6. DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. IN BUITENLAND. Gemengde Buitenlandsche berichten KiniterliiiisvMt 29-31-33, Haarlem Een koning van misdadigers. MAANACP 2 AUG. 1909. 34*to Jaargang' No. €953 Bureaux van Redactie en Administratie Intercommunaal Telefoonnummer 1426. Voor advertentiën en reclames buiten Haarlem en de agentschappen wende men zich uitsluitend tot RiCARDO's Advertentie-Bureau, N. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, Int. Telefoon 1020. Algemeen overzicht. FEUILLETON. en. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ABONNEMENTSPRUSi Per 8 maanden voor Haarlem Voor de plaateen, waar een agent ie gevestigd (kom der gemeente) Voor de overige plaateen in Nederland franco per post Afzonderlijke nummers f 1,85 1.35 1.80 0,03 PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Van 16 regels60 cent (contant 50 cent). Iedere regel meer10 cent. Buiten Haarlem en de Agentschappen 20 cent per regel. Reclames dubbel tarief. Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 cents contant). iOflO Alle betalende abonnéa op dit blad, die in het bezit eener verzekeringspolis zijn, zQn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor GULDEN bij jUjfl UULUKfl b« 11181 QULDE* ^^eHan1 verlies van éen Sign verges van ||||1 verlies van hand of voet. §J$ gjUN éen oog. g fu AA éen duim. GULDEN bij levenslange on ge schiktheid tot werken. -- -r 400 GULDEN bij overlijden. 300 60 één wijsvinger. 15 GULDEN bij verlies van éen anderen vinger. Oe ultkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. DE DUBBELE SPAANSCHE CRISIS: THUIS EN BUITEN DE DEUR. Spanje staat er leelijk voor. Het is niet anders't moet gezegd dat de dynastie van koning Alfonso geen kwader dagen gekend heeft dan deze! [Want hoe men het keere of wen de: de revolutie in Catalonië, die op het Fransche schrikbewind onder .Robespierre en Dan ton gelijkt, zoowel als de oorlog met de Riffa- bewoners aan de Afrika, arische [Noordkust, allebei die feiten be dreigen de kroon van Alfonso XIII. Over die crisis thuis en buiten de deur. in aanleiding met wat we daarover al bericht hebben, hier een woordje. Vooreerst in het Noorden van Afrika. De oorlog met de „Rifbewoners", d.w.z. de tMooren die den bergkam aan den ingang van Marokko be wonen, de kust van Ceut-a tot Me- lilla, is plotseling door de algemee- ne beweging der Mooren schrikkelijk verscherpt. Den Mooren zit de haat tegen Spanje vanouds in het bloed. Sedert den tijd, dat Ferdinand de Katholieke de Mooren terugwierp uit Sevilla en Grenada, sinds den tijd dat de machtige Moorsiche vor sten uit Europa werdeen verdreven, hebben hun nakomelingen piet op gehouden de Spanjaarden te haten. Fn toen een onbeduidende oorzaak voor Spanje een reden werd om een expeditie op touw te zetten, teneinde een Moorschen stam te tuchtigen, zijn opeens veertig-, vijftig duizend Mooren, welbewapend met Mausers (wie zit daarachter te hoop ge- loopen tegen de Spaansche troepen, en sinds een paar weken Zijn er dui zenden Spanjaarden in dezen oorlog (want anders is het niet!) gesneu veld, honderden officieren, zelfs ge neraals, gevallen Generaal Marina, beveelt, nu te Me- lilla over een negen- a tienduizend Spanjaarden, maarhet zal de vraag zijn of hij het houden kan! Aan een correspondent verklaarde hij Mijn tegenwoordig plan is te blij ven in de door ons bezette s,tellin gen en eerst na aankomst van de gevraagde hulp aanvallend te werk te gaan. De generaal weet echter niets van de bewegingen der Mooren, daar de inlichtingendienst gebrekkig is. De omvang der verliezen is niet te bepalen. Dte Spanjaarden zouden in het gevecht van den 27sten 700 a 800 gewonden hebben gehad. De dooden werden zonder toezicht be graven, waar zij gevallen zijn, daar om is hun aantal niet op te geven. Men begrijpt wat zulke bekente niseen van „niet-weten" verbergen En dat alles zou niets wezen, wan neerdeze oorlog tegen de Moo ren niet zoo ontzettend impopulair was in Spanje! Maar hier komen we op het twee de gedeelte van de crisis: de crisis thuis De oorlog tegen de Mooren is im populair. D|at is niet tegen te spre ken. E,n het blijkt wel, dat deze krijg, die Spanje overvallen heeft, door zijn impopulariteit een terugislag heeft op de populariteit van het Vorstenhuis. Men wijt, zooals dat meer gaat, den koning en de konijnklijke fa milie liet kwaad dat de omstandig heden het land berokkenen. Nu zou dit alles evenwel nóg niet verontrustend zijn, wanneer de so cialistische en anarchistische elemen ten, die in Catalonië vooral een vruchtbaar arbeidsveld vinden, niet van de gelegenheid hadden gebruik gemaakt, om een revolutie op touw te zetten, die alle pogingen, tot dus verre in die richting gedaan, over treft. Wij hebhen in onze berichten van de vorige week al een en ander over die revolutie in Catalonië, waarvan Barcelona het brandpunt is, mede gedeeld. D;e revolutionairen hebben te Bar celona een „Comité" gesticht, dat op de meest barbaarsche wijze te keer gaat! Zelfs de liberale „Kölnische" vindt, dat de slachting te Barce lona, doet denken aan de ergste da gen der Fransche revolutie En inderdaadde booze hartstoch ten, die zich tot dusverre van tijd tot tijd uitten in de aanslagen der taloniscBe anarchisten, zijn thans tot een openlijke uitbarsting geko men, die men in onzen tijd e:n bij onze beschaving in Europa onmoge lijk zou hebben geacht! Beesten in mensehengedaante hebben weerlooze nonnen en mopnikelu vermoord! Een correspondent van de „Daily Telegraph" meldt daarover: Een menigte priesters en klooster zusters zijn gruwelijk vermoord, eenige op de treden van het altaar, het kruisbeeld in de hand, anderen terwijl zij moedig hun gebouwen te gen de oproerlingen verdedigden! Toen ik van de haven terugkeerde zegt hij o.a. zag ik het vreemd ste schouwspel dat het menschelijke oog kan treffen. Een menigte op roerlingen, ongeveer tienduizend ik aantal, trokken door de straten met de verkoolde lijken van hun slacht offers. Zij hadden de lijken, de bee- nen en hoofden, op lange staken gestoken, en onder hoerageroep en bet zingen van de Marseillaise, toon den zij niet alleen aan de politie, de burgerwacht en de soldaten de blij ken van hun wreedheid, maar zij trokken als onder den neus van de|n; kapitein-generaal voorbij, die zich toen aan het hoofd van zijn troepen bevond, maai1 niet op de oproerlingen dorst te laten schieten Hoe dat zit, zal later wel worden opgehelderd. Doch merkwaardig is het, dat het gespuis, dat tegen het koningshuis optreedt en de revolutie wilt, meteen tegen de kerk en de priesters en de kloosterlingen woedt De liberale en anti-clericale pers, ook ten onzent, zit met dat geval wat verlegen! Het heet in die pers' altijd, dat Spanje zoo'n achterlijk land is, dat er zooveel slechte toestanden heer- schen, en dat „zeer terecht" het „denkende Volksdeel" tegen die cle- rieale dompigheid in verzet komt. Maar het gespuis te Barcelona, dat de opruiing van de anti-cleri- cale pers eindelijk op de laagste wij ze gehoorzaamt, gaa,t nu toch wel een beetje te ver Overigens: de liberale pers, ook ten onzent» denkt „dat het wel een beetje overdreven zal zijn!" Notabene! Lees nog maar eens hierboven wat de man der „Daily Telegraph" seinde! „Blijkbaar met eenzijdigheid" wordt door sommige corresponden ten geschilderd, zoo schreef gis teren nog bij het vermelden der gru welen en priestermoorden de liberale „Nieuwe Courant" Ja wel, omdat het priesters en non nen zijn, heet het „eenzijdig". Die zelfde liberale pers, die de wereld bij elkaar schetterde toen b.v. de jood Dreyfus werd veroordeeld stel dezen eenen man die verbanjnen werd, nu eens tegen de honderden, die vermoord zijn „Eenzijdig" Over acht dagen worden de moor den van Barcelona en de gruwelen van het socialistisch en liberaal ge spuis doodgezwegen, over veer tien dagen hoort men, dat bij die „priesterregeering" en het „domme clericale bewind" zoo iets eigenlijk niet anders te verwachten was!... Wat de laatste berichten betreft, volgens de telegrammen van giste ren Zondag zouden de troe pen te Barcelona de revolutionnaire beweging meester zijn. Die staking te Saragossa heet opgehouden, ter wijl ook elders de rust weerkeert. Dp verhalen van de slachtingten, aangericht door de opstandelingen zijn afschuwelijk. Thans doen de krijgsraden hun werk, terwijl militaire telegrafisten de telegrafische verbinding herstel len. Voor latere berichten zie men on der onze telegrammen. ZAL FRANKRIJK HELPEN Thans is bekend geraakt, da,t op 6 October 1904 te Parijs een geheim verdrag is gesloten tusschen Frank rijk en Spanje, van den volgenden inhoud „Frankrijk en Spanje waarborgen elkander het bezit van hun tegen woordig: gebied in Noord-Afrika. Frankrijk en Spanje zullen nader hunne economische belangensfeer in Marokko en Eezi regelen. Frankrijk verbindt zich om, wanneer Spanje niet bij machte mocht zlijn zijne be zittingen om de steeden Geuta en Melilla voldoende te verdedigen, aan dit rijk gewapenden bijstand te Ver lenen. Spanje verbindt zich om zijn bezitting-en in Marokko noch ge heel noch gedeeltelijk zonder Erank- rijk's uitdrukkelijke goedkeuring aan eenige andere mogendheid of aan de inboorlingen en hujnne regee- ring: af te staan, te verkoopen of te verpachten." Men verwacht, met het oog op> dit verdrag, dat Spanje een beroep op Fransche hulp zal doen. Echter wordt door anderen be weerd, dat het verdrag van Alge- ciras alle overeenkomsten betreffen de Marokko, en dus ook deze, heeft doen vervallen. VERWIKKELINGEN IN HET OOSTEN? Dp berichtgever van het „Berl. Tageblatt" te (Veenen seint aan zijn blad: „Naar ik verneem!, zijn in het Oosten ernstige verwikkelingen te verwachten. Japan moet al hebben gedreigd de diplomatieke betrekkin gen met China te zullen afbreken, wanneer laatstgenoemd land Japans wenschen ten aanzien van den Moek- denspoorweg niet vervult. De verjaardag van 's Pausen 'kroning. Maandag 9 Augustus zal op plechtige wijze in den Sint Pieter de: verjaar dag gevierd worden van de kroning van den Paus. Een plechtige H. Mis zal worden opgedragen in de Sixtijnsche kapel door kardinaal Merry del Val, waarbij ook de Paus tegenwoordig we zen zal. Verder zullen alle te Rome aanwezige kardinalen, patriarchen, bis schoppen, de leden van het corps di plomatique enz. de plechtigheid bijwo nen. Achterafgezet. De hertog van Connaught, de broeder van koning Edward, die dezer dagen zijn ambt van opperbevelhebber der Middellandsche Zeevloot neerlegde, blijkt zich achterafgezet gevoeld te heb ben. Althans een Duitsch blad laat zich uit Weenen seinen, dat de broeder des Konings zou hebben aangedrongen op versterking van zijd. vloot, doch dat zijn vertoogen bij de admiraliteit zon der gevolg waren gebleven. Daarom heeft de hertog, geloovende dat de Mid dellandsche Zeevloot bij de Noordzee- vloot achtergesteld werd en dat daar om het commando over eerstgenoemde te onbeteekenend was geworden, het opperbevel neergelegd, ondanks de uit Londen tot hem gerichte verzoeken om te 'blijven. Botha's gezondheid. De „Westminster Gazette" deelt me de, dat generaal Botha, die, zooals men weet, zich thans als gedelegeerde der Zuid-Afrikaansche Unie in Engeland be vindt, tot herstel van gezondheid een volledige en langdurige kuur te Kissin gen moet ondergaan. Volgens het oor deel van dr. Dawson, lijfarts van koning Edward, is dat alles, wat noodig is voor het volledig herstel van den eer sten minister van Transvaal. De staat van zijn gezondheid belette Botha reeds, gelijk wij mededeelden, de eerste zittingen van de conferentie voor de rijksverdediging bij te wonen. Moederliefde van een vogel. Hoe groot de moederliefde van een vogel zijn kan, bewijst 't volgende voor valletje, dat zich dezer dagen in het dorpje Schönebeck heeft afgespeeld: Dinsdag brak er brand uit in een boe renwoning .Boven op 't dak zat een ooievaarsnest met drie jongen. Dikke rookwolken stegen langs 't nest op, en boven in de lucht schreeuwde moeder ooievaar hartverscheurende klaagtonen. Toen de vlammen ook het nest bedreigden, vloog de vogel erheen, zette zich op 't nest, sloeg haar vleu gels over de jongen, om ze tegen het vuur te beschermen. Zoo bleef zij zitten en verbrandde met hare jongen. Opgegeten. In Ho-stocks menagerie op Coney Is land, Noord-Amerika, is de Duitsche dierentemmer Henry Falkendoarf door een zijner tijgers opgegeten. Toen men het ongeluk bemerkte, was het reeds niet meer de moeite waard, den tijgers het restantje van den armen temmer af ie némen. Een geheimzinnige zaak. In Toulon zijn groote diefstallen ont dekt van aanzienlijke hoeveelheden bus kruit en springmateriaal uit de opge legde voorraden in het Vlootarsenaal. Deze geschiedenis wekt een pijnlijk opzien in marinekringen. Ook in de nieuwe etablissementen te Brest moe ten dergelijke feiten aan het licht zijn gekomen. De maritieme overheid weigert iedere inlichting. Er loopen geruchten als zou de er tusschen de dieven en het .perso neel der inrichtingen verstandhouding bestaan. Keizer Wilhelm op de Noorsche reis. Iemand schrijft van boord van het stoomschip „Meteor", uit Noorsche wa teren aan een Nederlandsch blad de volgende bijzonderheden Gisterenavond arriveerden wij in Mol de, waar geankerd lagen de „Hohenzol- lern", de „Sleipner", de kruiser „Ham burg" en drie torpedobooten. Den vol genden morgen ontvingen wij verlof het keizerlijke jacht te bezichtigen. Dit is nu wel merkwaardig, maar het eigen aardige was wel, dat de Keizer zelf met generaal Von Moltke op het pro menadedek wandelde, terwijl de bezoe kers Z.M. op eenige meters afstand passeerden. Jammer, dat vele Duit- schers jde welwillendheid des Keizers misbruikten door Z. M. allerlei foto grafie-toestellen voor te houden, wat officieren echter spoedig verboden. Die genen, die den Keizer eerbiedig groet ten, werden zeer hoffelijk teruggegroet. In Zweden öók al! Zooals men weet, dreigt in Zweden een algemeene werkstaking. De over heid is op haar hoede en neemt krach tige maatregelen, om te verhinderen, dat a.s. Woensdag botsingen en ongere geldheden voorkomen. Men vreest, dat de staking vrij algemeen zal worden. De koning, die aan de westkust zijn vacantie doorbrengt, keert Zondag naar Stockholm terug. Ook verschillende mi nisters, die met verlof op reis zijn, zul len zonder dralen naar de hoofdstad vertrekken. Alle gouverneurs moeten op hun post zijn. De soldaten mogen de kazernes niet verlaten en alle openbare gebouwen worden gesloten. Dat alles wijst er op, dat de toestand ernstig is. Aardbeving in Mexico. Een vreeselijk ongeluk heeft de ste den Chilpancingo en Chilapa vernield, waarbij honderden personen zijn omge komen. Groote verwoestingen zijn aan gericht te Iguala en te Guerna; maar verliezen aan menschenlevens hebben daar niet plaats gevonden. De schade, teweggebracht in Mexico (stad) is ge ring; echter zijn er scheuren ontstaan in de muren van de Kathedraal. Alle gebouwen aan den zeekant te Acapulco zijn vernield. De woonhuizen en ho tels rijn er onbewoonbaar geworden. Niet één gebouw is er gespaard ge bleven. Berichten uit andere plaatsen, o.a. uit Vera Cruz, maken wel mel ding van materieele schade, echter niet van persoonlijke ongelukken. Verdere berichten melden van nieu we aardschokken. De kroonjuweelen van den Sjah. De afgezette Sjah en het nieuwe be wind in Perzië zijn het nog steeds niet eens geworden over de kwestie der edelgesteenten, die Mohammed Ali bij de vlucht binnen de Russische legatie heeft meegenomen. Donderdag 1.1. heeft de Sjah enkele dier kostbare steenen teruggegeven, en daaronder de Daria- noor, den beroemden steen welke als tegenhanger van den Koh-i-noor pleegt te worden aangemerkt. Mohammed Ali had nog wel meer edelgesteenten mee genomen; maar die overige wilde hij niet teruggeven, want zij behoorden hem naar hij zeide persoonlijk toe. De deserteurs van Casablanco. De zes Duitsche deserteurs van Casa blanca, hebben niet slechts verminde ring van straf, maar hebben van presi dent Fallières algeheele gratie gekre gen. Echter mogen zij niet op Fransch grondgebied vertoeven. Men weet, dat de krijgsraad te Casablanca op 10 Juni vier der deserteurs ieder tot 5 jaar, een tot 8 en een tot 10 jaren gevange nisstraf veroordeelde. Brand in Japan. Te Londen is bericht ontvangen, dat er te Osaka, in Japan, een groote brand is uitgebroken, die dreigt de stad te zullen verwoesten. De stad brandt nog. (Naar het Éngelsch.) 23) Het geld werd in een pakje bij een verzameld en ik werd afgevaar digd om het te brengen op de bo venste trede van de trap, die naar Gardmon's kamer leidde. Hij boorde den klank van goud, toen ik mijn last nederlegde, en verzocht mij bin nen te treden. Ik kon wel van schrik haast, omgevallen zijn, wajit Card- mon zat reeds weder precies zooals ik hem bij mijn vorig onderhoud had gezien, alsof hij nooit zijn plaats verlaten had. „Niet kwaad", was zijn opmer king, toen ik hem mededeelde hoe gToot het bedrag was dat we had den buit gemaakt. Béze som zal natuurlijk opjgelegd worden en bij het gemeenschappe lijk kapitaal worden gevoegd. Ik moet u nog vertellen, hoe wij onzen buit verdeelen. In den regel nemen de leden bij beurten werk van deze soort ter hand. Gij1 moet weten, dat We werk, zooals gij vandaag hebt verricht, „arbeid van het comité tot onderhoud" noemen, en alleen tot deze alledaagsche diefstallen over gaan, als ons bedrag aan gereed geld gering is. Juist op dit oogen blik is dit het geval, maar wij zullen den voorraad binnenkort met een flink bedrag vermeerderen, en de za ken zullen dan weer marcheeren. Ik heb juist de raadzaamheid van een anderen aanslag overwogen, die naar ik stellig geloof, ons meer voor deel zal brengen dan deze. En ik wensch, dat gij weer de eerste rol in deze zaak speelt. Ik wachtte geduldig, benieuwd welk een wondervol plan dat altijd- werkzame brein had uitgedacht. „Maar" ging hiji voort „zooals ik reeds zeide, de leden nemen deze kleinere zaken om de beurt in uit voering. Nu gij hebt blijk gegeven een man te zijn, die over talent en geestkracht beschikt, zal ik u onder mijn eigen hoede nemen, en zult gij met opdrachten belast worden, die de gewone leden niet kunnen vol voeren." Vervolgens sprak hij over de met hode, bij de verdeeling van den buit in acht genomen, die zeer eerlijk en rechtvaardig was. „We hebben nog nooit eenige moeilijkheid in zaken gehad", zeide hij. „Het kan wel eens gebeuren, dat iemand meer geld opneemt dan hem toekomt, maar dat wordt bij de vol gende verdeeling afgetrokken. En daar de gemiddelde som, die woidt uitgekeerd, tamelijk hoog is, en mij ne medehelpers weten dat zij alle voedsel genieten van mijn ervaring om veilige methoden te hunnen be hoeve te ontwerpen, trachtten zij nooit tegen onze beschikkingen in verzet te komen. Nog geen enkele man heeft, nadat hij eens tot onze club toegetreden is, ons verlaten, want het gevaar voor iemand, die voor eigen rekening op roof uitgaat, is zeer groot. Daarenboven is nog iets anders, dat afschrikt. En dat is „Dé dood!" zei hij eenvoudig, en ik beefde. Ik deed hem dan ook geen vragen meer in die richting. „Om op de zaak terug te ko men", ging hij voor. „Hebt gij ooit gehoord van den Monstyn-halsket- ting Wie heeft daar nooit van ge hoord? vroeg ik als wederwoord. Want in den tijd, van welken ik schrijf, was de Mostyn-halsketting, bet, voornaamste onderwerp van 'ge sprekken in de meeste kringen. Af gescheiden van zijn tegenwoordige waarde, die kolossaal groot was, ging de geschiedenis van dit ver maarde kleinood terug tot in de ver ste tijden. Keizers hadden oorlog ge voerd om zijn bezit; zij was her haalde malen geverfd in bloed. Kei zerinnen hadden haar met een glim lach gedragen, niet wetende dat er zoovele misdaden waren gepleegd om in het bezit van dit sieraad te komen. Het scheen echter den dood mede te voeren in zijn schitterende stee nen, want weinigen die het hadden gedragen, waren een natuurlijken dood gestorven. Juist iedereen kent dien kost baren halstooi. Het is mijn voorne men, vervolgde Cardmon, mij: van dien Mostyn-halsketting meester te maken. Ik was reeds zoover gekomen, dat ik mij' over niets meer verwonderde wat deze verbazingwekkende man zou zeggen, en derhalve, ik zeg dat met eenig genoegen, drukte mijn ge zicht niets anders uit dan een groote belangstelling in dit waagstuk. Natuurlijk kan zulk een aan slag niet uitgevoerd worden zonder tal van voorafgaande besprekingen en overleggingen, mijn beste Mon tague. In de eerste plaats mag de balsketting nooit de brandkast van de Bank van Engeland verlaten, be halve wanneer hij; door zijne eige nares gedragen wordt. En gij zult weten, wie die eigenares is." Natuurlijk. Tegenwoordig is het de hertogin van Clerkenwell. Haar man heeft haar drie jaar ge leden het kleinood geschonken." Juist. Nu, de hertog voert een bijna koninklijke huishouding, en er zal dus geen kwestie van zijn, zich van den halsketting in zijn huis hier in de stad, Berkeley. Square, mees ter te maken. Toch is dit een mooi probleem om opgelost te worden." Gedurende eenige oogenblikken bleef Cannon zwijgen. Ik geloof werkelijk, dat hij bezig was de mo gelijkheid te overwegen, om den halsketting met geweld van wape nen uit Clerkenwell House te nemen. [Want toen ik beter met Cardmon bekend werd, wat spoedig geschied de in de weinige maanden, welke hem nog van het leven restten, be vond ik dat bet zich meester ma ken van kostbare voorwerpen hem veel meer waard was dan het bezit daarvan. Als deze groote man een fout had, dan was het de trots over de sluwe ineenzetting van een avon tuur. Hij vond er zelfs meer vreug de in, den weg Voor zijn onderge schikten voor te bereiden dan zijn eigen blanke handen ten slotte te leggen op betgeen zij geroofd had den. Hij zuchtte éen oogenblik en schudde het hoofd. Te veel gevaren, zelfs voor ons," zei hij krachtig en ik meende daaruit te moeten opmaken, dat mijn oordeel juist was. Neen, we moeten hem niet met geweld nemenwij moeten diploma tisch te werk gaan. Nu, ik heb reeds een plan. Maar eerst, Mon tague, wil ik eens hooren wat gij er over denkt. Ik ben altijd ver heugd, als ik nieuw bloed in mijn gezelschap heb, want de geest raakt dor en uitgeput van dat beramen van allerlei plannen voor aansla gen. Zeg mij, hoe gij den halsket ting zoudt nemen, als gij de zaak in handen zöudt krijgen. Ik overwoog het vraagstuk ge durende eenigen tijd, .terwijl Oard mon mij strak en met gespannen verwachting aankeek. Verschillende denkbeelden kwamen in mij op, maar ik moest ze als onuitvoerbaar laten rusten. Doch na eenigen tijd kreeg ik een idee, zoo verbazend eenvou dig, dat ik er om kon hebben ge lachen. Mijn eerste denkbeeld, zei ik, was een ongeluk te veroorzaken aan het rijtuig van de hartogin als zij op een avond naar een of ander con cert reed. Als een losloopend paard met zijn kop tegen de coupé liep, zou het mogelijk zijn, in de verwar ring van het oogenblik de deur van het rijtuig te forceeren en haar den halsketting te ontfutselen. Maar ik zie nu in, dat dit niet gaat. Neen, dat zou niet gaan, Mon tague. Want misschien zijt gij niet geheel op de hoogte met de gewoonten van de hertogin, zooabs ik zulk een poging is al aange wend. Deze was echter reeds in den beginne verijdeld, en sinds dien tijd zijn de dienaren van Hare Hoog heid op hun hoede en met zorg op zulk een gebeurtenis voorbereid. {Wordt vervolgd.').

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 1