DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
lil
Bedrogen.
mterhHlsvMt 29-81-33, Haarlem
BUITENLAND.
BINNENLAND.
*9 mm m 12
MAANDAG 8 MAART 190®
3J,t8 Jaargang Mo. 6833
Bureaux van Redactie en Administratie:
IntercommuiiaaE Telefoonnummer 1426.
Niets nieuws.
Algemeen overzicht.
Verspreide Berichten.
EËUILLETOft;
UWE HURLEMSCHE COÜRjUiï
ABOHNEMENTPRUSi
Per 8 maanden toot Haarlemf 1,85
Voor dö plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.85
Voor rie overige plaatsen in Nederland franco per post 1.80
A fssorvderljjke nummer? 0,08
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
Van 1—6 regelsf0,60 (contant) f0,50
Elke regel meer„0.10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant.
A!le betalende abonnés op dit blad, die in het bezit eener verzekeringspolis zijn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeid, tegen ongelukken verzekerd voor:
BR m
GULDEN bq
levenslange onge
schiktheid tot
werken.
400
GULDEN bij
overlijden.
300
GULDEN bij
verlies van éen
hand of voet.
ISO
GULDEN bq
verlies
éen oog.
van
100
GULDEN bij
verlies van
éen duim.
GULDEN bö
verliee van
één
wijsvinger.
15
GULDEN bij
verlies van
éen anderen
vinger.
De «itkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, I'ie uwe Gracht 11.
In ons tweede blad van Zaterdag
werd melding gemaakt van een
fiberalen dominé, die op roerenden
koon de Katholieken, de priesters
vooral, wenscihte te overtuigen dat
de antirevolutionnairen en Kuype-
rianen eigenlijk niets anders beoogep
dan den ondergang der Katholieke
kerk1 i
Zijn conclusie is dus: Kom tot ons,
liberalen, wij zijn uw beste vrien
den!
Dat spelletje van de liberalen, om
de lioomschen te vangen, is niet
«tieuw
Integendeel.
SVjj hebben voor ons liggen een
tammer van het „Algemeen Han
delsblad" van 1866, waarin hetzelf
de kunstje wordt toegepast.
De Katholieken Waren toen ver
bonden met de z.g. conservatieven,
8e „Haagsche partij", en hij de Ka
merverkiezingen, die toen plaats
hadden, werd het argument van
1853 uitgespeeldde conservatieven
hadden de herstelling en kerkelijke
hiërarchie niet gewild, zij waren de
April-bewegers en de vijanden
der kerk, zij legden het er op toe
•m de kerk ten onder te brengen, en
het brave „Handelsblad" gaf dan
ook aan de „ware, echte Katho
lieken" de harte! ijken raad, zich van
«Lit Monsterverbond ('t woord be-
•tond toen alaf te keer en, en, „de
ware vrienden van het Katholicis
me, die ieder geven wat hun toe
komt" te erkennen, n. 1. de libe
ralen
De Katholieken van '66 hebben
hdöh echter door het zoet gefluit
dier liberale vogelaars evenmin
laten vangen, als wij ons hu door
den liberalen dominé [VVanlnée zul
len laten lokken!
DE BALKANKWESTIE.
't G-ist nog altijd. [Want hoe het nu
tusschen Oostenrijk en Servië loopen
aal. schijnt een Europeesche twist
vraag te zullen worden
In [Wieenen verwacht men thahs
•en schriftelijke nota van Servië
of van de mogendheden waar-
Hl de mededeeling van den minister
Kivakowitsj wordt herhaald, zon
der eenige beperkende toevoeging-.
Mocht Servië tot directe onder
handelingen met Weenen overgaan,
dan zal het daar een vriendelijke
ontvangst genieten. Doch op de Eu-
Bopeesche conferentie kan Oostenrijk
«iet over concessies aan Servië wor
den aangevallen, aldus redeneert
men in [Weenen.
Verder is de houding, die Oosten
rijk zal aannemen, een zaak, die
«lechts door de monarchie op eigen
verantwoordelijkheid kan worden
geregeld, maai' waarin zij buiten-
landsche bemoeiing niet kan toela
ten. Die meeniiyg wordt door de ge-
heele Oostenrijksche pers verkon
digd.
De Engelsche pers verzet zich ech
ter daartegen, en wil Oostenrijk
dwingen tot een bespreking' op de
conferentie.
De „Times" betoogt Zelfs dat Oos
tenrijk nu te kiezen heeft tusschen
de conferentie en den oorlog!
De „Daily Telegraph" herinnert,
dat Europa Bosnië en Herzegowina
op Engelands voorstel onder Oosten
rijks bestuur stelde en vraagt: hoe
men thans zeggen kan, dat Europa
geen recht heeft daarover mede te
sprekenHet blad acht het beroep
van de Servische regeering op de
conferentie verstandig en natuurlijk.
Ook de „Daily News" spreekt in
denzelfden geest.
[Waarbij Engeland niet bedenkt,
dat het zelf, voor enkele jaren, wei
gerde zijn geschil met de Zuid-Afri-
kaansche .Republieken aan arbitrage
te onderwerpen, en eiken goeden
raad van Europa dreigde te zullen
beschouwen als een onvriendelijke
daad
De Fransche bladen staan aan En-
geland's zijde en zeggen dat op vrij
onomwonden toon.
Zoodat opnieuw Europa verdeeld
staat in twee kampen.
Intusschen is Oostenrijk al direct
met Servië aan het spreken gegaan.
Den gezant van Oostonrijk-Honga-
rije te Belgrado werd opgedragen
Servië kennis te geven dat, gelet
op zijn gedurende de laatste maan
den aangenomen houding, de twee
regeeringen der Donau-monarchie
tot hun spijt het handelsverdrag
met Servië niet door het parlement
kunnen doen bekrachtigen.
De gezant moest eveneens ter ken
nis brengen, dat Oostenrijk de hoop
koestert, dat Servië te Weenen zal
doen weten dat het besloten is den
raad der mogendheden te volgen,
zijn politiek ten aanzien van Bosnië
te wijzigingen en betrekkingen van
vredelievenden aard en van goede
nabuurschap te onderhouden. Daar
na zal de Oostenrijksah-Hongaarsche
regeering volkomen bereid gevonden
worden om de onderhandelingen op
handelsgebied te openen.
Wat er van dit alles, worden zal,
is niet te zeggen
EEN SAMENZWERING IN
GRIEKENLAND.
Volgens te Londen uit particuliere
bron te Athene ontvangen berich
ten zou er een samenzwering ont
dekt zijn tegen koning George van
Griekenland.
Er moet nl. te Athene een geheime
vereeniging zijn opgericht, ten doel
hebbende koning George te dwin
gen afstand te doen van den troon
en om met voorbijgaan van zijn
zonen Zijn kleinzoontje George, het
oudste zoontje van den kroonprins,
als troonsopvolger aan te wijzen
onder regentschap van zijn moeder,
prinses Sofie.
Geen der samenzweerders wordt
met name genoemd, te Athene ech
ter Zegt men, dat zij behooren tot
de militaire en de publieke wereld.
Je ware! Het bestuur van de Zwit-
sersche staatsspoorwegen heeft veror
dend, dat dameshoeden, die meer dan
80 centimeter diameter hebben, voort
aan als fietsen beschouwd moeten
worden: een draagster van een derge
lijk hoofddeksel moet voortaan öf plaats
nemen in den goederenwagen öf haar
hoed afgeven als vrachtgoed. Om na te
volgen
Oorlog ia Midden-Amerika. De ka
nonneerboot „Presidente" van de repu
bliek Salvador is met verzegelde last
brieven uit Aca-utla vertrokken, naar
men vermoedt, om de havens van Ni-
ragua te beschieten. Men acht den
oorlog tusschen de twee republieken
onvermijdelijk.
Waarom hij geen sociaal-demo
craat werd, vertelt Rosegger in zijn
„Heimgarten".
Op zekeren dag kwam mijn vriend,
de zetter Robert, bij mij. Wij zetten
de lamp op een stoel en gingen naast
elkaar op de tafel zitten. Robert stak
zijn arm in de mijne, om niet van
den smallen tafelrand te glijden. „Als
je nu vrij wordt, moet je bij ons ko
men. Je bent toch voor gerechtigheid.
Je bent een volkszoon, je moet het
met ons tegen de bourgeoisie houden,
tegen de aristocratie."
Zoo sprak Robert tot mij, want hij
was een sociaal-democraat van de oude
soort. Hij wilde alles gelijk maken
menschen, bezit, enz. Maar ongelijk
is het werk en de aanlegen daar
over struikelen zij.
„Je kunt zoo echt voor 't volk schrij
ven", vervolgde Robert, „bij ons ben je
dadelijk onder dak. Er wordt een
arbeidskrant opgericht."
„Waarom wil je eigenlijk de bour
geois en de aristocraten afschaffen?"
vroeg ik.
„Omdat ze de opeters zijn, omdat ze
het goed hebben."
„Maar Robert, klassen die het goed
hebben, moet men toch niet afschaf
fen. 't Lijkt mij veel verstandiger, ze
uit te breiden."
Robert kon niet dadelijk antwoorden,
want het argument had hem uit het
veld geslagen.
Hofberichten
H. M. de Koningin Moeder met H.
K. H. de prinses van Erbach, brachten
Zaterdagvoormiddag een bezoek aan de
kunsttentoonstelling ten bate der werk-
loozen in het rijksarchiefgebouw in
den Haag.
Bjj het vertrek deed H. M. aan het
comité een gilt in geld ter hand stellen
ten behoeve van het doel dezer ten
toonstelling.
Hedenochtend vertrok de Vorstin
van Erbach weer naar Duitschland,
met den trein van 8 u. 54 m., Staats
spoor.
Uit de Staatscourant.
Bij Kon. besl. van 6 dezer is benoemd
tot raadsheer in den Hoogen Raad
der Nederlanden, mr. J. A. A. Bosch,
thans raadsheer in het gerechtshof te
's Hertogen bosch.
Bij Kon. besl. van 3 dezer is J.
Swan, burgemeester der gemeente
Harenkarspel, benoemd tot ridder in
de orde ven Oranje-Nassau
is met ingang van 1 Meibenoemd
tot gewoon hoogleeraar in het Staats
recht, in het administratief recht (met
uitzondering van het gedeelie dat op
de arbeids- en fabriekswetgeving be
trekking heeft en van het mijnrecht)
en in het handelsrecht aan de Tech
nische Hoogeschool te Delft mr. J.
H. Valckenier Kips, te Zeist;
is benoemd tot ontvanger der re
gistratie en domeinen te Leiden, G.
L. Brouwer, thans ontvanger de re
gistratie en domeinen te Gouda.
Audiënties.
Dt gewone aediëaties van de mi
nisters van landbouw, nijverheid en
handel, en van oorlog zulien de vol
gende week niet plaats hebben.
Een Duitsch-Nederlandsche
postoveroenkomst.
De „Deutsche Wochenzeitung" be
toogt, naar aanleiding van het bericht
der „Matin" te Antwerpen, dat het
Nederlandscbe en Belgische postbe-
stuur het in principe eens zijn ge
worden over een verlaging met 50
pCt. van het posttarief voor het ver
keer tusschen Nederland en België,
de wenschelijkheid van een dergelijke
overeenkomst tus -chen Nederland cd
Duitichland.
De Nedorlandsch-Belgische
Commissie.
Het bericht van de „Matin," als
zouden de Nederlandsche en de Bel
gische regeering het eens geworden
zijn over de éénmaking van't postta
rief tusschen de beide landen, wordt
beslist tegengesproken door de „Soir",
een blad dat, wat Immenlandsche
aangelegenheden betreft, over het al
gemeen uitstekend is ingelicht en zijn
inspiraties in ministerieele kringen
zelf zoekt.
Het blad voegt er bij, dat er tot
nog toe van geen officieele onder
handelingen sprake iR geweest en dat
alles nog maar een officieus karakter
draagt.
De N. Ct. kan hieraan toevoegen
dat van een samenkomst der Neder-
laDdsch-Belgische commissie in
April nog niets vaststat. Men heeft
dus weer met een van die Belgische
berichten omtrent de werkzaamheid
der Nederiandsch-Belgische commissie
te doen, welke aan de overzijde van
onze zuidelijke greDs op goed geiuk
als zeker plegen te worden gelanceerd.
Evenmin als tusschen de Nederland
sche en Belgische postadministraties is
in de le sub-commissie der N.-B. com
missie nog overeenstemming betref
fende de tarieven van post, telegraaf
enz. verkregen. Wat de kwestie van
bet ruteursreebt betreft, daarvan heeft
de 3e sub commissie zeer veel werk
gemaakt; maar het is niet te ontken
nen dat zij een groot deel van haar
belangrijkheid verliest, nu als hoogst
waarschijnlijk mag worden aangeno
men dot Nederland binnen enkele
jaren deel zal uitmaken van de Unie
van Bern ter bescherming van de
rechten der auteurs op werken van
letterkunde en kunst.
Directeuren en commiezen bij
posterijen en telegrafie.
Men meldt ons uit Amsterdam:
Gisteren (Zondag) werd te Amster
dam een vergadering gehoudeD, die
werd bijgewoond door 108 directeuren,
adjunct directeuren, hoofdcommiezen
en commiezen bij den post- en tele
graafdienst in Noord-Holland.
In deze vergadering, waar nog veer
tig sympathiebetuigingen inkwamen,
werd, na gehouden besprekingen,
waarbij de houding der klerken inzake
de lotsverbetering van directeuren
en commiezen aan felle critiek werd
onderworpen, de volgende motie met
algemeene stemmen aangenomen:
De vergadering van directeuren en
commiezen bij den post- en telegraaf
dienst in Noord-Holland, gehouden te
Amsterdam, den 7en Maart 1909;
gezien het feit, dat de klerken zich
keeren tegen de door de regeering
voorgestelde salaris-erhoogingen, wel
ke reeds verscheidene jar ;n geleden
zijn toegezegd en noodig geoordeeld;
dat zij zulks doen, al zy bet maar
voor de propaganda, voor welk doel
zij niet schromen het belang van
honderden directeuren en commiezen
met hunne gezinnen ter zijde te stelleD;
dat zij daarbij gebruik maken van
onjuiste voorstellingen, onwaarheden
en verdachtmakingen, zelfs ten op
zichte der door de regeering zelf in
gestelde commissie, om op die wijze,
visschend in troebel water, voor zich
zelf zooveel mogelijk voordeel te
bedingen: dat zij zich niet ontzien,
hierdoor moeilijke ambtelijke verhou
dingen te provoceeren op de kantoren,
waar zij met directeuren en commie
zen werkzaam zijnspreekt hare diepe
verontwaardiging hierover uit en hoopt,
dat de volksvertegenwoordiging ken
nis zal willen nemen van de brochure
der broederschappen, welke dezer
dagen verschijnen zal en waarin de
beweringen der klerken afdoende
worden weerlegdverklaart, overigens
met vol vertrouwen de verdediging
barer belangen te leggen in handen
van Z.Exc. den minister van Water
staat, overtuigd als zij is, dat bij dezen
raadsman van H. M. het gezag, de
billijkheid en het recht steun zullen
vinden, en gaat over tot de orde van
den dag."
Een advies.
Baron Rengers, lid der Eerste Kamer
voor Friesland en voorzitter van den
Liberalen Bond in Friesland, raadt in
een rondschrijven zijn geestverwanten
aan bij de verkiezingen het volgende
te doen?
Ik zou, gedachtig aan de teleurstel
lende ervaring, welke de overwinning
der linkerzijde in 1905 heeft opgele
verd, in overweging willen geven, dat
bij de keuze der candidaten voor da
aanstaande verkiezingen niet uitslui
tend worde te rade gegaan met de
verkiezingsleuze, door de Liberal*
Unie voorgesteld, maar gezorgd, dat
het vrijzinnig element in de Kamer
verstrekt wordt door mannen, wier
karakter en antecedenten waarborgen
geven niet enkel, dat zij krachtig in
verzet zullen komen tegen de richting,
die ons staatsbestuur aan kerkelijke
drijvers dreigt te onderwerpen, maar
tevens eendrachtig hun steun zullen
geven aaa practifiche hervormingen
en maatregelen.
Katholieken en antirevolutionairen
De heer J. C. Wannée, Remoa
strantsch predikant te Waddinxveen,
heeft onder den titel Quousqus
tandem? een „Open brief aan de
Roomsch-Katholieke geestelijkheid in
Nederland" geschreven, die als bro
chure bij Nijgh en Van Ditmar te
Rotterdam is verschenen. Een brochure
om de Katholieken te overtuigen, dat
de anti-revolutionairen hun vrienden
niet kunnen zijn!
Laat dien goeden man maar tobben.
Het herhaaldelijk beproefde vliegertje
zal nu ook tegen de verkiezingen niet
opgaan.
De deputatenvorgaiermg
De Deputatenvergadering der Anti
revolutionaire Partij zal dit jaar ge
houden worden te Utrecht in de groote
zaal van „Tivoli", op Donderdag 22
April a. s., des voormiddags te 11 uur.
Op deze deputatenvergadering zal
het volgende program van actie voor
de stembus van 1909 worden voorge
steld
lo. Invoering van het gezinshoofden-
kiesrecht.
2o. Invoering van verplichte ver
zekering.
3o. Herziening van ons tarief vaa
invoerrechten, eenerzijds ten einde uit
zijn hoogere opbrengst de middelen te
vinden voor de invoering der ver
plichte verzekering vereischt, en an
derzijds om onze nationale nij verheid
tegen de ongelijke concurrentie met
het buitenland te vrijwaren en den
nationalen arbeid te bevorderen.
4o. Meerdere gelijkstelling in do
bijdrage uit de publieke kas van het
bijzonder met het openbaar lager on
derwijs, voor wat aangaat de voor
ziening in schoollocaliteit, de uitbe
taling der Dijdragen en de opleiding
van onderwijzers.
Een praoht van een voorstel.
De heer A. M. Pell, lid van den
gemeenteraad te Zaandam, heeft voor
gesteld, in het reglement van orde
een nieuw artikel op te nemen, waarin
bepaald wordt, dat geen der leden
over eenzelfde onderwerp in één en
dezelfde zittiDg langer dan 15 minuten
„Dierbare oom!
Ik ben zeer ongelukkig. Zonder kla
gen heb ik tot nu toe de mij opge
iegde armoede en ontberingen gedra
gen ik voel echter mijne veer
kracht verlammen in dezen strijd zon
der vooruitzichten. Zooals gij mij voor
uit gezegd hebt, vond ik tallooze door
nen op mijn pad. Het zou mij even
wel zelfs met deze bittere ervaring voor
eogen onmogelijk zijn mijn verheven
Beroep te laten varen, ja, hoe ernstiger
ik daarover nadenk, des te meer dringt
aich de overtuiging aan mij op, dat de
talenten en kundigheden, waarmede
Gods hooge macht mij toerustte, mij
•ok plichten opleggen, waaraan ik mij
niet mag onttrekken.
Ik smeek u daarom, een weinig ver
trouwen te hebben in het succes dat
eenmaal zeker mijn deel zal worden,
liet moed en volharding kan men al
les bereiken, en beide eigenschappen
*ijn mij niet vreemd. Nu heb ik ech
ter nog behoefte aan het dagelijksch
Irood, dat gjj zelfs den bedelaar, die
*an uwe deur klopt, niet weigert
teudt gij tegenover uw neef hardvoch-
IJjger zijn, dan voor den eersten den
*e«ten landlooper?
Het is voor mij zeer pijnlijk u mijn
nood te moeten klagen, maar ik stel
mijn vertrouwen in de goedheid uws
harten en durf hopen, dat gij den zoon
uwer zuster niet in zijn uitersten nood
zult verlaten."
Het schrift van dezen brief verried
het beven der hand, die hem geschre
ven had, de inspanning, die het den
schrijver gekost had zijn moeilijken toe
stand bloot te leggen en den dwang,
dien hij zich had opgelegd. Zonder
het geschrevene over te lezen, sloot
Gaston den brief en bracht hem zoo
spoedig mogelijk naar de post. Reeds
den volgenden dag kwam hij te bestem
der plaatse aan.
Met de pen in de hand, de wenk
brauwen gefronst en met de lippen
vast op elkaar gesloten, was Julien
Landry juist bezig de jongste leveran
ties in zijn journaal te boeken, toen
de oude boekhouder de laatst aangeko
men post op zijn schrijftafel legde.
Bij het zien van Gaston's handschrift
vertoonde zich een dreigende wolk op
zijn voorhoofd. Langzaam opende hij
den brief. Hoe smartelijker hem de af
wezigheid van zijn vroolijken, innemen-
den neef viel, des te heviger was de
wrok tegen Gaston in zijn hart. Hij
was niet gewoon ,dat men zijne wen-
schen weerstreefde, en bij het lezen
namen zijne trekken gaandeweg eene
uitdrukking van onverzoenlijke hard
heid aan. Het roerende smeeken des
jongelings kon dien ijzeren man niet
vermurwen. Toen hij ophield te lezen
speelde een glimlach van bevrediging
om de lippen van Julien Landry.
„Goed," zeide hij, zich vergenoegd
de handen wrijvend, „dat zaakje mar
cheert geheel en al naar wenseh. La
ten wij dat hongerige vogeltje nog wat
langer vasten en koude lijden, dan
zullen wij eens zien, hoe spoedig het
naar zijn vroeger warm nestje zal te
rugvliegen. Wel, wel, ik zou een beetje
vertrouwen in zijn toekomstig succes
moeten hebben, schrijft me daar die
dweeper haha1"
Een hoonende lach ontwrong ziclv
aan de borst van dien man, die zich
machtig gevoelde door zijn geld, een
lach, vol verachting voor de jeugdige
illusies van zijn neef, dien hij reeds
meende te zien vleugellam geslagen
door zijn wederwaardigheden. Met
groote, stevige letters schreef hij terug:
„Ik weiger u elke hulp. Eerst dan
als gij u naar mijn wenschen voegt
en leert begrijpen, dat gij uw geluk
slechts kunt vinden hij mij en in mijn
fabriek, zal ik mijne beurs weer voor u
openhouden. Zoo niet, dan moet gij nog
een tijdje honger lijden, jonge stijf
kop de honger toch zal uw beste raad
gever worden."
Na met een forschen zwaai zijn naam
gezet te hebben, nam Julien Landry
plaats in een gemakkelijken leunstoel
bij den schoorsteen, stak met zicht
baar welbehagen zijne voeten naar den
warm vlammenden haard uit en bleef
geruimen tijd onbewegelijk zitten, ge-
heel overgegeven aan de vreugde, wel
ke zijne overwinning hem verschafte.
De jonge kunstenaar in Parijs tracht
te zich intusschen aan de kwellingen
van hoop en vrees te onttrekken, door
ijverig aan zijn vleugel te fantaseeren.
Eene Siberische koude heerschte in het
kale vertrek. Gaston wreef zich de
stijve, door de koude blauw geverfde
handen om ze te verwarmen, en ging
dan over tot de toebereiding van een
schamel ontbijt, bestaande uit een kop
warme melk, die hij boven een spiri-
tuslamp warm maakte. Terwijl hij hier
mede bezig was, verraste hem moeder
Gandon, die hem met een wrevelig
gezicht den brief van zijn oom bo
ven bracht. De grauwe, stekende oogen
van de concierge keken onderzoekend
rond in de kille kamer, welker meube
len bijna verdwenen onder de rond
slingerende kléedingstukken en muziek
boeken.
„Waarachtig, die kunstenaarskraam
is wel goed in orde," zeide ze minach
tend, terwijl ze langzaam sloffend de
trap afging.
Intusschen opende Gaston met be
vende handen den brief van Landry.
Wat zou die hem brengen? Levendig
stond hem in dat oogenblik voor den
geest, hoe hardvochtig zijn oom zich in
het uur van scheiding gedragen had.
Wederom zag hij het gelaat van den
fabriekskoning, met den van haat spre
kenden blik en het spotachtige lachje,
waarmede deze hem die bittere woor
den toeslingerde, welke zijn hart tot
bloedens toe verwond hadden. Zou het
mogelijk zijn dat zulk een man mede
lijden kende en zich liet vermurwen?
„Ik zal het zoo aanstonds weten,"
zeide hij met doffe gelatenheid.
Hij keek naar de stijve, regelmatige
schriftteekens en onwillekeurig kreeg
hij bij het zien van die letters, nog
vóór dat hij den brief gelezen had,
het bewustzijn, dat de schrijver onver
biddelijk was geweest. Het was hem
te moede als een schipbreukeling. Hij
las de hardvochtige woorden, die hem
van het papier aanstaarden. Plotseling
hield hij op, zijne lippen waren bleek
en sidderden. Wat hij daar vernomen
had was als het gelui der doodsklok
ken, bij welker klanken zijn hoop be
graven werd.
„De honger zal uw beste raadgever
zijn," klonk het hem hoonend in de
ooren.
Toorn, schaamte en vertwijfeling
maakten zich van den jongen man
meester. Tranen van beleedigden trots
brandden in zijne oogen.
„Dwaas, die ik was, om zulk een
verzoek aan mijn harteloozen oom te
richten, om te gelooven, dat ik hem
tot medelijden zou kunnen bewegen!
Is deze ijzerkolossus een mensch, die
eenig warm gevoel in den boezem om
draagt? Nog hardvochtiger tegen mij,
het eenige kunder zijner zuster
dan tegen den eersten den besten be
delaar aan zijne deur, wijst hij sma-
wacht van mij geene hulp", roept hij
delijk mijn bede om hulp af. „Lijd,
mij toe, „ik zal je liever zien ste
ven en vergaan, dan dat ik een vinge:
zal uitsteken om je te redden, indien
ge niet voor mijn wil buigt." Ik
weet nu, waaraan ik mij te houden hek
en dat ik van Julien Landry njets
meer heb te wachten."
Uitgeput liet Gaston zich in zijnea
leunstoel vallen, verborg zijn gloeiend
voorhoofd in zijne beide handen e«
gaf zich geheel aan zijne treurige ge
dachten over.
Welk een schrikkelijk lange voormid
dag! De uren kropen voort en gee«
uitweg te vinden, geen reddende ge
dachte, die de vertwijfeling kwam ver
jagen. Hij stond alleen op de wereld
zonder vrienden, zonder raadsman
slechts de nood zou voortaan zijn le
vensgezel zijn. Weldra zou de hon
ger komen bleek en met holle ooge«
zou hij den drempel overschrijden?
Geen enkel goudstuk was er meer i«
zijn Beurs, slechts eenig zilver- e« ko
pergeld. Wat nu aan te vange» om
ten minste het allernoodzakelijkste voor
het levensonderhoud te veroveren?
Wordt vervolgd.)