DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
Bedrogen.
SdnstopiiHRSvosI 88*3t-3$, HaarSem
Van alles wat!
BUITENLAND.
BINNENLAND.
m
DON OMR DAG II MAART 1909.
3S"° Jaargang Ns.6eS6
Bureaux van Redactie en Administratie:
lniepoomnn»UMi9 Tatafaomnnmanap 1426.
mtaitms hg
«vectfdea.
Algemeen overzicht
Verspreide Berichten.
raiMLLETQN.
RUWE HAMLEMSCHE COUR/UT
ABONNEMEHTPRUtt
Por 1
V<hk to
Voor (to overige plaatsen ia
AfEMKiarigko nummers
f 1,35
(kom der gamee»**} L35
aar past 1A0
„0,08
«•RUS REK ARVBrrBHTJftM:
Yaa 1—4 regelttQ)M («#*taatt PR>0
regel meer<U®
Greote iMMn Mar yMnmt*.
MtsaetaanfciedinfU 56 wol pm advertentie i eontiuaL
Alle (wtileadw
tsso
Mi
leveerienge eage-
aefcifcthaid tet
dft Mud, Ae ia bet bedt eeser verzefeeriegspali) dj», s$u
de bepeflegea ep de pollsaee vermeid, Njfet ongthtkkea v
:erd voer:
400
300
GÜLDHK hjj
vertoe va*
kaü4 f voet.
150
•VfiiMX M
vettoe va»
•*a eeg.
100
aïEAÖJEf hij
verRee va»
ét» daim.
60
CMLB» bi
veeBee vaa
Urn
wTj.viager.
15 %-
viijtr
De uitkeertag dezer bedrage* wordt gegaraadeerd door da Maatsebeppij „Oaasua", BQkaatoor voor Haarlem, Nieuwe OrifM tl.
aed ti erna aangenaam eaaea Iesers
tea «nadedcelea, dat Zijne Emi-
OauriL Kerry del Val (bij schrij
ve* vea S Maart) aas Monseigneur
«a Kwaehop den dank van Z. H. den
Mam heeft evergebracbt voor de gel-
toa, welke Se leners van de „NIEU-
COURANT" hebben ge
nres 755.55) voor de slacbt-
ier aardbeving in Calabrië.
•Mat bedrag aal in den „OSSERVA-
pmi ROMANO" worden vermeld.
TA. M- getdt van harte zijn aposto-
negen aan »Uea, die een» gift
hebben.
XXVII
Al te veel ijver I
Bi* sitgebreide ea heftige „rap-
porten" van onze politie inspecteurs,
die door de meerderheid vau 6. en
W. dezelfde meerderheid, die
voor 't behoad der kermis is
agn openbaar gemaakt, konden wel
mbs preeie» de tegenovergestelde
aitwerking hebben als ermee was
bedoeld 1
Ik heb «oo'n vermoeden, dat die
bp one ia Haarlem zoo ongewone
publicatie van zulke politierapporten
publiek is daarmee om den
dood niet verwend I) door dezelfde
meerderheid van B. en W. heel on
deugend en met 'a ergje gedaan is!
Want het is niet tegen te spreken:
wanneer men vele dikke woorden,
holle frasen, onbewezen uitspra
ken en vele elkaar tegensprekende
beweringen van deze inspecteurs
•ena met aandacht naleest, en ze
dan toetst aan de practijk, dan
komt men vanzelf tot de gevolg
trekking dat geschreeuw tegen
de kermis is toch eigenlijk gezegd
voor een groot gedeelte overdreven,
•a maar larie
Ik houd het ervoor, dat B. en W.
dat oordeel voorzien hebben, en
dharom dan ook deze rapporten,
die zooals een onzer andere stede
lijke bladen heel terecht opmerkte,
wel een reeks schoolj oDgens-ops tellen
Ijken, hebben openbaar gemaakt
In e«n vorig „Van-alles-wat"-je
heb ik ai opgemerkt, dat er in deze
xapportan schromelijk wordt over
dreven.
De beweringen van den hoofd
inspecteur bijvoorbeeld over de
ontzaglijke massa amusementen, die
ens Haarlem dag in dag uit te
gmieten zou geven, klinken eenvou
dig bespottelijk!
De verzekeringen van een der
inspecteurs ik weet nu waarlijk
niet meer, welken dat het kermis-
publiek geregeld bestaat uit meiden
en jongens, is eenvoudig verbazing
wekkend van onwetendheid of
naïveteit. Het is niet tegen te spre
ken, dat des* „rapperteurs" enkel
en alleen het leelijke zien, en dan
nog alleen d&t leelijke waarmede slj
in hun werkkring iets te maken
hebben. Van Mn ruimen onbevan
gen blik, van een zich verheffen
boven het muffe, kleine standpunt
van een ondergeschikt ambtenaar,
daarvan geen spoor in deze rap
porten!
Ondanks de plechtstatige inleiding,
die een paar der „rapporteurs"
meenden te moeten maken, maar
waarbjj ze spoedig den toon verlo
ren, dragen al deze opstellen het
karakter van eenzijdigheid en on
doordachtheid.
Natuurlijk ia dat zoo niet bedoeld.
Integendeel 1 Ik stel me voor
en je ziet het uit den stijl van som
mige dezer opstellen, die klaarblij
kelijk met veel moeit® zijn samen
geflanst dat de schrijvers zich
er nu eens veor hebben „gezet"
Doch het is juist het ergste, dat
er nu tóch zoo weinig van terecht
is gekomen
Van onzen politiecommissaris bij-
voorbeeld zou men dan toch, nu
zijn opinie gevraagd werd, een du-
gelijk en uitgewerkt en gedocumen
teerd betoog hebben verwachten
wat zegt hij „De wijze waarop
hier ter stede de kermis gevierd
wordt, is bekend genoeg"
Dat noemt men in het gewone
leven een „Jantje-van-Leiden".
Ik vestigde er reeds in bet verig
artikel de aandacht op, dat de schrij
vers dezer opstellen schermen met
onbewezen, zeer vage beschuldigin
gen tegen het publiek en tegen de
kermisreizigers, waarvan de laatsten
„vies volkje" heet en, en het eerste
wordt gequalificeerd als een troep
meiden en jongens.
Zijn dat argument en?
Neen: mijn conclusie ia, dat in
de curieuze rapporten van de inspec
teurs niet veel degelijke en drage
lijk® argumenten, en vooral niet
veel argumenten die van politie-
w e g e gelden moeten voorkomen.
Daarentegen is de toon dezer
epistels werkelijk ongemotiveerd-
heftig, allesbehalve „rapport-
stij 1", en volstrekt niet onbevan
gen en objectief, zooals een amb
telijk rapport wezen moet.
Het komt mij dan ook voor, dat
er in de openbare zitting van den
Raad vrij wat deugdelijker en meer-
gemotiveerde en met bewijzen ge
staafde argumenten zullen moeten
worden aangevoerd, om de meerder
heid er toe te brengen, tegen het
advies van B. en W. in, de kermis
af te schaffen t
De heeren inspecteurs ayn in hun
Ijver wat al te vèr gegaan, en....
il te veel ijver schaadt!
F.
RUSLAND ALS BALKANVOOGD.
't Is wel eens aardig1, het spel der
diplomatiek nuchter en objectief te
bezien.
Daar had Oostenrijk in den laat
sten tijd door de bekende maatre
gelen in den Balkan, door Buiga-
rije's nieuw koningschap en door de
onderhandelingen met Servië en
Turkije, plotseling een groot over
wicht gekregen op den Balkan.
Rusland, tot dus verre steeds de
groote beschermer van den Balkan,
dat Turkije in bedwang ltield door
de oorlogschatting die nog niet was
afbetaald, en dat de kleinere Bal
kanvolkeren een voor een aan zijn
leiband had. Rusland was voor
een wijle op zij gezet, en Oosten
rijk scheen Rusland» plaats te wil
len innemen.
Maai- de Russische drplolmatie
speelde goed.
Ze maakte handig gebruik van de
gevoelens der Slaven, die in Rus
land den beschermer van het ras
zien, ze stookte achter Servië, en
het is nu zóóver gekomen, dat Rus
land openlijk optreedt voor Servië,
en geheel onbestreden weer de eer
ste viool strijkt op den Balkan 1
Meer nog dan vroeger zelfs!
[Want Servië is uitgeschakeld, en
Oostenrijk ontmoet nu bij de moeie-
lijke onderhandelingen en de nete
lige kwesties die het heeft door te
maken op den Balkan, niet Servië
als partij, maar Rusland!
Openlijk heeft Rusland de voogdij
voor Servië opgenomen
Of dat nu op den duur vervul
ling der Servische eischen zal geven,
zooalsi de Serviërs hopen, valt na
tuurlijk te betwijfelen. i
Niet de Servische belangen nopen
Rusland om op te treden, -ook
al doet het voor de Serviër» nóg zoo
lief en zoo onbaatzuchtig maar
de Russische! i
De nota, waarmee Rusland Mich
als de Balkanvoogd aanduidt en
openlijk de partij voor Servië op
neemt, is gisterenavond verschenen.
Die nota aegi o.a.„Wij zijn van
meening, dat de Servisch# regeering
onder de bestaande omstandigheden
openlijk aan de groote mogendheden
behoorde te verklaren, dat het niet
volhardt bij de territoriale eischen
en zich in allee wat met de hangende
kwesties in verband staat verlaat op
de beslissing der megendheden. Dan
zullen de mogendheiden alle pogingen
in het werk kannen stellen ten gnnete
van de Servische belangen.
"Wij hebben er one daarenboven
van kannen overtuigen, dat de mo
gendheden niet genegen zijn atenn te
vevleenen aan het denkbeeld van
■ehadeloesatellingen in gebied ten
gunst# van Servië. De Servieeke re
geering moet er de gevolgtrekking
uit maken, dat alle pogingen om de
mngendheden er toe te krijgen de
ejaehen in deeen geest te Meunen,
zonder reenltaat zullen blijven en dat
ay ei ah «lacht» dan de sympathie der
mogendheden zal kunnen blij ven ver
zekeren, ale aij er van af ziet vast te
houden aan eisehen, die een gewapsnd
conflict met Ooetenrqk-Hongarije zou
den knnnen ten gevolge hebben.
„Wij hebben het plan gevormd de
koninklijke regeering te behoeden
voor elke bending die het aan zulk
Ma govaar zen kunnen blootetellen.
Wy bopea, dat Servië, eooals het reeds
gezegd heeft, getrouw zal blijven aan
aijn belaften, en de raadgevingen der
naegendheden zal opvolgen."
De laatato zinsnede is toekenend.
Kaar nog mar teekenend is dat Rus-
laad stelselmatig Oostenryk voorbij
gaat.
„De mogendheden" «ijn niet gene
gen schadeloosstelling aan Servië te
gevenMen weet dat Oostenrijk
ateede zeide en nog zegt dat de kwestie
tuMchan Servië en de monachie alleen
deze beiden aangaat!
Trouwens, precise als een weerklank
daarop, verklaart de Servische re
geering in de nu openbaar gemaakte
circulaire aaa de mogendheden:
„8#rvië Verklaart de kwestie ven
Bosnië en Herzegovina te zijn een
luropeeschs kwestie, ten aanzien van
welke de mogendheden, welke het
verdrag van Berlijn hebben onder
teekend hebben te beslissen, niet al
leen nopens de inlyving, maar ook
botreffende de nieuwe redactie van
«t. 26 van het verdrag van Berlijn.
Servië, vertrouwen stellende in de
wijsheid en de rechtvaardigheid der
mogendheden, draagt zijn zaafc zonder
voorbehoud aan de mogendheden over,
als aan Mn bevoegd gerechtshof en
vraagt in verband daarmede bij deze
gelegenheid aan Oostenrijk-Hongarije
geenerlei schadeloosstelling, nog in
gebiod noeh op politiek noch op
oeconomiMh gebied."
Het woord ia nu aan Oostenrijk.
Wat dit seggem zal, en boe het de
hooghartige woorden van Servië zal
beantwoorden, daarvan sai veel
kunnen afbangen 1
WA* MEN SYEBXBN ZEGT.
Het Huis van Afgevaardigden en
het Hoerenhuis zijn gisteren geopend
en de minister-president Bienerth heeft
er de politiek der regeering uiteengezet.
Servië's antwoord, hierboven gemeld,
was toen nog niet bekend, maar toch
«al wat de minister zeide over de
Balkanpolitiek van Oostenrijk, met
belangstelling worden gehoord.
„Dank «ij de raadgevingen van de
mogendheden," zeide Bienerth, „is het
niet onmogelijk, dnt er in Servië een
verandering is ingetreden ten gunste
van een sakelijker, practischer politiek.
In dat geval ie Oostenrijk-Hongarije
bereid met groote welwillendheid de
nieuwe onderhandelingen met Servië
over de economische kwesties te
openen, zoodra Servië sün houding
betreffende Bosnië znl hebben
zigd ea ons den wil tal hebbsn gstoond
de betrekkingen met de mouKehie
weder correct en vriendeehsppelyk te
doen worden."
De minister hoopte instemming te
vinden bij alle mogendheden, waar
mede Oostenrijk-Hocgarije vriend
schappelijke betrekkingen onderhoudt:
„Het staat vast dat ds buitenlandse be
toestand een zekere verbetering ver
toont. De kansen voor het behoud
van den vrede aijn grooter geworden.
De internationale toestanden evenwel
leggen de verplichting op tot waak
zaamheid en tot bijeenhouding van
alle krachten van den staat."
Waakzaam, en op zijn hoede zijnde,
is Oostenrijk voorzichtig, zooalt men
■iet
Een concilie ia Canada, la het
Begin van den zomer zal te Quebec
een concilie plaats hebben, het eerste
in Canada. Mgr. Sbaretti, apostolisch
delegaat in Canada, heelt, naar uit Ot
tawa gemeld wordt, daartoe de noodige
instructies ontvangen. Alle bisschop
pen en oversten van religieuze orden in
Canada zullen aan dit concilie deelne
men.
Iets mb het handje? Keuter
meldt uit St. Petersburg, dat, toen mi
nister Stolypin gisteren van een au-
diëntien bij den Czaar terugkeerde, hij
een flauwte kreeg, wal door de genees-
heeren aan influenza wordt toegeschre
ven.... 't Lijkt een beetje verdacht!
President Taf I's politiek. Nog
geen week verblijft president Taft in
hel „Witte Huis" of er komen reeds
berichten over zijn staatkunde, over
wat hij wil en wat hij niet wil. Zoo
melden de Amerikaansche bladen dat
hij er op aandringt om de tariefs
herziening zoo vlug mogelijk ter hand
te nemen en tot stand te brengen. Wat
de politiek tegenover 't Zuiden betreft,
deelt hij niet de meening van zijn voor
ganger. Hij zal maatregelen nemen,
dat negers niet in plaatsen waar het
grootste gedeelte blanken zijn, tot eenig
ambt benoemd worden. De president
zal beproeven om de verlangens van
blanken tegemoet te komen. Ten slot
te heeft hij het bevel van Roosevelt
herroepen, waarbij de zeearsenalen
van Pensaeol» en New-Orleans geslo
ten werden.
Hofberichten.
Z. K. H. de Prins bracht gister
voormiddag, vergeseld van aijn adju
dant jhr. van Suchtelen van de Haare,
een beioek aan den kunsthandel
Schüller, ter bezichtiging van de ten
toonstelling van werken van den
kunstschilder Hoynck v. Papendrecht.
Gisteravond woonde de PrtM tot
Taonkunst-conaast in het Getouw
voer K. en W. bij.
D# blijde verwachting
Wanneer het oflieieel bekend aal
wezen dat de aan occ Hef te ver
wachten blijde gebeurtenis eea feit
is, zal dit te Breda door een heenut
te paard, voorafgegaan door baanin-
blasers, aan de hoeken van alle stratun
worden verkondigd, terwyl van de
torens der gemeente deisenden exem
plaren, houdende het heugelijke be
richt, verspreid sollen worden; het
zelfde ml geschieden door middel vau
een automobiel. Drie muriekksipsen
sullen door de gemeente trekken en
des avonds zal een richtstoel, waarvoor
zich tal van vereenigingea bobben
opgegeven een rondgang deer de ge
meente maken.
De Prins in de HeofdstadL
Prins Hendrik arriveert Maandag
».s. te 11.16 te Amsterdam. Yen af
den steiger tegenover het Centraal
station aal Z. K. H. zich onmiddellijk
in de gereedliggende marinesieep a sar
het paleis van den command»* der
Marinewerf, baron Sweerts deLandas
Wyborgh, begeven. Ten paleis# ra
den schout-bij-nacht zsl Z. X. H. da
lunch gebruiken. De te-wate*4ating
▼au „De zeven Provinciën" aal in aMen
eenvoud geschieden.
Uit de Staat a-Courant
D# gewone audiënties van d# «ais-
ters van oorlog, marine eu justitie,
sullen dese week niet plaats hebbest.
De Bjjks-postepaarbaak.
Eenigen tijd sa het overlijden vau
den heer A. Bassen, in lev» directeur
der Rijkspostspaarbank, kwam in de
„X. R. Ct." bet bericht voor, dat tet
directeur sou worden benoemd de
heer mr. 6. H. M. Delprat, lid van
den Raad van Toezicht dier instelling
en directeur der Rotterdamsch# Spaar
bank te Rotterdam.
De onderhandelingen met den hear
Delprat hebben toen niet tot het
gewenecht resultaat geleid en eerst
daags ia dan ook de benoeming tot
directeur te verwachten van dm heer
P. J. F. Da Boie, sedert 27 Febrnmi
1896 onderdirecteur der Bank.
De Hjiks-veruekeringabank.
Geruimen tijd geleden werd doer
bet bestuur der Rijksverzekeringsbank
overgegaan tot het voorbereiden eener
reorganisatie der Bank.
Daartoe werd eea commissie be
noemd.
Het door dese heeren uitgeweekt
plan scu een geheelen ommekees in
den aard dsr werkzaamheden brengen
en tevens vereenvoudiging en inkrim
ping van personeel medebrengen. Donk
van de uitvoering van dit werkplan
werd afgezien.
Ben nieuwe eonomissie ven aMne-
lingsehefs werd in het leven geroepen.
Het resultaat van den arbeid deecr
commissie was dat haar plan werd
aangenomen en reeda gedeeltelijk in
TEERDE HOOFDSTUK.
Bene maand later was Gaston geheel
gmeeea van zijne zware ziekte en we
der in het bezit van jeugdige kracht en
fcvenzbljjheid. Nooit vernam hij van de
vrienden, hoe hij in ijlende koorts de
sronden zijns harten had blootgelegd.
0#k deden ze hem geen enkele nieuws
gierige vraag. Op zekeren dag even-
Ur«I vond hij op zijne tafel een rol
geld en een brief, die blijkbaar niet
i*it de« hemel was gevallen, maar door
de hand zijner kleine vriendin Her-
mine daar was nedergelegd.
De brief, door André Leroy geschre
ven au door den blinden organist ge-
jSeteerd, luidde als volgt:
„Waard# Buurman,"
Xracbt uiet onder allerlei voorwend
sels fleze leening af te wijzen. Die
voorwendsels zouden toch blijken niet
afdoend» te zijn. Wij kunstenaars moe-
tn met elkander meeleven en elkaar
d» hand reiken. In geen geval moogt
gij u weer overgeven aan dien over
matige» arbeid, die u op den rand des
grufs heeft gebracht. Neem dus zon
der valsche schaamte aan, wat wij u
aanbieden. Bijgaande 500 francs zul
len u helpen om u verder te bekwa
men in uwe loopbaan, aan welke ik
een zeker en schitterend succes durf
beloven. Vaak, wanneer ik u op den
vleugel hoorde spelen heb ik tot. mij
zelf gezegd, dat zoo mijne ervaring
op dit gebied my niet bedriegt, u eene
schitterende toekomst wacht. Wat gr
doet, draagt den stempel van het ge
nie maar het ontbreekt u nog aan
rust en vastheid en aan harmonische
afwerking. Ga bij de oude meesters te
rade. Put uit die eeuwig frisch blij
vende bronnen van het groote, van het
schoone. En mocht u af en toe het
gezelschap van die onsterfelijken te
ernstig zijn, neem uwe toevlucht dan
tot onzen vroolijken kring. Wij nemen
allen hartelijk deel in uw lot en ver
trouwen op uwe toekomst. Werk u
omhoog tot het licht en indien gij ver
moeid zijt, kom dan uitrusten bij een
armen kunstenaar, wiens jeugd ook
niet vrij is geweest van zware stor
men. In mijne jeugd was ik ook ont
moedigd, in vertwijfeling, had genoeg
van het leven, doch een waardig pries
ter heeft mij gered en toen heb ik bij
mij zclven de gelofte afgelegd jonge ta
lenten bij te staan. Den dank welken
ik dien edelen man schuldig ben, wil
ik aan u kwijten. Neem zonder aar
zelen aan, wat ik u hierbij aansbied.
Steeds de uwe.
...j
Fr. La*Bert.
Het papier trilde in Gaston's handen.
De kieschheid, waarmede hem deze
gave werd overhandigd, ontwapende
zijn trots. Ja, hij wilde het geld aan
nemen, doch hij zou al zijn best doen
om het zoodra mogelijk terug te ge
ven.
Vijfhonderd francs! Een ewaar of
fer, want men schepte niet uit den
hoorn des overvloeds bij den ouden
organist. Zonder de vlijtige handen van
Gabrielle, die de kleederen der jon
gere zusters zelf vervaardigde, het lin
nengoed verstelde en eiken stuiver
driemaal omkeerde, zou het onmogelijk
zijn geweest alle uitgaven te bestrij
den, welke een passend bestaan voor
zulk een talrij huisgezin medebracht.
Vijfhonderd francs! Het was voor die
arme menschen een vermogen! Welk
een grootmoedigheid betoonden hem
die edele menschen, door hem een
naar omstandigheden zoo groote som
beschikbaar te stellen. Hij wilde dien
schat dan ook naar beste weten ge
bruiken, het geld niet uitgeven aan
nieuwe kleed eren en handschoenen oin
in het Bosch Charmette, de trotsche
amazone te ontmoeten, die voor zijne
ellende niets over had dan een spot
tend lachen en eenige hoonende woor
den.
Zijn dwepen met de schoone Char
mette van Ritten was nu uit; hij ver
langde niet meer haar weer te zien.
Geheel zijne dankbaarheid, al zijne ge
negenheid zoa voortaan aan de» orga
nist en zijne familie behooren. Hij
wilde naar den blinde gaan en hem
toeroepen: „Heb dank! Gij zijt mijn
redder ik neem uwe gave aan en
zal u daar eeuwig dankbaar voor zijn!"
De heer Lambert ontving slechts des
avonds, als de dagtaak was volbracht
en al de huisgenooten vroolijk en
vredzaam bij den huiselijken schijn der
groote lamp in de woonkamer bijeen
zaten.
Omtrent acht uur klopte Dui'our Bij
den ouden organist aan. Nauwelijks
had hij den drempel overschreden of
in eene onstuimige opwelling des har
ten snelde hij op den blinde toe, greep
zijne handen en drukte die met innig
heid.
„HeU dank, duizendmaal dank!" riep
hij diep bewogen uit. „Uwe goedheid
ontroert mij. Met welke treffende be
zorgdheid hebt gij over mij in mijne
ziekte gewaakt. En nu stelt gij mij
nog in staat, mij geheel aan mijne
ernstige arbeid te wijden! O, dat zal
ik nooit vergeten nooit!"
Nog altijd hielden zijne vingers de
handen van den man omklemd, en zijn
vochtig oog rustte met innige hartelijk
heid op den schoonen kop des blin
den, wiens zilverwitte haren een edel
voorhoofd, vol verheven gedachten als
met een aureool van eerbiedwaardig
heid omkransten. Gaston daqht er over
na, hoe gelukkig hij zich zou achten,
wanneer hij zulk een man tot vader
had. Of liever, boe geheel anders zou
zij» leven zijn geweest, indien zijn
oom, de rijke fabrikant, ook maar ee-
nigszins op dien edelaardigen man ge
leken had.
„Mijn beste buurman,'' zeide de or
ganist in den loop van het gesprek,
„wees vol zorg voor uw talent, gij be
vindt u thans in het tijdperk der ont
wikkeling. Zorg, dat geen rijp of
nachtvorst schade doet aan de teedere
bloesems. Houdt u verborgen in de
eenzaamheid uwer kluis. Luister met
aandacht naar de inspiraties die over
u komen, arbeid met ernst en volg
niet het voorbeeld van heethoofdige
makkers en genotzoekers. Het kwade
voorbeeld werkt aanstekelijk men
verliest elk ideaal, als het geloof aan
de reinheid des harten sterft en dan
kan men de lichtende hoogten der
kunst niet meer bereiken."
Gaston luisterde met welgevallen
naar de woorden, die de organist tot
hem sprak. In dit uur was er tus-
schen den veteraan en den nieuwe
ling op het gebied der toonkunst een
zekere zielsverwantschap ontstaan.
„Sta mij steeds Bij met uwen raad,
lieve meester," vroeg Dufour. „Geleid
mij met uwe wijsheid en ondervinding,
opdat ik den goeden weg insla en mijn
arbeid gezegend worde en vruchten
drage."
„Gij verlangt, dat ik u rade," her-
hernam de blinde weemoedig, „gij ver
wacht goede raadgevingen van mij,
wiens haren vergrijsd zijn, en die door
het verwende, oppervlakkige geslacht
'van heden reeds osderwetech gevo»-
jden wordt en voor wien me» slechte
een spottenden glimlach over heef*
Mijne muziek deelt hetzelfde lot tb
de uwe, mijn zoon men haait m
minachtend de schouders voor op: 8»
eene is te jong, de andere te ooM
Gij stoot u aan de moeilykhedea, die
in den weg staan, ik heb de* weg af
gelegd en ben vermoeid aoader tot
doel bereikt te hebben."
Hij, die zoo sprak, was eea wff*#:
die het leven en zijne teleurstellmgM
kende en geleerd had zich daari» M
schikken. Ook hij meende eeansasl,
dat, zij het in de verre toekomst, zij»a
ster zou opgaan. Tien jaar lang tol
derzelver glans hem toegelachen, toaa
verdween zij plotseling. Slechts ea»
enkele lichtstraal was hem bijgeble
ven: het bewustzijn van in z^ne loop
baan steeds nauwgezet zijn plicht var-
vuld te hebben. De talrijke lesse», dia
hy gaf, de zorgen voor het onderfaoui
van zijn huisgezin maakten het heat
tot eene onmogelijkheid groote an to-
roemde werken te scheppen
htf aanmaal gedroomd bad.
Wordt vem»1qtL>