DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. Kimfei*hui&irMt 29-31-33, Haarlem BUITENLAND. Gemengde Buitenlandsche berichten BINNENLAND. Zaterdagavoodpraatjes. ZATERDAG 14 AUG. 1909. 34«e jaargang No. 8964 Bureaux van Redactie en Administratie: Intercommunaal Telefoonnummer 1426. Voor advertentiën en reclames buiten Haarlem en de agentschappen wende men zich uitsluitend tot RICARDO's Advertentie-Bureau, N. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, Int. Telefoon 1020. Pit nummer bestaat uit uier bladen, tu. o. de Of- ficiëeie Kerk lijst en het QeïllustreerdZondags- blad in 16 bladzijden. EERSTE BLAD. De nieuwe Minister. Algemeen overzicht. c. HWE HMRLENSCHE MOT ABONNEMENTSPRUSi Per 8 maanden voor Haarlem Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post Afzonderlijke nummers f 1,85 n 1-85 i9 1.80 „0,08 PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Van 1C regelsCO .ent (contant 50 cent). Iedere regel meer10 cent. Buiten Haarlem ea de Agentschappen 20 cent per regel. Reclames dubbel tarief. Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 cents (4 contant). 1000 Alle betalende abonséa op dit blad, die In bet bezit eener verzekeringspolis zijn, zjjn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor GULDEN bï GULDEN bij S l<* il GULDEN b* lil El GULDEN bij verlies van GULDEN bij levenslange on ge schiktheid tot werken. 400 •ULDEN ba overlijden. 300 verlies van éen band of voet. 150 GULDEN ba verlies van éen oog. 100 verb es van éen daim. één wijsvinger. 15 GULDEN bij verlies van éen anderen vinger. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij Ocean". Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. Zooals we gisteren nog onder „Laatste Nieuws" in een groot deel onzer oplage konden melden, heeft H. M. de Koningin tot Minister van Koloniën, met ingang van Maandag, benoemd den heer J. H. de Waal Malefijt, lid der Tweede Kamer voor Breukelen. De nu aftredende Minister Ideüburg zal Gouverneur-generaal van Ned-Indië worden. De verwondering over deze plotse linge benoeming zal ongetwijfeld groot zijn. Reeds is en o. i. geenszins onge grond critiek uitgeoefend op het feit, dat een pas altredend (of althans pas weer „geprolongeerd") Minister van Koloniën zichzelf' overplaatst naar den „troon" van Buitenzorg. En de persoon van den nieuwen minister wordt algemeen, hoe geëerd en gezien de heer De Waal Malefijt ook is, geacht toch ietwat minder te beteekenen dan de heer Idenburg als minister heeft getoond te zijn. Intusschen kan en mag dit toch o. i. geen reden zijn om den nieuwen minister onvriendelijk te ontvangen. Het is waar: een ministerwisseling is nooit een versterking van een kabinet, en deze wisseling kan aller minst zoo worden genoemd. Doch de samenwerking van den heer Idenburg te Batavia met den nieuwen minister te 's Gravenhage zal dat behoeft geen twijfel zoo volledig mogelijk zijn. En dat is de hoofdzaak voor onze koloniale politiek 1 Te betreuren is het daarom, dat „De Tijd" juist gisteravond, op den avond der benoeming-zelve, op zeer scherpe wijze meende te moeten te- velde trekken tegen de aankondiging van deze benoeming, die zelve aan het blad natuurlijk nog niet bekend was. Behalve dat het vreemd aandoet, een der hoofdbladen der regeerings- partij zóo slecht op de hoogte te zien van de regeeringsplanneD, geeft het scherpe artikel van „De Tijd" tegen den heer De Waal Malefijt de meest welkome reden aan de bladen der linkerzijde, om zich in de handen te wrijven en te denken aan „den knup pel in het hoenderhok I" Daarom moet o. i. onzerzijds vooral de nadruk worden gelegd op het feit, dat de koers, door minister Idenburg aangegeven, zonder eenigen twijfel in koloniale zaken zal behouden blijven. En dit vaststaande, kan een ieder, zelfs de liberale partij, die immers den koers van minister Idenburg zoo vaak en zoo uitbundig prees, met diens vervanging door den heer De Waal Malefijt accoord gaan. Wij te meer, omdat het specifiek- geloovig karakter van het kabinet door deze benoeming zonder eenigen twijfel behouden blijft. De nieuwe minister toch, die zich binnen betrekkelijk korten tijd tot een der hoogste waardigheden in 's lands regeering heeft opgewerkt, is een door en door geloovig man, een christen in hart en nieren. Voor de godsdienstige belangen in onze koloniën kwam hij in de Kamer vaak op: als minister zal hij onge twijfeld den weg volgen, door den heer Idenburg zoo vastberaden gebaand. Wij heeten dan ook den nieuwen minister hartelijk welkom! DE ENGELSCHE VLOOTPOLITIEK. Het rapport van de subcommissie, voor de rijksverdediging, dit voorjaar benoemd om een onderzoek in te stellen naar eenige door Lord Charles Beresford opgeworpen kwesties in zake de vlootpolitiek, is nu openbaar gemaakt. Lord Beresford had er over geklaagd, dat de schepen in deEngelsche wateren zoo gevaarlijk verspreid waren, dat zij er aan bloot stonden in het geval van een onvoorzienen aanval overweldigd te worden. De Kanaal vloot werd zelden op sterkte gehouden en was nimmer de gelijke van de strijdmacht waar tegen zij het zou hebben op te nemen. De admiraliteit had hierop geant woord, dat de vloten der naburige mogendheden op gelijke wijze ver spreid waren. De schepen van het eigen land, die onmiddellijk gereed zijn, vergelijkende met de schepen van andere landen, gaf de admiraliteit cijfers, waaruit bleek, dat de gevechts kracht van de Kanaalvloot, tijdens den geheelen duur van Beresford's commando, altijd hooger was dan die van de krachtigste vloot, die geheel in dienst gesteld was van eenige andere natie. Het overwicht wordt ook verzekerd door een zeer groote reserve. De commissie heeft als haar oordeel uitgesproken dat het bijgebrachte bewijs Beresford's bewering heeft weer legd, dat de vloot voor de verdediging der Engelsehe wateren, niet kan be schouwd worden als een krachtige strijdmacht, die voor onmiddellijk optreden gereed is. De commissie is van meening dat aan Beresford's voorstellen voor een gelijkslachtige vloot, op gepaste wijze in tegemoet gekomen door de ver deeling sinds Maart 1909. Het eenige belangrijke verschil was, dat de Atlantische vloot als onaf hankelijk commando is behouden, en zoo noodig gedetacheerd kan worden om de vlag elders te vertoonen, zonder de organisatie van de vloot voor de verdediging der Engelsehe wateren te verbreken. Beresford had vele van de tekort komingen der admiraliteit toegeschre ven aan het ontbreken van een eigenlijk strategisch departement. Minister McKenna heeft de com missie een overzicht verschaft van de in den laatsten tijd gedane stappen om den staf bij admiraliteit uit te breiden, en vermeldde daarbij dat verdere voortgang in deze richting wordt overwogen. De commissie is tot bet besluit gekomen, dat er uit geen enkel oogpuat gevaar voor het land uit da regelingen der admiraliteit voortspi uit en voegde daaraan toe, dat die regelingen ernstig belemmerd zijn doordat er geen harte lijke betrekkingen tusschen het bestuur der admiraliteit en den opperbevel hebber bestonden. De commissie ver wacht tenslotte de beste gevolgen van een verdere uitbreiding van den staf. MOEILIJKHEDEN EN PESSIMISME. Het gaat in de Kreta-kwestie op en neer, zooals in al die diplomatieke kwesties het geval is. De „Daily Telegraph" verneemt uit Konstantinopel Men zegt dat in den ministerraad van gisteren de minister van oorlog, die van marine en die van opeabare werken hebben aangedrongen op oor log, als de eenig mogelijke oplossing. Sjefket pasja moet verklaard hebben, dat hij wil aftreden, als de tegenwoor dige toestand aanhoudt, daar hij in dit geval niet langer bij machte zal zijn de gemoederen van officieren en manschappea te kalmeeren. Men sprak aan de Porte slechts over oorlog en optreden der marine in de Kretenzer wateren. De Turksche vloot vertrekt naar het eiland Karpathos op 40 mijlen van Kreta. Men ziet het: er is onweer aan den knikker. De Turksche gezant te Athene heeft gister aan de Grieksche regeering de nieuwe nota overhandigd, waarin het antwoord van Griekenland ten aanzien van Kreta onvoldoende wordt ge noemd, en waarin een nieuwe formeele verklaring wordt gevraagd, waarbij Griekenland verklaart geen eerzuchtige oogmerken ten aanzien van Kreta te koesteren. Nadat die nota overhandigd was, hebben de minister-presideDt en de minister van buitenlandsche zaken met de gezanten der beschermende mogend heden overleg gepleegd. Zeppelin's groote plannen. Zeppelin heeft aan een met hem be vriende familie in de Rijnstreek me degedeeld, dat hij geheel hersteld is en binnen enkele dagen het werk aan Üe werf te Manzell, dat hem zoo lief is, zal hervatten. Alles moet daar voor den grooten tocht naar Berlijn in ge reedheid gebracht worden. Ook te Berlijn is men al bezig biet voorbereidingen. De groote vraag is, hoe men op het Tempelhofer Veld !de geweldige menigte van nieuwsgierigen die er zal samenstroomen, in bedwang zal houden en welke voorzieningen men zal moeten treffen voor de ongelukken, die in zulk een gedrang en een volte stellig moeten gebeuren. Gisteren is er op het raadhuis te Berlijn de eerste samenspreking over gehouden. Vertegenwoordigers van het Verbond voor Eerste Hulp, van de reddingswachten, van de stations voor ongelukken en van de politie waren er bij aanwezig. Men besloot o.m. van ver af zichtbare tenten voor" het op nemen van gewonden en bezwijmden op te richten en buitendien alle red- dingsposten en ziekenhuizen in de buurt voor de verpleging van slacht offers van de volte in gereedheid te brengen, door er een versterkte wacht van dokters en verplegers, een groo ten voorraad verbandmiddelen, draag baren, rijtuigen enz. bij de hand te houden. Dreigende mijnwerkersstaking in BelgiC. Er is groote beroering onder 'de Bel gische mijnwerkers. Deze arbeiders,' die in 140 vereenigingen met 80.000 leden georganiseerd zijn, vechten al reeds jaren om den achturendag. Maar terwijl het in de Kamer van Afgevaardigden bijna gelukt was, den 8-urigen werk dag voor de mijnwerkers er door Ie krijgen, heeft de Senaat zich tegen dit wetsvoorstel gekant. De senaatsleden willen den negen uren-dag handhaven en een beperking van dezen arbeidsduur slechts goed keuren voor 'die bedrijven, waarbij in een temperatuur van meer dan 28 gra den Celsius gewerkt moet worden. Thans hebben de mijnwerkers hun zaak zelf ter hand genomen. Het cen trale bestuur van hun bonden heeft in 't kolencentrum Charleroi zitting gehou- 'den, waar een manifest aan alle kolen- mijnarbeiders van België werd opge steld, dat met de algemeene werksta king dreigt, wanneer hun eischen door de wetgevende regeeringslichamen niet worden ingewilligd. De beslissing over de mijnwet moet vallen in November, als wanneer de parlementaire zittingen weder aanvangen. Der oud-Boeren bescheidenheid. Volgens een bericht in de „African World" heeft de Engelsehe regeering Botha onlangs een hoogen eeretitel aan geboden, waarvoor deze echter, onder betuiging zijner erkentelijkheid, bedank te. President Steyn, Smuts, Jameson en Hofmeyer zullen vermoedelijk het voor beeld van Botha volgen inzake de hun eveneens aangeboden eeretitels. De overige afgevaardigden uit Zuid- Afrika zullen, naar men zegt, derge lijke eeretitels aannemen. De prins van Wales naar Zuid-Afrika. Reuter's agentschap verneemt dat de prins van Wales er in toegestemd heeft een bezoek aan Zuid-Afrika te brengen om het parlement der Zuid-Afrikaan- sche Unie in den zomer van 1910 te openen. Mogelijk zal de prinses hem vergezellen. De staking in Zweden. Naar luid van telegrammen uit Zwe den is de toestand over 't geheel onver anderd. Te Stockholm zijn weder vijf tramlijnen aan den gang en te Goten- burg is het straatverkeer levendiger ge worden. Uit Perzië. Volgens een telegram uit Teheran aan de „Frankf. Ztg." heeft het natio nalistische hoofdcomité Donderdag be sloten volgens het voorbeeld van de Fransche revolutie een „directoire" te benoemen, dat de geheele regeering in zich zal vereenigen. Hoeveel leden er aan zullen deelnemen is nog niet zeker. Te Teheran is het rustig, maar de toestand in het geheele land is kritiek. De geestelijkheid te Nedjef protesteerde tegen de terechtstelling van twee hoo- ge geestelijkheden. De jonge Sultan wil afstand doen van den troon en zich met zijn ouders naar Rusland begeven. Er zijn reeds verschillende nieuwe candidaten voor den troon. Sil es Sulta- neh, die zich te Resjt moet bevinden zal Perzië verlaten. Het heet, dat er verdeeldheid heerscht tusschen de na tionalisten onderling. Prins Hendrik te Eaamsdonkveer. Z. K. H. Prins Hendrik heeft gis teren het door den brand zoo zwaar geteisterde Eaamsdonkveer bezocht. Het „Dagblad van Noord-Brabant" geeft van het vorstelijk bezoek een verslag', waaraan wij het volgende ontleenen: 1 Per auto was de Prins 's morgens van 't Loo vertrokken en over 's-Her togenbosch en door de Langstraat arriveerde hij te ruim één uur aan het, Baadhuis te Baamsdonk. Daar werd hij begroet door den burge meester van Baamsdonk, den heer Bidder de van der Schuere en na een kort, oponthoud •aldaar, steeg de prins, vergezeld van den burgemees ter, weer in de auto, waarop naar Eaamsdonkveer werd gereden. Een groote menschenmenigte stond op den hoek van het Smidseind en de Smidsstraat de komst vak Z. K. H. af te wachten. Onder dfc aanwezigen bemerkten we, den Z.E. Pastoor v. Brussel, van Eaamsdonk veer, ds. Meiske, den oud-burgemees ter Mr. Heere, dr. Gutteling en dr. Querijns, het Statenlid Simonis. no taris v. d. Aleer, kassier Lankhuij- zen, verschillende raadsleden en le den der Kamer van Koophandel en Fabrieken, henevens de leden der commissie van enquête ter verdée- ling der ingekomen gelden aan Qa noodlijdenden. Op den hoek der Smidsstraat stap te de Prins met zijn gevolg uit» Door den burgemeester werd hij tus schen de puinhoopen doorgeleid, op zeer korten afstand door een nieuws- nieuwsgierige menigte gevolgd, die haast niet tegen te houden was. Begrijpelijkerwijze steeg uit de puinhoopen een ontzettende stof wolk op. De burgemeester gaf Z. K. H. alle gewenschte inlichtingen en na eene wandeling tusschen de puinhoopen door Werd een bezoek gebracht aan het klooster der Eerw. Zusters, waar de dakloozen zijn on dergebracht» Aan het bek van bet- klooster werd dr. Hooijing aan Z. K. H. voorge steld en deze stelde op zijne beurt de Eerw. overste aan den Prins voor- Onmiddellijk daarna begaf de Prins zich met zijn gevolg naar de binnenplaats van het klooster, waar de zoo zwaar door den brand getrof fen dakloozen stonden opgesteld. Be langstellend richtte de Prins eenige vragen tot de verschillende mep- echen. Hij liet zich vertellen hoe de ongelukkigen al hun hebben en houden bij den brand hebben ver loren. Door een der kinderen, zekere Margaretba Herman, werd namens de Eerw. zusters en de slachtoffers van den brand Z. K. H. een bou quet aangeboden, welke deze onder beleefde dankbetuiging aanvaardde» Nadat de Prins een poosje onder deze ongelukkigen had vertoefd, ging .hij op uitnoodiging, der Z.E. overste met zijn gevolg naar de spreekkamer, waar den Prins eeni ge verversching werd aangeboden en die door hem in dank weTden aan vaard, Ondèrwijl onderhield zich de Prins heel vertrouwelijk nu eens met de overste, dan weer met den ZeerEerw. heer pastoor of met den burgemeester. Belangstellend vroeg hij er naar of in het gesticht behalve oude mannen en vrouwen ook ïiog zieken werden verpleegd. Toen Hij van de overste bevestigend antwoord op zijn vraag ontving, gaf Hij di rect, den weosch te kennen leep b;- zoek te brengen aan de Ziekenzalen. En zoo verscheen onverwachts de Prins op de ziekenzalen, geleid door de overste en dr. Hooijing. [Wat een genoegen en verrassing was dat voor de 2ieken. Een vrouwtje die kort kort geleden een zware operatie had Een goed werk, dat goed wordt aangepakt, en een paar spreekwoorden dü hierbij te pas komen Goed <roope wentchen, en wentellen die hartelijk ge meend zijn/ Waarmee de jubilaris van morgen het meest pleizier kan ge- d inn worden, en een oo- fristching die niet overbo dig is. De Haarlemsche burgemeester op de Kermis, en over een na-Kermis tot slot. Met reel pleizier heb ik in onze krant deze week het hoofdartikel ge lezen over de Katholieke Kinder-va- cantiekolonies. Ik dacht al, waar blijft de „Nieuwe Haarlemsche"? Je zoudt ook hebben kunnen vragenwaar blijft Haarlem-zelf, nu Rotterdam en 'Am sterdam en zelfs vele kleine plaatsen al zijn voorgegaan en een comité voor de uitzending van kinderen al hebben samengesteld. Intusschen: ik voor mij stel die laatste vraag niet, omdat ik ^eet dat Haarlem, wanneer het wat be gint, degelijk de zaken aanpakt en eers'I bet terrein effent, en op behoorlijke •Hjze door introductie bij diegenen die ,er voor in de termen vallen, bekend heid zoekt te verspreiden over de zaak die wordt ondernomen. Op deze wijze °°k alleen is ten slotte een vruchtbaar rcsultaat te verkrijgen en dat hebben de heer en, die hier ter stede zich voor de zaak hebben gespannen, heel goed ingezien. Beter hard geblazen dan den mond gebrand is een spreekwoord dat een beetje overdrachtelijk ook hier toe gepast is, en overleg is 't halve werk düt hebben de leden van 't voor- loopig Comité, die bedaard en rustig- aan voortwerken om hier te Haarlem een vereeniging op goeden grondslag te vestigen, ook begrepen. Over het algemeen is het met veel Roomscha dingen en vereenigingen (en dat is nu wel iets dat aan de Roomsche vereeni gingen niet alléén eigen is, want de an dere zijn óók zoo!) de groote fout, dat ze teveel ineens op de horens nemen, dat ze niet rustig alles z'n tijd geven, en eerst "het eene doen, dan het an dere. Ik waag me niet aan het geven van voorheelden, want dan krijgt da Zaterdagavondman het met z'n beste vrienden zelfs aan den stok, maar een paar heel, heel bescheiden vraagjes ter overdenking, niet ter beantwoording, zou ik toch zoo graag durven doen. Als ik ongelijk heb, dan vraag ik' hij voorbaat excuus, doch het l^omt me zoo voor, dat de schrijver van de artikelen over een Katholieke leesbibliotheek, die in dit blad voor het goed recht vani een ik erken het volmondig zod uiterst nuttige en ook noodige instel-' ling zoo welsprekend pleitte, wel een beetje voorbijzag dat we vooral hier in Haarlem niet te veel hooi ineens op onzen vork moeten nemen, en eerst het eene goed en krachtig moeten grond vesten, voor we aan het andere begin nen! Nog eens: ik geef mijn meening dadelijk voor beter, maar om nu het kind bij den naam to noemen: zal bij voorbeeld de wakkere pro- pagandaclub die lectuur verkoopt, de verdienstelijke club „Pius X", mi al de concurrentie van een ka tholieke uitleenbibliotheek kunnen dra gen? Ik voor mij heb daar een zwaar hoofd in! En ik ken m'n Haarlemmers wel zoowat. Intusschen, ik mag hopen, dat we gauw, hoe dan ook, een katho lieke leesbibliotheek erbij krijgen, zon der dat natuurlijk „Pius X" er één cent schade van ondervinde! Zulke wen- schen zijn goedkoop, zegt u? Helaas ja, en dubbel helaas, dat er op dat punt zoo heel veel te wenschen is en blijff in onze stad! Daar heb-je bijvoorbeeld, om weer eens op een oud stokpaardje van me terug te komen, het katholiek bijzonder onderwijs! Ik val daar nu zoo op, omdat onze goede pastoor Vlaming morgen z'n zilverfeest als Priester viert: de man ongetwijfeld, wien het gelukt is op het gebied der Katholieke school binnen vrij korten tijd een grootsch werk tot stand te brengen, dat het heiuglijkste is wat in de laatste jaren op dit gebied in onze stad werd gesticht. Ik bedoel 't is duidelijk de Sint Canisiusschool, dat sieraad van 't Roomsche Haarlem in allerlei opzicht, al is het ook nog een gebouw met.... een gouden dak! A propos over dit laatste, wanneer ik on zen beminden pastoor ook mijn nede- rigen gelukwenseh breng op zijn feest, dan geloof ik dat ik hem geen grooter pleizier kan doen dan daarbij voor de genen die het nog niet weten, uitdruk kelijk te constateeren dat ze pastoor Vlaming geen beter blijk van liefde 'en dankbaarheid en toegenegenheid kun nen brengen dan door zoo gauw tno- gelijk dat „gouden dak" van de school weg te krijgen! „En we hebben...!?" sst! ik weet er alles van, hou je maar stil, maar ik blijf er toch bij, dat de genen in of buiten de parochie van O. L. Vrouw, die een goed werk willen doen en den pastoor tevens een wel kome feestgave willen brengen, niet be ter doen kunnen dan te zorgen, dat de Sint Canisiusschool heel gauw haar „gouden dak" verloren heeft! Ziezoo, nu heb ik gezegd wat ik hierover te zeggen had: moge de een of ander het in zijn oor knoopen! Het Roomsche werken van de Roomsche bizon- dere school is het wel niet haast het voornaamste dat er te doen is? Zeker, Katholieke So ciale Actie, en werkliedenorganisatie en vakbeweging en wat niet al: 't zijn mooie dingen. Maar die komen toch al lemaal neer is 't niet? op het Roomsche fundament. En waar wilt u dat dit fundament gelegd wordt, anders dan in de Roomsche school? Wie het kind heeft, heeft de toekomst, die wijze woorden zijn nog maar altijd in volle waarde! Nu wordt er spoedig weer een Katholiekendag gehouden, in den Haag ditmaal, naar ik las. Ook dat zijn prachtige dingen, die net als een mes met twee scherpe kanten, van twee kanten snijden: vooreerst verster ken ze den Roomschen band onder ons, en ten tweede zijn ze openlijke en goed-kenbare getuigenissen van Room sche eenheid en Roomsche kracht. Zou voor zoo'n Katholiekendag 'n keer „het Roomsche onderwijs" óók niet eens een onderwerp we zen, dat nut oplevert? Ouwe kost, zouden dan verschillende lui wellicht zeggen. O zeker, op zichzelf wel! Maar degenen die voor het onderhoud der Roomsche scholen te zorgen hebben, die weten hoeveel er geëischt wordt om het Katholiek Bijzonder Onderwijs te houden ep de hoogte, die het heeft bereikt door Gods gunst en de offer vaardigheid der Katholieken, ze zijn er ten volle van overtuigd dat de belang stelling voor de Roomsche school ge- rustelijk zoo van tijd tot tijd eens mag worden opgefrischt! Daar zijn van die dingen, die kan je nooit genoeg doen! En het aandringen op steun voor de Katholieke school is daar één van. Maar... ik stap er nu van af: in dezen vacantietijd zoo over scholen te zitten boomen, dat is toch ook eigenlijk een buitenissigheid, te meer nu we zoo pas de kermisdrukte achter den rug heb ben, waarvan u misschien wel gedacht zou hebben dat de Zaterdagavondman een en ander te vertellen had? Geen kwestie van, hoor! De krant heeft er al overdadig veel van gezegd, dunkt me, en ik kan het erbij laten, 't Eenige dat me dezen keer bijzonder trof, is dat de burgemeester er van z'n, zomer- vacantie voor terug is gekomen! Hoe vindt u dat? De burgemeester, Jhr. Boreel van Hogelanden, komt expres voos de kermis yan zijn landgoederen naar Haarlem!Maar étel u gerust: bij m'n weten heeft hij niet één bier tje gedronken voor de Kroon, noch in den draaimolen gezeten: hij is alléén maar gekomen, zooals onze krant ver telde (hoe komen ze er toch aan, die krantenlui, zou je zeggen!) om den Hout eens te inspecteeren, want 't is bekend dat er heel wat verhalen gedaan wor den over schandaleuse dingen die in en dóór de Kermis daar zouden plaats vin den. Met plezier heb ik gelezen, dat de onderzoekingstocht van Jhr. Boreel zoo goed als geen reden voor ernstige klachten heeft opgeleverd, en ik ben er zeker van, d£ft ook de burgemeester zelf met pleizier zijn nachtelijken tocht te vergeefs heeft gemaakt' Och, de kermis heeft ditmaal al een heel onschuldig en dus te loven karakter ge had en bewezen dat het kermisvermaak' op zichzelf genomen toch geenszins tot ergernis behoeft aanleiding te geven. En nu hebben we, als naar gewoonte in de laatste jaren, weer zoo'n staartje van de kermis toe door de werkelijk prachtige naar men mij vertelt exploitatie van de bioscoop der ge broeders Alberts in de „Vereeniging". "k Heb m'n oudsten jongen beloofd, als de krant die avondjes aanbeveelt en prijst, en we er dus zeker van kunnen zijn dat er niets onbehoorlijks in komt (waar trouwens de heeren Alberts om" geprezen moeten worden!) dan gaan we een dezer dagen eens naar zoo'n soirée in de „Vereeniging"» Die zijn, leerzaam en onderhoudend, en men is er uit» wat wil je nog meer? iI i 14 AUGUSTUS.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 1