A. VON DER MÖHLEN Gr. Markt 25 ^JSTrXJ47.!: ma De Lnxe Broodbakkerij Smakelijk Brood KRUISSTRAAT 0, Solied Schoenwerk is No. 19. ANEGANG. HAARLEMSCHE PROCESSIE Mengelwerk. De geheimzinnige vreemdeling. STROOPER. Advertentie n. van uitsluitend prima kwaliteit. Albert L. Rooijers Brandverzekering Maatschappij O Haantjes Export Bier O. L. V. TER NOOD TE HEILO. Chemische Wasscherij Ververij Houtstraat HAARLEM Telef. 426-1046. Afdeeling SCHOTEN. BomdsgebouwIverkla.aji. De onderafdeeling „Eerbied in Gods Huis", onder bescherming van den H. Petrus, benoemde tot voorzitter de heer J. v. d. Bos en tot secretaris de heer R. Burger. Het bestuur noodigt dege nen uit, die willen medewerken zich daartoe bij genoemde heeren op te ge ven, opdat deze onderafd. zich moge Uitbreiden tot bevordering van haar doel. de eerbied in het huis Van God, tot welke medewerking zij alle paro chianen opwekt. Zondag 1 Aug. zal in deze paro chie het leest worden gevierd van Aan bidding. 's Morgens half 8 generale Communie voor de leden van den Bond. Alle leden worden dringend uit- genoodigd, getooid met het insigne, aan de generale Communie deel te nemen, 's Avonds processie met het Allerhei ligste naar den tuin. Alle leden wor den verzocht aan deze processie deel te nemen en het insigne zichtbaar te dragen. Degenen, die het vorige jaar hebben medegewerkt om de goede orde te handhaven, worden beleefd verzocht bun functie ook nu weder te vervullen. Namens het Bestuur, B. Burger, Secr. Afdeeling VELSEN en 0. Bij de heeren P. Kaandorp, Jac. Smolenaars, L. Bakker te Wijkeroog en S. Eskus te Velseroord, kunnen alle ft. K. mannelijke ingezetenen van Vei sen en omstreken, boven den leeftijd van 12 jaar, zich vervoegen om in lichtingen aangaande het brengen van een bezoek aan het genadeoord O. L- Vr. ter Nood te Heilo, op Zondag 25 Juli a. s., des morgens na de H. Mis van 5 uur. De propagandaclub St. Antonius, roept de zoons onzer leden op, zich bij het bestuur dier club, n.l. de heeren C. P. de Jong en P. G. Langendijk, aan te melden, teneinde dit voortref felijk werk te bestendigen en uit te breiden. Namens het Bestuur, JAC. ZUURBIER, Secr. Afdeeling BEVERWIJK. BoudsgebouwPeperstraat 15. Zaterdag, 25 Juli, 's avonds van 8 tot 9 uur zitting der Spaarbank ..St. Antonius"van 8 tot 9 uur zitting der Spaarkas „St. Nioolaas" en Commun ie fonds Zondag, 25 Juli, 's avonds half 8 ledenvergadering in het Bondsgebouw. Punten van behandeling zijn: 1. Reke ning en verantwoording van den pen ningmeester. 2. Verkiezing van een be stuurslid. 3. Verkiezing van twee le den in het bestuur der Spaarbank. Namens het Bestuur, J. de Goe de, Secr. Afdealing BENNEBROEK eu 0. Bloemistwerkliedengilde „St. Jeroen". Spoedeischende vergadering op Zon dag 25 Juli, 's middags om 12 uur. Aller opkomst dringend verzocht. Namens het Bestuur, J. A. V ernooij, Secr. Afdeeling LISSE. BondsgebouwBondstraat C 115. Zaterdag 17 Juli 's av. van 8— 9 uur, zitting Spaarkas, van 8 uur tot kwart voo|r 9 uur zitting '[Winter provisie. Dinsdagavond, repetitie Zang. Attentie. De leden, die zich hebben opgegeven voor Weduwensteun, worden beleefd doch dringend verzocht, vóór 25 Juli hun reglement te halen en .te gelijk de contributie te betalen bij den heer C. v. d. Vlugt. Namens het Bestuur, A. H. Schrama, Secr Afdeeling VOORHOUT. Verplichte vergadering in de „Bonte Koe", op Zondag 1 Aug.'s av. te 7 uur. Punten van behandeling: Notulen, Verslag Spaarkas, Halfjaarlijks verslag van den penningmeester. Bespreking cursus in het boekhouden, enz. Namelns het Bestuur. ®j. vain der La&W, Secr. HAARLEM. R. K. Militaire Vereeniging. Zoetestraat 18. Het gebouw is dagelijks geopend, des avonds van 610 uur en op Zon- en Feestdagen den geheelen dag. B. K. Vereeniging tot bescherming van meisjes, gen. „St. Martha." .Het Bemiddelingsbureau der Vereeni ging is geopend telken Dinsdagmiddag van 12- 2 uur, voor betrekkingen als dienstboden enz., Don/cere Spaame 22 alwaar voor R. K. dienstmeisjes wier ouders buiten de stad woonachtig zijn lederen Zondag- eu Woensdagavon.. van 10 ure gelegenheid bestaat tegen de geringe vergoeding van 5 ct. per week haar vrijen tijd aangenaam en gezellig door te brengen. Aanmelding daartoe aan het „Te Huis,, op bovengenoemde avonden. Sint Jozefsgczellen-Vereeniging. Vereenigingsgebouw Zoetestraat No. 3 Geopend des Zondags van 12-3 en van 5-10 uur. Op werkdagen van 6 tot 10 uur 's avonds. Liefdewerk: St. Josephs Ambachts- leerüngen. Zoetestraat (voor jongens van 1317 jaar). Zondagavond van 5uur Godsdienst onderricht, van 6 tot half 8 gelegenheid tot ontspanning. Maria-vereeniging. R Kj Vereeniging tot bestrijding van het drankmisbruik vergadert elke twee maanden, hetwelk voor af in de agenda dezer courant wordt bekend gemaakt. Be Mariaver. heeft een onderaf deeling, Mi e i s j e s b o n d, voor le den van 1116 jaar, die ook twee maandelijks vergadert op Zondags 'snamidd. 4 uur in 't gebouw St Bavo, Smedestraat. In de vergadering is gelegenheid zich voor het lidmaatschap te laten inschrijventussehentijds hij het se cretariaat der ver. Gr. Hauts.tr. 52. St. Elisabethsvereeniging. Inleveren van ziekenbriefjes Maan dagavond tusschen 7 uur en half 9. Woensdag- en Vrijdagmiddag tusschen 1 en 2 uur, Jansstraat 49. „St. Rosa-Vereeniging". De R.-K. kostelooze Naaischool de zer Vereeniging is tijdelijk geves tigd Zoetestraat 12rood, alwaar het Be stuur voor belanghebbenden te spre ken is eiken Vrijdagavond van half acht tot half negen. Het was elf uur, het geheele huis sliep reeds, toen ik de huisbel hoor de. Het was een schril, langgerekt ge luid, het scheen, dat er met heftig heid aan de bel getrokken werd. De honden in den tuin blaften woedend. Ik sprong het bed uit en deed het raam open. De nacht was nevelig, vochtig, van ondoordringbare duisternis. Door het geblaf der honden heen riep ik: „Wie is daar?" Een mannenstem antwoordde. Ik hoorde door het lawaai slechts afge broken woorden. „Marthé zendt mij, de waard... voor een zieke... hulp..." Zeer ongerust kleedde ik mij aan. Iedereen in huis»was ontwaakt: vrouw, kinderen, bedienden. Ik stelde hen ge rust. Met een fakkel in de hand liep ik naar de huisdeur. Een man wachtte mij daar op. Hij was klein, doch breed gebouwd. Hij droeg een slappe vilten hoed, een mantel met hoog opgeslagen kraag. Haastig lichtte hij mij in, terwijl ik de honden geruststelde: „Ik heb een vriend in de herberg in het dorp. Hij is plotseling ziek geworden, zeer ziek. Hij heeft dade lijk medische hulp noodig. Een men- schenleven staat op het spel. Men heeft me verteld, dat u een automobiel heeft. Zoudt u mij den dienst willen bewij zen mij naar de stad te rijden naar een dokter? Ik zal hem het geval uitleggen, en wij kunnen hem mee fte- rug nemen. Het gold hier een goede daad te ver richten. Daarom aarzelde ik niet. Ik zeide tot den onbekende, terwijl ik de huisdeur opende: „Het is goed. Helpt u mij maar." We schoven samen de auto uit de schuur. Toen riep ik mijn vrouw, die voor het open raam angstig stond te wachten, eenige geruststellende woorden toe. De man was met de auto bezig en bevoelde de banden. „Heelt u genoeg benzine?" Ik antwoordde hem: „Ik heb een enorm groot, geheel vol reservoir en buitendien nog reserve. Dat is een ge woonte van mij, men kan nooit weten wat er gebeurt." „Dat is verstandig," zeide hij. Ik zette de motor in gang, sloot de huisdeur achter ons en we gingen weg. De onbekende zat naast mij. Hij prees den rustigen gang. Gevleid vertelde ik van mijn groote tochten, welk plezier het mij deed over heuveia en bergen te snellen, en dat ik gedurende een geheel jaar van dolle rijderij nog geen enkel ongeluk had gehad. We reden over den vlakken grond. Mijn licht wierp verre schijnsels. Den weg kende ik uitstekend. Ik zeide: „Binnen 10 minuten zijn we te Sens." Toen, plotseling, keerde de man mij zijn gezicht toe: „Hoort u eens, mijnheer. Ik heb geen zieken vriend, geen herberg en geen dokter! Maar ik moet dezen nacht nog ver van hier zijn. Niemand behoeft het te weten. U moet mij naar Orleans rijden, twintig mijlen van hier. Vóór het aanbreken van den dag kunt u terug zijn. U heeft den tijd. De winter nachten zijn lang. En u behoeft er niet over te spreken." Ik begreep het niet. Ik dacht: hij is waanzinnig. Instinctmatig remde ik. Maar toen de auto langzamer begon te rijden, legde de man zijn zware hand op mijn arm en zèide wild „Nu geen grappen! Rijd snel, of God mag u genadig zijn. Overigens mag u wel weten, waar het om gaat! Ik had vannacht onaangenaamheden met uw buurman Duport. Ik wilde bij hem in breken om eenige kleinigheden weg te nemen. Maar toen ik in den salon bezig was, kwam de heer des huizes in zijn nachthemd, met een kaars in de eene hand, en in de andere een revolver, in de kamer. Toen moest ik me toch verdedigen, niet waar? Ik had mijn mes bij de hand en sneed hem de keel door. Basta! Maar daar kwam de vrouw aan, met loshangende haren, ook met een kaars. Ze schreeuw de. Natuurlijk maakte ik haar stom. Maar er kwam nog iemand door de zelfde vervloekte deur. Het dienst meisje, dit keer. Ik verloor mijn ge duld. In 't kort, ik deed mijn plicht. Eu wilt u gelooven, dat het nog niet gedaan was, en ik de kleine jongen, die door zijn gebrul bijna al de buren gewekt had, uit den weg moest hel pen?" Ik werd er warm van. Ik moest hem tot iederen prijs het zwijgen opleggen." Met de handen aan het stuurrad luis de ik huiverend toe. Opnieuw tracht te ik den gang van den wagen te Ver minderen. Maar de man beval mij top imponeerenden toon: „Ik verbied u te remmen! Begrepen? Overigens is iiet doelloos. Ik beu zelf chauffeur." Een mengelmoes van gedachten doorkruiste mijn koortsachtig verhitte brein. Waar om heeft hij dan niet de auto geno men. terwijl ik de huisdeur sloot. Hij raadde zeker mijn gedachten, want hij zeide: „Ik wilde door u ge reden worden. Want had ik uw auto zelf bestuurd, dan had ik er bij mijn aankomst last van gehad, en dan was ik opgevallen. Terwijl u nu de auto mede terug neemt. En u, u zwijgt." Toen begon een stille tocht. Wij doorkruisten landstreken, waarvan de ondoordringbare duisternis door onze schijnwerpers werd doorboord, reden door diepdonkere wouden, over afge vallen takken ,door slapende dorpen, waar de honden luid begonnen te blaffen. Voor een, politie-bureau trachtte ik nog een keer halt te houden, maar de man dwong me door te gaan. „Vervloekt, rijd door! U weet, dat het bij mij op een lijk meer of minder niet aankomt.' Daarbij liet hij zijn mes zien. De schrik verlamde mij. Ik was ongewa pend en had vrouw en kinderen te huis. Zou ik mijn leven opofferen, om misschien den dood van mijn buurman te wreken? We gleden verder. Opgeschrikte hazen liepen over den weg in het licht onzer schijnwerpers. De man hoonde. „Mijn idee is een voudig maar goed. De politie rekent slechts met hare snelheid. Het zal nie mand in den zin komen, morgenmid dag te Orleans den dader van een dien vorigen avond te Sens plaatsgevonden misdaad te zoeken. Als ik met het spoor ging had ik moeten wachten, de beambten hadden mij bespionneerd en opgeschreven. Leve de automo biel!" Ik had nog slechts één hoop: een ongeluk. Ja, ik leerde den zielstoestand kennen, waarin mem verlangend naar een ongeluk uitziet. Een simpele dood en ik kwam mis schien vrij van de vreeselijke mede plichtigheid De gummibanden waren nog nieuw. Zou ik een ongeluk simulteeren? Maar de man zou zich niets wijs laten maken, hij was zelf chauffeur. We reden verder. Tweemaal had ik reeds den tocht naar Orleans gemaakt. Ik kende iede ren bocht. Ik vond den weg dan ook uitstekend. De man zette mij aan: „Voorwaarts, sneller voorwaarts!" Bij een steile helling dacht ik: De dood! De vrijwillige dood in den af grond. Dan had ik den moordenaar ter dood veroordeeld. Maar me zelf ook. En ik vervloekte mijn lafheid. In plaats van den man neer te slaan of uit te leveren, hielp ik hem ontkomenHoe heb ik den ellendeling naar de plaats van zijn Ibe- stemming gebracht? Hoe ben ik terug gekomen zonder iemand te ontmoeten? Hoe kwam het, dat ik in een diepen slaap viel, waaruit ik eerst bij helder daglicht ontwaakte? Ik sprong uit mijn bed. Men zai de misdaad ontdekt hebben, de ontzettende viervoudige misdaad, waarvan ik de verachtige medeschul dige was geworden. Het is vreeselijk! En het eigenaardigste is, dat ik eerst naar de schuur moest gaan, en mijne huurlieden de Duports weer moest zien om mij te overtuigen, dat alles slechts een droom was. Woest giert de storm over 't ver laten duinlandschap Na weken van mooi, gestadig winterweer, met een koude bries uit het noordwesten, was er plotse ling verandering gekomen. Mist en regen hulden de duinen, met hunne anders zoo schilderachtige omtrek ken van toppen en bosschen, in een waas van weemoedigheid. Dezen morgen was hij aan komen zetten, die reus uit het zuid-westen, vau ver over de zeewild jagend over het eenzame veld, fluitend door de dennenbosschen en regen kletterend tegen de stammen der boomen. Reeds om drie uur was 't be ginnen te donkeren. Somber en dicht was de duisternis gevallen, die bosch en duin in één zwarte massa vereenigde. Een man en een jongen komen zwijgend 't zandpad op, dat van het kleine dorpje naar 't duin voert. Zij moeten wel den weg goed ken nen, zoo zeker als ze het smalle boschpad links inslaan en de kron kelingen volgen, ondanks de duis ternis. 'tls Jan Dekker, de slimste strooper van het dorp, een stevige kerel van vijf en twintig jaar, de grijze pet diep in de oogen, den kraag van zijn jas omhoog, één hand in den zak en de andere ge klemd om den riem van het dub belloopsgeweer, dat op zijn rug hangt. De jongen naast hem, draagt zorgvuldig een gesloten karbietlan- taarn met sterken reflector. Hij is meer mee geweest op zoo'n nachte lijken tocht, met Jan, die naast hem in de dorpsstraat woont. Bang was hij nooit als hij met buurman meeging, want die was alle opzich ters te slim af, en hoewel iedereen wist dat hij stroopte, nog nooit ge snapt. Maar wat ie vanavond aan Jan had, dat wist ie niet. Anders kreeg hij verhalen te hooren over „Lange Dirk", die bekeurd was door „den ouwe" in den zuidelijken duinpad of ze lachten samen over de oolijke wijze, waarop ze de opzichters op een dwaalspoor hadden gebracht Maar vanavond was er bijna nog geen woord gewisseld. Jan was dan ook in diepe ge dachten verzenken. Waarom was hij nu toch weer uitgetrokken. Had hij niet voor twee weken nog aan Geerte, de dochter van „den ouwen", zoo noem den ze algemeen opzichter Verkerk beloofd, 't er nu voor goed te zullen laten. 't Was Zondag net een week ge leden, dat hij haar gevraagd had zijn vrouw te worden. Ze waren 't eigenlijk allang eens samen en hij was ook niet bang geweest, dat ze neen zou zeggen, maar toch was ie blij, dat 't maar achter den rug was. Ze had hem een kus gegeven, maar voor ze hem antwoordde, eerst laten beloven, nooit meer te stroo pen als ie daar nu niet mee op hield, zou vader nooit toestemming geven. Hij had toen beloofd, plechtig beloofd, geen geweer te zullen aan raken en ook woord gehouden. Maar zie je, nou was 't ook zulk echt weer, dat je 't niet kon laten, als je maar een greintje stroopers- bloed in de aderen hadt. Hij had gestreden tot vanavond aan toe. 't Geweer had hij zelfs in de handen genomen om 't maar stuk te slaan, dan was het immers vanzelf uit, maar neen, daartoe had hem de moed ontbroken. Hij had het schoon gemaakt, als vanouds en toen was net de buur jongen binnen gekomen en had gevraagd of ie weer mee mocht. En toen had hij zich geschaamd, om te zeggen, dat ie 't niet meer dee en had „ja" gezegd. En nu liep hij weer in het duin zonder bet te willen eigenlijk, alsof ie niets beloofd had, zijne gedachten bij Geerte en met een bang voor gevoel van naderend onheil. Eenzaam en verlaten staat de woning van opzichter Verkerk aan het einde van het zandpad. Wel ligt het huisje beschut door de hooge duinen, zoodat de storm wind er grootendeels over heen gaat zonder 't met volle kracht te raken en ook geven eiken hakhout in het rond eenige beschutting, maar de regen slaat heftig tegen de luiken die zorgvuldig gesloten zijn. Geerte staat hevig ontroerd voor de tafel en kijkt angstig naar de deur, waardoor vader zoo juist is verdwenen, om in het woonhuis waterlaarzen en regenjas aan te trekken en 't geweer om te hangen. Van middag hadden ze gehoord van den bakker van het dorp, dat er weer hevig gestroopt zou worden, vannacht en dat Jan er ook wel bij zou zijn. Tenminste ze hadden hem zijn geweer zien schoonmaken. Vader was toen weer driftig gewor den en had gezegd, dat als ie 'm nu snapte, nadat hij pas beloofd had niet weer te zullen stroopen, bij 't uit zou maken tusschen hen. En Geerie kende Jan's aard en was zelf bang, dat hjj aan zijn ouden hartstocht geen weerstand zou kun nen bieden. Ze had nog geprobeerd vader thuis te houden, om 't slechte weer. Vader was toen ineens boos opgestaan, had zijn pijp driftig neer gegooid dat de asch op den grond viel, zóódat ze er bang van was geworden. Eu nu was hij achter, zou zoo dadelijk weggaan, het veld in, en dan Ze zou 'tnog eens probeeren. Vader, klinkt het zacht, vader, Specialiteit in WITTE en TKÏÜÖT GOEDEREN, ROKKEN en BLOUSES. zegt ze, blijft nu thuis, 't is zulk weer, en je bent laDg niet in orde. Verkerk antwoordt niet en houdt bet stroef gelaat van haar afgekeerd. Hij neemt zijn pijp op, klopt die uit boven de aschlade der kachel, stopt uit het tabakskistje, dat op den hoek van den schoorsteenman tel staat, steekt er den brand in en big ft eenige oogenblikken als in gedachten staan, zware rookwolken uitblazende. Dan slingert hij met een ruk 't geweer over de schouders, en Geerte die nu in snikken is uitge barsten, niet aanziende, loopt hij het voorhuis door naar buiten, de deur achter zich dichtslaande. Even blijft hij staan in den stroo menden regen, die fel hem in het gezicht slaat en luistert naar het zwiepen der beukeboomen en het bulderen van den storm. Dan gaat hij met krachtigen stap duinwaarts. 't Koningsduin met de daarachter liggende vallei is wel de meest ge- schikste plaats voor de wilddieven, om hun nachtelijk bedrijf uit te oêfenen. Het golvend terrein is geheel met dennenbosch en kreupelhout bedekt, terwijl dichte doornboscbjes het loopen, vooral bij een nacht als dezen, haast onmogelijk maken. Jan en zijn helper zijn hier echter in hun element ondanks de bijna volslagen duisternis volgen zij krui pend en bukkende de kleine loop paadjes. Nu eens luisterend, of er ook onraad is, dan weer het licht der lantaarn even schijnend latend over een met helm beplant open stuk grond, om te zien of er ook een haas in 't leger kon worden verrast. Het doel van hen is altijd het groote bosch waar de fazanten over nachten in de takken der boomen en „belicht" door de lantaarn, ge makkelijk kunnen worden neerge schoten. Dezen keer wilt 't echter niet vlotten. Jan heeft nog geen woord bijna gesproken, is eenmaal het verkeerde pad ingeloopen en heeft zelfs een haas, die „bijgelicht" werd, te laat gezien, zoodat het beest met groote sprongen is weggerend. 't Is Geerte, die hem voor den geest staat. Geerte met haar vrien- lijk blauwe oogen en vroolijken lach. Ja, hij voelt wel, dat het niet goed is dat hij hier nu loopt. Niet dat hij het stroopen erg vindt of slecht. Die dieren zijn toch van niemand, zoo redeneert hijze eten wat de natuur doet groeien en drinken het water uit de beek. 't Meisje had hem wel anders vertelddat het wild leefde van wat er groeide op den grond die 't eigendom was van de heeren, en dat daarom die dieren ook van hen waren. Nou ja, maar zij was de dochter van den opziener en kon wel haast niet anders praten als zoo. Neen, daarover is 't niet, dat hij iu de war zitwild is wild, en als je 't kon bemachtigen moest je 't doen Maar en dat is 't wat hem zoo stil maakte, van avond hij heeft immers beloofd, dat hij niet weer zal stroopen. En deed hij 't toch, dan heeft Geerte gezegd zal 't uitwezen tusschen hen. En dat ze woord zal houden, gelooft hij wel, ze is daar resoluut genoeg voor. Hij voelt zich al minder op zijn gemak. In 't zwiepen der boomen, in 't gieren van den wind, hoort hij waarschuwing op waarschuwing. Zijn geluk is weg als hij Geerte moet verliezen en toch en toch hij kan nu niet keeren. De jongen naast hem maakt Jan opmerkzaam op een fazant in den top van een spar weggescholen dicht tegen den stam. Gauw dan, hij wordt al wakker. Een laatste strijd voerde Jan in zijn binnenste. Hij kan toch niet flauw zijn tegenover dien jongen van veertien jaar. 't Geweer wordt als naar gewoonte opgericht, den vinger aan de trekker. Het goedkoopste adres voor N. PISOAER. GeerteGeerte-loeit de wind en kletterend roept de regen haar naam. Nog een weifeling.en 't schot giög afmaar 't moordend iood doet den vogel niet vallen. Jan schoot af in de lucht, met een ruk. Nu pakt hij 't geweer bij den kolf, sÜDgert het met kracht tegen een spar zoodat de loop krom staat. Op 'tzelfde oogenblik springt de ouwe uit de struiken, grijpt Jan beet, die willoos is blijven staan, waar de jongen 't op een loopen zette en houdt hem eene hel schij nende lantaarn voor. Het behaarde rimpelig gelaat van den opzichter drukt smart uit en toorn, en barsch verwijtend voegt hij Jan toe Houdt jij zoo je beloften? dat zal je be rouwen, vriendje". Maar hij denkt tegelijk aan zijne Geerte, aan't ver driet dat zij hierdoor zal hebben, en de droeve trek op zijn gelaat wordt sterker. Nu ziet hij, zoekend naar het geschoten wild, het beschadigde ge weer liggen en verwonderd ziet hij Jan aan. Een oogenblik ziet hij hem in de oogen merkt de ontroering, waaraan hij ten prooi is en begrijpt. Jan wil eene verklaring geven. Verkerk pakt hem echter bij den arm en zegt met gevoelKom mee. jongen, kom mee, naar huis, naar Geerte. Ze had wel gelijk toen ze vanavond meende, dat 't geen weer voor me was, kom mee, ze is zoo ongerust". Den volgenden dag was 't- feest in de boschwachterswoning. HENRI J. CARcLS voorheen Paul C. Kaiser, LEVERT: Schilder en Kamerbehanger, Zuiveraar van gebouwen, onder garantie en geheim houding. GREBBERSTRAAT 3. HAARLEMSCHE KANTOOR TE HAARLEM verzekert tegen vaste en billijke premiën alle Onroerende en Roe rende Goederen binnen het Ko ninkrijk der Nederlanden tegen schade, ontstaan door brand,door het inslaan van den bliksem en het ontploffen van lichtgas, ook ai heeft dit inslaan of dit ont ploffen geen brand tengevolge gehad. DRINKT (licht en donker). ONOVERTROFFEN. Verkrijgbaar aan het Hoofd-agent- schap DONKERE SPAARNE 50. TELEFOON 56. PER EXTRA TREIN. Stoppend heen en terug te BLOEMENDAAL, SANTPOORT en VELSEN. DINSDAG 27 JULI 1909. HEENREIS: Haarlem Bloemendaal Santpoort Velsen Heilo Heifo Velsen. Santpoort Bloemendaal Haarlem TERUGREIS: A. 5,10 n.m. A. 5.34 A. 5,42 A. 5,47 A* 5,54 zwakken en V. 9,23 v.m. V. 9,30 V. 9,36 V. 9,44 A. 10,07 Op tijdig verzoek kunnen zieken rijtuigen bekomen te Heilo. Plaatskaarfen en Programma's a f I,— verkrijgbaar bij de Heeren: J. KRAMER, Schotersingel 35. J. HAZES, Houtplein J. BONARIUS, Zoetestraat. en bij deD Koster W. GUSKENS, Groote Markt. R. GEELS, Gen. de La Reystraat. Pf ZIE VERDER PROGRAMMA'S. Zie beschrijving Zondagsblad N. Haarl. Courant 26 Juni 1909. xfx Jx x.fx»x+xf xf X 4 X fx - x j x j x f x x x t x x x t xf x x fx OPGERICHT 1846. NAAR

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 7