6.
DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
IN
BUITENLAND.
Gemengde Buitenlandsche berichten
KiniterliiiisvMt 29-31-33, Haarlem
Een koning van
misdadigers.
MAANACP 2 AUG. 1909.
34*to Jaargang' No. €953
Bureaux van Redactie en Administratie
Intercommunaal Telefoonnummer 1426.
Voor advertentiën en reclames buiten Haarlem en de agentschappen wende men zich uitsluitend tot RiCARDO's Advertentie-Bureau, N. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, Int. Telefoon 1020.
Algemeen overzicht.
FEUILLETON.
en.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRUSi
Per 8 maanden voor Haarlem
Voor de plaateen, waar een agent ie gevestigd (kom der gemeente)
Voor de overige plaateen in Nederland franco per post
Afzonderlijke nummers
f 1,85
1.35
1.80
0,03
PRIJS
DER ADVERTENTIÊN:
Van 16 regels60 cent (contant 50 cent).
Iedere regel meer10 cent.
Buiten Haarlem en de Agentschappen 20 cent per regel. Reclames dubbel tarief.
Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 cents contant).
iOflO
Alle betalende abonnéa op dit blad, die in het bezit eener verzekeringspolis zijn, zQn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor
GULDEN bij jUjfl UULUKfl b« 11181 QULDE* ^^eHan1
verlies van éen Sign verges van ||||1 verlies van
hand of voet. §J$ gjUN éen oog. g fu AA éen duim.
GULDEN bij
levenslange on ge
schiktheid tot
werken.
-- -r
400
GULDEN bij
overlijden.
300
60
één
wijsvinger.
15
GULDEN bij
verlies van
éen anderen
vinger.
Oe ultkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
DE DUBBELE SPAANSCHE CRISIS:
THUIS EN BUITEN DE DEUR.
Spanje staat er leelijk voor.
Het is niet anders't moet gezegd
dat de dynastie van koning Alfonso
geen kwader dagen gekend heeft dan
deze!
[Want hoe men het keere of wen
de: de revolutie in Catalonië, die
op het Fransche schrikbewind onder
.Robespierre en Dan ton gelijkt,
zoowel als de oorlog met de Riffa-
bewoners aan de Afrika, arische
[Noordkust, allebei die feiten be
dreigen de kroon van Alfonso XIII.
Over die crisis thuis en buiten
de deur. in aanleiding met wat we
daarover al bericht hebben, hier
een woordje.
Vooreerst in het Noorden van
Afrika.
De oorlog met de „Rifbewoners",
d.w.z. de tMooren die den bergkam
aan den ingang van Marokko be
wonen, de kust van Ceut-a tot Me-
lilla, is plotseling door de algemee-
ne beweging der Mooren schrikkelijk
verscherpt.
Den Mooren zit de haat tegen
Spanje vanouds in het bloed.
Sedert den tijd, dat Ferdinand de
Katholieke de Mooren terugwierp
uit Sevilla en Grenada, sinds den
tijd dat de machtige Moorsiche vor
sten uit Europa werdeen verdreven,
hebben hun nakomelingen piet op
gehouden de Spanjaarden te haten.
Fn toen een onbeduidende oorzaak
voor Spanje een reden werd om een
expeditie op touw te zetten, teneinde
een Moorschen stam te tuchtigen,
zijn opeens veertig-, vijftig duizend
Mooren, welbewapend met Mausers
(wie zit daarachter te hoop ge-
loopen tegen de Spaansche troepen,
en sinds een paar weken Zijn er dui
zenden Spanjaarden in dezen oorlog
(want anders is het niet!) gesneu
veld, honderden officieren, zelfs ge
neraals, gevallen
Generaal Marina, beveelt, nu te Me-
lilla over een negen- a tienduizend
Spanjaarden, maarhet zal de
vraag zijn of hij het houden kan!
Aan een correspondent verklaarde
hij
Mijn tegenwoordig plan is te blij
ven in de door ons bezette s,tellin
gen en eerst na aankomst van de
gevraagde hulp aanvallend te werk
te gaan.
De generaal weet echter niets van
de bewegingen der Mooren, daar de
inlichtingendienst gebrekkig is.
De omvang der verliezen is niet
te bepalen. Dte Spanjaarden zouden
in het gevecht van den 27sten 700
a 800 gewonden hebben gehad. De
dooden werden zonder toezicht be
graven, waar zij gevallen zijn, daar
om is hun aantal niet op te geven.
Men begrijpt wat zulke bekente
niseen van „niet-weten" verbergen
En dat alles zou niets wezen, wan
neerdeze oorlog tegen de Moo
ren niet zoo ontzettend impopulair
was in Spanje!
Maar hier komen we op het twee
de gedeelte van de crisis: de crisis
thuis
De oorlog tegen de Mooren is im
populair. D|at is niet tegen te spre
ken.
E,n het blijkt wel, dat deze krijg,
die Spanje overvallen heeft, door
zijn impopulariteit een terugislag
heeft op de populariteit van het
Vorstenhuis.
Men wijt, zooals dat meer gaat,
den koning en de konijnklijke fa
milie liet kwaad dat de omstandig
heden het land berokkenen.
Nu zou dit alles evenwel nóg niet
verontrustend zijn, wanneer de so
cialistische en anarchistische elemen
ten, die in Catalonië vooral een
vruchtbaar arbeidsveld vinden, niet
van de gelegenheid hadden gebruik
gemaakt, om een revolutie op touw
te zetten, die alle pogingen, tot dus
verre in die richting gedaan, over
treft.
Wij hebhen in onze berichten van
de vorige week al een en ander over
die revolutie in Catalonië, waarvan
Barcelona het brandpunt is, mede
gedeeld.
D;e revolutionairen hebben te Bar
celona een „Comité" gesticht, dat
op de meest barbaarsche wijze te
keer gaat!
Zelfs de liberale „Kölnische"
vindt, dat de slachting te Barce
lona, doet denken aan de ergste da
gen der Fransche revolutie
En inderdaadde booze hartstoch
ten, die zich tot dusverre van tijd
tot tijd uitten in de aanslagen der
taloniscBe anarchisten, zijn thans
tot een openlijke uitbarsting geko
men, die men in onzen tijd e:n bij
onze beschaving in Europa onmoge
lijk zou hebben geacht! Beesten in
mensehengedaante hebben weerlooze
nonnen en mopnikelu vermoord!
Een correspondent van de „Daily
Telegraph" meldt daarover:
Een menigte priesters en klooster
zusters zijn gruwelijk vermoord,
eenige op de treden van het altaar,
het kruisbeeld in de hand, anderen
terwijl zij moedig hun gebouwen te
gen de oproerlingen verdedigden!
Toen ik van de haven terugkeerde
zegt hij o.a. zag ik het vreemd
ste schouwspel dat het menschelijke
oog kan treffen. Een menigte op
roerlingen, ongeveer tienduizend ik
aantal, trokken door de straten met
de verkoolde lijken van hun slacht
offers. Zij hadden de lijken, de bee-
nen en hoofden, op lange staken
gestoken, en onder hoerageroep en
bet zingen van de Marseillaise, toon
den zij niet alleen aan de politie, de
burgerwacht en de soldaten de blij
ken van hun wreedheid, maar zij
trokken als onder den neus van de|n;
kapitein-generaal voorbij, die zich
toen aan het hoofd van zijn troepen
bevond, maai1 niet op de oproerlingen
dorst te laten schieten
Hoe dat zit, zal later wel worden
opgehelderd.
Doch merkwaardig is het, dat het
gespuis, dat tegen het koningshuis
optreedt en de revolutie wilt, meteen
tegen de kerk en de priesters en de
kloosterlingen woedt
De liberale en anti-clericale pers,
ook ten onzent, zit met dat geval
wat verlegen!
Het heet in die pers' altijd, dat
Spanje zoo'n achterlijk land is, dat
er zooveel slechte toestanden heer-
schen, en dat „zeer terecht" het
„denkende Volksdeel" tegen die cle-
rieale dompigheid in verzet komt.
Maar het gespuis te Barcelona,
dat de opruiing van de anti-cleri-
cale pers eindelijk op de laagste wij
ze gehoorzaamt, gaa,t nu toch wel
een beetje te ver
Overigens: de liberale pers, ook
ten onzent» denkt „dat het wel een
beetje overdreven zal zijn!"
Notabene! Lees nog maar eens
hierboven wat de man der „Daily
Telegraph" seinde!
„Blijkbaar met eenzijdigheid"
wordt door sommige corresponden
ten geschilderd, zoo schreef gis
teren nog bij het vermelden der gru
welen en priestermoorden de liberale
„Nieuwe Courant"
Ja wel, omdat het priesters en non
nen zijn, heet het „eenzijdig". Die
zelfde liberale pers, die de wereld
bij elkaar schetterde toen b.v. de
jood Dreyfus werd veroordeeld
stel dezen eenen man die verbanjnen
werd, nu eens tegen de honderden,
die vermoord zijn
„Eenzijdig"
Over acht dagen worden de moor
den van Barcelona en de gruwelen
van het socialistisch en liberaal ge
spuis doodgezwegen, over veer
tien dagen hoort men, dat bij die
„priesterregeering" en het „domme
clericale bewind" zoo iets eigenlijk
niet anders te verwachten was!...
Wat de laatste berichten betreft,
volgens de telegrammen van giste
ren Zondag zouden de troe
pen te Barcelona de revolutionnaire
beweging meester zijn. Die staking
te Saragossa heet opgehouden, ter
wijl ook elders de rust weerkeert.
Dp verhalen van de slachtingten,
aangericht door de opstandelingen
zijn afschuwelijk.
Thans doen de krijgsraden hun
werk, terwijl militaire telegrafisten
de telegrafische verbinding herstel
len.
Voor latere berichten zie men on
der onze telegrammen.
ZAL FRANKRIJK HELPEN
Thans is bekend geraakt, da,t op
6 October 1904 te Parijs een geheim
verdrag is gesloten tusschen Frank
rijk en Spanje, van den volgenden
inhoud
„Frankrijk en Spanje waarborgen
elkander het bezit van hun tegen
woordig: gebied in Noord-Afrika.
Frankrijk en Spanje zullen nader
hunne economische belangensfeer in
Marokko en Eezi regelen. Frankrijk
verbindt zich om, wanneer Spanje
niet bij machte mocht zlijn zijne be
zittingen om de steeden Geuta en
Melilla voldoende te verdedigen, aan
dit rijk gewapenden bijstand te Ver
lenen. Spanje verbindt zich om
zijn bezitting-en in Marokko noch ge
heel noch gedeeltelijk zonder Erank-
rijk's uitdrukkelijke goedkeuring
aan eenige andere mogendheid of
aan de inboorlingen en hujnne regee-
ring: af te staan, te verkoopen of te
verpachten."
Men verwacht, met het oog op> dit
verdrag, dat Spanje een beroep op
Fransche hulp zal doen.
Echter wordt door anderen be
weerd, dat het verdrag van Alge-
ciras alle overeenkomsten betreffen
de Marokko, en dus ook deze, heeft
doen vervallen.
VERWIKKELINGEN IN HET
OOSTEN?
Dp berichtgever van het „Berl.
Tageblatt" te (Veenen seint aan zijn
blad: „Naar ik verneem!, zijn in het
Oosten ernstige verwikkelingen te
verwachten. Japan moet al hebben
gedreigd de diplomatieke betrekkin
gen met China te zullen afbreken,
wanneer laatstgenoemd land Japans
wenschen ten aanzien van den Moek-
denspoorweg niet vervult.
De verjaardag van 's Pausen 'kroning.
Maandag 9 Augustus zal op plechtige
wijze in den Sint Pieter de: verjaar
dag gevierd worden van de kroning
van den Paus. Een plechtige H. Mis
zal worden opgedragen in de Sixtijnsche
kapel door kardinaal Merry del Val,
waarbij ook de Paus tegenwoordig we
zen zal. Verder zullen alle te Rome
aanwezige kardinalen, patriarchen, bis
schoppen, de leden van het corps di
plomatique enz. de plechtigheid bijwo
nen.
Achterafgezet.
De hertog van Connaught, de broeder
van koning Edward, die dezer dagen
zijn ambt van opperbevelhebber der
Middellandsche Zeevloot neerlegde,
blijkt zich achterafgezet gevoeld te heb
ben.
Althans een Duitsch blad laat zich
uit Weenen seinen, dat de broeder des
Konings zou hebben aangedrongen op
versterking van zijd. vloot, doch dat
zijn vertoogen bij de admiraliteit zon
der gevolg waren gebleven. Daarom
heeft de hertog, geloovende dat de Mid
dellandsche Zeevloot bij de Noordzee-
vloot achtergesteld werd en dat daar
om het commando over eerstgenoemde
te onbeteekenend was geworden, het
opperbevel neergelegd, ondanks de uit
Londen tot hem gerichte verzoeken om
te 'blijven.
Botha's gezondheid.
De „Westminster Gazette" deelt me
de, dat generaal Botha, die, zooals men
weet, zich thans als gedelegeerde der
Zuid-Afrikaansche Unie in Engeland be
vindt, tot herstel van gezondheid een
volledige en langdurige kuur te Kissin
gen moet ondergaan. Volgens het oor
deel van dr. Dawson, lijfarts van koning
Edward, is dat alles, wat noodig is
voor het volledig herstel van den eer
sten minister van Transvaal.
De staat van zijn gezondheid belette
Botha reeds, gelijk wij mededeelden, de
eerste zittingen van de conferentie voor
de rijksverdediging bij te wonen.
Moederliefde van een vogel.
Hoe groot de moederliefde van een
vogel zijn kan, bewijst 't volgende voor
valletje, dat zich dezer dagen in het
dorpje Schönebeck heeft afgespeeld:
Dinsdag brak er brand uit in een boe
renwoning .Boven op 't dak zat een
ooievaarsnest met drie jongen. Dikke
rookwolken stegen langs 't nest op,
en boven in de lucht schreeuwde
moeder ooievaar hartverscheurende
klaagtonen. Toen de vlammen ook het
nest bedreigden, vloog de vogel erheen,
zette zich op 't nest, sloeg haar vleu
gels over de jongen, om ze tegen het
vuur te beschermen. Zoo bleef zij
zitten en verbrandde met hare jongen.
Opgegeten.
In Ho-stocks menagerie op Coney Is
land, Noord-Amerika, is de Duitsche
dierentemmer Henry Falkendoarf door
een zijner tijgers opgegeten. Toen men
het ongeluk bemerkte, was het reeds
niet meer de moeite waard, den tijgers
het restantje van den armen temmer
af ie némen.
Een geheimzinnige zaak.
In Toulon zijn groote diefstallen ont
dekt van aanzienlijke hoeveelheden bus
kruit en springmateriaal uit de opge
legde voorraden in het Vlootarsenaal.
Deze geschiedenis wekt een pijnlijk
opzien in marinekringen. Ook in de
nieuwe etablissementen te Brest moe
ten dergelijke feiten aan het licht zijn
gekomen.
De maritieme overheid weigert iedere
inlichting. Er loopen geruchten als zou
de er tusschen de dieven en het .perso
neel der inrichtingen verstandhouding
bestaan.
Keizer Wilhelm op de Noorsche reis.
Iemand schrijft van boord van het
stoomschip „Meteor", uit Noorsche wa
teren aan een Nederlandsch blad de
volgende bijzonderheden
Gisterenavond arriveerden wij in Mol
de, waar geankerd lagen de „Hohenzol-
lern", de „Sleipner", de kruiser „Ham
burg" en drie torpedobooten. Den vol
genden morgen ontvingen wij verlof het
keizerlijke jacht te bezichtigen. Dit is
nu wel merkwaardig, maar het eigen
aardige was wel, dat de Keizer zelf
met generaal Von Moltke op het pro
menadedek wandelde, terwijl de bezoe
kers Z.M. op eenige meters afstand
passeerden. Jammer, dat vele Duit-
schers jde welwillendheid des Keizers
misbruikten door Z. M. allerlei foto
grafie-toestellen voor te houden, wat
officieren echter spoedig verboden. Die
genen, die den Keizer eerbiedig groet
ten, werden zeer hoffelijk teruggegroet.
In Zweden öók al!
Zooals men weet, dreigt in Zweden
een algemeene werkstaking. De over
heid is op haar hoede en neemt krach
tige maatregelen, om te verhinderen,
dat a.s. Woensdag botsingen en ongere
geldheden voorkomen. Men vreest, dat
de staking vrij algemeen zal worden.
De koning, die aan de westkust zijn
vacantie doorbrengt, keert Zondag naar
Stockholm terug. Ook verschillende mi
nisters, die met verlof op reis zijn, zul
len zonder dralen naar de hoofdstad
vertrekken. Alle gouverneurs moeten op
hun post zijn. De soldaten mogen de
kazernes niet verlaten en alle openbare
gebouwen worden gesloten.
Dat alles wijst er op, dat de toestand
ernstig is.
Aardbeving in Mexico.
Een vreeselijk ongeluk heeft de ste
den Chilpancingo en Chilapa vernield,
waarbij honderden personen zijn omge
komen. Groote verwoestingen zijn aan
gericht te Iguala en te Guerna; maar
verliezen aan menschenlevens hebben
daar niet plaats gevonden. De schade,
teweggebracht in Mexico (stad) is ge
ring; echter zijn er scheuren ontstaan
in de muren van de Kathedraal. Alle
gebouwen aan den zeekant te Acapulco
zijn vernield. De woonhuizen en ho
tels rijn er onbewoonbaar geworden.
Niet één gebouw is er gespaard ge
bleven. Berichten uit andere plaatsen,
o.a. uit Vera Cruz, maken wel mel
ding van materieele schade, echter niet
van persoonlijke ongelukken.
Verdere berichten melden van nieu
we aardschokken.
De kroonjuweelen van den Sjah.
De afgezette Sjah en het nieuwe be
wind in Perzië zijn het nog steeds niet
eens geworden over de kwestie der
edelgesteenten, die Mohammed Ali bij
de vlucht binnen de Russische legatie
heeft meegenomen. Donderdag 1.1. heeft
de Sjah enkele dier kostbare steenen
teruggegeven, en daaronder de Daria-
noor, den beroemden steen welke als
tegenhanger van den Koh-i-noor pleegt
te worden aangemerkt. Mohammed Ali
had nog wel meer edelgesteenten mee
genomen; maar die overige wilde hij
niet teruggeven, want zij behoorden
hem naar hij zeide persoonlijk
toe.
De deserteurs van Casablanco.
De zes Duitsche deserteurs van Casa
blanca, hebben niet slechts verminde
ring van straf, maar hebben van presi
dent Fallières algeheele gratie gekre
gen. Echter mogen zij niet op Fransch
grondgebied vertoeven. Men weet, dat
de krijgsraad te Casablanca op 10 Juni
vier der deserteurs ieder tot 5 jaar,
een tot 8 en een tot 10 jaren gevange
nisstraf veroordeelde.
Brand in Japan.
Te Londen is bericht ontvangen, dat
er te Osaka, in Japan, een groote brand
is uitgebroken, die dreigt de stad te
zullen verwoesten. De stad brandt nog.
(Naar het Éngelsch.)
23)
Het geld werd in een pakje bij
een verzameld en ik werd afgevaar
digd om het te brengen op de bo
venste trede van de trap, die naar
Gardmon's kamer leidde. Hij boorde
den klank van goud, toen ik mijn
last nederlegde, en verzocht mij bin
nen te treden. Ik kon wel van schrik
haast, omgevallen zijn, wajit Card-
mon zat reeds weder precies zooals
ik hem bij mijn vorig onderhoud had
gezien, alsof hij nooit zijn plaats
verlaten had.
„Niet kwaad", was zijn opmer
king, toen ik hem mededeelde hoe
gToot het bedrag was dat we had
den buit gemaakt.
Béze som zal natuurlijk opjgelegd
worden en bij het gemeenschappe
lijk kapitaal worden gevoegd. Ik
moet u nog vertellen, hoe wij onzen
buit verdeelen. In den regel nemen
de leden bij beurten werk van deze
soort ter hand. Gij1 moet weten, dat
We werk, zooals gij vandaag hebt
verricht, „arbeid van het comité tot
onderhoud" noemen, en alleen tot
deze alledaagsche diefstallen over
gaan, als ons bedrag aan gereed
geld gering is. Juist op dit oogen
blik is dit het geval, maar wij zullen
den voorraad binnenkort met een
flink bedrag vermeerderen, en de za
ken zullen dan weer marcheeren. Ik
heb juist de raadzaamheid van een
anderen aanslag overwogen, die
naar ik stellig geloof, ons meer voor
deel zal brengen dan deze. En ik
wensch, dat gij weer de eerste rol
in deze zaak speelt.
Ik wachtte geduldig, benieuwd
welk een wondervol plan dat altijd-
werkzame brein had uitgedacht.
„Maar" ging hiji voort „zooals
ik reeds zeide, de leden nemen deze
kleinere zaken om de beurt in uit
voering. Nu gij hebt blijk gegeven
een man te zijn, die over talent en
geestkracht beschikt, zal ik u onder
mijn eigen hoede nemen, en zult gij
met opdrachten belast worden, die
de gewone leden niet kunnen vol
voeren."
Vervolgens sprak hij over de met
hode, bij de verdeeling van den buit
in acht genomen, die zeer eerlijk en
rechtvaardig was.
„We hebben nog nooit eenige
moeilijkheid in zaken gehad", zeide
hij. „Het kan wel eens gebeuren, dat
iemand meer geld opneemt dan hem
toekomt, maar dat wordt bij de vol
gende verdeeling afgetrokken. En
daar de gemiddelde som, die woidt
uitgekeerd, tamelijk hoog is, en mij
ne medehelpers weten dat zij alle
voedsel genieten van mijn ervaring
om veilige methoden te hunnen be
hoeve te ontwerpen, trachtten zij
nooit tegen onze beschikkingen in
verzet te komen. Nog geen enkele
man heeft, nadat hij eens tot onze
club toegetreden is, ons verlaten,
want het gevaar voor iemand, die
voor eigen rekening op roof uitgaat,
is zeer groot. Daarenboven is nog
iets anders, dat afschrikt.
En dat is
„Dé dood!" zei hij eenvoudig,
en ik beefde. Ik deed hem dan ook
geen vragen meer in die richting.
„Om op de zaak terug te ko
men", ging hij voor. „Hebt gij ooit
gehoord van den Monstyn-halsket-
ting
Wie heeft daar nooit van ge
hoord? vroeg ik als wederwoord.
Want in den tijd, van welken ik
schrijf, was de Mostyn-halsketting,
bet, voornaamste onderwerp van 'ge
sprekken in de meeste kringen. Af
gescheiden van zijn tegenwoordige
waarde, die kolossaal groot was,
ging de geschiedenis van dit ver
maarde kleinood terug tot in de ver
ste tijden. Keizers hadden oorlog ge
voerd om zijn bezit; zij was her
haalde malen geverfd in bloed. Kei
zerinnen hadden haar met een glim
lach gedragen, niet wetende dat er
zoovele misdaden waren gepleegd
om in het bezit van dit sieraad te
komen.
Het scheen echter den dood mede
te voeren in zijn schitterende stee
nen, want weinigen die het hadden
gedragen, waren een natuurlijken
dood gestorven.
Juist iedereen kent dien kost
baren halstooi. Het is mijn voorne
men, vervolgde Cardmon, mij: van
dien Mostyn-halsketting meester te
maken.
Ik was reeds zoover gekomen, dat
ik mij' over niets meer verwonderde
wat deze verbazingwekkende man
zou zeggen, en derhalve, ik zeg dat
met eenig genoegen, drukte mijn ge
zicht niets anders uit dan een groote
belangstelling in dit waagstuk.
Natuurlijk kan zulk een aan
slag niet uitgevoerd worden zonder
tal van voorafgaande besprekingen
en overleggingen, mijn beste Mon
tague. In de eerste plaats mag de
balsketting nooit de brandkast van
de Bank van Engeland verlaten, be
halve wanneer hij; door zijne eige
nares gedragen wordt. En gij zult
weten, wie die eigenares is."
Natuurlijk. Tegenwoordig is
het de hertogin van Clerkenwell.
Haar man heeft haar drie jaar ge
leden het kleinood geschonken."
Juist. Nu, de hertog voert een
bijna koninklijke huishouding, en er
zal dus geen kwestie van zijn, zich
van den halsketting in zijn huis hier
in de stad, Berkeley. Square, mees
ter te maken. Toch is dit een mooi
probleem om opgelost te worden."
Gedurende eenige oogenblikken
bleef Cannon zwijgen. Ik geloof
werkelijk, dat hij bezig was de mo
gelijkheid te overwegen, om den
halsketting met geweld van wape
nen uit Clerkenwell House te nemen.
[Want toen ik beter met Cardmon
bekend werd, wat spoedig geschied
de in de weinige maanden, welke
hem nog van het leven restten, be
vond ik dat bet zich meester ma
ken van kostbare voorwerpen hem
veel meer waard was dan het bezit
daarvan. Als deze groote man een
fout had, dan was het de trots over
de sluwe ineenzetting van een avon
tuur. Hij vond er zelfs meer vreug
de in, den weg Voor zijn onderge
schikten voor te bereiden dan zijn
eigen blanke handen ten slotte te
leggen op betgeen zij geroofd had
den.
Hij zuchtte éen oogenblik en
schudde het hoofd.
Te veel gevaren, zelfs voor
ons," zei hij krachtig en ik meende
daaruit te moeten opmaken, dat mijn
oordeel juist was.
Neen, we moeten hem niet met
geweld nemenwij moeten diploma
tisch te werk gaan. Nu, ik heb
reeds een plan. Maar eerst, Mon
tague, wil ik eens hooren wat gij
er over denkt. Ik ben altijd ver
heugd, als ik nieuw bloed in mijn
gezelschap heb, want de geest raakt
dor en uitgeput van dat beramen
van allerlei plannen voor aansla
gen. Zeg mij, hoe gij den halsket
ting zoudt nemen, als gij de zaak
in handen zöudt krijgen.
Ik overwoog het vraagstuk ge
durende eenigen tijd, .terwijl Oard
mon mij strak en met gespannen
verwachting aankeek. Verschillende
denkbeelden kwamen in mij op, maar
ik moest ze als onuitvoerbaar laten
rusten. Doch na eenigen tijd kreeg
ik een idee, zoo verbazend eenvou
dig, dat ik er om kon hebben ge
lachen.
Mijn eerste denkbeeld, zei ik, was
een ongeluk te veroorzaken aan het
rijtuig van de hartogin als zij op
een avond naar een of ander con
cert reed. Als een losloopend paard
met zijn kop tegen de coupé liep,
zou het mogelijk zijn, in de verwar
ring van het oogenblik de deur van
het rijtuig te forceeren en haar den
halsketting te ontfutselen. Maar ik
zie nu in, dat dit niet gaat.
Neen, dat zou niet gaan, Mon
tague. Want misschien zijt gij
niet geheel op de hoogte met de
gewoonten van de hertogin, zooabs
ik zulk een poging is al aange
wend. Deze was echter reeds in den
beginne verijdeld, en sinds dien tijd
zijn de dienaren van Hare Hoog
heid op hun hoede en met zorg op
zulk een gebeurtenis voorbereid.
{Wordt vervolgd.').