DAGBLAD voor NOORD- en 7UID-H0LLAND. BUITENLAND. De Onschuld Zegeviert. SCimderliKii&ve&t 29-31-33) Haarlem BINNENLAND. maandag ii januari i9©9. 338te Jaargang No. 6786 Bureaux van Redactie en Administratie Intercommunaal Telefoonnummer 1426. Tot leniging van den nood. Verspreide Berichten. FEUILLETON. NIEUWE HUB10ISUE COURANT ABONNEMENTPRIJS: Per 8 maanden voor Haarlemf 1,35 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post! 1.80 Afzonderlijke nummers „10,05 PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Van 16 regelsf0,60 (contant) f0,50 Elke regel meerU,l® Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie d contant. iboo Alle betalende abonnés op dit blad, die in het bezit eener verzekeringspolis zijn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor: GULDEN bij levenslange onge schiktheid tot werken. 400 GULDEN bij overly den. 300 GULDEN bij verlies van éen band of voet. 150 GULDEN bij verlies van éen oog. too GULDEN bij verlies van éen duim. GULDEN bij verlies van één wijsvinger. 15 GULDEN bij verlies van éen anderen vinger. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. BV ij en alle NederlatoUsche Jag- uden met ons ontvingen Zater dagavond een circulaire, geteekenl •oor den Minister van Buitenlanl- "she Zaken, de Voorzitters der Eer- die en Tweede Kamer en de Com mis trissen der Koningin in alle provin ces. in die circulaire wordt er op ge mzen dat ook Nederland de behoef- *e gevoelt om aan zijn ontzetting en deelneming over de ra;mp in, Italië "•iting te geven in een vorm, „die de slachtoffers zal ten goede domen, en ons land tevens behoedt j^gen het verwijt als zoude het door ie veel onder* den indruk te verkee- vain eigen nooddruft, zijne oogejn ■luiten voor eens anders leed." .De Nederlandsche pers wordt dan ditgenoodigd een opwekkend woord preken opdat van allo leziers een Save, groot of klein, uitga ter letoi- S'Ug van den ontzettendeto nooid en *ot naamlooze leed, dat in die geteis- ■drdj; streken wordt geleden- W ij voldoen gaarne aan dien op- toep. Reeds vóór die verscheen, hebben in dezen geest geschreven Nederland mag niet achterblijven steun en stoffelijke gaven, waar ontzaglijk veel leed is te lenigen. ,!Wij zijn dan ook gaarne bereid, kiften in ontvangst te nemeln; die dan als ze ten gevolge van d e z e dutnoodiging ons worden toegezon den door bemiddeling van den Minister vain Buiten iandsche Za- *on aan den Italiaanschen gezant -uilen worden overgemaakt. Evenwel meenen we er op te moe- Mn wijzen, dat wij de vorige weeft hebben opgewekt tot het ver laten yan stof fel ij ken steun door Middel van den Heiligen Stoel. iW ij zeiden toenwie giften wil af donderen, kan dat misschien nog1 het «este doen door ze te doen toeko.- *en aan den H. Vader (zooals in Kal ludieke landen geschiedt) wat *an fl® beste waarborgen biedt, dat •e gitten goed worden gebruikt. In aansluiting derhalve met wat "we toen schreven, en wal. ons uii wordt verzocht, hebben wij besloten •im alle giften die bij ons mochten inkomen van de zijde onzer lezers .voor leniging van den ontzettehden *ood in Zuid-Italië, te doen toeko men aan den Heiligen Vader, met Verzoek die voor de slachtoffers der tamp te gebruiken, behalve die fieri, waarbij ons uitdrukkelijk Wordt gemeld, dat ze moeten wor den gezonden aan den gezajnt van Italië, door bemiddeling van Z.Exc. den Minister van Buitenlandsche •oaken. Wij doen dus nu een dringend be roep op onze getrouwe lezers, om door onze bemiddeling hun giften voor leniging van den nood te offe ren. In ons blad zullen ze geregeld worden gepubliceerd. Volledigheidshalve wijzen we er op, dat ook hier ter stade zooals Zaterdag j.l. uit een advertentie, in deze courant bleek onder voorzit terschap va(n den burgemeester een comité is opgericht, dat een oproep heeft gedaan, en dat zich eveneens bereid heeft verklaard, giften voor dit idoel in ontvangst te nemen. In dat comité heeft echter geen enkel Katholiek zitting, terwijl ook geen Katholiek boekhandelaar is on der hen, die lijsten, ter inteekening hebben liggen. ITALIË. Cijfers. Er komen nu eenige cijfers lang zamerhand, cijfers die door de organi- seerende personen van den hulpdienst in de door de aardbeving geteekende streken worden opgemaakt, en die althans een heel bod doen naar de waarheid. Voor zoover nu al is te berekenen, zijn er minstens 200,000 dooden ge vallen, en 350,000 gekwetsten, ;terwijl 50,000 menschen ziek liggen aan de gevolgen der doorstane ontbering en ellende. De catastrophe heeft zeker wel 2000 krankzinnigen gemaakt, terwijl het aantal onbekende weezen 1700 be draagt. Het getal huisdieren, paarden, ezels, schapen enz. die zijn omgeko men, wordt geschat op 800,000. "Wat die weezen betreft, waarvan de burgerlijke staat niet meer kan wor den vastgesteld, loopt het gerucht, dat ze allen zullen verklaard worden tot „kinderen van staat" en op staats kosten tot de meerderjarigheid zullen worden onderhouden. Ook Z. H. de Paus heeft zieh, zoo als men weet, met de opvoeding van een 100 tal dier weezen belast. De geestelijken en religieuzen. Door de ramp zijn heel wat priesters en kloosterlingen gevallen. De Jezuie- ten bijvoorbeeld verloren vijf paters, en twee broeders. Het grootste deel van hun studenten was wegens de Kerstvacantie gelukkig thuis bij de familie. Van de 42 die in het college zijn achtergebleven zijn er 30 veron gelukt. Het college is totaal ver woest. Don Rua, superior der Salezianen van Don Bosco heeft bericht ontvan gen dat vijftig religieuzen van zijn congregatie te Messina den dood heb ben gevonden.Daarentegen zijn de zusters van Don Bosco allen gered. De Zusterkens der Armen hebben den dood van een zestal te betreuren. De Zusters van Barmhartigheid die het militaire hospitaal bedienen, zijn echter gered. In het burger hospitaal zijn er twee van de 19 zusters gedood, een in de kapel, en een zieke in haar bed. Deze zusters hadden een derde huis in Messina, een weeshuis, waar omtrent echter nog geen zekere berichten zijn ingekomen. Al deze zusters zijn Fran- schen. Van het Institut de France te Messina zijn dertien zusters omgeko men, maar al de weezen zijn gered. De paters Passioni; ten te Rome, die de beromde „Scala Santa" verzorgen, hebben al hun cellen afgestaan ter verpleging van aangekomen vluchte lingen en gekwetsten. Een tragisch verhaal. Het gaat niet aan om alle verhalen, die ons bereiken, in ons kort bestek op te nemen. Trouwensnieuws bren gen ze niet, en ze lijken heel veel op elkaar. Maar soms ontmoeten we er wel zóó tragische, dat het de moeite waard is ze over te nemen: hier is er een van, in z'n eenvoud diep roert: Majoor Delre uit Catanzaro had zijn drie dochtertjes in een instituut van het verwoeste Bagnara. De drie meis jes hadden het Kerstfeest bij hun grootouders te Reggio doorgebracht en zouden Maandagochtend naar Bag nara terugkeeren. Tijdens de ramp waren ze nog te Reggio en daar wer den ze onder het puin bedolven. De vader reisde naar Reggio en groef zelf 'de drie vreeselijk verminkte lijkjes uit het puin. De majoor zocht vervolgens naar een doodkist voor zijn kinderen en vond eindelijk een vruchtenkist. Daarin deed hij ihet stoffelijk overschot zijner kinderen. Toen zoeht hij iemand om hem te helpen de lijken te begraven, maar hij vond niemand. Eindelijk kwam een ezeldrijver voorbij, die zich bereid verklaarde hem te helpen. Ze laadden den treurigen last op den rug van den ezel en begaven zich zwijgend naar het kerkhof. De doodgravers wa ren dood, een geestelijke was er even min. De vader nam zelf de spade ter hand en dolf het graf. Na daarin wat hem het dierbaarste was op deze aarde te hebben achter gelaten, keerde hij naar zijn garnizoen te Catanzaro terug, waar hij zijn vrouw waanzinnig aantrof. Zijn vrienden her kenden hem niet meer; zijn haar was sneeuwwit geworden. FRANKRIJK. Venezuela en Europa. De heer J. de Paul, de speciale afgezant van de nieuwe Venezolaan- sche Regeering om vrede, te maken met de mogendheden, is te Parijs gearriveerd. Te Bordeaux heeft hij, ook ten op zichte van Nederland, dat naar Parijs een onderhandelaar moet heb ben gezonden, de meest vredelieven de verklaringen afgelegd. Volgens den oud-minister De Paul de beweging ontstaan was, die leidde tot den val van Castro. Deze be weging was' gemotiveerd door ver schil van inzicht-, zoowel wat be treft de binnenlandsohe als de bui tenlandsche politiek van Castro. Dit maakte dat de onafhankelijkheid van het. land bedreigd werd. De heer De Paul vertelde ook, hoe werd de omverwerping van de re geering va;n Castro daardoor gemoti veerd, da,t men het noodig oordeelde, maatregelen te nemeij om ieder con flict met Nederland te vermijden, dat de oorzaak kon worden van een internationalenoorlog, of wel van een revolutie, omdat Nederland het protocol met Venezuela; yan 1894 had herroepen, waarbij het vervoer van wapens verboden werd en het vormen van een revolutionair com plot werd onmogelijk gemaakt. De tegenwoordigheid van de Nederland- sohe oorlogsschepen op de kust, met het doel zich meester te maken van de kleine transportschepen met Ve- nezolaansche militairen, maakte, dat de Venezolaatosche regeering zich in een moeilijke positie ge plaatst zag tegenover een revolutie. Toen zijn Wij tot de overtuiging ge komen, dat het noodig was onderhan delingen aan te knoopen met Neder land, en dat de mogendheden, waar mede Venezuela geschillen had, over tuigd moesten worden van zijn goe de gezindheid om tot een vredelie vende oplossing te komen. DE BALKAN. Oostenrijk en Servië. Tusschen Oostenrijk en Servië is bet weer wat minder gespannen, door dat Servië heeft bijgespijkerd e* wat water in zijn wijn gedaan. Minister Milovanowitsj, heeft eenige geruststellende uitleggingen over zijn befaamde speech gegeven, en machtigde den Oostenrijkschen gezant aan bet Kabinet te Weenen te verklaren, dat die redevoering geen enkele agressieve bodoeling had tegen Oostenrijk. Hij voegde daarbijIk betreur het, dat de uitdrukkingen waarvan ik mij bediend heb, om het Servische standpunt in de Balkan-kwestie uiteen te zetten, in Oostenrijk werden opgevat als inge geven door vijandige bedoelingen tegen de Monarchie. Verder verklaarde de Minister, dat hij de critieken op binnenlandsche toestanden in de Monarchie, door enkele sprekers in de Skoepsjtina ge uit, als tegen de internationale ge bruiken beschouwt, en derhalve af keurt. Uit Konstantinopal, wordt daarbij geseind, dat men in Tarksche politieke kringen wenscht, in verband met de redevoeringen van Milovanowitsj, dat de houding van Servië wat meer ge reserveerd zou zijn. Engeland als stokebrand. Intusschen blijft vooral in Oostenrijk de publieke opinie en ook de diplo matie bijzonder gekant tegenEngeland, dat men en zeker niet ten onrechte beschouwt als de oorzaak van alle moeilijkheden. Daarbij is er nog een andere factor gekomen, een gevoel van wrevel tegen den Duitschen bondgenoot, dien men eenigzins als oorzaak beschouwt van Engeland's vijandschap tegen Oosten rijk. De „Zeit" sprak het eerst dien wrevel uit. „Niet tegen ons, zegt dit blad, is de onophoudelijke staatkunde van uitsluiting gericht, die gevolgd wordt door Engeland, maar wel tegen den gevreesden Duitschen concurrent. De conferentie te Reval had ten doel in de Oostenrijksch-Hongaarsehe monar chie elke trouw aa» het Drievoudig Verbond te vernietigen, en alle vijan delijkheden die de annexatie van Bos nië van de zijde van Buropa onder vindt zouden verdwijnen, zoo wij ons genegen toonden van dat bond genootschap afstand te doen. „Zoo Duitschland ons op het oogen- blik in den steek liet, zouden niet wij morgen geïsoleerd staan, maar wel Duitschland." Deze uitlatingen verwekken veel opzien 1 En ze zullen ook in Duitschland een gevoel weer van nieuwe onbehagelijk heid wekken: de „Zeit" zegt immers: dat Oostenrijk zich niet, als Italië, heeft laten ompraten door Rusland en Engeland, is winst voor Duitschland en een bewijs, dat Oostenrijk niet de bevoordeelde is in het bondgenootschap maar Duitschland I..,. Duitsehland's houding. De Berlijneche correspondent van de „New York Herald" meldt intus schen aan zijn blad, dat men in Berlijn ervan overtuigd is, dat tegen het voorjaar een oorlog op den Balkan zal uitbreken, waarin ook Duitschland zal betrokken worden. Men vertelt, dat 's keizers geduld met Engeland uit is, dat bij doof is voor de vredelievende raadgevingen van den rijkskanselier en alle aan dacht schenkt aan de krijgszuchtige uitingen van den generalen staf. Zijn plotseling vertrek uit Hubertusstock en het achterwege blijven van de voorjaarsreis naar Korfoe zouden met dit alles in verband staan. Volgens den correspondent staat ons dus een Europeesche oorlog te wachten! 't Lijkt wel wat èrg onr«3tbarend, en ongeloofelij k, dat verhaal Voorzorgen? Toch Oostenrijk neemt voorzorgen, dat is zeker Een Zwitsersch dagblad verneemt uit diplomatieke bron, dat de Oosten- rij ksche reserve-onderofficieren, die thans in Zwitserland vertoeven, bevel ontvingen, zich op 25 Januari a.s, bij hun korps te voegen. In de krijgsmacht in Bosnië zal verdriedubbeld, worden. Waartoe dit alles'?... Bosnië. Reuter seint, dat de grondwet van Bosnië en Herzegowina waarschijnlijk in den loop van het voorjaar afge kondigd zal worden. De te vormen Landdag zal uit drie curieën bestaan. De verkiezingsorganisatie zal bij keizerlijk besluit in werking worden gesteld. AM1RIKA. Boosevelt heeft ruzie. President Roosevelt, metzynimpulsie- ve en ietwat agreseieve natuur, doet niet als elk ander president bij het eind van zijn loopbaan zou doen, maar maakt op het laatste oogenblik nog heftige ruzie met allebei de huizen van het Copies! Met at Kamer ligt hij in ruzie over de" bekende kwestie van de geheime politie, tegen welke de Kamer zich uitsprak, waarop de President de liefelijkheid debiteerde, dat van die politie „niemand overlast heeft te vreezen, wiens geweten zuiver is,", een onverholen aanwijzing dat er onder de Congresleden wel een paar zijn, die er last van zouden kunnen krijgen 1 Tegen een Senator heeft president *Rooseveit nu bovendien een scherpe aanklacht gedaan in een boodschap aan den Senaat. En deze, Tellman, zou daarop vandaag van antwoord dienen. Roosevelt scheidt werkelijk niet in „pais en vrêê I" Een opzienbarende reis! Het blad „Tarquie" te Konstantinop»l meldt uit officieele bron, dat de koning en da koningin van Engeland in de tweede helft van Februari te Konstan linof el zullen aankomen, en daar een week zullen blij ven. Als dat wasr is, is het wel een aller- bizonderst bezoek, en in dit stadium een bswijs te meer van Engeland's onver moeid pogen om in Turkije het heft in handen te krijgen en te houden! Koning Mannel vanPortugal is te Lissabon aan boord gegaan van het koninklijke jacht. Hij gaat voor eenige dagen kruisen langs de Portugeesche kust. Er loopen geruchten dat hij ernstig ziek zou zijn. Franache godsdiensthaat. De justitie te Chüteaudun heeft tegen een pastoor rechtsingang verleend, omdat hij een pater Redemptorist in zijn kerk had laten preekenl En op revolut onaire bij eenkomsten is het* ergste gebeefte vrij ia he* publiek te schempen op God, gods dienst, staat en gezag! Een nieuwe ramp in Italië. Uit Genua wordt geseind, dat op den weg van Celle naar Albuit een grondverzak king plaats had, waarbij 10 reizigers verzwolgen werden. Er zijn bovendien ze» dooden en vier gewonden. Vreeselijk ongeluk. In Nax (Zwitserland) is gisteren gedurende den dienst een deel van de kerk ingestort*. Daarbij vonden 28 menschen, ichrikkelijk verminkt, den dood, en meer dan dertig werden gekwetst. Gebeden voor enze Koningin. Ook Z. D. H. de bisschop van Breda heeft bijzondere gebeden voor (Naar het Fransoh) van RAÖUL DE NA VERY. 11) Zijn loejisehc blik ontwaarde mij dadelijk in mijn hoekje. Hij begon kief zich te verontschuldigen, dat hij ki ijnheer den burgemeester zöo vroeg kwatn stopen; stapelde achtereen vol - gens alle beleefdheid «formulieren 0p elkander en eindigde met het geval .van den nacht te verhalen. „Dat is zeer on gelukkig voor u," antwoordde de burgemeester, zijn papieren rangschikkende, „maar het betreft hier niet een eenvoudige za,ak voor den vrederechter, zoomin als een politie-overtreding." „Zoo komt het mij ook voor," her nam Grand-Marc, terwijl hij met de tong over de lippen streek als een wolf, die een lam bespeurt. „De schuldige beloopt zelfs een zware straf." „Als ik vragen mag, mijnheer den burgemeester, hoeveel „Dat zal ik u zeggen." Toen, zei de grijsaard zacht ,tot paij: „Louis, breng mij dat dikke boek ©ems, met de drie kleuren op de snee Ik bracht het zonder aarzeling, het scheen mij toe, dat, daar ik de bladzijde met de op de misdaad toe passelijke straf in m'ijh zak had, ik volkomen beschut bleef. De burgemeester bladerde, zocht, werd ongeduldig, maar vond niets. Grand-Marc wachtte toog op het beloofde antwoord, toen ik reeds de werkkamer verliet. Jaiseron stond mij aan de poort van het erf op te-wachten. „Ik wou u even zeggen, dat de perkjes aato deto voet der perzikboo- men hersteld zijndie lompe vlegel van Grand-Marc mag om zijn bijen schreeuwen zoo hard als hij wil, maar w ij zullen dein zoon van onze goede meesteres niet verraden." Inderdaad, Grand-Marc moest zich met zijn verdenkingen tevreden stel len; daar hij onmogelijk iets kon bewijzen, noemde hij niemand. Die herinnering uit mijn kinder jaren, komt mij nu weer in het ge heugen naar aanleiding van het ge val met dien kleinen bijendief, die op de binnenplaats speelt, en dien de rechtbank voor eenige jaren in een verbeterhuis za.l doen opsluiten, omdat hij zotoder oordeel des onder scheids gehandeld heeft. Maar indien de Jaserons niet zoo'n oprechten eerbied voor mijn moeder gekoesterd hadden, zou mep de lap tapijtgoed gevonden en herkend heb- lenhet spoor van mijn voetstappen van 't latwerk naar den tuin van Grand-Marc gevolgd zijn, en men zou mij opgesloten hebben, die blij de kindsheid, die schootoe jeugd had ik aldus verdiend te verliezen. Ik kon negen jaren in eep somber huis doorbrengen, opgesloten met kinde ren, die reeds in hun prille jeugd slecht waren. Mijn moeder zou ik nooit hebben weergezien. Mijn zus ter zou ver van mij groot zijn ge worden. De ernst van het feit springt mij eerst in het oog. nu ik zie, hoe ge streng de wet dit kind straft. Straks nog beschuldigde ik hem, ik voelde verachting: voor hem, ik sloeg geen blik in mij zeiven. Ze is du,s eeuwig waar de ge lijkenis van den splinter en dein balk, waarvan in het Evangelie verhaald wordt. Ik moet den naam van dezen jon gen te weten zien te- komen, ik zal mij met zijn lot bezig houden. Met hoeveel blijdschap zal ik trachten hem te redden, hem te ver dedigen. hem de vrijheid te doen her krijgen Helaas, wat kan ik Zal ik er in slagen, mijzelven te redden Ik verkeer onder den pijnlijksten indruk. Ik herinner mij, dat ik in de eerste uren van mijn gevangen schap heb uitgeroepen „Ik daag anderen uit een eerlijker man te vinden dan ik." [Welnu, ik had ongelijk. Maakt dap de brandstichting v,an Grand-Marc's bijenkorven zoo'n ern stig misdrijf uit Kan ik mij niet meer achten, nu ik het gepleegd heb Als ik deze geschiedenis vertelde, zouden veel menschen ze voor een gewone guitenstreek aanzien. Veer tien dagen geleden zou ik zelf even- geda.an hebben. De beklommen mu ren, de gestolen appels van den buur man, die in de vlucht gedooie dui ven. de uit de wijnbergen gekaapte druiventrossen, de zonder recht van visscherij gevangen visschen, de zon der .jachtverlof gevangen hazen, al die ongerechtigheden schenen mij grappen toe. Met moeite moet ik mij zelven deze waarheid bekennen: „Ge zijt niet vrij vato blaam; uw. ziel- heeft niet de vlekkelooze witheid' van de sneeuw der Alpen- Zoo ge voor de menschen uw hoofd mnogt opheffen, dan komt dat, omdat het toeval, de omstandigheden, uw fa milie u gediend hebbendat is al les." Is het niet hard, dat men zicli met deze waarheid moet toespreken >- Maar* ben ik soms ook piet te beu zelachtig en beschouw ik het verle den niet door glazen, die te sterk ver- grooten Ik was elf jaar oud, het betrof vier bijenkorven, tel een waar de van vier en twintig francs! KVIII. Ik beto verzot op reizen. Bij wijze van sympathie, die als een voorgevoel werkte, waren het na de kerken en de museums de gevangenissen, die mij in iedere stad het meeste belang inboezemden. Ik heb den toren bezocht, waarin Ugolino vóór zijn oogen zijn kinde ren den vreeselijken hongerdood zag sterven. Mijn naam staat geschreven op de zuil van den gevangenis van C'hi- lon. Ik heb twee uren lang op de plaats gezeten, die gedurende zeven jaren van gevangenschap door zijn voeten was uitgehold. De hooge mu ren, die zich in de wateren van het meer weerspiegelden, schenen allen den naam van Bonnivard weder te geven, en op het venster kwam een vogel zicli nederzetten om te zingen dezelfde misschien dien Lord Byron gehoord had. Ik ken bet paleis der pausen, van Avignon, dat een plaats van opslui ting en van tranen geworden is; de bouwvallen van Pierre-Seni te Lyon, den engen onderaardschen kerker, waarin men den kardinaal la Balue in een ijzeren kooi opsloot, de over blijfselen der onsterfelijke gevange nis te Rouaan, gewijd als verblijf plaats van de maagd en martelares Jeanne d'Are. Als een droomer heb ik rondom de muren van Fénestnelle gedoold, terwijl ik met den blik üe Picciola. yan den roman-dichter jVVa.t ik gaarne uit het verleden zou gezien hebben' dat was de leeu wenkuil van Daniël, de spelonken van Sabinus, de toren van koning Richard, het paleis, waarin Frans I gevangen zat, de galeien, door een Vincent ius van Paulo geheiligd, al die verblijven, schrikwekkend voor den blik, heilig voor de gedachte, die groote mannen hebben zien ko men en gaan en sterven, die liup laatste klaagtoonen gehoord hebben en die, hoe somber en verschrikkelijk ze ook zijn mogen, trappen schijnen te zijn, die tot de heiligheid voeren. [Waarom heb ik niet de ziel van een Sivio, dien zoetvloeienden Ita liaan, de verbeelding van Andryane, het hart van Maroncelli, dat ik ge denkschriften kan opstellen, ge schikt om wetboeken van onderwer ping, van hoop te worden, uiterste wilsbeschikkingen vol geloof, die mijn zaak vóór God en het nage slacht bepleiten, zoo ik ze voor de menschen mocht verliezen Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 1