DAGBLAD voor NOORD- en 7" "D-HOLLAND.
Ramp in Zuid-Italië.
Het radicalisme in ons
Onderwijs-beheer.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Zaterdagavosdpraatjes.
^.i^iieral«iiswe®f129«S§-83? HaarSem
ZATERDAG 23 JANUARI 1909.
33«° Jaargang Ne. 6797
Bureaux van Redactie en Administratie
iniercommunaai Telefoonnummer 1426»
Dit nummer bestaat uit
u i e r b 1 a d e n, tu. o. de 0 f-
ficiëele Kerklijst en het
Geïllustreerd Zondags
blad in 16 bladzijden.
EERSTE BLAD.
Af
ZUID-AFRIKA.
Verspreide Berichten*
êuéï iiJüD ihLü L.I: l i ;i
NIEUWE HAARLEMSCHE COURAi
ABONNEMEN TP R IJ S
Per 3 maanden voor Haarlemf 1,35
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post, 1.80
Afzonderlijke nummer» 0,03
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
Van 16 regelsf0,60 (contant) f #,5#
Elke regel meer
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie d contant.
Alle betalende abonnéa op dit blad, die In het bezit eener verzekeringspolis zijn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor:
GULDEN bij
GULDEN bij
levenslange onge
schiktheid tot
worken.
413
GULDEN bij
overlijden.
10
GULDEN bij
verlies van éen
hand of voet.
GULDEN bij
verlies van
éen oog.
100
GULDEN bjj
verlies van
éen duim.
68
verlies van
één
wijsvinger.
15
GULDEN
verlies van
éen anderen
vinger
D.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
Wij ontvingen nog, ter overma
king aan Z. H. den Paus, voor de
slachtoffers der vreeselijke ramp:
S. (Haarlemmermeer) f 2.50.
H. O. f 1.—
Van een werkvrouw (we
duwe) onder letters L. D. f 1.
V. D. f 2.50.
H. en f'lO.—
Ome inschrijving wordt einde
Januari gesloten.
He,t Op*mbaar Onderwijs is vol
gens do Grondwet een voorwerp
van aanhoudende zorg jder regeering.
B» dat ie het ook voor elke
gemeentelijke autoriteit, dank zij de
verschillende bepalingen waarmede,
die wet aan de gemeentebesturen die
tejorg heeft overgedragen.
Al staan wij Katholieken r—
tegenover het openbaar onderwijs i,n
zóóverre als zuivere-belangstellen-
■den-op-b-afstand, Idat wij onze kin
deren bij voorkeur piet aan de open
bare school willen toevertrouwen,
tóch moeten ook wij in de belang
stelling (die de overheid hebben
moet vopx ji© openbare school, mee
doen.
Want vooreerst zijn wij, door kie
aerschap on vertegenwoordiging,
eenigazi*» tot het zorgen voor de
openbare «obool meegeroepen.
Vervolgens kunnen sommigen on
dier Ons voor hun kinderen, wat be
treft het Middelbaar en Hooger On
derwijs ten minste, heiaas nog niet
hui ten id» „neutrale" school.
En dan ook zijn er nog altijd
«jaar Katholieken, die uit gemak-
zucht of nit onverschilligheid pok
voor het Lager Onderwijs van de
openbare school gebruik maken, zoo
dat vrij vooral in het belang van de-
teen mede hebben te zorgen, rde na
doelen der openbare school althans
voor zoover mogelijk is, weg .te ne
men.
Deze inleiding moge vooraf gaan
om te Üoe* begrijpen, waarom ook
vrj(j met bijzondere interesse het
debat over de Hoogere Burgerscho-
ïea in onze gemeente, deze week in
den Raad gevoerd, hebben gevolgd.
Bij dat debat zijn ons verschil
lende zaken voor het grijpen geko
men, die we met een enkel woordje
hier ter plaatse wel eens mogen
bespreken.
Te gelegener tijd komen die nog
wel eens te pas.
'Nu echter willen we het hebben
over ééne zaak, die ons meer en meer
opvalt, en die zeker niet zal nala
ten, althans onze Christelijke frac-
tiën in den Raad tot behoedzaam
heid aan te sporen tegenover den,
wethouder, rii© de zaken van het
openbaar onderwijs in Haarlem be-
heerscht.
Hierboven is het 'needs door ons
opschrift boven dit artikel aange
geven, wat wij in het streven van
wethouder Thiel méér en méér zien
op den voorgrond komen.
Zeker, wij wisten het.
Mr. Thiel is radicaal van poli
tieke richting, en dat heeft hij, toen
hij tusschen de heeren Moloo en
Groot indertijd op 't achterste rijtje,
vlak vóór de perstribune, in onze
raadszaal zat, vaak genoeg bewe-
zfen.
Maar speciaal in onderwijszaken
had Mr. Thiel toch nog wel eens
opvattingen, jdie afweken van dat
gene, wat zijn partijgenooten voor
stonden.
Dat was natuurlijk! [Want Mr.
Thiel, oud-onderwijzer, oud-hoofd
der school, hal als man der prac-
tijk speciaal over de verhouding tus
schen de onderwijzers en het hoofd,
over de noodzakelijkheid van een
centraal gezag in de school, over de
paedagogische beteekenis van het
hoofdschap, over den gang van het
onderwijs zelf, denkbeelden van heel
anderen aard dan de theoretische stel
lingen, die de vrijzinnig-democraten
en andere democraten elkaar sinds
jaar en dag napraten!
De eeuwige strijd van theorie en
practijk!
En toen, "na het ontslag
van den heer De Haan Hugen-
holtz, Mr. Thiel, welbespraakt
en boven het middelmatige uitste
kend, als zoowat de eenige man van
liberale zijde moest worden be
schouwd die het wethouderschap kon
waarnemen (van een rechtschen wet
houder werd wonderlijk genoeg tot
nog toe hier in Haarlem niet gerept,
al dunkt ons de tijd niet verre, dat
daartoe moet worden overgegaan!),
toen werd hij ook tot wethouder ge
kozen, en men hoopte onzerzijds
maar, dat 't geZond verstand en de
practijk van Mr. Thiel de bovenhand
zouden houden op de radicale onder
wijstheorieën.
In sommige opzichten is 'dat wer
kelijk zoo gebleken.
Men herinnere zich de houding
van Mr. Thiel tegenover de gehuw
de onderwijzeres in de school, tegen
over (de aanmatiging en brutaliteit
der openbare onderwijzers van den
(rooden) Bond.
Maar.... dat zijn toch slechts en
kele gevallen geweest.
Helaas
En vooral in den laats ten tijd
schijnt het radicalisme van onzen
wethouder van onderwijs hoogtij te
vieren
De discussies over de jaarwedden
der onderwijzers, toen Mr. Thiel zich
van z'n collega's in het dagelijksch
bestuur afscheidde^ om de radicale
voorstellen van de heeren Modoo,
Kleijnenberg c.s. liever te volgen
dan het eigen voorstel van B. en iW.,
zijn daar sprekend bewijs van-
En sedert dien houdt het niet op.
Ons openhaar onderwijs wordt fei
telijk geheel hervormd in radicalen
zin: verlaging van schoolgeld, ruime
openstelling der middelbare scholen
voor min- en onvermogelnden, en nog
veel meer van dezen aard is schering
en inslag bij Mr. Thiol's elkaar op
volgende voorstellen.
In vele opzichten zou ons dat koud
kunnen laten, en zouden wij deze
voortdurende radicaliseering van
ons openhaar onderwijs met onver
schilligheid kunnen gadeslaan, ware
het niet dat wij zooals hoven ge
zegd toch Ook redenen hebben
om ons ervoor te interesse eren. be
halve nog dat wij, als belastingbeta
lers, mede ons geld moeten geven
voor het openbaar onderwijs, waar
aan onze kinderen toch niet médo!
kunnen doen!
En wanneer dan óók onze belas
tingpenningen heengaan in dien
nooit te dempen put va n het open
baar onderwijs, zooals die idoor da
godsdienstlooze onderwijsmannen en
de radicale politica nu is gegraven
dan wenschen we te waarschuwen
nu het nog tijd is, opdat althans
niet de stem van onze Christelijke
mannen meewerk© tot het nemen van
meerdere maatregelen in dien zin
als wij aangaven.
'Mr. Thiel mag zijn eejn goed onder
wijzer, een goed advocaat, en een
goed administrateur, maar hij is
niet, en kan niet zijn, voor ons de
meest-gewenschte man om het open
baar onderwijs te bestieren.
Zoo ergens, dan is daar een rem
mende hanid noodig
En Mr. Thiel heeft ook deze
week weer, toen hij op zoo ge
heel ongemotiveerden toon en
wo 1 isw,bar met handige aidvoca-
terij, doch met een volmaakt on
juiste voorstelling, fulmineerde te
gen het bekend-zijn van den naam
van uitmuntende leerlingen, die aan
hun goede studies te danken heb
ben een toelage tot het jaarlijksch
leergeld, voldoende bewezen dat
hij met volle zeilen het radicale sop
invaart-, overal waar de practijk van
de onderwijzers-verhoudingen hem
niet bij ondervinding beter heeft ge
leerd
Dat was een staaltje, dat de Raad
ditmaal zeer levendig voelde, en..,.,,
slechts moeilijk kon verduwen.
Vele andere staaltjes, die minder
in het oog vallen, gaan soms onop
gemerkt voorbij.... maar dan merkt
de Raad en de gemeente later, dat
het radicalisme van Mr. Thiel weer
een overwinning heeft behaald!
Men heeft ons gezegd, dat wij
daarmee blij moesten zijnhet open
baar onderwijs zou daardoor al steeds
minder geschikt worden voor onze
Katholieke kinderen en jongelui, en
dat Zouden onze Roomsehen al meer
inzien. Dit laatste is waar. Maar
daarom mogen wij toch niet blij zijn
over dit afglijden naar het radica
lisme! Integendeel, als goede bur
gers behooren we te zorgen, dat de
openbar© school, al deugt die niet
voor onze Katholieke kinderen, en
al zullen we d© onzen met alle macht
eraf pogen te honden toch nog
zoo min mogelijk schadelijk zij, en
dat zij ook in het staatsbestel die
plaats inneme, die de Grondwet haar
nu eenmaal heeft gegeven, terwijl
wij eveneens hebben te zorgen, dat
de financieel© eischen van het open
baar onderwijs in rechte verhouding
blijven tot de draagkracht der belas-
tingplichtigem.
(Welnu, zoowel wat de financiëele
als wat' de moreele uitkomsten aan
gaat, wantrouwen wij de radicale
onderwijspolitiek des heeren Thiel
ten sterkste
ENGELAND.
Een belangrijke rede van Grey.
Sir Edward Grey, de Engelsehe
minister van buitenlajndsehe zaken,
heeft gisteren een zeer belangrijke
rede gehouden te Coldstream.
Daarin heeft de minister o.m. het
volgende gezegd:
„Wij hebben eenige sombere en tot
ongerustheid stemmende maanden
achter den rug, maar thans moet ik
met voldoening er melding van ma
ken, dat, ten minste in beginsel, een
overeenkomst tusschen Oostenrijk en
Turkije is bereikt.
„Het zou te veel gezegd zijn als
men beweerde, dat de hemel helder
is, maar wij mogen hopen, dat het
voorbeeld van verzoeningsgezind
heid door Oostenrijk en Turkije ge
geven, nuttig zal zijn voor de be
slechting van de overige geschillen.
De O os ten rij kscih -Turks che overeen
komst heeft in hooge mate de kan
sen op succes van de Balkan-confe
rentie verbeterd.
„Niet alleen zou ik willen zien,
dat een oorlog vermeden werd, maar
ik zon ook het vertrouwen tusschen
de mogendheden zelf willen zien tóp-
nemen, door middel van diplomatie
ke besprekingen. Van dit standpunt
beschouwd is het tot dusver ver
kregen resultaat niet ontbloot van
gunstige teekenen. Ik hoop, dat het
bezoek van koning Edward aan Ber
lijn het vertrouwen daar in onze
goede bedoelingen en onzen goeden
wil zal verhoogen."
MAROKKO.
Prank rijk en Moelai Hafid.
Regnault, de Fransche gezant in
Marokko, is op wegnaar Fez om daar
in persoon met Moelai Hafid te onder
handelen over de kwesties die voor
beide regeeringen van belang zijn, ten
einde een aceoord tusschen Marokko
en Frankrijk te trefleD.
De Fransche regeering en de bladan
hechten veel gewicht aan deze reis en
meenen dat die nogal wat beteekenen
kan voor de toekomst.
Bn in Berlijn is men op zijn qui-
vive, wat Frankrijk wil uithalen, en
hoe ver het gaan zal.
AMERIKA.
Californie en de Japanners
Het schijnt toch, dat het verzoe
nend telegram van den gouverneur
van Californië, dat wij dezer dagen
mededeelden, niet precies de eigen
lijken stand van zaken heeft weerge
geven.
Althans, wel verre dat nu de be
handeling der anti-Japansahe wetsvoor
stellen in Califoraië voorgoed is af
gebroken, blijkt nu dat ze slechts een
werk is uitgesteld.
De interventie van Roosevelt heeft
dus voorloopig slechts een kortstondig
uitsta', doch nog volstrekt geen afstel
ten gevolge gehad.
En de kwestie schijnt van een be
vredigende oplossing nog verre ver
wijderd; want de mannen der anti-
Japansehe propaganda in Californië
beginnen zich duchtig te roereD. En
ook de bladen die al meer tegen de
Japanners hebben gestookt, zijn be
gonnen met een nieuwe campagne
tegen de Aziaten aan de westkast. De
moeielijkheden zijn dus nog niet de
wereld uit!
Een regen-ramp.
Ontzettende regens woeden in
Transvaal. Zóó zelfs dat men van
een groote ramp kan spreken.
In de geheele kolonie komen over
stroomingen voor. De treindienst is
in ide war, verschillende telegraaflij
nen zijn beschadigdde spoorwegge
meenschap met het noordwestelijk
deel der kolonie zal waarschijnlijk
niet binnen de zeven dagen hersteld
kunnen zijn, daar er bruggen weg
geslagen zijn.
Ambtelijk wordt gemeld, idat er
zeven blanken en meer dan 100 in
boorlingen bedolven zijn. Er bestaat
maar heel weinig hoop hen te kun
nen redden.
Er heerscht groote onrust onder
de mïjnbouwmaatschappijen over
hetgejen gebeuren kan. tenzij de
regen spoedig ophoudt. Een ernstige
overstrocming zou in hooge mate
den arbeid in de mijnen belemmeren.
De „aanslag" op Falli ères. Het
is gebleken dat de kellDer Mattis die
indertijd Fallières aanviel, niet goed in
z'n bovenkamer is. Wat we trouwens teek
al dadelijk zeiden!
Curieus! Aan een groot aantal
bladen te St. Petersburg is een boete op
gelegd van 300 1000 roebels, wegens
het openbaar maken van artikeleB, op
grond van berichten van buitealandsche
bladen, als zouden agenten der Russische
politie betrokken zijn geweest bij het be
drijven van zekere daden van terrorisme.
Dat is de zaak van Azof blij baar. Oók
een soort van krantencensuur!
Prinsen in de Tur kscke Ka
mer. Prins Resjad effendi, de vermoede
lijke troonopvolger, Joesoef Izeddia effendi
en andere prinsen woonden gisteren voor
't eerst de Turksche Kamerzitting bij.
Vrome wenschen die niet
vervuld worden. De Montenegrijnsche
Skoepsjtina heeft gisteren na zeer leven
dige beraadslagingen, een motie aange
nomen ten gunste van zelfbestuur voor
Bosnië en Hsrzegowina. De heeren kun
nen makkelijk wenschen, maar het is
niet te denken, dat Oostenrijk erin zal
treden
Hofberichten.
H. M. de Koningin verwelkomde
Haar tante, de hertogin van Albany,
ten paleize van H. M. de Koningin-
Moeder, aan het dejeuner, dat onze
Koningin daar in den laatsten tijd
gewoon is dagelijks te gebruiken.
Reeds lang werd door H. M. de
Koningin met belangstelling gevolgd
al hetgeen in ons land door verschil
lende vereenigingen en personen werd
gedaan in het belang van den volks
zang en tot aanmoediging van het
dichten en componeeren van geschikte
volksliederen.
Van de poging der Natienale
Vereeniging voor den Volkszang om
een geschikten bundel volksliederen
samen te stellen, welke bleek uit de
oproeping, onlangs in de bladen ver
schenen, werd door H. M. met
waardeering kennis genomen, en wij
vernemen, dat H, M. zich hieromtrent
nader door den voorz. der vereeniging
heeft laten inlichten,
H. M. de Koningin heeft gisteren
een gift van f 500 doen toekomen aan
het algemeen comité tot bestrijding
van de gevolgen der werkloosheid te
's Gravenhage.
Minister Begont.
Op den dag zijner benoeming tot
Minister van Waterstaat heeft mr. L.
H. W. Regout tevens besloten uit de
door hem beheerde zaken te treden.
Hij heeft nl. door middel van aan
kondiging in de „Staatscourant" bekend
gemaakt, dat hij van af 27 Januari
aanstaande zal ophouden aansprakelijk
en besturend vennoot te zijn van de
te Meerssen zetel hebbende vennoot
schap, porselein- en muurtegelfabriek
„Mosa" en glasfabriek „Stella" en dat
iu zijne plaats van af dien datum zal
optreden Dh. J. van Wagenburg, t«
Maastricht.
De minister blijft nog tot de tweede
helft van Juli in het hotel des Indes
wonen.
LXXIII.
'n Lang brokje maar
een hartig brokje. Mijn
opinie over de makelaars
kwestie, en over een kran
tenbericht van je dvide-
tijkste soort. Waarom
de vrouw van een win ke-
lier niet bij deftige me
vrouwen, hoort, en hoe ge
lukkig het was dat er
volk in den winkel kwam.
- Een opinie die ik nu
moet herzien, en een plekje
waar onze raadsleden nood
zakelijk tèlf eevs zullen
moeten gaan kijken!
'kifoek teeiggen, Jat die heeren ma
kelaars, die met alle geweld wilden
dat hu* stukken over de bekende
veiliagskwesti© door onze „Nieu
we HaarlemsCihe" zouiden wor
den opgenomen zöoals de redac
teur in een berichtje vertelde ons
héél vrat hebben te slikken gegeven
'Kolommen vol! Maar enfin, 't was
wel interessant, zooals trouwens heel
die kibbelarij tusschen de notarissen
«n de makelaars mij wel interessant
voorkomt. Ongetwijfeld hebben de
makelaars op het oogenblik de opi
nie van het publiek in hun. voor
deel, nnyar ik voor ndj, al ben ik opk
maar een eenvoudig burgerman,
meen dat de heeren toch Wel in hun
adressen aan Ministers, en andere
hoogwaardigheidsbekleders er op
wijzen moesten, dat de diepere oor
zaak van heel deze herrie gelegen is
in de volstrekt onvoldoende wijze,
waarop die betrekking van makelaar
tegenwoordig is geregeld. Juist door
dat, tengevolge va[n deze regeling,
het makelaarsambt in den laatsten
tijd zoo reusachtig veel bekleelers
krijgt, wordt het voor de notarissen
een lastige zaak Toestanden als die
te Amsterdam bestaan, willen idie
heerèn notarissen niet graag en dat
is begrijpelijk! Ik voor mij zou dus
denken, dat de beide partijen ieder in
hun eigen standpunt wel in zeker
opzicht gelijk hebben, maar dat de
eigenlijk© oorzaak van het verschil
dieper ligt En zoolang die niet weg
genomen is, zie ik weinig kans op
verzoening! Dat heeft- me althans
de aandachtige lezing van de gepu
bliceerde stukken wel geloerd, en in
zooverre ben ik er wijzer aait gewor
den, dan ik en iedereen kon worden
uit dat bericht, dat we ook al deze
week in onze courant vonden over
het cadeautje van de Haarlemsche
dames aan Hare Majesteit de Ko
ningin Verbeeld je, onze courant
vertelde dan, dat „uit de meest be
trouwbare bron" aan ide redactie wat
was medegedeeld JJit de meest be
trouwbare bron wel, je zöaadt den
ken, jongen stavast, wat zal er ko
men Nu dan, die „meest betrouw
bare bron" had als groot geheim aan
de redactie ingefluisterd, dat het ge
schenk van de Haarlemsche vrouwen
aan de Koningin zou bestaan uit
je raadt het niet in tienen, als je
niet, zooals ik, da,t bericht met allen
eerbied en aandacht die voor zoo'n
zaak gepast zijn, gelezen hebt Het
cadeau dan zal bestaan uit... uit
„een nader te bepalen voorwerp
O zoo! Een nader te bepalen voor
werp Ziedaar het groote geheim
dat dan uit die meest betrouwbare
bron aan de rredactie verteld werd!
Och heer, hadden de dames zoo'n
schrikkelijke haast om toch eens wat
in de krant te zetten? Anders had
den ze toch nog wel even kunnen
wachten, tot dat ze eigenlijk besloten
hadden, wat het cadeau wezen zou.
Trouwens, ze maakten het in dat „of
ficieel©" bericht uit die betrouwbare
bron nog mooier- Dat „nader te be
palen voorwerp" zal waarschijnlijk
niet veel bijzonders wezen, want „de
resteerende gelden".... hè, waarvan
resteeren die?.... „zullen aan H. M-
worden tea* hand gesteld, ten einde
die te gebruiken op die wijze welke
H. M. het wensehelijkst zal vinden."
Nou weet je het ineens, en zoo vol
ledig mogelijk, zei ik tegen mijn
vrouw1, jdie er al eens oyer geklaagd
had, dat de dames wel je geld vra
gen, maar absoluut niet vertellen
wat ze er mee doen zouden. Waarom
nemen ze in zoo'n comité van moe
ders niet een paar burger juffrouwen
óók op? zei ze; waarschijnlijk daar
mee bedoelend, dat zij als vrouw van
een winkelier in grutterswaren en
aanverwante artikelen civiele
prijzen en reëele bediening! abso
luut zoo'n slecht figuur niet- maken
zou tusschen die dames. Nu ben ik
het daarmee volkomen eens, maar ik
zei dat natuurlijk niet, en vertelde
dat 't Comité vooreerst niet uit „moe
ders" bestond, want dat er een paai*
juffrouwen, of liever gezegd freules,
ook in zitten, wat mijn vrouw nog al
onbehoorlijk vond. En ten tweele,
dat (Ie adel en de deftige mevrouwen
toch maar alleen kunnen weten, wat
een koningskind in de kinderkamer
noodig heeft of gebruiken kan. Toen
ving ze mij evenwel weer, door te
vertellen, dat zij dan tóch in elk
geval óók wel had kunnen mee be
sluiten om aan Hare Majesteit „een
nader te bepalen voorwerp" aan te
bieden, met al die soesah van de „res
teerende gelden" daarbij, maar
toen kwam er gelukkig volk in den
den winkel, en zoo behoefde ik geen
antwoord te geven, waar ik anders
wat mee zou hebben gezeten. Jai, die
vrouwen zijn gewiekstDaar heb je
me van (ie week, toen zó om een
boodschap naai* Bloemendaal ge
weest was en langs 't plantsoen aan
den Schotersingel was gekomen,
toen kwam ze met een opgestoken
zeil thuis, dat ik al dadelijk zag
dat er wat aan 't handje was. [Wel,
ze trok dan ook spoedig van leer, en
vroeg of ik nou nóg wou volhouden,
zooals ik indertijd in mijn praatjes
wel gedaan heb, dat de menschen
zich stilletjes hadden neer te leggen
bij wat die meneer Springer, onzen
park-opzichter ejn boomcn-veller,
doet. Mijn vrouw is namelijk, net
als meneer Reijne. altijd een beetje
in de oppositie. „Hoor eens, vrouw,"
zei ik, „knappe mannen in het vak
hebben gezegd dat meneer Springer
het bij het rechte eind beeft, en daar
hebben wij, die geen verstand van
parken onderhouden hebben, ons bij
neer te leggen!" En zij toen: „par
ken onderhouen, zeg je: parken ver
nielen en heelemaal neerhakken, dat
doet-ie!" Enfin, dat ging zoo door,
tot dat ik dacht: ik moet zèlvers
óók eens gaan kijken. Maar waar
achtig, al Zal ik oppassen dat ik 't
mfjn vrouw niet in haar gezicht zeg
gelijk heeft ze gehad! 't Plantsoen
aan de Maerten van Heemskerk-
brug, met die prachtige boomen en
dat mooie belommerde paadje daar
boven langs, dat park is wègD'r
staan nog één of hoogstens twee boo-
mfen-v eh de rest is afgehakt, omver
gehaald. 't Is werkelijk ee* ruïne
om bij te schreien. Hoe zoo'n man
zóó onbarmhartig een heel park kan
vernielen, dat is me een raadsel:
want dat is nn toch geen onderhou
den meer, het is alles omhouwen e*
weghakken. Ik moet zeggen: die
meneer Springer, dien ik altijd de
hand boven 't hoofd heb gehouden,
valt me nu bitter tegen't is een ver-
niel-al, een vendeëer, zegt mijn
vrouw, waarmede ze denk ik
een vandaal bedoelt. En ik moet al
weer zeggenze heeft geen ongelijk
„Je zult eens zien dat dat bekend»
prachtig plekje in 't Kenaupark, met
al die mooie zware boomen, er vroeg
of laat óók aangaat!" voorspelde ze.
Maar dat zal-ie wel uit z'n hart
latenBovendien woont daar onze
burgemeester, en die heeren doen
zulk vernielingswerk nooit graag
zoo vlak voor de deur van de supe
rieuren. jWat jammer, dat er bij ie
Maerten van Heemskerk-brug geea
hooge heeren van de stal wonenda*
was 't vernielingswerk niet gebeurd,
dat verzeker ik jeIk zou onze
raadsleden intusschen toch wel eens
willen raden, om zich met eigen oo-
gen te gaan overtuigen: ze zullen
er van schrikken, net als ik, daar
ben ik zeker van!
jj i' 23 TAJÏJJA3J.