DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. lil Bedrogen. mterhHlsvMt 29-81-33, Haarlem BUITENLAND. BINNENLAND. *9 mm m 12 MAANDAG 8 MAART 190® 3J,t8 Jaargang Mo. 6833 Bureaux van Redactie en Administratie: IntercommuiiaaE Telefoonnummer 1426. Niets nieuws. Algemeen overzicht. Verspreide Berichten. EËUILLETOft; UWE HURLEMSCHE COÜRjUiï ABOHNEMENTPRUSi Per 8 maanden toot Haarlemf 1,85 Voor dö plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.85 Voor rie overige plaatsen in Nederland franco per post 1.80 A fssorvderljjke nummer? 0,08 PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Van 1—6 regelsf0,60 (contant) f0,50 Elke regel meer„0.10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant. A!le betalende abonnés op dit blad, die in het bezit eener verzekeringspolis zijn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeid, tegen ongelukken verzekerd voor: BR m GULDEN bq levenslange onge schiktheid tot werken. 400 GULDEN bij overlijden. 300 GULDEN bij verlies van éen hand of voet. ISO GULDEN bq verlies éen oog. van 100 GULDEN bij verlies van éen duim. GULDEN bö verliee van één wijsvinger. 15 GULDEN bij verlies van éen anderen vinger. De «itkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, I'ie uwe Gracht 11. In ons tweede blad van Zaterdag werd melding gemaakt van een fiberalen dominé, die op roerenden koon de Katholieken, de priesters vooral, wenscihte te overtuigen dat de antirevolutionnairen en Kuype- rianen eigenlijk niets anders beoogep dan den ondergang der Katholieke kerk1 i Zijn conclusie is dus: Kom tot ons, liberalen, wij zijn uw beste vrien den! Dat spelletje van de liberalen, om de lioomschen te vangen, is niet «tieuw Integendeel. SVjj hebben voor ons liggen een tammer van het „Algemeen Han delsblad" van 1866, waarin hetzelf de kunstje wordt toegepast. De Katholieken Waren toen ver bonden met de z.g. conservatieven, 8e „Haagsche partij", en hij de Ka merverkiezingen, die toen plaats hadden, werd het argument van 1853 uitgespeeldde conservatieven hadden de herstelling en kerkelijke hiërarchie niet gewild, zij waren de April-bewegers en de vijanden der kerk, zij legden het er op toe •m de kerk ten onder te brengen, en het brave „Handelsblad" gaf dan ook aan de „ware, echte Katho lieken" de harte! ijken raad, zich van «Lit Monsterverbond ('t woord be- •tond toen alaf te keer en, en, „de ware vrienden van het Katholicis me, die ieder geven wat hun toe komt" te erkennen, n. 1. de libe ralen De Katholieken van '66 hebben hdöh echter door het zoet gefluit dier liberale vogelaars evenmin laten vangen, als wij ons hu door den liberalen dominé [VVanlnée zul len laten lokken! DE BALKANKWESTIE. 't G-ist nog altijd. [Want hoe het nu tusschen Oostenrijk en Servië loopen aal. schijnt een Europeesche twist vraag te zullen worden In [Wieenen verwacht men thahs •en schriftelijke nota van Servië of van de mogendheden waar- Hl de mededeeling van den minister Kivakowitsj wordt herhaald, zon der eenige beperkende toevoeging-. Mocht Servië tot directe onder handelingen met Weenen overgaan, dan zal het daar een vriendelijke ontvangst genieten. Doch op de Eu- Bopeesche conferentie kan Oostenrijk «iet over concessies aan Servië wor den aangevallen, aldus redeneert men in [Weenen. Verder is de houding, die Oosten rijk zal aannemen, een zaak, die «lechts door de monarchie op eigen verantwoordelijkheid kan worden geregeld, maai' waarin zij buiten- landsche bemoeiing niet kan toela ten. Die meeniiyg wordt door de ge- heele Oostenrijksche pers verkon digd. De Engelsche pers verzet zich ech ter daartegen, en wil Oostenrijk dwingen tot een bespreking' op de conferentie. De „Times" betoogt Zelfs dat Oos tenrijk nu te kiezen heeft tusschen de conferentie en den oorlog! De „Daily Telegraph" herinnert, dat Europa Bosnië en Herzegowina op Engelands voorstel onder Oosten rijks bestuur stelde en vraagt: hoe men thans zeggen kan, dat Europa geen recht heeft daarover mede te sprekenHet blad acht het beroep van de Servische regeering op de conferentie verstandig en natuurlijk. Ook de „Daily News" spreekt in denzelfden geest. [Waarbij Engeland niet bedenkt, dat het zelf, voor enkele jaren, wei gerde zijn geschil met de Zuid-Afri- kaansche .Republieken aan arbitrage te onderwerpen, en eiken goeden raad van Europa dreigde te zullen beschouwen als een onvriendelijke daad De Fransche bladen staan aan En- geland's zijde en zeggen dat op vrij onomwonden toon. Zoodat opnieuw Europa verdeeld staat in twee kampen. Intusschen is Oostenrijk al direct met Servië aan het spreken gegaan. Den gezant van Oostonrijk-Honga- rije te Belgrado werd opgedragen Servië kennis te geven dat, gelet op zijn gedurende de laatste maan den aangenomen houding, de twee regeeringen der Donau-monarchie tot hun spijt het handelsverdrag met Servië niet door het parlement kunnen doen bekrachtigen. De gezant moest eveneens ter ken nis brengen, dat Oostenrijk de hoop koestert, dat Servië te Weenen zal doen weten dat het besloten is den raad der mogendheden te volgen, zijn politiek ten aanzien van Bosnië te wijzigingen en betrekkingen van vredelievenden aard en van goede nabuurschap te onderhouden. Daar na zal de Oostenrijksah-Hongaarsche regeering volkomen bereid gevonden worden om de onderhandelingen op handelsgebied te openen. Wat er van dit alles, worden zal, is niet te zeggen EEN SAMENZWERING IN GRIEKENLAND. Volgens te Londen uit particuliere bron te Athene ontvangen berich ten zou er een samenzwering ont dekt zijn tegen koning George van Griekenland. Er moet nl. te Athene een geheime vereeniging zijn opgericht, ten doel hebbende koning George te dwin gen afstand te doen van den troon en om met voorbijgaan van zijn zonen Zijn kleinzoontje George, het oudste zoontje van den kroonprins, als troonsopvolger aan te wijzen onder regentschap van zijn moeder, prinses Sofie. Geen der samenzweerders wordt met name genoemd, te Athene ech ter Zegt men, dat zij behooren tot de militaire en de publieke wereld. Je ware! Het bestuur van de Zwit- sersche staatsspoorwegen heeft veror dend, dat dameshoeden, die meer dan 80 centimeter diameter hebben, voort aan als fietsen beschouwd moeten worden: een draagster van een derge lijk hoofddeksel moet voortaan öf plaats nemen in den goederenwagen öf haar hoed afgeven als vrachtgoed. Om na te volgen Oorlog ia Midden-Amerika. De ka nonneerboot „Presidente" van de repu bliek Salvador is met verzegelde last brieven uit Aca-utla vertrokken, naar men vermoedt, om de havens van Ni- ragua te beschieten. Men acht den oorlog tusschen de twee republieken onvermijdelijk. Waarom hij geen sociaal-demo craat werd, vertelt Rosegger in zijn „Heimgarten". Op zekeren dag kwam mijn vriend, de zetter Robert, bij mij. Wij zetten de lamp op een stoel en gingen naast elkaar op de tafel zitten. Robert stak zijn arm in de mijne, om niet van den smallen tafelrand te glijden. „Als je nu vrij wordt, moet je bij ons ko men. Je bent toch voor gerechtigheid. Je bent een volkszoon, je moet het met ons tegen de bourgeoisie houden, tegen de aristocratie." Zoo sprak Robert tot mij, want hij was een sociaal-democraat van de oude soort. Hij wilde alles gelijk maken menschen, bezit, enz. Maar ongelijk is het werk en de aanlegen daar over struikelen zij. „Je kunt zoo echt voor 't volk schrij ven", vervolgde Robert, „bij ons ben je dadelijk onder dak. Er wordt een arbeidskrant opgericht." „Waarom wil je eigenlijk de bour geois en de aristocraten afschaffen?" vroeg ik. „Omdat ze de opeters zijn, omdat ze het goed hebben." „Maar Robert, klassen die het goed hebben, moet men toch niet afschaf fen. 't Lijkt mij veel verstandiger, ze uit te breiden." Robert kon niet dadelijk antwoorden, want het argument had hem uit het veld geslagen. Hofberichten H. M. de Koningin Moeder met H. K. H. de prinses van Erbach, brachten Zaterdagvoormiddag een bezoek aan de kunsttentoonstelling ten bate der werk- loozen in het rijksarchiefgebouw in den Haag. Bjj het vertrek deed H. M. aan het comité een gilt in geld ter hand stellen ten behoeve van het doel dezer ten toonstelling. Hedenochtend vertrok de Vorstin van Erbach weer naar Duitschland, met den trein van 8 u. 54 m., Staats spoor. Uit de Staatscourant. Bij Kon. besl. van 6 dezer is benoemd tot raadsheer in den Hoogen Raad der Nederlanden, mr. J. A. A. Bosch, thans raadsheer in het gerechtshof te 's Hertogen bosch. Bij Kon. besl. van 3 dezer is J. Swan, burgemeester der gemeente Harenkarspel, benoemd tot ridder in de orde ven Oranje-Nassau is met ingang van 1 Meibenoemd tot gewoon hoogleeraar in het Staats recht, in het administratief recht (met uitzondering van het gedeelie dat op de arbeids- en fabriekswetgeving be trekking heeft en van het mijnrecht) en in het handelsrecht aan de Tech nische Hoogeschool te Delft mr. J. H. Valckenier Kips, te Zeist; is benoemd tot ontvanger der re gistratie en domeinen te Leiden, G. L. Brouwer, thans ontvanger de re gistratie en domeinen te Gouda. Audiënties. Dt gewone aediëaties van de mi nisters van landbouw, nijverheid en handel, en van oorlog zulien de vol gende week niet plaats hebben. Een Duitsch-Nederlandsche postoveroenkomst. De „Deutsche Wochenzeitung" be toogt, naar aanleiding van het bericht der „Matin" te Antwerpen, dat het Nederlandscbe en Belgische postbe- stuur het in principe eens zijn ge worden over een verlaging met 50 pCt. van het posttarief voor het ver keer tusschen Nederland en België, de wenschelijkheid van een dergelijke overeenkomst tus -chen Nederland cd Duitichland. De Nedorlandsch-Belgische Commissie. Het bericht van de „Matin," als zouden de Nederlandsche en de Bel gische regeering het eens geworden zijn over de éénmaking van't postta rief tusschen de beide landen, wordt beslist tegengesproken door de „Soir", een blad dat, wat Immenlandsche aangelegenheden betreft, over het al gemeen uitstekend is ingelicht en zijn inspiraties in ministerieele kringen zelf zoekt. Het blad voegt er bij, dat er tot nog toe van geen officieele onder handelingen sprake iR geweest en dat alles nog maar een officieus karakter draagt. De N. Ct. kan hieraan toevoegen dat van een samenkomst der Neder- laDdsch-Belgische commissie in April nog niets vaststat. Men heeft dus weer met een van die Belgische berichten omtrent de werkzaamheid der Nederiandsch-Belgische commissie te doen, welke aan de overzijde van onze zuidelijke greDs op goed geiuk als zeker plegen te worden gelanceerd. Evenmin als tusschen de Nederland sche en Belgische postadministraties is in de le sub-commissie der N.-B. com missie nog overeenstemming betref fende de tarieven van post, telegraaf enz. verkregen. Wat de kwestie van bet ruteursreebt betreft, daarvan heeft de 3e sub commissie zeer veel werk gemaakt; maar het is niet te ontken nen dat zij een groot deel van haar belangrijkheid verliest, nu als hoogst waarschijnlijk mag worden aangeno men dot Nederland binnen enkele jaren deel zal uitmaken van de Unie van Bern ter bescherming van de rechten der auteurs op werken van letterkunde en kunst. Directeuren en commiezen bij posterijen en telegrafie. Men meldt ons uit Amsterdam: Gisteren (Zondag) werd te Amster dam een vergadering gehoudeD, die werd bijgewoond door 108 directeuren, adjunct directeuren, hoofdcommiezen en commiezen bij den post- en tele graafdienst in Noord-Holland. In deze vergadering, waar nog veer tig sympathiebetuigingen inkwamen, werd, na gehouden besprekingen, waarbij de houding der klerken inzake de lotsverbetering van directeuren en commiezen aan felle critiek werd onderworpen, de volgende motie met algemeene stemmen aangenomen: De vergadering van directeuren en commiezen bij den post- en telegraaf dienst in Noord-Holland, gehouden te Amsterdam, den 7en Maart 1909; gezien het feit, dat de klerken zich keeren tegen de door de regeering voorgestelde salaris-erhoogingen, wel ke reeds verscheidene jar ;n geleden zijn toegezegd en noodig geoordeeld; dat zij zulks doen, al zy bet maar voor de propaganda, voor welk doel zij niet schromen het belang van honderden directeuren en commiezen met hunne gezinnen ter zijde te stelleD; dat zij daarbij gebruik maken van onjuiste voorstellingen, onwaarheden en verdachtmakingen, zelfs ten op zichte der door de regeering zelf in gestelde commissie, om op die wijze, visschend in troebel water, voor zich zelf zooveel mogelijk voordeel te bedingen: dat zij zich niet ontzien, hierdoor moeilijke ambtelijke verhou dingen te provoceeren op de kantoren, waar zij met directeuren en commie zen werkzaam zijnspreekt hare diepe verontwaardiging hierover uit en hoopt, dat de volksvertegenwoordiging ken nis zal willen nemen van de brochure der broederschappen, welke dezer dagen verschijnen zal en waarin de beweringen der klerken afdoende worden weerlegdverklaart, overigens met vol vertrouwen de verdediging barer belangen te leggen in handen van Z.Exc. den minister van Water staat, overtuigd als zij is, dat bij dezen raadsman van H. M. het gezag, de billijkheid en het recht steun zullen vinden, en gaat over tot de orde van den dag." Een advies. Baron Rengers, lid der Eerste Kamer voor Friesland en voorzitter van den Liberalen Bond in Friesland, raadt in een rondschrijven zijn geestverwanten aan bij de verkiezingen het volgende te doen? Ik zou, gedachtig aan de teleurstel lende ervaring, welke de overwinning der linkerzijde in 1905 heeft opgele verd, in overweging willen geven, dat bij de keuze der candidaten voor da aanstaande verkiezingen niet uitslui tend worde te rade gegaan met de verkiezingsleuze, door de Liberal* Unie voorgesteld, maar gezorgd, dat het vrijzinnig element in de Kamer verstrekt wordt door mannen, wier karakter en antecedenten waarborgen geven niet enkel, dat zij krachtig in verzet zullen komen tegen de richting, die ons staatsbestuur aan kerkelijke drijvers dreigt te onderwerpen, maar tevens eendrachtig hun steun zullen geven aaa practifiche hervormingen en maatregelen. Katholieken en antirevolutionairen De heer J. C. Wannée, Remoa strantsch predikant te Waddinxveen, heeft onder den titel Quousqus tandem? een „Open brief aan de Roomsch-Katholieke geestelijkheid in Nederland" geschreven, die als bro chure bij Nijgh en Van Ditmar te Rotterdam is verschenen. Een brochure om de Katholieken te overtuigen, dat de anti-revolutionairen hun vrienden niet kunnen zijn! Laat dien goeden man maar tobben. Het herhaaldelijk beproefde vliegertje zal nu ook tegen de verkiezingen niet opgaan. De deputatenvorgaiermg De Deputatenvergadering der Anti revolutionaire Partij zal dit jaar ge houden worden te Utrecht in de groote zaal van „Tivoli", op Donderdag 22 April a. s., des voormiddags te 11 uur. Op deze deputatenvergadering zal het volgende program van actie voor de stembus van 1909 worden voorge steld lo. Invoering van het gezinshoofden- kiesrecht. 2o. Invoering van verplichte ver zekering. 3o. Herziening van ons tarief vaa invoerrechten, eenerzijds ten einde uit zijn hoogere opbrengst de middelen te vinden voor de invoering der ver plichte verzekering vereischt, en an derzijds om onze nationale nij verheid tegen de ongelijke concurrentie met het buitenland te vrijwaren en den nationalen arbeid te bevorderen. 4o. Meerdere gelijkstelling in do bijdrage uit de publieke kas van het bijzonder met het openbaar lager on derwijs, voor wat aangaat de voor ziening in schoollocaliteit, de uitbe taling der Dijdragen en de opleiding van onderwijzers. Een praoht van een voorstel. De heer A. M. Pell, lid van den gemeenteraad te Zaandam, heeft voor gesteld, in het reglement van orde een nieuw artikel op te nemen, waarin bepaald wordt, dat geen der leden over eenzelfde onderwerp in één en dezelfde zittiDg langer dan 15 minuten „Dierbare oom! Ik ben zeer ongelukkig. Zonder kla gen heb ik tot nu toe de mij opge iegde armoede en ontberingen gedra gen ik voel echter mijne veer kracht verlammen in dezen strijd zon der vooruitzichten. Zooals gij mij voor uit gezegd hebt, vond ik tallooze door nen op mijn pad. Het zou mij even wel zelfs met deze bittere ervaring voor eogen onmogelijk zijn mijn verheven Beroep te laten varen, ja, hoe ernstiger ik daarover nadenk, des te meer dringt aich de overtuiging aan mij op, dat de talenten en kundigheden, waarmede Gods hooge macht mij toerustte, mij •ok plichten opleggen, waaraan ik mij niet mag onttrekken. Ik smeek u daarom, een weinig ver trouwen te hebben in het succes dat eenmaal zeker mijn deel zal worden, liet moed en volharding kan men al les bereiken, en beide eigenschappen *ijn mij niet vreemd. Nu heb ik ech ter nog behoefte aan het dagelijksch Irood, dat gjj zelfs den bedelaar, die *an uwe deur klopt, niet weigert teudt gij tegenover uw neef hardvoch- IJjger zijn, dan voor den eersten den *e«ten landlooper? Het is voor mij zeer pijnlijk u mijn nood te moeten klagen, maar ik stel mijn vertrouwen in de goedheid uws harten en durf hopen, dat gij den zoon uwer zuster niet in zijn uitersten nood zult verlaten." Het schrift van dezen brief verried het beven der hand, die hem geschre ven had, de inspanning, die het den schrijver gekost had zijn moeilijken toe stand bloot te leggen en den dwang, dien hij zich had opgelegd. Zonder het geschrevene over te lezen, sloot Gaston den brief en bracht hem zoo spoedig mogelijk naar de post. Reeds den volgenden dag kwam hij te bestem der plaatse aan. Met de pen in de hand, de wenk brauwen gefronst en met de lippen vast op elkaar gesloten, was Julien Landry juist bezig de jongste leveran ties in zijn journaal te boeken, toen de oude boekhouder de laatst aangeko men post op zijn schrijftafel legde. Bij het zien van Gaston's handschrift vertoonde zich een dreigende wolk op zijn voorhoofd. Langzaam opende hij den brief. Hoe smartelijker hem de af wezigheid van zijn vroolijken, innemen- den neef viel, des te heviger was de wrok tegen Gaston in zijn hart. Hij was niet gewoon ,dat men zijne wen- schen weerstreefde, en bij het lezen namen zijne trekken gaandeweg eene uitdrukking van onverzoenlijke hard heid aan. Het roerende smeeken des jongelings kon dien ijzeren man niet vermurwen. Toen hij ophield te lezen speelde een glimlach van bevrediging om de lippen van Julien Landry. „Goed," zeide hij, zich vergenoegd de handen wrijvend, „dat zaakje mar cheert geheel en al naar wenseh. La ten wij dat hongerige vogeltje nog wat langer vasten en koude lijden, dan zullen wij eens zien, hoe spoedig het naar zijn vroeger warm nestje zal te rugvliegen. Wel, wel, ik zou een beetje vertrouwen in zijn toekomstig succes moeten hebben, schrijft me daar die dweeper haha1" Een hoonende lach ontwrong ziclv aan de borst van dien man, die zich machtig gevoelde door zijn geld, een lach, vol verachting voor de jeugdige illusies van zijn neef, dien hij reeds meende te zien vleugellam geslagen door zijn wederwaardigheden. Met groote, stevige letters schreef hij terug: „Ik weiger u elke hulp. Eerst dan als gij u naar mijn wenschen voegt en leert begrijpen, dat gij uw geluk slechts kunt vinden hij mij en in mijn fabriek, zal ik mijne beurs weer voor u openhouden. Zoo niet, dan moet gij nog een tijdje honger lijden, jonge stijf kop de honger toch zal uw beste raad gever worden." Na met een forschen zwaai zijn naam gezet te hebben, nam Julien Landry plaats in een gemakkelijken leunstoel bij den schoorsteen, stak met zicht baar welbehagen zijne voeten naar den warm vlammenden haard uit en bleef geruimen tijd onbewegelijk zitten, ge- heel overgegeven aan de vreugde, wel ke zijne overwinning hem verschafte. De jonge kunstenaar in Parijs tracht te zich intusschen aan de kwellingen van hoop en vrees te onttrekken, door ijverig aan zijn vleugel te fantaseeren. Eene Siberische koude heerschte in het kale vertrek. Gaston wreef zich de stijve, door de koude blauw geverfde handen om ze te verwarmen, en ging dan over tot de toebereiding van een schamel ontbijt, bestaande uit een kop warme melk, die hij boven een spiri- tuslamp warm maakte. Terwijl hij hier mede bezig was, verraste hem moeder Gandon, die hem met een wrevelig gezicht den brief van zijn oom bo ven bracht. De grauwe, stekende oogen van de concierge keken onderzoekend rond in de kille kamer, welker meube len bijna verdwenen onder de rond slingerende kléedingstukken en muziek boeken. „Waarachtig, die kunstenaarskraam is wel goed in orde," zeide ze minach tend, terwijl ze langzaam sloffend de trap afging. Intusschen opende Gaston met be vende handen den brief van Landry. Wat zou die hem brengen? Levendig stond hem in dat oogenblik voor den geest, hoe hardvochtig zijn oom zich in het uur van scheiding gedragen had. Wederom zag hij het gelaat van den fabriekskoning, met den van haat spre kenden blik en het spotachtige lachje, waarmede deze hem die bittere woor den toeslingerde, welke zijn hart tot bloedens toe verwond hadden. Zou het mogelijk zijn dat zulk een man mede lijden kende en zich liet vermurwen? „Ik zal het zoo aanstonds weten," zeide hij met doffe gelatenheid. Hij keek naar de stijve, regelmatige schriftteekens en onwillekeurig kreeg hij bij het zien van die letters, nog vóór dat hij den brief gelezen had, het bewustzijn, dat de schrijver onver biddelijk was geweest. Het was hem te moede als een schipbreukeling. Hij las de hardvochtige woorden, die hem van het papier aanstaarden. Plotseling hield hij op, zijne lippen waren bleek en sidderden. Wat hij daar vernomen had was als het gelui der doodsklok ken, bij welker klanken zijn hoop be graven werd. „De honger zal uw beste raadgever zijn," klonk het hem hoonend in de ooren. Toorn, schaamte en vertwijfeling maakten zich van den jongen man meester. Tranen van beleedigden trots brandden in zijne oogen. „Dwaas, die ik was, om zulk een verzoek aan mijn harteloozen oom te richten, om te gelooven, dat ik hem tot medelijden zou kunnen bewegen! Is deze ijzerkolossus een mensch, die eenig warm gevoel in den boezem om draagt? Nog hardvochtiger tegen mij, het eenige kunder zijner zuster dan tegen den eersten den besten be delaar aan zijne deur, wijst hij sma- wacht van mij geene hulp", roept hij delijk mijn bede om hulp af. „Lijd, mij toe, „ik zal je liever zien ste ven en vergaan, dan dat ik een vinge: zal uitsteken om je te redden, indien ge niet voor mijn wil buigt." Ik weet nu, waaraan ik mij te houden hek en dat ik van Julien Landry njets meer heb te wachten." Uitgeput liet Gaston zich in zijnea leunstoel vallen, verborg zijn gloeiend voorhoofd in zijne beide handen e« gaf zich geheel aan zijne treurige ge dachten over. Welk een schrikkelijk lange voormid dag! De uren kropen voort en gee« uitweg te vinden, geen reddende ge dachte, die de vertwijfeling kwam ver jagen. Hij stond alleen op de wereld zonder vrienden, zonder raadsman slechts de nood zou voortaan zijn le vensgezel zijn. Weldra zou de hon ger komen bleek en met holle ooge« zou hij den drempel overschrijden? Geen enkel goudstuk was er meer i« zijn Beurs, slechts eenig zilver- e« ko pergeld. Wat nu aan te vange» om ten minste het allernoodzakelijkste voor het levensonderhoud te veroveren? Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 1