DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
Bedrogen.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Gemengd Nieuws.
Sociale Berichten.
Kin«8ei»huisvMf 29*31-33, Haai*Sem
DONDERDAG 4 MAART 1909.
33«to Jaargang No. 6830
Bureaux van Redactie en Administratie:
Intercommunaal Telefoonnummer 1426.
Verspreide Berichten.
FEUILLETON.
BWE HAARLEMSCHE COURANT
ABONNEMENTPRIJS:
Per 8 maande» voor Haarlem
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente)
Voor de overige plaatse» in Nederland franco per post
Afzonderlijke nummers
f 1,35
1.35
1.80
0,03
PRUS DER ADVERTENTtÊN:
Van 1—6 regelsf9,60 (contant) f0,50
Elke regel meer„0,10 5
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant.
100
Alle betalende abonnéa op dit blad, die in het bezit eener verzekeringspolis zijn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukben verzekerd voor:
GULDEN bij
levenslange onge
schiktheid tot
werken.
400
GULDEN bg
everlij den.
300
GULDEN bij
verlies van éen
hand of voet.
150
GULDEN hg
verlies van
éen oog.
100
GULDEN bij
verlies van
éen duim.
60
GULDEN by
verlies van
één
wijsvinger.
15
GULDEN by
verlies van
éen andere»
vinger.
De nitheering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
FRANKRIJK.
De haat der kerkvervolgers.
De Fransche regeer in g heeft het
inderdaad aangedurfd, den geëxcom-
municeerden Franschen abbé Loisy,
modernist van de ergste soort, te be
noemen tot professor inde kerk
geschiedenis en kennis der godsdiensten
aan het Collége de France!
Hatelijker en brutaler kau het wel
aiet
De liberale kranten zelfs voelen
nattigheid over deze ongehoorde be
noeming: ze pogen al vooraf de regee
ring vrij te pleiten; zoo doet b.v. de
eorrespoDdent van de liberale N R C.
«lat door te vertellen, dat de aanbe
velingen vooraf zoo gunstig hebben
geluid voor Loisy, en dat de regeering
dus precies in de gewone lijn han
delde, door dezen te benoemen.
„Het is dus geheel en al normaal,
dat d6 minister van openbaar onder
wijs pastoor Loisy benoemd heeft en
de orthodox-katholieke bladen zullen
tevergeefs betoogen, dat de regeering
van de Republiek dezen geëxcommu-
niceerden pastoor benoemd heeft om
Rome te tarten."
Men moet maar brutaal zijn!
't Stukje zelf bewijst, dat de man
werkelijk toch voelde, dat dit nu eens
al te erg is!
ITALIË.
Een zelfopofferend minister.
Een wel merkwaardige reden wordt
door minister Tittoni, den minister van
buitenlandsche zaken in Italië, die in
den laatsten tijd wil aftreden, gegeven
voor zijn plan.
Hij zegt n.l. dat zijn eventueele
opvolger minder tegenstand zal heb
ben te overwinnen in de Kamer bij
het voortzetten van zijn politiek, daar
hij nu éénmaal het zwarte schaap is.
Tittoni acht het vóór alles noodig,
dat de buitenlanndsche politiek van
Italië zoo weinig mogelijk voorwerp
is van critiek in eigen boezem, waar
door zij te veel voor het buitenland
wordt blootgelegd.
En nu meent hij door zijn aftreden,
das onmiddellijk na de heropening
van het nieuwe parlement kan ver
wacht worden, den Driebond een dienst
te bewijzen.
AMERIKA.
Taft's ministerie.
Heden treedt president Taft het
Witte Huis te Washington als staats
hoofd der Vereenigde Staten binnen.
Zijn ministerie bestaat uit de volgen
de mannen: buitenlandsche zaken de
heer Kdox, financien Mac Veagh,
oorlog Dickinson,j ustitie Wickersham,
posterijen Hitchcock, marine Meyer,
hinnenlacdsche zaken Ballinger, land
bouw Wilson, handel en arbeid Nagel.
Van deze zijn niet minder dan vijf
advocaten, die dus den president een
krachtige hulp kunnen zijn in den
strijd tegen de trusts en de spoorwegen.
Het nieuwe kabinet maakt een uit
stekenden indruk; het algemeen oor
deel is, dat de president er in geslaagd
is inderdaad de meest bekwame men-
schen te kiezen.
IJK BALKAN
Ontspanning.
Die vredelievende giezindhejid
houdt aan.
Weliswaar zijn er ook no® tal van
oorlogszuchtig© berichten, ep komen
er zielfs telegrammen, die allesbe
halve van ontspanning in den toe
stand getuigen, maar men moet,
dunkt ons, op dit oogenMik niet
vergeten, dat de Servische regee
ring de kool en die geit moet spa
nen, d. w. z het volk tevreden
stellen etn toch de mogendheden ge
hoorzamen.
Hpt gerucht loopt, dat de Servi
sche regeering met het oog op den
raad van Rusland, puf af te zien
van territoriale eischen, de volgen
de houding zal aannemenzij zal
vlerklaren genoodzaakt to zijn zich
te onderwierpen aan de mogendhe
den, die in laatste ressort moeten!
beslissen! over de territoriale
eisduen, en tevens dat zij volkomen
vertrouwen heeft jn hup gerechtig
heid, te meer daar de oplossing voor
verschillende kwiesties daarvan af
hangt.
De Servische regeering is echter
overtuigd dat, zoo de beslissing
van Europa den materiëel© toe
stand in den Balkap stilzwijgend
voorbij ziet, de mogendheden niet
zullen bijdragen ter bevestiging van
den vrede dien iedereen wenscht.
Deze houding past volkomen in
het kader van- den toestand!
Servië geeft toe, maar met oog-
op de volksbeweging zegt het: als
de mogendheden opa opzien zin niet
geven, dan zullen we naderhand
toch oorlog gaan voeren.
(Wie dan leeft, die dan zorgt!
De schijn is intusschen zóó toch
gered..
Aldus, dunkt ons, moet ook ver
klaard worden de maatregel, dat het
zesde regiment ('t beruchte regi
ment van den moord op koning
Alexander) van garnizoen is veran
derd „met bat oog op de mobilisa
tie," zpoals Rleuter saint.
Met dusdanige „troepenbewegin
gen" is Servië altijd erg gul ge
weest, en z|e schijnen het volk wat
te bevredigen.een hoofdzaak
op dit oogenhlik !r
Op oorlog wijst dit alles echter
geenszins, evenals ;ook wat bemoe
digender klinkt do tijding, dat de
heer Forbach, de Óosbenrijksch-
Hongaarsche geizant te Belgrado,
die met die. H ongaarscihe ministers
een samenspreking heeft gehouden,
hedenmorgen op zijn posit terug
kwam1.
In welingelichte kringen te 'Boe
dapest wordt nog verteld, dat Servië
an Oostenrjjk-Hongarijie vermoede
lijk rechtstreeks onderhandelingen
zullen voeren, zonder de medewer
king van apdere mogmdbedm
Dat is de bekroning dan van
alles
Montenegro.
Als het bericht hieronder waar
is, dan zal men er een klucht of
een operette van kunpep maken, ge'-
titald: „de. valsohe vriend of de
sjacherende bondgenoot", of iets der
gelijks!
Men oordeelehet bericht komt uit
Cettinje
„Vorst Nikita van Montenegro,
heeft dien Epgolschen gezapt alhier
een memorie doen toekomen, waar
in hij een beroep doet op Epgelands
bemiddeling om Oostenrijk er toje te
krijgen Spizza aap Montenegro af
te staan of te verpachten D|e Vorst
zou zich bereid verklaard hebben
in dat geval het recht der Donan-
monarakie op Bosnië en Herzegowi-
na formeel te herkennen. Zelfs zon
Montenegro desnoods bereid zijn Ser
vië te laten schieten, als de Donau-
monarchie ten opzichte van Spizza
tegemoetkoming betoonde!"
Zooals men weet, hebben Servië en
Montenegro niet lang na het uitbre
ken der crisis een militair verdrag
aangegaan en zijn de handen tus-
schen beide landen sinds steeds nau
wer toegehaald.
Als Montenegro thans er over zö-u
denken, de vriendschap met Servië
er aan te geven, dan vragen wij
is de boven gegeven kluchtspel-titel
niet bruikbaar en de goede
Roosevelt is hedenmorgen „presi-
sident-af" geworden. Hij heeft in de
laatste dagen van tal van personen of
ficieel afscheid genomen. De meeste
personen, die afscheid kwamen nemen
van Roosevelt vroegen om souvenirs.
De laatste dagen heeft de President
zooveel portretten van zich zelf van
een handteekening moeten voorzien,
dat hij een schrijfkramp nabij was!
Spoorwegongeluk in Duitschland.
Een sneltrein van Keulen naar Frank
fort is bij Koblenz in botsing geko
men met een goederentrein. Drie rei
zigers, een echtpaar uit Weissenthurm
en een gymnasiast uit Kettig, werden
gedood, eenige reizigers en 14 spoor
wegbeambten gedeeltelijk ernstig, ge
deeltelijk iichl gekwetst. Het materieele
nadeel was groot. Het verkeer kon
worden onderhouden, door gebruik te.
maken van een zijspoor. Een der ge
kwetste conducteurs verkeert in levens
gevaar.
Nog goed afgeloopen. De dertig
karabiniers waarvan we gisteren vertel
den 'dat ze in de buurt van Innsbrtick
onder een sneeuwlawine begraven wer
den, zijn bevrijd.
De Al-Servische agitatie. Te
Agram is gisteren het geding begon
nen tegen 53 personen betrokken in
het al-Servische complot. Er zijn 500
getuigen gedagvaard.
Van de ramp te Messina. Zes te
legraafkabels in de Straat van Messina
zijn hersteld. Een moest worden op
gegeven daar hij geheel onder het zand
zat. De opgehaalde kabels vertoonden
verbrande plekken, waardoor de hypo
these bevestigd schijnt te worden dat
de oorzaak van de ramp eerder aan
een onderzeeschen vulkaan dan aan
een eigenlijke beving moet worden toe
geschreven.
Een bom? Er moet volgens een
der Spaansche bladen een bom met
brandende lont tegen den muur van
het koninklijk paleis geplaatst zijn ge
vonden. Verscheidene inhechtenisne
mingen hebben plaats gehad.
Dinizoeloe, vroeger het voornaam
ste hoofd van Zoeloeland, is schuldig
bevonden aan het verleenen van schuil
plaats aan rebellen tijdens den op
stand in 1906, en deswege veroordeeld
tot 9 jaar gevangenisstraf en het beta
len eener geldboete van 100 pond ster
ling.
Hofberichten.
H. M. de Koningin-Moeder en de
Prinses van Erbaeh woonden gister
avond in het Gebouw voor Kunsten
en Wetenschappen te 's Gravenhage
het Diligentia-concert bij.
Prins Hendrik
Z. K. H. De Prins is hedenochtend
te 7.13 per Staatsspoor, vergezeld door
kapitein jhr. Van Such telen van de
Haare, ziju adjudant, naar Burgestein-
furt vertrokken, teneinde aldaar een
bezoek te brengen aan zijn oom, den
vorst van Eenthein. Van daar vertrekt
Z. K. H. Vrijdag voor een paar dagen
naar Berlijn.
De Prins is voornemens Zondag a.s.
in de residentie terug te keeren.
Uit de Staats-oourant.
Bij Kon. besluit is benoemd: tot
officier in de orde van Oranje-Nassau,
H. J. Klüs-:ener, hoofd der expediteurs-
en cargadoorsfirma H. Braakman en
Co., te Rotterdam; tot gewoon hoog
leeraar in de zuivere en toegepaste
wiskunde en mechanica aan de Tech
nische Hoogeschool te Delft, dr. J. A.
Barrau, leeraar aan de eerste hoogere
burgerschool met vijfjarigen cursus te
Amsterdam; tot officier in de orde
van Oranje-Nassau, mr. A. G. N.
Swart, lid van het bestuur van caout-
chouc-cultuurondernemingen in Ne
der landsch-Indië, te 's Gravenhage, lid
en voorzitter der bij K. B. ingestelde
commissie tot bevordering van eene
Nederlandsche en koloniale inzending
op de in September 1908 te Londen
gehouden tentoonstelling van rubber
en aanverwante industrieën, tevens
commissaris-generaal voor die ten
toonstelling.
Het Wetsontwerp tegen het
wedden.
Naar wij vernemen, heeft het wets
ontwerp, houdende verbodsbepalingen
tegen het wedden, het ministerie van
Justitie verlaten en is in handen ge
steld van den Ilaad van State.
Volgens een der artikelen van het
wetsontwerp wordt het houden van
totalisators verboden.
Dr. Nolens hoogleeraarP
De Haagsche correspondent van de
„Maasbode" deelt mede, uit betrouw
bare bron vernomen te hebben, dat
aan dr. Nolens zeiven omtrent een
benoeming tot prof. te Amsterdam tot
heden niets bekend is.
Doctor Mezger.
Uit Parijs wordt het overlijden ge
meld van den heer Johan Georg Mez
ger, de bekende „wrijfdokter" die
's zomers te Donbrug verblijf hield.
Een bedevaart naar Lourdes.
Het Comité der Nationale Neder
landsche Bedevaart naar Lourdes zal
hare 21e bedevaart organiseereu van
412 Mei onder leiding van de Ver.
tot samenstelling van Nederl. bede
vaarten.
Deze bedevaart zal strekken tot
bizondere intentie van de bekeering
van Nederland, de genezing der zie
ken, de overwinning der kerk in Frank
rijk en de uitbreiding der devotie ter
eere van Maria's Onbevlekte Ontvan
genis.
Nadere inlichtingen worden door
de leden der vereeniging gaarne ver
strekt.
In de vereeniging heeft o.m. zitting
de Heer W. Diepenbrock, Statenbol-
werk 34, alhier, directeur der zieken
verpleging.
Een groote openbare
vergadering! De dienstbodenor
ganisatie te Leeuwarden schreef een
openbare vergadering uit.
Mevr. VosStel zou spreken over
het arbeidscontract.
Bij de opening bleek het auditorium
te bestaan uit één heele dienstbode.
De vergadering ging niet door.
Een unicum. In Oudewater
heeft een lid van de Middenstands-
vereeniging een reuzenbord aan zijn
gevel laten hangen als reclame voor
een confectiezaak van elders.
Mooier kan het al zeker niet.
Arme jongen! Dinsdag tegen
den middag had een 17jarig jong-
mensch, genaamd Gout, werkzaam
bij het leggen van een electrische
geleiding voor een perceel aan de
Haarlemmerstraat te Leiden, het on
geluk te struinden en daarbij met
den rechterarm te vallen in een bak
met kokende teer. Gillend van pijn
werd de arme jongen binnen gebracht
bij den drogist Terburch, die met een
benzineoplossing de kleeding van den
arm van den patiënt losweekte en
verdere heelkundige hulp verleende.
Met zwaar verschrompelden onderarm
werd de jongeling vervoerd naar het
Academisch Ziekenhuis.
Door den trein gegrepen.
Te Heerde is de 13-jarige Antonie
Klaas bij het oversteken naar het
tweede perron door een binnenkomen
den trein gegrepen en overreden.
Een schouwburg afgebrand
Dinsdagavond, terwijl een dilettanten-
vereeniging repetitie hield in den
schouwburg te Harlingen. ontdekte
men brand in het dak van den schouw
burg. Het gebouw, een voormalig
pakhuis, was gedeeltelijk van hout
en brandde geheel af. De oorzaaJz
moet zijn gelegen in een defect aan
de rookleiding.
Een belangrijke diefstal.
Te Amerongen is bij een alleenwonen
de dame, die de deur 's nachts niet
op slot doet, voor 1000 gulden aan
effecten en geldwaardige papieren
gestolen. De dame, die een weinig
doof is, had niets bemerkt.
De achturige arbeidsdag.
Het kamerlid, de heer Helsdingen
heeft tot den Minister van Marine,
waarnemend Minister van Oorlog,
eenige vragen gericht naar aanleiding
van de aangekondigde staking van de
proef met den achturigen arbeidsdag
aan de artillerieinrichtingen bij de
Hem brug.
Diocesane Bond van Mariavereeni-
gingen in het Bisdom Haarlem.
Onder presidium van mevr. Burck-
senWels van Rotterdam had Dins
dagmiddag in het gebouw van den R.
K. Volksbond te Leiden eene algemeens
vergadering plaats van bovengenoem-
den bond, die vereerd werd met de
tegenwoordigheid van enkele geeste
lijken. De geestelijke adviseur, de
WelEerw. tteer M. H. Pieper vaa
Rotterdam was verhinderd.
In haar openingswoord wees de
presidente er op, dat de Maria-Ver-
eenigingen een der schoonste uitingen
zijn van den arbeid der Roomsche
vrouw op maatschappelijk gebied,
omdat daarin de moeders worden
saamgebracht, die zijn de opvoedsters
van het toekomstig geslacht
Uit de mededeelingen van de
secretaresse, Mej. A. Kokshoorn, den
Haag, stippen wij aan. dat sinds de
vorige algemeene vergadering vier
nieuwe Mariavereenigingen zich bij
den Bond aansloten, zoodat het aantal
thans 22 bedraagt, waarvan 12 ter
vergadering tegenwoordig, terwijl Pur-
merend met kennisgeving afwezig
was. Op de statuten is de Kerkelijke
en Koninklyke goedkeuring ontvan
gen, terwijl de atdeelingen herinnerd
worden aan de bepaling, dat rij de
Koninkl. goedkeuring, voor zoover rij
deze niet bezitten, op de statuten
moeten aanvragen.
Ampele discussies van huishoude-
lijken aard ontsponnen zich over het
concept-reglement, waarop diverse
amendementen waren ingediend. Met
enkele wijzigingen werd het concept
vastgesteld. De contributie, welke de
afdeelingen aan den Bond moeten
afstaan, werd bepaald op 7 pet. van
haar inkomsten.
Na de gebruikelijke plichtplegingen
werd de geanimeerde vergadering door
5)
„Wat maakt dat uit!" troostte hij
rich, „er zijn geen oneerlijke menschen
mi de wereid."
Moede van den ongewonen arbeid,
strekte hij zich op den divan uit. Van
lieverlede viel de avondschemering in
on vervaagde den omtrek der voorwer
pen, die zich in het vertrek bevon
den. De boomen in den tuin van het
Luxembourg met hun frisch ontluikend
gebladerte wenkten hem groetend toe.
Gaston moest toegeven, dat zijne wo
ning als geschapen was om hem in
stemming te brengen en dat het heer
lijk moest zijn zich hier met half ge
sloten oogen aan de zalige droomerijen
•ver te geven.
De mooie avond had arm en rijk
«aar buiten gelokt. Twee jonge Italia
nen zongen in de straat daar beneden
vóór het park een van die wegslepende,
vrome melodieën, zooals men ze in
Napels hoort vóór het beeld der Ma
donna. Opgewekt sprong de jonge man
op en greep naar zijne mandoline.
„Waarom zou ik niet deze goede ge
legenheid benutten en trachten een lied
samen te stellen2 Ave...» Ave..,..
Ave Maria 1*
Hij arbeidde ingespannen en Begees
terd en het werk gelukte. Teeder en
schoon ontwikkelde zich zijn groet aan
de Allerzaligste Maagd, steeds nieuwe
wendingen en figuren voegde hij er bij,
hier verbeterde, daar vervolmaakte hij
zijn lied en weldra was zijn Groetenis
des Engels een parel van muzikale
schoonheid. De kunstenaar had zijne
gansche ziel gelegd in die devote me
lodie. Toen hij zijne compositie geëin
digd had, trad Gaston naar buiten op
het balkon. Een klein, levendig,
schelmsch uitziend meisje, gluurde
nieuwsgierig en in verrukking door de
staven van het traliewerk, dat het
langs het geheele huis loopende balcon
in verschillende deelen scheidde, zoodat
elke woning haar eigen ruimte daar
op had.
„O, wat hebt gij heerlijke muziek
gemaakt," zeide de kleine blozend, en
hief daarbij haar heldere kijkers
schuchter tot den vreemden heer op.
Gaston Dufour hield van kinderen en
beantwoordde de bewondering der klei
ne nieuwsgierige met een vroolijken
lach.
Daardoor aangemoedigd riep de klei
ne: „Gabrielle, Gabrielle, kom toch
eens hier; hier is die mijnheer, die
zoo wonderschoon zingt. Wilt ge uw
lied voor mijne groote zuster nog niet
eens zingen?" voegde zij er vertrou
welijk uitnoodigend aan toe, „zij houdt
onuitsprekelijk veel van muziek."
Nauwelijks had zij die woorden ge
uit, of eene witte, slanke hand legde
zich op den schouder van het kind en
troonde het zachtkens mede, terwijl een
ernstige, maar jeugdig frissche stein
vermaande: „Men mag niet zoo indrin
gerig en onbescheiden zijn. Kom bin
nen en maak je gereed om mede naar
het Meimaandlof te gaan."
Dufour hoorde hoe de glazen deur
van daarnaast gesloten werd. Een poos
je later toen de klokken van Saint
Sulpice de geloovigen ter kerke rie
pen, zag hij ook zijne kleine bewon
deraarster in gezelschap van hare huis-
genooten daarheen gaan. Voorop
schreed de vader, een eerbiedwaardig
grijsaard, wiens oogen dof en leven
loos in het goedmoedige gezicht ston
den, hij scheen blind te zijn. Hij leun
de op den arm zijner dochter, een
jong meisje van ongeveer achttien jaar,
dat met teedcre zorg zijne schreden
leidde. Twee kleine jongens stapten
onder levendig gesnap aan de zijde
van een ander zestienjarig meisje voort.
„Gabrielle een lieve naam!" meen
de Gaston, terwijl hij een steelschen
blik op de^ oudere zuster wierp,
de naam van den aartsengel, die aan
Maria den verheven groet des Hemels
en de blijde Boodschap bracht. Hoe
goed past die naam bij deze verschij
ning zij ook is ongetwijfeld de en
gel in haar huiselijken kring.
Hij wilde eene sigaar aansteken.
Maar nog was hij hier niet mede
klaar, toen hij hat denkbeeld kreeg
ook naar het Meimaandlof te gaan. Uit
het gelui der klokken begreep hij, dat
Si Sulpice de kerk was2 waarbeen ook
zij gingen. „Ik mag zoo gaarne luiste
ren naar de tonen van een kerkor
gel," sprak hij bij zich zelf „en
de organist van St. Sulpice is eene
beroemdheid."
Vlug ijlde hij de trappen af. Moe
der Gandon, de portierster, was juist
bezig de groote stalen knop van de
trapleuning blank te schuren. Bij het
hooren van zijne schreden hief zij het
hoofd op. Met de handen op de heu
pen trad de goede oude, die er van
hield met de buren wat te babbelen,
den nieuwen huurder in den weg.
„Goeden avond, mijnheer," sprak ze.
„Ik hoop, dat het mijnheer goed bevalt
op zijne kamer. Een beetje hoog, maar
zindelijk en frischen, wat meer
zegt, wij hebben alleen fatsoenlijke
menschen in huis, slechts te goeder
naam en faam bekend staande lui
net volk. Bijvoorbeeld, die familie naast
u, is zeer achtenswaardig."
Bij de vermelding dezer bijzonder
heid namen de trekken van Gaston,
die eerst met een licht wenkbrauw
fronsen de toespraak der oude beant
woordde, een vriendelijke uitdrukking
aan, die tot verdere vertrouwelijkheid
aanmoedigde.
„Gij bedoelt zeker den blinde, wiens
woning aan de mijne grenst? Mijnheer
Lambert, zooals er op het naamplaatje
te lezen staat."
„Ja, juist, mynheer Lambert be
doel ik'. Een eerbiedwaardige oude heer
eu zoo beleefd en altyd vriendelijk
voor mij. Ofschoon hij zelf niet nik
is, heeft hij toch altijd een kleinigheid
voor bewezen diensten over. Hij is
een kunstenaar en die menschen, weet
u, zijn grootmoedig en mild als prin
sen zij dragen hun hart in de hand."
Moeder Gandon wierp Gaston een be-
teekenisvol knipoogje toe, als wilde zij
te kennen geven, dat haar de aard
van zijn beroep niet onbekend was.
„Wat mij betreft," ging zij voort,
„ik houd van kunstenaars evenveel als
van mijne kinderen! Maar om op mijn
heer Lambert terug te komen, hij was
organist in een van onze meest bezoch
te kerken en speelde dat het een lust
was. ledereen bewonderde zijne kunst.
Opeens echter weigerden zijne oogen
hem den dienst. Groote God, dat was
een noodlottige slag!"
Gaston luisterde met levendige be
langstelling naar de woorden der
spraakzame oude. De gedachte, onmid
dellijk naast een musicus te wonen,
vervulde hem met innig genoegen. Diep
beklaagde hij den blinde hij meen
de diens innerlijken strijd, diens bit
ter leed te verstaan.
„Helaas," zoo lichtte hem de con
cierge verder in, terwijl zij met een
bonten zakdoek een traan wegveegde
en een flinke dosis snuif nam, „by de
zen ongelukkige werd ook het treu
rige spreekwaard bewaarheid, dat ook
ongeluk zelden alleen komt. Nadat de
vader blind was geworden, hield ook
de dood zijn intrede in dat huisgezin.
Een hardnekkige koorts overviel de
31TOC marter Lambert en bracht hoar
binnen eenige dagen op het kerkhof.
Wat zou er nu van de anderen gewor
den zijn als juffrouw Gabrielle er niet
geweest was? O mijnheer, dat meisje
is een heilige uit den hemel! Nu hek
ik, ik mag het wel zeggen, zonder
my zelf te prijzen ook wel een
beetje meegeholpen en daarom is de
familie Lambert zoo goed met mij.
„Zij hebben het grootste vertrouwen
in moeder Gandon. Ontelbare malen
heb ik boven voor den schoonmaak
gezorgd, en ik mag het gerust zeg
gen, dat waar mijn bezem en mij»
stofdoek geweest zijn, ailes schittert
en je tegenblinkt als op het verdek
van een oorlogsschip Mijn man zali
ger namelijk heeft bij de marine te
Toulon gediend en zoo ben ik aan de
uiterste regelmaat en zindelykheid ge
wend. Mocht mynheer soms nog nie
mand hebben, die zijn kamer schoon
houdt, dan ben Ik gaarne bereid die»
arbeid op mij te nemen."
Wordt vervalqd.)