DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
Bedrogen.
Van alles wat!
SCiw«f©rIbmIsv©»! 28*31-33, Haarlem
BUITENLAND.
DINSDAG 23 MAART 1909.
33st* Jaargang No. 8646
Bureaux van Redactie en Administratie
intercommunaal Telefoonnummer 1426.
Zij die zich met I April
tj) de „NIEUWE HAARLEMSCHE
COURANT"' abonneeren, krijgen
de tot dien datum verschijnende
nummers gratis.
Manieren
XXVI
Algemeen overzicht.
Verspreide Berichten.
FEUILLETON.
n fat-
Ij of bij
Pr. Br.
f»PER,
Deren-
sehea
rdige,
a
Ft.
t. d.
oat.
KUWE HURLEHSCHE COURMT
ABONNEMENTPRMS;
Per 8 maanden voor Haarlemf 1,35
Voor de plaateen, waar een agent ia gevestigd (kom der gemeente) 1.35
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.80
Afzonderlijke nummers 0,03
PRIJS DER ADVERTENTIÊN
Van 1—6 regelsf0,60 (contant) f0,50
Elke regel meer8,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie A contant.
1000
Alle betalende abonné« op dit blad, die in het^bezit eener verzekeringspolis zijn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeid, tegen ongelukken verzekerd voor
GULDEN bg I I» SI ÖULDEJf *9 1SS8B GULDEN bij
GULDEN bij
levenslange onge
scbiktbeid tot
werken.
400
GULDEN bij
overlijden.
300
verlies van éen
hand of voet.
150
verlies van
éen oog.
100
verlies van
éen duim.
GULDEN bij
verlies van
één
wijsvinger.
15
GULDEN bi)
verlies van
éen anderen
vinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
Wanneer men tijdschriften, door
anticlerical© heeren geredigeerd, maar
vluchtig doorziet, tien tegen een,
dat men er de manieren dezer heeren
tegenover de Katholieke Kerk dui
delijk uit leert.
Zie b. v. 't „Maarf-nummer der
„Hollandsche Revue", een tijdschrift,
geredigeerd door den in onze omgeving
bekenden heer Frans Netscher, van
Santpoort.
Men leest o. m. erinvooreerst een
uitvoerig uittreksel nit een schandaal-
broch uurtje van een afgedwaald
Roomseh- Katholiek priester over
Rome en het Pausdom. Met welbeha
gen worden de snorkende uitspraken
van dezen ongelukkige aangehaald en
met tal van epitheta als „op
merkenswaardig", „sprekend", „teeke-
nend" enz. door den heer Netscher voor
zien. 't Stuk, dat natuurlijk overvloeit
van de oude praatjes over de „dom-
perigheid", de „priesterheerschappij"
bij de Katholieken enz., is vooranti-
Boomsche lezers om van te likke
baarden
En naast dit stuk vinden we in
hetzelfde nummer een zalvende,
uiterst-sympathieke lofrede opde
Mormoren, die blijkens het stuk ook
ia Nederland hun „godsdienst" pre
diken
Zoo zijn de manieren
De Katholieken verguizen, en schel
den voor domooren en dompers.
En éen en al bewondering zijn voor
Mormonen, Leger des Heils, en der
gelijke instellingen 1
O dwaze Katholiekenhaat I
TTit verre Missielanden II.
Frater Bona ven tura, dien ik in
«en vorig „Van alles wat"-je liet
vertellen over de dierenwereld in
Brazilië, deelt in zijn schrijven voor
de „Nieuwe Hawrlemscheu ook nog
heel wat mede over de cultuur in
aijn nieuw vaderland.
Ik citeer weer uit zijn epistel
„Onze staat San Paolo is 200.000
K.M2 groot: en tot nog toe ver
bouwde men op dit uitgestrekte
gebied alleen koffie, en niets anders
dan koffie, maar dat wordt nu snel
minder. En dat hangt samen met
den prijsvroeger was die een 25
of 30 milreis de 15 K.G., nü is de
prijs niet meer dan 5 milreis de 15
K.G., dat is ongeveer drie gulden
Hollandsch. Nu is men hier op vele
plaatsen begonnen met de rijst
cultuur, die zeer wordt gesteund
een hoog invoerrecht is er gezet
op rijst die van elders wordt inge
voerd ze groeit hier zeer voordeelig
in October en November wordt er
geplant en in Maart kan men gaan
snijden.
Voorts vei bouwt men hier boonen,
maïs, maugoa, katoen, suikerriet
en tabak. Van het suikerriet maakt
men suiker, doch die is er erg duur,
en van de overblijfselen jenever
die is erg goedkoop, maar.... ook erg
slecht, wat evenwel geen beletsel is
voor 't gebruik ze drinken 'm hier
nogalFruit ia hier gansch en al
niet, alleen wat druiven, maar die
zijn verre achter bij de Fransche.
Komt men echter hier een uur of
7 vandaan, daar is een bergketen
van 90 K.M. lengte, waar prachtige
aardappelen, appelboomen, peere-
boomen, enz. gedijen. Bananen zijn
er ook: dat is de makkelijkste teelt
van al: daar heb je heelemaal geen
zorg voor noodig, alleen dient men
het eerste jaar er naar te kijken
dat het gras er niet overheen groeit
het tweede jaar geven ze al vruch
ten, die heel lekker en voedzaam
zijndan plukken we er trossen
van, die 40 of 45 K.G. zwaar zijn
aan zoo'n tros zitten soms 200 of
250 benanen
Het volkje, waar deze paters en
broeders Trappisten mede te maken
hebben, is blijkbaar niet veel bizon-
dersfrater Bonaventura vertelt
ervan
„De inboorlingen noemen ze Ka-
bakken; ze zijn een beetje aan den
gelen kant, maar daar loopen er
toch heel wat rond zooals in Hol
land. Alleen hebben ze er geen
rood kleurtje op de wangen, zooals
in mijn oude vaderland! Portugeezen
vindt je hier bij de vleet, en ook
negers die zijn afkomstig uit Afrika
en vroeger hier geïmporteerd als
slaven. Intusschen trouwt hier alles
onder elkaar, zoodat de rassen zeer
gemengd zijn. In het algemeen is
de bevolking arm rijst en boonen,
meel van de rnangoa en maïsmeel
is hun voornaamste voedselhun
huizen zijn ook niet veel bijzonders,
ze worden samengesteld uit hout,
bamboes en aarde, en 'tzjjn niets
dan kleine hutten die zich een jaar
of vijf goed honden, voor ze
in elkaar vallen't Volkje is over
het algemeen beleefden vriendelijk,
maar tochin iemand om 't
leven te brengen, zien ze nu niet
zoo erg veel bezwaaralles wat
man is, tot de jongens van een jaar
of tien elf toe, loopt met een groot
mes op zak, dat mankeert nooit!"
Frater Bonaventura spreekt óók
over den godsdienstzin van het
volk, en zijn mededeelingen dien
aangaande zijn niet zeer opwekkend
„De bevolking is zoo wat geheel
Katholiek, maar ze is machtig on
wetend en dom in godsdienstzaken,
wat de priesters ook doenDaar
moet je de Missionarissen eens over
hooreu, als ze ons komen bezoeken
Intusschen het is eigenlijk nog te
verwonderen, dat het volk nog
zooveel godsdienst heeft, want on
gelukkig om te zeggen waren hier
een 20 jaar geleden tal van afge
dwaalde priestersDit alles is in
de laatste jaren God zij dank enorm
verbeterd, en die verbetering is
overal merkbaar."
Staaltjes van de onwetendheid
der bevolking en van verschillende
bijgeloovigheden deelt frater Bona
ventura te kust en te keur mede
hier is er één van
„Ik zag eens een dame, die met
een groote ijzeren ketting aan haar
hals driemaal de kerk door-kroop
op handen en voeten, en ondertus-
schen deed ze allerlei beloften, die
ze volbrengen zou om de een of
andere gunst te verkrijgen! De
menschen hier zien daar niets in,
en ze staan er met allen ernst
bij, maar voor ons lijken die din-
geu erg gek. Intusschenin den
omtrek van ons klooster is men ge
lukkig wijzer!"
Ik breek hier mijn aanhalingen
uit frater Bonaventura's brief af.
Nog veel staat erin, dat wel interes
sant is voor dengene, die zoo'n par
ticulier schrijven ontvangt, maar
die mijn lezers natuurlijk niet zul
len interesseeren.
Intusschenfrater Bonaventura
en zijn ordegenooten in bet verre
Brazilië mag ik zeker wel, óók uit
naam van de lezers onzer „Nieuwe
Haarleimche"dank zeggen voor
zijn mededeelingen en voor zijn
sehrijveu. Die belangstelling van
zóó verre toont dat het goede werk
der Roomsche pers ook in verre
Missielanden wordt gewaardeerd:
dat moge. hoop ik, een spoorslag
wezen voor de dichter-bij-zijnden
om hun belangstelling te blijven
betuigen, en even trouwhartig mee
te werken tot den bloei onzer Room
sche krant als broeder Bonaventura
uit „Maris Stella" bij Tremenbe
in Brazilië het deed
F.
FRANKRIJK'» RüïNEEBING.
4Ve hebben op ministers Caillaux'
inkomstenbelasting al critiek genoeg
vernomen, maar toch nog nimmer
zóó goed uiteengezet gezien, waar
om dit wettelijk product van de ra
dicaal-socialistische regeering zoo
afgekeurd wordt, als in het vol
gende, dat we aan eenige beschou
wingen in den „Figaro" ontleenen,
Immers: nu blijkt wie van deze
wet zal worden het kind van de
rekening
Niemand anders dan de landbou
wers, de goede boeren, die het minst
lawaai schoppen, en die zich tot
hiertoe als gedweeë schapen naar
de stembus lieten leiden, om blo-
cards te kiezen, die hun gouden ber
gen beloofden
De allesbehalve clericale en katlio
lieke „Figaro" geeft hiervan nu het
duidelijkst bewijs in het volgend
overzicht
Een landbouwer eener gemeente,
tellende minder dan 2500 inwoners
betaalt volgens de nieuwe wet van
een inkomen van 2250 fr„, 42.35 fr,
belasting aan den Staa.t, plus
14130 i'r. aan de gemeente en het
departement, in het geheel zoo wat
10% van zijn inkomen
Een ontvanger, kantoorbediende,
herbergier, in dezelfde gemeente,
zal van een zelfde inkomen slechts
0 33% en een onderwijzer slechts
0 09% van zijn inkomen betalen
X>e druk der belastingen zal 35
maal zwaarder drukken op de
schouders van den boer dan op die
van kleine neringdoenden, en 130
maal Zwaarder dan op die van den
onderwijzer
In de hoofdplaatsen van een kan
ton met meer dan 2500 inwoners
zal de landbouwer met een inko
men van 3125 fr 'sjaars aan be
lasting betalen 291 68 fr. de onder
wijzer 5 39 fr
Ook hier is de te torsen last
voor den landbouwer viermaal zoo
zwaar als voor den handelsman,
vijf en een halfmaal zoo zwaar als
die van den staatsdienaar en tien
maal zoo zwaar als die van den
onderwijzer
In gemeenten van 10 000 inwo
ners zal de boer betalen 14 76%
van zijn inkomen, de handelsman
twee en een half maal minder, de
onderprefect en andere beambten
negen maal minder dan de land
bouwer
In steden van 100 000 inwoners
zal de groote land- en tuinbouwer
22 50% van zijn inkomen betalen,
de groothandelaar sleehts 10 65%
en de „gros fonctionnaixes"hoo-
gere staatsbeambten als betaalmees
ters, enz 6.39%
Ziedaar de Fransche inkomsten
belasting even aan den tand ge
voeld!
De hoer, dat weet men, is in
Frankrijk nog het meest Katholiek
in de steden is het ongeloof het
grootste, en in de ambtenaarskrin
gen mag men niet meer gelooven,
op straffe van ontslag!
Waar zal het in Frankrijk heen
gaan
DE BALKAN-KWESTIE.
[We hebben een paar dagen respijt
De mogendheden zullen Servië
nog eens pogen tot reden te bren
gen, en Oostenrijk welwillend als
immer - heeft besloten gedurende
dien tijd geen stappen te doen en
af te wachten;
Intusschen neemt Oostenrijk wel
de maatregelen, om klaar te zijn,
als mobilisatie van verschillende
afdeelingen, enz Maar dit alles is
voorzorg: de beslissing ligt nog
steeds, zooals 't immer was, aan
den kant van Servië, dat nu weet,
dat het van Rusland niets heeft te
wachten, althans niet officieel
Wat den stap der mogendheden be
treft teWeenen hoopt men dat het
wat geven zal. Doch niet meer. Als
't maar gauW gaat, zegt men daar,
want de oorlogssterkte kost een mil-
lioen per dag, en voor Servië's plei-
zier is dat niet vol te houden
We kunnen niet beter doen dan
in dit stadium der kwestie aan te
halen wat het officieuze „Fremden-
blatt" naar aanleiding van den stap
der mogendheden opmerkt
„Er behoeft niet op te worden ge
wezen, dat het aangekondigd optre
den der mogendheden geenszins ge
schiedt op verzoek van Oostenrijk-
Hongarije. Toch heeft het kabinet
te Ween en, toen: het kennis had ge
kregen van de onderhandelingen,
die tusschen de mogendheden plaats
hebben, zich bereid verklaard, de
beantwoording der Servische nota
van 14 Maart nog uit te stellen.
De Oostenrijksch-Hongaarsehe re
geering wil eenerzijds aan de mo
gendheden gelegenheid geven om tot
overeenstemming te komen over den
meest practischen vorm, waarin zij
het naar Belgrado te zenden ver
toog zullen kleeden, maar zij wil an
derzijds aan de Servische regeering
tijd laten om haar houding in. over
eenstemming te brengen met den toe
stand, waarop de mogendheden!
trachten aan te sturen en om den
toon te leeren aanslaan, die thans
van haar verwacht en geëischt
wordt Het is niet aan den minsten
twijfel onderhevig, dat het ingrij
pen der mogendheden uitstekende
gevolgen zal hebben en den toestand
belangrijk zal verbeteren, maar het
is even duidelijk, dat de mogend
heden, willen zij het voorgestelde
doel bereiken, zriieh eerst zekerheid
zullen moeten verschaffen of de ver
klaringen, tot welke zij Servië wil
len overhalen, in overeenstemming
zijn met de voorwaarden, die Oos
tenrijk stelt, ten einde gewaarborgd
te zijn voor den voortduur van een
normalen toestand
Oostenrijk zou alleen dan met bet
noodige vertrouwen de toekomstige
ontwikkeling der zaken te gemoet
kunnen zien, wanneer Bervië bewijzen
gaf van het ernstig voornemen om in
het vervolg behoorlijk op te treden,
niet door gekunstelde en rekbare uit
latingen, maar door bevredigende
verklaringen van oDdubbeltinnigen
aard en door tastbare feiten.
Bij de vredelievende gezindheid, door
welke de Oostenrijksch-Hongaarsehe
staatkunde zich ten allen tijde heeft
gekenmerkt, is de verzekering, dat de
regeering de pogingen der mogend
heden om Servië in dezen geest te
bewerken met belangstelling en sym
pathie vervolgt, feitelijk overbodig."
Intusschen ziet men hier duidelijk
Oostenrijk's reserve: en een Reuter-
telegram van gisteren scherpt dat nog
wat op: het meldt namelijk dat Von
Aehrenthal aan de mogendheden
mededeelde welke verklaring hem
voldoende zou schijnen van <ie zijde
van Servië: „die opvatting wijkt af
van de formule door Rusland, Frank
rijk, Engeland en Italië opgesteld. De
besprekingen worden voortgezet. Men
verwacht de oplossing niet voorover
enkele dagen."
Afwachten dus!
DE ENGELSCHE VLOOT-
VER8TEBKIXG.
Afquith heeft zijn vlootversterking
in het Engelsche Lagerhuis erdoor
gekregen.
Terwijl hij in eerste instantie door
Mc. Kenna de bezorgdheid der regee
ring had laten verklaren over Duitsch-
land's vloot program ma, tapte hij nu
uit een ander vaatje en stofte op
Engeland's macht. Engeland is niet
onvoorbereid, zeide hij, en het zou
ongerijmd zijn te beweren, dat Enge
land in een positie is die schrik en
angst moet opwekken of dat Engeland
niet in staat is de verantwoordelijk
heden te dragen, die het rijk oplegt.
Hij deed een beroep op de natie om
te gelooven, dat, welke partij ook aan
het bewind ie, de eerste weg van
iederen Engelschen staatsman is om
het onbetwistbare en onbetwijfelbare
overwicht der vloot te handhaven,
waarop Engeland's onafhankelijkheid
en vrijheid berust 1
Men ziet het: de Engelsche regee
ring kan heel gemakkelijk aan beide
partijen nu een antwoord geven: de
imperialisten en degenen die de mi-
liaire uitgaven wat willen
beperken, zijn beiden tevreden gesteld.
Intusschen slaat de „Dreadnought"-
koorts ook over naar de koloniën
Australiëheeft het moederland al
een Dreadnought aangeboden, en ook
Nieuw Zeeland zal er een offreeren,
als het moet zelfs twee!
Op die manier verdubbelt Engeland
z'n vloot heel makkelijk!
Van de Fransche poststaking is
geen nieuws te vermelden. De beide
partijen staan nog scherp tegenover el
kaar, doch er zijn teek enen dat Clé-
menceau c.s. op de manier die we
21)
„Houd uwe raadgevingen maar voor
*i! Wat gaan u mijne huwelijksaange-
1 «genheden aan!"
Niettegenstaande dezen b'arschen uit
val ging André kalm met zijne uiteen
zetting door:
„Wind je niet op, mijn vriend, doch
luister naar je gezond verstand. Vraag
u zeiven af, welke waarborgen het
vroegere leven van freule van Ritten
u biedt voor een duurzaam echtelijk
geluk. Haar gansche bestaan tot hier
toe slechts onbegrensde ijdelheid, een
onverzadigbaar verlangen naar genoe
gens en triomfen. Uwe bruid is een en
ut teederheid voor zich zelve, voor
anderen is zij zoo hardvochtig als een
steen. Ik heb het bijgewoond, hoe zij
een arme op de straat, die om een aal
moes smeekte, met bëleedigende woor
den afwees."
Gaston kon zich nauwelijks b'edwin-
8en Hij herinnerde zich weer haar
optreden in de rue de la Paix, toen
ril in haren overmoed hem zelf om
zijne armoede bespot had en hij moest
zich zelf bekennen, dat André de waar
heid sprak.
„Houd mij die harde woorden om
wille onzer vriendschap ten goede,"
ging André voort. „Ik behoor niet tot
degenen, die met hunne waarschuwing
eerst voor den dag komen, als het
ongeluk gebeurd is, neen, ik geef u
thans, nu het nog tijd- is dezen wel-
gemeenden raad: wacht u voor den
stap, tot hiertoe en niet verder. Gij
verspilt de rijke schatten uwer liefde
aan eene vrouw, die u daarvoor niets
in ruil geeft, want Charmette heeft geen
hart; zij is alleen sluw en zelfzuchtig,
een echte egoïste. Wacht u voor haar
Gaston, wees voorzichtig!"
„Zwijg," viel hem hier de vertoorn
de bruidegom in de rede. „Laster hier
niet mijne verloofde, die mij boven
alle» dierbaar is!"
„Neen, ik zal niet zwijgen, daar ik
het voor mijn plicht houd te spre
ken. Ik moet u den afgrond toonen, op
welks rand gij u bevindt. Ik zeg u
dat in het huwelijk de stille b'eschei-
heid verre te verkiezen is boven het
zich steeds op den voorgrond stellen,
dat een gevoelig hart duizendmaal meer
waard is dan de schitterendste begaafd
heden van den geest. Ik zeg u, dat gij
door uwe verbintenis met de harteloo-
ze, lichtzinnige Charmette ongelukkig
zult worden en dat uw hveerlijk talent
te gronde moet gaan, terwijl het zich
aan de zijde eener waardige levensge
zellin zou ontwikkelen en zich tot de
hoogste hoogten zou kunnen verheffen.
Om uw eigen bestwil, Gaston, smeek
ik je, luister naar mijn raad. Als gij
later eenmaal in het ongeluk zit, als
de dag komt dat gij uwe illusion een
voor een in rook zult zien opgaan, dan
zult gij met bitterheid moeten erken
nen, André Leroy had toch gelijk!"
Gaston was buiten zich zeiven van
woede.
„Maak' dat ge wegkomt, gij gunt mij
mijn geluk niet, ellendige nijdigaard!"
bulderde hij den vrijmoedigen spreker
toe en wees met de hand dreigend
naar de deur.
Een gloeiende blos overtoog het ge
laat van André en zijne vochtige, goe
dige oogen richtten zich verwijtend op
de door toorn verwrongen trekken van
Gaston
„Eens zal de dag komen," zeide hij
nog ernstig en kalm, „dat gij over uwe
blindheid en onbillijkheid berouw zult
hebben. Gij miskent mijne bedoeling.
Ik ben slechts een arm misvormd we
zen, dat aan het leven geene eischen
mag stellen en noch ijverzuchtig noch
afgunstig mag zijn. Doch als een ware
vriend heb ik het goed met u voor ge
had. Indien gij niet hooren wilt, dan is
dat uwe zaak. Uwe oogen zullen later
wel opengaan. Vaarwel, de toekomst zat
de zorg op zich nemen om u helder
ziend te maken."
Hij nam zijn hoed en verliet met
vasten tred het prachtige woonhuis van
zijn vroegeren vriend. Hij leed zwaar
onder het onbillijke verwijt van Gaston,
doch bij zijne droefheid had hij toch
een zeker gevoel van bevrediging. Hij
had dapper gestreden. Hij had gedaan
wat hij kon om den vriend te waar
schuwen, doch deze had zijne raadge
vingen in den wind geslagen. De stee-
nen waren geworpen. Gaston's lot zou
in vervulling gaan en dan.... en dan....
Terwijl André Leroy langzaam naar
zijne woning terugwandelde overwoog
Gaston, zijn kloppend hoold met beide
handen vasthoudend, als was hij bang,
dat het gewirwar der gedachten die zijn
geest bestormden, het zouden doen uit
eenbarsten, de voor hem zoo onaan
gename woorden van den ongeluks
profeet. Veel meer dan hij wilde be
kennen, gaven zij hem stof tot den
ken, vooral die zinspeling op eene
waardige levensgezellin waarvan hij de
beteekenis meende te verstaan. Doch
helaas, juist deze veronderstelling
maakte dat een gevoel van afkeer van
Gabrielle zich van hem meester maak-
maakte, een vooringenomenheid tegen
die Rosa mystica welke eerst in het
hemdsche paradijs tot vollen bloei zou
geraken. Hij voor zich gaf de voor
keur aan de rozen van deze wereld.
Neen, duizendmaal neen. André ver
giste zich. Het talent moet kwijnen
aan de zijde eener saaie, al te „fijne"
vrouw, het moet verschimmelen in de
kalme atmosfeer van dat gewone bur
gerlijke bestaan. Het heeft behoefte aan
schokkende levensomstandigheden. En
dat kon slechts Charmette hem bezor
gen, Gabrielle niet.
En zonder verder zich daarmede te
kwellen, haastte hij zich met koortsach
tige gejaagdheid naar den Boulevard
des Italiens om zijne verloofde de hand
1 te drukken. Als een kanonskogel kwam
hij de mooie eetzaal binnenvallen, waar
Charmette juist met hare ouders het
ontbijt gebruikte. Zonder een woord te
spreken, doch met des te meer opge
wondenheid, greep hij de hand van het
jonge meisje en drukte dezelve harts
tochtelijk.
Deze zonderlinge manier van optreden
werkte verbluffend op den steeds onbe-
rispelijken Stephan van Ritten.
„Aan welken gunstigen wind hebben
wij zoo uw vroegtijdig bezoek te dan
ken, mijn waarde zoon?" vroeg hij
met een licht wenkbrauwfronsen, ter
wijl hij een kop geurige chocolade aan
zijne lippen bracht.
Charmette, een weinig verlegen en
eenigszins er over geërgerd, door haar
bruidegom zoo in haar morgennégligé
verrast te worden, trachtte door eene
zachte wrijving over hare met juwee-
len getooide rechterhand de sporen die
Gaston's ruwe handdruk op de blanke
huid had achtergelaten, te verwijderen.
„Wat een ongelikte beer!" mompel
de zij bij zich zelf, „mij dunkt, ik zal
hem niet uit kunnen staan."
Gaston was nog geheel onder den in
druk, dien André's bezoek op hem had
teweeg gebracht. Langzamerhand be
gon hij echter in te zien, hoe ongepast
zijn bezoek in dit vroege morgenuur
was en verlegen stotterde hij
„Verschooning, dat ik u op zoo'n
ongelegen tijd gestoord heb". Ik zal
straks liever terugkomen. Mijn optre
den is slechts te rechtvaardigen door de
omstandigheid, dat allerlei verdrietelijk
heden mij hedenmorgen in den weg
kwamen, en dat ik behoefte gevoelde
om bij mijne toekomstige vrouw
troost te zoeken. O, wat is het hier
lief en gezellig! Charmette, gij zijt al
lerbekoorlijkst in dit eenvoudige mor
gentoilet. Toe, laat mij u nog eenige
oogenblikken bewonderen."
Een coquette glimlach maakte plaats
voor de lichte uitdrukking van onte
vredenheid, die Gaston's handdruk eerst
op haar gelaat had te voorschijn ge
roepen. Toen zij eenmaal lachte voel
de iedereen zich verlicht en weldra
heerschte er een vriendelijke, gezellige
toon. Dufour vroeg om een glas likeur
en eene manilla sigaar. Terwijl hij te
genover zijn aanstaanden schoonvader,
gezeten, de geurige wolkjes nakeek, die
blauw kringelend omhoog stegen, trok
ken de dames zich terug om het och
tendgewaad tegen een schitterend wan
deltoilet te verwisselen. Men had het
plan gemaakt inkoop en te gaan doen
voor den uitzet van de bruid en de
b'eide heeren werden uitgenoodigd de
dames te vergezellen en met hun fijnen
smaak en Beproefd oordeel bij te staan*
Wordt ttrvolgd.)