DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
400 300 150 =-" 100 3sr
Katholiek of Meutraal?
Kindcphuisvesi 29-31-33, Haarlem
BUITENLAND.
Een ikoninff van
VRIJ DAS 13 AUG. ISÖ0,
JA"4* Jaargang N&. &9B3
Bureaux van Redactie en Administratie
intercommunaal Telefoonnummer I4S6.
Voor advertentiën en reclames buiten Haarlem en de agentschappen wende men zich uitsluitend tot RICARDO's Advertentie-Bureau, N. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, Int. Telefoon 1020.
Een antwoord
Algemeen overzicht.
FEUILLETON.
83)
HIE HMRLENSCHE HOT
ABONNEMEMTSPRIJSi
Per 8 maanden voor Haarlem
Voor de plaatsen, waar een agent ia gevestigd (kom der gemeente)
Voor de overige plaatsen in Nederland franoo per post
Afjioodsrl^jke nummers
1,156
1.86
1.80
,0,08
PBUS OER ADYERTEWTIËN
Van 16 regels60 cent (contant 50 cent).
Iedere regel meer10 cent.
Buiten Haarlem en de Agentschappen £0 cent per regel. Reclames dubbel tarief.
Dienstaanbiedingen 26 cent (6 regels), driemaal voor 50 cents (A contant).
1000
Alle betalende abonaé* op dit blad, die in het bezit eener verzekeringspolis zjjn, zijn volgens de bepalingen op de polisseo vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor
schiktheid tot
werken.
GULDEN bij
overlijden.
300
60
verlies van
één
wijsvinger.
15
GULDEN b(j
verlies van
éen anderen
vinger.
De nltkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij Ocean" Bijlkantoor voor Haarlem Nieuwe Gracht it
Zooals onse lezers weten, heeft het
Plaatselijk Comité der Kath. Soc. Actie
voor Haarlem en .omstreken onlangs
de vraag aanhangig gemaakt, of hier
ter stede kon worden gesticht een
katholiek bevolkingsbareau.
En zooals men in het verslag van
de jongste vergadering van dat Comité,
Woensdagavond in dit blad opgeno
men, heeft kunnen lezen, is die rraag
door een commissie van onderzoek
voorloopig ontkennend beantwoord.
De ronduit gezegd desolate
toestand van de registers van den Burg.
Stand, hier ter stede, die vooral wat
verhuizingen en opgaaf van godsdienst
betreft, ook naar het getuigenis der
ambtenaren, alleszins onbetrouw
baar zijn, was de voornaamste factor
voor die ongunstige conclusie.
Na wil het geval, dat in deze naate-
ïie juist gisteren een voorstel van B.
en W. den raadsleden bersikt heeft.
Men zon nu deuken: dat moet een
voorstel zijn om verbetering in de
registers te brengen, om beter toe
zicht en contróle op de aangiften en
het verzuim van aangifte in te stellen,
om het personeel dat te klein is,
te vermeerderen, om dus de bevol
kingsregisters betrouwbaarder te ma
ken
Misl
De voordracht van B. sn W. wenscht
het verkrijgen van inlichtingen
moeielijker te makea 1 Door deze duur
der dan nu te laten betalen. De leges
voor enkele inlichtingen zoowel als
voor die bij abonnement worden, als
dit voorstel erdoor komt, zeer aanzien
lijk verhoogd!
Maar de onbetrouwbaarheid blijft I....
Wy vragen: is dit soms een ant
woord van de ambtenaren die B. en W.
voorlichten, op de pogingen en be
sprekingen die gedaan en gehouden
zijn ten stadbuize door de afgevaar
digden der K. S. A., ten onderzoek
naar de mogelijkheid van een katho
liek bevolkingsregister?
Immersde stichting daarvan wordt
bij bestendiging van de onbetrouw
baarheid der registers en daarenboven
bij zulk een aanzienlijke vermeerdering
der kosten eenvoudig een onmoge
lijkheid 1
Wij meenen, dat de katholieke en
christelijke raadsleden (want ook van
christelijke zyde wordt menigmaal de
'nood zak «lijk beid van een christeii,k
bevolkingebureau gevoeld 1) een nuttig
werk zouden verrichten, wanneer zij
bij de behandeling dezer voordracht
in den Raad hierop de aandacht vesti
gen, en krachtig pleiten wilden voor
het verbeteren der registers van den
Burg. Stand op de eerste plaats, en
ten tweede voor het scheppen van een
mogelijkheid om ten speciaal
katholiek of christelijk bevolkingsbu-
reau te stichten 1
De gemeente dient hiertoe, evengoed
als op andere plaatsen gebeurt, de ge
legenheid open te stellen
In zak? de Middensiandsorgani-
sat ie heeft „De Tijd" nu nadere be
schouwing'ui ten beate gegeven.
3d en kent de kwestie:
„Die Tijd" had prof. Aengenent's
„Leerboek der Sociologie" gekriti
seerd, en diens e i s c h dat de Katho
lieke Middenstanders evengoed als
de Katholieke arbeiders, verplicht
zijn tot Boomsehe organisatie, ge
meend te moeten afwijzen.
Vooreerst meende „De Tijd", dat
bestaande aansluiting aan neutrale
vereenigingen kon blijven bestaan,
mits er „s o e i a 1 e honden" kwamen,
die voor de neutraal-aangeslotenen
als correctief zouden moeten dienen.
En voorts achtte „De Tijd" neu
trale organisatie op zichzelf voor
Middenstanders niet zóó erg als voor
arbeiders, omdat deze laatsten in de
„neutrale" organisatie meest de so
ciaal-democratie vinden, terwijl de
neutrale Middenstandsvereeniging
hoogstens door het liberalisme be
smet kan worden, wat naar "de mee
ning van „De Tijd" lang Zoo erg
niet is. Ten slotte was ook
het feit, dat een alleenstaande Ka
tholieke middenstandsvereeniging in
sommige gevallen haar oeconomiseh
doel geheel zou missen, een argu
ment voor „De Tijd" omi de neu
traliteit te verdedigen.
Met andere Katholieke bladen
teekenden wij tegen die o.i. gevaar
lijke stelling", die vooral in dezen
tijd, nu de Bisschoppen pas zoo ern
stig Katholieke organisatie op
den voorgrond stelden, toch door de
Boomsche Pers onmogelijk vol te
houden kan zijn, verzet aan.
„Die Tijd" riep Dr. Kouwens als
medestander op voor zijn meening:
wij achtten dat beroep ongegrond.
iWij meenden intussohen ook te
moeten verdedigen hetbeginsel:
Katholieke organisatie is plicht voor
allen. Natuurlijk was 't ons hekend
dat de „neutraliteit" voor den een
minder gevaarlijk is dan voor den
ander, doch dat mag o.i. geen reden
zijn om voor hen die sterker staan te
genover die neutraliteit, het begin
sel prijs te geven.
Dr. Nouwens kwam daarop in ons
blad uitdrukkelijk verklaren, dat
„naar (zijn) innige overtuiging de
„Katholieke Middenstanders, van
„Koord en Zuid, van steden en dor-
„pen, vér plicht zijn zich te or-
„ganiseeren in Katholieke Midden-
„standsvereenigingen, óók wat be-
„treft. de vakorganisatie".
Dat was duidelijk, dachten wij
Dlooh „De Tijd" achtte die ver
klaring van Djr. Kouwens niet vol
ledig.
En het blad beloofde nadere ineder
deelingen.
Die zijn dan nu gekomen.
Die nadere mededeelingien zijn van
verschillenden aard, en een na
schrift j e is er aan toegevoegd, Waar
van misschien de een of ander onzer
collega's zeggen zalin oauda ve
nen u m.
Vooreerst deelt „De Tijd"' een
tweede schrijven mede van Dr. Nou
wens, dat zonder dagteekening
wordt gegeven.
Dit schrijven is merkwaardig in
derdaad.
Het bevat zoo goed als woordelijk
hetzelfde, wat Dir. Nouwens schreef
in ons blad van 10 dezer. Doch daar
enboven nóg iets, speciaal aan het
adres van „De Tijd" gericht. En
dat is: een volkomen refutatie vau
de, door „Dé Tijd" als correctief aan
bevolen „sociale bonden". Juist ten
opzichte van deze nu haalde „De
Tijd" Dr. Nouwens als vermoede
lijk medestander in het geding 1
iWjelnu, Dr. Nouwens verklaart
dat hij! van die „sociale bonden,,
daarentegen niet® weten wilde opi
nie van „De Tijd" dat hij' ze steu
nen zou, noemt de Heeswijksche so
cioloog: hoffelijk „een misverstand".
En hij vraagt zich af, hoe „De
Tijd" er aan komen kon (Misschien
aldus, zoo legt Dr- Nouwens uit:
„Ik heb vroeger meermalen be
weerd, dat de Katholieken, die lid
waren van neutrale organisaties,
daarvan lid konden blijven, zoo
lang hun vereeniging zich streng
onzijdig hield, en geen enkele daad
stelde, in strijd met de katholieke
beginselen. Daar deze neutraliteit
echter moeilijk of niet kan 'worden
gehandhaafd, achtte ik het noo-
dig, dat zij naast de neutrale ver
eenigingen It. K. MHddenstands-
vereenigingen stichtten en tevens
daarvan lid werden. Dan stonden
zij georganiseerd, zoodra zij ge
noodzaakt zouden worden, om de
neutrale organisatie te verlaten.
Dit achtte ik, vooral voor het
Noorden, het eenig bereikbare.
Nu is -het niet onmogelijk, dat
gij daarbij' gedacht hebt aan so
ciale bonden naast de neutrale
middenstandsorganisatie. En
vandaar de vergissing of het mis
verstand.
Maar ik voor mij heb steeds
het oog gehad de It. K. Midden
standsorganisaties met een econo
misch doel. Ik heb de noodzake
lijkheid daarvan bepleit in Uw
Blad van 11 en 14 Juui 1903, spe
ciaal voor het Noorden; en ver
der op tal van vergaderingen; en
zoo nadrukkelijk mogelijk op de
Sociale (Week te Utrecht. Ook heb
ik deze vereenigingen in verschil
lende steden van het Noorden op
gericht. In sociale bonden zie ik
geen heil, want de Middenstander
heeft behoefte aan en wil econo
mische vereenigingen. En daar de
neutrale organisaties steeds meer
in botsing' komen met de katholie
ke beginselen, acht ik de B. K.
Middenstandsvereenigingeni,. ook
voor het Noorden, en ook voor<
de steden, meer dan ooit noodza
kelijk."
'Nadat Er. NouWens zich aldus ca
tegorisch heeft gekant tegen d© leer
van „De Tijd", dat neutrale Midden
standsorganisatie voor Katholieken
(mits met het correctief van een „so
cialen bond") kan worden toegela
ten (men lette op de laatste zinsne
de b.v.concludeert „Die Tijd"
vlak er onder, zonder blikken of
blozen: „In hoofdzaak staat Dr.
Nouwens beslist aan o nze zijde!"
Die conclusie lijkt ons „De
Tijd" moge het ons vergeven toch
Wel wat boud.
Er. Nouwens stelt als regel: en
kel Katholieke organisatie.
Maar voor het Noorden geeft hij
als concessiedie lid zijn van een
neutrale organisatie, kunnen
daarvan lid blijven, mits die ver
eeniging zich streng onzijdig houdt.
Doch omdat dit moeilijk of
niet kan worden gehandhaafd, moe
ten die Katholieken zich tóoh in
een Katholieke Middenstandsveree
niging organiseeren, zoodat ze ieder
oogenblik de neutrale vereeniging
kunnen verlaten en dam toch een
organisatie hebben
Als „De Tijd" nu zegt, dat zij het
altijd óók zoo bedoeld heeftwel,
dan hebben we er vrede mede.
Maar wij' hebben dat niet in den
veelbesproken passus over prof.
A engenent's Leerboek gdezjen!....
i
En nu komt daarbijv dat 1 „Die
Tijd" het moet ons van het hart
toch' wel een beetje goochelt met
woorden. I
Dr. Nouwens zegt: wilt ge in een
neutrale vereeniging blijven, mits
die streng neutraal zij (wat ik niet
geloof dat kan), nu, in Godsnaam
danMaarge hebt daarbij t o oh
den plicht, u te organiseeren in de
Kath olieke middenstandsver
eeniging!
Dat is, dunkt ons, duidelijk om
schreven wat Dir. Nouwens in het
bovengenoemde schrijven leert.
„Die Tijd" wilde juist geen Ka
tholieke middenstandsvereeniging,
was daar vierkant op tegenEen
„sociale bond" zou het blad wen-
schen. Doch nu Dr. Nouwens zoo
imperatief tóch de Katholieke mid
denstandsvereeniging voorschrijft,
zegt het blad: nu ja, een sociale
of een oeoonomische vereeniging, dat
is een kwestie van ondergeschikten
aard, en om den boel niet „in het
honderd" te laten loopen, zullen We
er niet verder op aandringen
Maar dit is de kwestie escamotee-
ren Een ieder ziet toch, dunkt ons,
duidelijk in, dat hierin juist het
groote verschil ligt tussehen Dr.
Nouwens en „Do Tijd", het hoofd
verschil
„De Tijd" wil geen Katholieke
middenstandsorganisatie, maar een
„socialen bond" als correctief, Dr.
N ouwen® zegt daarentegenwel
zeer zeker een Katholieke mid
denstandsvereeniging: de neutral©
mag dan omdat het niet andera
kan nog daarbij g?duld Worden.
Ieder voelt dunkt ons dat
hier een diepgaand verschil is!....
„De Tijd" vindt echter, dat Dr.
Nouwens het geheel met haar eens
is!.... [Wij vermogen dat niet in te
zien; ook al moffelt „D|e Tijd" Dr.
Nouwens' eisch van de Katholieke
Middenstandsvereeniging
weg onder de uitdrukking: oeoono
mische vakvereeniging
Het is ons niet te doen om pole
miek te voeren.
Noch vermeten we ons „Die Tijd"
te willen bekeeren.
ÖVij wenschen alleen onzen lezers
mededeeling te doen van d© nader?
beschouwingen van „De Tijd"
naar onze belofte en daarbij ook
rekenschap te geven, waarom wij in
onze meeüing: Katholieke mid
denstandsorganisatie is de meest-ge-
wenschte en voor de Katholieken
een dure plicht, nog immer onge
schokt v ast-s taan.
Evenwel nog een enkel woord over
eenige dingen die „De Tijd", be
halve Hr. Nouwens' schrijven en de
bespreking ervan, aanvoert.
Die verdediging van de stelling,
dat één Katholiek te midden van
vele andersgezinden toch aan een
„Katholieke vereeniging." niets heb
ben zou, is een strijd tegen wind
molens.
En evenzeer schermt „De Tijd"
in de lucht, als Zij de stelling opzet
dat de nocxlen' van een of ander vak
de vereeniging van alle vakgenoo-
ten voor een bijzonder doel nood
zakelijk kunnen maken, dus: dat een
Katholieke organisatie in jdLa,t geval
niet oirbaar kan zijn.
Met. die stelling, die een uitzonde
ring vormt op den regel, gaat een
ieder aoooord, dunkt ons. Zelfs prof.
Aengenent zal ze onderschrijven!
(Maar dat dit geheel wat anders
is dan de kwestie waarover dit de
bat loopt: inoeten de Katholieke
Middenstanders zich bij de Katho
lieke of bij de neutrale organisatie
aansluiten, dat begrijpt „De
Tijd" toch zoo goed als wij en ieder
ander
(Dochmet dit toe te geven
had het blad de inderdaad aardig ge
vonden eoup over de vereeniging
van couranten-uitgevers, die „neu
traal" is, niet kunnen lanceeren
Ten slotte nog dit: we zijn be
nieuwd, bij welke categorie van
hare tegenstanders „De Tijd" óns
zal indeelen.
Die tegenstanders zijn, meent het
blad, óf idealisten, zooals prof. Aen
genent, voor wier ziens-wijze, „De
Tijd" evenwel „grooten eerbied"
koestert; ófwel met een zieke
lijk democratisme besmetten; of
wel hatelijke benijders, die erin
groeien als ze een ander op een
ware of vermeende fout kunnen
betrappen.
[Wij voor ons kunnen met de hand
op het hart verklaren, dat de laat
ste inderdaad leelijke eigenschap niet
in ons gemoed woont, en ons dus ook
niet ertoe gebracht kan hebben te
genover de meening van „De Tijd"
met alle bescheidenheid de onze t»
zetten.
Ook durven we gerust beweren,
dat ous een ziekelijk democratisme,
waardoor we den middenstanders
een neutrale organisatie misgunnen
zouden, omdat die den arbeiders niet
gegund is, volkomen vreemd is!
(Maar ook onder de idealisten zou
den we ongaarne in dezen willen ge
rekend wordenwe meenen toch, in
derdaad een practisehen wegte
h ebben aanbevolen, die zooals de on
dervinding leert, ook zeer wel moge
lijk en bereikbaar is!
Mits de Katholieken maar willen,
en mits de heele Katholieke pers
eenstemmig hen daartoe wil opwek
ken! i
DIPLOMATIEKE
SCHERMUTSELING EX.
(Daar zal het, naar het schijnt,
wel bij blijven op den Balkan.
Nota's worden gewisseld tussehen,
Griekenland en Turkije, tussehen
Griekenland en de mogendheden, tus
sehen deze en Turkije, en ook tus
sehen deze en de regeering op Kreta,
een „ontal", zou Bolland zeggen.
De laatste nota is er een van Tur
kije, waarin het Grieksche antwoord
op de voorafgaande nota van Turkije
onbevredigend wordt geuoemd, daar
het niet de door Turkije verlangde
verzekeringen geeft.
Verder noodigt Turkije in die nota
Griekenland uit, iu het belang der,
wederzijdsche vriendschappelijke be
trekkingen, zich te voegen naar den
wensch van Turkije.
De Turksche nota is in krachtiger
tarmen gesteld dan de vorige, maar
spreekt van een redelijk uitstek zon
der een uitersten tijd voor het ant
woord van Griekenland vast te stel
len.
Den Griekschen gezant, die een be
zoek bij den grootvizier bracht, werd
op hst hart gedrukt zijn regeering
den raad te geven hare vriendschap
pelijke betuigingen te bevestigen
door de verlangde verklaring af te
leggen.
Ondanks dit is het echter duide
lijk, dat de zaak in een vreedzamer
stemming begint te komen, naar uit
allerlei symptomen blijkt.
De partij die tot dusver het meest
den oorlog scheen uit te lokken, de
radicale vleugel der jong-Turken
n.l. die door het comité te Saloniki
vertegenwoordigd wordt, schijnt
zelf te hebben ingezien, dat zij -voor
een optreden als tot dusver de in
ternationale positie van het jonge
vader! and meer kwaad dan goed zou
doen. Zij heeft daarom beslist bevel
gegeven in de Macedonische vilajets,
dat men zich rustig zou houden en
nadere instructies zou afwachten
voor men verder optrad.
(Naar het Lnyelsch.j
Toen ik dat gedaan had, klom
ik weer uit de kooi en begon snel
te werken, om mij zeiven in vei
ligheid te brengen. Het Wasi het
Werk van een oogenlblik, het slot
van de deur af te nemen, voor het
geval dat een of andere dienstdoen
de hofmeester de deur zou sluiten
en mij zoodoende gevangen zou zet
ten. Daarna keerde ik op mijn schre
den terug naar mijn eigen kajuit,
om. mijn vrouw vroolijk goeden mor
gen te wenschen. i
Ik moet mij hier een kleine af
wijking veroorloven. Zoodra de
•choone oogen mijner lieve vrouw
öuj aanzagen, voelde i(k een rilling
van verachting ..voor mijn op touw
■Bezetten aanslag- over mij gaan.
Haar onschuld, haar groote ver-
Houwen in mij, haar- zachtheid en
goedmoedigheid deden mij' gevoelen,
o**; schuldig ik was- Ik erkende,
^at ik niet waardig was iden zoom
Van haar kleed aan te iraken, en
gevoel van walging voor mij
zeiven maakte zich van mij mees
ter. Op dat oogenblik zei Ik dat
ik mijn voornemen wilde opgeven
en in de toekomst een eerlijk leven
wilde leiden. In de tegenwoordig
heid dier lieve vrouw schenen alle
veile overwegingen grof en gemeen
ik deinsde terug voor haar kalmen
blik als een schurk, die ontdekt is.
Eu ik kan wel zeggen, dat ik van
het oogenblik af, dat mijn vrouw
huwde tot aan den tijd, toen het
graf haar stoffelijk overschot ont
ving, helaas, die dag! 1ver
plicht was hard te strijden tegen
waarschuwende gevoelens. Zij riep
alles wat goed in mij Was te voor
schijn zij scheen mij mtet haar hoo-
ge idealen en adel der gedachten een
beter mensch te maken. Doch zoodra
zij uit mijne tegenwoordigheid wasi,
ontwaakte de zucht naar misdaad,
alleen dikwijls om wille van de mis
daad, weder in mij1; ik vergat mijn
ernstige voornemens en gebruikte al
mijn talenten voor de oplossing van
ingewikkelde vraagstukken.
Het kan zijn, da,t ik tals mijn
vrouw dien dag niet ziek geworden
was, nooit in mijn plan 'zou hebben
volhard. Maar het schip begon on
behaaglijk te slingeren en te stoo-
ten, en de lieve vrouw, die nooit
goed tegen de zee had gekend, werd
weldra zeer zeeziek. Daar haar in
vloed thans niet langer Werkte, waB
ik vrij' mijn gedachten te Kvdjden
aan de volvoering van mijn plan.
Ik haalde uit mijn handtasch de
ingrediënten, zónder welke ik nooit
opr eis ging, want ik kon nooit we
ten, hoe mij gelegenheid zou worden
geboden mijn talenten te toonetn. Een
stuk van een nauwe bui® van gom
elastiek, een flesoh ether, een prop,
een keur van loopers en. eenig; klei
nere voorwerpen, vormden mijn uit
rusting voor het komende avontuur.
Het slechte weder was Zeer in mijn
voordeel, want de meeste passagiers
gingen vroeg naar bed. Ik [had mij
van te voren vertrouwd gemaakt
met de gewoonte op het schip. Te
elf uur verliet een der jongere
scheepsofficieren de brug, en maak
te, vergezeld van den konstabel, een
ronde door de kajuiten, om te zien
of er voorzichtig' met het vuur was
omgegaan, en of er geen diefstal
gepleegd was. i
Deze rondgang werd te één uur
herhaald, maar tussehen elf en één
uur des nachts maakte de hofmees
ter, die den nachtdienst had, nog
een inspectie rond het schip- Het
was dus noodig', dat mijn aanslag
tussehen deze rondgangen plaats
had. Maar wetende hoe moeilijk het
is wakker te blijven na één uur,
meende ik dat twee uur in den nacht
voor mij nog een meer geschikt©
tijd was, daar er dan kans was, dat
de holmeeeter vast in slaap' in den
salon zou zijn, de konstabel bezig
zou wezen met het schoonmaken van
het tusechendek en c[e officier üiei
vóór drie uur naar beneden zou ko
men. Ik zou dan een heel uur tijd
hebben om een werk te verrichten,
dat op z'n hoogst een half uur kon
duren.
Het uur kwam en daarmede ook
een goede gelegenheid. Het schip
gedroeg zich nogal onhandelbaar,
daar het dikwijls naar de diepte
scheen te willen gaan en veel steun
de en kraakte. Nu en dan hoorde
men het gekletter van glas in do
provisiekast, maai' ik begroette die
geluiden met vreugde, want indien
het mocht gebeuren, dat een of an
der persoon wakker lag, zou dit ge
raas het zachte geluid, dat ik mocht
maken overstemmen.
Ik wachtte mijn kans af en sloop
mijn kajuit uit, met een verontschul
diging tot mijn vrouw, dat het on
uitstaanbaar benauwd in die kleine
ruimte was en dat ik behoefte had
aan de frissohe lucht op het dek.
Bustig ging ik de gang langs en
bereikte de ledige kajuit naast die
van den administrateur. Toen ik
daar was, stapelde ik zorgvuldig
eenige matrassen tegen de deur
voor het geval dat ik verrast mocht
worden, legde mijn revolvers klaar,
want natuurlijk, men moest mij
nooit levend in handen krijgen.
en begon te werken. Zachtjes, stil
letjes, duim voor duim bracht ik
mijn dunne gomelastieken buis door
het traliewerk, en werktp die naar
beneden, tot ze boren het (hoofd ran
den administrateur hing. Van te
voren had ik opgemerkt, dat zijn
kooi vlak tegen het beschot was, en
een vlugge berekening stelde mij in
staat te weten waar zijn hoofd zich
moest bevinden. Toen de buis een
maal beneden was, wachtte ik rus
tig, of de man misschien iets ver
dachts opgemerkt had en wakker
was geworden. Maar ik behoefde
geen vrees te hebben. Hij sliep rus
tig door en zijn ademhaling was
regelmatig.
Nu drenkte ik een stukje spons
met ether en plaatste dit in ©en kleir
ne doos, welke ik bij mij droeg,
een doosje met een doorboorden bo
dem. Toen kwam het moeilijkst© deel
van het werk. Ik had een kleinen
blaasbalg, welken ik met een hand
kon bewegen, en daarom zond ik de
verdoovende dampen voortdurend
door de pijp, met welke ik de buis
verbonden had. Ik had dit vernuftig
bedacht, mecha nisme in ©en ledig uur
tje uitgevonden, en was toen van
plan geweest het te gebruiken om
een hotel te berooven en, voozoover
ik er over kon oordeelen, werkte het
uitstekend.
Ik liet echter niets aan het toeval
over. De geheele operatie kon ge
heel geruischloos worden uitge
voerd; er was geen aanleiding om
noodeloos haast te maken. Ke©r op
keer vulde ik de spons uit de ether-
flesch, en werkte dan weer zorgvul
dig met den blaasbalg. Langzaan»»!'
hand werd het geluid der ademha
ling aan de andere zijde vau het
schot dieper en langer. Het verdoo-
vend middel was beginnen te wer
ken. Maar niet eer dan nadat twin
tig minuten verloopen waren, acht
te ik het raadzaam er imede te eindi
gen. Daarna gleed ik. na een oogen
blik gewacht te hebben om mij te
overtuigen, dat mijn opzet was ge
lukt, uit de ledige hut en bewoog
de kruk van de deur des administra
teurs met een licht gedruisc-h. Er
kwam geen antwoord en ik was dus
zeker, dat de man geheel onder den
invloed van den ether was.
Ik stak nu een looper in het sleu
telgat, maar bevond, zooals ik wel
had vermoed, dat de sleutel aan de
andere zijde in het slot was gela-
laten, en een haak om het open te
steken, nutteloos was. Diit bracht mij
echter niet in verlegenheid, want
een scherpe buigtang greep den
baard van den sleutel en een krach
tige ruk opende het werk van het
slot,. Daarna, trad ik op de teenen
naar binnen, en het moeilijkste deel
van het werk was nu vóór mij.
(Worell vtrvfiUjtl.).