der Openbare Godsdienstoefeningen in de R, K. Kerken te Haarlem en omliggende plaatsen. Naaml. Venn. „Drukkerij de Spaarnestad." O. L. Vrouw ter Nood. Heidendom in huis. Dit nummer behoort bij.de Nieuwe Haarl. Courant" van 17 Juli. KINDERHUISVEST No. 29—31—33. HAARLEM. Directeur: F. H. M. v. d. GRIENDT. AD VERTENTIEN: Van 1 tot 6 regels f L20. Elke regel meer0.20. Ingezonden mededeelingen tusschen den tekst ten minste 5 regeis fl.50; elke regel meer 0.30. Het Auteursrecht op den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 29 Juni 1881 (Staatsblad No. 124,) ZONDAG 18 MAANDAG 19 DINSDAG 20 WOENSDAG 21 DONDERDAG 22 VRIJDAG 23 ZATERDAG 24 Juli. 7e Zondag na Pinksteren. Oc taaf van Kerk- wijdingsfeest. Juli. H. Vincentius a Paulo, Belijder. Juli. H. Hieronymus Aemiiianus, Be lijder. Juli. H. Joannes Gual- bertus, Abt. Juli. H. Maria Mag- dalena. Juli. H. Apoiiinaris, Belijder en Mar telaar. Juli. Vigilie van H. Jacobus. H. Camiilus, Belijder. ZEVENDE ZONDAG NA PINKSTEREN. Les uit den brief van den H. apostel Paulas aan de Romeinen, VI, 19—23. Broeders! Ik spreek menschelij- kerwijze wegens de zwakheid uws vleesckes. Want gelijk gij uwe lede maten hebt aangeboden om der on reinheid en der ongerechtigheid dienstbaar te zijn ter ongerechtig heid, biedt aizoo nu uwe ledematen aan om der gerechtigheid te dienen tot heiligmaking. Want toen gij dienstknechten waart der zonde, waait gij vrij ten aanzien der ge rechtigheid. Wat vrucht hebt gij toen gehad van datgene, waarover gij u thans schaamt? Het einde immers daarvan is de dood. Nu echter, vrijgemaakt van de zonde en dienaars van God geworden, hebt gij uwe vrucht tot heiligmaking en, als einde, het eeuwig leven. Want de soldij der zonde is de dood, maar de genade-gave Gods is het eeuwig leveu in Christus Jesus onzen Heer. Evangelie volgens den H. Maftheüs; Vil, 15-21. In dien tijd sprak Jesus tot zijne leerlingenWacht u voor de valsche profeten, die tot u komen in schaaps klederen, maar inwendig grijpende wolven zijn; aan hunne vruchten «uit gij ze kennen. Plukt men wel druiven van doornen, of vijgen van distels? Zóó brengt elke goede boom goede vruchten voort; doch de slechte boom brengt slechte vruch ten voort. Een goede boom kan geen slechte vruchten voortbrengen, noch een slechte boom goede vruchten voortbrengen. Alle boom, die geen goede vruchten voortbrengt, zal uit gehouwen en in het vuur geworpen worden. Aan hunne vruchten der halve zult gij hen kennen. Niet ieder, die tot Mij zegtHeer Heer! zal ingaan in het Rijk der hemelenmaar die den wil doet van Oaijnen Vader, die in de hemelen is, hij zal ingaan in het Rijk der hemelen. Evangelieverklaring. 7de ZONDAG NA PINKSTEREN. Nadat Jesus in Zijn Bergrede een kort begrip van Zijn goddelijke Leer gegeven had, voegde Hij ■daarbij de dringende waarschuwing «ich toch niet van den rechten weg te latea afleiden door dwaalleeraars, die niets anders dan den ondergang hunner volgelingen beoogen. „Wacht u voor de valsche propheten", voor hen die door woord of daad een andere leer prediken dan Jesus Christus verkondigd heeft. Maar niet gemakkelijk zijn de valsche propheten van de ware te onder scheiden. Immers, zij komen tot u in schaapskleederen, zij verbergen hunne ware gestalte, zij doen zich voor als ware schapen van den goeden herder, als zachtmoedige en deugdzame christenen, terwijl zij inderdaad niets anders dan grij pende en roofzuchtige wolven zijn, dan vjjanden der kudde van Christus, die het er op toeleggen zooveel schapen als hun maar mogelijk is van de kudde af te trekken en te Verscheuren. De duivel vertoont zich somwijlen in de gedaante van oen engel des lichts, zijne handlan gers zoeken dus ook hunne ware latuur zooveel mogelijk te verber gen. Hoe zullen wij dan die valsche propheten, die golven in sehaaps- kleeding, die gezanten des duivels leeren kennen om ze te vermijden De Zaligmaker zelf geeft een ge makkelijk en onfeilbaar middel aan „aan hunne vruchten zult gij ze kennen." Wie het noodige onder scheid tusschen goeden en slechten met zekerheid maken wil, hij on- derzoeke welke vruchten, welke ge volgen op leerstelling en zedelijk gebied, de door hen verkondigde leer voortbrengt. Zijn die in over eenstemming met de door Jesus verkondigde geloofs- en zedeleer, dan zijn het ware propheten en leeraarszijn zij het niet, dan zijn het valsche propheten, roofzieke wolven. Dat kan ook niet anders. Plukt men wel druiven van doornen of vijgen van distelen? Iedere boom brengt vruchten van zijne soort voort. Een goede boom brengt goede vruchten, maar een slechte boom brengt slechte vruchten voort. Wan neer gij dus ziet, dat de leer, door den een of ander gepredikt, tot ge volg heeft vermindering van geloof, verkoeling der liefde tot God, ge neigdheid tot aardsche genietingen, zucht naar rijkdom en eer, of welke zonde ook, dan kan liet niet anders, of de boom waaraan die vruchten groeiën, de leer die zulke gevolgen heeft, moet een slechte boom, een slechte leer zijn. Een goede boom kan geen slechte vruchten voortbrengen, maar even min kan ook een slechte boom goede vruchten voortbrengen. Aan hunne vruchten dus zult gij ze kennen, aan de gevolgen hunner leer zult gij de valsche van de ware propheten kunnen onderscheiden. Wat zal het einde zijn van die valsche profeten en van hen die zich door hunne leerstellingen laten verleiden? „Elke boom die geen goede vruchten voortbrengt, zal uitgehouwen en in het vuur ge worpen worden." Hun einde zal zijn het eeuwig vuur der hel, en al degenen die door hunne eigene schuld, omdat zij niet wilden letten op de kenteekens der ware leer, die zoo duidelijk te vinden zijn, de valsche propheten gevolgd heb ben, zij zullen hun eeuwig ongeluk te gemoet gaan. Het ware geloof, door Jesus Christus verkondigd, is noodzake lijk om in het rijk des hemels bin nen te gaan. Maar opdat niemand zou meenen, dat het gefoof alleen daarvoor voldoende is, zegt Jesus niet: alle .slechte boom zal in het vuur geworpen worden, maar: alle boom, ook de goede die geen vruch ten oplevert. Behalve het geloof zijn dus ook de goede werken, de vruchten van den boom, noodig om het eeuwige vuur te ontgaan. En om dit nog duidelijker te leeren, laat Jesus er de woorden op volgen „niet ieder die tot Mij zegtHeere, Heere (niet ieder dus die het ware geloof heeft) zal ingaan in het rijk der hemelen, maar wie den wil doet mijns Vades die in den hemel is, (wie dus zijn geloof toont door den Wil, de geboden des hemel- schen Vaders te volbrengen) hij zal ingaan in het rijk der hemelen." Van zeer veel belaDg, vooral voor onze dagen, is het Evangelie van dezen Zondag. Immers in onze dagen vooral staan er zoovele val sche propheten op, die in schaaps kleederen gehuld, inwendig grij pende wolven zijn, die met schoon schijnende woorden het er op toe leggen, om zoovelen als mogelijk is af te trekken van de leer van Christus en Zijne Bruid, de H. Kerk. Aan hunne vruchten zult gij ze kennen. Al spreken zij ook nog zoo schoon, als hun doel is uw geloof belachelijk te maken, als zij ^de zedeleer ondermijnen, als zjj de zonde als niet bestaande of als verschoon baar voorstellen, vertrouwt hen dan niet, volgt hen dan niet, want het zijn valsche propheten, en hun einde, en dat van allen die hen volgen, zal zijn dat zij uitgehouwen en in het vuur geworpen worden. In ons Geili. Zondagsblad heb ben wij Voor enkele weken een met illustraties verluchte historie gegeven van de beroemde bedevaart plaats van Heiloo. Dat de devotie tot O. L. Vr. ter Nood in ons Vaderland opleeft, zien we nu uit een artikel der „Re sidentiebode", dat we hier over nemen. Naar aanleiding der plechtige eerstesteenlegging van een nieuwe kapel ter eere van O. L. Vrouw ter Nood te Heiloo, ben ik, zoo schrijft H. in het genoemde 'blad, eens gaan neuzen in onze 18de eeuwsche schrijvers, nieuwsgierig of dezen iets van de bedevaartplaats zouden vermelden. Uit het volgende zal blijken, dat in het begin der achttiende eeuw, in weerwil van het dwangbuis van den papistenhaat, die den Room- schen zoo weinig vrijheid van be weging schonk, onze voorouders O. L. Vrouw ter Nood niet vergaten en de plaats der „Capelle doet" druk werd bezocht. Tot de vele Arcadia's die in de eerste helft der achttiende eeuw verschenen, en op hare wijze heer lijkheden van Stad en Land be zongen, behoort de Noordholland- sche Arcadia van Claas Bruin, Doopsgezind predikant, verrijkt met aanteekeningen van Gerrit Schoenmaker en „verciert met print verbeeldingen". De poeet heeft zijne stoffe „op eene Samenspreekige maniet geschikt, tusschen vier god- „vruehtige personen, op een reis „van negen dagen. In den berymen „van dezelve heeft hij meest ge- „doeld op geestelijke overbrengin- „gen en toepassingen op voorko- mende zaken." Deze abele heerenWeetiust, Waarmond, Zedenlust en Goedaard zitten negen dagen lang heel acht baar en statelijk te filosofeer en en te moraliseeren en raken zelfs bij hun gastheeren niet uit de plooi, totdat onze Claas de joviale toeristen op pagina 502, zegge 502 weer laat thuis komeu, met deze woorden, die tevens het geheel kenmerken: Waarmond. Dat dan die bond (der vriendschap) door ons zij vastgestrikt. Zoo zal geen nijd, geen ramp, die knoop ontbinden. Zedenl., Goedh. en Weetl. Dat zij zoo. God versterke ons in die pligt Van groot belang, daar 's werelds waan voor zwicht. Waarmond. Hij sterke ons in het bidden, strij den, waken, En wijl wij reeds de Leydsche poort genaken Zoo laat ons nu met eerbied 't Hoogste goed 't Geen ons zoo trouw beschermt heeft en behoed, Hertgrondig uit een ziel vol blijd schap looven Mijn vrienden, heft met mij dit danklied aan: En met een slotzang: „Dank baarheid aan God", is deze acht- tiende-eeuwsche Baedeker geëindigd. Maar nu ter zake. Op bladz. 401 zijn onze reizigers tot tusschen Heiloo en Limmen gekomen en zegt: Zedenlust. Doch 'k zie we zijn 't Kapelletje genadert. Weetiust. Maar Zedenlust, wat volk is hier vergadert Die knielt, deez bid, een ander kruipt langs de aaid. Zedenlust. De Roomschen ziju gewoon een bedevaart Op deze plaats in stilte te ver richten 'k Behoef u niet klaarder te ver lig ten Op uwe vraag. Weetiust. Mag zulks hier vrij geselden Zedenlust. Men moet somtijds wat door de vingeren zien Die in dit stuk den weg heeft ingeslagen Tot zachtheid, zal 't zich nimmer meer beklagen. Enz. tot Goedaard zegt: Men zegt bedrog wist hier een put te ontdekken Welks water tot een artsenv zou strekken Bij deze dichtregelen voegt de auteur der aanteekeningen het volgende „Onder Oesdom, tusschen Heiloo „en Limmen, wel het naast aan „het laatste Dorp, heeft gelegen „de Kapelle te Runxputte, gemeen „lijk bekend bij de naam van de „Kapelle van Onze Lieve Vrouwe „ter Nood, was in zijn omtrek niet „groot, langwerpig, vierkant, in het „jaar 1573 werd dezelve ten mees- „tendeele vernield, dog zoo dat tot „het jaar 1637 zig nog eenige brok- „ken muurs vertoonden, tusschen „welke ter plaatzen daar voorheen „den altaar gestaan heeft, zich „Maria met het Kindeke Jezus op „den arm zoude vertoond hebben, „het welk wij irr zijn waarde laten, „dog werd nu nog dezelve plaats „door Rooms Katholijke ter sluip „op zekere tijden van het jaar met „kruipen, bidden, en andere uit wendige teekenen bezogt. Het legt „nu tusschen drie Herbergen, met „een Walletje omringd, zijnde in „het midden voorzien van een Bus, „tot ontfangst van de Offerpennin- „gen, rondom welke Bus de grond „door de devote kruipers geheel als „met groeven is gemaakt. „Het was hij de voorgenoemde „Kapelle van Onze Lieve Vrouwe „ter Nood of te Runxputte, dat men „voorgaf dat tusschen den 8 en 9 „December des jaars 1713 alhier „onder een groot en ongewoon ge „raas, gelijkende na Hemelstem „men, zich vertoonde een nooit „geziene Springbron, zeer hast wis- „ten de omheen gelegene Herber giers voordeel met dit voorgewende „Miracul te doen, en onder alle „gaf men voor dat het water deezer „bron een onfeilbaar geneesmiddel „was, tegens de doen hevig grase- „rende Itundvee-pest, sterk trok „dit de onnoozele van alle oorden „derwaarts, men zag ze bij troppen „van tien, ja dertig te gelijk door „Amsteidum, en van bijna alle oorden daar na toe gaan, het welk „niet genoeg was, men moest deeze „plaatze openbaare eere aandoen, „het welk zoo ver re ging, dat zulx „bij expres Plakkaat van mijn Hee- „ren, de Staten van Holland in „dato den 28 July 1714 onder ge stelde poene verboden wierd, heb- bende men zich niet ontzien alleen „alle de wonderen te vehalen, maar „zelf rontom deeze plaatze Proces- „sien te doen met Kruycen, Vaanen, brandende waskaarsen en wat dies „meer is. Tot zoover Gerrit Schoemaker. Het kan dienstig zijn te weten, dat de Noordhollandsche Arcadia gedrukt werd in 1732. Het bovenstaande moge dieneD als eene getuigenis te meer, dat nog in de achttiende eeuw, ondanks den looden druk der Heeren Staten, Baljuwen en Schouten, onze voor ouders vasthielden aan de overle vering omtrent de Capelle Soet en de bedevaartgangers in zoo'n groo- ten getale toestroomden, dat de Heeren Staten, in hunne vaderlijke bezorgdheid voor te veel supersti tie, met een Plakkaat meenden tussehenbeide te moeten komen. Deze bladzijde is geschreven voor u, christenmoeders en wij bevelen ze u ter lezing en overweging aan, daar gij niet zonder zonde kunt afstand doen van het rechtKoningin en meesteres te zijn in bet huis gezin, welk recht gij ontvangen hebt bij het aangaan van het Huwelijk. Gij kunt, gij zijt verplicht den huiselijken kring rein te houden, dien gezond en heilig te doen zjjn. Alles in onzen tijd wordt wereldsch gemaakt, zelfs de huiselijke kring. Vroeger nam daar het Kruisbeeld de eereplaats in hing het wij waters vat als bescher mer aan moeders en der kinderen rustplaats sierden godsdienstige schilderyen in zachte en vredige tinten de muren Als men die christelijke gezinnen binnen trad, gevoelde men zoo iets als bij het binnentreden eener kerk en gelijk men hieraan den naam van huis Gods gaf, zóó sprak men van: het familie-heiligdom. Ga nu heden ten dage eens de huizen binnen, waar vader, moeder, kinderen wonen, die alien in het Doopsel met het teeken des kruizes gemerkt zijnen zeg of, te oor- deelen naar meubileering en sie raden, ge niet veeleer zoudt meenen in het huis van een heiden dan een christenmensch te zijn? Nergens is eenig teeken of zinne beeld te bespeuren, waaruit men kan opmaken, welken godsdienst de bewoners zijn toegedaan. Ziet men er soms schilderijen met geschiedkundige voorstellingendan zijn deze niet zelden lasteringen tegen de Kerkstellen ze tafe- reelen voor, dan dienen die ter verheerlijking van ontucht; por tretten al te vaak van predikers en bevorderaars van het kwaad en der ongodsdienstigheid. Is de geschiedenis van den gods dienst dan zoo arm aan waarlijk groote mannen, dat we de muren onzer huizen moeten ontsieren met voorstellingen, aan het heidendom ontleend, of door de zinnelijkheid ingegeven en ontworpen Merk hierbij wel op, dat, als der gelijke plaatwerk zoozeer in zwang is bij de aanzienlijken, de huizen der minder-gegoeden ook daarvan overstroomt wordenof dat, bij gebrek aan kunstw erken, deze zich moeten tevredenstellen met platen in schreeuwende kleuren en van nog minder allooi, en aldus door den valschen smaak der gegoeden ook de smaak van het volk bedor ven wordt. Overigens vragen wij eens in ge moede, welk begrip van zedelijkheid jongelingen, jonge meisjes wel moe ten krijgen van de schilderstukken, platen, beeldhouwwerk, waardoor in onzen tijd zoovele huizen van christenen onteerd worden. Hoe zou het mogelijk zijn, dat een kind zedig bleef, hetwelk van zijne prilste jeugd gewend is, de onzedelijke voorstellingen te zien, welke zijne wereldschgezinde ouders maar zonder erg onder zijne oogen laten. Wel is waar is dit nog niet het ergste teeken van het verval van het christelijk huisgezin toch is het een verschijnsel, dat ieder weldenkende droef te moede doet zijn, en aan eiken katholiek den plicht oplegt hiertegen te ijveren zooveel in zijn vermogen is. Wij herinneren ons eene gebeur tenis uit de geschiedenis van Enge land, welke hier alleszins van pas komt. Een rijk edelman, die eenmaal zijn koning Karei I in huis mocht ontvangen, kreeg bericht, dat Crom well, de man die Karei I van troon en leven had beroofd, plan had om op zijne reizen bij hem te -over nachten. Een officier van Cromwell was al te voren bij den edelman, aan hanger der Stuarts, aangekomen, om het nachtverblijf voor zijn mees ter te regelen. Hij doorliep alle zalen van het kasteel, eindelijk ook de groote eerezaal, welke hij dat, uitkoos als slaapzaal voor Cromwell. Tegen den muur dezer zaal hing een prachtig portret van Karei I. Dat moet gij laten wegnemen, zeide de officier, wijzend op het portret van den koniDgmartelaar. Nooit! antwoordde de edelman. Ik heb niet verzocht om de eer, uw meester te mogen huisvesten nu hij toch komt, denk ik er niet aan, voor hem de deur geslo ten te houdentrouwens, hij zou ze met geweld doen openenmaar als hij hier een nacht verblijft, zal hij hier ook alle voorwerpen en herinneringen aantreffen, welke aan mij en de mijnen zoo dierbaar zijn. Het portret van mijn koning blijft daar waar mijn vader het plaatste. Alvorens er in toe te stemmen, dat het werd weggenomen zou ik tot Olivier Cromwell zeggen Neem mijn hoofd, en werp het bij dat van den martelaarmaar onbewegelijk zal zijne beeltenis blijven in deze zaal, gelijk de her innering aan herp onuitwischbaar is in mijn hart. Katholieken, gij die fier zijt op dezen naam, zoudt gij minder over hebben voor God dan deze edele en trouwe ridder voor zijn koning En zoudt gij niet moeten vreezen, dat ook voor dit heimelijk verraad, aan den goddelijken Meester ge pleegd, u zijn vloek treffen zai „omdat gij u Mijner geschaamd hebt voor de menschendaarom zal Ik mij ook over u schamen bij mijn Vader?" Iets over weervoorspellers. De vraag welk weer te wachten is, doet dezer dagen opgeld, omdat het „onmogelijk weer" is en allerlei profeten en voorspeilers doen hun best om de menschen de toekomst te voorspellen. Daarbij worden niet zelden de planten geraadpleegd, daar vele door verandering in stand van bladen en bloemen, gewijzigd door inwerking van lucht- en tem peratuurswisseling, feitelijk een soort hygrometers zijn. JJe stijlen der geraniums of ooie vaarsbekken en de augels der win- terhaver (avena fatua) buigen en krommen zich in droge lucht, ter wijl zij zich bij vochtig weer in trekken. De klaversoorten trekken zich voor een onweer de bladereu samen, terwijl de akkerwinde (con- valvulus arvensis) bij op handen zijnden regen hare bloemen uit spreidt. De goudsbloem (calendula officinalis) opent zich bij bestendig weer's morgens tegen zeven uur en blijft tot 's middags openblijft zij echter 's morgens gesloten, dan zal op dien dag zeker regen komen. De kruipende boterbloem (ranun culus repens) trekt evenals de moerasboterbloem (caltha palustris) de bladen samen tegen regen, ter wijl de voorjaarsvroegeling (draba verna) de bladen dan sterk buigt eu de klaverzuringsoorten (oxalis) de bladen dichtvouwen. Als de bloemhoofdjes der melkdistels (son- chus) 's nachts gesloten zijn, is het den volgenden dag mooi weer blijven zij open, dan is een regen dag te wachten. Het omgekeerde is het geval bij de gewone distel (carduus)hier sluiten zich de bloe men tegen regen. Bij mooi weer richt de murik of vogelmuur (stel- laria media) tot 's middags bladen en bloemen in de hoogte en ont plooien zijis regen te wachten, dan blijven de bloemen gesloten en de heele plant hangt neer. De gele anemoon (aDemone ranunculoides) sluit voor den regen zijn bloemen, de boschanemoon (anemone neme- ross) draagt bij mooi weer de bloemen rechtop, terwijl zij bij naderend regenweer deze laten haDgen. KERKBERICHTEN. Auteursrecht voorbehouden. Kathedrale Kerk St. Bavo. ZONDAG, de H.H. Missen om half 7, 8, 9 uur en half 11 de Hoogmis. De catechismus naar gewoonte. Half 7 Lof met Rozenhoedje. MAANDAG, 7 uur Lof met Rozen hoedje voor de geloovige zielen. ZATERDAG, 's av 7 uur Rozen hoedje in de Mariakapel; Parochiekerk van den H. Joseph. ZONDAG, te 7 uur eu half 9 uur de stille H H Missen en te half elf de Hoogmis, te 2 uur leering en to 7 uur plechtig Lof met opdracht der R K militairen en vaandel- wijding- DINSDAG, 7 uur Congregatie,/ jWOKXSDA G, half 8 voor Fer- nand Pie ia go aLs lid der Broeder schap van gedurige Aanbidding,- uur voor mej; de JongLempers, als lid der Broederschap van gedu rige Aanbidding Van 68 uur gelegenheid om te biechten DONDERDAG, te 5 uur een H], Mis voor de pelgrims naar den, Brieij Te 7 uur Liof, ZATERDAG, te half 9 de H. Mna voor de bekeering der zondaren iu de kapel van het miraculeuse Ma- ria-beeld, van 510 uur gelegenheid DE OFFICIEELE KERKLIJST UITGAVE VAN DE „O, - V.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 9