DAGBLAD voor NOORD- en 7UID-H0LLAND. Brieven uit het Donkere werelddeel. BUITENLAND. BINNENLAND. De Onschuld Zegeviert. S&Snalepliuisvesifc 29«3!-33, Haarlem fjl woensdag 20 januari 1909. 339t® Jaargang No. 6794 Bureaux van Redactie en Administratie intercommunaal Teiefoonnummer 1426. FEUILLETON HEUWE HURLEMSCHE COORMT ABONNEMENTSPRIJS: Per S maanden voor Haarlemf 1,35 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.85 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per postj 1.80 Afzonderlijke nummers ,10,05 PRIJS OER AOVERTENTIÊN Van 16 regelsf0,60 (contant) f-Qjrt Elke regel meerv${19 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant nes Alle betalende abonnés op dit blad, die in het bezit eener verzekeringspolis zijn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor: GULDEN bij Cfl GALDEN bij f A f| GULDEN bij Q ff| verlies van éen B K verlies van i 11 verlies van gg g gj één ,_,jr hand of voet. ^en °°8* 1 HÜ ïïUj éen duim. werken. GULDEN by levenslange onge schiktheid te t 400 GULDEN bij overlijden. 300 wij 8 vinger. 15 qüLDZN bij verlies van éen anderen vinger. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. De missie te Hamuli. I De Kerk. Reeds over verscheidene onderwer pen is geschreven in de brieven bit het Donkere Werelddeel, maar eigenlijke missie en haar werk te Kamuli is nog niet aangeroerd; to toch zal wellicht dit gedeelte lenigen lezer het meeste belang in boezemen. Met opzet echter heb ik mede gewacht, om wat meer ondervin ding op te doen, en u dus een «eter denkbeeld te kunnen geven. Dat alles hier verschillend is van be Haariemsche toestanden, behoeft Nauwelijks gezegd te worden. Hier Seen trotsche kathedraal zooals aan be Leidsshe Vaart of prachtig re- soneerende orgels zooals in de Jans- 8traat, zelfs geen mooie bouwstijl van Soede baksteenen zooals in de ker ken bij de Amsterdamsche poort en to het Schoterkwartier 1 Geen vrien delijk noodigende klokken, geen Nlectrische kroonluchters, zelfs géén kerkbanken of stoelen 1 Geen wel gestelde geloovigen in de eerste Njjao, die een zilverstuk laten neer- glijden op de openschaal en geen tollectanteD, die met handschoenen *an de zakjes en schalen doen rond gaan. Wie op een goede Zondagmorgen to de kerk te Kamuli de Hoogmis sou bijwonen, zou na het offertori um den collectant met een mandje den rondgaan, om de offergaven der geloovigen in te zamelen voor de ondersteuning der kerk. Iedere Volwassene werpt een paar schelpjes in het mandje, en als dan de we- kelijksche opbrengst 350 it 200 8chelpen is (15 a 18 cent), zal hij ®enig begrip krijgen, hoe de mis- 8ionaris zijn kerk kan onderhouden. Ïq het afgeloopen jaar bouwde de Pastoor van Kamuli eene flinke nieuwe kerk, wat hem ongeveer 1200 gulden kostte, en de bijzondere Collecte, die bij deze gelegenheid gehouden werd, bracht ongeveer 25 gulden op. De menschen zijn arm, hiaar toch wordt hun met het oog °p de toekomst ingeprent, dat zij naar vermogen moeten bijdragen >Oor het onderhoud der kerk. Een kwartier voordat de Hoog- tois begint, worden de troms ge- dagen en komen de Christenen van nlle kanten naar de Hoogmis. Even als in Haarlem komen de menschen iu hun beste kleeren, doch ia iedere but moet iemand achter blijven, omdat... de menschen anders bij hun thuiskomst alles gesloten zouden kunnen vinden! Eerbiedig knielen zij allen neer op den harden grond in de kerk, de mannen rechts en de vrouwen links, en terwijl de priester zich aankleedt voor de Hoogmis, kunnen we even het uitwendige der kerk bezichtigen, 't Is een flink gebouw van 35 meter lang bij 20 meter breed, omringd door een ruime veranda en gekroond met een ont zettend groot strooien dak, dat eenige meters uitsteek to ver de muren en zoo eene goede veranda vormt. Op hooge feestdagen kan het ge beuren, dat er bijna duizend menschen in de kerk zijn, doch op een gewonen Zondag is het aantal kerkgangers ongeveer 120 a 150. Als ge nu de kerk. binnengaat, zal het u terstond opvallen dat er meer ruimte dan schoonheid in de kerk is. Ge zult zeggen, dat de kerk kaal is, maar toch zult ge het vernuft van den bouwmeester be wonderen. De muren zijn opgetrok ken van in de zon gedroogde steenen en netjes bepleisterd met een soort inlandsch cement. Dikke kolommen van een meter middellijn onder steunen het hooge dak, dat een reusachtig netwerk is van palen en stokken, bedekt met een dikke laag gras. Het geheele gewelf is bespan nen met wit katoen, hetwelk in vereeniging met de lichtgrijze muren aan de tkerk een helder en vrien delijk aanzien geeft. Ook de drie groote deuren aan den ingang zijn netjes geschaafd en getimmerd, wat niet altijd het geval is ia een land, waar de pastoor zelf den boom moet laten omhakken, dan tot planken laat zagen en ein delijk het geheele timmerwerk moet leiden. Beelden schitteren door hun af wezigheid, schilderingen en schilde rijen evenzeer. Dertien ruwe platen, waarvan de viertiende door een ongeval ontbrfeekt, vormen den Kruisweg. Een lange plank, gestut door 4 pilaartj es, vormt de Com muniebank, terwijl een eenvoudige mat de treden van het altaar bedekt. Alles is hoogst eenvoudig, hier en daar armoedig, maar rein en zin delijk en de devotie der zwarte menschen in dat holle gebouw ver goedt veel. De Hoogmis is begonnen en met langzame stem wordt het Asperges In hef „Geïllustreerd Zondagsblad" Tan Zaterdag a.s. wordt ean foto opge nomen van het priesterkoor der kerk in Kamuli, waar father Schoemaker het Missiewerk doet. Red. gezongen, terwijl de priesterzegenend de kerk rondgaat. Hechts vooraan zitten de mannen en jongens, die het missiepersoneel vormenaange voerd door onzen schoolmeester zin- geu zij, wel niet als lijsters, maar toch uit volle borst. Dan volgen de mannen en jongens en links de vrouwen en meisjes, doch geen koster die met gevalden geldbuidel rond gaat om het plaatseageld op te halen! Het zal u echter opvallen, dat er in tegenstelling met TIol- landsehe kerken wel drie maal meer mannen dan vrouwen in de kerk zijn. De reden hiervan is, dat veel meer mannen dan vrouwen zich bekeeren, wijl hier de mannen meer tijd hebben enook meer ver stand hebben dan de vrouwen! De Kyrië en het Gloria worden in het Latyn gezongen, doch daar na zingen allen een lied in de volks taal, alles natuurlijk zonder orgel begeleiding. Muzikaal zijn de negers niet, en de goede zangers zijn ge makkelijk te tellen, maar toch hoop ik een volgend jaar te beginnen met een klein zangkoor, begeleid door blaasinstrumenten. Nadat het Evangelie gezongen is, begint de preek. Een preekstoel is er niet. De priester gaat naar de CommunieDank, en de geloovigen zetten zich neer op den grond, met de beenen gekruist. Een preek voor de zwarten geeft in het begin heel wat eigenaardige gewaarwordingen. Ge spreekt daar tot menschen, die in 't geheel geen opvoeding ontvan gen hebben, die vroeger nooit go- koord hebben van God of H. Sacra menten en nu nog pas sedert enkele maanden of jaren Katholiek zijn. Ge zijt hun leider, hun meester, hun vader, hun alles; en hun groote zwarte oogen, waarbij het wit zoo scherp uitkomt, zijn strak en onbe wegelijk op u gevestigd. Ge hebt een aandachtig gehoor, en veel kunt ge doen, doch ook veel moet gedaan worden. Zoovelen zullen straks te ruggaan naar hun hutten in een geheel heidensche oaigevimg, bij heidensche ouders, broeders en zus ters, die daar lui op den grond liggen uitgestrekt en maar niet inzien, waarom iemand zich over iets zou moe maken. Velen die daar voor u zitten, zijn vurig Katholiekdoch zij zijn allen nog slechts kinderen in het geloof en hebben krachtig, geestelijk voed sel noodig. Geslacht op geslacht heeft in ontucht kinderen voortge bracht en opgevoed, en hun de nood lottige gevolgen van dronkenschap en henneprooken ingestort. Overal en aan alle kanten ontmoet ge geestelijke en tijdelijke ellende, als een boom zoo hoog opgroeid door eeuwen van heidensche gebruiken. En als ge daar als priester voor hen staat, en hun in eenvoudige, krachtige taal het ware en goede voorhoudt, spreekt ge onwillekeurig geloof ik met nog meer gloed en ijver, dan wanneer ge zoudt staan onder dien heerlijken hoepel van Haarlem's Kathedraal. De priester vervolgt de H. Mis, en twee zwarte kroeskopjes komen op hun bloote voeten, doch gekleed in roode toogjes en witte roketten, de ampullen aandragen. Nog eenige gezangen en het oogenblik der con secratie nadert. Het belletje heeft geklonken, en alles wordt doodstil in de kerkallen liggen voorover gebogen met het hoofd bijna op den grond en in die ademlooze stilte wordt het groote mysterie voltrokken. DeH. Mis in Oesoga! Welk een tegenstelling bij vroegerIndien we de oneindigheid van God's Barmhar tigheid niet kenden, zouden we niet kunnen gelooven aan de aaneenscha keling dezer twee ideën. Waar acht jaren geleden niemand nog aan God dacht, staat nu het altaar, en draagt de priester het H. Misoffer op, omringd door een schaar ge loovigen, en worden alle H. H. Sacramenten toegediend. Kerk en Kruis en Altaar staan daar over eind als het symbool der overwin ning, en vandaar zal die miracu leuze kracht uitgaan die de wereld heaft gewonnen en herschapen! C. SCHOKMAKEK, Miss. Apost. Kamuli, Zondag, 13 Dec. 1908, ITALIË. Te Messina. Gisterennacht brak er een dooreen krachtigen wind aangewakkerde hevige brand uit in de ingestorte huizen langs de kust. De troepen en de bemanning der oorlogsschepen snelden onmiddellijk toe. Na een vruchtelooze poging het vuur te blusschen, moesten zij zich bepalen tot het afzonderen van den brand. Steeds aardschokken. Uit Reggio seint Reuter: In de geheele streek werden den geheelen ochtend aardschokken waar genomen, waarvan een om zes uur krachtig en een andere om vijf mi nuten over half een zeer sterk was. De wederopbouw van Messina. De door den minister van openbare werken benoemde commissie heeft de haven van Messina zorgvuldig onder zocht en heeft zich er van kunnen overtuigen, dat de haven eeD zeer uitgestrekt en zeer veilig maritiem station is gebleven. De aangerichte schade beperkt zich tot [een ontwrich ting van de kaden. De commissie zegt, dat de eenige dringende maatregel bestaat in een versterking der aanleg plaatsen. In dezen geest heeft de minister bevelen gegeven. DE BALKAN. Turkije en Oostenrijk. De „Times" deelt den tekst mede van de heden door de „Jeni Gazette" te Constantinopel openbaar gemaakte overeenkomst. Door art. 1 ziet Oostenrijk af van zijne rechten en privilegiën in het sandjak Novi Bazar. Art. 2 luidt dat, binnen een termijn van 3 jaar alle Muzelmansche Bosniërs naar welgevallen mogen uitwijken naar Turkije en dat alle hunne bezittingen en eigendommen zullen geëerbiedigd worden. Art. 3 verzekert vrijheid van geweten en godsdienst. Art. 4 bepaalt de storting van 2.500.000 T. P. goud door Oostenrijk aan de Porte. Art. 5 omvat de bepaling, dat Oostenrijk een handelsverdrag met Turkije zal sluiten en dat Oostenrijk instemmen zal met de verhooging van invoerrechten op sommige waren. Art. 6 omvat de afschaffing der Oostenrijksche postbureaux in Turkije. AMERIKA. Het tractement van den president. De Amerikaansche Senaat heeft de vermeerdering van het salaris van den president, reiskosten daaronder begre pen, tot 100,000 pst. (vroeger 75,000 pst.) goedgekeurd. Dit maakt het zoo goed als zeker, dat Taft dit bedrag zal krijgen. PBRZIE. De revolutie. De correspondent van de Daily Te legraph meldt uit St Petersburg, dat daar een telegram is ontvangen, vol gens hetwelk de opstandelin gen te Tabris door de troepen van den Sjah verslagen zijn en velen hnnner op Russisch gebied ge vlucht zijn. Dat zou dus een succesje zijn voor den Sjah! Hofberichten. De hertogin van Albany wordt Donderdag in den ochtend in Den Haag verwacht. De Minister van Oorlog. De Minister van Oorlog, die bron chitis heeft, gaat langzaam vooruit en zal vermoedelijk nog de geheele maand in huis moeten blijven. De nieuwe minister. De benoeming van mr. Regout tot Minister van Waterstaat wordt reeda heden verwacht. De heer Regout had zich reeds eenige dagen geleiden bereid verklaard de portefeuille te aanvaarden. Mr. L. H. W. Regout is de zoo* van wijlen het lid der Eerste Kamer H. G. L. Regout, die na de ontbinding van ons Hoogerhuis in 1904 niet meer in aanmerking wenschte te komen. Hij is den 27en October 1861 te Maas tricht geboien en deed in 1878 eind examen aan het gymnasium in zij* geboorteplaats. In 1883 promoveerde hij tot civiel-ingenieur aan de Univer siteit te Leuven, als hoedanig hij zich te Maastricht vestigde. In 1895 werd hij gekozen tot lid der Provinciale Staten van Limburg. Het volgend jaar promoveerde hij tot doctor in de rechten aan de gemeente lijke hoogeschool te Amsterdam, op een proefschrift, getiteld: „Arbeiders verzekering". In 1898 werd hij geko zen tot lid van Gedeputeerde Staten in de provincie Limburg, welke functie hij waarnam, tot hij als lid der Eerste Kamer werd gekozen. Mr. Regout stond tot als nu toe aan het hoofd van verschillende in- dustrieele ondernemingen, te Maas tricht en elders gevestigd. Hij is lid van den Mijnraad en commissaris der Maatschappij tot Exploitatie van S taatsspoorwegen In de Eerste Kamer toonde hij zich niet alleen een begaafd spreker, doch ook een bekwaam jurist, die vaak ook het woord met gaarne erkend gezag voerde in aangelegenheden, welke hij thans als minister gaat behartigen De Kamerverkiezingen. De heer J. E. W. Duijs, adjunet- commies bij de Rijksverzekeringsbank, woonachtig te Zaandam, en aldaar candidaat gesteld voor het lidmaat schap van de Tweede Kamer, heeft den betrokken minister onder mede- deeling der candidaatstelling gevraagd, of hij bijaldien hij gekozen mocht worden op nonactiviteit kon worden gesteld al of niet met toekenning van nonactiviteitstractement. Verder heeft hij antwoord verzocht op de vraag, of hij indien hij na vier jaren niet weder mocht worden herkozen in gelijken rang aan de Rijksverzekerings bank zou worden aangesteld. Minister Talma heeft op dit schrijven geantwoord, dat adressant noch op het een, noch op het ander kon rekenen. Van nonactiviteit kan geen sprake zijn, en indien de heer Duijs na 4 jaar niet herkozen mocht worden, dan kon hij zich bij Rijksverzekeringsbank opnieuw als sollicitant aanmelden en bij een of andere vacature voor een benoeming in aanmerking komen. „Het Huisgez." deelt mede, dat da afgevaardigde voor 's Hertogenbosch, mr. A. van Sasse van IJsselt, geen hernieuwing van zijn mandaat wenscht. (Naar het Fransoh) van RAOUL DE NAVERY. 19) „Ik aou liever zien, dat ge meer Onderworpen waart." „Dat is uw taak, mijn vader. Al Wat de menseih, de wijsgeer, de Stoï cijn op dit oogenblik kan, dat doe ik." „Welnu," zei de priester, terwijl bij me met een bewonderepswaardi- ■ge geestdrift in zijn armen sloot, „ik wil in u noch den stoïcijn noch den wijsgeer zien. Gij zijt vijf en Win tig jaar oud, ongelukkig kipd! Uw moeder en uw zuster beminnen, U meer dan hartelijk. Het leven beeft duizend beloften van geluk Toor u.... Gij weet het, gij ziet het, gij betreurt het, en gij onderdrukt Uw tranen met een geveinsde stand vastigheid.... iWeen, snik, wij zijn Vrienden, broeders. Uw smart moet groot zijn, want uw beproeving is Vreeselijk. Maar, wanhoop niet! God is daar! God is een vader en geep tyran.... Hij wil, dat ge ter neer geslagen, verpletterd, verbrijzeld zijt welnu, buig u onder de ijzeren hand, die u neerwerpt; wanneer gij weer zult opstaan, zal dat zijn als Christen, nederig en ingetogen, ge laten en sterk." Ik kon aan die woorden geen wteer- stand bieden, ik wierp mij aan de borst van abbé Jeremias, en ik heb geweend.... Gustave is heengegaan. De abbé heeft bijna niets gezegd. Hij hield mijn handen vast, hij PaPi deel in mijn smart, toen ik hem zoo neerslachtig zag heb ik beproefd hem te troosten. Wat bij mij over de Voorzienigheid, over de barmhar tigheid gezegd hald, dat herhaalde ik hem nu. Idet gewicht, dat op mijn borst drukte, werd lichter en op het oogenblik, dat hij mij verliet, heb ik, gelijk hij wenschte, een gebed op de lippen. Bruno, de diamantslijper, was een knap werkman en bovendien een eer lijk man. Hoe arm hij ook was, hij" vond nog gelegenheid om armerep dan hij, diensten to bewijzen. Zijn weldaden werden dikmijls aan op- waardigen besteed; daarover ver wonderde hij zich geenszins en ging voort met weldoen. Brunoi was van meening, dat ieder mensch verplicht is minstens één goede daad als voor beeld to verrichten. Hij verdiende vroeger hooge weekgelden; zooi hij niet spaarde, kwam dit, omdat zijn omgeving Zoo armoedig was- Hij Zag vrouwen in lompen gehuld, kin deren, die honger lelden, grijsaards zonder woonplaats. Aan dep een gaf hij geld, met anderen deelde hij zijn maaltijden. Bruno trouwde, toen hij dep' leef tijd van vijf en twintig jaar bereikt had De gezell.in, die hij zich geko zen had, zou hem gelukkig maken. Zij kregen een zioop; dit kleine we zen stierf, ep de moeder volgde heft in den dood- Ontroostbaar, wijdde Bruno zich meer dan ooit aap dep arbeid. Op zekeren dag hoorde hij de ge schiedenis verhalen vap eep map, die kortelings tot twintig jaren ge vangenisstraf was veroordeeld, waarhij .men het lot vap dieps tiep- jarigen zoon Aptoipe beklaagde, die, bij gemis aan iemapd, die hem tot zich nam, onder de weezep of ver laten kinderen zou gerangschikt worden. Bruno, voelde, hoe hij bewogen werd. Hij begaf zich naar den president der rechtbank en verzocht hem het kind aan hem toe te vertrouwen- „Mijn vriend," antwoordde hem de rechter, „ik stel uw voornemen op hoogen prijs; maar ik wil u enkel doen opmerken, dat Aptoipe een droevige toekomst voorspelt. Voor die misschien erfelijk badorvep na tuur, die echter zeker vóór den tijd slecht is, zou een verbeterhuis veili ger zijn dan het inwendige vap een eerzaam burgergezin." 1 „Hij heeft slechte voorbeelden ge had, mijnheer de president; ik zal hem goede geven," antwoordde Bru no, „als ik bespeur, dat de inborst slecht is, 'zal ik die bestrijden. Het komt mij, armen ongeletterden map, voor, dat de luiheid de helft vap het gepleegde kwaad veroorzaakt; wanneer de jongen mij twaalf uren per dag mijn molen zal zien rond draaien, zal ook hij uit een geest van navolging willen werken- Een gering loop, eep enkel prijzend woopd, oprechte vriendschap zullen beter voor hem zijn dan een ruwe, gemeenschappelijke tucht. Sta mij toe het te beproeven; als ik niet slaag, zal ik het slechts aan mij al leen te wijten hebben." „Gij hebt geen ander middel vap bestaan, dan uw arbeid?" „Neen, mijnheer de president, maar voor ik die groote ramp onder vond, leefden mijn vrouw ep mijn kind van mijp verdienstenze zul len voor ons beiden ook wel voldoen de zijn." Antoine werd vóór Bruno ge bracht. De rechter legde zijn hand op het hoofd van het kind, en hem op den diamantslijper wijzende, zeide hij „Antoine, je vader heeft zich aan een misdaad schuldig gemaakt, ep de justitie is tegen hem opgekomen. Men wilde je in een weeshuis oppet- men, want je stapt alleen op de we reld, zonder stepn, zonder fapiilie aan je zeiven overgelaten, zoudt ge eerst een vagebond, later misschien een boosdoener worden. Deze map behoeft niets voor je te doen, hij kent slechts je ellende, je verlaten heid. Zijn arbeidzaam leven bepleit de zaak van je onwetendheid en je luiheid. Hij verlangt, dat gij als zijn kind aan hem wordt toever trouwd. Tracht zijn edelmoedigheid te begrijpen en vooral die in te zien.... Toon je dankbaar, ondepda- mg.... „Ik ben maar een werkmap," zei Bruno halfluid. Antoine zag den diamantslijper en toen den president aap. Zijn doordringende grijze oogep, waarin arglistigheid zich scheen te verbergen, schoten als vopken; zijn mond glimlachte even. „Ik zal gehoorzamen," sprak hij. „En ge zult ook werken „Ja." „Kom mee," Zei Bruno. De brave werkman bedankte den rechter met warmte en nam Antoipe met zich. De jongen begreep éép ding: ik behoef niet naar de gevangenis, als ik met Bruno meega. Nu had Ap toine te dikwijls over de gevangenis hooren spreken om er Piet groote vrees voor te koesteren. Hij wist, dat alleen de paam reeds zijp vader en de mannen vap verdacht allooi, met wie hij omging, reeds deed be ven. Ep trilde iets anders ip| zijp hart. De edelmoedigheid van Bru no had geen vat op hem. Hij ont ving de weldaad, Wel niet onverschil lig, maar toch zonder erkentelijkheid voor den weldoener. Het vooruit zicht te moeten werken, schrikte hem af. Zijn eerste kindsheid had hij op de straten van Parijs of wel in kroegen doorgebracht, waar hij zijn loon in brandewijn en onverteer bare spijs ontving. Om die feestmar len te verdienen, moest hij somtijds als spion vóór een deur op post staan, makkers waarschuwen, naar zekere schuilplaatsen loopen. Antoine leer de het beroep van stelen. Zijn valer stal, de makkers van zijn vader sta len hij had nooit gedacht, dat er een andere loopbaan voor hem kop open staan. Ze bracht wisselvallighe den, gevaren, vreeselijke tegeasLagen mee, maar ook gaf ze gelegenheid in de open .lucht te leven, met de handen in zijn zakken, wanneer men die van anderen had omgekeerd, overal rond te drenteiep, niets te doen, de rijken af te zetten, prachti ge vangsten te doen, in één dag for tuin te maken, mits het een stoute slag was, die men sloeg, en de zaak de moeite loonde. „Kom.' dacht Antoine, „laten' we het maar aannemenals het mij ver veelt, ga ik er weer van door." Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 1