DAGBLAD voor NOORD- en 7UID-H0LLAND.
Tegen Stroom op.
Ons nieuw feuilleton.
BINNENLAND.
w ju. m. 'sis sii
Kindepbuiswesii 28»3l-33, Haarlem
BUITENLAND.
DONDERDAG IS FEBRUARI 1909.
33»te jaargang No. 6843
Bureaux van Redactie en Administratie
IntspcommunaaE Telefoonnummer 1426.
KWARTJES ADVERÏENTIËN.
Woestdoin.
Verspreide Berichten.
FEUfLLBTON
BK HMRUEMSCHE COURMT
ABONNEMEN TP R IJ S:
Per 8 maasden roer Haarlemf 1,35
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per postj 1.80
Afzonderlijke nummer» 0,08
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
Van 16 regelsf ®,60 (contant) ffl.ad
Hike regel meerV.l#
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie 4 contant.
Alle betalende abonnés op dit blad, die in het bezit eener verzekeringspolis zijn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor:
1000
«ÜLDBN bij
levenslange onge
schiktheid tot
werken.
400
GULBBN bij
•verlijden.
300
GULDEN bij
verlies van éen
hand of voet.
150
GULDEN bij
verlies van
éen oog.
100
GULDEN hg
verlies van
éen duim.
GÜLDBN bij
verlies va»
één
wijsvinger.
GVLSSN bg
verlies va*
éen anderen
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatsr'm ..Lcean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
TT ebt ge mannelijk of vrouwe- 0
-4 lijk dienstpersoneel noodig
'Voekt ge een betrekking als
dienstboden, loopknecht, win-
kelbediende enz.
1 T ebt ge iets in uw huishouding 'J)
-4 -*■ dat ge wilt verkoopen
T Teht ge een huis te huur of 'J)
-4-4 wenscht ge er een te huren
"WL/dlt ge voor een koopje het "j)
een of ander voor uw huis-
houding van anderen overnemen
Zoekt ge iemand, die u in de "J)
avondaren helpen kan
^oekt ge bijverdiensten p
Plaatst een advertentie in de
NIEUWE HAARLEMSCHE COU
RANT: eenmaal voor 25 cents,
driemaal voor 50 cents a contant.
By deze advertentiën
afzonderlijk op te geven,
t« plaatsen in de rubriek
1* verschillende bladen wordt niet
«ooteoi ophef gesproken, over het
ïealuit van B. en jWj. van Bloemen-
ttaal, ojn op Zondag geen wedrennen
aoJeor toe te laten. Dat is erg jammer
voor de liefhebbers der rennen op
eerste plaats, voorts: voor «ie gok
kers, die spelen op de paarden, ten
blende voor den eigenaar van [Wpest-
thiin en ten vierde vooj- degenen,
4ie wedrennen beschouwen als nood-
•oodzakalijk voor de veredeling1 van
ket paardenras.
Ons en onzlein lezers zal dit ver
bod vrij koud. laten, al hebben w®
«r onder onze berichten, een en an
jer van gezegd.
Katholieke bladen nemen juist
♦m de reden, die ook het besluit
van B. en iWi. heeft ingegeven
®een berichten of verslagen van, wed-
vennen op: wedrennen zijn in den
tegenwoondigen tijld hoofdzakelijk
•epel-gelegenheden, en worden zoo
$oed als alleen daarom bezocht.
LWie het publiek kent dat er gere
geld heengaat, oordeelt niet anders
Al zijn we dus niet zoo warm; voor
Hit belangrijk besluit", zooals som-
■ïige bladen het renverbod op Zon-
litog noemen, kunnen we het toch
niet geheel voorbijgaan
Een enkele opmerking derhalve
IVincipieel juichen wij het besluit
*an B eji W|. van Bloemendaal toe,
Ütï is ie begrijpen-
Of het wedden er door zal vermin
derd worden, is een vraag die buiten
bespreking moet blijven. Bespreekt
men ze, idan is natuurlijk het ant
woord ontkennend... want andere
speelgelegenheden vallen als 't ware
uit de lucht, zooals man juist in de
laatste dagen weer hier ter stede kan
ontwaren.
Dcch 'dat is de zaak niet.
Hier kan, zij 't ook zijdelings, een
verbod worden gegeven met de wet
in de handhet is> toe te juichen dat
B .en [Wi. die gelegenheid aangrijpen
Maar deze voorstelling' van zaken
geeft vanzelf een anidera conclusie
voor 't grijpen dat het werkelijk
jammer iss dat de wet- niet méér en
vollediger gelegenheid geeft om
het spol-zelf te verbieden.
Niet alleen op de renbaan, doch
ook elders!
De nadceleu van het verbod voor
den eigenaar van [Woestduin en voor
het paardenras, welke wij zeer goed
gevoelen, worden nu direct veroor
zaakt door dit besluit van sluiting
op Zondag.
[Wellicht zouden een zelfde soort
nadeeien ook indirect door een ver
bod om te spelen Worden veroor
zaakt. doch dit is dan een zaak,
waarmede de wetgever niet heeft te
maken.
ÖVaj ooneludecren dus: het besluit
in kwestie moge dan zijn toe te jui
chen, het is doer 't ontbreken van
een rijkswet, die de speelzucht be
teugelt, toch nog zéér onvolledig-.
DUITSCHLAND.
Koning Edward te Berlijn.
Gisterenmiddag begaf Koning Ed
ward zich in een automobiel door de
versierde straten, waarin de bevolking
hem zeer vriendelijk groette, naar het
waardig getooide stadhuis. Hier waren
verzameld de stedelijke overheid, de
eereburgers, gemeenteraadsleden, hooge
gemeen ieambtenaren, vertegen woordi-
gers van den koopmanstand en leden
van de kamer van koophandelverder
de rijkskanselier, staatssecretarissen
ministers Moltke en anderen.
Opperburgemeester Kirschner ge
leidde den koning in de feestzaal en
dankte bem daar, dat hij de uitnoo-
digiDg om op bet stadhuis te komen
had aangenomen. Daarop verzocht
Kirschner den koning den eeredronk
te aanvaarden dien hem des opper
burgemeesters jonge dochter bood.
De koning antwoordde met zijn
dank te betuigen voor de schoone
ontvangst. „Het verheugt mij zeer
zoo ging hij voort weer in Berlijn
te zijn gekomen. Mijn grootste wensch
is het, dat de betrekkingen tusschen
onze landen steeds best zullen zijn."
Bravo's volgden op deze merkwaar
dige speech
Die ontvangst ten stadhuize is tot
dusverre Dooit gebeurd!
't Is een unicum, dat óók al leert
hoe in Duitsehland andere tijden zijn
aangebroken I
Woorden van toenadering.
Koning Edward is te Berlijn waar-
lijk zoo vredelievend en vriendelijk
als maar mogelijk is. Tot de verte
genwoordigers der Engelsche kolonie
die hem kwamen huldigen, zeide da
vorst o. a.
„Gij, die in deze schoone hoofdstad
uwe woonplaats hebt, kunt veel er
toe bijdragen om de Duitschers onder
wie gij leeft, te overtuigen van de
oprechtheid onzer vriendschap voor
hen en ik weet dat ik er op kan reke
nen, dat gij in dezen geest al uw best
zult doen. Het was een groot ge
noegen u heden hier gezien te hebben
en nog eens dank ik u voor uw adres
van trouw."
Gisteren de gewone gast- en feest
malen, en gisteren avond een plechtig
hal met al d«n aankleve van dien.
Overigens niets bijzonders te vermel
den: het programma loopt stipt af
det als alle andere vorstenbezoeken.
Opstootjes.
Achteraf blijkt, Idat na jlGn intocht-
van koning' Edward eergisteren nog'
danig is gevochten, door massa's
werkloozen namelijk id ie een mani
festatie hadden op touw! gezet.. „On
der da Linden" en in verschillende
hoofdstraten rukten de batopgers
vlaggen en versieringen af.
Maar 't grapje Was gauw uit-: in
Berlijn maken ze daar korte metten
mee!
DE BALKAN.
Servië blijft oorlogszuchtig.
De Serviërs schijnen nu alweer
kwaad op Rusland óók te wezen,
omdat dit wat kalmte heeft aange
raden.
Die oproerige en woelige luidjes
willen den oorlog, dat staat vast, en
het zal ons benieuwen of ze bem nog
eens krijgen zullentot hun eigen
nadeel!
Het ministerie-Welimirowitz, dat
nog een beetje de krijgszuchtige stem
ming kon temperen en tegerf den
schreeuwerigen kroonprins kon optre
den, is volgens gerucht alweer afge
treden.
AMERIKA.
De anti-Japansche beweging.
President Roosevelt dost zijn ui
terste best om1 de anti-Japajisehe ge
voelens van de JVestereche Staten
tegen te gaan ,maar veel succes heeft
hij niet.
In Oregon is nu ook al een' ont
werp tot uitsluiting van Aziaten
ingediend, van een a-htd-J apamsdhe
belonging in de Wetgevende verga
dering van Neva da hebben wie reeds
melding gemaakt en hoe het met
de Californische Schoolwet zal gaan,
moet. nog worden beslist maar |de
gevoelens van het volk jegens de
Japanners zijn nog volstrekt niet
gewijzigd
President Roosevelt heeft nu, vóór
de beslissing, nog een uitvoerig te
legram' gezonden aan den voorzitter
van de (alifornische Kamer, waar
in hij aantoont dat rde bestaande re
geling ten aanzien van de Japansche
immigranten voldoende is, dat er
in de laatste maanden meer Japan
ners Amerika verlieten dan er in
kwamen, zoo dat dus langzamer
hand onder de tegenwoordige wet
geving alle moeilijkheden tot op
lossing zullen komen, alle oorza
ken van conflict zullen verdwijnen
en1 waarin hij dus krachtig te velde
trekt tegens de voor Japan beleedi-
gende maatregelen, die men voorne
mens is te nemen-
ZUID-AFRIKA
Hst VereeDigd Zuid-Afrika
[We móeten nog een kleine en ty
pische aanvulling gaven van het
telegram omtrent den1 inhoud van
de grondwet van het Vereen igd
Zidd-Afrika.
Uit dé uitvoerige berichten blijkt,
namelijk, dat de namen van de tot
provinciën geworden koloniën on
veranderd zullen blijven, behalve
wat de Oranje-Rivier-kolonie be
treft die iien naam zal ontvangen
van Oranje Vrijstaat-provincie
Zoo herleeft 'dus de „Vrijstaat
weer
Wel typisch!
PERZIË.
De revolutie.
Het lijkt dan nu toch wel ernst te
worden voor den Sjah.
Niet alleen dat op alle plaatsen de
revolutie veld wint, maar ook te
Teheran, in des Sjah's hoofstad, rom
melt het. De reeds gemelde, te Resjt
plaats gehad hebbende onlusten droe
gen een zeer ernstig karakter. De
berichten over den moord op den
gouverneur en verscheidene ambtena
ren gepleegd, worden bevestigd.
Maar ook te Teheran wordt gevoch
ten tusschen de revolutionnairen en
de regeeringstroepen en zijn er vele
dooden en gewonden gevallen. De
troepen van de Sjah werden verslagen,
heet het.
De gebeurtenissen te Resjt vooral
baren de Perzische regeering ernstige
zorg, want de post-en handelsgemeen
schap met Rusland is verbroken.
Teheran is daarenboven geïsoleerd,
en uit andere steden komen nog
berichten omtrent moordpartijen in.
De koning van Saksen is in
zijn paleis gevallen en heeft zijn hand
verstuikt of gebroken.
De koning van Spanje is met
zijn moeder op bezoek bij de Portugeesebe
koningsfamilie te Villa Vicosa, het buiten
verblijf der Portugeesche koningen.
Alweer een aardbeving opge-
teekend door de Seismografische instru
menten. Te Reggio teekende men op, dat
die ongeveer 2000 mijlen was verwijderd
zeker weder in Turkestan, waar ook on
langs de ramp heeft plaats gehad, waar
van echter niets naders is bekend gewor
den.
Een diplomaat vermoord. In
Santiago (Chili) brandde een paar dagen
geleden de Duitsche legatie af en de
kanselier verloor daarbij het leven. Nader
is gebleken nu, dat hier misdaad in bet
spel is: bij de schouwing van het ljjk
van den kanselier is bevestigd, dat hij
het slachtoffer is geworden van moord.
Diefstal is de aanleiding geweest. De bode
van de kanselarij is verdwenen. De justitie
zet haar onderzoek voort. De president
van de republiek beeft een onderhoud
gehad met den rechter van instructie en
drong er bij dezen op aan, dat de moord
zaak spoedig worde opgehelderd.
„TEGEN STROOM OP" is de titel
van ons nieuw feuilleton. Het is een
roman midden uit het leven, en onze
lezers en lezeressen zullen meer
malen twijfelen of de stof niet recht
streeks aan de werkelijkheid ont
leend is.
Daaraan dankt dit verhaal dan
ook goeddeels zijn boeiend karak
ter. Het is speciaal voor de „NIEUWE
HAARLEMSCHE COURANT bewerkt
en onze keuze zal, naar wij ver
trouwen, door al de lezers en leze
ressen van dit feuilleton ten volle
worden goedgekeurd.
Niet goed gelezen!
Wij lezen in de „De Residentiebode":
MINISTER TALMA.
Naar aan de „N. H. Gr*." wordt
gemeld, met zekerheid nog wel, werd
bij de vervulling der vacature-Bevers
„ernstig overwogen de portefeuille
van Waterstaat op te dragen aan
den heer Talma, terwijl dan de heer
Regout minister van Landbouw zou
worden, een oplossing, die ook ratio
neel kon worden geacht met be
trekking tot de richting, waarin de
studie en het optreden van mr. Regout
zich altijd bewogen hebben. Op den
heer Talma is daarom aandrang
geoefend van portefeuille te verwis
selen, doch deze heeft zulks met
beslistheid geweigerd. Hij was er
niet toe over te halen en moet zelfs
verklaard hebben, liever als minister
af te treden, dan de portefeuille van
Landbouw neder te leggen. Zoo is
het gekomen, dat ten slotte de heer
Regout toch aan het hoofd van het
Waterstaatsdepartement werd ge
plaatst."
Wij kunnen deze mededeeÜDgen
beslist tegenspreken; zij missen iede-
ren grond van waarheid.
Nu heeft „De Residentiebode" ods
bericht „of het ook uitkomt" i»
ons blad van Maandag 1.1. toch *1
zeer slecht gelezen.
Wij wezen er juist op, dat de z.g.
neutrale „Telegraaf" deze verdacht
making lanceerde om zóo te kanaew
afgeven op ons Ministerie, daar het
tegen de verkiezingen loopt.
Mogen wij „De Residentiebede"
vriendelijk verzoeken ons „ia eerr' te
willen herstellen?
Uit de Staats-Couraat.
Bij Kon. besluit zijn benoemdair.
J. Kosters, hoogleeraar aan de Ryks-
univereiteit te Groningen, tot lid der
Staatscommissie, ten einde te aader-
zoeken welke wijzigingen en aaaval-
ÜDgen de wettelijke bepalingen t«t
regeliDg der jacht behoevenmr. dr.
K. J. Frederiks, adjunct-eommies bij
het Dep. van Landbouw, Nijverheid
en Handel, tot secretaris dier commissie.
Prov. Staten van Zuid-Holland.
Tot lid der Provinciale Staten vaa
Zuid-Holland is gisteren ia het
kiesdistrict Sliedrecht gekozen de heer
T. A. Visser Mz. (anti-rev.) met 31K7
stemmen.
De lib. candidaat J. L. A. v. Haatten
te Sliedrecht had 1862 stemmes.
Dè Friesche Landdag.
Da Katholieke Landdag in Prieslaad
is voor dit jaar vGorloopig benaald
op 23 Mei.
Dobbelende Studenten.
De afgetreden president vaa den
Seuaat van het Delftsehe Studenten
corps, de heer W. H. van Leeawsa,
noemde in zijn overdrachtsrede als een
der feiten wel&e oorzaak zijn dat de
plaatsen in de bestursn niet meer door
jongeren bezet worden: „dat veiea,
door het blijkbaar over hebben vani
tijd en geld voor ontspanning em
genoegen, daarvoor in aanmerking
zouden komen, een heenkomen zoekea
in het bekende straatje in Den Haag,
om, volgens den geijkten term altijd,
hun „geluk" te gaan beproeven.
„Het is een schande voor het stu
dentendom, een vernedering voor
henzelven, dat zij de leegte van hun
bestaan niet anders dan door het
spel weten op te vullen, sich niet
ontziende bij vriend en vreemde in
de schuld te staan om dien hartstocht
maar te kunnen bevredigen; die het
twijfelachtig genoegen mogen smaken
zoo het „geluk" hun dienstig zyn wR,
huij winst slechts als verlies hij
vrienden terug te vinden, waar i n
dezen bijwagen van de sociëteit Phoenix
voornamelijk slechte leden van het
DeltscheStudentencorps aanwezig rijn.
„En mocht er slechts een deel
waarheid bevatten van de geruchten
die er loopen over de wijze, waarop
deze zwakkelingen te werk gaan om
zich blijvend aan het spel te kunnen
overgeven, dan brengen zij daarmede
in hooge mate den goeden naam van
bet geheele corps in gevaar.
„Een woord van sterke afkeuring
voor die leden is daarom op zijn plants,
1.
I,
j^inkls Jeu vroegen morgen al lag
hét kinkl als stervende.
■Door Üe opeengeklemile tandjes
klonk slechts nu en dan een dof ge
rochel en zwaar drang de adem door
4© blauwe, licht opgetrokken lippen,
©een was er, «Re sprak in het kleine
vertrekallen wachtten angstig- het
♦ogen Wik, dat het arme kind den
taatsten adem zou uitblazen. Met
4e donkere schaduwen ,i,n de hoe
ken em de loodzware gedruktheid,
die alles en allen beheerschte, was
Met vertrek één en al somberheid.
De vader vau den kleinen lijder,
flverard Dinner zat onbeweeglijk op
een stoel, met de oogen strak op zijn
doodziek kind gericht. Zenuwachtig
woelde de ongelukkige man in zijn
langen baard em herhaalde in zich
tsélf„Hoe is het mogelijkHet kan
•iet waar zijn
Buurvrouw Martin begon telkens
van voren af aan met luidruchtig
meegevoel haar denk verhaal, hoe
ibeè ongeluk zich had toegedragen1.
,,'t PTa» verschrikkelijk," sprak ze.
„Mijn kleine Tiine heeft het eerst
den val ein het geschreeuw gehoord.
Moe, riep ze gaat u eens gauw
kijken! Daar valt zeker weer een
van di ejongens van Eavre de trap
af. Ik Rep, zoo gauw ik kon, de
gang pp. En daar lag' nu niet een
der deugnieten van Favre, maar die
lieve kleine .van u voor cLooil op
den grond. Ik had het wel kunnen
uitschreeuwen. Die arme Abel
Voor die jongens van boven was het
zoo erg niet geweestdie kunnen, een
stootje velen! Maar klagen helpt
hier niet Het lijkt net, of de goede
God ons nu en dau onze kinderen
maar leent, en als mien ze dan te
rug moet geven, o, wat zou mjen ze
dan graag willen houden. Denkt ge,
dat ik mijn kleine line, die Jaar
langzaam Rgt te sterven, ook zoo
gauw 9.fsta Zoo ongelukkig als het
kind is, zou ik het toch zielsgaarne
altijd bij me willen houden. Maar
in Godsnaam!"
Everand luisterde niet meer naai
den onhandigen, schoon góedbodoel-
de troostredenen- Het ongeluk was
hem al op alle mogelijke manieren
fesöhetstde trap Was steil, oen leu-
ing was er niet meer aan, het kind
was op de weggesleten treden wegge
gledengevallen en
Abel, zijn jongen, was het moge
lijk dat hij dien zou moeten missen
En dat door zulk een dom ongeluk,
door een streek dien het noodlot, hem
speelde, zoo meende de ongeloo-
vige man. [Welk een vijandige, inval
va,n den dood, in een woning, waar
een uur geleden nog zulk een opge-
wtekt© vreugde heersehteHet
scheen Dimier toe, als zag hij dien
vreeselijken maaier al grijnzend op
den drempel dér huiskamer staan,
bëgeerig de armen uitstrekkend naar
dé proof, die hij zich had uitgeko
zen! TerugNog hebt ge niet ge
wonnenIk, Everaxd Dimier, ik Zal
u uw offer betwisten tot het uiter
ste!"
„Wat heeft de dokter gezegd?"
vroeg de vader opeens aan zijn
vrouw, die aan het voeteneinde van
het bedje zat en miet den zakdoek
voor de lippen onafgebroken haar
smeekingen tot den Hemelschen .Va
der opzond.
Verschrikt keek zij op en fluister
de: „Dokter Meunier was boven bij
juffrouw Sabine Hij is dadelijk be
néden giekomen en heeft Abel onder
zocht. De Wonden waren Piet ernstig,
maar hij sprak van inwendige
kwétsuren, Moedaanirang naar de
hersenen en weet ik wat meer."
„Ja, ja, ik begrijp het al," was
het bittere antwoord. „Dood of idi
oot, nietwaar?"
„Hij Zei nog, dat hevige schokken
dikwijls die bewusteloosheid veroor
zaken, die zooveel op den dood lijkt
Hij h-ad al meer zulke gevalle» bijge
woond. We móeten afwachten dn"
hier daaljde haar stem tot een
zacht gefluister „en bidden, Eve-
rand."
Een snijdende spotlach klonk door
ide kamer.
„Bidden klonk het. „Tot wien
Slapen uw bewaarengelen dan, dat
d© kinderen zoo maar van twintig
treden hoog laten neerstorten?"
„Bid tot God, Die alles vermag
en den dood beheerscht," klonk het
zacht verwijtend.
„DwaasheidToen wc gelukkig
waren, heb ik mij om! God niet be
kommerd. en zou Hij mij nu in mijn
ongeluk helpen Laat bidden wie
gelooft. Maar val mij (daar niet mee
Ia*%! Ge weet wei waarom
Zoo lasterde de ongelukkige in
ideze oogenblikken den Eeniga Die
rijn kind kon behouden.
Zijn vrouw had hem begrepen. Ja,
sinds dién schrikkelijken avond, toen
hij zijn oudste dochter letterlijk de
deur uitgejaagd lxad, zijn oudste
die nimmermeer teruggekeerd .was
had hij zijn hart niet meer nederig
tot dén Vader daarboven verheven.
Hij verweet God het ongeluk, dat
hem' getroffen had, en in plaats dat
hij zich boog ander de hand des
Heerea, vervulde een diepe wrok zijn
hart en gemoed.
In dé vemsterais teekeaien zich
twee slanke meisjesgestalten tegen
het donker van den avond af. Evelin
Dimier wteemde ien verborg het
hoofd aan idea schouder van haar
oudere vriendin. Het weelderige
haar was losgegaan in het- haastig
zoeken op straat naar tksn vader,
zoodra het ongeluk gebéurd was.
Krampachtige snikken en Zenuw
trekkingen deden haar geheele li
chaam schokken, en het gelukte de
andere slechts na de grootste mbeite,
haai1 eenigkzins tot bedaren te bren
gen.
Lize Damel was een zeldzaam
mooi meisje met donkere lokken en
helder schitterende oogen in het
bleeke gelaat. Zwijgend volgidc ze
den hevigen zielestrijd. zooals deze
zich op het gelaat van de® man daar
vóór haar al'teekende. De onderwor
pen smart ider arme moeder, het wan
hopig verdriet harer jonge
vriendin -wekten minder nog haar
méde! ijlden dan de weigering van den
trotsehen ongeloovige ,om hulpvra
gend aan de poorten des Hemels te
kloppen.
Ze trad op Dimier toe en sprak
met haar klankvolle stem, die welda
dig werkt© op de sombere stemming
in het vertrek„Meneer Dimier, u
zegtlaat bidden, wie gelooft. Maar
kan men niet, zonder oneerlijk te-
worden jegens zichzelf, het geloof
tegemoettreden [Wanneer we ojns in
een eenzame woestijn bevinden, mo
gen we dan niet eejiige schreden
wagen in de richting der jnaastbij-
zijnde Woning, in Je hoop er men
sehen aan te treffen Bidden is voor
u, dunkt mij, God fegemoetgaan em
Hem als tot antwoord dwingen- En
wie geloovig bidt klopt immers mm
de poorten des Hemels, met- de ze
kerheid. dat hij verhooTd zal wor
den
Everard Dimier sloeg de oogea
naar haar op maar het volgeaide
oogenblik haalde hij onverschillig
de schouders op.
„Ik wil niet" antwoordde hij .op
ruwen toon. „En ik zeg u: als er
een God is, is het maar heter, dat Hij
niet weet wat er op dit oogenblik
in mij omgaat en gij behoeft het
ook met te Weten."
Lize sidderdez® begreep dat hier
niet te overtuigen viel.
„Heeft dokter Meunier niet ge
zegd, hoe laat hij van avond te
rugkwam vroeg ze Eeline zacht
jes:
„Ja, we behoeven maar op de*
grond te kloppen- Hij is in de ka
mer hier beneden én gaat van avond
niet uit.
„Zoo! Nu, ik moet gaan. Moeier
weet niet idat ik hier ben. Ik moet
naar boven."
Zacht verliet ze het vertrek, ea
eveneens zonder het minste ge-
druisch hoorle men haar bedaard
en rustig Üe trap opgaan.
Wtrii vervolgd.