DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. 400 300 150 =-" 100 3sr Katholiek of Meutraal? Kindcphuisvesi 29-31-33, Haarlem BUITENLAND. Een ikoninff van VRIJ DAS 13 AUG. ISÖ0, JA"4* Jaargang N&. &9B3 Bureaux van Redactie en Administratie intercommunaal Telefoonnummer I4S6. Voor advertentiën en reclames buiten Haarlem en de agentschappen wende men zich uitsluitend tot RICARDO's Advertentie-Bureau, N. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, Int. Telefoon 1020. Een antwoord Algemeen overzicht. FEUILLETON. 83) HIE HMRLENSCHE HOT ABONNEMEMTSPRIJSi Per 8 maanden voor Haarlem Voor de plaatsen, waar een agent ia gevestigd (kom der gemeente) Voor de overige plaatsen in Nederland franoo per post Afjioodsrl^jke nummers 1,156 1.86 1.80 ,0,08 PBUS OER ADYERTEWTIËN Van 16 regels60 cent (contant 50 cent). Iedere regel meer10 cent. Buiten Haarlem en de Agentschappen £0 cent per regel. Reclames dubbel tarief. Dienstaanbiedingen 26 cent (6 regels), driemaal voor 50 cents (A contant). 1000 Alle betalende abonaé* op dit blad, die in het bezit eener verzekeringspolis zjjn, zijn volgens de bepalingen op de polisseo vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor schiktheid tot werken. GULDEN bij overlijden. 300 60 verlies van één wijsvinger. 15 GULDEN b(j verlies van éen anderen vinger. De nltkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij Ocean" Bijlkantoor voor Haarlem Nieuwe Gracht it Zooals onse lezers weten, heeft het Plaatselijk Comité der Kath. Soc. Actie voor Haarlem en .omstreken onlangs de vraag aanhangig gemaakt, of hier ter stede kon worden gesticht een katholiek bevolkingsbareau. En zooals men in het verslag van de jongste vergadering van dat Comité, Woensdagavond in dit blad opgeno men, heeft kunnen lezen, is die rraag door een commissie van onderzoek voorloopig ontkennend beantwoord. De ronduit gezegd desolate toestand van de registers van den Burg. Stand, hier ter stede, die vooral wat verhuizingen en opgaaf van godsdienst betreft, ook naar het getuigenis der ambtenaren, alleszins onbetrouw baar zijn, was de voornaamste factor voor die ongunstige conclusie. Na wil het geval, dat in deze naate- ïie juist gisteren een voorstel van B. en W. den raadsleden bersikt heeft. Men zon nu deuken: dat moet een voorstel zijn om verbetering in de registers te brengen, om beter toe zicht en contróle op de aangiften en het verzuim van aangifte in te stellen, om het personeel dat te klein is, te vermeerderen, om dus de bevol kingsregisters betrouwbaarder te ma ken Misl De voordracht van B. sn W. wenscht het verkrijgen van inlichtingen moeielijker te makea 1 Door deze duur der dan nu te laten betalen. De leges voor enkele inlichtingen zoowel als voor die bij abonnement worden, als dit voorstel erdoor komt, zeer aanzien lijk verhoogd! Maar de onbetrouwbaarheid blijft I.... Wy vragen: is dit soms een ant woord van de ambtenaren die B. en W. voorlichten, op de pogingen en be sprekingen die gedaan en gehouden zijn ten stadbuize door de afgevaar digden der K. S. A., ten onderzoek naar de mogelijkheid van een katho liek bevolkingsregister? Immersde stichting daarvan wordt bij bestendiging van de onbetrouw baarheid der registers en daarenboven bij zulk een aanzienlijke vermeerdering der kosten eenvoudig een onmoge lijkheid 1 Wij meenen, dat de katholieke en christelijke raadsleden (want ook van christelijke zyde wordt menigmaal de 'nood zak «lijk beid van een christeii,k bevolkingebureau gevoeld 1) een nuttig werk zouden verrichten, wanneer zij bij de behandeling dezer voordracht in den Raad hierop de aandacht vesti gen, en krachtig pleiten wilden voor het verbeteren der registers van den Burg. Stand op de eerste plaats, en ten tweede voor het scheppen van een mogelijkheid om ten speciaal katholiek of christelijk bevolkingsbu- reau te stichten 1 De gemeente dient hiertoe, evengoed als op andere plaatsen gebeurt, de ge legenheid open te stellen In zak? de Middensiandsorgani- sat ie heeft „De Tijd" nu nadere be schouwing'ui ten beate gegeven. 3d en kent de kwestie: „Die Tijd" had prof. Aengenent's „Leerboek der Sociologie" gekriti seerd, en diens e i s c h dat de Katho lieke Middenstanders evengoed als de Katholieke arbeiders, verplicht zijn tot Boomsehe organisatie, ge meend te moeten afwijzen. Vooreerst meende „De Tijd", dat bestaande aansluiting aan neutrale vereenigingen kon blijven bestaan, mits er „s o e i a 1 e honden" kwamen, die voor de neutraal-aangeslotenen als correctief zouden moeten dienen. En voorts achtte „De Tijd" neu trale organisatie op zichzelf voor Middenstanders niet zóó erg als voor arbeiders, omdat deze laatsten in de „neutrale" organisatie meest de so ciaal-democratie vinden, terwijl de neutrale Middenstandsvereeniging hoogstens door het liberalisme be smet kan worden, wat naar "de mee ning van „De Tijd" lang Zoo erg niet is. Ten slotte was ook het feit, dat een alleenstaande Ka tholieke middenstandsvereeniging in sommige gevallen haar oeconomiseh doel geheel zou missen, een argu ment voor „De Tijd" omi de neu traliteit te verdedigen. Met andere Katholieke bladen teekenden wij tegen die o.i. gevaar lijke stelling", die vooral in dezen tijd, nu de Bisschoppen pas zoo ern stig Katholieke organisatie op den voorgrond stelden, toch door de Boomsche Pers onmogelijk vol te houden kan zijn, verzet aan. „Die Tijd" riep Dr. Kouwens als medestander op voor zijn meening: wij achtten dat beroep ongegrond. iWij meenden intussohen ook te moeten verdedigen hetbeginsel: Katholieke organisatie is plicht voor allen. Natuurlijk was 't ons hekend dat de „neutraliteit" voor den een minder gevaarlijk is dan voor den ander, doch dat mag o.i. geen reden zijn om voor hen die sterker staan te genover die neutraliteit, het begin sel prijs te geven. Dr. Nouwens kwam daarop in ons blad uitdrukkelijk verklaren, dat „naar (zijn) innige overtuiging de „Katholieke Middenstanders, van „Koord en Zuid, van steden en dor- „pen, vér plicht zijn zich te or- „ganiseeren in Katholieke Midden- „standsvereenigingen, óók wat be- „treft. de vakorganisatie". Dat was duidelijk, dachten wij Dlooh „De Tijd" achtte die ver klaring van Djr. Kouwens niet vol ledig. En het blad beloofde nadere ineder deelingen. Die zijn dan nu gekomen. Die nadere mededeelingien zijn van verschillenden aard, en een na schrift j e is er aan toegevoegd, Waar van misschien de een of ander onzer collega's zeggen zalin oauda ve nen u m. Vooreerst deelt „De Tijd"' een tweede schrijven mede van Dr. Nou wens, dat zonder dagteekening wordt gegeven. Dit schrijven is merkwaardig in derdaad. Het bevat zoo goed als woordelijk hetzelfde, wat Dir. Nouwens schreef in ons blad van 10 dezer. Doch daar enboven nóg iets, speciaal aan het adres van „De Tijd" gericht. En dat is: een volkomen refutatie vau de, door „Dé Tijd" als correctief aan bevolen „sociale bonden". Juist ten opzichte van deze nu haalde „De Tijd" Dr. Nouwens als vermoede lijk medestander in het geding 1 iWjelnu, Dr. Nouwens verklaart dat hij! van die „sociale bonden,, daarentegen niet® weten wilde opi nie van „De Tijd" dat hij' ze steu nen zou, noemt de Heeswijksche so cioloog: hoffelijk „een misverstand". En hij vraagt zich af, hoe „De Tijd" er aan komen kon (Misschien aldus, zoo legt Dr- Nouwens uit: „Ik heb vroeger meermalen be weerd, dat de Katholieken, die lid waren van neutrale organisaties, daarvan lid konden blijven, zoo lang hun vereeniging zich streng onzijdig hield, en geen enkele daad stelde, in strijd met de katholieke beginselen. Daar deze neutraliteit echter moeilijk of niet kan 'worden gehandhaafd, achtte ik het noo- dig, dat zij naast de neutrale ver eenigingen It. K. MHddenstands- vereenigingen stichtten en tevens daarvan lid werden. Dan stonden zij georganiseerd, zoodra zij ge noodzaakt zouden worden, om de neutrale organisatie te verlaten. Dit achtte ik, vooral voor het Noorden, het eenig bereikbare. Nu is -het niet onmogelijk, dat gij daarbij' gedacht hebt aan so ciale bonden naast de neutrale middenstandsorganisatie. En vandaar de vergissing of het mis verstand. Maar ik voor mij heb steeds het oog gehad de It. K. Midden standsorganisaties met een econo misch doel. Ik heb de noodzake lijkheid daarvan bepleit in Uw Blad van 11 en 14 Juui 1903, spe ciaal voor het Noorden; en ver der op tal van vergaderingen; en zoo nadrukkelijk mogelijk op de Sociale (Week te Utrecht. Ook heb ik deze vereenigingen in verschil lende steden van het Noorden op gericht. In sociale bonden zie ik geen heil, want de Middenstander heeft behoefte aan en wil econo mische vereenigingen. En daar de neutrale organisaties steeds meer in botsing' komen met de katholie ke beginselen, acht ik de B. K. Middenstandsvereenigingeni,. ook voor het Noorden, en ook voor< de steden, meer dan ooit noodza kelijk." 'Nadat Er. NouWens zich aldus ca tegorisch heeft gekant tegen d© leer van „De Tijd", dat neutrale Midden standsorganisatie voor Katholieken (mits met het correctief van een „so cialen bond") kan worden toegela ten (men lette op de laatste zinsne de b.v.concludeert „Die Tijd" vlak er onder, zonder blikken of blozen: „In hoofdzaak staat Dr. Nouwens beslist aan o nze zijde!" Die conclusie lijkt ons „De Tijd" moge het ons vergeven toch Wel wat boud. Er. Nouwens stelt als regel: en kel Katholieke organisatie. Maar voor het Noorden geeft hij als concessiedie lid zijn van een neutrale organisatie, kunnen daarvan lid blijven, mits die ver eeniging zich streng onzijdig houdt. Doch omdat dit moeilijk of niet kan worden gehandhaafd, moe ten die Katholieken zich tóoh in een Katholieke Middenstandsveree niging organiseeren, zoodat ze ieder oogenblik de neutrale vereeniging kunnen verlaten en dam toch een organisatie hebben Als „De Tijd" nu zegt, dat zij het altijd óók zoo bedoeld heeftwel, dan hebben we er vrede mede. Maar wij' hebben dat niet in den veelbesproken passus over prof. A engenent's Leerboek gdezjen!.... i En nu komt daarbijv dat 1 „Die Tijd" het moet ons van het hart toch' wel een beetje goochelt met woorden. I Dr. Nouwens zegt: wilt ge in een neutrale vereeniging blijven, mits die streng neutraal zij (wat ik niet geloof dat kan), nu, in Godsnaam danMaarge hebt daarbij t o oh den plicht, u te organiseeren in de Kath olieke middenstandsver eeniging! Dat is, dunkt ons, duidelijk om schreven wat Dir. Nouwens in het bovengenoemde schrijven leert. „Die Tijd" wilde juist geen Ka tholieke middenstandsvereeniging, was daar vierkant op tegenEen „sociale bond" zou het blad wen- schen. Doch nu Dr. Nouwens zoo imperatief tóch de Katholieke mid denstandsvereeniging voorschrijft, zegt het blad: nu ja, een sociale of een oeoonomische vereeniging, dat is een kwestie van ondergeschikten aard, en om den boel niet „in het honderd" te laten loopen, zullen We er niet verder op aandringen Maar dit is de kwestie escamotee- ren Een ieder ziet toch, dunkt ons, duidelijk in, dat hierin juist het groote verschil ligt tussehen Dr. Nouwens en „Do Tijd", het hoofd verschil „De Tijd" wil geen Katholieke middenstandsorganisatie, maar een „socialen bond" als correctief, Dr. N ouwen® zegt daarentegenwel zeer zeker een Katholieke mid denstandsvereeniging: de neutral© mag dan omdat het niet andera kan nog daarbij g?duld Worden. Ieder voelt dunkt ons dat hier een diepgaand verschil is!.... „De Tijd" vindt echter, dat Dr. Nouwens het geheel met haar eens is!.... [Wij vermogen dat niet in te zien; ook al moffelt „D|e Tijd" Dr. Nouwens' eisch van de Katholieke Middenstandsvereeniging weg onder de uitdrukking: oeoono mische vakvereeniging Het is ons niet te doen om pole miek te voeren. Noch vermeten we ons „Die Tijd" te willen bekeeren. ÖVij wenschen alleen onzen lezers mededeeling te doen van d© nader? beschouwingen van „De Tijd" naar onze belofte en daarbij ook rekenschap te geven, waarom wij in onze meeüing: Katholieke mid denstandsorganisatie is de meest-ge- wenschte en voor de Katholieken een dure plicht, nog immer onge schokt v ast-s taan. Evenwel nog een enkel woord over eenige dingen die „De Tijd", be halve Hr. Nouwens' schrijven en de bespreking ervan, aanvoert. Die verdediging van de stelling, dat één Katholiek te midden van vele andersgezinden toch aan een „Katholieke vereeniging." niets heb ben zou, is een strijd tegen wind molens. En evenzeer schermt „De Tijd" in de lucht, als Zij de stelling opzet dat de nocxlen' van een of ander vak de vereeniging van alle vakgenoo- ten voor een bijzonder doel nood zakelijk kunnen maken, dus: dat een Katholieke organisatie in jdLa,t geval niet oirbaar kan zijn. Met. die stelling, die een uitzonde ring vormt op den regel, gaat een ieder aoooord, dunkt ons. Zelfs prof. Aengenent zal ze onderschrijven! (Maar dat dit geheel wat anders is dan de kwestie waarover dit de bat loopt: inoeten de Katholieke Middenstanders zich bij de Katho lieke of bij de neutrale organisatie aansluiten, dat begrijpt „De Tijd" toch zoo goed als wij en ieder ander (Dochmet dit toe te geven had het blad de inderdaad aardig ge vonden eoup over de vereeniging van couranten-uitgevers, die „neu traal" is, niet kunnen lanceeren Ten slotte nog dit: we zijn be nieuwd, bij welke categorie van hare tegenstanders „De Tijd" óns zal indeelen. Die tegenstanders zijn, meent het blad, óf idealisten, zooals prof. Aen genent, voor wier ziens-wijze, „De Tijd" evenwel „grooten eerbied" koestert; ófwel met een zieke lijk democratisme besmetten; of wel hatelijke benijders, die erin groeien als ze een ander op een ware of vermeende fout kunnen betrappen. [Wij voor ons kunnen met de hand op het hart verklaren, dat de laat ste inderdaad leelijke eigenschap niet in ons gemoed woont, en ons dus ook niet ertoe gebracht kan hebben te genover de meening van „De Tijd" met alle bescheidenheid de onze t» zetten. Ook durven we gerust beweren, dat ous een ziekelijk democratisme, waardoor we den middenstanders een neutrale organisatie misgunnen zouden, omdat die den arbeiders niet gegund is, volkomen vreemd is! (Maar ook onder de idealisten zou den we ongaarne in dezen willen ge rekend wordenwe meenen toch, in derdaad een practisehen wegte h ebben aanbevolen, die zooals de on dervinding leert, ook zeer wel moge lijk en bereikbaar is! Mits de Katholieken maar willen, en mits de heele Katholieke pers eenstemmig hen daartoe wil opwek ken! i DIPLOMATIEKE SCHERMUTSELING EX. (Daar zal het, naar het schijnt, wel bij blijven op den Balkan. Nota's worden gewisseld tussehen, Griekenland en Turkije, tussehen Griekenland en de mogendheden, tus sehen deze en Turkije, en ook tus sehen deze en de regeering op Kreta, een „ontal", zou Bolland zeggen. De laatste nota is er een van Tur kije, waarin het Grieksche antwoord op de voorafgaande nota van Turkije onbevredigend wordt geuoemd, daar het niet de door Turkije verlangde verzekeringen geeft. Verder noodigt Turkije in die nota Griekenland uit, iu het belang der, wederzijdsche vriendschappelijke be trekkingen, zich te voegen naar den wensch van Turkije. De Turksche nota is in krachtiger tarmen gesteld dan de vorige, maar spreekt van een redelijk uitstek zon der een uitersten tijd voor het ant woord van Griekenland vast te stel len. Den Griekschen gezant, die een be zoek bij den grootvizier bracht, werd op hst hart gedrukt zijn regeering den raad te geven hare vriendschap pelijke betuigingen te bevestigen door de verlangde verklaring af te leggen. Ondanks dit is het echter duide lijk, dat de zaak in een vreedzamer stemming begint te komen, naar uit allerlei symptomen blijkt. De partij die tot dusver het meest den oorlog scheen uit te lokken, de radicale vleugel der jong-Turken n.l. die door het comité te Saloniki vertegenwoordigd wordt, schijnt zelf te hebben ingezien, dat zij -voor een optreden als tot dusver de in ternationale positie van het jonge vader! and meer kwaad dan goed zou doen. Zij heeft daarom beslist bevel gegeven in de Macedonische vilajets, dat men zich rustig zou houden en nadere instructies zou afwachten voor men verder optrad. (Naar het Lnyelsch.j Toen ik dat gedaan had, klom ik weer uit de kooi en begon snel te werken, om mij zeiven in vei ligheid te brengen. Het Wasi het Werk van een oogenlblik, het slot van de deur af te nemen, voor het geval dat een of andere dienstdoen de hofmeester de deur zou sluiten en mij zoodoende gevangen zou zet ten. Daarna keerde ik op mijn schre den terug naar mijn eigen kajuit, om. mijn vrouw vroolijk goeden mor gen te wenschen. i Ik moet mij hier een kleine af wijking veroorloven. Zoodra de •choone oogen mijner lieve vrouw öuj aanzagen, voelde i(k een rilling van verachting ..voor mijn op touw ■Bezetten aanslag- over mij gaan. Haar onschuld, haar groote ver- Houwen in mij, haar- zachtheid en goedmoedigheid deden mij' gevoelen, o**; schuldig ik was- Ik erkende, ^at ik niet waardig was iden zoom Van haar kleed aan te iraken, en gevoel van walging voor mij zeiven maakte zich van mij mees ter. Op dat oogenblik zei Ik dat ik mijn voornemen wilde opgeven en in de toekomst een eerlijk leven wilde leiden. In de tegenwoordig heid dier lieve vrouw schenen alle veile overwegingen grof en gemeen ik deinsde terug voor haar kalmen blik als een schurk, die ontdekt is. Eu ik kan wel zeggen, dat ik van het oogenblik af, dat mijn vrouw huwde tot aan den tijd, toen het graf haar stoffelijk overschot ont ving, helaas, die dag! 1ver plicht was hard te strijden tegen waarschuwende gevoelens. Zij riep alles wat goed in mij Was te voor schijn zij scheen mij mtet haar hoo- ge idealen en adel der gedachten een beter mensch te maken. Doch zoodra zij uit mijne tegenwoordigheid wasi, ontwaakte de zucht naar misdaad, alleen dikwijls om wille van de mis daad, weder in mij1; ik vergat mijn ernstige voornemens en gebruikte al mijn talenten voor de oplossing van ingewikkelde vraagstukken. Het kan zijn, da,t ik tals mijn vrouw dien dag niet ziek geworden was, nooit in mijn plan 'zou hebben volhard. Maar het schip begon on behaaglijk te slingeren en te stoo- ten, en de lieve vrouw, die nooit goed tegen de zee had gekend, werd weldra zeer zeeziek. Daar haar in vloed thans niet langer Werkte, waB ik vrij' mijn gedachten te Kvdjden aan de volvoering van mijn plan. Ik haalde uit mijn handtasch de ingrediënten, zónder welke ik nooit opr eis ging, want ik kon nooit we ten, hoe mij gelegenheid zou worden geboden mijn talenten te toonetn. Een stuk van een nauwe bui® van gom elastiek, een flesoh ether, een prop, een keur van loopers en. eenig; klei nere voorwerpen, vormden mijn uit rusting voor het komende avontuur. Het slechte weder was Zeer in mijn voordeel, want de meeste passagiers gingen vroeg naar bed. Ik [had mij van te voren vertrouwd gemaakt met de gewoonte op het schip. Te elf uur verliet een der jongere scheepsofficieren de brug, en maak te, vergezeld van den konstabel, een ronde door de kajuiten, om te zien of er voorzichtig' met het vuur was omgegaan, en of er geen diefstal gepleegd was. i Deze rondgang werd te één uur herhaald, maar tussehen elf en één uur des nachts maakte de hofmees ter, die den nachtdienst had, nog een inspectie rond het schip- Het was dus noodig', dat mijn aanslag tussehen deze rondgangen plaats had. Maar wetende hoe moeilijk het is wakker te blijven na één uur, meende ik dat twee uur in den nacht voor mij nog een meer geschikt© tijd was, daar er dan kans was, dat de holmeeeter vast in slaap' in den salon zou zijn, de konstabel bezig zou wezen met het schoonmaken van het tusechendek en c[e officier üiei vóór drie uur naar beneden zou ko men. Ik zou dan een heel uur tijd hebben om een werk te verrichten, dat op z'n hoogst een half uur kon duren. Het uur kwam en daarmede ook een goede gelegenheid. Het schip gedroeg zich nogal onhandelbaar, daar het dikwijls naar de diepte scheen te willen gaan en veel steun de en kraakte. Nu en dan hoorde men het gekletter van glas in do provisiekast, maai' ik begroette die geluiden met vreugde, want indien het mocht gebeuren, dat een of an der persoon wakker lag, zou dit ge raas het zachte geluid, dat ik mocht maken overstemmen. Ik wachtte mijn kans af en sloop mijn kajuit uit, met een verontschul diging tot mijn vrouw, dat het on uitstaanbaar benauwd in die kleine ruimte was en dat ik behoefte had aan de frissohe lucht op het dek. Bustig ging ik de gang langs en bereikte de ledige kajuit naast die van den administrateur. Toen ik daar was, stapelde ik zorgvuldig eenige matrassen tegen de deur voor het geval dat ik verrast mocht worden, legde mijn revolvers klaar, want natuurlijk, men moest mij nooit levend in handen krijgen. en begon te werken. Zachtjes, stil letjes, duim voor duim bracht ik mijn dunne gomelastieken buis door het traliewerk, en werktp die naar beneden, tot ze boren het (hoofd ran den administrateur hing. Van te voren had ik opgemerkt, dat zijn kooi vlak tegen het beschot was, en een vlugge berekening stelde mij in staat te weten waar zijn hoofd zich moest bevinden. Toen de buis een maal beneden was, wachtte ik rus tig, of de man misschien iets ver dachts opgemerkt had en wakker was geworden. Maar ik behoefde geen vrees te hebben. Hij sliep rus tig door en zijn ademhaling was regelmatig. Nu drenkte ik een stukje spons met ether en plaatste dit in ©en kleir ne doos, welke ik bij mij droeg, een doosje met een doorboorden bo dem. Toen kwam het moeilijkst© deel van het werk. Ik had een kleinen blaasbalg, welken ik met een hand kon bewegen, en daarom zond ik de verdoovende dampen voortdurend door de pijp, met welke ik de buis verbonden had. Ik had dit vernuftig bedacht, mecha nisme in ©en ledig uur tje uitgevonden, en was toen van plan geweest het te gebruiken om een hotel te berooven en, voozoover ik er over kon oordeelen, werkte het uitstekend. Ik liet echter niets aan het toeval over. De geheele operatie kon ge heel geruischloos worden uitge voerd; er was geen aanleiding om noodeloos haast te maken. Ke©r op keer vulde ik de spons uit de ether- flesch, en werkte dan weer zorgvul dig met den blaasbalg. Langzaan»»!' hand werd het geluid der ademha ling aan de andere zijde vau het schot dieper en langer. Het verdoo- vend middel was beginnen te wer ken. Maar niet eer dan nadat twin tig minuten verloopen waren, acht te ik het raadzaam er imede te eindi gen. Daarna gleed ik. na een oogen blik gewacht te hebben om mij te overtuigen, dat mijn opzet was ge lukt, uit de ledige hut en bewoog de kruk van de deur des administra teurs met een licht gedruisc-h. Er kwam geen antwoord en ik was dus zeker, dat de man geheel onder den invloed van den ether was. Ik stak nu een looper in het sleu telgat, maar bevond, zooals ik wel had vermoed, dat de sleutel aan de andere zijde in het slot was gela- laten, en een haak om het open te steken, nutteloos was. Diit bracht mij echter niet in verlegenheid, want een scherpe buigtang greep den baard van den sleutel en een krach tige ruk opende het werk van het slot,. Daarna, trad ik op de teenen naar binnen, en het moeilijkste deel van het werk was nu vóór mij. (Worell vtrvfiUjtl.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 1