis dat oorlog Met de officieels inlichtingen en osededeelingen vóór ons is te ant woorden: neenl Nederland voert géén oorlog met Venezuela. Maar Nederland treedt alleen op tegen Gastro, en Castro's bewind. Scheidt dus Castro nu officieel van het Venezolaansche volk. Conclusie: onze regeering heeft on getwijfeld inlichtingen, waaruit blijkt dat deze scheiding (die, deor öns-alleen gemaakt, niets zoubeteekenen) inder daad iB door te voeren, m.a.w. dat het Venezolaansche volk in meerderheid anders denkt dan Castro. Is dat zoo, dan kan bevestiging daarvan niet lang uitblijven. XTH. De Gulden Mis. Morgen, Woensdag, is het de dag, waarop van ouds in vale van onze kerken de „Gulden Mis" wordt ge zongen: op Quatertemper-Woensdag van den Advent. Op tal van plaatsen stroomt het dan naar de kerk, want aan de bijwoning van de „Gulden Mis" kent het volk allerlei gelukkige gevolgen toe, een meening die nu juist niet immer van eenige bijge lovigheid is vrij te spreken. Zoo is de oude meening ook nu nog wel, en vooral ten plattelande. verbreid, dat wie de „Gulden Mis" bijwoont, een heel jaar lang geen ernstig ongeluk zou krijgen. Ik be hoef wel niet te zeggen dat dii niet is, en nooit is geweest, de beteeke- nis van deze plechtigheid I Maar toch is de „Gulden Mis" wat bijzonders. Oudtijds dacht men, dat de be naming ervan afkomstig was van het feit dat deze mis in de oude Missalen met „gulden" letteren was geschreven, om de verhevenheid van het mysterie dat op dezen dag wordt herdachtde glorie der Hei lige Maagd. Pater Kruitwagen heeft m „de Katholiek" een andere oplossing gegevenhij zegt dat de benaming „Gulden Mis" moet genomen wor den in de beteekenis van krachtig, voortreffelijk, veelbeteekenend. En die voortreffelijkheid kwam dan hier uit voort, dat men aan deze H. Mis een bijzondere kracht toeschreef. Opgelost is m. i. hiermede de kwestie over den naam nog niet ge heel, al is het niet te ontkennen, dat het gebruik om op dezen Quatertemper-Woensdag een plech tige H. Mis te vieren, noodzakelij kerwijs wei samenhangt met de idéé, dat deze H. Mis wat anders, wat buitengewoner is dan andere. Ik heb wel eens het denkbeeld hooren opperen, dat „Gulden Mis" afkomstig zou zijn van de „gulden versierselen" die dan hoewel op een werkdag, in den strengen boetetijd van den Advent op het altaar worden geplaatst. Maar ik geef ook dat denkbeeld voor beter. Intusschen: zeker is het, dat de gulden Mis al van ouds een zin volle plechtigheid was, dat ze al vanouds druk bezocht werd en met vromen eerbied gevierd, dat er immer hooge waarde aan is gehecht. Als we de beteekenis van den naam er nu buiten laten, dan treft het ons, dat de „Gulden Mis< eerst en bovenal zooals ik al zeide een piëteitvolle herdenking is van de glorie der H. Maagd. Het is naar de oude traditie, dat de „Gulden Mis" wordt gezongen heel in de vroegte oadtijds da delijk na de Metten. Dat vroege uur is bedoeld als een hulde aan Maria, die in dezen naderenden Kersttijd zinnebeeldig als „de opko mende Dageraad" wordt beschouwd. En deze Quatertemper-Woensdag was ook een der dagen, waarop in de Middeleeuwen in verschillende kerken een dramatische voorstelling van een der geheimen van onzen H. Godsdienst werd gegeven. De „Gulden Mis" ging daarmee gepaard, naar de historici ons mel den; het Evangelie van dezen dag verhaalt hoe de Engel Gabriël door God gezonden werd tot Mariadeze heugelijke en in haar eenvoud zoo roerende gebeurtenis werd dan draazatisch weergegeven. De diaken zong het Evangelie tot die zinsnede waarin de Engel sprekend optreedt: „Ave gratia plena"dan Dam de Engel, die op een verhooging naast het priester koor als een levend beeld, met den gouden scepter ia de handen en in het glorierijk Engelengewaad, stond opgesteld, het woord, en ging zingen de voort: „Wees gegroet, o vol gebade: God is mèt U; wedergade En hebt gij niet, die gebenedijd Onder alle vrouwen zijt!" Aan de andere zijde van het altaar zag men dan de H. Maagd ver beeld, biddend neergezonken, die als het Evangelie kwam aan de woorden, door haar eens gesproken in Nazareth's stille woning»Ecce ancilla Domini," dan zong; „Engel Gabriël vol eeren, 'k Ben de dienstmaagd van den [Heeren, 't Geen ik wonderend heb gehoord Mij geschiede't naar Uw woord!" Bn heel bet volk antwoordde dan zingend „O Maria, blijder woord En heeft de wereld nooit ge- [hoordI" Zoo vierde men in vroeger tijden de „Gulden Mis", Maria's aanstaand Moederschap ter eere. Zoo vierde men den tijd van wachten en zuchten naar de komst van den Verlosser, die van boven zou nederdalen, en naar wien ver langd werd als naar den dauw der hemelen en den regen der wolken I Volgen wij die vrome vaderen na: laten wg de „Gulden Mis" die ook nog in onze kerken in de vroegte morgen wordt opgedragen, bijwonen in eenvoudig maar mach tig gelooven, in teedere liefde tot de Moedermaagd, vol verlangen naar de komst van Hem die de Zon is, wiens dageraad al doorbreekt in deze donkere dagen vóór Kerstmis F. ENGELAND. De Jezuïeten hebben 't gedaan Het comité van een protestantsch verbond heeft een merkwaardig schrij ven gericht aan het Hnis der Lords en aan het Lagerhuis. De heeren verklaren, dat de beide Kamers onwetend in verbinding staan met buitenlandsche samenzweerders, die hnn zetel hebben in Rome en waarvan de generaal der Jesuïeten met den Paus de hoofden zijnl Het doel van de samenzwering zou zijn, Eduard VII te onttroonen en de katholieke prinses Maria van Beieren op den Engelschen troon te zetten. Wel, wel! 't Is toch afschuwelijk, dat dieJe- zueïten het altijd 'm doen! OOSTENRIJK. Oostenrijk en Rusland. Met betrekking tot het gisteren medegedeelde communiqué der regee ring over de onderhandelingen tus- schen Oostenrijk en Rusland zegt de „Neue freie Presse", dat Oostenrijk tot verschillende economische concessies bereid is, maar dat volkomen uitge sloten is de verwezenlijking van de door Pasjitsj uitgesproksn gedacht» van autonomie voor Bosnië en Herze- gowina, en van territoriale schade loosstelling van Servie of Montenegro, Dat was ook wel te verwachien! ITALIË. De zaligverklaring van Jeanne d'Are. We hebben gisteren onder „tele grammen" een mededeeling opgenomen uit Rome over de rede, door Z. H. d»n Pans gehouden naar aanleiding van een z»er gewichtigen stap nader tot de zaligverklaring van Jeanne d'Arc. Di» stap was de plechtige publicatie d»r decreten, die de erkenning inhou den der heldhaftigheid van de deugden der eerbiedwaardige Fransche maagd. In de „Univers", leien wij thans wat de reden is geweest dat haar proees zoo lang geduurd heeft. Niet eenige twijfel aan de echtheid der mirakelen gevorderd voor haar Zaligverklaring, maar wel het onder teek naar de heldhaftigheid har er dengden met betrekking tot eeu twee tal punten. Het eerete wa» het feit, dat zij be schuldigd werd van zelfmoord, althans vau een vermetel pogen om zich uit haar gevangenschap te bevrijden, toen rij zich stortte boven van den toren van Compiègne. Maar een ernstig onderzoek bracht aan het licht, dat de desbetreffende stukken valsch waren en dat de oornaak waarom zij zich van dien toren stortte, gelegen was in een vlucht, welke zij ondernam, om haar zuiverheid te bewaren tegen de aan vallen ran een officier, met hare bewaking belast. Zij had bij haar vlucht, die alleszins geoorloofd was, zich toch nog bediend van de mid delen om zooveel mogelijk haar leven te sparen, maar die middelen bleken onvoldoende te zijn. Het tweede feit was hare verlooche ning van den hemelschen bijstand op het kerkhof te Saint-Ouen. Ook deze besehuldiging bleek valsch, de baar in den mond gelegde verklaring kwam, volgens oorgetuigen, nist over een met de feiten en in elk geval werd vastgesteld dat zij in haar toen afgelegde verklaring, betuigd had zich onvoorwaardelijk to zullen gedragen en te onderwerpen aan de uitspraak der Kerk. Deze zaken eenmaal opge helderd, was er geen bezwaar meer hare deugden heldhaftig te verkla ren. De laatste vergadering in zake de zaligverklaring, welke de eigenlijke plechtigheid in het openbaar vooraf gaat, noemt men „de tuto". Deze bijeenkomst van de H. Congregatie der Riten, zal waarschijnlijk plaats hebben op Zondag „Quasimodo", zoodat dan ook verwacht mag worden dat de nationale feestdag, die in Frankrijk ter i barer eere gevierd wordt op 8 Mei, ditmaal zal samenvallen met of direct volgen zal op de plechtige Zaligver klaring der Maagd van Orleans. Verspreide Berichten. Hetwetsontwerp betreffende den ach turige n werkda g voormyn- werkers i« gisteren door het Hngelsoh» Lagerhuis met 264 tegen 89 stemmen in derde lezing aangenomen. De 8t»inheil-affaire. Het Paris Journal meent thans met zekerheid te kunnen verklaren, dat mevrouw Steinheil voor het hof van Assises zal moeten ver schijnen en er geen kwestie is van vrij lating, zooals sommige berichten melden. Niettegenstaande de leugens en tegen strijdigheden, welke de beklaagde in den loop der instructie heeft getracht ingang te doen vinden, moet de rechter André tot de overtuiging zijn gekomen, dat me vrouw Steinheil in den moordnacht slechts in schijn gebonden is geweest. Evenaoo is hem gebleken, dat de ziekte en de liohaampijn, waarover de vrouw van den sehilder gednrende 14 dagen na den moord geklaagd heeft en welke ay toe schreef aan de mishandeling, waarvan zij van de zijde der moordenaars te lijden had gehad, slechts comediespel zijn ge weest. Kras optreden! Op het eiland IJsland is bij volkstemming uitgemaakt, dat niet alleen geen alcohol meer mag worden ingevoerd, wat reeds was verbo den, maar ook niet meer mag worden gefabriceerd en verkocht. In de noordelyke landen van Europa heeft het aantal geheel-onthouders reeds het millioen overschreden. Een Turksehe handigheid. Men zegt dat de Turksehe ministerraad beraadslaagt over een afstand van Kreta aan Engeland, op dezelfde oorwaarden als vroeger met Cyprus geschied is, ter wijl laatstgenoemd eiland aan Turkye zou worden teruggeven. Een en ander om te verhinderen, dat Kreta bij Griekenland zou komen. Minister Idenburg bij Har» Majesteit. H. M. de Koningio ontving gisteren den heer Idenburg, Minister van Ko loniën. Dit de Staatscourant. Bij Kon. Besl. is toegekend: de aan de orde van Oranje-Nassau verbonden eere-medaille, in zilver, aan B. Lam- mers, te Amsterdam, kantoorbediende bij de firma Roeloffzen, Hübner en Van Santen aldaar, secretaris van het hoofdbestuur van den Nederland- schen Roomsch Katholieken Volks bond (reeds gisteren door ons gemeld). Audientiën. De gewone audiëntie van den Mi nister van Financiën zal Donderdag a.s. niet plaats hebben. President Castro. Castro kwam te zf ven uur te Berlijn aan en werd da- r ontvangen door Venezolaan'scLe autorit JV .In auto mobielen reed Castro, die moe en lijdend leek, met gevolg naar het Esplanade-hotel, waar hij voor een maand 32 kamers huurde. Op het station en daar buiten stonden hon derden nieuwsgierigen. In verband met het bericht in Fransche [bladen, dat Castro te Berlijn pogingen zal doen de regeering te be wegen tot interventie in het geschil met Nederland, en het gerucht dat Castro een leening wil sluiten in Duitschland, wordt dese laatste zin van belang geacht en twijfel geopperd of Castro wel alleen hier gekomen aoa zijn om gezondheidsredenen. Hoe nemen zo Aero in hot ootje. Het „Berl. Tageblatt" verhaalt de volgende anecdote, die een eigenaardig licht werpt op de opvattingen van president Castro en zijn meening over zijn medemenschen. Voor de reis van Bordeaux naar Pa rijs wilde Castro een salonwagen heb ben. Deze kon echter niet zoo snel in den trein worden gevoegd, zoodat de directie hem de beschikking gaf over een wagon eerete klasse. De president van Venezuela werd boos en drong aan op zijn salonwa gen; de trein mocht niet vertrekken zeide hij, voordat zijn wagen inge haakt was, de andere passagiers kon den wel wachten. Toen men hem poogde duidelijk te maken, dat dit niet ging, met het oog op de dienstregeling, begreep hq dat niet. „Maar de passagiers zouden aan een spoorwegongeluk kuunea worden blootgesteld," zeide de stationschef. „Wat gaat mij dat aan" vroeg Castro, met beminnelijke naiveteit. Eerst toen hem duidelijk werd ge maakt. dat hij ook onder de passagier» zou behooren, liet hij zich overhalen om tevreden te zijn met zijn wagon eerste klasse. Spreekt hp de waarheid T De Parijsche correspondent van de „N, R, #L" seinde gisteren: Zooals te verwachten was, hebben Castro's verklaringen, dat hem geen enkele voorwaarde gesteld was, maar dat de regeering hem had laten be groeten te Bordeaux, de boosheid van publiek en pers niet bedaard. De „Petite Republique" is veront waardigd. Dat is het toppunt, zegt ze, en dat terwijl de regeering vooraf een krachtige en waardige houding aan gekondigd had. Als Castro de waar heid gesproken heeft, is het onbegrijpe lijk en gaat dit alles te buiten. De „Petit Parisien" is scherp ironisch en zegt: De Venezolaansche bladen zullen triomfantelijk de ontvangst van Castro in Frankrijk op lyrische wijze bezingen. De „Echo de Paris" zegt, dat Castro's verblijf te Parijs een ware sehande was. De Gaulois zegt: Castro moet ons waarlijk verachten en niet zonder reden meenen, dat met onze republiek alles geoorloefd is. De „Journal" kondigt een interpel latie in de Kamer aan. FEUILLETON. 31). „Dpt is toch zeker duidelijk ge noeg," aeide liij eindelijk met groote insjianning, „maar al ,te duidelijk, yyees ik." „Voor mij is het tot nu. toe vol strekt niet klaar bewezen, mijn heer Harvey," hernam ik, hem, steeds strak aankijkend, „ep hoe meer ik het geval napluis, des te mindeil helder wordt het mij. Ik hen er vol- stre^kt piet vap overtuigd, dat wij de jnj&tc verklaring gevopdep heb ben." AfM [W:ij keken elkaar zwijgeml aap. Geep vtap beiden dnxfde meer/te zegr gen. Ik vlroeg mij af, of ik niet reeds te ver was gegaan. Ik had. Arthur ongerust gemaakt, zulks was duide lijk te bespeuren. De gevangenne ming van zijn broer maakte hem ze nuwachtig en hij had een vaag ge voel, dat heel mijn doen eep ge heime vijandigheid tegen hem te kep- nen gaf. Ik moest beslist voorzichti ger te werk gaan, zoolang ik nog geen bewijzen hiaid. De gevangenneming van Paul mbcuLaapkhe to;t oogepblikkelijk han delen. Maar wat kon ik doep In hoe verre wa® Arthur verantwoorde lijk [Welke rol had hij in dit drama gespeeld Op al deze vragen kon ik tot pu toe geen antwoord vinden. Arthur gaf herhaaldelijk te ken nen, da.t het hem absoluut onmoge lijk was, zich aan plichten va» han-etaat nog langer te opttrekkep. Hp moest met den trein paar South end terugkeeren. Te vergeefs tracht te ili hem over te halen, naar Pa rijs te gaan. Ik zou zeer blijde, zijn geweest hem een poosje uit den weg te hebben. Ongetwijfeld moest er hier of daar eenig houvast «ijrr, eepig spoor te ontdekken wezep. Maar hij gaf niet toe; integendeel verlangde hij, da.t ik naar Parijs zoude gaatm om zoo goed mogelijk een oog in 'i zeil te houden. Het viel niet te ontkennen^ dat zulks van Arthurs standpunt be zien verreweg het beste was^ wat er gedaan kon wordep. Ik vond geep aannemelijke redenpzijn verzoek te weigeren en daar Southend mij tooh niet de verlangde opheldering zou geven, was ik er volstrekt niet afkeerig van, weder naar Parijs ep naar Paid Harvey te gaap. Mis- scliiepj dat ik daar meer succes had. [Wh verlieten te zamen het huis/ om ons naar het station te begeven. [Welk een geduchten afstapd had den wij heiden in de laatste vier- en- twintig uur afgelegd 1 En toch gevoelde ik hoegenaamd geen lichamelijke afgematheid, of schoon ik natuurlijk door mij'n ge mis aan welslagen ter peer gedrukt en moreel uitgeput was. Het ergerde mij onbeschrijfelijk da,t ik genood zaakt was, dezen man te optvapgien, met hem te spreken en hem te laten vertrekken, zonder hem vap zijne misdaad te mogen' beschuldigen. MerkwiUardigerwijze voelde ik mij steeds meer en meer overtuigd, dat hij de moordenaar was, hoe onmoge lijker zulks scheep- Maar niettemin moest ik wegano rijn hnnadeg- met hem onderhandelen, alsof ik elk zij ner leugens geloofde. Juist liepen wij door een stille straat, toen in de donkerte iets mij voorbij suisde en te ge lij leer tijd een idee een hoop een mogelijkheid als een bliksemstraat door mijn hersens schoot. Eien wielrijder was ons voorbijgestoven. In de ingeving van het oogenblik beerde ik mij tot mijn makker en vroeg hem Het was als het ware een inspixa- Ér \é&Ceen verwenschipg vap Har vey's lippen. flttVHvyyt/, „[Wat AInriep hij woedenld. „ÏWjafc weet je HcxT"veel Hoe wei- Mg? Hij sloeg mij met de gebalde vuist in 't gezicht en spelde ijlings in de donkere, straat vpoxt L -L. XXVI. Zoodra ik eepigszins v/Lp mijn ver- dooving bekomen was, raapte ik al mijn krachten bijeen en vervolgde langzaam mijn weg. Ik deed geen poging/ om den misdadiger in te ha len, want pu was ik overtuigd, dat vroeg of laat alles in orde zou ko men. Maar ik ging nu toch piet naar Parijs, maar stoifeejjS met de. eerst- volgenden trein weer naar Southend. Te vergeefs keek ik op het station naar dep vluchteling uit; hij was nergens te bespeuren. Ik zou hem op da,t oogenblik toch niet hebben kunnen arresteeren en berekende, dat het mij niet zou gelukken, alvoreps ik de kwestie van dat wielrijden had achterhaald. Ik heb het denkbeeld een inspira tie genoemd, maar eigenlijk was het een gelukkige combinatie, Toen de fietser ons voorbip reed, kwam het plotseling bij mij op, dat een fiets nog vLuggerAvooruitkwamJ dap een rijtuig. Haa&T zoo te zeg gen onwillekeurig drukte ik die ge dachte in woorden uit, en de uitwer king was geheel en al onverwacht geweest. De rampzalige had zich zeiven verraden. Hij moest feitelijk in dien korten tijd zijne tapte ver moord en op de heen en terugreis een rijwiel gebruikt hebben. Ik moest pu te weten zien te koimen, waar hij de fiets vandaan had, Het was over elven, toen ik ten tweedejjnaje op dezen dag aan het huis Vap juffrouw Hopkins kwam. Alle vensters waren «Lonken klaar blijkelijk had het'^raffgfiFzflS zich reeds ter rust begeven. Dit kon mij echter niet weerhouden yxSt te klop pen en te beliep, totdat ikde)_Lu.i wakker gemaakt had. Juffrouw Hopkins verscheen aan een raam en ik Vroeg/ of haar huur der op zijn kamer was. Zulks was niet het geval, hij was den geheelep dag nog niet thuis geweest. „Dan moet u mij terstond binnen laten," zeide ik. „Ik heb in naam der wet belangrijke dingen met u te ver halen." Min of meer ongerust, maar iu de hoogste ma.te nieuwsgierig kwam juffrouw Hopkins naai' beneden, om aan mijn verzoek te voldoep. Vijf minuten later zaten wij bij het schijnsel van een flikkerende lamp weder in de gezellige woon kamer. Bleek, beangstigd en met 't haar in pa vil j otten, gluurde de doch ter om 't hoekje van de deur- Ik schoof haar zachtjes weg en sloot de kamer af. „Juffrouw Hopkins," begon ik, „heeft u een fiets of iets dergelijks in uw huis?" „Lieve deugd, mijnheer de detec tive," riep de dame uit, „komt u dee- .top.o-p. in 't holle vap dep Pacht hier, om mij dat te vragen ?"- „[Wees zoo goed en beantwpprdé mijn vraagK" „Nu, als u 't dan wetgrnwilt, er is bi®1" ®en rijwiel. Het is een oud ding, vervolgdeüj(h,dat mijn zopn toebehoorde en (minstens in zes maanden niet is gebruikt." „Laat 't mij eens zien." (^Juffrouw Hopkins pruttelde eveim wegens dit verzoek, maar besloot toch, aan mijn verlangen te voldoen. Met het licht in de ha naging ze mij voor naar een langwerpig gebouw tje achter het huis. Aan den eenen kant was een soort schuurtje met een ongesloten deur en in dat schuurtje rijwiel, wel is waar niet een valn het stond tegen den muur geleund, een- laatste model. In den tuin wa® een achterdeur, waardoor men op straat kon komen, ik had zulks bij het bin nenkomen terstond opgemerkt. TV onderwierp de machine aap een streng onderzoek, nam haar miee Paar den kleinen Juin en reed. ep mee aan de hand een poosje op ep neer. De wielen 1 zeer gemakkelijkbe paald warqn zij pas onlang» ge smeerd. „U zeidet, dat de fiets in zee maan den niet is bereden, piet wpjarF' vroeg ik. I. I „Dat is zooi, [Wie zou er gebruik yan maken? Mijn zoop is in Dopdejn, Wordt vervolgd.) - vuuigang p »W# NIEUWE DURLEMSCHE COURAHT ABONNEMENT PRIJS: PRIJS OER ADVERTENTIÊN: 1000 400 300 150 100 60 15

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1