DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. Bedrogen. BUITENLAND. BINNENLAND. Gemengd Nieuws. Sociale Berichten. Kin«8ei»huisvMf 29*31-33, Haai*Sem DONDERDAG 4 MAART 1909. 33«to Jaargang No. 6830 Bureaux van Redactie en Administratie: Intercommunaal Telefoonnummer 1426. Verspreide Berichten. FEUILLETON. BWE HAARLEMSCHE COURANT ABONNEMENTPRIJS: Per 8 maande» voor Haarlem Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) Voor de overige plaatse» in Nederland franco per post Afzonderlijke nummers f 1,35 1.35 1.80 0,03 PRUS DER ADVERTENTtÊN: Van 1—6 regelsf9,60 (contant) f0,50 Elke regel meer„0,10 5 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant. 100 Alle betalende abonnéa op dit blad, die in het bezit eener verzekeringspolis zijn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukben verzekerd voor: GULDEN bij levenslange onge schiktheid tot werken. 400 GULDEN bg everlij den. 300 GULDEN bij verlies van éen hand of voet. 150 GULDEN hg verlies van éen oog. 100 GULDEN bij verlies van éen duim. 60 GULDEN by verlies van één wijsvinger. 15 GULDEN by verlies van éen andere» vinger. De nitheering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. FRANKRIJK. De haat der kerkvervolgers. De Fransche regeer in g heeft het inderdaad aangedurfd, den geëxcom- municeerden Franschen abbé Loisy, modernist van de ergste soort, te be noemen tot professor inde kerk geschiedenis en kennis der godsdiensten aan het Collége de France! Hatelijker en brutaler kau het wel aiet De liberale kranten zelfs voelen nattigheid over deze ongehoorde be noeming: ze pogen al vooraf de regee ring vrij te pleiten; zoo doet b.v. de eorrespoDdent van de liberale N R C. «lat door te vertellen, dat de aanbe velingen vooraf zoo gunstig hebben geluid voor Loisy, en dat de regeering dus precies in de gewone lijn han delde, door dezen te benoemen. „Het is dus geheel en al normaal, dat d6 minister van openbaar onder wijs pastoor Loisy benoemd heeft en de orthodox-katholieke bladen zullen tevergeefs betoogen, dat de regeering van de Republiek dezen geëxcommu- niceerden pastoor benoemd heeft om Rome te tarten." Men moet maar brutaal zijn! 't Stukje zelf bewijst, dat de man werkelijk toch voelde, dat dit nu eens al te erg is! ITALIË. Een zelfopofferend minister. Een wel merkwaardige reden wordt door minister Tittoni, den minister van buitenlandsche zaken in Italië, die in den laatsten tijd wil aftreden, gegeven voor zijn plan. Hij zegt n.l. dat zijn eventueele opvolger minder tegenstand zal heb ben te overwinnen in de Kamer bij het voortzetten van zijn politiek, daar hij nu éénmaal het zwarte schaap is. Tittoni acht het vóór alles noodig, dat de buitenlanndsche politiek van Italië zoo weinig mogelijk voorwerp is van critiek in eigen boezem, waar door zij te veel voor het buitenland wordt blootgelegd. En nu meent hij door zijn aftreden, das onmiddellijk na de heropening van het nieuwe parlement kan ver wacht worden, den Driebond een dienst te bewijzen. AMERIKA. Taft's ministerie. Heden treedt president Taft het Witte Huis te Washington als staats hoofd der Vereenigde Staten binnen. Zijn ministerie bestaat uit de volgen de mannen: buitenlandsche zaken de heer Kdox, financien Mac Veagh, oorlog Dickinson,j ustitie Wickersham, posterijen Hitchcock, marine Meyer, hinnenlacdsche zaken Ballinger, land bouw Wilson, handel en arbeid Nagel. Van deze zijn niet minder dan vijf advocaten, die dus den president een krachtige hulp kunnen zijn in den strijd tegen de trusts en de spoorwegen. Het nieuwe kabinet maakt een uit stekenden indruk; het algemeen oor deel is, dat de president er in geslaagd is inderdaad de meest bekwame men- schen te kiezen. IJK BALKAN Ontspanning. Die vredelievende giezindhejid houdt aan. Weliswaar zijn er ook no® tal van oorlogszuchtig© berichten, ep komen er zielfs telegrammen, die allesbe halve van ontspanning in den toe stand getuigen, maar men moet, dunkt ons, op dit oogenMik niet vergeten, dat de Servische regee ring de kool en die geit moet spa nen, d. w. z het volk tevreden stellen etn toch de mogendheden ge hoorzamen. Hpt gerucht loopt, dat de Servi sche regeering met het oog op den raad van Rusland, puf af te zien van territoriale eischen, de volgen de houding zal aannemenzij zal vlerklaren genoodzaakt to zijn zich te onderwierpen aan de mogendhe den, die in laatste ressort moeten! beslissen! over de territoriale eisduen, en tevens dat zij volkomen vertrouwen heeft jn hup gerechtig heid, te meer daar de oplossing voor verschillende kwiesties daarvan af hangt. De Servische regeering is echter overtuigd dat, zoo de beslissing van Europa den materiëel© toe stand in den Balkap stilzwijgend voorbij ziet, de mogendheden niet zullen bijdragen ter bevestiging van den vrede dien iedereen wenscht. Deze houding past volkomen in het kader van- den toestand! Servië geeft toe, maar met oog- op de volksbeweging zegt het: als de mogendheden opa opzien zin niet geven, dan zullen we naderhand toch oorlog gaan voeren. (Wie dan leeft, die dan zorgt! De schijn is intusschen zóó toch gered.. Aldus, dunkt ons, moet ook ver klaard worden de maatregel, dat het zesde regiment ('t beruchte regi ment van den moord op koning Alexander) van garnizoen is veran derd „met bat oog op de mobilisa tie," zpoals Rleuter saint. Met dusdanige „troepenbewegin gen" is Servië altijd erg gul ge weest, en z|e schijnen het volk wat te bevredigen.een hoofdzaak op dit oogenhlik !r Op oorlog wijst dit alles echter geenszins, evenals ;ook wat bemoe digender klinkt do tijding, dat de heer Forbach, de Óosbenrijksch- Hongaarsche geizant te Belgrado, die met die. H ongaarscihe ministers een samenspreking heeft gehouden, hedenmorgen op zijn posit terug kwam1. In welingelichte kringen te 'Boe dapest wordt nog verteld, dat Servië an Oostenrjjk-Hongarijie vermoede lijk rechtstreeks onderhandelingen zullen voeren, zonder de medewer king van apdere mogmdbedm Dat is de bekroning dan van alles Montenegro. Als het bericht hieronder waar is, dan zal men er een klucht of een operette van kunpep maken, ge'- titald: „de. valsohe vriend of de sjacherende bondgenoot", of iets der gelijks! Men oordeelehet bericht komt uit Cettinje „Vorst Nikita van Montenegro, heeft dien Epgolschen gezapt alhier een memorie doen toekomen, waar in hij een beroep doet op Epgelands bemiddeling om Oostenrijk er toje te krijgen Spizza aap Montenegro af te staan of te verpachten D|e Vorst zou zich bereid verklaard hebben in dat geval het recht der Donan- monarakie op Bosnië en Herzegowi- na formeel te herkennen. Zelfs zon Montenegro desnoods bereid zijn Ser vië te laten schieten, als de Donau- monarchie ten opzichte van Spizza tegemoetkoming betoonde!" Zooals men weet, hebben Servië en Montenegro niet lang na het uitbre ken der crisis een militair verdrag aangegaan en zijn de handen tus- schen beide landen sinds steeds nau wer toegehaald. Als Montenegro thans er over zö-u denken, de vriendschap met Servië er aan te geven, dan vragen wij is de boven gegeven kluchtspel-titel niet bruikbaar en de goede Roosevelt is hedenmorgen „presi- sident-af" geworden. Hij heeft in de laatste dagen van tal van personen of ficieel afscheid genomen. De meeste personen, die afscheid kwamen nemen van Roosevelt vroegen om souvenirs. De laatste dagen heeft de President zooveel portretten van zich zelf van een handteekening moeten voorzien, dat hij een schrijfkramp nabij was! Spoorwegongeluk in Duitschland. Een sneltrein van Keulen naar Frank fort is bij Koblenz in botsing geko men met een goederentrein. Drie rei zigers, een echtpaar uit Weissenthurm en een gymnasiast uit Kettig, werden gedood, eenige reizigers en 14 spoor wegbeambten gedeeltelijk ernstig, ge deeltelijk iichl gekwetst. Het materieele nadeel was groot. Het verkeer kon worden onderhouden, door gebruik te. maken van een zijspoor. Een der ge kwetste conducteurs verkeert in levens gevaar. Nog goed afgeloopen. De dertig karabiniers waarvan we gisteren vertel den 'dat ze in de buurt van Innsbrtick onder een sneeuwlawine begraven wer den, zijn bevrijd. De Al-Servische agitatie. Te Agram is gisteren het geding begon nen tegen 53 personen betrokken in het al-Servische complot. Er zijn 500 getuigen gedagvaard. Van de ramp te Messina. Zes te legraafkabels in de Straat van Messina zijn hersteld. Een moest worden op gegeven daar hij geheel onder het zand zat. De opgehaalde kabels vertoonden verbrande plekken, waardoor de hypo these bevestigd schijnt te worden dat de oorzaak van de ramp eerder aan een onderzeeschen vulkaan dan aan een eigenlijke beving moet worden toe geschreven. Een bom? Er moet volgens een der Spaansche bladen een bom met brandende lont tegen den muur van het koninklijk paleis geplaatst zijn ge vonden. Verscheidene inhechtenisne mingen hebben plaats gehad. Dinizoeloe, vroeger het voornaam ste hoofd van Zoeloeland, is schuldig bevonden aan het verleenen van schuil plaats aan rebellen tijdens den op stand in 1906, en deswege veroordeeld tot 9 jaar gevangenisstraf en het beta len eener geldboete van 100 pond ster ling. Hofberichten. H. M. de Koningin-Moeder en de Prinses van Erbaeh woonden gister avond in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te 's Gravenhage het Diligentia-concert bij. Prins Hendrik Z. K. H. De Prins is hedenochtend te 7.13 per Staatsspoor, vergezeld door kapitein jhr. Van Such telen van de Haare, ziju adjudant, naar Burgestein- furt vertrokken, teneinde aldaar een bezoek te brengen aan zijn oom, den vorst van Eenthein. Van daar vertrekt Z. K. H. Vrijdag voor een paar dagen naar Berlijn. De Prins is voornemens Zondag a.s. in de residentie terug te keeren. Uit de Staats-oourant. Bij Kon. besluit is benoemd: tot officier in de orde van Oranje-Nassau, H. J. Klüs-:ener, hoofd der expediteurs- en cargadoorsfirma H. Braakman en Co., te Rotterdam; tot gewoon hoog leeraar in de zuivere en toegepaste wiskunde en mechanica aan de Tech nische Hoogeschool te Delft, dr. J. A. Barrau, leeraar aan de eerste hoogere burgerschool met vijfjarigen cursus te Amsterdam; tot officier in de orde van Oranje-Nassau, mr. A. G. N. Swart, lid van het bestuur van caout- chouc-cultuurondernemingen in Ne der landsch-Indië, te 's Gravenhage, lid en voorzitter der bij K. B. ingestelde commissie tot bevordering van eene Nederlandsche en koloniale inzending op de in September 1908 te Londen gehouden tentoonstelling van rubber en aanverwante industrieën, tevens commissaris-generaal voor die ten toonstelling. Het Wetsontwerp tegen het wedden. Naar wij vernemen, heeft het wets ontwerp, houdende verbodsbepalingen tegen het wedden, het ministerie van Justitie verlaten en is in handen ge steld van den Ilaad van State. Volgens een der artikelen van het wetsontwerp wordt het houden van totalisators verboden. Dr. Nolens hoogleeraarP De Haagsche correspondent van de „Maasbode" deelt mede, uit betrouw bare bron vernomen te hebben, dat aan dr. Nolens zeiven omtrent een benoeming tot prof. te Amsterdam tot heden niets bekend is. Doctor Mezger. Uit Parijs wordt het overlijden ge meld van den heer Johan Georg Mez ger, de bekende „wrijfdokter" die 's zomers te Donbrug verblijf hield. Een bedevaart naar Lourdes. Het Comité der Nationale Neder landsche Bedevaart naar Lourdes zal hare 21e bedevaart organiseereu van 412 Mei onder leiding van de Ver. tot samenstelling van Nederl. bede vaarten. Deze bedevaart zal strekken tot bizondere intentie van de bekeering van Nederland, de genezing der zie ken, de overwinning der kerk in Frank rijk en de uitbreiding der devotie ter eere van Maria's Onbevlekte Ontvan genis. Nadere inlichtingen worden door de leden der vereeniging gaarne ver strekt. In de vereeniging heeft o.m. zitting de Heer W. Diepenbrock, Statenbol- werk 34, alhier, directeur der zieken verpleging. Een groote openbare vergadering! De dienstbodenor ganisatie te Leeuwarden schreef een openbare vergadering uit. Mevr. VosStel zou spreken over het arbeidscontract. Bij de opening bleek het auditorium te bestaan uit één heele dienstbode. De vergadering ging niet door. Een unicum. In Oudewater heeft een lid van de Middenstands- vereeniging een reuzenbord aan zijn gevel laten hangen als reclame voor een confectiezaak van elders. Mooier kan het al zeker niet. Arme jongen! Dinsdag tegen den middag had een 17jarig jong- mensch, genaamd Gout, werkzaam bij het leggen van een electrische geleiding voor een perceel aan de Haarlemmerstraat te Leiden, het on geluk te struinden en daarbij met den rechterarm te vallen in een bak met kokende teer. Gillend van pijn werd de arme jongen binnen gebracht bij den drogist Terburch, die met een benzineoplossing de kleeding van den arm van den patiënt losweekte en verdere heelkundige hulp verleende. Met zwaar verschrompelden onderarm werd de jongeling vervoerd naar het Academisch Ziekenhuis. Door den trein gegrepen. Te Heerde is de 13-jarige Antonie Klaas bij het oversteken naar het tweede perron door een binnenkomen den trein gegrepen en overreden. Een schouwburg afgebrand Dinsdagavond, terwijl een dilettanten- vereeniging repetitie hield in den schouwburg te Harlingen. ontdekte men brand in het dak van den schouw burg. Het gebouw, een voormalig pakhuis, was gedeeltelijk van hout en brandde geheel af. De oorzaaJz moet zijn gelegen in een defect aan de rookleiding. Een belangrijke diefstal. Te Amerongen is bij een alleenwonen de dame, die de deur 's nachts niet op slot doet, voor 1000 gulden aan effecten en geldwaardige papieren gestolen. De dame, die een weinig doof is, had niets bemerkt. De achturige arbeidsdag. Het kamerlid, de heer Helsdingen heeft tot den Minister van Marine, waarnemend Minister van Oorlog, eenige vragen gericht naar aanleiding van de aangekondigde staking van de proef met den achturigen arbeidsdag aan de artillerieinrichtingen bij de Hem brug. Diocesane Bond van Mariavereeni- gingen in het Bisdom Haarlem. Onder presidium van mevr. Burck- senWels van Rotterdam had Dins dagmiddag in het gebouw van den R. K. Volksbond te Leiden eene algemeens vergadering plaats van bovengenoem- den bond, die vereerd werd met de tegenwoordigheid van enkele geeste lijken. De geestelijke adviseur, de WelEerw. tteer M. H. Pieper vaa Rotterdam was verhinderd. In haar openingswoord wees de presidente er op, dat de Maria-Ver- eenigingen een der schoonste uitingen zijn van den arbeid der Roomsche vrouw op maatschappelijk gebied, omdat daarin de moeders worden saamgebracht, die zijn de opvoedsters van het toekomstig geslacht Uit de mededeelingen van de secretaresse, Mej. A. Kokshoorn, den Haag, stippen wij aan. dat sinds de vorige algemeene vergadering vier nieuwe Mariavereenigingen zich bij den Bond aansloten, zoodat het aantal thans 22 bedraagt, waarvan 12 ter vergadering tegenwoordig, terwijl Pur- merend met kennisgeving afwezig was. Op de statuten is de Kerkelijke en Koninklyke goedkeuring ontvan gen, terwijl de atdeelingen herinnerd worden aan de bepaling, dat rij de Koninkl. goedkeuring, voor zoover rij deze niet bezitten, op de statuten moeten aanvragen. Ampele discussies van huishoude- lijken aard ontsponnen zich over het concept-reglement, waarop diverse amendementen waren ingediend. Met enkele wijzigingen werd het concept vastgesteld. De contributie, welke de afdeelingen aan den Bond moeten afstaan, werd bepaald op 7 pet. van haar inkomsten. Na de gebruikelijke plichtplegingen werd de geanimeerde vergadering door 5) „Wat maakt dat uit!" troostte hij rich, „er zijn geen oneerlijke menschen mi de wereid." Moede van den ongewonen arbeid, strekte hij zich op den divan uit. Van lieverlede viel de avondschemering in on vervaagde den omtrek der voorwer pen, die zich in het vertrek bevon den. De boomen in den tuin van het Luxembourg met hun frisch ontluikend gebladerte wenkten hem groetend toe. Gaston moest toegeven, dat zijne wo ning als geschapen was om hem in stemming te brengen en dat het heer lijk moest zijn zich hier met half ge sloten oogen aan de zalige droomerijen •ver te geven. De mooie avond had arm en rijk «aar buiten gelokt. Twee jonge Italia nen zongen in de straat daar beneden vóór het park een van die wegslepende, vrome melodieën, zooals men ze in Napels hoort vóór het beeld der Ma donna. Opgewekt sprong de jonge man op en greep naar zijne mandoline. „Waarom zou ik niet deze goede ge legenheid benutten en trachten een lied samen te stellen2 Ave...» Ave..,.. Ave Maria 1* Hij arbeidde ingespannen en Begees terd en het werk gelukte. Teeder en schoon ontwikkelde zich zijn groet aan de Allerzaligste Maagd, steeds nieuwe wendingen en figuren voegde hij er bij, hier verbeterde, daar vervolmaakte hij zijn lied en weldra was zijn Groetenis des Engels een parel van muzikale schoonheid. De kunstenaar had zijne gansche ziel gelegd in die devote me lodie. Toen hij zijne compositie geëin digd had, trad Gaston naar buiten op het balkon. Een klein, levendig, schelmsch uitziend meisje, gluurde nieuwsgierig en in verrukking door de staven van het traliewerk, dat het langs het geheele huis loopende balcon in verschillende deelen scheidde, zoodat elke woning haar eigen ruimte daar op had. „O, wat hebt gij heerlijke muziek gemaakt," zeide de kleine blozend, en hief daarbij haar heldere kijkers schuchter tot den vreemden heer op. Gaston Dufour hield van kinderen en beantwoordde de bewondering der klei ne nieuwsgierige met een vroolijken lach. Daardoor aangemoedigd riep de klei ne: „Gabrielle, Gabrielle, kom toch eens hier; hier is die mijnheer, die zoo wonderschoon zingt. Wilt ge uw lied voor mijne groote zuster nog niet eens zingen?" voegde zij er vertrou welijk uitnoodigend aan toe, „zij houdt onuitsprekelijk veel van muziek." Nauwelijks had zij die woorden ge uit, of eene witte, slanke hand legde zich op den schouder van het kind en troonde het zachtkens mede, terwijl een ernstige, maar jeugdig frissche stein vermaande: „Men mag niet zoo indrin gerig en onbescheiden zijn. Kom bin nen en maak je gereed om mede naar het Meimaandlof te gaan." Dufour hoorde hoe de glazen deur van daarnaast gesloten werd. Een poos je later toen de klokken van Saint Sulpice de geloovigen ter kerke rie pen, zag hij ook zijne kleine bewon deraarster in gezelschap van hare huis- genooten daarheen gaan. Voorop schreed de vader, een eerbiedwaardig grijsaard, wiens oogen dof en leven loos in het goedmoedige gezicht ston den, hij scheen blind te zijn. Hij leun de op den arm zijner dochter, een jong meisje van ongeveer achttien jaar, dat met teedcre zorg zijne schreden leidde. Twee kleine jongens stapten onder levendig gesnap aan de zijde van een ander zestienjarig meisje voort. „Gabrielle een lieve naam!" meen de Gaston, terwijl hij een steelschen blik op de^ oudere zuster wierp, de naam van den aartsengel, die aan Maria den verheven groet des Hemels en de blijde Boodschap bracht. Hoe goed past die naam bij deze verschij ning zij ook is ongetwijfeld de en gel in haar huiselijken kring. Hij wilde eene sigaar aansteken. Maar nog was hij hier niet mede klaar, toen hij hat denkbeeld kreeg ook naar het Meimaandlof te gaan. Uit het gelui der klokken begreep hij, dat Si Sulpice de kerk was2 waarbeen ook zij gingen. „Ik mag zoo gaarne luiste ren naar de tonen van een kerkor gel," sprak hij bij zich zelf „en de organist van St. Sulpice is eene beroemdheid." Vlug ijlde hij de trappen af. Moe der Gandon, de portierster, was juist bezig de groote stalen knop van de trapleuning blank te schuren. Bij het hooren van zijne schreden hief zij het hoofd op. Met de handen op de heu pen trad de goede oude, die er van hield met de buren wat te babbelen, den nieuwen huurder in den weg. „Goeden avond, mijnheer," sprak ze. „Ik hoop, dat het mijnheer goed bevalt op zijne kamer. Een beetje hoog, maar zindelijk en frischen, wat meer zegt, wij hebben alleen fatsoenlijke menschen in huis, slechts te goeder naam en faam bekend staande lui net volk. Bijvoorbeeld, die familie naast u, is zeer achtenswaardig." Bij de vermelding dezer bijzonder heid namen de trekken van Gaston, die eerst met een licht wenkbrauw fronsen de toespraak der oude beant woordde, een vriendelijke uitdrukking aan, die tot verdere vertrouwelijkheid aanmoedigde. „Gij bedoelt zeker den blinde, wiens woning aan de mijne grenst? Mijnheer Lambert, zooals er op het naamplaatje te lezen staat." „Ja, juist, mynheer Lambert be doel ik'. Een eerbiedwaardige oude heer eu zoo beleefd en altyd vriendelijk voor mij. Ofschoon hij zelf niet nik is, heeft hij toch altijd een kleinigheid voor bewezen diensten over. Hij is een kunstenaar en die menschen, weet u, zijn grootmoedig en mild als prin sen zij dragen hun hart in de hand." Moeder Gandon wierp Gaston een be- teekenisvol knipoogje toe, als wilde zij te kennen geven, dat haar de aard van zijn beroep niet onbekend was. „Wat mij betreft," ging zij voort, „ik houd van kunstenaars evenveel als van mijne kinderen! Maar om op mijn heer Lambert terug te komen, hij was organist in een van onze meest bezoch te kerken en speelde dat het een lust was. ledereen bewonderde zijne kunst. Opeens echter weigerden zijne oogen hem den dienst. Groote God, dat was een noodlottige slag!" Gaston luisterde met levendige be langstelling naar de woorden der spraakzame oude. De gedachte, onmid dellijk naast een musicus te wonen, vervulde hem met innig genoegen. Diep beklaagde hij den blinde hij meen de diens innerlijken strijd, diens bit ter leed te verstaan. „Helaas," zoo lichtte hem de con cierge verder in, terwijl zij met een bonten zakdoek een traan wegveegde en een flinke dosis snuif nam, „by de zen ongelukkige werd ook het treu rige spreekwaard bewaarheid, dat ook ongeluk zelden alleen komt. Nadat de vader blind was geworden, hield ook de dood zijn intrede in dat huisgezin. Een hardnekkige koorts overviel de 31TOC marter Lambert en bracht hoar binnen eenige dagen op het kerkhof. Wat zou er nu van de anderen gewor den zijn als juffrouw Gabrielle er niet geweest was? O mijnheer, dat meisje is een heilige uit den hemel! Nu hek ik, ik mag het wel zeggen, zonder my zelf te prijzen ook wel een beetje meegeholpen en daarom is de familie Lambert zoo goed met mij. „Zij hebben het grootste vertrouwen in moeder Gandon. Ontelbare malen heb ik boven voor den schoonmaak gezorgd, en ik mag het gerust zeg gen, dat waar mijn bezem en mij» stofdoek geweest zijn, ailes schittert en je tegenblinkt als op het verdek van een oorlogsschip Mijn man zali ger namelijk heeft bij de marine te Toulon gediend en zoo ben ik aan de uiterste regelmaat en zindelykheid ge wend. Mocht mynheer soms nog nie mand hebben, die zijn kamer schoon houdt, dan ben Ik gaarne bereid die» arbeid op mij te nemen." Wordt vervalqd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 1