DAGBLAD voor MOORD- en ZUID-HOLLAND. "r=:r 400 ~°s 310 11,11 Kindei*huisir®8i 29"3i-33f Haarlem Van alles wat! BUITENLAND. Gemengde Buitenlandsche berichten Een koning van misdadigers. WOENSDAG 4 AUG. 1909. 34*" Jaargang No. 6955 Bureaux van Redactie en Administratie Intercommunaal Telefoonnummer 1426. Voor advertentiën en reclames buiten Haarlem en de agentschappen wende men zich uitsluitend tot RICARDO's Advertentie-Bureau, N. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, Int. Telefoon 1020. Algemeen overzicht. FEUILLETON, ABONNEMENTSPRIJSl Per 8 maanden voor Haarlem Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post Afiotiierlijke nummert f 1,35 1.35 1.80 „0,03 PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Van 16 regels60 cent (contant 50 cent). Iedere regel meer10 cent. Buiten Haarlem en de Agentschappen 20 cent per regel. Reclames dubbel tarief. Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 cents (st contant). Alle betalende abonné* op dit blad, die In het bezit eener verzekeringspolis zijn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor: GULDEN bij M tfSH iffc éRè dfe 4 f nm nw u* 4 jfl SFk ,3M GULDEN bij werken. 300 éen oog. 100 GULDEN bij verlies van éen duim. verlies van één wijsvinger. 15 GULDEN bij verlies van éen andereD vinger. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij Ocean". Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht II. XXX. De verovering der lucht. Met belangstelling niet alleen, maar met graagte lees ik altijd over Zeppe lin, over Voisin en Wright en Blériot en al die andere vliegmenschen. Wat gaat toch de tijd snel. Wij, gewone luidjes in deniredmo len vao het dagelij ksche leven, wij zijn zoowaar al zóó vert.ouwd, door de kranten, met die wonderen van de moderne uitvindingen van den men- schelijken geest, dat we ons nie' eens zoo erg hard verwonderden, toen on langs het bericht verscheenBlériot is over het kanaal gevlogen. En nu weer, nu we hooren dat graaf Zeppelin met zijn luchtschip net pre cies als een „water-schip", door de luchten „vaart" en den steven recht op zijn doel richt, en zwenkt en ma noeuvreert, en in de ijle lucht precies zoo thuis is als een mailboot in het water, nu zeggen we zoo wel eens tot elkaar: die Zeppelin is toch een kraan, maar ons machtig verwonderen en stijf staan van verbazing, dat doen we nietl En toch 1 't Is nog geen drie, vier jaar gele den, toen het „vliegen", dat wil zeggen het zich bewegen in de vrije lucht, zonder aan een luchtballon te hangen, voor iedereen een klinkklare onmoge lijkheid scheen. Met een werktuig van ijzer of van hout door eigen kracht de lucht in te scheren, dat scheen hoven menschelijke kracht te liggen. Ja, er waren er die vogels probeer den na te doen, die „vlogen" van heu vels af, en dan niet bot op den grond vielen, maar schuins-af naar beneden scheerden. En dat was dan wel het hoogste wat mogelijk scheen: èpvlie gen door eigen kracht en drijvend, zwevend, blijven dat was utopie, zei men. En zelf praatten we óok zoo. Toen kwam Santos Dumont, die al op zoo verschillend gebied van dezen aard de richting heeft aangegeven, die steeds de man was van den eersten stap, van het eerste succes, maar die nooit groote zegepralen heeft bereikt. Santos Dumont bracht het zoover, dat hij met zijn groote toestellen wer kelijk van den grond werd gelicht en een hondertal meters verder weer neer kwam Ik herinner het me nog, hoe in de kranten te lezen stond, dat degenen die dat op het manoeuvreveld van Isey bij Parijs mochten bijwonen, tra nen in de oogen haddende allereerste mensch, die zich door de kracht van een toestel, zwaarder dan de lucht, van den grond kon opbeuren En werkelijk, het wüs ook een grootsch oogeublik, een overwinning van het hoogste belang: üe eerste ge slaagde poging tot vliegen 1 Toen dachten we weer: daar zal het nu wel bij blijven, zoo'n beetje lamme- eend achtig fladderen, zonder van den grond af het luchtruim in te gaan, n éér kan de mensch al niet doen 1 Doch daar berichtte men uit Ame rika: twee uitvinders hier vliegen werkelijk, zij het ook in het diepst geheim Nu ja, dat was Amerika en een Amerikaanseh nieuwtje, dat kennen we, zoo zei ik en een ander en iedereen. Maar het bleek waarheid, en in een paar jaar wat zeg ik: in een paar maanden tijds, volgden de reusuch- tigste successen elkaar op: vluchten van uren lang, rechts, links, op, neer, rechtuit, in een bocht, zwenkend of drijvend, als een vogel Over land en zee, over hoornen en huizen en spoortreinen en wegen vlie gen nu koene menschen Wie zou het vier, zes jaar geleden zelfs hebben durven droomen 1 En wat zijn vier, zes jaar in dezen tijd I Ver gelijk bij dezen reuzenvooruitgang van de verovering der lucht eens anderen vooruitgang hoe b.v. het spoorwezen groeide. Wat weinig lijkt het, dat deze vooruitschreden bij die ont zagwekkende verandering die in de beheersching der lucht tot stand kwam 1 En Zeppelin Vao Zeppelin's luohtkruiser tot den ronden luchtballon die als een tol met alle winden meedraait en wordt mee gesleurd, is de afstand nog groover, dan die tusschen den eiectrischen spoorweg en de diligence van vroeger! Want Zeppelin beheerscht volledig de lucht, met één slag. Alles tegelijk vond hij uit of paste hij toe, en het is er „aan boord" van zijn luchtkrui- ser even veilig als aan boord van een üceaanstoomer. Wie had ook dat voor een zes, zeven jaar geleden kunnen denken! Ja, er waren fantastische boeken daar omtrent, doch men haalde er de schouders voor op. Jules Verne ver haalde van zulke luchtschepen, maar Jules Verne's boeken waren, dat wist ieder toch wetenschappelijke onmogelijkheden 1 En nu? Wat de toekomst zal brengen op dit gebied, is niet te raden noch te gissen. De grootste geheimen din gen die we nü weer onmogelijk noe men, staan wellicht voor onze kinde ren als kinderspel open! Ontzagwekkend ia de mensch in zijn vooruitgang. Men zou haast zeggenhet gaat te snel En even duizelingwekkend is het, als gevaarlijk voor den menschelijken geest, om dit steedg-verder, steeds- méér kunnen, dieper te beschouwen. Men zou er zoo gauw toe komen, om „de almacht" van den mensch te proclameeren Als er niet éen ding was, dat we altijd bij deze wonderen der moderne wetenschap moeten in het oog houden I Eh dat ééne is, wat graaf Zeppelin zelf Zondagavoud te Frankfort bij een feestdiner zoo nederig bekendede menfchelijke geest vindt wel,maar hij vindt niet ietB nieuws, niet iets noch nie dagewesenes, hij past alleen toe, hij maakt gebruik van bestaande krachten, hij vindt niet nieuwe, maar tot dusver verborgen gebleven natuurkracnten, en aldus stijgt de mensch door zijn van God geschapen vernuft dagelijks hooger, ook figuurlijk gesproken 1 En zoo kan zelfs de wonderbaarlijke verovering der lucht van onze dagen ons leeren hoe oneindig God is en Gods almacht, en hoe de mensch eigenlijk maar een allerkleinst snip pertje van de krachten die God in de natuur legde, nog voor zich kan ge bruiken F. DE SPAANSCHE ONLUSTEN. Al gelooft men over het algemeen nu niet ten volle, dat de toestand weer zóó heelemaal normaal is ge worden als sommige berichten van officieuze zijde het Voorstellen, tóch blijkt wel dat er pacificatie en verbetering: is. Aan de „Daily Telegraph" wordt over den toestand in Barcelona nog. het volgende geseind: Dfe besturen der banken hebben besloten om hun (instellingen weder te heropenen. Volgens generaal Santiago, is de revolutionaire beweging volledig on derdrukt en zijn de benden in 't ge bergte machteloos^, om nog iets uit te richten. De generaal meldde nog dat hij geen versterking meer noo- dig heeft. Op ds hoogten rond de stad kam pveren een groot aantal Castiljaaien, Andaluziërs, Italianen, Portugeezen, Branschen, Kussen, Grieken, Zuid- Amerikanen, enz., die allen door het gerecht van hun land worden opge zocht. De socialisten en revolutionairen komen hun te hulp. Deze internationale bende, ver sterkt door uit de gevangenis ont slagen dieven en bandieten, en werk- loozen, is b et die de plunderingen en brandstichtingen bedreven heeft. Dj? correspondent, van „Daily Tele graph", t? Madrid seint: Ik ken Spanje door en door en ik kan u verzekeren dat er eene reactie te bespeuren is in de openbare denk wijze. Men begint te begrijpen dat het noodig is(, dat men het leger en het gouvernement in de taak, om een einde te maken aan den oorlog en de binnenlandsche woeling moet steunen. Een ernstige factor voor de regeering waren de Carlisten, zooals we gisteren reeds mededeelden. Het blijkt echter, dat deze voor de monarchie op dit oogeublik geen ge vaar zullen opleveren. Althans, de Carususche pretendent Don Jaime van Bourbon schrijft in de „Neue Freie Presse": „Men weDscht te weten welke hou ding de Carlistische partij tegenover de troebelen aanneemt, die nu Spanje in beroering brengen. „Welaan, hoort dan: mijn gedachten zijn op 't oogenblik bij de Spaansche helden, wier bloed deD dorren Afri- kaanschen bodem bevlekt. Onder andere omstandigheden zou het mijn vurigste wensch geweest zijn, om aan 't hoofd der Spaansche troepen op te trekken en onder het Spaansche vaan del te vechten. Nu is dit echter on mogelijk. „Ik ben soldaat, twee oorlogen heb ik meegemaakt, en heel wat avonturen beleefd Nooit zou ik het echter wagen om een geheel volk, mijn volk, ter- wille van mijn persoon in gevaar te brengen. Nooit zal ik vrijwillig een strijd in 't leven roepen en zeker geen burgeroorlog. Nooit zou ik zoo licht zinnig kunnen zijn om Spanjaarden tegen Spanjaarden in 't harnas te jagen. Als ik ooit aan 't hoofd van een troep naar Spanje terugkeer dan zal dat alleen zijn om de rust weer te herstellen, om een einde te maken aan de anarchie en niet om deze nog aan te wakberen. Dat zou ik bijvoor beeld doen als koning Alfons door de revolutionairen verdreven werd. „Ook in deze dagen heeft men de Carlisten op één lijn gesteld met de revolutionairen, als wilden wij oproer en geweld. Doch dat is leugen en vuige laster." Vervolgens verdedigt Don Jaime het optreden der Spaansche regeering in Marokko. In het Rifgebied is, zoo schrijft hij, de Rog hi de almacütige despoot. Van hem hebben de Span jaarden concessies gekregen. Hij heeft verdragen gesloten. Maar nu 'ter op aan komt om deze na te leven ii hij verdwenen. Zijne trouweloosheid moet gestraft worden. Dat is geen privaat aangelegenheid, dat is een kwestie van het nationale prestige van mijn vaderland. „De populariteit van koning Alfons vermindert buiten zijn schuld1', zoo gaat de schrijver verder. „Hij is een ridderlijke koning. Ik acht hem hoog. Bij de aanslagen tegen hem gericht, heeft hij zich als een man gedragen. „Ik heb mij hier naar Frohsaorf teruggetrokken om mijn vredelievende gezindheid te toonen. Ik heb slechts een wensch, een vurig verlangenhet geluk en het welzijn van Spanje." IN NOORD-MAROKKO. Ook in bet Noorden van Afrika betert de toestand. Op* het oogenblik staan d(? partijen aldus tegenover elkaar Een kilometer of tien ten zuiden van de stad hebben de Spanjaarden de stellingen van Atalyon en SicLi- Moussa bezet. Deze laatste heeft twee duizend man garnizoen onder bevel van een generaal. Maar het merkwaardige daarvan ist dat beide stellingen in de lucht hangen eh gfieoi directe verbinding hebben met het hoofdkwartier. Die Spanjaarden hebben, toen zij in dj? eerste dagen van den strijd voordrukten, den vijand achter zich gelaten. De gevechten van 16 op 17 Juli zijn dan ook geleverd op enkele kilometers afstand van Me- lilla in den rug der vooruitgescho ven posten. Bovendien kan Atalyon slechts over zee geproviandeerd worden en moet Sidi-Moussa eiken dag van pro viand worden voorzien langs den Noord-Afrikaanschen spoorweg. El ke maal, dat de trein met proviand van Melilla vertrekt, wordt hij door de Kiff-kabylen aangevallen, on-* danks bet escorte dat hem geleidt. Zoo werd gisteren nog, op 3 K.M. afstand van de stad, de bevelvoe rende officier op den trein gedood, en liepen vele soldaten schotwonden op. Die zware verliezen op 9, 18 en 27 Juli leden de Spanjaarden bij hun pogen om het bergland van Gurugu, tusschen Melilla en de vooruitge schoven posten, te bezetten. Hoewel de Spaansche verliezen zwaar zijn geweest een duizendtal mannen zijn buiten gevecht gesteld, ondier wie zestig officieren - zijn er geen groote gevechten geleverd. Hiet zijn steeds schermutselingen ge weest aan den noordelijken uitloo- pier van de Gurugu, altijd op de zelfde plaats, ongeveer vijf kilo meter buiten de stad, en opmerkelijk is daarbij, dat van de honderd ge kwetsten, naar een Spaansch officier den berichtgever zelf verzekerde, niet twee kunnen zeggen, dat zij een vijand hebben gezien. De Marokkaansehe strijders ver staan uitstekend de kunst om van het terrein gebruik te makenmeest- graven zij een put voor één man en dekken dien af met een steen, waar- tusschen slechts de loop van hun geweer uitsteekt. Op drie verschillende dagen heb ben de Spanjaarden compagnie na compagnie en bataljon na, bataljon naar dezen uitlooper gezonden, die steeds terugkeerden, zonder eenig voordeel te hebben behaald. Uit Madrid wordt nu echter aan de Temps" geseind: „Generaal Marina heeft een schit terende verkenning ondernomen om de stellingen van den vijand in het bergland van Gurugu te ontdekken. Hij liet eenige bataljons jagers ma noeuvreeren aan den voet van het bergland, waarop de Arabieren in groot-en getale kwamen aanloopen om naar de Spaansche troepen te zien, zonder acht te geven op de kustwacht van Numancia, die hun flank bestreek. Eenige batterijen, openden het vuur op den vijand, aan wi-en ernstige verliezen werden toegebracht. „Die Spanjaarden leden geen ver liezen." ANTICLERICALISME IN PORTUGAL. De „liberalen", d. w. z. de anti-cleri- cale (en anti-anonarchale) partijen in Portugal zetten relletjes op tegen de katholieken. Maandag werd door deze lawaai makers een meeting gehoudeD, waarin een deputatie aan de Kamer een adres ging brengen waarin niet meer of minder wordt verzocht dan een ver nieuwing van de Jezuitenwetten van Pom bal en van andere „liberale" wetten I Pombal is, zooals men weet, de grootste Jezuiten-vervolger in Portugal geweest! Een groote optocht had daarbij plaats. In het parlement bepleitte de radi caal Borubarda de gevraagde aati- clericale maatregelen en stelde een algemeene behandeling voor. De meerderheid weigerde dit voor stel, waartegen de linkerzijde storm achtig protesteerde! Daar ook van de openbare tribune door allerlei relletjesmakers werd deel genomen aan de betooging moest de zitting worden afgebroken. Na heropening der behandeling be gonnen de protesten opnieuw. De ge wapende macht moest toen de zaal ontruimen en het gebouw van de Cortez werd door de troepen omsin geld. Men ziet hetde anti clericalen dein zen in hun haat voor niets terug! HET EUCHARISTISCH CONGRES. Het Keulsche Eucüaristisch Congres is gisterenmiddag met een plechtige begroeting van den Pauselijken Legaat, kardinaal Vannutelii, door den aarts bisschop van Keulen en den eersten- burgemeester der stad, geopend. De diefstal in Jiet Kaiser Friedriek- Museum. De Berlijnsche bladen geven uitvoeri ge bijzonderheden over den diefstal i* het Kaiser Friedrich-Museum. De diefstal is geschiedt Zondagnacht, blijkbaar hebben de dieven zich des avonds in het museum laten insluite*. De gestolen voorwerpen, tot een ge zamenlijke waarde van 10000 mark werden uit de kasten ontvreemd, die door middel van een breekijzer wer den opengebroken. Bedoeling zal wel geweest zijn de diefstal van de zeer kostbare gouden munten in het Museum aanwezig. Maar de met stalen luike* voorziene kasten, hebben aan de pogin gen der dieven weerstand geboden, zoo-, dat zij zich ten slotte met minder kost bare voorwerpen tevreden hebben moe ten stellen. Tegen half twee hebben de heeren 't Museum verlaten. Twee wakers aan de buitenzijde van het gebouw hebben he* ontmoet, maar zij lieten de mannen, die beweerden arbeiders te zijn, die een karweitje in het museum hadden op geknapt, passeeren. Eerst toen de man nen vertrokken waren, kwamen ze tot het besef, dat die verschijning van eem paar arbeiders midden in den nacht toch wel wat zonderling was. De politie looft 500, de Museumdi-< rectie 1000 mark uit voor de ontdek king van de daders. Naar het Engelsch.) 25) Dit paste zeer wel bij onze plan nen. Ek" werd een afzonderlijk ver trek voor den prins gereed gehou den en aan Five, die vroeger reeds kennis met, den houder van het res taurant had gemaakt, werd door de zen toegestaan een plaats als kellner in te nemen. Ons plan was nu, hem een bedwelmend middel in te geven. Zoodra hij onder den invloed daar van zou zijn geraakt zou het overige gemakkelijk zijn. Ik moest slechts mijn k leeren met de zijne verwis selen, het restaurant als de prins verlaten want ik Zou alle mid delen medenemen om mij te grimae- ren en Five zou toezien of ik goed geleek en zijn rijtuig in stappen, •lat op hem stond te wachten om hem rechtdoor naar de avondpartij te rijden. Hij zou in uniform zijn, welk uniform ik zou aantrekken, ter wijl ik mijn kleederen achterliet, welke Five hem zon aandoen. Five zou hém daarna uit het vertrek lei den, voorgevende, dat de bezoeker door wijn beneveld wste. D'e rest zou gemakkelijk volgen. Derhalve toog ik den bepaalden avond op weg naar het aangeduide restaurant om mijn rol te spelen. Er maakte zich een gevoel van zeer aangename opwinding van mij meester, toen ik stoutweg wandelde naar het onaanzienlijke restaurant nabij het strand. Keeds was mijn onderscheidingsvermogen tusschen goed en kwaad afgestompt. Ik dacht er zelfs niet over na, dat ik op het punt stond een enorme misdaad te begaan. Al mijn gedachten waren gericht op het element Van gevaar, en ik voelde een groote voldoening mijn vernuft tegenover dat van an deren te stellen. Het was, veronder stel ik, een soort van geestes dron kenschap, die zich van mij had mees ter gemaakt, en ik heb opgemerkt gedurende mijn veelbewogen en af wisselend leven, dat zelden of nooit de begeerte naar voordeel mijn ziel vervulde, als ik een of andere on derneming begon. Het was het schep pende deel van mijn geest, dat vreug de vond in een weloverwogen aan slag; de rest was ondergeschikt aan deze bijna alles beheers,chende idee. Gelijk een kunstenaar er trotsch op is de kleuren van zijn groote schil derij, welke hij onderhanden heeft, te verdeelen, en bij de verschillende lichteffecten en schaduwpartijen te verwijlen, zoo hield ik mijzelven be zig met de honderden bijzonderhe den welke mij1 konden doen slaeren. En, om deze vergelijking- nader uit te werken, evenals een werkelijke kunstenaar niet denkt aan de som, die hij, wanneer het stuk eenmaal is voltooid, zal mogen eischen, sloeg ik ook geen acht, op het geldelijk voordeel, dat uit mijn aanslagen voortvloeide. Op kalmen toon vroeg ik naar den prins, en een kellner sinelde weg om Zijne Hoogheid in kennis te stel len met mijn verzoek, om! met hem een onderhoud te mogen hebben. Ik volgde den boodschapper vlak op de hielen, en was daardoor in staat, duidelijk de scherpe stem van den prins te hooren, die een antwoord gaf. Hij vroeg naar mijn uiterlijk en voor welke zaak. Ik kwam; en toen de kellner terugkwam spelde ik dezen een nogal aannemelijk ver haal op de mouw. Een oogenblik la ter werd ik in het afzonderlijk ver trek geleid, waar prins Herbert al leen aanwezig was met den hem be dienden kellner, in wien ik, ten spijt van zijn vermomming, dadelijk Five herkende. Uw zaak, mijnheer was de scherpe vraag. De koninklijke gast was er volstrekt niet over gesticht dat, men aldus inbreuk maakte op zijn vrijheid. Ik ben zoo vrij u te komen be zoeken wegens een zaak van zeer groot, gewicht, zei ik. Uwe Hoogheid zal, naar ik hoop, mij de gunst be wijzen, eenige woorden mei hem te spreken. Jawel, natuurlijk. Gij kunt ge rust Engelsch spreken, want deze kellner verstaat niets dan zijn eigen Italiaansch. Ik heb hem al op de proef gesteld. Five had klaarblijkelijk zijn rol goed gespeeld. Hij keek mij1 over den schouder van den prins aan, eax schonk handig een glas wijn voor Zijne Hoogheid in. Ik mompelde en aarzelde nog wat, want Five had mij door een teeken te kennen ge geven, dat, de wijn, dien hij thans inschonk, van den slaapdrank voor zien was. Als ik het nu maar zoo ver kon brengen, wat om de zaak heen te praten zonder argwaan te wekken, tot het eerste glas wijn ge bruikt was, dan zou alles in orde zijn. En daar ik nu een en ander wist omtrent de persoonlijke eigenaardig heden van Prins Herbert» bracht ik veelbeteekenend mijn vinger aan dep neus, en ging op de teenen ïiaar hem toe. Ik kom vanwege een aanzien lijke jonge dame, fluisterde ik hem in het oor. Hij schrok op, er kwam een blos op zijn breed gelaat, dat van trots zwol. Ha zoozeide hij, spreek voort. Ik hen benieuwd iets meer te hoo ren. En hij liief het glas» dat bij zijn elleboog stond in de hoogte. Op die dames! zei hij verder, en nam een flinken teug. Deze dame, vervolgde ik nu, is verlangend, nader in kennis te komen met Uwe Hoogheid, maar helaas, zij beweegt zich niet in de kringen, welke voor u open staan. Zij hoopt dat ik, als haar bemidde laar, van Uwe Hoogheid, de gunst mag verkrijgen, dat Ja, ja. Maar Wat sakkerloot, gij neemt er den tijd toe, om tot uw eigenlijk doel te komen. Haast wat, als 't- n belieft. Ik deed een zeer aannemelijk ver haal, en terwijl de zachte woorden langzaam uit mijn mond droppelden, zag ik het hoofd van den prins zwaar op zijn horst neerzinken. Een paar maal hief hij het nog in de hoogte om een uitroep te doen hoo ren, maar na een korte poos ver kondigde een luid gesnork de kracht dadigheid van het slaapmiddel van Five. Daarop viel ons slachtoffer met een bons van zijn stoel afhij was nu geheel bewusteloos! Ziezoo, zei ik tot Five. Vlug nu wat, man. Meat- soort van een slaapmiddel is het? Zal het zijn uitwerking lang behouden Ja, volgens hetgeen men mij verteld heeft, wel. Maar men weet dat nooit met een man van zijn tem perament. Laat mij u een handje helpen. Er moest nu vlug gewerkt worden. Wij trokken den man zijn boven - kleeren met groote haast uit, en ik wierp mijn kleeren af, die Five vlug opraapte en den prins aantrok. Zoo dra ik was gekleed in de prachtige uniform, plaatste Five mij onder een goede belichting en haalde een kistje met verf, cosmetique en andere za ken voor den dag, en begon daar handig mede te werken. Tien minu ten later riep hij met de trots van een artist: „Kijk nu eens in den spiegel," Ik keek en keek nogmaals, en wierp daarna een blik op de ineen gedoken figuur, die op de sofa lag. Ik kon mijn oogen nauwelijks geloo- ven! Lijn voor lijm trek voor trek, was ik eene dubbelganger van de* prins. Five had 's mans gelaat won derwel getroffen. .Wacht nu nog een beetje, zei- mijn medhelper. Hij neemt altoos nogal den tijd voor zijn middagmaal hij is, naar men zegt, een gulzigaard. Maar Five vergiste zich hierin lee- lijk, wat bijna de oorzaak werd. dat de aanslag mislukte. Ik was bij de tafel gaan zitten en ging voort met den onderbroken maaltijd van Prins Herbert. Ik dronk daarbij een glaaa- jie wijn natuurlijk niet uit de flesch, waarin het slaapmiddel was gemengd en vermaakte mij niet weinig met dit avontuur. Ten slotte ging ik uit de kamer, mijn jas ach teloos over mijn schouder werpen de, maar vóór ik de deur had dicht geslagen, hoorde ik mijn hart stond «en oogenblik «til de stem van dan prins zelf. Wordt vervolgd.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 1