DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. Bedrogen. Van alles wat! SCiw«f©rIbmIsv©»! 28*31-33, Haarlem BUITENLAND. DINSDAG 23 MAART 1909. 33st* Jaargang No. 8646 Bureaux van Redactie en Administratie intercommunaal Telefoonnummer 1426. Zij die zich met I April tj) de „NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT"' abonneeren, krijgen de tot dien datum verschijnende nummers gratis. Manieren XXVI Algemeen overzicht. Verspreide Berichten. FEUILLETON. n fat- Ij of bij Pr. Br. f»PER, Deren- sehea rdige, a Ft. t. d. oat. KUWE HURLEHSCHE COURMT ABONNEMENTPRMS; Per 8 maanden voor Haarlemf 1,35 Voor de plaateen, waar een agent ia gevestigd (kom der gemeente) 1.35 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.80 Afzonderlijke nummers 0,03 PRIJS DER ADVERTENTIÊN Van 1—6 regelsf0,60 (contant) f0,50 Elke regel meer8,10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie A contant. 1000 Alle betalende abonné« op dit blad, die in het^bezit eener verzekeringspolis zijn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeid, tegen ongelukken verzekerd voor GULDEN bg I I» SI ÖULDEJf *9 1SS8B GULDEN bij GULDEN bij levenslange onge scbiktbeid tot werken. 400 GULDEN bij overlijden. 300 verlies van éen hand of voet. 150 verlies van éen oog. 100 verlies van éen duim. GULDEN bij verlies van één wijsvinger. 15 GULDEN bi) verlies van éen anderen vinger. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. Wanneer men tijdschriften, door anticlerical© heeren geredigeerd, maar vluchtig doorziet, tien tegen een, dat men er de manieren dezer heeren tegenover de Katholieke Kerk dui delijk uit leert. Zie b. v. 't „Maarf-nummer der „Hollandsche Revue", een tijdschrift, geredigeerd door den in onze omgeving bekenden heer Frans Netscher, van Santpoort. Men leest o. m. erinvooreerst een uitvoerig uittreksel nit een schandaal- broch uurtje van een afgedwaald Roomseh- Katholiek priester over Rome en het Pausdom. Met welbeha gen worden de snorkende uitspraken van dezen ongelukkige aangehaald en met tal van epitheta als „op merkenswaardig", „sprekend", „teeke- nend" enz. door den heer Netscher voor zien. 't Stuk, dat natuurlijk overvloeit van de oude praatjes over de „dom- perigheid", de „priesterheerschappij" bij de Katholieken enz., is vooranti- Boomsche lezers om van te likke baarden En naast dit stuk vinden we in hetzelfde nummer een zalvende, uiterst-sympathieke lofrede opde Mormoren, die blijkens het stuk ook ia Nederland hun „godsdienst" pre diken Zoo zijn de manieren De Katholieken verguizen, en schel den voor domooren en dompers. En éen en al bewondering zijn voor Mormonen, Leger des Heils, en der gelijke instellingen 1 O dwaze Katholiekenhaat I TTit verre Missielanden II. Frater Bona ven tura, dien ik in «en vorig „Van alles wat"-je liet vertellen over de dierenwereld in Brazilië, deelt in zijn schrijven voor de „Nieuwe Hawrlemscheu ook nog heel wat mede over de cultuur in aijn nieuw vaderland. Ik citeer weer uit zijn epistel „Onze staat San Paolo is 200.000 K.M2 groot: en tot nog toe ver bouwde men op dit uitgestrekte gebied alleen koffie, en niets anders dan koffie, maar dat wordt nu snel minder. En dat hangt samen met den prijsvroeger was die een 25 of 30 milreis de 15 K.G., nü is de prijs niet meer dan 5 milreis de 15 K.G., dat is ongeveer drie gulden Hollandsch. Nu is men hier op vele plaatsen begonnen met de rijst cultuur, die zeer wordt gesteund een hoog invoerrecht is er gezet op rijst die van elders wordt inge voerd ze groeit hier zeer voordeelig in October en November wordt er geplant en in Maart kan men gaan snijden. Voorts vei bouwt men hier boonen, maïs, maugoa, katoen, suikerriet en tabak. Van het suikerriet maakt men suiker, doch die is er erg duur, en van de overblijfselen jenever die is erg goedkoop, maar.... ook erg slecht, wat evenwel geen beletsel is voor 't gebruik ze drinken 'm hier nogalFruit ia hier gansch en al niet, alleen wat druiven, maar die zijn verre achter bij de Fransche. Komt men echter hier een uur of 7 vandaan, daar is een bergketen van 90 K.M. lengte, waar prachtige aardappelen, appelboomen, peere- boomen, enz. gedijen. Bananen zijn er ook: dat is de makkelijkste teelt van al: daar heb je heelemaal geen zorg voor noodig, alleen dient men het eerste jaar er naar te kijken dat het gras er niet overheen groeit het tweede jaar geven ze al vruch ten, die heel lekker en voedzaam zijndan plukken we er trossen van, die 40 of 45 K.G. zwaar zijn aan zoo'n tros zitten soms 200 of 250 benanen Het volkje, waar deze paters en broeders Trappisten mede te maken hebben, is blijkbaar niet veel bizon- dersfrater Bonaventura vertelt ervan „De inboorlingen noemen ze Ka- bakken; ze zijn een beetje aan den gelen kant, maar daar loopen er toch heel wat rond zooals in Hol land. Alleen hebben ze er geen rood kleurtje op de wangen, zooals in mijn oude vaderland! Portugeezen vindt je hier bij de vleet, en ook negers die zijn afkomstig uit Afrika en vroeger hier geïmporteerd als slaven. Intusschen trouwt hier alles onder elkaar, zoodat de rassen zeer gemengd zijn. In het algemeen is de bevolking arm rijst en boonen, meel van de rnangoa en maïsmeel is hun voornaamste voedselhun huizen zijn ook niet veel bijzonders, ze worden samengesteld uit hout, bamboes en aarde, en 'tzjjn niets dan kleine hutten die zich een jaar of vijf goed honden, voor ze in elkaar vallen't Volkje is over het algemeen beleefden vriendelijk, maar tochin iemand om 't leven te brengen, zien ze nu niet zoo erg veel bezwaaralles wat man is, tot de jongens van een jaar of tien elf toe, loopt met een groot mes op zak, dat mankeert nooit!" Frater Bonaventura spreekt óók over den godsdienstzin van het volk, en zijn mededeelingen dien aangaande zijn niet zeer opwekkend „De bevolking is zoo wat geheel Katholiek, maar ze is machtig on wetend en dom in godsdienstzaken, wat de priesters ook doenDaar moet je de Missionarissen eens over hooreu, als ze ons komen bezoeken Intusschen het is eigenlijk nog te verwonderen, dat het volk nog zooveel godsdienst heeft, want on gelukkig om te zeggen waren hier een 20 jaar geleden tal van afge dwaalde priestersDit alles is in de laatste jaren God zij dank enorm verbeterd, en die verbetering is overal merkbaar." Staaltjes van de onwetendheid der bevolking en van verschillende bijgeloovigheden deelt frater Bona ventura te kust en te keur mede hier is er één van „Ik zag eens een dame, die met een groote ijzeren ketting aan haar hals driemaal de kerk door-kroop op handen en voeten, en ondertus- schen deed ze allerlei beloften, die ze volbrengen zou om de een of andere gunst te verkrijgen! De menschen hier zien daar niets in, en ze staan er met allen ernst bij, maar voor ons lijken die din- geu erg gek. Intusschenin den omtrek van ons klooster is men ge lukkig wijzer!" Ik breek hier mijn aanhalingen uit frater Bonaventura's brief af. Nog veel staat erin, dat wel interes sant is voor dengene, die zoo'n par ticulier schrijven ontvangt, maar die mijn lezers natuurlijk niet zul len interesseeren. Intusschenfrater Bonaventura en zijn ordegenooten in bet verre Brazilië mag ik zeker wel, óók uit naam van de lezers onzer „Nieuwe Haarleimche"dank zeggen voor zijn mededeelingen en voor zijn sehrijveu. Die belangstelling van zóó verre toont dat het goede werk der Roomsche pers ook in verre Missielanden wordt gewaardeerd: dat moge. hoop ik, een spoorslag wezen voor de dichter-bij-zijnden om hun belangstelling te blijven betuigen, en even trouwhartig mee te werken tot den bloei onzer Room sche krant als broeder Bonaventura uit „Maris Stella" bij Tremenbe in Brazilië het deed F. FRANKRIJK'» RüïNEEBING. 4Ve hebben op ministers Caillaux' inkomstenbelasting al critiek genoeg vernomen, maar toch nog nimmer zóó goed uiteengezet gezien, waar om dit wettelijk product van de ra dicaal-socialistische regeering zoo afgekeurd wordt, als in het vol gende, dat we aan eenige beschou wingen in den „Figaro" ontleenen, Immers: nu blijkt wie van deze wet zal worden het kind van de rekening Niemand anders dan de landbou wers, de goede boeren, die het minst lawaai schoppen, en die zich tot hiertoe als gedweeë schapen naar de stembus lieten leiden, om blo- cards te kiezen, die hun gouden ber gen beloofden De allesbehalve clericale en katlio lieke „Figaro" geeft hiervan nu het duidelijkst bewijs in het volgend overzicht Een landbouwer eener gemeente, tellende minder dan 2500 inwoners betaalt volgens de nieuwe wet van een inkomen van 2250 fr„, 42.35 fr, belasting aan den Staa.t, plus 14130 i'r. aan de gemeente en het departement, in het geheel zoo wat 10% van zijn inkomen Een ontvanger, kantoorbediende, herbergier, in dezelfde gemeente, zal van een zelfde inkomen slechts 0 33% en een onderwijzer slechts 0 09% van zijn inkomen betalen X>e druk der belastingen zal 35 maal zwaarder drukken op de schouders van den boer dan op die van kleine neringdoenden, en 130 maal Zwaarder dan op die van den onderwijzer In de hoofdplaatsen van een kan ton met meer dan 2500 inwoners zal de landbouwer met een inko men van 3125 fr 'sjaars aan be lasting betalen 291 68 fr. de onder wijzer 5 39 fr Ook hier is de te torsen last voor den landbouwer viermaal zoo zwaar als voor den handelsman, vijf en een halfmaal zoo zwaar als die van den staatsdienaar en tien maal zoo zwaar als die van den onderwijzer In gemeenten van 10 000 inwo ners zal de boer betalen 14 76% van zijn inkomen, de handelsman twee en een half maal minder, de onderprefect en andere beambten negen maal minder dan de land bouwer In steden van 100 000 inwoners zal de groote land- en tuinbouwer 22 50% van zijn inkomen betalen, de groothandelaar sleehts 10 65% en de „gros fonctionnaixes"hoo- gere staatsbeambten als betaalmees ters, enz 6.39% Ziedaar de Fransche inkomsten belasting even aan den tand ge voeld! De hoer, dat weet men, is in Frankrijk nog het meest Katholiek in de steden is het ongeloof het grootste, en in de ambtenaarskrin gen mag men niet meer gelooven, op straffe van ontslag! Waar zal het in Frankrijk heen gaan DE BALKAN-KWESTIE. [We hebben een paar dagen respijt De mogendheden zullen Servië nog eens pogen tot reden te bren gen, en Oostenrijk welwillend als immer - heeft besloten gedurende dien tijd geen stappen te doen en af te wachten; Intusschen neemt Oostenrijk wel de maatregelen, om klaar te zijn, als mobilisatie van verschillende afdeelingen, enz Maar dit alles is voorzorg: de beslissing ligt nog steeds, zooals 't immer was, aan den kant van Servië, dat nu weet, dat het van Rusland niets heeft te wachten, althans niet officieel Wat den stap der mogendheden be treft teWeenen hoopt men dat het wat geven zal. Doch niet meer. Als 't maar gauW gaat, zegt men daar, want de oorlogssterkte kost een mil- lioen per dag, en voor Servië's plei- zier is dat niet vol te houden We kunnen niet beter doen dan in dit stadium der kwestie aan te halen wat het officieuze „Fremden- blatt" naar aanleiding van den stap der mogendheden opmerkt „Er behoeft niet op te worden ge wezen, dat het aangekondigd optre den der mogendheden geenszins ge schiedt op verzoek van Oostenrijk- Hongarije. Toch heeft het kabinet te Ween en, toen: het kennis had ge kregen van de onderhandelingen, die tusschen de mogendheden plaats hebben, zich bereid verklaard, de beantwoording der Servische nota van 14 Maart nog uit te stellen. De Oostenrijksch-Hongaarsehe re geering wil eenerzijds aan de mo gendheden gelegenheid geven om tot overeenstemming te komen over den meest practischen vorm, waarin zij het naar Belgrado te zenden ver toog zullen kleeden, maar zij wil an derzijds aan de Servische regeering tijd laten om haar houding in. over eenstemming te brengen met den toe stand, waarop de mogendheden! trachten aan te sturen en om den toon te leeren aanslaan, die thans van haar verwacht en geëischt wordt Het is niet aan den minsten twijfel onderhevig, dat het ingrij pen der mogendheden uitstekende gevolgen zal hebben en den toestand belangrijk zal verbeteren, maar het is even duidelijk, dat de mogend heden, willen zij het voorgestelde doel bereiken, zriieh eerst zekerheid zullen moeten verschaffen of de ver klaringen, tot welke zij Servië wil len overhalen, in overeenstemming zijn met de voorwaarden, die Oos tenrijk stelt, ten einde gewaarborgd te zijn voor den voortduur van een normalen toestand Oostenrijk zou alleen dan met bet noodige vertrouwen de toekomstige ontwikkeling der zaken te gemoet kunnen zien, wanneer Bervië bewijzen gaf van het ernstig voornemen om in het vervolg behoorlijk op te treden, niet door gekunstelde en rekbare uit latingen, maar door bevredigende verklaringen van oDdubbeltinnigen aard en door tastbare feiten. Bij de vredelievende gezindheid, door welke de Oostenrijksch-Hongaarsehe staatkunde zich ten allen tijde heeft gekenmerkt, is de verzekering, dat de regeering de pogingen der mogend heden om Servië in dezen geest te bewerken met belangstelling en sym pathie vervolgt, feitelijk overbodig." Intusschen ziet men hier duidelijk Oostenrijk's reserve: en een Reuter- telegram van gisteren scherpt dat nog wat op: het meldt namelijk dat Von Aehrenthal aan de mogendheden mededeelde welke verklaring hem voldoende zou schijnen van <ie zijde van Servië: „die opvatting wijkt af van de formule door Rusland, Frank rijk, Engeland en Italië opgesteld. De besprekingen worden voortgezet. Men verwacht de oplossing niet voorover enkele dagen." Afwachten dus! DE ENGELSCHE VLOOT- VER8TEBKIXG. Afquith heeft zijn vlootversterking in het Engelsche Lagerhuis erdoor gekregen. Terwijl hij in eerste instantie door Mc. Kenna de bezorgdheid der regee ring had laten verklaren over Duitsch- land's vloot program ma, tapte hij nu uit een ander vaatje en stofte op Engeland's macht. Engeland is niet onvoorbereid, zeide hij, en het zou ongerijmd zijn te beweren, dat Enge land in een positie is die schrik en angst moet opwekken of dat Engeland niet in staat is de verantwoordelijk heden te dragen, die het rijk oplegt. Hij deed een beroep op de natie om te gelooven, dat, welke partij ook aan het bewind ie, de eerste weg van iederen Engelschen staatsman is om het onbetwistbare en onbetwijfelbare overwicht der vloot te handhaven, waarop Engeland's onafhankelijkheid en vrijheid berust 1 Men ziet het: de Engelsche regee ring kan heel gemakkelijk aan beide partijen nu een antwoord geven: de imperialisten en degenen die de mi- liaire uitgaven wat willen beperken, zijn beiden tevreden gesteld. Intusschen slaat de „Dreadnought"- koorts ook over naar de koloniën Australiëheeft het moederland al een Dreadnought aangeboden, en ook Nieuw Zeeland zal er een offreeren, als het moet zelfs twee! Op die manier verdubbelt Engeland z'n vloot heel makkelijk! Van de Fransche poststaking is geen nieuws te vermelden. De beide partijen staan nog scherp tegenover el kaar, doch er zijn teek enen dat Clé- menceau c.s. op de manier die we 21) „Houd uwe raadgevingen maar voor *i! Wat gaan u mijne huwelijksaange- 1 «genheden aan!" Niettegenstaande dezen b'arschen uit val ging André kalm met zijne uiteen zetting door: „Wind je niet op, mijn vriend, doch luister naar je gezond verstand. Vraag u zeiven af, welke waarborgen het vroegere leven van freule van Ritten u biedt voor een duurzaam echtelijk geluk. Haar gansche bestaan tot hier toe slechts onbegrensde ijdelheid, een onverzadigbaar verlangen naar genoe gens en triomfen. Uwe bruid is een en ut teederheid voor zich zelve, voor anderen is zij zoo hardvochtig als een steen. Ik heb het bijgewoond, hoe zij een arme op de straat, die om een aal moes smeekte, met bëleedigende woor den afwees." Gaston kon zich nauwelijks b'edwin- 8en Hij herinnerde zich weer haar optreden in de rue de la Paix, toen ril in haren overmoed hem zelf om zijne armoede bespot had en hij moest zich zelf bekennen, dat André de waar heid sprak. „Houd mij die harde woorden om wille onzer vriendschap ten goede," ging André voort. „Ik behoor niet tot degenen, die met hunne waarschuwing eerst voor den dag komen, als het ongeluk gebeurd is, neen, ik geef u thans, nu het nog tijd- is dezen wel- gemeenden raad: wacht u voor den stap, tot hiertoe en niet verder. Gij verspilt de rijke schatten uwer liefde aan eene vrouw, die u daarvoor niets in ruil geeft, want Charmette heeft geen hart; zij is alleen sluw en zelfzuchtig, een echte egoïste. Wacht u voor haar Gaston, wees voorzichtig!" „Zwijg," viel hem hier de vertoorn de bruidegom in de rede. „Laster hier niet mijne verloofde, die mij boven alle» dierbaar is!" „Neen, ik zal niet zwijgen, daar ik het voor mijn plicht houd te spre ken. Ik moet u den afgrond toonen, op welks rand gij u bevindt. Ik zeg u dat in het huwelijk de stille b'eschei- heid verre te verkiezen is boven het zich steeds op den voorgrond stellen, dat een gevoelig hart duizendmaal meer waard is dan de schitterendste begaafd heden van den geest. Ik zeg u, dat gij door uwe verbintenis met de harteloo- ze, lichtzinnige Charmette ongelukkig zult worden en dat uw hveerlijk talent te gronde moet gaan, terwijl het zich aan de zijde eener waardige levensge zellin zou ontwikkelen en zich tot de hoogste hoogten zou kunnen verheffen. Om uw eigen bestwil, Gaston, smeek ik je, luister naar mijn raad. Als gij later eenmaal in het ongeluk zit, als de dag komt dat gij uwe illusion een voor een in rook zult zien opgaan, dan zult gij met bitterheid moeten erken nen, André Leroy had toch gelijk!" Gaston was buiten zich zeiven van woede. „Maak' dat ge wegkomt, gij gunt mij mijn geluk niet, ellendige nijdigaard!" bulderde hij den vrijmoedigen spreker toe en wees met de hand dreigend naar de deur. Een gloeiende blos overtoog het ge laat van André en zijne vochtige, goe dige oogen richtten zich verwijtend op de door toorn verwrongen trekken van Gaston „Eens zal de dag komen," zeide hij nog ernstig en kalm, „dat gij over uwe blindheid en onbillijkheid berouw zult hebben. Gij miskent mijne bedoeling. Ik ben slechts een arm misvormd we zen, dat aan het leven geene eischen mag stellen en noch ijverzuchtig noch afgunstig mag zijn. Doch als een ware vriend heb ik het goed met u voor ge had. Indien gij niet hooren wilt, dan is dat uwe zaak. Uwe oogen zullen later wel opengaan. Vaarwel, de toekomst zat de zorg op zich nemen om u helder ziend te maken." Hij nam zijn hoed en verliet met vasten tred het prachtige woonhuis van zijn vroegeren vriend. Hij leed zwaar onder het onbillijke verwijt van Gaston, doch bij zijne droefheid had hij toch een zeker gevoel van bevrediging. Hij had dapper gestreden. Hij had gedaan wat hij kon om den vriend te waar schuwen, doch deze had zijne raadge vingen in den wind geslagen. De stee- nen waren geworpen. Gaston's lot zou in vervulling gaan en dan.... en dan.... Terwijl André Leroy langzaam naar zijne woning terugwandelde overwoog Gaston, zijn kloppend hoold met beide handen vasthoudend, als was hij bang, dat het gewirwar der gedachten die zijn geest bestormden, het zouden doen uit eenbarsten, de voor hem zoo onaan gename woorden van den ongeluks profeet. Veel meer dan hij wilde be kennen, gaven zij hem stof tot den ken, vooral die zinspeling op eene waardige levensgezellin waarvan hij de beteekenis meende te verstaan. Doch helaas, juist deze veronderstelling maakte dat een gevoel van afkeer van Gabrielle zich van hem meester maak- maakte, een vooringenomenheid tegen die Rosa mystica welke eerst in het hemdsche paradijs tot vollen bloei zou geraken. Hij voor zich gaf de voor keur aan de rozen van deze wereld. Neen, duizendmaal neen. André ver giste zich. Het talent moet kwijnen aan de zijde eener saaie, al te „fijne" vrouw, het moet verschimmelen in de kalme atmosfeer van dat gewone bur gerlijke bestaan. Het heeft behoefte aan schokkende levensomstandigheden. En dat kon slechts Charmette hem bezor gen, Gabrielle niet. En zonder verder zich daarmede te kwellen, haastte hij zich met koortsach tige gejaagdheid naar den Boulevard des Italiens om zijne verloofde de hand 1 te drukken. Als een kanonskogel kwam hij de mooie eetzaal binnenvallen, waar Charmette juist met hare ouders het ontbijt gebruikte. Zonder een woord te spreken, doch met des te meer opge wondenheid, greep hij de hand van het jonge meisje en drukte dezelve harts tochtelijk. Deze zonderlinge manier van optreden werkte verbluffend op den steeds onbe- rispelijken Stephan van Ritten. „Aan welken gunstigen wind hebben wij zoo uw vroegtijdig bezoek te dan ken, mijn waarde zoon?" vroeg hij met een licht wenkbrauwfronsen, ter wijl hij een kop geurige chocolade aan zijne lippen bracht. Charmette, een weinig verlegen en eenigszins er over geërgerd, door haar bruidegom zoo in haar morgennégligé verrast te worden, trachtte door eene zachte wrijving over hare met juwee- len getooide rechterhand de sporen die Gaston's ruwe handdruk op de blanke huid had achtergelaten, te verwijderen. „Wat een ongelikte beer!" mompel de zij bij zich zelf, „mij dunkt, ik zal hem niet uit kunnen staan." Gaston was nog geheel onder den in druk, dien André's bezoek op hem had teweeg gebracht. Langzamerhand be gon hij echter in te zien, hoe ongepast zijn bezoek in dit vroege morgenuur was en verlegen stotterde hij „Verschooning, dat ik u op zoo'n ongelegen tijd gestoord heb". Ik zal straks liever terugkomen. Mijn optre den is slechts te rechtvaardigen door de omstandigheid, dat allerlei verdrietelijk heden mij hedenmorgen in den weg kwamen, en dat ik behoefte gevoelde om bij mijne toekomstige vrouw troost te zoeken. O, wat is het hier lief en gezellig! Charmette, gij zijt al lerbekoorlijkst in dit eenvoudige mor gentoilet. Toe, laat mij u nog eenige oogenblikken bewonderen." Een coquette glimlach maakte plaats voor de lichte uitdrukking van onte vredenheid, die Gaston's handdruk eerst op haar gelaat had te voorschijn ge roepen. Toen zij eenmaal lachte voel de iedereen zich verlicht en weldra heerschte er een vriendelijke, gezellige toon. Dufour vroeg om een glas likeur en eene manilla sigaar. Terwijl hij te genover zijn aanstaanden schoonvader, gezeten, de geurige wolkjes nakeek, die blauw kringelend omhoog stegen, trok ken de dames zich terug om het och tendgewaad tegen een schitterend wan deltoilet te verwisselen. Men had het plan gemaakt inkoop en te gaan doen voor den uitzet van de bruid en de b'eide heeren werden uitgenoodigd de dames te vergezellen en met hun fijnen smaak en Beproefd oordeel bij te staan* Wordt ttrvolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 1