FLO RA.
Landbouw en Visscherij.
Sport en Wedstrijden.
Koloniën.
Leger en Vloot,
Wetenswaardig Allerlei,
Het druppelen der planten.
Voor ieder, die wei eens een Arons
kelk in zijn kamer gekweekt heelt,
w het een bekend verschijnsel, dat aan
<je bladeren dezer planten dikwijls
druppels hangen. Juist daar, waar het
"lad in een punt uitloopt, nangtdan
®en mooie heldere droppel, veel ge
lijkenis toonende met een gewone
dauwdroppel.
Nu is het natuurlijk niet te ver-
Wachten, dat het in de kamer zal
8aan dauwen. De dauw toch ontstaat
"ij helderen hemel, als er zooveel
Warmte door de aarde en lucht woidt
uitgestraald, dat de waterdamp aan
de planten in vloeibaren toestand zich
Kaat afzetten en daar water vormt.
een kamer kan dat eenter niet
plaats hebben. Nu zou men soms in
de meening kunnen verkeeren, dat
U't water ie, dat na het bespuiten der
Planten zich daar heelt verzameld,
®aar ook daar men de planten in 't
Seheel niet bespuit, vormt zich bij de
Aronskelk steads weer water aan het
uiteinde der bladeren. Blijkbaar is het
afkomstig van de plant zelf en inder
daad is dat het geval en niet alleen
~ij deze plant, maar bij meerdere plan-
teo komt dit voor.
Wellicht is het voor menigeen, die
w®et dat het alleen bij heldere lucht
•idauwt", een vreemd verschijnsel ge
weest, des morgens na een donkeren
Uacht aan sommige planten tal van
Waterdroppels te zien hangen, op
soortgelijke manier als wanneer het
®ioïk heeft gedauwd. Vooral bij de
Paardenstaart heb ik het laatst op een
Ptacntige manier gezien. Talrijke plau-
waren met fijne druppeltjes bezet
iorwijl de dauw al lang van de plan
af was. Ook bij ae Oost Indische
Kers is het zeer interessant. Dikwijls
"angt dan aan ieder der stompe hoe-
*eih waar een biadnerl eindigt, een
"oldere droppel. Bij Fucusia's, Co-
-eOssen, Papavers en meer andere, bij
grassen in 't algemeen is het zeer
§°eo te zien. Bij planten, die in de ka-
groeien, is er echter geen spre
kende». bewijs dan de Aronskelk
(Palla aethiopica).
Du verschijnsel is algemeen bekend
Obder den naam van het Druppe
lt der planten.
&ooals iedereen weet, nemen de
Plenten zeer veel water tot zich. Zij
"ehoeven dat voor hare voeding, want
de Voedingstoffen worden alleen in
oplosbaren toestand opgenomen. Toen
Ueeft al dat water voor de plant ver-
geen nut. Wel wordt er natuurlijk
^°or dea opbouw van het lichaam wa-
er verbruikt, maar verreweg het
??eesle water verdampt weer door de
"'aderen, waarin zich kleii e openin
gen (z.g, huidmondjes) bevinden en
daardoor dus de buitenlucht in ge-
'beenschap staat met de lucht in het
P'antenlichaam. VaD hier uit heeft
Oh een Bterke luchtstroom plaats,
j aar de met waterdamp verzadigde
"hcht in het binnenste van het blad,
"aar buiten stroomt, terwijl lucht, die
?rib aan waterdamp is, van buiten
'btreedt. Naarmate de lucht buiten
O'oger is, zal de luchtstroom sterker
*Ün.
Daar de plant aan hare behoefte
han koolstof moet voorzien door het
koolzuur uit de lucht vast te grijpen,
komt haar deze luchtstroom dus uit
kokend te pas voor den opbouw ha-
*er organen en is het verdampen van
®et water dus niet alleen van belang
v°or de opname van nieuwe voeding-
kolfeu door middel van de wortels,
jhaar ook voor de omzetting van het
koolzuur.
Er heeft dus van uit de bladeren
^®b zuigende werking plaats om het
^hter naar boven te trekken, maar
bovendien werkt daartoe ook een
kracht in de wortels mede, die men
bestempelt met den naam van Wor-
^eldrukkiDg en die men in het
Voorjaar vooral zeer goed kan waar
omen bij planten, die gekwetst wor-
0?* Snijdt men dan b. v. van den
Wijnstok een tak af, dan zal deze he-
„bloeden", tengevolge van de sap-
®6b door den worteldruk omhoog
Pkst. Iu den regel komen worteldruk
®Q verdamping in de bladeren wel
Omveer overeen, maar wanneer de
'hebt in de omgeving der bladeren
h°or bepaalde omstandigheden bijna
waterdamp verzadigd is (zooals
at op zoovele zomerdagen, kort voor
?eb onweer b.v. het geval kan zijn)
er slechts weinig verdamping
P1&ats, terwijl het water door den
Wortelstok toch steeds omhoog ge-
Perst wordt. Dit water du verlaat dan
d.e plant door daarvoor bepaald inge-
'oh te openingen, die zeer veel op da
»"bidmondjes" gelijken, maar er toch
°°k weer verschillend van zijn. Bij
fcöbrek aan een beteren naam zullen
vrij
ze, evenals de Duitschers, maar
»w.atergpleten" noemen. Bij enkele
Planten dienen echter de gewone
^idnaondjes tevens voor waterafschei-
Sommige planten hebben betrek-
eUjk groote waterspleten, zooals de
p,°8t Indische Kers, de Kattestaart of
jhrtijke (Lythrum salicaria) en de
r"°gelboterbloem (Ranunculus flam-
7?"'a)bij andere zijn ze veel kleiner.
eWoonlijk liggen deze waterepleten
de uiteinden der hoofdnerven,
t°° b. v. bij Calla aethiopica aan den
van het blad, in andere gevallen
^gen zij langs dan rand, zooals b.v.
lJ Colocasia, Potentilla en andere.
Dat inderdaad de waterafscheiding
jP deze manier nog al ietsbeteekent,
ent 113811 hieruit afleiden, dat bij een
>n blad van Colocasia antignorum
nacht 20 22 gram water werd
P£fevaUgen.
Vemn het water nu bij vertraagde
^damping door deze waterspleten
0^ Wijken, dan wordt daarmede een
©^ohooping van water in sommige
8Q voorkomen, wat door de sterke
leldruk toch zoo erg zou kunnen
zijn, dat de celwanden zouden barsten..
Zoo ziet men dus, dat een bewon
derenswaardige inrichting de plantin
staat stelt, deze scheuring der cellen
te voorkomen en voor de zooveelste
maal moet het ons opvallen, hoe mooi
de natuur is ingericht.
H. J. LYCKLAMA.
INGEZONDEN.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de
Eedactie zich niet aansprakelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst of
niet geplaatst, wordt de copy den inzen
der niet teruggegeven.
Geachte Redactie,
Vergun mij enkele woorden naar
aanleiding van het verslag der ver
gadering van het PI. Comité voor
Kath. Soc. Actie, in uw nummer van
Woensdagavond.
Met betrekking tot het rapport der
Commissie R. K. Bevolkingsregister
staan in dat verslag een paar dingen,
die de Commissie niet voor haar
rekening kan nemen en die dan ook
in het rapport niet voorkomen.
Het verkrijgen van inlichtingen is
op het oogenblik niet „te kostbaar",
maar integendeel heel goedkoop. Het
zou echter in da toekomst kostbaar
worden. (Zie in verband hiermede ook
het voorstel van B. en W. aan den
Raad, opgenomen in de N. H. Ct. van
Donderdag j.l.)
Maar nog minder kan de Commis
sie voor haar rekening nemen, dat
het aan de gemeente-bureaux „zulk
een desolate toestand" is. Zeker, door
het ontbreken van controleurs op het
aangeven van verhuizingen binnen
Haarlem, en door de niet-verplichte
aangifte van godsdienst verandering
e. a. zijn inderdaad op verschillende
punten de gemeente-opgaven niet be
trouwbaar, Maar de Commissie heeft
geen enkele reden om te denken, dat
met de beschikbare middelen aan de
bureaux der gemeente niet alles ge
daan wordt, wat kan.
De uitdrukking „desolate toestand"
schijnt haar daarom bepaald onjuist.
Met dank voor de plaatsing
hoogachtend,
Namens de Commissie
L. BEIJSENS, pr.
De verplaatsing der Rijkslandbouw
school.
Onder dit opschrift schrijft „De
Wageninger"
Naar aanleiding van de verschillen
de berichten betreffende de aanstaande
verplaatsing van de Rijksiandbouw-
school hebben wij ter plaatse waar
men geacht kan worden volkomen op
de hoogte te zijn, informaties inge
wonnen.
Onze eerste vraag was natuurlijk,
of de berichten betreffende deze ver
plaatsing juist zijn.
Daarop werd mat een volmondig
„ja" geantwoord. Het plan bestaat de
Nederlandsche afdeeling der Rijks-
landbouwschool te verplaatsen ;naar
Groningen en samen te smelten met
de daar bestaande Rijkslandbouw-
winterachool.
De Indische klaas# der R. L. S.
zal dan tegelijkertijd worden overge
bracht naar Deventer.
De plannen dienaangaande zullen
bij de aanstaande behandeling der
Staatsbegrooting aan de Staten-Gene-
raal ter goedkeuring worden voorge
legd.
Omtrent de leidende motieven der
voor te stellen verplaatsing, vernamen
we, dat deze allereerst gezocht mo«t
worden in het steeds toenemende
aantal studeerenden aan de Rij kg
Hoogere Land-, Tuin- en Boschbouw-
school, terwijl ook het aantal leerlin
gen der Rijkslandbouwschool zich
uitbreidt. De behoefte aan grootere
ruimte doet zich steeds dringender
gevoelen. Wanneer nu de Rijksland
bouwschool verplaatst wordt, zal het
gebouw onmiddellijk voor de Hoogere
Rijks Land-. Tain- en Boschbouw-
school in gebruik worden genomen.
Er moeten in ieder geval maatre
gelen worden genomen. Dat is voor
het landbouwonderwijs een quaestie
van to be, or not be. Thans ook doet
zich de gelegenheid voor om rekening
t# houden met de aanspraken van
Groningen, vanwaar de Rijksland
bouwschool haar meeste leerlingen
krijgt. Ook het samenzijn van Rijks
L. Sch. en H, L., T. en Boschbouw-
school in dezelfde gemeente heeft
bezwaren.
„Maar," vroegen we verder, „zijn
de aanspraken van zóo overwegenden
aard, dat, wanneer te Wageningen b.v.
wel ruimte genoeg was, ook dan aan
overplaatsing zou gedacht worden".
Hierop zetten wij de bedoeling van
onze vraag uiteen, nl. het aanleggen
van een graadmeter naar de noodza
kelijkheid der verplaatsing. We pre
ciseerden „of er kans bestond, indien
Wageningen bij alle opofferingen die
het zich reeds voor het behoud der
onderwijsinrichtingen getroost heeft,
dezelfde aanbiedingen deed als de
andere gemeenten, dat dan de Rijks-
landbouwschool hier misschien ge
vestigd zou blijven?"
Kansberekeningen dienaangaande
kregen we echter niet te hooren.
„De beslissing is aan de Tweede
Kamer. Die moet weten wat ze doet.
Beslist zij, dat de school te Wage
ningen blijft soit! Er zijn zoo
velerlei bekmgen die op den voor
grond treden. Laat ook Wageningen
zijn best doen. Er moet echter een
beslissing komen."
Met dit laatste stemden we van
harie in en gaven een oogenblik ons
geprangd gemoed lucht over de on
zekerheid, die nu al zoo lang bestaat
en elk initiatief doodt of verlamt.
Mede in verband met dit pant vroegen
we. of eerlang de daadwerkelijke ver
heffing der H. Land-, Tuin- en Bosch
bouwscbool tot Landbouwhoogeschool
te wachten is.
Uit het antwoord dat wij kregen,
bleek echter, dat, hoewel de H. L. T
en B. School metterdaad wel reeds
als behoorende bij het Hooger Onder
wijs gerekend wordt, de gelegenheid
om te Wageningen te promoveeren
nog wel eenigen lijd op zich zal laten
wachten. Aan een verplaatsing van dit
Hooger Instituut van Landbouwon
derwijs wordt echter niet gedacht.
DE STREEK (N. H.), 12 Augustus.
De aardappelhandel, anders zoo druk
om dezen tijd van 't jaar, staat hier
thans bijna stil. Tengevolge van de
aardappelziekte, die maakt dat be
langrijke partijen werden afgekeurd,
heeft de marktvereeniging De Tuin
bouw voorloopig deaaidappelveilingen
gestaakt. Ook te Hoogkarspel is de
aanvoer van geen beteekenis. Men
hoopt dat er spoedig een gunstige
verandering in deze malaise komt.
Vliegmachines voor hetBei-
gische leger. Het Belgische mini
sterie van oorlog heeft besloten vlieg
machines naar een eigen systeem te
bouwen. De te Doornik wonende in
genieur Walter Bulot Jwil vóór Sep
tember een vliegmachine samenstel
len, waarmede dan proefnemingen
zullen worden gedaan. De regeering
heeft den luchtschipper geldeiijken
steun verleend. Verder bouwt in het
Belgische plaatsje Vertaine in de pro
vincie Luik tegenwoordig Ridder van
Lammine een toestel, die veel op de
machine der Gebrs. Wright zou lijken.
Ook deze luchtschipper wil in Sep
tember zijne proefnemingen beginnen.
(De Auto.)
Luchtvaart Frankfort-Scheveningen.
In verband met den door de Maat
schappij Zeebad Scheveningen uitge
loofden prijs voor het eerste bestuur
bare luchtschip da' van de tentoon
stelling te Frankfort naar Schevenin
gen zou komen om daar te landen,
kan bericht worden dat van de Par-
seval Maatschappij aldaar bericht is
ontvangen, dat eerstdaags een bestuur
baar Parseval luchtschip de reis naar
de badplaats van Scheveningen
zal aanvaarden, dag en uur van aan
komst en landing zullen nader wor
den medegedeeld.
De arrestatie De Leau.
De correspondent van de „Loco
motief" te Solo schijft d.d. '10 Juli:
Zooals bekend is, verduisterde De
Leau geruimen tijd geleden ten na-
deele van de afdeelingsbank te Dte-
mak, ik meen een bedrag van f 6000.
De man was spoedig voortvluchtig
en onvindbaar. Op last van den
officier van justitie te Semarang
was allen assistent-residenten opge
dragen zooveel mogelijk te doen om
den ontrouwen administrateur te
vatten. Thans is hij reeds getrans
porteerd naar Semarang om opgebor
gen te worden, ten einde te zijner tijd
terecht t-e staan. Het verloop van
de arrestatie moge hier volgen.
Eergisterenmiddag kwam de Ma-
leier Amad, als politie-oppasser in
dienst van den ass.-resident, dezlen
waarschuwen dat hij vermoedelijk
op het spoor was van De Leau. Onze
Amad hunkerde van te voren reeds
naar „een premie", die helaas niet
op het vatten gezet was. Toch be
loofde de ass,-resident- hem een flin
ke belooning zoo zijn aan wijzingen
leidden tot de inhechtenisneming
van den voortvluchtige, G'stermid
dag nul, 9 dezer, kwam 'de Maleier te
rug en wist te vertellen dat degene,
dien men reeds maanden en maatnden
tevergeefs zocht, zich ophield in het
Chineesche hotel Tan A. Loei alhier,
Amad droeg er kennis Van dat De
Leau zwaar gewapend was, dat hij
steeds een geladen revolver hij zich
had, er handig mee manoeuvreeren
kon en zich meermalen had laten
ontvallen, dat de laatste „blauwe
boon" voor hemzelf was, als hij
„het geluk" mocht hebben er een
paar neer te leggen. Moorddadige
plannen alzoo! Voorzichtigheid was
dus aanbevolen.
De ass.-resident haastte zich den
schout op te bellen en hem zonder
commentaar te doen weten dat hij te
gen zevenen, zich te zijnen huize
had te vervoegen. Op dezelfde Wijze
werd dan ook de agent 'Reygers ont
boden, op wiens medewerking de
ass -resident in deze grooten prijs
stelde, daar Bi. den voortvluchtige
al van vroeger kende. Om ruim ze
ven uur trok de ass,-resident met de
drie bovengenoemde poli tie-am b tena-
naren in drie andongs naar boven
vermeld hotel. Even hiervoor stap
ten zij uit en zagen 'daar een meneer
aan het „ijsberen", vermoedelijk om
wat van de avondlcuht te genieten.
Direct rook Amad lont en fluiste
rend gaf hij te kennen dat dat de
meneer was, dien hij voor De Leau
had aangezien. De schout stevende
op den „luchtscheppenden" meneer
af en vroeg hem naar zijn naam,
waarop hij tot antwoord kreeg:
„Meijer". iWjel was de schout eerst
een beetje beduusd door het brutale
antwoord! Reygers, die met den
ass.-resident nog op een afstand
stond, werd er nu ook op afgestuurd
en nadat- deze hem eens goed opge
nomen had, vroeg de ass.-resident
hem of hij hem herkende, waarop R.
geen beslist antwoord kon geven,
aangezien men zich in 't donker be
vond Dte ass.-resident nam daarom
het gesprek over en verzocht den
„heer jlXeyer" met hem het hotel
binnen te gaan, waaraan voldaan
werd Direct sloten 3e drie Keeiren
hem in De Leau, staande met den
rug tegen den muur, de anderen in
een hal ven kring er omheen, Zoo-
dat bij de minst verdachte beweging
kon worden toegesprongen. Hier in
't licht werd R. nog eens gevraagd of
men De Leau voor zich 'zag, waar
na de ass.-resident op het bevesti
gend antwoord, sprak: „Mijnheer
Meyer, u wordt herkend als te zijn
De Leau, den voortvluchtige".
„Door wien?" luidde het brutale
antwoord -„Door den meneer hier
naast mij„Och! en hoe komt-ie
daaraan „Hij kent. u Van vroe
ger. Maak nu maar geen praatjes en
antwoord kort en bondig1, is u De
Leau, ja of neen" „Ja," klonk
het korte bescheid. „Zoodan heb
ik in last u naar Semarang op te
zenden." „In last? Van wien
't Werd hem nu echter gauw dui
delijk gemaakt dat meu van praatjes
niet gediend was. De naam „officier
van justitie" maakte hem zoo timide
dat hij dadelijk toestemde gewillig
mee te zullen gaan, zelfs verzoeken
de, stil en kalm te werk te willen
gaan, daar hij niet graag een op
loop op straat zag'.
Hij vertelde nog dat hij toch al
van plan was zich aan de politie
over te leveren, daar het omzwer
vend leven hem begon te vervelen
en hij hét niet lang meer zou kunnep
volhouden. Ruim een maanl bevonl
hij zich in het Solo'sche, nu ter
hoofdplaatse, dan elders in het ge
west zich ophoudende. Ook had hij
reeds een bezoek gebracht aan Au
stralië en aan Singapore.
Bij visitatie door den schout bleek
de man geheel ongewapend, maar na
dat deze op last van den ass.-resident
de eerste zijner drie kamers aan
wees, viel hun oog bij het binnen
treden dadelijk op een met scherpe
patronen geladen revolver, die op
tafel gereed lag. Voorts werden nog
in beslag genomen: 6 geweren, een
tweede revolver, vele papieren, o.a.
administratie betreffende de afdee
lingsbank te Diemak, f95 aan bank
papier ,5 Engelsche sonvereigns, een
massa patronen ,veel kleeding en
gipsvormen voor het aanmaken van
valsche munt. Een en ander kan
leiden tot meerdere processen-viïr-
baaltjes! Het gips had hij pas ge
kocht, in toko Haye, handel in chemi
caliën
De ass.-resident, de heer Blok, liet
nu een inventaris opmaken door dep
schout en bracht daarna met Rey
g'ers den gevangene voor den resi
dent en vervolgens naar de boei,
waarop hij gratis logies bekwam in
de oude gevangenis. Teruggekeerd
naar het hotel, waar de schout in-
tusschen reeds zooveel mogelijk ver
zegeld had, werd hiermee voortge
gaan tot alles in orde Was. Die ass.-
resident belastte den schout met 'het
transport van Die Leau naar Sema
rang op 10 dezer, waarna 'de heer
Blok wel laat en „gaar", Piaar ten
zeerste voldaan, naar de zoogenaam
de ontmoeting kon gaan. die plaats
had tusschen bruid en bruidegom:
een dochter van p anger an Ario Koe-
soemodilogo, jongeren broeder van
den soesoenan, huwt namelijk met
een zoon van zijn overleden broe
der.
Heden zagen wij terstede mr. Bou-
man van Semarang, en vermoeden
dat diens overkomst in het Pauwste
verband staat met bovenvermelde
zaak. i
Een woord van hulde voor den
„speurenden" Amad is hier niet Piis-
plaatst. Wij vernamen, dat reeds in
Februari van dit jaar de gebroeders
Bieygers op den zoek zijn geweest
en tot Cheribon het spoor van den
voortvluchtige konden volgen. Ze
zijn toen voor zulke orakelen 'gezet,
dat ze na vruchteloos pogen hun op
sporingen wel moesten staken. Een
en ander geschiedde op last Van den
ass.-resident.
Nederland, China en belastingen.
De „Java-Bode" schreef onder dit
hoofd het volgende:
„In den „Courrier d'Haiphong"
lezen wij het volgende bericht:
„Het Chineescbe departement van
BinDenlandeche Zaken beeft bemerkt,
dat de lasten, den Cbineeschen inge
zetenen op Java door de Nederland
sche overheid opgelegd, veel te hoog
zijn. De minister van Buitenlandsche
Zaken, Liang heeft een krachtig ver
toog hierover bij het Nederlandsej
gezantschap te Peking ingsdiend, waar
men hem neloofd heeft de zienswijze
van de Chineescbe regeering aan de
regeering te 's-Gravenbage te zullen
overbrengen. Of dit tot iets zal kunnen
ltiden is niet bekend."
Natuurlijk zal net tot niets leiden.
China heelt niets te zien in de wijze,
waarop de Nederlandsch-Indische
regeenng ha«r onderdanen van Chinee
scbe afkomst behandelt.
Elke inmenging, op welke wijze
ook, van da Chineescbe regeering in
de zaken van dit land moet het
kan schelen waarover het gaat
beleefd maar beslist afgewezen worden.
Slechts wanneer het officieele China
zich volkomen buiten de zaak houdt,
zal bet onzer regeering mogelijk zijn
de rechtmatige giieven der hier
wonende Chineezen en die zijn er
niet weinige weg te nemen.
Naar pressie van de zijde der
Chineescue regeering zal Nederlandsch-
Indië niet luisteraD, zijn politiek zal
het op zulk aandringen niet wijzigen.
Geheel viij wenEcbt het te beslissen.
Een enkel woord nog omtrent
inmenging van het officieele China in
zaken, welke andere mogendheden
aangaan. In hetzelfde nnmmer van den
„Courrier d'HaiphoDg", waaraan wij
bovenstaand bericht ontleenden, lezen
wij dat aangezien het de Chineesche
regeenng ter oore was gekomen, dat
Chineezen vaak in Annam (dat onder
Fransch protectoraat staat) door vreem
delingen (Franschen werden mis
handeld, zij, ondanks de mededeeliüg
van den Franschen gouverneur dat
zulks niet waar was, het voornemen
had opgevat ambtenaren uit te zenden
om een onderzoek in Annam in te
stellen. Daarna zou zij zich tot den
Franschen gezant te Peking wenden
Geen moordaanslag?
De „Deli Cour." meldt omtrent het
voorval dat aan den adsistent Schort
Veldhuys het leven kostte, dat de
overledene er wel eens meer op sloeg,
hetgeen bij de koelies kwaad bloed
zette.
Toen nu de door hem geslagen koe
lie Pariman, zich tegen hem te weer
stelde, werd deze door een kameraad
aangevuurd, die later, de kans schoon
ziende, den assistent een slag op bet
hoofd toebracht met het zware eind
van den tjangkol. De getroffene stortt9
toen neder, ontving van Pariman een
dracht slagen met den rotanstok en
werd eerst door den toegesnelden
mandoer ontzet.
De toekijkende koelies gingen ter
stond W8er aan het werk, met uitzon
dering van Pariman, die de vlucht
koos. De koelies werden door Pariman
gesmeekt het stilzwijgen te bewaren
over zijD ingrijpen, hetgeen zij Don
derdag inderdaad volhielden, maar
afzonderlijk verhoerdlieten gisteren
de een na den ander bijzonderheden
los over Pariman's optreden.
Het visum repertum nu schrijft
het overlijden tot aan bloeduitstor
ting in de hersenen, tengevolge van
den door Pariman toegebrachte slag,
zoodat deze zul hebben te verant
woorden wegens doodslag, terwijl Pa
riman alleen zware lichamelijke mis
handeling kan worden ten laste ge
legd, met als verzachtende omstan
digheid de overweging dat hij deels
uit zelfverdediging handelde.
Naar aanleiding van ten breed
uitgewerkte klacht van een mede
werker van het „Hbld.," dat vanwege
het departement vaD Oorlog alles
gedaan wordt om den toeloop tot de
schietoefeningen te sluiten en de be
langstelling te doen afnemen, en ook
het voorbereidend militair onderricht
tegen te werken, heeft de Haagsche
correspondent van genoemd blad aan
het departement van Oorlog om in
lichtingen gevraagd.
Daar heeft men hem o.m. gezegd,
dat voor de schietoefeningen meer
geld dreigde te worden uitgegeven
dan daarvoor beschikbaar gesteld was.
Verder, dat de langdurige ervaring
met het voorbeieidend militair onder
richt opgedaan, geleerd heeft
lo. dat de vruchten, die dit onder
richt afwerpt, niet in aannemelijke
verhouding staan tot de opoffering in
tijd en moeite, die de leerlingen zich
getroosten
2o. dat het veel te duur is in ver
houding tot de vruchten die het
afwerpt;
3o. dat dit onderwijs het kader,
dat er mee belast is, in bruikbaarheid
aanzienlijk doet achteruitgaan, zoowel
door het niet bijwonen van het her-
halingsonderwijs bij het korp», als
door het telkens halve en geheele
dagen leegloopen, om een paar uren
onderwijs te gevenen
4o. dat hei schade toebrengt aan de
opleiding en de voorgezette opleiding
der militieplichtige jongelieden.
D'e verschillende vormen
van vliegmachines.
Een medewerker van het „Hbld."
is te Issy op het vliegproef-terrein
geweest en vertelt:
Die sterkste indruk, dien ik van
Issy heb meegebracht, is die van
groote bewondering voor Blériot's
schepping, in vergelijking met de
meervl akkige vliegtoestellen van
Voisin, Vxight, Sanchez, enz. Reeda
alleen de eenvoud vau den „mono-
plan" treft als kenmerk van wat
toch wel „het ware" blijken^ zal.
Naast, de geweldige gevaarten in de
andere schuren is het kleine, slanke
opvliegertje, dat het meest den vo-
gelvorm nabijkomt, een wonder van
vernuftige, ranke, economische con
st,ructie. Driehonderd K.G. weegt
hel, en die draagt zijn man evengoei
als de „biplans", die vijf-, zeshon
derd K.G. zwaar zijn. Met z'n mo-
iorije van 22 P.K. vliegt het veel
sneller dan de „biplans", die meer
dan het dubbele aantal paardekrach-
ten ooodig hebben om de lucht in te
gaa n. En een voordeeel daarvan is
weer. dat door die grootere snelheid,
die den weerstand van den lucht aan
merkelijk doet toenemen het vleu
gel-oppervlak veel geringer kan zijn.
Terwijl Wright en Far man op na
genoeg 50 vierk. M- linnen rusten,
doet Blériot 't met 12 vierk. M- af.
Dat is winst op alle manieren. Ln
dit alles nu nog afgescheiden van
aesthetische argumenten, die ook
nog in het voordeel van den „mono-
plan" zijn. Het is ongelijk sierlijker
een kunstvogel te zien vliegen, met
een mannenlijf halverwege uit het
lichaam van dien vogel opduikende,
dan een ingewikkeld samenstel van
lappen, latten en dragen, waarbin
nen de vliegman de gedachte wekt
aan een tor in een lucifersdoosje,
in welk geheel men met den bes
ten wil van de wereld geen vogel
zien kan.
Tegenover die voordeden van den
,moDoplan" staat echter naar het
„'obijnt voorloopig nog het groote
nadeel van de mindere stevigheid.
De verhouding schijnt me zoo on
geveer die van een baanrace-machine
tot, een deugdelijken slagersfiets. Zie
je den stevigen bouw van een Voi-
#in-toestel, dan lijkt het heelemaal
niet' bijzonder gevaarlijk tusschen'
die latten en binten te gaan zitten,
maar het zeteltje in het 1 atjes-liji
van Blériot's kunstvogel, tusschen
die paar fragiele ijzerdraadjes, die
de uiteinden der vleugels er aan
verbinden, toont minder uitlok
ken ds. En dat dit laatste toestel ook
wel heel teer is, bleek nog kort ge
leden, toen het na een t-ochtj© van'
weinige minuten op enkele meters
hoven den grond hij het toch vol
strekt niet hard neerkomen, alweer
licht beschadigd werd. Zoo ieta
moest, toch niet meer kunnen gebeu
ren Dat neemt echter uiet weg, dat
Blériot op het toestel zooals het nu
is, al drie en veertig bestellingen
heeft gekregen, tegen tienduizend
francs per stuk een aardig zaak
je Maar er moet dan ook heel wat
gebeuren, eer hij de honderd-duizeu-
den terugverdiend heeft die het
vliegen hem al heeft gekost-
Behalve het- probleem van de ste
vigheid is toch ook dat van de sier
lijkheid nog laug niet voldoende op
gelost. Wel is de „Blériot" over
bet algemeen reeds veel eleganter,
veel meer vogel- en libel-achtig dan
de „biplans" met of zonder staart,
maar één ding doet toch, als men het
ioestel ziet vliegen, nog onaange
naam aanhet, onderstel met de drie
fietswielen. Zoolang de „monoplau"
den driewieler nog in denzelfden
stand als waarin hij er even te vo
ren op rustte en er straks weer op
rusten zal, door de lucht medesleept,
zal hij nooit den indruk maken van
een voertuig, dat in de lucht hoort,
of zelfs maar zich in de lucht thuis
gevoelt. Van een vliegenden vogel
zijn de pooten langs het lijf gestrekt,
een economische maatregel, om
dat, hij ze op dat oogenblik niet noo-
dig heeft en ze maar wond vangen'
als hij ze naar beneden houdt. Iets
dergelijks, een mechaniek waardoor
de draagwielen na het opvliegen
naar binnen geslagen worden bij
voorbeeld maar steeds gereed tot
uitslaan natuurlijk zal nog voor
den opvlieger moeten worden uitge
dacht, willen we den indruk krij
gen. dat hij in de lucht werkelijk
„in zijn element" is.
Het luchtschip van
Parsef al.
Omtrent de Parsefal-luehtschepen,
waarmede de reis naar Schevenin
gen zal. worden aanvaard, lezen wij
in een der Duitsche blade u de vol
gende beschouwing.
De ervaring, die men bij een© na
dere kennismaking met het Zeppe
lin- en Parsefal-luchtsdhip opdoet,
is, dat in bouw en constructie veel
meer eenvoud heerscht, dan meu
eerst gedacht had. Een eenvoud, die
in zekere mate ontnuchtert, daar zij
niets vau den grooten strijd ver
raadt, die gevoerd moest worden,
voor men de tegenwoordige vol
maaktheid bereikte. De moeilijkheid
school in de schikking van de con
structie- en bouwmiddelen, in den
weerstand van de stof, die gebroken
moest worden.
Be proeven van Santos Dumonb
haddén majoor Parsefal aangezet tot
het bouwen van zijn luchtschip. Hij
streefde er naar, een luchtschip te
bouwen, dat de kogelballon zooveel
mogelijk nabij kwam. Reeds in 1902
waren de onderdeden gereed ge
maakt, maai- werden niet aaneenge
voegd. Eerst het succes van Lebau-
dy spoorde hem tot verdere voort
zetting aan. In 1906 werd het lucht
schip voor de eerste maal bij het»,
luchtschipbataillon beproefd. Na
veel toentertijd mislukte proefne
mingen en vele moeilijkheden heeft
de Motor-Luftschiff-studiengesell-
schaft het materiaal overgenomen
en haar heeft men ook de volmaking
en voltooiing van Parsefal s idee te
danken.
De ballon is van voren kogelvor
mig en loopt van achteren in een
spitse punt uit. Tot dezen vorm ia
men eerst na vele proeven en theo
retische onderzoekingen gekomen.
De ballon, die zich in de „Ha" be
vindt, heeft een weinig van zijne
oorspronkelijke slankheid ingeboet,
daar door de zwaarte van de gondel
de inhoud van den ballon noodzake
lijk eene vergrooting .moest onder
gaan.
Gewichtig is de inrichting in het
binnenste van den ballon, n.l. de
luchtzakken. De Parsefai heeftvoor
en achter een kleinen ballon met
lucht, gevuld- Deze hebben een dub
bel doel. .Wijl zij met lucht gevuld
zijn, geven zij aan den ballon zulk
een strakheid, dat het lichaam van
den ballon de gondel met de passa
giers kan dragen.
Het tweede gevolg is het hoog
sturen. Naar gelang men den voor
st eü of achtersten zak overwicht
geeft door het laten instroomen van
lucht, daalt of rijst de ballon. De
luchtzakken worden door middel van
ee nventilator, die zich in de gondel
bevind, gevuld. Langs de onderzijde
van den ballon voert de geleiding,
die zich in het midden in tweeën ver
deelt, Aan de einden van die gelei
dingen zijn de ventilators aange
bracht en wel aan elk een inlaat-
en zekerheidsklep. Wanneer hij het
stijgen het gas in den ballon uitzet,
drijft het de lucht uit de kleinere
ballons. Als deze echter tot op ze
kere hoogte zijn saamgedrukt, wordt
door verbindingsdraden de bovenste
hoofdklep geopend, zoodat bij nog
groote uitzetting het gas weg
stroomt eD geen te groote druk kan
ontstaan. Een „Stoff-Membrane",
onder aan het, omhulsel, die ook door
een lijn geopend wordt voorkomt
eveneens te groote drukking en bar
sten van den ballon. De hoofdklep
kan men naar willekeur zelf openen
en sluiten. De gondel is bewegelijk.
Dit heeft ten doel met minder kracht
het verplaatsen van den ballon baj