DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
Bedrogen.
Aan onze abonnés.
Waarom confessioneel
Middelbaar Onderwijs
feuilleton.
KindeHhuiavest 29-31-33, Haarlem
BUITENLAND
91NSDAC 30 MAART 1909
33«® Jaargang No. 9851
Bureaux van Redactie en Administratie
intercommunaal Telefoonnummer 1426»
Alle betalende abonnés op dit blad, die in het bezit eener verzekeringspolis zijn, zfyn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor:
De ultkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht II.
Van <ie zijde der voorstanders
van de „neutrale" school wordt
herhaaldelijk, zooals trouwens bij
elke zaak waariu wij, Katholieken,
eigen organisatie en eigen eonfes-
3ioneele inrichting begeeren boven
4e „neutraliteit", gezegd dat de
apenbare school dan toch alles geeft
Wat we kunnen verlangen
Met name hoort men over de
Hoogere Burgerscholen zeggen, dat
lastorie toch historie blijft, en dat
het geloof met de chemie b.v. toch
aiets heeft uit te staan 1
Wie zoo spreken, zijn of onbe
kend met den waren stand van
Zaken, öf vooringenomen.
Denzulken geven wij de woorden
in overweging, door een eerlijk en
«vertuigd vooistander van de open
bare school, den heer Dr. Bos,
afgevaardigde voor Winschoten,
Vrijdag jl. in do Tweede Kamer
gesproken.
Dr. Bos zeide toen o. a.
„Men wenscht (in „confessio-
«eele kriDgen") den ontwikke
lingsgang van wetenschappelijke
hypothese naar wetenschappelijke
waarheid te controleeren. Meu
wenscht ook daartegenover te
hebben een tegenwicht, opdat de
gevolgen, ook op religieus gebied,
niet zoo zouden kunnen worden,
als men, volkomen terecht, uit
dit standpunt redeneerende zou
wenschen.
„Voorts wenscht men ook op
het gebied van de historie zijn
invloed op het onderwijs te
laten gelden, en vooral en dit
acht ik zeer begrijpelijk ook
ten opzichte van de leiding die
men wil geven bij het onderwijs
in de literatuur, ook in moderne
talen. Ik sta niet op dit stand
punt, ik constateer alleen de reden
waarom men in die kringen te
genstander is van het hoogere
burgerschool-onderwijs, wanneer
men zelf daarop voortdurend geen
invloed kan uitoefenen. Indien
dit wel het geval is, dan ziet men
dikwijls een andere houding aan
nemen. De inrichting van de
laboratoria van het Canisius-col-
lege te Nijmegen bijvoorbeeld kan,
als ik goed ben ingelicht, in ons
land zeker wel als model worden
beschouwd."
De bovenstaande woorden van
een voorstander der openbare school
zijn voor velen onzer tegenstanders,
voor de vrienden der „neutraliteit",
het overwegen wei waard
De pluim op den hoed van het
St. Oanisius-College mogen ze in
't voorbijgaan door Dr. Bos den
Jezuieten zien toegestoken, ook
dat doet geen kwaad, als men nog
eens op deze wijze de superioriteit
van veel wat de Katholieken op
wetenschappelijk gebied doen, ziet
geconstateerd
Algemeen overzicht.
HET HOOFD GEBOGEN VOOR DE
BEVOLüTIONAIREX.
Verspreide Berichten.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
ABONNEMENTPRIJSi
Per 8 maindea voor Haarlemf 1,35
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.80
Afjonaerlyke nummer? „0,03
Van 16 regels
Bike regel meer
PRUS DER AOVERTENT1ÊM:
0,60 (contant) f 0,53
0,10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie a contant
SODDEN bi|
levenslange onge
schiktheid tot
werken.
400
GULDEN b«
overlijden.
300
GULDEN bi
verlies van éen
hand of voet.
150
GULDEN bij
verlies vaa
éen oog.
100
GULDEN bjj
verlies vaa
éen duim.
60
GULDEN b(j
verlies vaa
één
wijsvinger.
15
GULDEN bi
verlies van
éen anderen
vinger.
De Directeur der Nieuwe Haarlemscht
Courant nocdigt allen, die daartoe kun
nen medewerken, dringend wit, one te
willen helpen, opdat advertentièn van
leidingen, tér hooping en, boelhwizm, gras-
verpachtingen enz. ook in de Roomsehe
Qourant van Haarlem en Omstreken wor
den opg&utmen.
Wanneer II. H. Notarissen tn Make-
Uutrs door degenen, die hij deze vsrhoo
ping en enz. betrekken zijn, tijdig op ons
Had opmerfummn worden gemaaktnullen
deze heeren met weigeren ook in de Nimwe
Haarlems*)** Courant, die toch dom- een
zeer aanzienlijk deel der bewoners van
Haarlem en Omstreken gelezen woi-dt, die
advertentièn ie plaatsen.
Wij hemelen deze belangrijke zaak in de
aandacht van al ome lezers.
DE DIRECTEUR.
t Is met Clémenceau en zijn mi
nisterie nog akeliger en naarder ge
gaan in de stakingskwestie der post
beambten, dan men te voren had;
kunnen denken!
De anticlericale kerkvervolger,
die geestelijken en bisschoppen en
Paus en katholieken vol durf ver
volgde en berooven dorst, heeft sma
delijk het hopfd gebogen voor. ..£sM
de revolutionairen
De postbeambten, die zich nu van
hun kracht en macht bewust zijn
geworden, hebben zonder eenige ré
serve de .zegepraal behaald over den
man, die helaas op dit oogenblik
nog steeds over Frankrijk re
geert.
»Wje hebben de historie verhaald
van het aanplakbiljet „Merci",
Waarin zoo duchtig op Sinryan, den
chef van den Fransche posterijen
(totnogtoewerd gescholden.
De Fransche Kaaner vond dat bil
jet todh al te kras: zulk een op
stand tegen het gezag moest gestraft
worden, en. Clémenceau beloofde dat
26)
Nauwelijks was de dokter weg, of op
luidruchtige wijze werd er aan de huis
deur gescheld.
Het was mevrouw Dufour. Gaston,
he in de opwinding der laatste ver
schrikkelijke oogenblikken in het ge
heel niet meer aan zijne vrouw en
*an het concert gedacht had, ijlde haar
lastig te gemoet. Hij vond haar in
*>eur boudoir, nog met den langen
*vondmanteI om, die haar schitterend
toilet bedekte. Zj strekte beide handen
daar hem uit en zeide op bewogen
toon
„Mijn arme vriend, wat een vreese-
^jke toestand! Arme, kleine Rita! Het
coneerl was zoo wat halverwege, toen
het bericht ontving. Toen ben ik
•aastig hierheen gekomen. Ik viel bijna
to onmacht, toen ik het hoorde. Ik
Rad een gevoel of men mij een dolk
'1l!t hart stiet. Ik wilde naar mijn
hef kind, het in mijne armen sluiten,
«och mijn voorzichtige moeder hield
to ij heel verstandig terug
Gaston wierp een vragenden, verwij-
Jtoden blik op zijne schoonmoeder,
toe juist binnentrad en de laatste woor-
«toi harer dochter verstaan had.
„Ja, het zou eene dwaasheid geweest
zijn," zeide mevrouw Estelle, „indien
ik uwe vrouw niet verhinderd had om
de kinderkamer binnen te gaan. Gij
waart bij de arme kleine, waartoe
zou het dienen twee levens in de waag
schaal te stellen! Iedereen weet toch,
hoe aanstekelijk de diphtlieritis is. Ik
ben overtuigd, mijn lieve schoonzoon,
dat gij mijn optreden volkomen bil
lijkt."
,,'t Was heel verstandig vau mama,
niet waarT' vroeg Charmette. „Men
mag toch niet onvoorzichtig zijn. Ach,
mijn vriend, gij weet niet, hoe pijnlijk
het voor een moeder is, haar kind
niet aan de borst te kunnen drukken,
als het in doodsgevaar verkeert, welk
eene inspanning het mij kost om niet
naar mijn lieveling heen te snellen!
Ach, mijn moederhart lijdt er zoo grie
vend onder."
Ofschoon Gaston zijne vrouw veraf
goodde en alles goed vond wat zij deed,
kwam hij tegen deze onhartelijkheid
in opstand. Zij deed hem zeer. bijna
even zeer als liet zien der operatie van
zijn kind, en zijne stem klonk ruw
en hard,t oen hij de dames toevoegde:
„Zeker, ik kan je voorzichtigheid
niet anders dan goedkeuren. Kom maar
niet te dicht bij het bed van onzen
lieveling, ik zal wel alleen de ver
pleging op mij nemen."
Charmette sloeg teedcr hare armen
om Gaslon's schouders.
„O, Gaston," riep zij uit, „ik ben
meer dood dan lerend, zoolang ik
hij.een streng onderzoek zou in
stellen
Da.t heeft hij gedaan...' jawel!
Bij dat „onderzoek" is uitgekomen,
dat het biljet lach niet! is
opgesteld toen het werk nog niet
hervat was, dus toen er nog sta
king was. En aangezien Clémenceau
beloofd heeft dat niemand gestraft
Zou worden voor die staking.
hebben de stakers de verzekering' ge
kregen, dat ze ook om het biljet
„Merci!" niet zullen worden ver
volgd!.
Is er laffer kruipen voor de revo
lutionairen mogelijk!
Een der scherpste uitingen over
het gedrag der regeering is afkom
stig van het bestuur van een' der
groote postveroenigingen.
Een lid van het bestuur der „As
sociation générale des agents der
postes" zeide tot de journalisten
„de beste dienst dien de regeering
ons in deze zaak heeft bewezen is
dat zij ons onze kracht heeft ge
openbaard. [Wij zijn zeer sterk, en
dat zullen wij blijven."
De uitdrukking is teekenend en
i juist!
Daardoor geeft ze ook precies aan
den omvang van het gevaar, dat
deze regeering voor Frankrijk mede
brengt.
Helaas, onder Clémenceau c. s.
gaat Frankrijk wel met reuzenschre
den den weg naar den afgrond op!
DE DAG DER REDEVOERINGEN.
Het is vandaag de dag van poli
tieke redevoeringen
Von Biilow in de Rijksdag', over
de huitenlandsche politiek, aller
belangrijkst
Grey in het Engelsche Lagerhuis
over de vlootkwestie, interessant
Tittoni in de ItaJiaansche Kamer
over legertoerustingen en Europee
sdie kwesties, leerzaam!
En buitendien zijn er nog een paar
verspreide dingsigheden, die onder
ons buitenland ook gemeld moeten
worden.
iWe moeten dus wat bekorten.
Om met de Dnitsohe rijkskan
selier te beginnen, prins von Bülow,
heeft in zijn redevoering en dat
mooht hij wélvooral nadruk
gelegd op het Duitsch-Oostenr ij ksch
verbond als de groote
waarborg voor den vrede
in Europa! Oostenrijks diploma
tieke overwinning in de Balkan
kwestie, een overwinning, waarom
de Russische pers tandeknarst en
de Engelsche pers óók al nijdig en
met verholen afgunst zich uit, is
óók een overwinning voor de Duit
se'! te politiek, die Oostenrijk op
allervoortreffelijke wijze heeft ge
steund.
Merkwaardig was wel, dat Italië
bij deze passus van von Bülow's
redevoering heelemaal niet genoemd
werdmerkwaardig, en teekenend
tevens
Voorts sprak de Rijkskanselier
over de vlootplannen in verband met
de .Engelsche alarmeerende berich
ten dienaangaande.
Met nadruk zei de kanselier
eu de Engelsdhe regeering kan dat
in z'n zak steken het volgende:
„De regeering denkt er niet aan
in het bouwen van de vloot een
wedstrijd te houden met de Britsche
zeemacht. Onze vloot toerus tin g'
dient alleen tot beveiliging van onze
kusten en tot bescherming van on
zen handel. Het programma van
onzen vioolbouw is geheel openbaar
wij hebben niets geheim te houden
en niets te verbergen. De regeering
is niet van plan den aanbouw van
schepen binnen den wettelijk vast-
g es telden tijd te bespoedigen!"
Zoo komen we vanzelf op lórd
Gery's redevoering in het Engel
sche Lagerhuis.
Merkwaardig was daarbij ook alweer
het deuntje, dat we straks door Tit
toni zullen hooren zingen: de vrede
is gewaarborgd, en we staan met de
andere mogendheden op een goeden
voet, maarwe moeten toch onze
legermacht uitbreiden I
Grey maakte jacht op het Engel
sche chauvinisme: we moeten
onze superioriteit handhaven
dat was de hoofdtoon van zijn rede
neering! Dat die superioriteit even
wel gevaar loopt, heeft Grey niet
bewezen.
Meesmuilend kon het Lagerhuis
hooren, dat minister Grey verklaarde,
in allen ernst den wedijver in het
bouwen van de „Dreadnoughts"
waarvan nu opeens heel Engeland's
toekomst schijnt af te hangen,
te betreuren, maar 't kon
niet anders, wil Engeland zijn bestaan
en vrijheid behouden!"
Uit hetzelfde vaatje tapte gisteren
Tittoni. de Italiaansche minister
van buitenlandsche zaken.
Ook hij diong aan op nieuw# leger-
toerusting.
Over de noodzakelijkheid zich tot
verdediging toe te rusten, achtte deze
staatsman elke beraadslaging over
bodig, want geen regeering kan een
goede Italiaansche politiek voeren
zonder een krachtig léger en een sterke
vloot! De regeering is voornemens
aldus verder Tittoni de Kamer de
noodige maatregelen voor te stellen.
Slechts door aan de militaire orga
nisatie de noodige uitbreiding te geven,
kan, naar de minister van oorlog
verzekerde, het Italiaansche leger de
eer van de nationale vlag hoog honden.
Niemand kan twijfelen aan de nood
zakelijkheid om de verdedigingsmid
delen aan te vullen.
De minister van marine deelde
zijnerzijds mede, dat in de aanstaande
begrooting nieuwe kredieten znllen
worden gevraagd om den aanbouw
van schepen en droogdokken, ten
einde op een bevredigende manier in
alle behoeften van de oorlogsmarine
te voorzien, te verhaasten.
Allemaal voor den vrede I
DE SERVISCHE KWESTIES.
Kwesties, want er zijn er twee.
Eene met Oostenrijk, en een be
treffende prins George.
Die met Oostenrijk zal wel in orde
komen: in heel Belgrado denkt nie
mand meer aan vechten, seinen one
de correspondenten over de even
verwondingwekkende als nuchtere
stemming in de Servische hoofdstad
plotseling ontstaan!
En wat den kroonprins betreft, die
heeft afgedaan.
Koning Peter heeft in een heel
korte, van alle Servische opgewonden
heid verbazend-vrij-gehouden procla
matie zijn tweeden zoon Alexander
als troonopvolger geproclameerd.
Hier is het stuk
„Aan het Servische volk 1 Mijn zoon
prins George, totnutoe kroonprins,
heeft zich genoopt gezien, van de
rechten en voorrechten van een kroon
prins, die hij volgeDs de grondwet
des lands bezat, afstand te doen en
heeft dit als zijn onwrikbaren wil
uilgeBproken. Daarom heb ik, gehoord
den ministerraad, in tegenwoordigheid
van den voorzitter van de Skoeps-
jtina, den voorzitter van den Raad van
State en van hef hof van cassatie,
besloten, den afstand van kroonprins
George aan te nemen, en de rechten
en voorrechten van een kroonprins
tegelijk met de rechten van eerstge
boorte, in overeenstemming met de
grondwet des lands, aan mijn joDge-
ren zoon prins Alexander over te
dragen, door hem tot mijn troonop
volger nit te roepen. Terwijl ik aan
het Servische volk bekend maak,
smeek ik Gods zegen op mijn konink
lijk huis en op al mijne geliefde
onderdanen af. Peter."
In Belgrado is men ook over den
afstand en deze opzienbarende gebeur
tenissen bijzonder kalm.
Waarom ook niet?
Men is daar wel ernstiger en vreese-
lijker dingen gewend!
DE GEVOLGEN.
Ten slotte nog een woordje over
de geyolgen van Oostenrijks over
winning, althans zooals de leidende
Oostenrijksohe pers die voorstelt.
De gedanhtengang dezer bladen en
stellig ook der Engelsche staats
lieden, is: voor 't oogenblik is de
vrede gewonnen» maar het zaad is
gelegd voor een uitbarsting later!
Het Europeesqh concert is voor
het oogenblik eensgezind; en Oos-
tenrijk-Hongarije en Duitschland ze
gevieren dus op dit moment over de
Slaven jn Europa en over hunne
tWiest-Buropeesche beschermers.
Maar.L de overwinning kan wel
eens duur gekocht blijken, wanneer
Rusland grievend vernederd wordt
en wanneer Montenegro's etecthen oin-
ingewilligd blijven en ook die van
Italië niet worden ingewilligd.
Hoe zullen de Slaven jn Oosten-
rijk-Hongarije zelf deze overwinning
van het „Aerenthalisme" slikken
dat is de vraag die in de En
gelsche pers wordt gesteld.
Algemeen wordt aangenomen, dat
Servië alle formules, die het wor
den afgeperst, aal goedkeuren. Maar
Servië zal die enkel zoolang eer
biedigen, als Oostenrijk-Hosagaxijw
in staat zal zijn, die eerbiediging
af te dwingen. Zoodra dat niet meer
het geval zal zijn, zal Servië de
nieuwe regeling verscheuren, even
als ook Oostenrijk-Hongarije dat
deed met het tractaat van Berlijn 1
Erg bemoedigend voor de toekomst
luiden die prognostieken van de En
gelschen niet.
Maar1 enfin, wie dan leeft, éie
dan Borgt!
Iswolski, zegt men, zal de neder
laag van zijn Balkanpolitiek mei zijn
positie moeten betalen. Men zegt dat hij
zal aftreden.
Castro. Volgens geruchten uit Was
hington, welke de New-Yorksche cor
respondent van „De Globe" overseint,
is Engeland's aandacht er op gevestigd,
dat het in het belang van den vrede
raadzaam zou zijn, te verhinderen, dat
Castro op Trinidad landt. Ondanks aha
berichten van het tegendeel, zon C.astrn
nog een sterken aanhang in Venezuela
hebben en daarom verwacht men van
hem, dat hij een poging zal doen, om
de macht te heroveren. Het wordt ver
der een openbaar geheim genoemd, dat
de regeering te Washington al haren ia-
vloed bij de Midden-Amerikaansche re
publieken aanwendt, om hen over te
halen aan Castro geen wijkplaats ta
verleen en, en dat die pogingen ver
moedelijk zullen slagen. De Engelsche
kolonie Trinidad wordt in elk geval,
met het oog op de rust in Venezuela,
als een zeer gevaarlijke verblijfplaats
voor Castro beschouwd.
Oostenrijk en Turkije. Het Oos-
tenrijksch-Turksche protocol betreffea-
de Bosnië komt heden in het Turk-
sche parlement aan de orde. Het
wordt natuurlijk aangenomen, hoewei
er pogingen zijn gedaan om te zorgen
dat da meerderheid zeer klein zou zijn
om het decorum te bewaren tegen
over het verlies der beide provinciën!
Vermoedelijk zullen vele Grieken zich
onthouden en alleen de Albaneezen ea
eenige Arabieren tegenstemmen.
Dat Rusland de inlijving erkend
heeft maakt de zaak voor de meerder
heid zeer veel gemakkelijker.
Akelige grap. Een misdadiger heeft
per draadlooze telegrafie aan het Ame-
rikaansche marinebestuur geseind, dat
op de Cubaanscho kust twee groote
Amerikaansche slagschepen „opgebla
zen" zijn. Doch het blijkt dat dit ver
schrikkelijke nieuws niet waar is. Men
onderzoekt wie die akelige „grap" heeft
uitgehaald.
Flinke meisjes! Een 20-tal da
mes-studenten van de Universiteit te
Berkeley in Californië hebben gedreigd
met „staking", als de professor in het
Fransch, dien ze hebben, voortging met
hun allerlei liederlijke nieuwerwetsche
Fransche romans voor te zetten. De
professor heeft moeten bukken en de
pornografische lectuur van zijn pro
gramma moeten schrappen.
weet, dat Rita in gevaar is. Wilt gij
mij geregeld op de hoogte houden van
den toestand? Ja, wilt ge?"
„Het zal gebeuren, zooals ge ver
langt," antwoordde de kunstenaar met
doffe stem. Daarop keerde hij naar
het leger van zijn zieke lieveling terug
en bleef daar langen tijd met het hoofd
in de handen zitten, ten prooi aan
de pijnlijkste gedachten.
Deze neerslachtige stemming maakte
intusschen langzamerhand plaats voor
een gevoel van vreugde over de snelle
vorderingen, die de genezing van zijn
doehlerlje maakte. Nooit was het kind
ook zoo teeder, zoet en aanhalig ge
weest. Liefkoozend drukte zich het
kleine, zwakke lichaampje tegen de
borst des vaders aan, terwijl zij het
lieve gezichtje, zoo wit als albast, stree-
lend tegen Gaston's baardige wang
legde. Het kindermeisje zette dan de
hooge vensters wijd open, om de lieve
lentezon vrijen toegang tot het vertrek
te geven; zij strooide hare fonkelende
stralen over het bedje der lieve kleine
en verspreidde hare weldoende warmte
door de kamer. Dan juichte het kind
van pleizier.
Keel en borst genazen voorspoedig en
toen alle gevaar voor besmetting voor
bij was, nam Gaston Dufour op een
mooien lentemorgen zijn kind in de ar
men en bracht het met stralend en
zegevierend gelaat naar zijn moeder.
Bij het zien van de kleine herstel
lende ijlde Charmette met uitgestrekte
armen haren gemaal te gemoet en nam
hem zijn lieven last uit de armen; met
veel vertoon van teederheid drukte zij
de kleine aan haar hart.
„Mijn lieveling! mijn lieveling!" riep
zij herhaaldelijk, „mijn schat, mijn en
gel!"
Gaston zag met ontroering naar zijn
jonge, sclioone vroruw, nog veel schoo
ner en bekoorlijker door die teedere
uiting van moederliefde. Hoe had hij
in een oogenblik van opwinding toe
kunnen geven aan de gedachte, dat
deze moeder niet van haar kind hield?
Charmette overlaadde haar kind met
kussen.
„Mijne zoete, kleine Rita, nu zijt ge
weer beter, nog een beetje bleek
O, mijn liefje, wat hebt gij uw moe
dertje angstig gemaakt! Maar daarom
ben ik toch niet boos op je, hoor,
mijn hartje, neen. neen, zeker niet, ik
ben niet boos op je!"
De ziekte van haar dochtertje had
Charmette gedwongen een tijdlang stil
te huis te blijven, waar zij zich vree-
selijk verveelde. Thans kon zij weer
tot hare gewone levenswijze lerugkee-
ren. Zij ging nu eiken middag ten
minste weer wandelen, steeds met de
majestueuze Friezin naast zich, dié het
rijk uitgedoste kind droeg. Eiken dag
kwam op het vastgestelde uur de lan
dauer voor. De bediende stond in onbe
rispelijk stramme houding1 aan het por
tier. Twee glimmende zwarte rossen
stampten ongeduldig met de sierlijk ge
vormde pooten. Als mevrouw en de
kleine eindelijk verschenen, liet Gaston
zijn werkzaamheden een oogenblik rus
ten en plaatste zich aan het venster
om met welgevallen het aardige too-
neel gade te slaan, dat zich voor het
huis afspeelde. De Friezin hield het
in borduursels en kant gebuide kind op
den schoot en de kleine prinses wierp
haar vader dan bevallige kushandjes
toe. Charmette zond Gaston van uit
den gemakkelijken landauer haar lief-
stem glimlach toe en wuifde met de
hand tot afscheid. De paarden trok
ken aan en het rijtuig rolde voort.
Gaston's oogen volgden het elegante
voertuig met weemoedigen blik, doch
met heldhaftige verloochening van zich
zeiven ging hij weer aan den arbeid.
Hij beijverde zich, spande alle krachten
in om de belangrijke bressen te slop
pen, die de verkwistende weelde van
zijne huishouding in zijn vermogen ge
maakt had en tegelijk wilde hij uit
alle macht er voor zorgen, dat zijne
vrouw de schitterende leefwijze kon
blijven voeren, waaraan zij zoozeer ge
hecht was. Ook de roem lokte hem
bij zijn arbeid en zijne moeite toe, de
oogen van jtijn lievelingen moesten
schitteren vaft trotsche vreugde, als
men zijn naam uitsprak. Die beide
wezens toch waren zijn leven, zijn ge
luk! Voor haar was hij bereid alles
te ontberen, alles op te offeren. Maar,
zou zijn streven ooit gewaardeerd
worden?
Sinds de ziekte van Rita waren we
derom lichte twijfelingen in zijn hart
opgekomen, maar met al het geweld
zijner dwepende Liefde was het hem
nog steeds gelukt, dezelve te onderdruk
ken.
De lente ging voorbij en met de hitle
van den zomer kwam ook de zucht tot
reizen. „Waar zullen wij dit jaar hees
gaan" klonk het allerwege van de lip
pen der genotzuchtigen. De koele scha
duwen van het Bois de Boulogne, de
honderdjarige wouden van Versailles
wenkten weliswaar verlokkend tot stille
rust en ontspanning, maar zij ware#
te dicht by. De voorname Parijsche
wereld had behoefte aan de bergpar-
tijen der Pyreneeën, aan de cöte d'azur
van Nizza, of de blauwe meren van
Zwitserland of de badplaatsen van
Normandië en Bretagne, om zich van
het stof der wereldstad te ontdoen.
Voor Charmette en hare moeder kon er
natuurlijk alleen sprake zijn van de
meest gezochte en elegante zeebadplaal-
ken. Zij wisten niet, waarop hare keus
te laten vallen, op Dieppe of Tronville.
Doch dit zou wel spoedig beslist
worden en intusschen kon men reeds
voor de noodige toiletten zorgen. De
voornaamste dameskleedermaker werd
ontboden, kostbare combinaties wer
den bedacht, waardoor men het grootst
mogelijke effect hoopte te bereiken. En
de dames gingen daarbij zoo royaal
en zonder eenige terughouding te werk,
dat zij onmogelijk da tallooze rekenin
gen konden voldoen.
Wordt vervolgd.)