DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
Kimfei*hui&irMt 29-31-33, Haarlem
BUITENLAND.
Gemengde Buitenlandsche berichten
BINNENLAND.
Zaterdagavoodpraatjes.
ZATERDAG 14 AUG. 1909.
34«e jaargang No. 8964
Bureaux van Redactie en Administratie:
Intercommunaal Telefoonnummer 1426.
Voor advertentiën en reclames buiten Haarlem en de agentschappen wende men zich uitsluitend tot RICARDO's Advertentie-Bureau, N. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, Int. Telefoon 1020.
Pit nummer bestaat uit
uier bladen, tu. o. de Of-
ficiëeie Kerk lijst en het
QeïllustreerdZondags-
blad in 16 bladzijden.
EERSTE BLAD.
De nieuwe Minister.
Algemeen overzicht.
c.
HWE HMRLENSCHE MOT
ABONNEMENTSPRUSi
Per 8 maanden voor Haarlem
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente)
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post
Afzonderlijke nummers
f 1,85
n 1-85
i9 1.80
„0,08
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
Van 1C regelsCO .ent (contant 50 cent).
Iedere regel meer10 cent.
Buiten Haarlem ea de Agentschappen 20 cent per regel. Reclames dubbel tarief.
Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 cents (4 contant).
1000
Alle betalende abonséa op dit blad, die In bet bezit eener verzekeringspolis zijn, zjjn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor
GULDEN bï
GULDEN bij S l<* il GULDEN b* lil El GULDEN bij verlies van
GULDEN bij
levenslange on ge
schiktheid tot
werken.
400
•ULDEN ba
overlijden.
300
verlies van éen
band of voet.
150
GULDEN ba
verlies van
éen oog.
100
verb es van
éen daim.
één
wijsvinger.
15
GULDEN bij
verlies van
éen anderen
vinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij Ocean". Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
Zooals we gisteren nog onder
„Laatste Nieuws" in een groot deel
onzer oplage konden melden, heeft
H. M. de Koningin tot Minister van
Koloniën, met ingang van Maandag,
benoemd den heer J. H. de Waal
Malefijt, lid der Tweede Kamer voor
Breukelen.
De nu aftredende Minister Ideüburg
zal Gouverneur-generaal van Ned-Indië
worden.
De verwondering over deze plotse
linge benoeming zal ongetwijfeld groot
zijn.
Reeds is en o. i. geenszins onge
grond critiek uitgeoefend op het
feit, dat een pas altredend (of althans
pas weer „geprolongeerd") Minister
van Koloniën zichzelf' overplaatst naar
den „troon" van Buitenzorg.
En de persoon van den nieuwen
minister wordt algemeen, hoe geëerd
en gezien de heer De Waal Malefijt
ook is, geacht toch ietwat minder te
beteekenen dan de heer Idenburg als
minister heeft getoond te zijn.
Intusschen kan en mag dit toch
o. i. geen reden zijn om den nieuwen
minister onvriendelijk te ontvangen.
Het is waar: een ministerwisseling
is nooit een versterking van een
kabinet, en deze wisseling kan aller
minst zoo worden genoemd.
Doch de samenwerking van den
heer Idenburg te Batavia met den
nieuwen minister te 's Gravenhage
zal dat behoeft geen twijfel zoo
volledig mogelijk zijn.
En dat is de hoofdzaak voor onze
koloniale politiek 1
Te betreuren is het daarom, dat
„De Tijd" juist gisteravond, op den
avond der benoeming-zelve, op zeer
scherpe wijze meende te moeten te-
velde trekken tegen de aankondiging
van deze benoeming, die zelve aan
het blad natuurlijk nog niet bekend
was.
Behalve dat het vreemd aandoet,
een der hoofdbladen der regeerings-
partij zóo slecht op de hoogte te zien
van de regeeringsplanneD, geeft het
scherpe artikel van „De Tijd" tegen
den heer De Waal Malefijt de meest
welkome reden aan de bladen der
linkerzijde, om zich in de handen te
wrijven en te denken aan „den knup
pel in het hoenderhok I"
Daarom moet o. i. onzerzijds vooral
de nadruk worden gelegd op het feit,
dat de koers, door minister Idenburg
aangegeven, zonder eenigen twijfel in
koloniale zaken zal behouden blijven.
En dit vaststaande, kan een ieder,
zelfs de liberale partij, die immers
den koers van minister Idenburg zoo
vaak en zoo uitbundig prees, met
diens vervanging door den heer De
Waal Malefijt accoord gaan.
Wij te meer, omdat het specifiek-
geloovig karakter van het kabinet
door deze benoeming zonder eenigen
twijfel behouden blijft.
De nieuwe minister toch, die zich
binnen betrekkelijk korten tijd tot een
der hoogste waardigheden in 's lands
regeering heeft opgewerkt, is een door
en door geloovig man, een christen
in hart en nieren.
Voor de godsdienstige belangen in
onze koloniën kwam hij in de Kamer
vaak op: als minister zal hij onge
twijfeld den weg volgen, door den heer
Idenburg zoo vastberaden gebaand.
Wij heeten dan ook den nieuwen
minister hartelijk welkom!
DE ENGELSCHE VLOOTPOLITIEK.
Het rapport van de subcommissie,
voor de rijksverdediging, dit voorjaar
benoemd om een onderzoek in te
stellen naar eenige door Lord Charles
Beresford opgeworpen kwesties in zake
de vlootpolitiek, is nu openbaar
gemaakt.
Lord Beresford had er over geklaagd,
dat de schepen in deEngelsche wateren
zoo gevaarlijk verspreid waren, dat zij
er aan bloot stonden in het geval van
een onvoorzienen aanval overweldigd
te worden. De Kanaal vloot werd zelden
op sterkte gehouden en was nimmer
de gelijke van de strijdmacht waar
tegen zij het zou hebben op te nemen.
De admiraliteit had hierop geant
woord, dat de vloten der naburige
mogendheden op gelijke wijze ver
spreid waren. De schepen van het
eigen land, die onmiddellijk gereed
zijn, vergelijkende met de schepen
van andere landen, gaf de admiraliteit
cijfers, waaruit bleek, dat de gevechts
kracht van de Kanaalvloot, tijdens
den geheelen duur van Beresford's
commando, altijd hooger was dan die
van de krachtigste vloot, die geheel
in dienst gesteld was van eenige
andere natie. Het overwicht wordt
ook verzekerd door een zeer groote
reserve.
De commissie heeft als haar oordeel
uitgesproken dat het bijgebrachte
bewijs Beresford's bewering heeft weer
legd, dat de vloot voor de verdediging
der Engelsehe wateren, niet kan be
schouwd worden als een krachtige
strijdmacht, die voor onmiddellijk
optreden gereed is.
De commissie is van meening dat
aan Beresford's voorstellen voor een
gelijkslachtige vloot, op gepaste wijze
in tegemoet gekomen door de ver
deeling sinds Maart 1909.
Het eenige belangrijke verschil was,
dat de Atlantische vloot als onaf
hankelijk commando is behouden, en
zoo noodig gedetacheerd kan worden
om de vlag elders te vertoonen, zonder
de organisatie van de vloot voor de
verdediging der Engelsehe wateren te
verbreken.
Beresford had vele van de tekort
komingen der admiraliteit toegeschre
ven aan het ontbreken van een eigenlijk
strategisch departement.
Minister McKenna heeft de com
missie een overzicht verschaft van de
in den laatsten tijd gedane stappen
om den staf bij admiraliteit uit te
breiden, en vermeldde daarbij dat
verdere voortgang in deze richting
wordt overwogen.
De commissie is tot bet besluit
gekomen, dat er uit geen enkel oogpuat
gevaar voor het land uit da regelingen
der admiraliteit voortspi uit en voegde
daaraan toe, dat die regelingen ernstig
belemmerd zijn doordat er geen harte
lijke betrekkingen tusschen het bestuur
der admiraliteit en den opperbevel
hebber bestonden. De commissie ver
wacht tenslotte de beste gevolgen van
een verdere uitbreiding van den staf.
MOEILIJKHEDEN EN PESSIMISME.
Het gaat in de Kreta-kwestie op en
neer, zooals in al die diplomatieke
kwesties het geval is.
De „Daily Telegraph" verneemt uit
Konstantinopel
Men zegt dat in den ministerraad
van gisteren de minister van oorlog,
die van marine en die van opeabare
werken hebben aangedrongen op oor
log, als de eenig mogelijke oplossing.
Sjefket pasja moet verklaard hebben,
dat hij wil aftreden, als de tegenwoor
dige toestand aanhoudt, daar hij in
dit geval niet langer bij machte zal
zijn de gemoederen van officieren en
manschappea te kalmeeren.
Men sprak aan de Porte slechts over
oorlog en optreden der marine in de
Kretenzer wateren.
De Turksche vloot vertrekt naar het
eiland Karpathos op 40 mijlen van
Kreta.
Men ziet het: er is onweer aan den
knikker.
De Turksche gezant te Athene heeft
gister aan de Grieksche regeering de
nieuwe nota overhandigd, waarin het
antwoord van Griekenland ten aanzien
van Kreta onvoldoende wordt ge
noemd, en waarin een nieuwe formeele
verklaring wordt gevraagd, waarbij
Griekenland verklaart geen eerzuchtige
oogmerken ten aanzien van Kreta te
koesteren.
Nadat die nota overhandigd was,
hebben de minister-presideDt en de
minister van buitenlandsche zaken met
de gezanten der beschermende mogend
heden overleg gepleegd.
Zeppelin's groote plannen.
Zeppelin heeft aan een met hem be
vriende familie in de Rijnstreek me
degedeeld, dat hij geheel hersteld is en
binnen enkele dagen het werk aan Üe
werf te Manzell, dat hem zoo lief is,
zal hervatten. Alles moet daar voor
den grooten tocht naar Berlijn in ge
reedheid gebracht worden.
Ook te Berlijn is men al bezig biet
voorbereidingen. De groote vraag is,
hoe men op het Tempelhofer Veld !de
geweldige menigte van nieuwsgierigen
die er zal samenstroomen, in bedwang
zal houden en welke voorzieningen men
zal moeten treffen voor de ongelukken,
die in zulk een gedrang en een volte
stellig moeten gebeuren.
Gisteren is er op het raadhuis te
Berlijn de eerste samenspreking over
gehouden. Vertegenwoordigers van het
Verbond voor Eerste Hulp, van de
reddingswachten, van de stations voor
ongelukken en van de politie waren
er bij aanwezig. Men besloot o.m. van
ver af zichtbare tenten voor" het op
nemen van gewonden en bezwijmden
op te richten en buitendien alle red-
dingsposten en ziekenhuizen in de
buurt voor de verpleging van slacht
offers van de volte in gereedheid te
brengen, door er een versterkte wacht
van dokters en verplegers, een groo
ten voorraad verbandmiddelen, draag
baren, rijtuigen enz. bij de hand te
houden.
Dreigende mijnwerkersstaking in
BelgiC.
Er is groote beroering onder 'de Bel
gische mijnwerkers. Deze arbeiders,' die
in 140 vereenigingen met 80.000 leden
georganiseerd zijn, vechten al reeds
jaren om den achturendag. Maar terwijl
het in de Kamer van Afgevaardigden
bijna gelukt was, den 8-urigen werk
dag voor de mijnwerkers er door Ie
krijgen, heeft de Senaat zich tegen dit
wetsvoorstel gekant.
De senaatsleden willen den negen
uren-dag handhaven en een beperking
van dezen arbeidsduur slechts goed
keuren voor 'die bedrijven, waarbij in
een temperatuur van meer dan 28 gra
den Celsius gewerkt moet worden.
Thans hebben de mijnwerkers hun
zaak zelf ter hand genomen. Het cen
trale bestuur van hun bonden heeft in
't kolencentrum Charleroi zitting gehou-
'den, waar een manifest aan alle kolen-
mijnarbeiders van België werd opge
steld, dat met de algemeene werksta
king dreigt, wanneer hun eischen door
de wetgevende regeeringslichamen niet
worden ingewilligd. De beslissing over
de mijnwet moet vallen in November,
als wanneer de parlementaire zittingen
weder aanvangen.
Der oud-Boeren bescheidenheid.
Volgens een bericht in de „African
World" heeft de Engelsehe regeering
Botha onlangs een hoogen eeretitel aan
geboden, waarvoor deze echter, onder
betuiging zijner erkentelijkheid, bedank
te.
President Steyn, Smuts, Jameson en
Hofmeyer zullen vermoedelijk het voor
beeld van Botha volgen inzake de hun
eveneens aangeboden eeretitels.
De overige afgevaardigden uit Zuid-
Afrika zullen, naar men zegt, derge
lijke eeretitels aannemen.
De prins van Wales naar Zuid-Afrika.
Reuter's agentschap verneemt dat de
prins van Wales er in toegestemd heeft
een bezoek aan Zuid-Afrika te brengen
om het parlement der Zuid-Afrikaan-
sche Unie in den zomer van 1910 te
openen. Mogelijk zal de prinses hem
vergezellen.
De staking in Zweden.
Naar luid van telegrammen uit Zwe
den is de toestand over 't geheel onver
anderd. Te Stockholm zijn weder vijf
tramlijnen aan den gang en te Goten-
burg is het straatverkeer levendiger ge
worden.
Uit Perzië.
Volgens een telegram uit Teheran
aan de „Frankf. Ztg." heeft het natio
nalistische hoofdcomité Donderdag be
sloten volgens het voorbeeld van de
Fransche revolutie een „directoire" te
benoemen, dat de geheele regeering in
zich zal vereenigen. Hoeveel leden er
aan zullen deelnemen is nog niet zeker.
Te Teheran is het rustig, maar de
toestand in het geheele land is kritiek.
De geestelijkheid te Nedjef protesteerde
tegen de terechtstelling van twee hoo-
ge geestelijkheden. De jonge Sultan wil
afstand doen van den troon en zich met
zijn ouders naar Rusland begeven.
Er zijn reeds verschillende nieuwe
candidaten voor den troon. Sil es Sulta-
neh, die zich te Resjt moet bevinden
zal Perzië verlaten. Het heet, dat er
verdeeldheid heerscht tusschen de na
tionalisten onderling.
Prins Hendrik te Eaamsdonkveer.
Z. K. H. Prins Hendrik heeft gis
teren het door den brand zoo zwaar
geteisterde Eaamsdonkveer bezocht.
Het „Dagblad van Noord-Brabant"
geeft van het vorstelijk bezoek een
verslag', waaraan wij het volgende
ontleenen: 1
Per auto was de Prins 's morgens
van 't Loo vertrokken en over 's-Her
togenbosch en door de Langstraat
arriveerde hij te ruim één uur aan
het, Baadhuis te Baamsdonk. Daar
werd hij begroet door den burge
meester van Baamsdonk, den heer
Bidder de van der Schuere en na
een kort, oponthoud •aldaar, steeg de
prins, vergezeld van den burgemees
ter, weer in de auto, waarop naar
Eaamsdonkveer werd gereden.
Een groote menschenmenigte
stond op den hoek van het Smidseind
en de Smidsstraat de komst vak
Z. K. H. af te wachten. Onder dfc
aanwezigen bemerkten we, den Z.E.
Pastoor v. Brussel, van Eaamsdonk
veer, ds. Meiske, den oud-burgemees
ter Mr. Heere, dr. Gutteling en dr.
Querijns, het Statenlid Simonis. no
taris v. d. Aleer, kassier Lankhuij-
zen, verschillende raadsleden en le
den der Kamer van Koophandel en
Fabrieken, henevens de leden der
commissie van enquête ter verdée-
ling der ingekomen gelden aan Qa
noodlijdenden.
Op den hoek der Smidsstraat stap
te de Prins met zijn gevolg uit»
Door den burgemeester werd hij tus
schen de puinhoopen doorgeleid, op
zeer korten afstand door een nieuws-
nieuwsgierige menigte gevolgd, die
haast niet tegen te houden was.
Begrijpelijkerwijze steeg uit de
puinhoopen een ontzettende stof
wolk op. De burgemeester gaf Z.
K. H. alle gewenschte inlichtingen
en na eene wandeling tusschen de
puinhoopen door Werd een bezoek
gebracht aan het klooster der Eerw.
Zusters, waar de dakloozen zijn on
dergebracht»
Aan het bek van bet- klooster werd
dr. Hooijing aan Z. K. H. voorge
steld en deze stelde op zijne beurt
de Eerw. overste aan den Prins voor-
Onmiddellijk daarna begaf de
Prins zich met zijn gevolg naar de
binnenplaats van het klooster, waar
de zoo zwaar door den brand getrof
fen dakloozen stonden opgesteld. Be
langstellend richtte de Prins eenige
vragen tot de verschillende mep-
echen. Hij liet zich vertellen hoe
de ongelukkigen al hun hebben en
houden bij den brand hebben ver
loren.
Door een der kinderen, zekere
Margaretba Herman, werd namens
de Eerw. zusters en de slachtoffers
van den brand Z. K. H. een bou
quet aangeboden, welke deze onder
beleefde dankbetuiging aanvaardde»
Nadat de Prins een poosje onder
deze ongelukkigen had vertoefd,
ging .hij op uitnoodiging, der Z.E.
overste met zijn gevolg naar de
spreekkamer, waar den Prins eeni
ge verversching werd aangeboden en
die door hem in dank weTden aan
vaard, Ondèrwijl onderhield zich de
Prins heel vertrouwelijk nu eens
met de overste, dan weer met den
ZeerEerw. heer pastoor of met den
burgemeester. Belangstellend vroeg
hij er naar of in het gesticht behalve
oude mannen en vrouwen ook ïiog
zieken werden verpleegd. Toen Hij
van de overste bevestigend antwoord
op zijn vraag ontving, gaf Hij di
rect, den weosch te kennen leep b;-
zoek te brengen aan de Ziekenzalen.
En zoo verscheen onverwachts de
Prins op de ziekenzalen, geleid door
de overste en dr. Hooijing. [Wat een
genoegen en verrassing was dat voor
de 2ieken. Een vrouwtje die kort
kort geleden een zware operatie had
Een goed werk, dat goed
wordt aangepakt, en een
paar spreekwoorden dü
hierbij te pas komen
Goed <roope wentchen, en
wentellen die hartelijk ge
meend zijn/ Waarmee
de jubilaris van morgen
het meest pleizier kan ge-
d inn worden, en een oo-
fristching die niet overbo
dig is. De Haarlemsche
burgemeester op de Kermis,
en over een na-Kermis tot
slot.
Met reel pleizier heb ik in onze
krant deze week het hoofdartikel ge
lezen over de Katholieke Kinder-va-
cantiekolonies. Ik dacht al, waar blijft
de „Nieuwe Haarlemsche"? Je zoudt
ook hebben kunnen vragenwaar blijft
Haarlem-zelf, nu Rotterdam en 'Am
sterdam en zelfs vele kleine plaatsen
al zijn voorgegaan en een comité voor
de uitzending van kinderen al hebben
samengesteld. Intusschen: ik voor mij
stel die laatste vraag niet, omdat ik
^eet dat Haarlem, wanneer het wat be
gint, degelijk de zaken aanpakt en eers'I
bet terrein effent, en op behoorlijke
•Hjze door introductie bij diegenen die
,er voor in de termen vallen, bekend
heid zoekt te verspreiden over de zaak
die wordt ondernomen. Op deze wijze
°°k alleen is ten slotte een vruchtbaar
rcsultaat te verkrijgen en dat hebben
de heer en, die hier ter stede zich voor
de zaak hebben gespannen, heel goed
ingezien. Beter hard geblazen dan den
mond gebrand is een spreekwoord dat
een beetje overdrachtelijk ook hier toe
gepast is, en overleg is 't halve werk
düt hebben de leden van 't voor-
loopig Comité, die bedaard en rustig-
aan voortwerken om hier te Haarlem
een vereeniging op goeden grondslag
te vestigen, ook begrepen. Over het
algemeen is het met veel Roomscha
dingen en vereenigingen (en dat is nu
wel iets dat aan de Roomsche vereeni
gingen niet alléén eigen is, want de an
dere zijn óók zoo!) de groote fout, dat
ze teveel ineens op de horens nemen,
dat ze niet rustig alles z'n tijd geven,
en eerst "het eene doen, dan het an
dere. Ik waag me niet aan het geven
van voorheelden, want dan krijgt da
Zaterdagavondman het met z'n beste
vrienden zelfs aan den stok, maar een
paar heel, heel bescheiden vraagjes ter
overdenking, niet ter beantwoording,
zou ik toch zoo graag durven doen.
Als ik ongelijk heb, dan vraag ik' hij
voorbaat excuus, doch het l^omt me zoo
voor, dat de schrijver van de artikelen
over een Katholieke leesbibliotheek, die
in dit blad voor het goed recht vani
een ik erken het volmondig zod
uiterst nuttige en ook noodige instel-'
ling zoo welsprekend pleitte, wel een
beetje voorbijzag dat we vooral hier
in Haarlem niet te veel hooi ineens op
onzen vork moeten nemen, en eerst het
eene goed en krachtig moeten grond
vesten, voor we aan het andere begin
nen! Nog eens: ik geef mijn meening
dadelijk voor beter, maar om nu het
kind bij den naam to noemen:
zal bij voorbeeld de wakkere pro-
pagandaclub die lectuur verkoopt,
de verdienstelijke club „Pius X",
mi al de concurrentie van een ka
tholieke uitleenbibliotheek kunnen dra
gen? Ik voor mij heb daar een zwaar
hoofd in! En ik ken m'n Haarlemmers
wel zoowat. Intusschen, ik mag hopen,
dat we gauw, hoe dan ook, een katho
lieke leesbibliotheek erbij krijgen, zon
der dat natuurlijk „Pius X" er één cent
schade van ondervinde! Zulke wen-
schen zijn goedkoop, zegt u? Helaas
ja, en dubbel helaas, dat er op dat punt
zoo heel veel te wenschen is en blijff
in onze stad! Daar heb-je bijvoorbeeld,
om weer eens op een oud stokpaardje
van me terug te komen, het katholiek
bijzonder onderwijs! Ik val daar nu
zoo op, omdat onze goede pastoor
Vlaming morgen z'n zilverfeest als
Priester viert: de man ongetwijfeld,
wien het gelukt is op het gebied der
Katholieke school binnen vrij korten
tijd een grootsch werk tot stand te
brengen, dat het heiuglijkste is wat in
de laatste jaren op dit gebied in onze
stad werd gesticht. Ik bedoel 't is
duidelijk de Sint Canisiusschool, dat
sieraad van 't Roomsche Haarlem in
allerlei opzicht, al is het ook nog een
gebouw met.... een gouden dak! A
propos over dit laatste, wanneer ik on
zen beminden pastoor ook mijn nede-
rigen gelukwenseh breng op zijn feest,
dan geloof ik dat ik hem geen grooter
pleizier kan doen dan daarbij voor de
genen die het nog niet weten, uitdruk
kelijk te constateeren dat ze pastoor
Vlaming geen beter blijk van liefde 'en
dankbaarheid en toegenegenheid kun
nen brengen dan door zoo gauw tno-
gelijk dat „gouden dak" van de school
weg te krijgen! „En we hebben...!?"
sst! ik weet er alles van, hou je maar
stil, maar ik blijf er toch bij, dat de
genen in of buiten de parochie van
O. L. Vrouw, die een goed werk willen
doen en den pastoor tevens een wel
kome feestgave willen brengen, niet be
ter doen kunnen dan te zorgen, dat
de Sint Canisiusschool heel gauw haar
„gouden dak" verloren heeft! Ziezoo,
nu heb ik gezegd wat ik hierover te
zeggen had: moge de een of ander
het in zijn oor knoopen! Het Roomsche
werken van de Roomsche bizon-
dere school is het wel niet
haast het voornaamste dat er te
doen is? Zeker, Katholieke So
ciale Actie, en werkliedenorganisatie
en vakbeweging en wat niet al: 't zijn
mooie dingen. Maar die komen toch al
lemaal neer is 't niet? op het
Roomsche fundament. En waar wilt u
dat dit fundament gelegd wordt, anders
dan in de Roomsche school? Wie het
kind heeft, heeft de toekomst, die
wijze woorden zijn nog maar altijd in
volle waarde! Nu wordt er spoedig
weer een Katholiekendag gehouden, in
den Haag ditmaal, naar ik las. Ook
dat zijn prachtige dingen, die net als
een mes met twee scherpe kanten, van
twee kanten snijden: vooreerst verster
ken ze den Roomschen band onder ons,
en ten tweede zijn ze openlijke en
goed-kenbare getuigenissen van Room
sche eenheid en Roomsche kracht.
Zou voor zoo'n Katholiekendag 'n
keer „het Roomsche onderwijs"
óók niet eens een onderwerp we
zen, dat nut oplevert? Ouwe kost,
zouden dan verschillende lui wellicht
zeggen. O zeker, op zichzelf wel! Maar
degenen die voor het onderhoud der
Roomsche scholen te zorgen hebben,
die weten hoeveel er geëischt wordt
om het Katholiek Bijzonder Onderwijs
te houden ep de hoogte, die het heeft
bereikt door Gods gunst en de offer
vaardigheid der Katholieken, ze zijn er
ten volle van overtuigd dat de belang
stelling voor de Roomsche school ge-
rustelijk zoo van tijd tot tijd eens mag
worden opgefrischt! Daar zijn van die
dingen, die kan je nooit genoeg doen!
En het aandringen op steun voor de
Katholieke school is daar één van.
Maar... ik stap er nu van af: in dezen
vacantietijd zoo over scholen te zitten
boomen, dat is toch ook eigenlijk een
buitenissigheid, te meer nu we zoo
pas de kermisdrukte achter den rug heb
ben, waarvan u misschien wel gedacht
zou hebben dat de Zaterdagavondman
een en ander te vertellen had? Geen
kwestie van, hoor! De krant heeft er al
overdadig veel van gezegd, dunkt me,
en ik kan het erbij laten, 't Eenige
dat me dezen keer bijzonder trof, is
dat de burgemeester er van z'n, zomer-
vacantie voor terug is gekomen! Hoe
vindt u dat? De burgemeester, Jhr.
Boreel van Hogelanden, komt expres
voos de kermis yan zijn landgoederen
naar Haarlem!Maar étel u gerust:
bij m'n weten heeft hij niet één bier
tje gedronken voor de Kroon, noch in
den draaimolen gezeten: hij is alléén
maar gekomen, zooals onze krant ver
telde (hoe komen ze er toch aan, die
krantenlui, zou je zeggen!) om den Hout
eens te inspecteeren, want 't is bekend
dat er heel wat verhalen gedaan wor
den over schandaleuse dingen die in en
dóór de Kermis daar zouden plaats vin
den. Met plezier heb ik gelezen, dat
de onderzoekingstocht van Jhr. Boreel
zoo goed als geen reden voor ernstige
klachten heeft opgeleverd, en ik ben
er zeker van, d£ft ook de burgemeester
zelf met pleizier zijn nachtelijken
tocht te vergeefs heeft gemaakt' Och,
de kermis heeft ditmaal al een heel
onschuldig en dus te loven karakter ge
had en bewezen dat het kermisvermaak'
op zichzelf genomen toch geenszins tot
ergernis behoeft aanleiding te geven.
En nu hebben we, als naar gewoonte
in de laatste jaren, weer zoo'n staartje
van de kermis toe door de werkelijk
prachtige naar men mij vertelt
exploitatie van de bioscoop der ge
broeders Alberts in de „Vereeniging".
"k Heb m'n oudsten jongen beloofd, als
de krant die avondjes aanbeveelt en
prijst, en we er dus zeker van kunnen
zijn dat er niets onbehoorlijks in komt
(waar trouwens de heeren Alberts om"
geprezen moeten worden!) dan gaan
we een dezer dagen eens naar zoo'n
soirée in de „Vereeniging"» Die zijn,
leerzaam en onderhoudend, en men is
er uit» wat wil je nog meer?
iI i
14 AUGUSTUS.