Openbare Godsdienstoefeningen in de R.K. Kerken te Haarlem en omliggende plaatsen.
Maand. Venn. „Drukkerij de Spaarnestad."
De H. Franciscus
uan flssisië.
DER
Dit nummer behoort bij de
„Nieuwe Haarl. Courant" van 20 Februari.
UITGAVE VA UT DE
KINDERHUISVEST No. 29—31—33. HAARLEM.
Direoteur: 3?. H. M. v. d. GBIENDT.
ADVEBTEMTIË5:
Van 1 tot 6 regelsf L20.
Elke regel meer0.20.
Ingezonden mededeelingen tusschen den tekst ten
minste 5 regels f 1.50; elke regel meer OnSO.
Het Auteursrecht op den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 29 Juni 1881 (Staatsblad No. 124,)
ZONDAG 21 Febr. Quinquagesima. Van den
1AANDA6 22 H. Petrus' Stoel te
Antiochië.
DINSDAG 23 H. Margaretha van
Cortona.
WOENSDAG 24 flsch-Woensdag.
DONDERDAG 25 H. Petrus Damianus,
Bisschop, Belijder en
Kerkleeraar.
URIIDAG 26 Feest v.d. Doornenkroon
Dnzes Heeren.
ZATERDAG 2? B. Biathias,
Dag van devotie.
ZONDAG GENOEMD
QUINQUAGESIMA.
Les uit den brief van den H. apostel Pauius
aan de Korinthiërs; XIII, 1—13.
BroedersAl spreek ik de talen
der menschen en der Engelen, zoo
ik geeme liefde heb, ben ik gewor
den als een geluidgevend metaal
of eene klinkende schel. En al heb
ik de profetie-gave, en al ken ik
«11e geheimen en bezit ik alle we
tenschap, en al heb ik alle geloof,
zoodat ik bergen kan verzetten
zoo ik echter geene liefde heb, ben
ik niets. En al deel ik al mijne
bezittingen uit tot spijs voor de
armen, en al lever ik mijn lichaam
over om verbrand te worden, zoo
ik geene beide heb, baat het mij
niets. De liefde is lijdzaam, zij is
goedertieren; de liefde benijd niet,
zij handelt niet onbescheiden, zij is
niet opgeblazen, zij is niet eerzuch
tig, zij zoekt bet hare niet, zij wordt
niet toornig, zij denkt geen kwaad,
zij verheugt zich niet over de on
gerechtigheid maar verblijdt zich
met de waarheidalles verdraagt
zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij,
alles verduurt zij. De liefde vergaat
nimmer. Hetzij profetie gaven, zij
zullen een einde hebben; hetzij talen,
zij zullen ophouden; hetzij kennis,
zij zal te niet gedaan worden. Want
wij kennen ten deele en wij profe
teer en ten deele; wanneer nu zal
gekomen zijn wat volmaakt is, dan
zal te niet gaan wat ten deele is.
Toen ik een kind was, sprak ik als
een kind, had ik meeningen als
een kind, dacht ik als een kind;
toen ik echter man werd, heb ik
afgelegd wat des kinds was. Nu zien
wij door eenen spiegel in een raad
sel; maar dan van aangezicht tot
aangezicht. Nu ken ik ten deele;
maar dan zal ik kennen gelijk ook
ik gekend ben. Nu echter blijven
geloof, hoop, liefde, deze driedoch
de grootste daarvan is de liefde.
Evangelie volgens den H. Lucas;
XVIII, 31—43.
In dien tijd nam Jesus de twaalf
tot Zich en zeide hun: Ziet, wij
gaan op naar Jeruzalem, en alles
zal vervuld worden, wat door de
profeten over den Zoon des men
schen geschreven is. Want Hij zal
overgeleverd worden aan de heide
nen, en Bij zal bespot en gegeeseld
en bespuwd worden en op den der
den dag zal Hij verrijzen. Doch zij
verstonden niets hiervan, en dit
woord was voor hen verborgen, en
zij begrepen niet wat er gezegd
werd.
Het geschiedde nu, toen hij Je-
ticho naderde, dat zeker blinde aan
den weg zat te bedelen. En toen
deze eene schare hoorde voorbijgaan,
vroeg hij wat dit was. Men zeide
hem dan, dat Jesus, de Nazarener,
voorbijging. En Hij riep, zeggende
Jesus, Zoon van David, ontferm U
mijner! En'zij die vooruitgingen,
berispten hem, dat hij zwijgen zou.
Hij echter riep veel meer: Zoon
van David, ontferm U mijner! Jesus
nu stilstaande gebood hem tot Zich
te brengen. En toen hij genaderd
was, vroeg Hij hem, zeggendeWat
wilt gij dat Ik u doen zal? Hij nu
zeideHeer, dat ik zien mogeEn
Jesus zeide hem: Word ziende! uw
geloof heeft u gezond gemaakt. En
'jk zag hij en, God ver-
oogenblikkebjk
heerlijkend, volgde hij Hem. En al
het volk, dit ziende, gaf lof aan God.
Evangelieverklaring.
OP ZONDAG GENAAMD
QUINQUAGESIMA.
De tijd dat Jesus Zijn smartvol
offer ging voltooien was nabij. Nog
weinige dagen en het Paaschfeest,
dat de Joden sinds meer dan 15
eeuwen vierden, was wederom daar
maar op dat Paaschfeest zou het
nieuwe Paaschfeest voor alle vol
keren en alle eeuwen een aanvang
nemen. Jesus Christus, het ware
Paaschlam, opgedragen tot verlos
sing niet van de Joden alleen, maar
van alle volkeren, niet uit de sla
vernij van Egypte, maar uit de
slavernij des duivels, ging reeds
naar Jerusalem om daar Zijn offer
te brengen. Onderweg maakte Hij
Zijne Apostelen, die Hem verge
zelden, nogmaals op alle omstan
digheden van Zijn lijden, die Hij
zoo dikwijls met hen besproken
had, opmerkzaam. „Ziet wij gaan
op naar Jerusalem en alles zal
volbracht worden wat door de pro-
pheten aangaande den Zoon des
menschen geschreven is". Tot in
de kleinste bijzonderheden wordt
het lijden dat Hij ondergaan zal,
de vernederingen die Hem zullen
worden aangedaan,beschreven. Drin
gende redenen bewogen Jesus om
nu op dat voor Zijne leerlingen
zoo pijnlijke onderwerp terug te
komen. Wel was hel Hem bekend
dat zij op dat oogenblik den zin
Zijner woorden niet zouden vatten,
doch tevens wist Hij dat de indruk
dier voorspelling later, als zij eens
van hunne vooroordeelen genezen
waren, zeer diep zoude wezen, dat
zij na getuigen geweest te zijn van
Zijn sterven en van Zijne verrij
zenis, de prophetic en hare ver
vulling met elkander in (verband
zouden brengen, en daaruit beslui
ten zouden tot de Godheid van
Hem die wel geleden had, maar
ook met goddelijke Alwetendheid
al de bijzonderheden van Zijn lijden
voorzegd had. Hij voorspelde hun
Zijn aanstaand lijden opdat zij be
grijpen zouden dat Hij vrijwillig
leed, en zij als het gebeurde niet
in Hem zouden geërgerd worden.
Doch „zij verstonden niets daar
van, en dit woord was voor hen
verborgen, en zij begrepen niet
wat hun gezegd werd.'' Maar hoe
is het mogelijk dat zij, die reeds
drie jaren in de school van Jesus
onderwezen waren, nog zoo traag
van verstand waren Onze ver
wondering zal zeker verminderen
als wij bedenken dat de Apostelen,
hoewel overtuigd dat Jesus de be-
beloofde Messias was, zich een ge
heel verkeerd denkbeeld van den
Messias gevormd hadden. Overeen
komstig de dwaalbegrippen van het
Joodsche volk meenden ook zij nog
dat de Messias een machtig aardsch
koninkrijk zou stichten, en Zijne
volgelingen tot beheerschers der
gansche wereld maken zou. Daarom
begrepen zij niet wat al die opge
noemde vernederingen tot de be
reiking van dat doel konden bij
dragen. Om hen te versterken in
hun geloof deed Jesus het wonder
dat ons in het Evangelie van dezen
Zondag verhaald wordt. „Een blinde
ontving voor hunne oogen het
gezicht terug, zegt de H. Gregorius
ons, opdat zij die de taal van een
hemelsch geheim niet verstonden,
door hemelsehe daden in het geloof
zouden bevestigd worden." De H.
Kerkvaders zien in dien blinde
tevens een afbeelding van den on-
gelukkigen toestand waarin de
Apostelen en geheel het menschelijk
geslacht door den zondenval van
Adam gekomen was, en waaruit
het door den zoendood van Jesus
zou verlost worden. Droevig is de
toestand van een blinde naar het
lichaam. Voor hem schijnt de zon
niet, flikkeren geen lichtende ster
ren, bloeien bloemen noch boomen.
Voor hem geen gelegenheid om te
werken en verdiensten te verzame
len. Maar even deerniswaardig, ja
nog veel rampzaliger is de toestand
van het menschdom, blind naar de
ziel, blind voor Gods heerlijke vol
maaktheden, niet in staat eenige
verdiensten voor den hemel te ver
zamelen. Toch, hoe noodlottig die
geestelijke blindheid ook moge we
zen, onherstelbaar is zij niet. Een
onfeilbaar middel staat dien onge-
lukkigen ten dienste. Zij behoeven
slechts het voorbeeld van den blinde
van Jericho na te volgen en de
hulp van den Almachtigen Jesus
in te roepen om genezen te worden.
Deze riep, zoodra hij hoorde dat
Jesus in zijne nabijheid was uit al
zijne macht: Jesus, Zoon van David,
ontferm u mijner. Tot het gebed
nam hij zijne toevlucht, maar een
gebed door een levendig, onwan
kelbaar, vasthoudend geloof inge
geven. Al berispten ook sommigen
zijne handelwijze, hij riep nog veel
luiderJesus, Davids Zoon ontferm
u mijner. Dat was een openbare
belijdenis van zijn geloof. Ook ge
hoorzaam en vertrouwvol was dat
geloof. Zoodra Jesus bevolen had
dat men den blinde bij Hem zoude
brengen, naderde deze, en gevraagd
wat hij wilde dat Jesus hem doen
zoude, gaf hij met blijde hoop in
het hart ten antwoord: „Heer dat
ik zien moge." Zoo moet ook al
wie door geestelijke blindheid ge
troffen is handelen. Vooreerst hij
moet Jesus zoeken. Vervolgens moet
hij Zijne Barmhartigheid inroepen,
en dat doen met het grootste ver
trouwen, maar ook met het vaste
plan om te doen wat Jesus hem
zeggen zal, zonder vrees voor wat
anderen misschien over zijne han
delwijze zullen te zeggen hebben.
Als de blinde van Jericho geluis
terd had naar de aanmerkingen van
die hem omringden en gezwegen
had, dan zou hij misschien blind
gestorven zijn. Maar als bij met
volhardend geloof blijft roepen
Jesus Davids Zoon ontferm u mijner,
dan zal ook hij vast en zeker een
maal de troostende woorden hooren:
„wees ziende, uw geloof heeft u ge
jond gemaakt." Maar wanneer wij
dan van onze geestelijke blindheid
genezen zijn, doen wij dan ook wat
de blinde van Jericho deed: „Hij
volgde Jesus God verheerlijkend."
Wij moeten ons evenals hij deed
aan Jesus hechten en Hem volgen.
Wij kunnen slechts op zijne schre-
Een studie van den Hoog Eerwaarden
Heer L. M. CASABIANCA,
Vicaris te Parijs.
Wit het Fransch vertaald door
P. J. SMIT.
7) t
Zooldra mien wist, idat hij: Zbu aan
komen, luidden de klokken'de gees
telijkheid en het yo»lk wanen vol
"vreugdemannen, vrouwen en kin
deren, sneden takken van de hoo
rnen, en haalden hem de stad hilnnen,
liederen zingend.
Niet tevreden met in zijn geboorte
land Idiel ware leer te verspreiden, wil
de Franciscus die ook in vreemde
landen overbrengen; zoo zien wij
hem' naar Spanje vertrekken met het
doel om do bekeering van de Mu
zelmannen te bewerken. Zijn wan
kelende gezondheid, hem belettende
zijn voornemen ten uitvoer te bren
gen, stichtte hij, naar eene overleve
ring van de bewoners van het Spaah-
sch© schiereiland, de kloosters van
Burgos, Logrene, Victoria en Avila.
Zijn pdan was: zelfs geweest om naar
Marokko te gaan, indteln Zijne krach
ten hem! hadden toegelaten den over
tocht te ondernemen. f
Zijn persoon niet overal beschik
baar kunnlelnde stelten, Zond hij zijn
broeders naar Frankrijk, Portugal
en Engeland, waar zij talrijke stich
tingen vestigden, die alle door een
menigte kloosterlingen schitterden,
alsmede door de inachtneming, van
de tucht en door den glans va)n hun
deugden. Ook 'Zond hij een groot
aantal broeders naar tie Noordelijk©
landen, Hongarije en Uuiisehland.
en andere provinciën; |de» uitkomst
beantwoordde helaas niet aan zijn
verwachting. De terugkopiist van
zijn broeders vervul de het hart van
Franciscus met onuitsprekelijke
droefheid, en wlerd voor hem een ger
tegenheid te meer om zijn nederig
heid en vertrouwen in lie goddelijke
barmhartigheid te doen uitblinken.
Geheel van het denkbeeld vervuld
om den Muzelmanschep. kolossus aan
te vallen, vertrok hij naar Egypte en
verkreeg hij vergunning om tot Ma-
lea-Gamel, den volmaakten vorst, te
Worlden toegelaten.
De door Franciscus gehouden toe
spraak .was, eenvoudig, doch tevens
dringend, levendig en overredend,
krachtig en moedig; Zij werd vol
goedheid, overtuiging en zacht
moedigheid voorgedragen, dat al
verkrijgt hij jd© bebaering van |i©n
vorst niet, hij toch zoodanig iiiens
achting, bew:ondiering en gunst won,
dat hij hem niet slechts gezond ©h
wel terug, zond tegen den raad van
'zijn „Wijz;en", die hem bevalen zijn
hoofd af te houwlenmaar hij beloof
de hem allerlei bezittingen, indien
hij bij h©m wild© blijvenhij beloof
de hem zelfs prachtige geschenkten,
welke de minnaar der armoede, die
zielen en geen rijkdom was gaan zoe
ken, met afschuw !weigerde, hetgeen
id© hoog© vereering, wielke de Soedan
voor zijn persoon had opgevat, nog
|de©l toenemen.
Zooveel beminnelijke ho|elda(nighe,-
Iden pp bewonderenswaardige deug
den, zooveel toewijding en heldhaf
tigheid, zooveel preiilang en bekee-
riggep, Zooveel vergeven z!o|nlden en
ingescherpte deugd, fcooyeel verbro
ken ketens en herkregen vrijheden,
edelmoedig© daden, konden niet zon
der erkenning blijven. Zijn© beloo
ning geschiedde» dan ook rasch, bui
tengewoon en schitterendZonder te
gewagen van den geestdrift, welken
het volk hem overal toonde wiaar hij
doortrok, zij het voldoend» het won
dervolle feit van life lijdteekans in
herinnering te brengen, op» zijne won
deren eln heiligverklaring te wijzen,
gebeurtenissen, welke als drie schoo-
ne bloempjes aan zijn onvergelijke
lijke kroon blinken.
Na zijn broeders naar Engeland te
hebben uitgezonden, trok Franciscus
zich terug in de schoone vallei van
Umbrië.
Op» zekeren Idag kwam' broeder
Elias, beuf daar verkondigen uit
naam van een grijsaard, lite 's nachts
was .verschenen, idat hij nog slechts
twee jaren op aarde zou doorbren
gen. Door 'die geheimzinnige mede-
deeling getroffen, ging Franciscus
op den berg van Alverna verblijf
houden, om zich geheel en al aan
het beschouwend leven over te ge
ven, en aan d© zaligheid van zijn
ziel de laatste hem nog overblijvende
dagen toe te wijden. Te (dier plaatse
in d© eenzaamheid en stilte over
peinzing, in het midden van |ie ver-
hevensite uitingen der ziel en de
brandend© verzuchtingen zijns har
ten, geheel in de beschouwing der
liefde van zijn Meester verdiept,
vroeg hij dringend dat de wil van
zijn hemelschen Vader aan hem zou
worden geopenbaard.
Franciscus was geheel in Hem ver
zonken, die zich voor ons heeft op
geofferd, toen hij plotseling een sera
fijn met zes van vuur en licht schit
terende vleugels, van uit den Hemel
Zag nedendateiji. Van die zes vleu
gels verhieven zich er twee boven
zijn hoofd, twee waren uitgestrekt
om te vliegen; twee andere be
dekten zijn gansche lichaam.
In een oogenblik plaats»te de he
melgeest zich in het luchtruim na-
hij Franciscus; toen bemerkte deze
tusschen de vleugels lie figuur van
een man met handen en voeten aan
het kruis gehecht. De Gekruisigde
vertoond© zich wonderbaar schoon.
Franciscus wierd door dit schouw
spel van verbazing overmand, zijn
lichaam beefde. H»et kostte hem
geen moeite zijn Jesus te herkennen
eenerzijds voelde hij zich gelukkig
door den ziaehten blik die op hem
rustte, aan den anderen kant door
boorde de verschijning van marte
ling en verworpenheid Zijn ziel met
smart. Hij richtte zich ouder dezen,
dubbelen indruk op. Hij overwoog
in zich zelf wat deze vereeniging
van de smarten des lijdems met de
onsterfelijkheid van een serafijn-
sclhen geest kon beteebepep. Hij, die
hem uitwendig was verschenen, wei
gerde niet om hem daarvan inwendig
uitleg te geven. Hij deed hem begrij
pen dat hij een beeld voor oogen had
van hetgeen hemzelven zou overko
men zijn marteldood zou er een zijn
naar den geesthij zou in zijn li
chaam de levende voorstelling dra
gen van het lijden aan het kruis en
in Zijn hart zou hij de heilige teeder-
headvan een serafijn gevoelen.
Wordt vtrvolgd
DE OFFSCIEELE KERKLIJST