DAGBLAD voor MOORD- en ZUID-HOLLAND.
"r=:r 400 ~°s 310 11,11
Kindei*huisir®8i 29"3i-33f Haarlem
Van alles wat!
BUITENLAND.
Gemengde Buitenlandsche berichten
Een koning van
misdadigers.
WOENSDAG 4 AUG. 1909.
34*" Jaargang No. 6955
Bureaux van Redactie en Administratie
Intercommunaal Telefoonnummer 1426.
Voor advertentiën en reclames buiten Haarlem en de agentschappen wende men zich uitsluitend tot RICARDO's Advertentie-Bureau, N. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, Int. Telefoon 1020.
Algemeen overzicht.
FEUILLETON,
ABONNEMENTSPRIJSl
Per 8 maanden voor Haarlem
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente)
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post
Afiotiierlijke nummert
f 1,35
1.35
1.80
„0,03
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
Van 16 regels60 cent (contant 50 cent).
Iedere regel meer10 cent.
Buiten Haarlem en de Agentschappen 20 cent per regel. Reclames dubbel tarief.
Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 cents (st contant).
Alle betalende abonné* op dit blad, die In het bezit eener verzekeringspolis zijn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor:
GULDEN bij M tfSH iffc éRè dfe 4 f nm nw u* 4 jfl SFk ,3M GULDEN bij
werken.
300
éen oog.
100
GULDEN bij
verlies van
éen duim.
verlies van
één
wijsvinger.
15
GULDEN bij
verlies van
éen andereD
vinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij Ocean". Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht II.
XXX.
De verovering der lucht.
Met belangstelling niet alleen, maar
met graagte lees ik altijd over Zeppe
lin, over Voisin en Wright en Blériot
en al die andere vliegmenschen.
Wat gaat toch de tijd snel.
Wij, gewone luidjes in deniredmo
len vao het dagelij ksche leven, wij
zijn zoowaar al zóó vert.ouwd, door
de kranten, met die wonderen van de
moderne uitvindingen van den men-
schelijken geest, dat we ons nie' eens
zoo erg hard verwonderden, toen on
langs het bericht verscheenBlériot
is over het kanaal gevlogen.
En nu weer, nu we hooren dat graaf
Zeppelin met zijn luchtschip net pre
cies als een „water-schip", door de
luchten „vaart" en den steven recht
op zijn doel richt, en zwenkt en ma
noeuvreert, en in de ijle lucht precies
zoo thuis is als een mailboot in het
water, nu zeggen we zoo wel eens
tot elkaar: die Zeppelin is toch een
kraan, maar ons machtig verwonderen
en stijf staan van verbazing, dat
doen we nietl
En toch 1
't Is nog geen drie, vier jaar gele
den, toen het „vliegen", dat wil zeggen
het zich bewegen in de vrije lucht,
zonder aan een luchtballon te hangen,
voor iedereen een klinkklare onmoge
lijkheid scheen. Met een werktuig van
ijzer of van hout door eigen kracht
de lucht in te scheren, dat scheen
hoven menschelijke kracht te liggen.
Ja, er waren er die vogels probeer
den na te doen, die „vlogen" van heu
vels af, en dan niet bot op den grond
vielen, maar schuins-af naar beneden
scheerden. En dat was dan wel het
hoogste wat mogelijk scheen: èpvlie
gen door eigen kracht en drijvend,
zwevend, blijven dat was utopie,
zei men. En zelf praatten we óok zoo.
Toen kwam Santos Dumont, die al
op zoo verschillend gebied van dezen
aard de richting heeft aangegeven, die
steeds de man was van den eersten
stap, van het eerste succes, maar die
nooit groote zegepralen heeft bereikt.
Santos Dumont bracht het zoover,
dat hij met zijn groote toestellen wer
kelijk van den grond werd gelicht en
een hondertal meters verder weer neer
kwam
Ik herinner het me nog, hoe in de
kranten te lezen stond, dat degenen
die dat op het manoeuvreveld van
Isey bij Parijs mochten bijwonen, tra
nen in de oogen haddende allereerste
mensch, die zich door de kracht van
een toestel, zwaarder dan de lucht,
van den grond kon opbeuren
En werkelijk, het wüs ook een
grootsch oogeublik, een overwinning
van het hoogste belang: üe eerste ge
slaagde poging tot vliegen 1
Toen dachten we weer: daar zal het
nu wel bij blijven, zoo'n beetje lamme-
eend achtig fladderen, zonder van den
grond af het luchtruim in te gaan,
n éér kan de mensch al niet doen 1
Doch daar berichtte men uit Ame
rika: twee uitvinders hier vliegen
werkelijk, zij het ook in het diepst
geheim
Nu ja, dat was Amerika en een
Amerikaanseh nieuwtje, dat kennen
we, zoo zei ik en een ander en
iedereen.
Maar het bleek waarheid, en in een
paar jaar wat zeg ik: in een paar
maanden tijds, volgden de reusuch-
tigste successen elkaar op: vluchten
van uren lang, rechts, links, op, neer,
rechtuit, in een bocht, zwenkend of
drijvend, als een vogel
Over land en zee, over hoornen en
huizen en spoortreinen en wegen vlie
gen nu koene menschen
Wie zou het vier, zes jaar geleden
zelfs hebben durven droomen 1 En wat
zijn vier, zes jaar in dezen tijd I Ver
gelijk bij dezen reuzenvooruitgang van
de verovering der lucht eens anderen
vooruitgang hoe b.v. het spoorwezen
groeide. Wat weinig lijkt het,
dat deze vooruitschreden bij die ont
zagwekkende verandering die in de
beheersching der lucht tot stand
kwam 1
En Zeppelin
Vao Zeppelin's luohtkruiser tot den
ronden luchtballon die als een tol met
alle winden meedraait en wordt mee
gesleurd, is de afstand nog groover,
dan die tusschen den eiectrischen
spoorweg en de diligence van vroeger!
Want Zeppelin beheerscht volledig
de lucht, met één slag. Alles tegelijk
vond hij uit of paste hij toe, en het
is er „aan boord" van zijn luchtkrui-
ser even veilig als aan boord van een
üceaanstoomer.
Wie had ook dat voor een zes,
zeven jaar geleden kunnen denken!
Ja, er waren fantastische boeken daar
omtrent, doch men haalde er de
schouders voor op. Jules Verne ver
haalde van zulke luchtschepen, maar
Jules Verne's boeken waren, dat
wist ieder toch wetenschappelijke
onmogelijkheden 1
En nu?
Wat de toekomst zal brengen op
dit gebied, is niet te raden noch te
gissen. De grootste geheimen din
gen die we nü weer onmogelijk noe
men, staan wellicht voor onze kinde
ren als kinderspel open!
Ontzagwekkend ia de mensch in
zijn vooruitgang.
Men zou haast zeggenhet gaat te
snel
En even duizelingwekkend is het,
als gevaarlijk voor den menschelijken
geest, om dit steedg-verder, steeds-
méér kunnen, dieper te beschouwen.
Men zou er zoo gauw toe komen,
om „de almacht" van den mensch te
proclameeren
Als er niet éen ding was, dat we
altijd bij deze wonderen der moderne
wetenschap moeten in het oog houden I
Eh dat ééne is, wat graaf Zeppelin
zelf Zondagavoud te Frankfort bij een
feestdiner zoo nederig bekendede
menfchelijke geest vindt wel,maar
hij vindt niet ietB nieuws, niet iets
noch nie dagewesenes, hij
past alleen toe, hij maakt gebruik
van bestaande krachten, hij vindt niet
nieuwe, maar tot dusver verborgen
gebleven natuurkracnten, en aldus
stijgt de mensch door zijn van God
geschapen vernuft dagelijks hooger,
ook figuurlijk gesproken 1
En zoo kan zelfs de wonderbaarlijke
verovering der lucht van onze dagen
ons leeren hoe oneindig God is en
Gods almacht, en hoe de mensch
eigenlijk maar een allerkleinst snip
pertje van de krachten die God in de
natuur legde, nog voor zich kan ge
bruiken
F.
DE SPAANSCHE ONLUSTEN.
Al gelooft men over het algemeen
nu niet ten volle, dat de toestand
weer zóó heelemaal normaal is ge
worden als sommige berichten van
officieuze zijde het Voorstellen,
tóch blijkt wel dat er pacificatie
en verbetering: is.
Aan de „Daily Telegraph" wordt
over den toestand in Barcelona nog.
het volgende geseind: Dfe besturen
der banken hebben besloten om hun
(instellingen weder te heropenen.
Volgens generaal Santiago, is de
revolutionaire beweging volledig on
derdrukt en zijn de benden in 't ge
bergte machteloos^, om nog iets uit
te richten. De generaal meldde nog
dat hij geen versterking meer noo-
dig heeft.
Op ds hoogten rond de stad kam
pveren een groot aantal Castiljaaien,
Andaluziërs, Italianen, Portugeezen,
Branschen, Kussen, Grieken, Zuid-
Amerikanen, enz., die allen door het
gerecht van hun land worden opge
zocht.
De socialisten en revolutionairen
komen hun te hulp.
Deze internationale bende, ver
sterkt door uit de gevangenis ont
slagen dieven en bandieten, en werk-
loozen, is b et die de plunderingen en
brandstichtingen bedreven heeft.
Dj? correspondent, van „Daily Tele
graph", t? Madrid seint: Ik ken
Spanje door en door en ik kan u
verzekeren dat er eene reactie te
bespeuren is in de openbare denk
wijze. Men begint te begrijpen dat
het noodig is(, dat men het leger en
het gouvernement in de taak, om
een einde te maken aan den oorlog
en de binnenlandsche woeling moet
steunen.
Een ernstige factor voor de regeering
waren de Carlisten, zooals we gisteren
reeds mededeelden.
Het blijkt echter, dat deze voor de
monarchie op dit oogeublik geen ge
vaar zullen opleveren.
Althans, de Carususche pretendent
Don Jaime van Bourbon schrijft in de
„Neue Freie Presse":
„Men weDscht te weten welke hou
ding de Carlistische partij tegenover
de troebelen aanneemt, die nu Spanje
in beroering brengen.
„Welaan, hoort dan: mijn gedachten
zijn op 't oogenblik bij de Spaansche
helden, wier bloed deD dorren Afri-
kaanschen bodem bevlekt. Onder
andere omstandigheden zou het mijn
vurigste wensch geweest zijn, om aan
't hoofd der Spaansche troepen op te
trekken en onder het Spaansche vaan
del te vechten. Nu is dit echter on
mogelijk.
„Ik ben soldaat, twee oorlogen heb
ik meegemaakt, en heel wat avonturen
beleefd Nooit zou ik het echter wagen
om een geheel volk, mijn volk, ter-
wille van mijn persoon in gevaar te
brengen. Nooit zal ik vrijwillig een
strijd in 't leven roepen en zeker geen
burgeroorlog. Nooit zou ik zoo licht
zinnig kunnen zijn om Spanjaarden
tegen Spanjaarden in 't harnas te
jagen. Als ik ooit aan 't hoofd van
een troep naar Spanje terugkeer dan
zal dat alleen zijn om de rust weer
te herstellen, om een einde te maken
aan de anarchie en niet om deze nog
aan te wakberen. Dat zou ik bijvoor
beeld doen als koning Alfons door de
revolutionairen verdreven werd.
„Ook in deze dagen heeft men de
Carlisten op één lijn gesteld met de
revolutionairen, als wilden wij oproer
en geweld. Doch dat is leugen en
vuige laster."
Vervolgens verdedigt Don Jaime
het optreden der Spaansche regeering
in Marokko. In het Rifgebied is, zoo
schrijft hij, de Rog hi de almacütige
despoot. Van hem hebben de Span
jaarden concessies gekregen. Hij heeft
verdragen gesloten. Maar nu 'ter op
aan komt om deze na te leven ii hij
verdwenen. Zijne trouweloosheid moet
gestraft worden. Dat is geen privaat
aangelegenheid, dat is een kwestie
van het nationale prestige van mijn
vaderland.
„De populariteit van koning Alfons
vermindert buiten zijn schuld1', zoo
gaat de schrijver verder. „Hij is een
ridderlijke koning. Ik acht hem hoog.
Bij de aanslagen tegen hem gericht,
heeft hij zich als een man gedragen.
„Ik heb mij hier naar Frohsaorf
teruggetrokken om mijn vredelievende
gezindheid te toonen. Ik heb slechts
een wensch, een vurig verlangenhet
geluk en het welzijn van Spanje."
IN NOORD-MAROKKO.
Ook in bet Noorden van Afrika
betert de toestand. Op* het oogenblik
staan d(? partijen aldus tegenover
elkaar
Een kilometer of tien ten zuiden
van de stad hebben de Spanjaarden
de stellingen van Atalyon en SicLi-
Moussa bezet. Deze laatste heeft
twee duizend man garnizoen onder
bevel van een generaal. Maar het
merkwaardige daarvan ist dat beide
stellingen in de lucht hangen eh gfieoi
directe verbinding hebben met het
hoofdkwartier.
Die Spanjaarden hebben, toen zij
in dj? eerste dagen van den strijd
voordrukten, den vijand achter zich
gelaten. De gevechten van 16 op
17 Juli zijn dan ook geleverd op
enkele kilometers afstand van Me-
lilla in den rug der vooruitgescho
ven posten.
Bovendien kan Atalyon slechts
over zee geproviandeerd worden en
moet Sidi-Moussa eiken dag van pro
viand worden voorzien langs den
Noord-Afrikaanschen spoorweg. El
ke maal, dat de trein met proviand
van Melilla vertrekt, wordt hij door
de Kiff-kabylen aangevallen, on-*
danks bet escorte dat hem geleidt.
Zoo werd gisteren nog, op 3 K.M.
afstand van de stad, de bevelvoe
rende officier op den trein gedood, en
liepen vele soldaten schotwonden op.
Die zware verliezen op 9, 18 en 27
Juli leden de Spanjaarden bij hun
pogen om het bergland van Gurugu,
tusschen Melilla en de vooruitge
schoven posten, te bezetten.
Hoewel de Spaansche verliezen
zwaar zijn geweest een duizendtal
mannen zijn buiten gevecht gesteld,
ondier wie zestig officieren - zijn
er geen groote gevechten geleverd.
Hiet zijn steeds schermutselingen ge
weest aan den noordelijken uitloo-
pier van de Gurugu, altijd op de
zelfde plaats, ongeveer vijf kilo
meter buiten de stad, en opmerkelijk
is daarbij, dat van de honderd ge
kwetsten, naar een Spaansch officier
den berichtgever zelf verzekerde,
niet twee kunnen zeggen, dat zij een
vijand hebben gezien.
De Marokkaansehe strijders ver
staan uitstekend de kunst om van
het terrein gebruik te makenmeest-
graven zij een put voor één man en
dekken dien af met een steen, waar-
tusschen slechts de loop van hun
geweer uitsteekt.
Op drie verschillende dagen heb
ben de Spanjaarden compagnie na
compagnie en bataljon na, bataljon
naar dezen uitlooper gezonden, die
steeds terugkeerden, zonder eenig
voordeel te hebben behaald.
Uit Madrid wordt nu echter aan
de Temps" geseind:
„Generaal Marina heeft een schit
terende verkenning ondernomen om
de stellingen van den vijand in het
bergland van Gurugu te ontdekken.
Hij liet eenige bataljons jagers ma
noeuvreeren aan den voet van het
bergland, waarop de Arabieren in
groot-en getale kwamen aanloopen
om naar de Spaansche troepen te
zien, zonder acht te geven op de
kustwacht van Numancia, die hun
flank bestreek. Eenige batterijen,
openden het vuur op den vijand,
aan wi-en ernstige verliezen werden
toegebracht.
„Die Spanjaarden leden geen ver
liezen."
ANTICLERICALISME IN PORTUGAL.
De „liberalen", d. w. z. de anti-cleri-
cale (en anti-anonarchale) partijen in
Portugal zetten relletjes op tegen de
katholieken.
Maandag werd door deze lawaai
makers een meeting gehoudeD, waarin
een deputatie aan de Kamer een adres
ging brengen waarin niet meer of
minder wordt verzocht dan een ver
nieuwing van de Jezuitenwetten van
Pom bal en van andere „liberale"
wetten I
Pombal is, zooals men weet, de
grootste Jezuiten-vervolger in Portugal
geweest!
Een groote optocht had daarbij
plaats.
In het parlement bepleitte de radi
caal Borubarda de gevraagde aati-
clericale maatregelen en stelde een
algemeene behandeling voor.
De meerderheid weigerde dit voor
stel, waartegen de linkerzijde storm
achtig protesteerde!
Daar ook van de openbare tribune
door allerlei relletjesmakers werd deel
genomen aan de betooging moest de
zitting worden afgebroken.
Na heropening der behandeling be
gonnen de protesten opnieuw. De ge
wapende macht moest toen de zaal
ontruimen en het gebouw van de
Cortez werd door de troepen omsin
geld.
Men ziet hetde anti clericalen dein
zen in hun haat voor niets terug!
HET EUCHARISTISCH CONGRES.
Het Keulsche Eucüaristisch Congres
is gisterenmiddag met een plechtige
begroeting van den Pauselijken Legaat,
kardinaal Vannutelii, door den aarts
bisschop van Keulen en den eersten-
burgemeester der stad, geopend.
De diefstal in Jiet Kaiser Friedriek-
Museum.
De Berlijnsche bladen geven uitvoeri
ge bijzonderheden over den diefstal i*
het Kaiser Friedrich-Museum.
De diefstal is geschiedt Zondagnacht,
blijkbaar hebben de dieven zich des
avonds in het museum laten insluite*.
De gestolen voorwerpen, tot een ge
zamenlijke waarde van 10000 mark
werden uit de kasten ontvreemd, die
door middel van een breekijzer wer
den opengebroken. Bedoeling zal wel
geweest zijn de diefstal van de zeer
kostbare gouden munten in het Museum
aanwezig. Maar de met stalen luike*
voorziene kasten, hebben aan de pogin
gen der dieven weerstand geboden, zoo-,
dat zij zich ten slotte met minder kost
bare voorwerpen tevreden hebben moe
ten stellen.
Tegen half twee hebben de heeren 't
Museum verlaten. Twee wakers aan de
buitenzijde van het gebouw hebben he*
ontmoet, maar zij lieten de mannen, die
beweerden arbeiders te zijn, die een
karweitje in het museum hadden op
geknapt, passeeren. Eerst toen de man
nen vertrokken waren, kwamen ze tot
het besef, dat die verschijning van eem
paar arbeiders midden in den nacht
toch wel wat zonderling was.
De politie looft 500, de Museumdi-<
rectie 1000 mark uit voor de ontdek
king van de daders.
Naar het Engelsch.)
25)
Dit paste zeer wel bij onze plan
nen. Ek" werd een afzonderlijk ver
trek voor den prins gereed gehou
den en aan Five, die vroeger reeds
kennis met, den houder van het res
taurant had gemaakt, werd door de
zen toegestaan een plaats als kellner
in te nemen. Ons plan was nu, hem
een bedwelmend middel in te geven.
Zoodra hij onder den invloed daar
van zou zijn geraakt zou het overige
gemakkelijk zijn. Ik moest slechts
mijn k leeren met de zijne verwis
selen, het restaurant als de prins
verlaten want ik Zou alle mid
delen medenemen om mij te grimae-
ren en Five zou toezien of ik goed
geleek en zijn rijtuig in stappen,
•lat op hem stond te wachten om
hem rechtdoor naar de avondpartij
te rijden. Hij zou in uniform zijn,
welk uniform ik zou aantrekken, ter
wijl ik mijn kleederen achterliet,
welke Five hem zon aandoen. Five
zou hém daarna uit het vertrek lei
den, voorgevende, dat de bezoeker
door wijn beneveld wste.
D'e rest zou gemakkelijk volgen.
Derhalve toog ik den bepaalden
avond op weg naar het aangeduide
restaurant om mijn rol te spelen.
Er maakte zich een gevoel van
zeer aangename opwinding van mij
meester, toen ik stoutweg wandelde
naar het onaanzienlijke restaurant
nabij het strand. Keeds was mijn
onderscheidingsvermogen tusschen
goed en kwaad afgestompt. Ik dacht
er zelfs niet over na, dat ik op
het punt stond een enorme misdaad
te begaan. Al mijn gedachten waren
gericht op het element Van gevaar,
en ik voelde een groote voldoening
mijn vernuft tegenover dat van an
deren te stellen. Het was, veronder
stel ik, een soort van geestes dron
kenschap, die zich van mij had mees
ter gemaakt, en ik heb opgemerkt
gedurende mijn veelbewogen en af
wisselend leven, dat zelden of nooit
de begeerte naar voordeel mijn ziel
vervulde, als ik een of andere on
derneming begon. Het was het schep
pende deel van mijn geest, dat vreug
de vond in een weloverwogen aan
slag; de rest was ondergeschikt aan
deze bijna alles beheers,chende idee.
Gelijk een kunstenaar er trotsch op
is de kleuren van zijn groote schil
derij, welke hij onderhanden heeft,
te verdeelen, en bij de verschillende
lichteffecten en schaduwpartijen te
verwijlen, zoo hield ik mijzelven be
zig met de honderden bijzonderhe
den welke mij1 konden doen slaeren.
En, om deze vergelijking- nader uit
te werken, evenals een werkelijke
kunstenaar niet denkt aan de som,
die hij, wanneer het stuk eenmaal
is voltooid, zal mogen eischen, sloeg
ik ook geen acht, op het geldelijk
voordeel, dat uit mijn aanslagen
voortvloeide.
Op kalmen toon vroeg ik naar
den prins, en een kellner sinelde weg
om Zijne Hoogheid in kennis te stel
len met mijn verzoek, om! met hem
een onderhoud te mogen hebben. Ik
volgde den boodschapper vlak op
de hielen, en was daardoor in staat,
duidelijk de scherpe stem van den
prins te hooren, die een antwoord
gaf. Hij vroeg naar mijn uiterlijk
en voor welke zaak. Ik kwam; en
toen de kellner terugkwam spelde
ik dezen een nogal aannemelijk ver
haal op de mouw. Een oogenblik la
ter werd ik in het afzonderlijk ver
trek geleid, waar prins Herbert al
leen aanwezig was met den hem be
dienden kellner, in wien ik, ten spijt
van zijn vermomming, dadelijk Five
herkende.
Uw zaak, mijnheer was de
scherpe vraag. De koninklijke gast
was er volstrekt niet over gesticht
dat, men aldus inbreuk maakte op
zijn vrijheid.
Ik ben zoo vrij u te komen be
zoeken wegens een zaak van zeer
groot, gewicht, zei ik. Uwe Hoogheid
zal, naar ik hoop, mij de gunst be
wijzen, eenige woorden mei hem te
spreken.
Jawel, natuurlijk. Gij kunt ge
rust Engelsch spreken, want deze
kellner verstaat niets dan zijn eigen
Italiaansch. Ik heb hem al op de
proef gesteld.
Five had klaarblijkelijk zijn rol
goed gespeeld. Hij keek mij1 over
den schouder van den prins aan, eax
schonk handig een glas wijn voor
Zijne Hoogheid in. Ik mompelde en
aarzelde nog wat, want Five had
mij door een teeken te kennen ge
geven, dat, de wijn, dien hij thans
inschonk, van den slaapdrank voor
zien was. Als ik het nu maar zoo
ver kon brengen, wat om de zaak
heen te praten zonder argwaan te
wekken, tot het eerste glas wijn ge
bruikt was, dan zou alles in orde
zijn. En daar ik nu een en ander wist
omtrent de persoonlijke eigenaardig
heden van Prins Herbert» bracht ik
veelbeteekenend mijn vinger aan dep
neus, en ging op de teenen ïiaar hem
toe.
Ik kom vanwege een aanzien
lijke jonge dame, fluisterde ik hem
in het oor. Hij schrok op, er kwam
een blos op zijn breed gelaat, dat
van trots zwol.
Ha zoozeide hij, spreek voort.
Ik hen benieuwd iets meer te hoo
ren. En hij liief het glas» dat bij zijn
elleboog stond in de hoogte.
Op die dames! zei hij verder,
en nam een flinken teug.
Deze dame, vervolgde ik nu,
is verlangend, nader in kennis te
komen met Uwe Hoogheid, maar
helaas, zij beweegt zich niet in de
kringen, welke voor u open staan.
Zij hoopt dat ik, als haar bemidde
laar, van Uwe Hoogheid, de gunst
mag verkrijgen, dat
Ja, ja. Maar Wat sakkerloot, gij
neemt er den tijd toe, om tot uw
eigenlijk doel te komen. Haast wat,
als 't- n belieft.
Ik deed een zeer aannemelijk ver
haal, en terwijl de zachte woorden
langzaam uit mijn mond droppelden,
zag ik het hoofd van den prins
zwaar op zijn horst neerzinken. Een
paar maal hief hij het nog in de
hoogte om een uitroep te doen hoo
ren, maar na een korte poos ver
kondigde een luid gesnork de kracht
dadigheid van het slaapmiddel van
Five.
Daarop viel ons slachtoffer met
een bons van zijn stoel afhij was
nu geheel bewusteloos!
Ziezoo, zei ik tot Five. Vlug
nu wat, man. Meat- soort van een
slaapmiddel is het? Zal het zijn
uitwerking lang behouden
Ja, volgens hetgeen men mij
verteld heeft, wel. Maar men weet
dat nooit met een man van zijn tem
perament. Laat mij u een handje
helpen.
Er moest nu vlug gewerkt worden.
Wij trokken den man zijn boven -
kleeren met groote haast uit, en ik
wierp mijn kleeren af, die Five vlug
opraapte en den prins aantrok. Zoo
dra ik was gekleed in de prachtige
uniform, plaatste Five mij onder een
goede belichting en haalde een kistje
met verf, cosmetique en andere za
ken voor den dag, en begon daar
handig mede te werken. Tien minu
ten later riep hij met de trots van
een artist: „Kijk nu eens in den
spiegel," Ik keek en keek nogmaals,
en wierp daarna een blik op de ineen
gedoken figuur, die op de sofa lag.
Ik kon mijn oogen nauwelijks geloo-
ven! Lijn voor lijm trek voor trek,
was ik eene dubbelganger van de*
prins. Five had 's mans gelaat won
derwel getroffen.
.Wacht nu nog een beetje, zei-
mijn medhelper. Hij neemt altoos
nogal den tijd voor zijn middagmaal
hij is, naar men zegt, een gulzigaard.
Maar Five vergiste zich hierin lee-
lijk, wat bijna de oorzaak werd. dat
de aanslag mislukte. Ik was bij de
tafel gaan zitten en ging voort met
den onderbroken maaltijd van Prins
Herbert. Ik dronk daarbij een glaaa-
jie wijn natuurlijk niet uit de
flesch, waarin het slaapmiddel was
gemengd en vermaakte mij niet
weinig met dit avontuur. Ten slotte
ging ik uit de kamer, mijn jas ach
teloos over mijn schouder werpen
de, maar vóór ik de deur had dicht
geslagen, hoorde ik mijn hart
stond «en oogenblik «til de stem
van dan prins zelf.
Wordt vervolgd.).