A. VON DER MÖHLEN Gr. Markt 25 ^JSTrXJ47.!:
ma
De Lnxe Broodbakkerij
Smakelijk Brood
KRUISSTRAAT 0,
Solied Schoenwerk is
No. 19.
ANEGANG.
HAARLEMSCHE PROCESSIE
Mengelwerk.
De geheimzinnige
vreemdeling.
STROOPER.
Advertentie n.
van uitsluitend prima kwaliteit.
Albert L. Rooijers
Brandverzekering
Maatschappij O
Haantjes Export Bier
O. L. V.
TER NOOD TE HEILO.
Chemische Wasscherij
Ververij
Houtstraat
HAARLEM
Telef. 426-1046.
Afdeeling SCHOTEN.
BomdsgebouwIverkla.aji.
De onderafdeeling „Eerbied in Gods
Huis", onder bescherming van den H.
Petrus, benoemde tot voorzitter de heer
J. v. d. Bos en tot secretaris de heer
R. Burger. Het bestuur noodigt dege
nen uit, die willen medewerken zich
daartoe bij genoemde heeren op te ge
ven, opdat deze onderafd. zich moge
Uitbreiden tot bevordering van haar
doel. de eerbied in het huis Van God,
tot welke medewerking zij alle paro
chianen opwekt.
Zondag 1 Aug. zal in deze paro
chie het leest worden gevierd van Aan
bidding. 's Morgens half 8 generale
Communie voor de leden van den
Bond. Alle leden worden dringend uit-
genoodigd, getooid met het insigne, aan
de generale Communie deel te nemen,
's Avonds processie met het Allerhei
ligste naar den tuin. Alle leden wor
den verzocht aan deze processie deel
te nemen en het insigne zichtbaar te
dragen.
Degenen, die het vorige jaar hebben
medegewerkt om de goede orde te
handhaven, worden beleefd verzocht
bun functie ook nu weder te vervullen.
Namens het Bestuur,
B. Burger, Secr.
Afdeeling VELSEN en 0.
Bij de heeren P. Kaandorp, Jac.
Smolenaars, L. Bakker te Wijkeroog
en S. Eskus te Velseroord, kunnen alle
ft. K. mannelijke ingezetenen van Vei
sen en omstreken, boven den leeftijd
van 12 jaar, zich vervoegen om in
lichtingen aangaande het brengen van
een bezoek aan het genadeoord O. L-
Vr. ter Nood te Heilo, op Zondag 25
Juli a. s., des morgens na de H. Mis
van 5 uur.
De propagandaclub St. Antonius,
roept de zoons onzer leden op, zich
bij het bestuur dier club, n.l. de heeren
C. P. de Jong en P. G. Langendijk,
aan te melden, teneinde dit voortref
felijk werk te bestendigen en uit te
breiden.
Namens het Bestuur,
JAC. ZUURBIER, Secr.
Afdeeling BEVERWIJK.
BoudsgebouwPeperstraat 15.
Zaterdag, 25 Juli, 's avonds van
8 tot 9 uur zitting der Spaarbank
..St. Antonius"van 8 tot 9 uur
zitting der Spaarkas „St. Nioolaas"
en Commun ie fonds
Zondag, 25 Juli, 's avonds half 8
ledenvergadering in het Bondsgebouw.
Punten van behandeling zijn: 1. Reke
ning en verantwoording van den pen
ningmeester. 2. Verkiezing van een be
stuurslid. 3. Verkiezing van twee le
den in het bestuur der Spaarbank.
Namens het Bestuur,
J. de Goe de, Secr.
Afdealing BENNEBROEK eu 0.
Bloemistwerkliedengilde „St. Jeroen".
Spoedeischende vergadering op Zon
dag 25 Juli, 's middags om 12 uur.
Aller opkomst dringend verzocht.
Namens het Bestuur,
J. A. V ernooij, Secr.
Afdeeling LISSE.
BondsgebouwBondstraat C 115.
Zaterdag 17 Juli 's av. van 8—
9 uur, zitting Spaarkas, van 8 uur
tot kwart voo|r 9 uur zitting '[Winter
provisie.
Dinsdagavond, repetitie Zang.
Attentie.
De leden, die zich hebben opgegeven
voor Weduwensteun, worden beleefd
doch dringend verzocht, vóór 25 Juli
hun reglement te halen en .te gelijk de
contributie te betalen bij den heer C.
v. d. Vlugt.
Namens het Bestuur,
A. H. Schrama, Secr
Afdeeling VOORHOUT.
Verplichte vergadering in de „Bonte
Koe", op Zondag 1 Aug.'s av. te 7
uur. Punten van behandeling: Notulen,
Verslag Spaarkas, Halfjaarlijks verslag
van den penningmeester. Bespreking
cursus in het boekhouden, enz.
Namelns het Bestuur.
®j. vain der La&W, Secr.
HAARLEM.
R. K. Militaire Vereeniging.
Zoetestraat 18.
Het gebouw is dagelijks geopend, des
avonds van 610 uur en op Zon- en
Feestdagen den geheelen dag.
B. K. Vereeniging tot bescherming
van meisjes, gen. „St. Martha."
.Het Bemiddelingsbureau der Vereeni
ging is geopend telken Dinsdagmiddag
van 12- 2 uur, voor betrekkingen als
dienstboden enz., Don/cere Spaame 22
alwaar voor R. K. dienstmeisjes wier
ouders buiten de stad woonachtig zijn
lederen Zondag- eu Woensdagavon.. van
10 ure gelegenheid bestaat tegen de
geringe vergoeding van 5 ct. per week
haar vrijen tijd aangenaam en gezellig
door te brengen.
Aanmelding daartoe aan het „Te Huis,,
op bovengenoemde avonden.
Sint Jozefsgczellen-Vereeniging.
Vereenigingsgebouw Zoetestraat No. 3
Geopend des Zondags van 12-3 en van
5-10 uur. Op werkdagen van 6 tot 10 uur
's avonds.
Liefdewerk: St. Josephs Ambachts-
leerüngen.
Zoetestraat (voor jongens van 1317 jaar).
Zondagavond van 5uur Godsdienst
onderricht, van 6 tot half 8 gelegenheid
tot ontspanning.
Maria-vereeniging.
R Kj Vereeniging tot bestrijding
van het drankmisbruik vergadert
elke twee maanden, hetwelk voor
af in de agenda dezer courant wordt
bekend gemaakt.
Be Mariaver. heeft een onderaf
deeling, Mi e i s j e s b o n d, voor le
den van 1116 jaar, die ook twee
maandelijks vergadert op Zondags
'snamidd. 4 uur in 't gebouw St
Bavo, Smedestraat.
In de vergadering is gelegenheid
zich voor het lidmaatschap te laten
inschrijventussehentijds hij het se
cretariaat der ver. Gr. Hauts.tr. 52.
St. Elisabethsvereeniging.
Inleveren van ziekenbriefjes Maan
dagavond tusschen 7 uur en half 9.
Woensdag- en Vrijdagmiddag tusschen
1 en 2 uur, Jansstraat 49.
„St. Rosa-Vereeniging".
De R.-K. kostelooze Naaischool de
zer Vereeniging is tijdelijk geves
tigd Zoetestraat 12rood, alwaar het Be
stuur voor belanghebbenden te spre
ken is eiken Vrijdagavond van half
acht tot half negen.
Het was elf uur, het geheele huis
sliep reeds, toen ik de huisbel hoor
de. Het was een schril, langgerekt ge
luid, het scheen, dat er met heftig
heid aan de bel getrokken werd. De
honden in den tuin blaften woedend.
Ik sprong het bed uit en deed het
raam open.
De nacht was nevelig, vochtig, van
ondoordringbare duisternis.
Door het geblaf der honden heen riep
ik: „Wie is daar?"
Een mannenstem antwoordde. Ik
hoorde door het lawaai slechts afge
broken woorden. „Marthé zendt mij, de
waard... voor een zieke... hulp..."
Zeer ongerust kleedde ik mij aan.
Iedereen in huis»was ontwaakt: vrouw,
kinderen, bedienden. Ik stelde hen ge
rust.
Met een fakkel in de hand liep ik
naar de huisdeur. Een man wachtte
mij daar op. Hij was klein, doch
breed gebouwd.
Hij droeg een slappe vilten hoed,
een mantel met hoog opgeslagen kraag.
Haastig lichtte hij mij in, terwijl ik
de honden geruststelde:
„Ik heb een vriend in de herberg
in het dorp. Hij is plotseling ziek
geworden, zeer ziek. Hij heeft dade
lijk medische hulp noodig. Een men-
schenleven staat op het spel. Men heeft
me verteld, dat u een automobiel heeft.
Zoudt u mij den dienst willen bewij
zen mij naar de stad te rijden naar
een dokter? Ik zal hem het geval
uitleggen, en wij kunnen hem mee fte-
rug nemen.
Het gold hier een goede daad te ver
richten. Daarom aarzelde ik niet. Ik
zeide tot den onbekende, terwijl ik de
huisdeur opende: „Het is goed. Helpt u
mij maar." We schoven samen de auto
uit de schuur. Toen riep ik mijn vrouw,
die voor het open raam angstig stond
te wachten, eenige geruststellende
woorden toe.
De man was met de auto bezig en
bevoelde de banden.
„Heelt u genoeg benzine?"
Ik antwoordde hem: „Ik heb een
enorm groot, geheel vol reservoir en
buitendien nog reserve. Dat is een ge
woonte van mij, men kan nooit weten
wat er gebeurt."
„Dat is verstandig," zeide hij.
Ik zette de motor in gang, sloot de
huisdeur achter ons en we gingen weg.
De onbekende zat naast mij.
Hij prees den rustigen gang.
Gevleid vertelde ik van mijn groote
tochten, welk plezier het mij deed over
heuveia en bergen te snellen, en dat
ik gedurende een geheel jaar van dolle
rijderij nog geen enkel ongeluk had
gehad.
We reden over den vlakken grond.
Mijn licht wierp verre schijnsels. Den
weg kende ik uitstekend.
Ik zeide: „Binnen 10 minuten zijn
we te Sens."
Toen, plotseling, keerde de man mij
zijn gezicht toe:
„Hoort u eens, mijnheer. Ik heb geen
zieken vriend, geen herberg en geen
dokter! Maar ik moet dezen nacht nog
ver van hier zijn. Niemand behoeft
het te weten. U moet mij naar Orleans
rijden, twintig mijlen van hier. Vóór
het aanbreken van den dag kunt u
terug zijn. U heeft den tijd. De winter
nachten zijn lang. En u behoeft er
niet over te spreken."
Ik begreep het niet. Ik dacht: hij
is waanzinnig. Instinctmatig remde ik.
Maar toen de auto langzamer begon
te rijden, legde de man zijn zware
hand op mijn arm en zèide wild
„Nu geen grappen! Rijd snel, of God
mag u genadig zijn. Overigens mag u
wel weten, waar het om gaat! Ik had
vannacht onaangenaamheden met uw
buurman Duport. Ik wilde bij hem in
breken om eenige kleinigheden weg te
nemen. Maar toen ik in den salon
bezig was, kwam de heer des huizes
in zijn nachthemd, met een kaars in
de eene hand, en in de andere een
revolver, in de kamer. Toen moest ik
me toch verdedigen, niet waar? Ik
had mijn mes bij de hand en sneed
hem de keel door. Basta! Maar daar
kwam de vrouw aan, met loshangende
haren, ook met een kaars. Ze schreeuw
de.
Natuurlijk maakte ik haar stom.
Maar er kwam nog iemand door de
zelfde vervloekte deur. Het dienst
meisje, dit keer. Ik verloor mijn ge
duld. In 't kort, ik deed mijn plicht.
Eu wilt u gelooven, dat het nog niet
gedaan was, en ik de kleine jongen,
die door zijn gebrul bijna al de buren
gewekt had, uit den weg moest hel
pen?" Ik werd er warm van.
Ik moest hem tot iederen prijs het
zwijgen opleggen."
Met de handen aan het stuurrad luis
de ik huiverend toe. Opnieuw tracht
te ik den gang van den wagen te Ver
minderen. Maar de man beval mij top
imponeerenden toon: „Ik verbied u te
remmen! Begrepen? Overigens is iiet
doelloos. Ik beu zelf chauffeur." Een
mengelmoes van gedachten doorkruiste
mijn koortsachtig verhitte brein. Waar
om heeft hij dan niet de auto geno
men. terwijl ik de huisdeur sloot.
Hij raadde zeker mijn gedachten,
want hij zeide: „Ik wilde door u ge
reden worden. Want had ik uw auto
zelf bestuurd, dan had ik er bij mijn
aankomst last van gehad, en dan was
ik opgevallen. Terwijl u nu de auto
mede terug neemt. En u, u zwijgt."
Toen begon een stille tocht. Wij
doorkruisten landstreken, waarvan de
ondoordringbare duisternis door onze
schijnwerpers werd doorboord, reden
door diepdonkere wouden, over afge
vallen takken ,door slapende dorpen,
waar de honden luid begonnen te
blaffen.
Voor een, politie-bureau trachtte ik
nog een keer halt te houden, maar de
man dwong me door te gaan.
„Vervloekt, rijd door! U weet, dat
het bij mij op een lijk meer of minder
niet aankomt.'
Daarbij liet hij zijn mes zien. De
schrik verlamde mij. Ik was ongewa
pend en had vrouw en kinderen te
huis.
Zou ik mijn leven opofferen, om
misschien den dood van mijn buurman
te wreken?
We gleden verder.
Opgeschrikte hazen liepen over den
weg in het licht onzer schijnwerpers.
De man hoonde. „Mijn idee is een
voudig maar goed. De politie rekent
slechts met hare snelheid. Het zal nie
mand in den zin komen, morgenmid
dag te Orleans den dader van een dien
vorigen avond te Sens plaatsgevonden
misdaad te zoeken. Als ik met het
spoor ging had ik moeten wachten,
de beambten hadden mij bespionneerd
en opgeschreven. Leve de automo
biel!"
Ik had nog slechts één hoop: een
ongeluk. Ja, ik leerde den zielstoestand
kennen, waarin mem verlangend naar
een ongeluk uitziet.
Een simpele dood en ik kwam mis
schien vrij van de vreeselijke mede
plichtigheid
De gummibanden waren nog nieuw.
Zou ik een ongeluk simulteeren?
Maar de man zou zich niets wijs
laten maken, hij was zelf chauffeur.
We reden verder.
Tweemaal had ik reeds den tocht
naar Orleans gemaakt. Ik kende iede
ren bocht. Ik vond den weg dan ook
uitstekend. De man zette mij aan:
„Voorwaarts, sneller voorwaarts!"
Bij een steile helling dacht ik: De
dood! De vrijwillige dood in den af
grond. Dan had ik den moordenaar
ter dood veroordeeld.
Maar me zelf ook. En ik vervloekte
mijn lafheid. In plaats van den man
neer te slaan of uit te leveren, hielp
ik hem ontkomenHoe heb ik den
ellendeling naar de plaats van zijn Ibe-
stemming gebracht? Hoe ben ik terug
gekomen zonder iemand te ontmoeten?
Hoe kwam het, dat ik in een diepen
slaap viel, waaruit ik eerst bij helder
daglicht ontwaakte?
Ik sprong uit mijn bed.
Men zai de misdaad ontdekt hebben,
de ontzettende viervoudige misdaad,
waarvan ik de verachtige medeschul
dige was geworden. Het is vreeselijk!
En het eigenaardigste is, dat ik eerst
naar de schuur moest gaan, en mijne
huurlieden de Duports weer moest zien
om mij te overtuigen, dat alles slechts
een droom was.
Woest giert de storm over 't ver
laten duinlandschap
Na weken van mooi, gestadig
winterweer, met een koude bries
uit het noordwesten, was er plotse
ling verandering gekomen. Mist en
regen hulden de duinen, met hunne
anders zoo schilderachtige omtrek
ken van toppen en bosschen, in
een waas van weemoedigheid.
Dezen morgen was hij aan komen
zetten, die reus uit het zuid-westen,
vau ver over de zeewild jagend
over het eenzame veld, fluitend
door de dennenbosschen en regen
kletterend tegen de stammen der
boomen.
Reeds om drie uur was 't be
ginnen te donkeren. Somber en
dicht was de duisternis gevallen,
die bosch en duin in één zwarte
massa vereenigde.
Een man en een jongen komen
zwijgend 't zandpad op, dat van het
kleine dorpje naar 't duin voert.
Zij moeten wel den weg goed ken
nen, zoo zeker als ze het smalle
boschpad links inslaan en de kron
kelingen volgen, ondanks de duis
ternis.
'tls Jan Dekker, de slimste
strooper van het dorp, een stevige
kerel van vijf en twintig jaar, de
grijze pet diep in de oogen, den
kraag van zijn jas omhoog, één
hand in den zak en de andere ge
klemd om den riem van het dub
belloopsgeweer, dat op zijn rug
hangt. De jongen naast hem, draagt
zorgvuldig een gesloten karbietlan-
taarn met sterken reflector. Hij is
meer mee geweest op zoo'n nachte
lijken tocht, met Jan, die naast
hem in de dorpsstraat woont. Bang
was hij nooit als hij met buurman
meeging, want die was alle opzich
ters te slim af, en hoewel iedereen
wist dat hij stroopte, nog nooit ge
snapt.
Maar wat ie vanavond aan Jan
had, dat wist ie niet. Anders kreeg
hij verhalen te hooren over „Lange
Dirk", die bekeurd was door „den
ouwe" in den zuidelijken duinpad
of ze lachten samen over de oolijke
wijze, waarop ze de opzichters op
een dwaalspoor hadden gebracht
Maar vanavond was er bijna nog
geen woord gewisseld.
Jan was dan ook in diepe ge
dachten verzenken.
Waarom was hij nu toch weer
uitgetrokken. Had hij niet voor
twee weken nog aan Geerte, de
dochter van „den ouwen", zoo noem
den ze algemeen opzichter Verkerk
beloofd, 't er nu voor goed te zullen
laten.
't Was Zondag net een week ge
leden, dat hij haar gevraagd had
zijn vrouw te worden. Ze waren
't eigenlijk allang eens samen en
hij was ook niet bang geweest, dat
ze neen zou zeggen, maar toch was
ie blij, dat 't maar achter den rug
was.
Ze had hem een kus gegeven,
maar voor ze hem antwoordde, eerst
laten beloven, nooit meer te stroo
pen als ie daar nu niet mee op
hield, zou vader nooit toestemming
geven.
Hij had toen beloofd, plechtig
beloofd, geen geweer te zullen aan
raken en ook woord gehouden.
Maar zie je, nou was 't ook zulk
echt weer, dat je 't niet kon laten,
als je maar een greintje stroopers-
bloed in de aderen hadt.
Hij had gestreden tot vanavond
aan toe. 't Geweer had hij zelfs in
de handen genomen om 't maar
stuk te slaan, dan was het immers
vanzelf uit, maar neen, daartoe had
hem de moed ontbroken.
Hij had het schoon gemaakt, als
vanouds en toen was net de buur
jongen binnen gekomen en had
gevraagd of ie weer mee mocht.
En toen had hij zich geschaamd,
om te zeggen, dat ie 't niet meer
dee en had „ja" gezegd.
En nu liep hij weer in het duin
zonder bet te willen eigenlijk, alsof
ie niets beloofd had, zijne gedachten
bij Geerte en met een bang voor
gevoel van naderend onheil.
Eenzaam en verlaten staat de
woning van opzichter Verkerk aan
het einde van het zandpad.
Wel ligt het huisje beschut door
de hooge duinen, zoodat de storm
wind er grootendeels over heen gaat
zonder 't met volle kracht te raken
en ook geven eiken hakhout in het
rond eenige beschutting, maar de
regen slaat heftig tegen de luiken
die zorgvuldig gesloten zijn.
Geerte staat hevig ontroerd voor
de tafel en kijkt angstig naar de
deur, waardoor vader zoo juist is
verdwenen, om in het woonhuis
waterlaarzen en regenjas aan te
trekken en 't geweer om te hangen.
Van middag hadden ze gehoord
van den bakker van het dorp, dat
er weer hevig gestroopt zou worden,
vannacht en dat Jan er ook wel
bij zou zijn. Tenminste ze hadden
hem zijn geweer zien schoonmaken.
Vader was toen weer driftig gewor
den en had gezegd, dat als ie 'm
nu snapte, nadat hij pas beloofd
had niet weer te zullen stroopen,
bij 't uit zou maken tusschen hen.
En Geerie kende Jan's aard en
was zelf bang, dat hjj aan zijn ouden
hartstocht geen weerstand zou kun
nen bieden. Ze had nog geprobeerd
vader thuis te houden, om 't slechte
weer. Vader was toen ineens boos
opgestaan, had zijn pijp driftig neer
gegooid dat de asch op den grond
viel, zóódat ze er bang van was
geworden.
Eu nu was hij achter, zou zoo
dadelijk weggaan, het veld in, en
dan
Ze zou 'tnog eens probeeren.
Vader, klinkt het zacht, vader,
Specialiteit in WITTE en TKÏÜÖT GOEDEREN, ROKKEN en BLOUSES.
zegt ze, blijft nu thuis, 't is zulk
weer, en je bent laDg niet in orde.
Verkerk antwoordt niet en houdt
bet stroef gelaat van haar afgekeerd.
Hij neemt zijn pijp op, klopt die
uit boven de aschlade der kachel,
stopt uit het tabakskistje, dat op
den hoek van den schoorsteenman
tel staat, steekt er den brand in en
big ft eenige oogenblikken als in
gedachten staan, zware rookwolken
uitblazende.
Dan slingert hij met een ruk
't geweer over de schouders, en
Geerte die nu in snikken is uitge
barsten, niet aanziende, loopt hij
het voorhuis door naar buiten, de
deur achter zich dichtslaande.
Even blijft hij staan in den stroo
menden regen, die fel hem in het
gezicht slaat en luistert naar het
zwiepen der beukeboomen en het
bulderen van den storm. Dan gaat
hij met krachtigen stap duinwaarts.
't Koningsduin met de daarachter
liggende vallei is wel de meest ge-
schikste plaats voor de wilddieven,
om hun nachtelijk bedrijf uit te
oêfenen.
Het golvend terrein is geheel met
dennenbosch en kreupelhout bedekt,
terwijl dichte doornboscbjes het
loopen, vooral bij een nacht als
dezen, haast onmogelijk maken.
Jan en zijn helper zijn hier echter
in hun element ondanks de bijna
volslagen duisternis volgen zij krui
pend en bukkende de kleine loop
paadjes. Nu eens luisterend, of er
ook onraad is, dan weer het licht
der lantaarn even schijnend latend
over een met helm beplant open
stuk grond, om te zien of er ook
een haas in 't leger kon worden
verrast.
Het doel van hen is altijd het
groote bosch waar de fazanten over
nachten in de takken der boomen
en „belicht" door de lantaarn, ge
makkelijk kunnen worden neerge
schoten.
Dezen keer wilt 't echter niet
vlotten.
Jan heeft nog geen woord bijna
gesproken, is eenmaal het verkeerde
pad ingeloopen en heeft zelfs een
haas, die „bijgelicht" werd, te laat
gezien, zoodat het beest met groote
sprongen is weggerend.
't Is Geerte, die hem voor den
geest staat. Geerte met haar vrien-
lijk blauwe oogen en vroolijken lach.
Ja, hij voelt wel, dat het niet goed
is dat hij hier nu loopt.
Niet dat hij het stroopen erg vindt
of slecht. Die dieren zijn toch van
niemand, zoo redeneert hijze eten
wat de natuur doet groeien en
drinken het water uit de beek.
't Meisje had hem wel anders
vertelddat het wild leefde van
wat er groeide op den grond die
't eigendom was van de heeren, en
dat daarom die dieren ook van hen
waren. Nou ja, maar zij was de
dochter van den opziener en kon
wel haast niet anders praten als zoo.
Neen, daarover is 't niet, dat hij iu
de war zitwild is wild, en als je
't kon bemachtigen moest je 't doen
Maar en dat is 't wat hem
zoo stil maakte, van avond hij
heeft immers beloofd, dat hij niet
weer zal stroopen. En deed hij 't
toch, dan heeft Geerte gezegd
zal 't uitwezen tusschen hen. En
dat ze woord zal houden, gelooft
hij wel, ze is daar resoluut genoeg
voor.
Hij voelt zich al minder op zijn
gemak.
In 't zwiepen der boomen, in 't
gieren van den wind, hoort hij
waarschuwing op waarschuwing.
Zijn geluk is weg als hij Geerte
moet verliezen en toch en
toch hij kan nu niet keeren.
De jongen naast hem maakt Jan
opmerkzaam op een fazant in den
top van een spar weggescholen dicht
tegen den stam.
Gauw dan, hij wordt al wakker.
Een laatste strijd voerde Jan in zijn
binnenste. Hij kan toch niet flauw
zijn tegenover dien jongen van
veertien jaar.
't Geweer wordt als naar gewoonte
opgericht, den vinger aan de trekker.
Het goedkoopste adres voor
N. PISOAER.
GeerteGeerte-loeit de wind
en kletterend roept de regen haar
naam.
Nog een weifeling.en 't schot
giög afmaar 't moordend iood
doet den vogel niet vallen. Jan
schoot af in de lucht, met een ruk.
Nu pakt hij 't geweer bij den kolf,
sÜDgert het met kracht tegen een
spar zoodat de loop krom staat.
Op 'tzelfde oogenblik springt de
ouwe uit de struiken, grijpt Jan
beet, die willoos is blijven staan,
waar de jongen 't op een loopen
zette en houdt hem eene hel schij
nende lantaarn voor. Het behaarde
rimpelig gelaat van den opzichter
drukt smart uit en toorn, en barsch
verwijtend voegt hij Jan toe Houdt
jij zoo je beloften? dat zal je be
rouwen, vriendje". Maar hij denkt
tegelijk aan zijne Geerte, aan't ver
driet dat zij hierdoor zal hebben,
en de droeve trek op zijn gelaat
wordt sterker.
Nu ziet hij, zoekend naar het
geschoten wild, het beschadigde ge
weer liggen en verwonderd ziet hij
Jan aan.
Een oogenblik ziet hij hem in de
oogen merkt de ontroering, waaraan
hij ten prooi is en begrijpt.
Jan wil eene verklaring geven.
Verkerk pakt hem echter bij den
arm en zegt met gevoelKom mee.
jongen, kom mee, naar huis, naar
Geerte. Ze had wel gelijk toen ze
vanavond meende, dat 't geen weer
voor me was, kom mee, ze is zoo
ongerust".
Den volgenden dag was 't- feest
in de boschwachterswoning.
HENRI J. CARcLS
voorheen Paul C. Kaiser,
LEVERT:
Schilder en Kamerbehanger,
Zuiveraar van gebouwen,
onder garantie en geheim
houding.
GREBBERSTRAAT 3.
HAARLEMSCHE
KANTOOR TE HAARLEM
verzekert tegen vaste en billijke
premiën alle Onroerende en Roe
rende Goederen binnen het Ko
ninkrijk der Nederlanden tegen
schade, ontstaan door brand,door
het inslaan van den bliksem en
het ontploffen van lichtgas, ook
ai heeft dit inslaan of dit ont
ploffen geen brand tengevolge
gehad.
DRINKT
(licht en donker).
ONOVERTROFFEN.
Verkrijgbaar aan het Hoofd-agent-
schap
DONKERE SPAARNE 50.
TELEFOON 56.
PER EXTRA TREIN.
Stoppend heen en terug te BLOEMENDAAL, SANTPOORT en VELSEN.
DINSDAG 27 JULI 1909.
HEENREIS:
Haarlem
Bloemendaal
Santpoort
Velsen
Heilo
Heifo
Velsen.
Santpoort
Bloemendaal
Haarlem
TERUGREIS:
A. 5,10 n.m.
A. 5.34
A. 5,42
A. 5,47
A* 5,54
zwakken
en
V. 9,23 v.m.
V. 9,30
V. 9,36
V. 9,44
A. 10,07
Op tijdig verzoek kunnen zieken
rijtuigen bekomen te Heilo.
Plaatskaarfen en Programma's a f I,—
verkrijgbaar bij de Heeren:
J. KRAMER, Schotersingel 35. J. HAZES, Houtplein
J. BONARIUS, Zoetestraat. en bij deD Koster
W. GUSKENS, Groote Markt. R. GEELS, Gen. de La Reystraat.
Pf ZIE VERDER PROGRAMMA'S.
Zie beschrijving Zondagsblad N. Haarl. Courant 26 Juni 1909.
xfx Jx x.fx»x+xf xf X 4 X fx -
x j x j x f x x x t x x x t xf x x fx
OPGERICHT 1846.
NAAR