DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. De Sociale Week. Zaterdagavondpraatj es. Kindefhuiivest 29-31-33, Haarlem BUITENLAND. ms=sr- ZATERDAG 17 JULI 1909c 24"* Jaargang No. 6940 Bureaux van Redactie en Administratie Intercommunaal Telefoonnummer 1426. Voor advertentiën en reclames buiten Haarlem en de agentschappen wende men zich uitsluitend tot RICARDO's Advertentie-Bureau, N. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, Int. Telefoon 1020. Dit nummer bestaat uit uier bladen, tu. o. de Of ficiéél e Kerk lijst en het Geïllustreerd Zondags blad in 16 bladzijden. EERSTE BLAD. Katholieke Middenstands-Organisatie. Mr, Tideman. Algemeen overzicht. NIEUWE HMRLEMSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS) Per 8 maanden Voor Haarlemf 1,36 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post n 1.80 Afzonderlijke nummers 0,03 PRIJS DER ADVERTENTIÊN Van 16 regels60 cent (contant 50 cent). Iedere regel meer10 cent. Buiten Haarlem en de Agentschappen iO cent per regel. Reclames dubbe tarief. Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 cents (a contant). ra Alle betalende abonné* op dit blad, die in het bezit eener verzekeringspolis zijn, z|jn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor: GULDEN bij verlies van één wijsvinger. GULDEN bij levenslange onge schiktheid tot werken. uuDnci up i 400 GULDEN bij overlijden. JC&ll eener 300 GULDEN bij verlies van éen band of voet. n, M.IJU vul: 150 GULDEN bq verlies van éen oog. up UC puil 100 GULDEN bij verlies van éen duim. ungciu 60 r 15 GULDEN bij verlies van éen anderen vinger De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht II. 'Meb buiteng'emoe.Ti voel genoegen aten wij „Het Centrum" protest aan- teekenan tegen de opmerkingen, die „Do Tijd" in een paar hoofdarti kelen gemaakt beeft over prof Aun- gememt's „Leerboek der Sociologie Prof Aengenent verdedigde het beginsel, en scherp, dat Katho lieke vakorganisatie plicht isj, Oók der Middenstanders! „He Tijd" daarentegen, voor ar beiders volkomen dit beginsel toe stemmend, pleitte wegens opportu nistische redenen verschooning voor den Middenstand: de vraag of Ka tholieke Middenstanders, bij neu trale Middenstanideypiecn igingten aangesloten, die moeten verlaten, die vraag wil de „Dje Tijd" nog niet royaal-bevesitigend beantwoor den „De Tijd" legde derhalve voor Katholieke arbeiders een anderen maatstaf aan op organisatie-gebied, dan voor de Katholieke Midden standers Ons jeukte de pen in de vingers, toen we dit lazen,. .Wij meenden evenwel, waai* een blad als „De Tijd" opmerkingen maakte aan een man als prof. Aen genent, dat het ons: niet paste, ons te dringen in het geschil; „Het Centrum", da,t oudere en beters brieven heeft, mocht dit wèl doen, En openlijk en vierkant Zegt dit blad, dat „Die Tijd" geen autoriteit kan wezen op dit punt, en dat prof s Aengenent-s opinie de veiligste en de beste is,. Onze lezers zullen zich herinne ren, dat wij in deze Courant, van het oogenblik da,t wij: de ieiding er van aanvaardden af, steeds hebben gepleit voor het I idm'aatschap van Katholieke Middenstandsverea- nigiogan, èn voor uittreding uit de neutrale, met welke federatieve samen werking de aangewezen weg sou zijn, Ons is dat door sommigen ietwat euvel geduid; Wij zijn verheugd, dat het gezag van een socioloog: als, prof A-enge- Sent; ons gevoelen nu steunt, ei dat «Het Centrum" tegen de tegenover gestelde mieenimg, wedkie nu ook door „De Tijd" wferd veijdedigld, ^oo be slist opkomt! We hebben dezer dagen medege deeld, dat Mr. Tideman zijn campagne in de bekende Kuyper zaak niet be ëindigd acht, maar nog immer „méér licht" poogt te krijgen. En ook, dat hij niet schroomt, hiertoe bezoeken af te leggen bij familieleden van in de zaak-Kuyper betrokken personen, om deze tot het geven van meer inlichtingen over die personen aan hem, mr. Tideman, te bewegen. Dat noemden wij brutaal. Mr. Tideman is zich bij ons over deze qualificatie komen beklagen en eischte, dat we die zouden terugtrek ken. Wij kunnen dat tot onzen spijt niet doen. Mr. Tideman zegt: de inlichtingen die ik vroeg, betreden niet Dr. Kuyper, maar mej. Westmeijer. Wij nemen dat natuurlijk gaarne aan, doch dAt is de zaak niet De zaak is, dat Mr. Tideman bij leden van eene familie, die hij duch tig in opspraak heeft gebracht, nü al die opspraak nog zich presenteert om méér inlichtingen te krijgen over dat lid der familie, dat reeds door hem op zoodanige wijze in 't publiek is gebracht. De heer Tideman schijnt in zijn werkelijk groote naïoviteit zoo iets héél natuurlijk en volkomen geoorloofd te achteD, wij zijn van meening dat zulk een bezoek allesbehalve blijk geeft van fijngevoeligheid. Dat het integendeel, vooral waar bet hier een bejaarde dame geldt, gerust een brutaal optreden kan wor den genoemd I De nuance die er is tusschen een geoorloofd bezoek en een ongepaste visite, zal iedereen voelen! De heer Tideman voelt die nuance niet. Het spijt ons waarlijk voor hem. Doch dat hij dat niet voelt, toont ons met te meer klem, hoe de heer Tideman werkelijk het onderschei dingsvermogen mist, dat noodig is om in eene zoo teedere zaak als deze, als rechter over de correctheid van Dr. Kuyper op te treden! staat onder niet-Katholieken, voor hetgeen de Katholieken op weten schappelijk en sociaal gebied praes- teeren. Nu ja, degenen die wat ruimer kijken, de mannen met wat uitgestrek ter gezichtsveld, weten wel hoe er onder ons gewerkt wordt en dat dit werken ook vruchten draagt. Maar óók zij zelfs ontkomen toch niet altijd aan die bij andersgezinden, bij 't liberale volksdeel voornamelijk ingegroeide minachting voor de Room- schen, waardoor ze volkomen te goeder trouw met 'n schouderophalen en een glimlachje over: „nu ja, die Room- schen" spreken. Dat is niets onbegrijpelijks. 't Is er, door jareniaDge verkeerde voorlichting, langzamerhand werkelijk en letterlijk ingegroeid. Wanneer iemand als de heer Bolland spreekt van „kuddedieren", dan mag een liberaal dat een onwellevend woord vinden, maar bij zichzelf denkt hij toch dadelijk aan „die heerschzuchtige geestelijkheid", aan dat „neerdrukken vau de massa", aan het „dom houden" van het volk, waarover z'n liberale voorlichters in de pers en in verga deringen hem met waarlijk verwon deringwekkende zelfgenoegzaamheid zoo lang en zoo voortdurend hebben gesproken. Net een paar Katholieken heb je, zoo heet het in de liberale meening die „zelfstandig" zijn: dat zijn degenen die zich van Katholieke en Christelijke politiek niets aantrekken, die zeggen dat de Pastoor in de Kerk hoort en nergens anders, en die „vrij zinnig" genoeg denken om liberaal te zijn in hun daden en hun leven. Maar de rest Dompers. Een tweede reden is de voor de hand liggende wensch, dat zoovelen onzer als maar kunnen, aan dien Socialen Cursus zullen gaan deelne men. Dat, wie eenigszins kan, den leergang in de grondbeginselen der volkshuishoudkunde ga volgen. 't Is werkelijk geen verbeelding, maar dag in dag uit haast treft het ons, wanneer we bij ons journalisten- werk met andersgezinden samentreffen, dat er in het algemeen een zekere kleinachting, iets geringschattends be Zoo is zonder twijfel de opinie over ons, Katholieken, bij velen onzer land genoot n van liberalen aard. Bij de groote massa althans, Nu behoeven we dat ons niet zoo erg aan te trekken. Op 'n opinie der massa komt het ten slotte weinig aan, waar de levende feiten die opinie tegenspreken en de menschen, tot oordeelen bevoegd, ook beter weten. Maar niettemin is het de plicht der Roomsche Pers dunkt ons om die meening toch zooveel ze kan te bestrijden en niet om den roem der eigen partij, maar ook ter betere leeriDg van onze tegenstanders, de aandacht te vestigen op feiten, die duidelijk de hoogte onzer ontwikkeling en de ernst van onzen socialen en weten schappelijke arbeid bewijzen. En d&t is de eerste reden, waarom we hier met een enkel woord de „Sociale Week", te Nijmegen van 15 tol 22 Augustus a.s. te houden, willen bespreken. Aan ons, katholieken, wordt door onze tegenstanders naar den boven ge- scbetsten trant vaak verweten: „gij kijkt niet breed, ge blijft in uw be krompen geloofekringetje, het alge meen maatschappelijke is u vreemd 1" Het ligt niet op onzen weg, hierin den breede de onjuistheid aan te too- nen van dit verwijt, dat dan natuur lijk is gericht tot degenen, die in de actie op sociaal, economisch en politiek terrein vooraan staan. Het is evenmin onze taak, nü aan te toonen met bewijzen, hoe aan den kant onzer tegenstanders zoo vaak, bijna geregeld, zelfs de allereerste be ginselen van kennis omtrent onzen godsdienst, onze sociale werken en het verband tusschen die beide, ja, omtrent het geheel onzer opvattingen en overtuiging, ontbreken Maar nu mag toch d i t gezegd, dat het organiseeren der Sociale We ken, uitgaande van onze „K. S. A.", voor den tegenstander die werkelijk w i 1 weten wat er in ons leven en den kring der onzen omgaat in 't maatschappelijke, den besten maat staf geeft van het werk der katho lieken op sociaal gebied. In Utrecht (1906) en Breda (1907) werd de sociale kwestie beschouwd in hare onderdeelen. En van moraal filosofisch standpunt. In Rotterdam (1908) werd de sociale taak der gemeente van allen kant bekeken. In Nijmegen, van 15 tot 22 Augustus aanstaande, zal een cursus in de beginselen der katholieke volkshuishoudkunde worden gehou den: de sociale economie, waarvan natuurlijk de verschillende grondbe ginselen alleeo kunnen worden behan deld zoodat deze cursus een inleiding is tot zelfstudie van de belangrijke vragen van den dag, waaromtrent niemand die zich in het publieke leven beweegt, onkundig mag zijn. En nu moge (voor velen misschien ten overvloede, hopen we) nog ééns worden uiteengezet, hoe die „Sociale Week" is ingericht, hoe die cursus wordt gegeven, hoe die zal worden gevolgd 6n dienstbaar worden gemaakt aan het algemeen belang. Vooreerst is de Sociale Week geen week van mooie speechen of aardige voordrachten, maar er wordt onder- w e z e n.jDe onderwijzenden, die het hun toebedeelde onderwerp meester zijn, deelen van hunne speciale kennis mede aan de hoorders, en wel in den vorm van een voordracht die telkens één afgesloten geheel is. Hier dus geen Congres- of vergade ringsredevoeringen, geen declamatie, óók geen gezellig debat, niets dan een voordracht ter sociale onderwij zing. Daarbij bestaat dan eiken d*g ge legenheid, om naar aanleiding van het gesprokene schriftelijke vragen te stellen, die door de onderwijzenden mondeling worden beantwoord. Des morgens, 's middags en des avonds worden die lessen g°geven, telkens 2 uur met een korte pauze. DM is de uiterlijke inrichting van de Sociale Week. Over het onderwerp van de Nijmeeg- sche week spreken we nu nog even afzonderlijk in het volgende artikel, om dan te komen tot onze conclusies. DE SJAH DOET AFSTAND. Gistermiddag, juist toen onze persen draaiden, kwam het bericht, (Reuter- telegram) dat de Sjah afstand had gedaan van den troon... De regeering van Mohammed Ali, den „koning der koningen", is daar mede geëindigd. Aan de gewichtige daad van den Sjah is de nederlaag zijner troepen binnen de stad voorafgegaan. Reeds hadden die zich geschand vlekt door onder Russische vlag te vechten. Donderdagavond verwierven de nationalisten versterkingvier kanonnen, die zij op den vijand ver overd hadden. De macht van kolonel Liakof was sterk verminderd, en hij gaf bevel het vuren te staken. Nu werd een wapenstilstand gehouden waarna de kozakken de wapens neer legden. De nationalisten stonden nu nog tegenover de eigenlijke kern der royalistische troepen, die uit het noorden de stad bestookten. Woens dagavond grepen deze de noordooste lijke of Sjiran-post aan, maar werden door de nationalisten met zware ver liezen teruggeslagen. De Sjah zocht een schuilplaats in het Russische gezantschap, waar hij nu nog is. En dadelijk is daarop de vrede gesloten. Er werd een nieuwe regeering ge vormd, waarin Sipadar (de hoofdman der revolutionairen) als minister van oorlog optreedt en tevens stadsprefect wordt. Hij gaf in zijn nieuwe functie de eerste bevelen al aan den Russischen kolonel Liakof voor het herstel der orde in de stad. De bevolking legt groote vreugde aan den dag, heet het. Een nationale vergadering, samen gesteld uit de voornaamste notabelen en de militaire chefs der nationalisten, heeft ten overstaan van een ontzettende menigte op het Parlementsplein den kroonprins tot Sjah, Azad el Mulk, die aan het hoofd der Kadjarfamilie staat, tot regent, en Sipadar tot minis ter van oorlog en gouverneur van Theran uitgeroepen. De kroonprins is twaalf jaar' oud bij heeft dus nog zes jaar den tijd. Wat de beteekenis van deze gebeur tenissen zal zijn vcor de ontwikkeling der Perzische en Midden Aziatische politiek, kan nog niet worden aan gegeven. Men zou daarvoor moeten weten, welke de rol is geweest die de Rus sische diplomatie in deze heeft gespeeld. En, wat de Russen nu zullen doen Uit .St. Petersburg werd nog steeds bericht, dat het niet noodig werd geacht te Teheran de troepen uit Kaswin te laten komen, ook zouden de Russische troepen, die gereedstaan aan de Perzische grens slechts als het dringend noodzakelijk wordt geacht Perzië binnentrekken. Indien een bericht van de „Köln. Ztg." juist is, schijnt deze verzekering van Russische zijde waar te zijn. Het is opmerkelijk, dat geen dsr berichtgevers een ook maar eenigszins nauwkeurig bericht weet te geven van het aantal gesneuvelden bij de gevech ten, die meer of minder ernstig dan tooh hebben plaats gehad. Blijkbaar schijot de vrede ook tot stand gekomen zonder dat een bloedig gevecht is voorafgegaan. En voorloopig schijnt Sardar Assad geen aanspraken te doen gelden op den troon, gelijk men van hem verwachtte. DE JOXG-TURKEX. We hebben menigmaal over de Jong- Turken en hun streven allesbehalve gunstig geoordeeld In tegenstelling met de liberale pers en de anderen, die daaruit putten die maar niet uitgepraat kan komen over die uitstekende en zoo ultra liberale" Jong Turken, hebben wij menigmaal gewaarschuwd voor over dreven bewondering, al moet erkend worden dat de Jong Turken heel wat opgeruimd hebben. Met name voor de Katholieken vreesden wij van de Jong-Turken allesbehalve gunstige maatregelen. En nu is het karakteristiek, dat de Jong-Turken (wier leiders meerendeela in Parijs hebben gewoond) meer en meer toenadering zoeken tot Frankrijk. Frankrijk en de Fransche insteliin- geu, hoe rot die ook zijn, schijnen voor de Jong-Turken erg aantrekkelijk te wezen. Nietomdat Frankrijk zooals vroeger een bevoorrechte positie heeft in het XCVII. Al te mooi om waar te veten. De Zaterdag avond man op reportage uit, en wat hij hoorde. Van lui die 't geluk urdienen en niet bijeen, en van anderen die niete ver dienen en toch geluk hebben Een wanklank, die niet gehoord moest worden. Be- lol te maakt schuldI Toen ik het las in de krant, van diou huzaar, die 'n paar hollende paarden had tegengehouden en nu acht gulden in de week zou krijgen, toen dacht ik, wat is 't toch 'n toeval, dat zoo n paar hollende paarden net pre cies toebehooren aan zoo'n genereuze oude juffrouw, en dat er ook net toe vallig zoo'n Hinken huzaar in de buurt "was, die een tractement van acht gul den in de week zoo prachtig kan ge bruiken. Maar nu lees ik gisteren, dat het ..Haarlem's Dagblad", die dat nieuwtje de wereld heeft ingegooid Uit de „beste bron" had het blad het! Jawel, dat begrijpen we weer is te ruggekrabbeld en nu vertelt, dat het met permissie gelogen heeft en dat er Uiets van aan is. Ziet u, dat is nu de a'leronaangenaamste kant van de ge schiedenisHoeveel lui zijn er ge weest, die niet gedacht hebben bij zich zelf: ik wou dat ik die huzaar geweest was! En daar komt me nu zoo'n blad, nadat het overal opspraak heeft ge bracht, want natuurlijk nemen alle an dere bladen zoo'n buitengewoon nieuw tje over, heel nuchter vertellen: d'r is niets van aan. Je zoudt zeggen: infor meer dan eerst eens wat beter, vriend je! Maar ik weet wel, en ik heb het door mijn krantenondervinding van een paar jaar waar ik erg grootsch op ben nu wel geleerd, dat die jour nalisten als ze zoo'n nieuwtje denken te pakken te hebben, dikwijls geen tijd hebben om te informeeren. En omdat ikzelf nu eens wèl tijd over had, ben ik gisteren eens op onderzoek in dat zaakje uit geweest. Want wat drom mel. ze zuigen het toch niet uit d'r duim, zoo'n acht gutden per week, wat zegt Nu, ze hebben dan toch de krant van de Groote Houtstraat er lee- lijk mee te pakken gehad, en ik zal u vertellen hoe. Die goeie mevrouw die in het rijtuig zat, toen de huzaar 'n kranige borst, naar ik hoor haar paarden zoo knap wist stil te houden, was heelemaal geschrokken en confuus. En ze dacht er niet over, den huzaar zelfs te bedanken, laat staan hem een present te geven. Maar toch was ze zóó niet, dat ze het zaakje zoo stilletjes maar zou laten afloopen. Althans het personeel van de oude dame was er van overtuigd, dat er voor deu huzaar nog wel wat zou over schieten. En de koetsier zoo ver telden ze me maakte al dadelijk met een collega een weddenschap: ,,'u Riksdaalder om 'n gulden, wèt! en hij meê op: ,,'k Wed, dat ze den vent op z'n minst 'n acht pop in de week zal geven, heel z'n leven lang!" Nu, de collega geloofde er niets van, maar gewed was er. Ende koetsier heeft z'n weddenschap en z'n riks gekregen, want.... hij liep op 'n drafje naar de heeren van het Dagblad en ver telde: „Acht gulden in de week, me neer!" en toen ie 's avonds een krant in zijn handen kreeg, vloog liij er mee naar z'n collega en duwde hem de krant onder z'n neus: „Nou, wat heb ik je gezegd'? Precies als ik zei: acht gulden in de week! Geef óp je riks daalder!" De collega trok z'n neus op, maar jawel, 't stond in de krant, hè? En dus: hij executeerde zich en offer de z'n riks. Wat ze er mee gedaan hebben, dat weet ik niet. Ik denk, er dadelijk een flinken borrel op gezet op de gezondheid van den huzaar. Zóó komen nu de nieuwtjes in de wereld, als een krantenredacteur maar alles gelooft wat ze hem vertellen komen! Maar alle gekheid op 'n stokje: voor den huzaar, die ten slotte een paar rijksdaalders heeft gekregen, is het dan toch een allernaarst ding, dat-ie in de kranten zóó gelukkig is gemaakt, zon der dat er ook maar een syllabe van aan was! Zoo zie je: de eene menseh heeft geluk, en de ander heeft het niet, al zou hij het ook verdienen. En die geluk hebben, verdienen het vaak heelemaal niet, waarvan ik een voorbeeld zou kunnen vertellen op 't Oud-Haerlemsclie marktplein. Daar is, zooals natuurlijk elke Haarlem mer weet, want wie is er nu in Haar lem. die nog niet in de taveerne „de Hoofdwacht", of in de „Dry Roemers", of bij Panman in de „Amstel-pils" heeft gezeten, daar is dan achter den voorgevel van de vleeschhal de groo te poffertjestent van Consael opeens verdwenen. De man moest bepaald naar de een of andere kermis toe. 't Was wel een akelig anachronisme, (om nu even 'n geleerd woord ook eens te gebruiken) zoo'n opgedirkte poffertjes kraam met goud en bloemetjes en kristal vlak achter dien stemmigen ge vel van de Vleeschhal, maar och, daaraan wen je wel, net als aan de drie Italiaansche dametjes, die den hee- len Godsganschelijken dag als ze niet zongen, rechts voor de deur met '11 me- lancholieken blik de menschen zaten aan te gapen, en die door vreempjes bepaald voor een heel echt-soort „ou de Hollanders" versleten zijn, die bij het plein behoorden zooals de twee lieve visschersmeisjas of boerinnetjes (wat zijn 't eigenlijk?) en de deftige „clere" met de lange pijp en de toga in het Raadhuis. Enfin, Consael is dan heengetrokken en een ondernemend heer, die den nieuwen, meest modernen drank brouwt die je op heet Oud- Haarlem krijgen kunt, richtte er gauw een „spul" in achter den gevel van de Vleeschhal. ,,'n Spul" 't woord is niet van mijik hoorde het van een paar jongens, die door de reten gluurden. Eigenlijk is dat dan ook geen „spul", al staat er ook den heelen avond 'n schorre uitschreeuwer voor de deur om de menschen binnen te lokken: „de voorstelling zal zoo dade lijk aanvangen, dames en heeren!"... Maar 't is een café-chanlant, of nog deftiger 'n „cabaret-artistique". Hm! Ik wou u dan vertellen, dat er dikwijls lui geluk hebben, die 't niet verdie nen: welnu, de ondernemer van dit tentje is er een van! Want op den eersten avond, toen ik bij) 't mooie weer ook eens weer een kijkje nam op Oud- Haarlem, toen liep het er storm, .tel kens als een „voorstelling" door den heer met den hoogen hoed en de schor re stein, die buiten stond, werd aange kondigd. En de drie stuivers stapelden zich op, op hoopjes. Maar wat werden de menschen teleurgesteld. Daar was meneer Vrugt, in onze stad een wel bekende. en die beschaafd en heel aar dig voordroeg, zeker. Maar deze was ook de eenigste, en hij alleen kon het niet redden. De rest? Een paar uit de Jodenbreestraat in Amsterdam of daar omtrent, dat allerlei schunnigheden en smerige liedjes ten beste gaf, een heer met 'n grafstem die vertelde dat hij ,,'n flauwe mop" zou voordragen, en die in den meest letterlijken zin des woords z'n woord hield, want wat hij smoesde (voordragen kon je 't geen eens noe men) was te flauw om los te loopen, en dan nog eenige van dit soort. Menig fatsoenlijk bezoeker, en er wa ren er zelfs die hun kinderen hadden meegenomen, er waren zelfs notabelen uit onze stad, stond dan ook spoedig op en ging er uit! 't Is goed dat zulk een wanklank net op het laatst pas komt, want ware het eerdei- gebeurd, dan voorspel ik je, dat Oud-Haarlem er onder geleden zou hebben. Tóch is het nog jammer, want behalve dan dit „cabaret", waar de heer Vrugt. die een verdienstelijk en net voordrager is, z'n eigen toch ook allesbehalve zal heb ben thuis-gevoeld, is er den heelen duur van de tentoonstelling niets geweest, waarop aanmerking viel te maken' Trouw ens, daar zorgen de heeren Cha- bot en Van Gasteren wel voor, deze historie is hun blijkbaar ontgaan, eu ik ben er zeker van, dat ze, als ze het nog niet gedaan hebben, er paal en perk aan zullen stellen, en het duo Jacobson. of hoe ze heeten. met het overige Amsterdamsche gezelschap, be leefdelijk op de tram laten stappen in de richting van Halfweg! Dat zijn za aan de goede reputatie van het Bron gebouw verschuldigd: „noblesse oblige" is een spreekwoord dat die heeren wel kennen! 'n Ander spreekwoord is: „Be lofte maakt schuld", en dat heb ik me aan te trekken, nu ik tot mijn schrik zie, dat mijn plaatsruimte alweer vol geschreven is. terwijl ik het altijd nog hebben moest over de nieuwe zwem- club. die hier is opgericht onder de onderwijzers. Maar enfin: 't is nu toch koud genoeg om te zwemmen, niet? En dab begin ik er mee een volgenden keer, dan wordt het zeker niet verge ten! Adie! 17 JULI.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 1