DAGBLAD voor NOORD- en 7UID-H0LLAND.
Brieven uit het
Donkere werelddeel.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
De Onschuld Zegeviert.
S&Snalepliuisvesifc 29«3!-33, Haarlem
fjl
woensdag 20 januari 1909.
339t® Jaargang No. 6794
Bureaux van Redactie en Administratie
intercommunaal Teiefoonnummer 1426.
FEUILLETON
HEUWE HURLEMSCHE COORMT
ABONNEMENTSPRIJS:
Per S maanden voor Haarlemf 1,35
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.85
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per postj 1.80
Afzonderlijke nummers ,10,05
PRIJS OER AOVERTENTIÊN
Van 16 regelsf0,60 (contant) f-Qjrt
Elke regel meerv${19
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant
nes
Alle betalende abonnés op dit blad, die in het bezit eener verzekeringspolis zijn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor:
GULDEN bij Cfl GALDEN bij f A f| GULDEN bij Q ff|
verlies van éen B K verlies van i 11 verlies van gg g gj één
,_,jr hand of voet. ^en °°8* 1 HÜ ïïUj éen duim.
werken.
GULDEN by
levenslange onge
schiktheid te t
400
GULDEN bij
overlijden.
300
wij 8 vinger.
15
qüLDZN bij
verlies van
éen anderen
vinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
De missie te Hamuli.
I De Kerk.
Reeds over verscheidene onderwer
pen is geschreven in de brieven
bit het Donkere Werelddeel, maar
eigenlijke missie en haar werk
te Kamuli is nog niet aangeroerd;
to toch zal wellicht dit gedeelte
lenigen lezer het meeste belang in
boezemen.
Met opzet echter heb ik mede
gewacht, om wat meer ondervin
ding op te doen, en u dus een
«eter denkbeeld te kunnen geven.
Dat alles hier verschillend is van
be Haariemsche toestanden, behoeft
Nauwelijks gezegd te worden. Hier
Seen trotsche kathedraal zooals aan
be Leidsshe Vaart of prachtig re-
soneerende orgels zooals in de Jans-
8traat, zelfs geen mooie bouwstijl van
Soede baksteenen zooals in de ker
ken bij de Amsterdamsche poort en
to het Schoterkwartier 1 Geen vrien
delijk noodigende klokken, geen
Nlectrische kroonluchters, zelfs géén
kerkbanken of stoelen 1 Geen wel
gestelde geloovigen in de eerste
Njjao, die een zilverstuk laten neer-
glijden op de openschaal en geen
tollectanteD, die met handschoenen
*an de zakjes en schalen doen rond
gaan.
Wie op een goede Zondagmorgen
to de kerk te Kamuli de Hoogmis
sou bijwonen, zou na het offertori
um den collectant met een mandje
den rondgaan, om de offergaven
der geloovigen in te zamelen voor
de ondersteuning der kerk. Iedere
Volwassene werpt een paar schelpjes
in het mandje, en als dan de we-
kelijksche opbrengst 350 it 200
8chelpen is (15 a 18 cent), zal hij
®enig begrip krijgen, hoe de mis-
8ionaris zijn kerk kan onderhouden.
Ïq het afgeloopen jaar bouwde de
Pastoor van Kamuli eene flinke
nieuwe kerk, wat hem ongeveer
1200 gulden kostte, en de bijzondere
Collecte, die bij deze gelegenheid
gehouden werd, bracht ongeveer 25
gulden op. De menschen zijn arm,
hiaar toch wordt hun met het oog
°p de toekomst ingeprent, dat zij
naar vermogen moeten bijdragen
>Oor het onderhoud der kerk.
Een kwartier voordat de Hoog-
tois begint, worden de troms ge-
dagen en komen de Christenen van
nlle kanten naar de Hoogmis. Even
als in Haarlem komen de menschen
iu hun beste kleeren, doch ia iedere
but moet iemand achter blijven,
omdat... de menschen anders bij hun
thuiskomst alles gesloten zouden
kunnen vinden!
Eerbiedig knielen zij allen neer
op den harden grond in de kerk,
de mannen rechts en de vrouwen
links, en terwijl de priester zich
aankleedt voor de Hoogmis, kunnen
we even het uitwendige der kerk
bezichtigen, 't Is een flink gebouw
van 35 meter lang bij 20 meter
breed, omringd door een ruime
veranda en gekroond met een ont
zettend groot strooien dak, dat
eenige meters uitsteek to ver de muren
en zoo eene goede veranda vormt.
Op hooge feestdagen kan het ge
beuren, dat er bijna duizend
menschen in de kerk zijn, doch op
een gewonen Zondag is het aantal
kerkgangers ongeveer 120 a 150.
Als ge nu de kerk. binnengaat,
zal het u terstond opvallen dat er
meer ruimte dan schoonheid in de
kerk is. Ge zult zeggen, dat de kerk
kaal is, maar toch zult ge het
vernuft van den bouwmeester be
wonderen. De muren zijn opgetrok
ken van in de zon gedroogde steenen
en netjes bepleisterd met een soort
inlandsch cement. Dikke kolommen
van een meter middellijn onder
steunen het hooge dak, dat een
reusachtig netwerk is van palen en
stokken, bedekt met een dikke laag
gras. Het geheele gewelf is bespan
nen met wit katoen, hetwelk in
vereeniging met de lichtgrijze muren
aan de tkerk een helder en vrien
delijk aanzien geeft.
Ook de drie groote deuren aan
den ingang zijn netjes geschaafd
en getimmerd, wat niet altijd het
geval is ia een land, waar de pastoor
zelf den boom moet laten omhakken,
dan tot planken laat zagen en ein
delijk het geheele timmerwerk moet
leiden.
Beelden schitteren door hun af
wezigheid, schilderingen en schilde
rijen evenzeer. Dertien ruwe platen,
waarvan de viertiende door een
ongeval ontbrfeekt, vormen den
Kruisweg. Een lange plank, gestut
door 4 pilaartj es, vormt de Com
muniebank, terwijl een eenvoudige
mat de treden van het altaar bedekt.
Alles is hoogst eenvoudig, hier en
daar armoedig, maar rein en zin
delijk en de devotie der zwarte
menschen in dat holle gebouw ver
goedt veel.
De Hoogmis is begonnen en met
langzame stem wordt het Asperges
In hef „Geïllustreerd Zondagsblad"
Tan Zaterdag a.s. wordt ean foto opge
nomen van het priesterkoor der kerk in
Kamuli, waar father Schoemaker het
Missiewerk doet. Red.
gezongen, terwijl de priesterzegenend
de kerk rondgaat. Hechts vooraan
zitten de mannen en jongens, die
het missiepersoneel vormenaange
voerd door onzen schoolmeester zin-
geu zij, wel niet als lijsters, maar
toch uit volle borst. Dan volgen de
mannen en jongens en links de
vrouwen en meisjes, doch geen
koster die met gevalden geldbuidel
rond gaat om het plaatseageld op
te halen! Het zal u echter opvallen,
dat er in tegenstelling met TIol-
landsehe kerken wel drie maal meer
mannen dan vrouwen in de kerk
zijn. De reden hiervan is, dat veel
meer mannen dan vrouwen zich
bekeeren, wijl hier de mannen meer
tijd hebben enook meer ver
stand hebben dan de vrouwen!
De Kyrië en het Gloria worden
in het Latyn gezongen, doch daar
na zingen allen een lied in de volks
taal, alles natuurlijk zonder orgel
begeleiding. Muzikaal zijn de negers
niet, en de goede zangers zijn ge
makkelijk te tellen, maar toch hoop
ik een volgend jaar te beginnen met
een klein zangkoor, begeleid door
blaasinstrumenten.
Nadat het Evangelie gezongen is,
begint de preek. Een preekstoel is
er niet. De priester gaat naar de
CommunieDank, en de geloovigen
zetten zich neer op den grond, met
de beenen gekruist. Een preek voor
de zwarten geeft in het begin heel
wat eigenaardige gewaarwordingen.
Ge spreekt daar tot menschen, die
in 't geheel geen opvoeding ontvan
gen hebben, die vroeger nooit go-
koord hebben van God of H. Sacra
menten en nu nog pas sedert enkele
maanden of jaren Katholiek zijn.
Ge zijt hun leider, hun meester, hun
vader, hun alles; en hun groote
zwarte oogen, waarbij het wit zoo
scherp uitkomt, zijn strak en onbe
wegelijk op u gevestigd. Ge hebt
een aandachtig gehoor, en veel kunt
ge doen, doch ook veel moet gedaan
worden. Zoovelen zullen straks te
ruggaan naar hun hutten in een
geheel heidensche oaigevimg, bij
heidensche ouders, broeders en zus
ters, die daar lui op den grond liggen
uitgestrekt en maar niet inzien,
waarom iemand zich over iets zou
moe maken.
Velen die daar voor u zitten, zijn
vurig Katholiekdoch zij zijn allen
nog slechts kinderen in het geloof
en hebben krachtig, geestelijk voed
sel noodig. Geslacht op geslacht
heeft in ontucht kinderen voortge
bracht en opgevoed, en hun de nood
lottige gevolgen van dronkenschap
en henneprooken ingestort. Overal
en aan alle kanten ontmoet ge
geestelijke en tijdelijke ellende, als
een boom zoo hoog opgroeid door
eeuwen van heidensche gebruiken.
En als ge daar als priester voor
hen staat, en hun in eenvoudige,
krachtige taal het ware en goede
voorhoudt, spreekt ge onwillekeurig
geloof ik met nog meer
gloed en ijver, dan wanneer ge
zoudt staan onder dien heerlijken
hoepel van Haarlem's Kathedraal.
De priester vervolgt de H. Mis,
en twee zwarte kroeskopjes komen
op hun bloote voeten, doch gekleed
in roode toogjes en witte roketten,
de ampullen aandragen. Nog eenige
gezangen en het oogenblik der con
secratie nadert. Het belletje heeft
geklonken, en alles wordt doodstil
in de kerkallen liggen voorover
gebogen met het hoofd bijna op
den grond en in die ademlooze
stilte wordt het groote mysterie
voltrokken.
DeH. Mis in Oesoga! Welk een
tegenstelling bij vroegerIndien we
de oneindigheid van God's Barmhar
tigheid niet kenden, zouden we niet
kunnen gelooven aan de aaneenscha
keling dezer twee ideën. Waar acht
jaren geleden niemand nog aan
God dacht, staat nu het altaar, en
draagt de priester het H. Misoffer
op, omringd door een schaar ge
loovigen, en worden alle H. H.
Sacramenten toegediend. Kerk en
Kruis en Altaar staan daar over
eind als het symbool der overwin
ning, en vandaar zal die miracu
leuze kracht uitgaan die de wereld
heaft gewonnen en herschapen!
C. SCHOKMAKEK,
Miss. Apost.
Kamuli, Zondag, 13 Dec. 1908,
ITALIË.
Te Messina.
Gisterennacht brak er een dooreen
krachtigen wind aangewakkerde hevige
brand uit in de ingestorte huizen langs
de kust.
De troepen en de bemanning der
oorlogsschepen snelden onmiddellijk
toe. Na een vruchtelooze poging het
vuur te blusschen, moesten zij zich
bepalen tot het afzonderen van den
brand.
Steeds aardschokken.
Uit Reggio seint Reuter:
In de geheele streek werden den
geheelen ochtend aardschokken waar
genomen, waarvan een om zes uur
krachtig en een andere om vijf mi
nuten over half een zeer sterk was.
De wederopbouw van Messina.
De door den minister van openbare
werken benoemde commissie heeft de
haven van Messina zorgvuldig onder
zocht en heeft zich er van kunnen
overtuigen, dat de haven eeD zeer
uitgestrekt en zeer veilig maritiem
station is gebleven. De aangerichte
schade beperkt zich tot [een ontwrich
ting van de kaden. De commissie zegt,
dat de eenige dringende maatregel
bestaat in een versterking der aanleg
plaatsen. In dezen geest heeft de
minister bevelen gegeven.
DE BALKAN.
Turkije en Oostenrijk.
De „Times" deelt den tekst mede
van de heden door de „Jeni Gazette"
te Constantinopel openbaar gemaakte
overeenkomst.
Door art. 1 ziet Oostenrijk af van
zijne rechten en privilegiën in het
sandjak Novi Bazar.
Art. 2 luidt dat, binnen een termijn
van 3 jaar alle Muzelmansche Bosniërs
naar welgevallen mogen uitwijken naar
Turkije en dat alle hunne bezittingen
en eigendommen zullen geëerbiedigd
worden.
Art. 3 verzekert vrijheid van geweten
en godsdienst.
Art. 4 bepaalt de storting van
2.500.000 T. P. goud door Oostenrijk
aan de Porte.
Art. 5 omvat de bepaling, dat
Oostenrijk een handelsverdrag met
Turkije zal sluiten en dat Oostenrijk
instemmen zal met de verhooging van
invoerrechten op sommige waren.
Art. 6 omvat de afschaffing der
Oostenrijksche postbureaux in Turkije.
AMERIKA.
Het tractement van den president.
De Amerikaansche Senaat heeft de
vermeerdering van het salaris van den
president, reiskosten daaronder begre
pen, tot 100,000 pst. (vroeger 75,000
pst.) goedgekeurd.
Dit maakt het zoo goed als zeker,
dat Taft dit bedrag zal krijgen.
PBRZIE.
De revolutie.
De correspondent van de Daily Te
legraph meldt uit St Petersburg, dat
daar een telegram is ontvangen, vol
gens hetwelk de opstandelin
gen te Tabris door de troepen
van den Sjah verslagen zijn en
velen hnnner op Russisch gebied ge
vlucht zijn.
Dat zou dus een succesje zijn voor
den Sjah!
Hofberichten.
De hertogin van Albany wordt
Donderdag in den ochtend in Den
Haag verwacht.
De Minister van Oorlog.
De Minister van Oorlog, die bron
chitis heeft, gaat langzaam vooruit en
zal vermoedelijk nog de geheele
maand in huis moeten blijven.
De nieuwe minister.
De benoeming van mr. Regout tot
Minister van Waterstaat wordt reeda
heden verwacht. De heer Regout
had zich reeds eenige dagen geleiden
bereid verklaard de portefeuille te
aanvaarden.
Mr. L. H. W. Regout is de zoo*
van wijlen het lid der Eerste Kamer
H. G. L. Regout, die na de ontbinding
van ons Hoogerhuis in 1904 niet meer
in aanmerking wenschte te komen.
Hij is den 27en October 1861 te Maas
tricht geboien en deed in 1878 eind
examen aan het gymnasium in zij*
geboorteplaats. In 1883 promoveerde
hij tot civiel-ingenieur aan de Univer
siteit te Leuven, als hoedanig hij zich
te Maastricht vestigde.
In 1895 werd hij gekozen tot lid
der Provinciale Staten van Limburg.
Het volgend jaar promoveerde hij tot
doctor in de rechten aan de gemeente
lijke hoogeschool te Amsterdam, op
een proefschrift, getiteld: „Arbeiders
verzekering". In 1898 werd hij geko
zen tot lid van Gedeputeerde Staten
in de provincie Limburg, welke functie
hij waarnam, tot hij als lid der Eerste
Kamer werd gekozen.
Mr. Regout stond tot als nu toe
aan het hoofd van verschillende in-
dustrieele ondernemingen, te Maas
tricht en elders gevestigd. Hij is lid
van den Mijnraad en commissaris
der Maatschappij tot Exploitatie van
S taatsspoorwegen
In de Eerste Kamer toonde hij zich
niet alleen een begaafd spreker, doch
ook een bekwaam jurist, die vaak ook
het woord met gaarne erkend gezag
voerde in aangelegenheden, welke hij
thans als minister gaat behartigen
De Kamerverkiezingen.
De heer J. E. W. Duijs, adjunet-
commies bij de Rijksverzekeringsbank,
woonachtig te Zaandam, en aldaar
candidaat gesteld voor het lidmaat
schap van de Tweede Kamer, heeft
den betrokken minister onder mede-
deeling der candidaatstelling gevraagd,
of hij bijaldien hij gekozen mocht
worden op nonactiviteit kon worden
gesteld al of niet met toekenning van
nonactiviteitstractement. Verder heeft
hij antwoord verzocht op de vraag,
of hij indien hij na vier jaren niet
weder mocht worden herkozen in
gelijken rang aan de Rijksverzekerings
bank zou worden aangesteld.
Minister Talma heeft op dit schrijven
geantwoord, dat adressant noch op het
een, noch op het ander kon rekenen.
Van nonactiviteit kan geen sprake
zijn, en indien de heer Duijs na 4 jaar
niet herkozen mocht worden, dan kon
hij zich bij Rijksverzekeringsbank
opnieuw als sollicitant aanmelden en
bij een of andere vacature voor een
benoeming in aanmerking komen.
„Het Huisgez." deelt mede, dat da
afgevaardigde voor 's Hertogenbosch,
mr. A. van Sasse van IJsselt, geen
hernieuwing van zijn mandaat wenscht.
(Naar het Fransoh)
van
RAOUL DE NAVERY.
19)
„Ik aou liever zien, dat ge meer
Onderworpen waart."
„Dat is uw taak, mijn vader. Al
Wat de menseih, de wijsgeer, de Stoï
cijn op dit oogenblik kan, dat doe
ik."
„Welnu," zei de priester, terwijl
bij me met een bewonderepswaardi-
■ge geestdrift in zijn armen sloot,
„ik wil in u noch den stoïcijn noch
den wijsgeer zien. Gij zijt vijf en
Win tig jaar oud, ongelukkig kipd!
Uw moeder en uw zuster beminnen,
U meer dan hartelijk. Het leven
beeft duizend beloften van geluk
Toor u.... Gij weet het, gij ziet het,
gij betreurt het, en gij onderdrukt
Uw tranen met een geveinsde stand
vastigheid.... iWeen, snik, wij zijn
Vrienden, broeders. Uw smart moet
groot zijn, want uw beproeving is
Vreeselijk. Maar, wanhoop niet! God
is daar! God is een vader en geep
tyran.... Hij wil, dat ge ter neer
geslagen, verpletterd, verbrijzeld
zijt welnu, buig u onder de ijzeren
hand, die u neerwerpt; wanneer gij
weer zult opstaan, zal dat zijn als
Christen, nederig en ingetogen, ge
laten en sterk."
Ik kon aan die woorden geen wteer-
stand bieden, ik wierp mij aan de
borst van abbé Jeremias, en ik heb
geweend....
Gustave is heengegaan.
De abbé heeft bijna niets gezegd.
Hij hield mijn handen vast, hij PaPi
deel in mijn smart, toen ik hem zoo
neerslachtig zag heb ik beproefd
hem te troosten. Wat bij mij over
de Voorzienigheid, over de barmhar
tigheid gezegd hald, dat herhaalde
ik hem nu. Idet gewicht, dat op mijn
borst drukte, werd lichter en op het
oogenblik, dat hij mij verliet, heb
ik, gelijk hij wenschte, een gebed
op de lippen.
Bruno, de diamantslijper, was een
knap werkman en bovendien een eer
lijk man. Hoe arm hij ook was, hij"
vond nog gelegenheid om armerep
dan hij, diensten to bewijzen. Zijn
weldaden werden dikmijls aan op-
waardigen besteed; daarover ver
wonderde hij zich geenszins en ging
voort met weldoen. Brunoi was van
meening, dat ieder mensch verplicht
is minstens één goede daad als voor
beeld to verrichten. Hij verdiende
vroeger hooge weekgelden; zooi hij
niet spaarde, kwam dit, omdat zijn
omgeving Zoo armoedig was- Hij
Zag vrouwen in lompen gehuld, kin
deren, die honger lelden, grijsaards
zonder woonplaats. Aan dep een gaf
hij geld, met anderen deelde hij zijn
maaltijden.
Bruno trouwde, toen hij dep' leef
tijd van vijf en twintig jaar bereikt
had De gezell.in, die hij zich geko
zen had, zou hem gelukkig maken.
Zij kregen een zioop; dit kleine we
zen stierf, ep de moeder volgde heft
in den dood- Ontroostbaar, wijdde
Bruno zich meer dan ooit aap dep
arbeid.
Op zekeren dag hoorde hij de ge
schiedenis verhalen vap eep map,
die kortelings tot twintig jaren ge
vangenisstraf was veroordeeld,
waarhij .men het lot vap dieps tiep-
jarigen zoon Aptoipe beklaagde, die,
bij gemis aan iemapd, die hem tot
zich nam, onder de weezep of ver
laten kinderen zou gerangschikt
worden.
Bruno, voelde, hoe hij bewogen
werd.
Hij begaf zich naar den president
der rechtbank en verzocht hem het
kind aan hem toe te vertrouwen-
„Mijn vriend," antwoordde hem de
rechter, „ik stel uw voornemen op
hoogen prijs; maar ik wil u enkel
doen opmerken, dat Aptoipe een
droevige toekomst voorspelt. Voor
die misschien erfelijk badorvep na
tuur, die echter zeker vóór den tijd
slecht is, zou een verbeterhuis veili
ger zijn dan het inwendige vap een
eerzaam burgergezin." 1
„Hij heeft slechte voorbeelden ge
had, mijnheer de president; ik zal
hem goede geven," antwoordde Bru
no, „als ik bespeur, dat de inborst
slecht is, 'zal ik die bestrijden. Het
komt mij, armen ongeletterden map,
voor, dat de luiheid de helft vap
het gepleegde kwaad veroorzaakt;
wanneer de jongen mij twaalf uren
per dag mijn molen zal zien rond
draaien, zal ook hij uit een geest
van navolging willen werken- Een
gering loop, eep enkel prijzend
woopd, oprechte vriendschap zullen
beter voor hem zijn dan een ruwe,
gemeenschappelijke tucht. Sta mij
toe het te beproeven; als ik niet
slaag, zal ik het slechts aan mij al
leen te wijten hebben."
„Gij hebt geen ander middel vap
bestaan, dan uw arbeid?"
„Neen, mijnheer de president,
maar voor ik die groote ramp onder
vond, leefden mijn vrouw ep mijn
kind van mijp verdienstenze zul
len voor ons beiden ook wel voldoen
de zijn."
Antoine werd vóór Bruno ge
bracht.
De rechter legde zijn hand op het
hoofd van het kind, en hem op den
diamantslijper wijzende, zeide hij
„Antoine, je vader heeft zich aan
een misdaad schuldig gemaakt, ep
de justitie is tegen hem opgekomen.
Men wilde je in een weeshuis oppet-
men, want je stapt alleen op de we
reld, zonder stepn, zonder fapiilie
aan je zeiven overgelaten, zoudt ge
eerst een vagebond, later misschien
een boosdoener worden. Deze map
behoeft niets voor je te doen, hij
kent slechts je ellende, je verlaten
heid. Zijn arbeidzaam leven bepleit
de zaak van je onwetendheid en je
luiheid. Hij verlangt, dat gij als
zijn kind aan hem wordt toever
trouwd. Tracht zijn edelmoedigheid
te begrijpen en vooral die in te
zien.... Toon je dankbaar, ondepda-
mg....
„Ik ben maar een werkmap," zei
Bruno halfluid.
Antoine zag den diamantslijper en
toen den president aap.
Zijn doordringende grijze oogep,
waarin arglistigheid zich scheen te
verbergen, schoten als vopken; zijn
mond glimlachte even.
„Ik zal gehoorzamen," sprak hij.
„En ge zult ook werken
„Ja."
„Kom mee," Zei Bruno.
De brave werkman bedankte den
rechter met warmte en nam Antoipe
met zich.
De jongen begreep éép ding: ik
behoef niet naar de gevangenis, als
ik met Bruno meega. Nu had Ap
toine te dikwijls over de gevangenis
hooren spreken om er Piet groote
vrees voor te koesteren. Hij wist,
dat alleen de paam reeds zijp vader
en de mannen vap verdacht allooi,
met wie hij omging, reeds deed be
ven. Ep trilde iets anders ip| zijp
hart. De edelmoedigheid van Bru
no had geen vat op hem. Hij ont
ving de weldaad, Wel niet onverschil
lig, maar toch zonder erkentelijkheid
voor den weldoener. Het vooruit
zicht te moeten werken, schrikte
hem af. Zijn eerste kindsheid had
hij op de straten van Parijs of wel
in kroegen doorgebracht, waar hij
zijn loon in brandewijn en onverteer
bare spijs ontving. Om die feestmar
len te verdienen, moest hij somtijds
als spion vóór een deur op post staan,
makkers waarschuwen, naar zekere
schuilplaatsen loopen. Antoine leer
de het beroep van stelen. Zijn valer
stal, de makkers van zijn vader sta
len hij had nooit gedacht, dat er een
andere loopbaan voor hem kop open
staan. Ze bracht wisselvallighe
den, gevaren, vreeselijke tegeasLagen
mee, maar ook gaf ze gelegenheid
in de open .lucht te leven, met de
handen in zijn zakken, wanneer men
die van anderen had omgekeerd,
overal rond te drenteiep, niets te
doen, de rijken af te zetten, prachti
ge vangsten te doen, in één dag for
tuin te maken, mits het een stoute
slag was, die men sloeg, en de zaak
de moeite loonde.
„Kom.' dacht Antoine, „laten' we
het maar aannemenals het mij ver
veelt, ga ik er weer van door."
Wordt vervolgd.