FLO RA. Landbouw en Visscherij. Sport en Wedstrijden. Koloniën. Leger en Vloot, Wetenswaardig Allerlei, Het druppelen der planten. Voor ieder, die wei eens een Arons kelk in zijn kamer gekweekt heelt, w het een bekend verschijnsel, dat aan <je bladeren dezer planten dikwijls druppels hangen. Juist daar, waar het "lad in een punt uitloopt, nangtdan ®en mooie heldere droppel, veel ge lijkenis toonende met een gewone dauwdroppel. Nu is het natuurlijk niet te ver- Wachten, dat het in de kamer zal 8aan dauwen. De dauw toch ontstaat "ij helderen hemel, als er zooveel Warmte door de aarde en lucht woidt uitgestraald, dat de waterdamp aan de planten in vloeibaren toestand zich Kaat afzetten en daar water vormt. een kamer kan dat eenter niet plaats hebben. Nu zou men soms in de meening kunnen verkeeren, dat U't water ie, dat na het bespuiten der Planten zich daar heelt verzameld, ®aar ook daar men de planten in 't Seheel niet bespuit, vormt zich bij de Aronskelk steads weer water aan het uiteinde der bladeren. Blijkbaar is het afkomstig van de plant zelf en inder daad is dat het geval en niet alleen ~ij deze plant, maar bij meerdere plan- teo komt dit voor. Wellicht is het voor menigeen, die w®et dat het alleen bij heldere lucht •idauwt", een vreemd verschijnsel ge weest, des morgens na een donkeren Uacht aan sommige planten tal van Waterdroppels te zien hangen, op soortgelijke manier als wanneer het ®ioïk heeft gedauwd. Vooral bij de Paardenstaart heb ik het laatst op een Ptacntige manier gezien. Talrijke plau- waren met fijne druppeltjes bezet iorwijl de dauw al lang van de plan af was. Ook bij ae Oost Indische Kers is het zeer interessant. Dikwijls "angt dan aan ieder der stompe hoe- *eih waar een biadnerl eindigt, een "oldere droppel. Bij Fucusia's, Co- -eOssen, Papavers en meer andere, bij grassen in 't algemeen is het zeer §°eo te zien. Bij planten, die in de ka- groeien, is er echter geen spre kende». bewijs dan de Aronskelk (Palla aethiopica). Du verschijnsel is algemeen bekend Obder den naam van het Druppe lt der planten. &ooals iedereen weet, nemen de Plenten zeer veel water tot zich. Zij "ehoeven dat voor hare voeding, want de Voedingstoffen worden alleen in oplosbaren toestand opgenomen. Toen Ueeft al dat water voor de plant ver- geen nut. Wel wordt er natuurlijk ^°or dea opbouw van het lichaam wa- er verbruikt, maar verreweg het ??eesle water verdampt weer door de "'aderen, waarin zich kleii e openin gen (z.g, huidmondjes) bevinden en daardoor dus de buitenlucht in ge- 'beenschap staat met de lucht in het P'antenlichaam. VaD hier uit heeft Oh een Bterke luchtstroom plaats, j aar de met waterdamp verzadigde "hcht in het binnenste van het blad, "aar buiten stroomt, terwijl lucht, die ?rib aan waterdamp is, van buiten 'btreedt. Naarmate de lucht buiten O'oger is, zal de luchtstroom sterker *Ün. Daar de plant aan hare behoefte han koolstof moet voorzien door het koolzuur uit de lucht vast te grijpen, komt haar deze luchtstroom dus uit kokend te pas voor den opbouw ha- *er organen en is het verdampen van ®et water dus niet alleen van belang v°or de opname van nieuwe voeding- kolfeu door middel van de wortels, jhaar ook voor de omzetting van het koolzuur. Er heeft dus van uit de bladeren ^®b zuigende werking plaats om het ^hter naar boven te trekken, maar bovendien werkt daartoe ook een kracht in de wortels mede, die men bestempelt met den naam van Wor- ^eldrukkiDg en die men in het Voorjaar vooral zeer goed kan waar omen bij planten, die gekwetst wor- 0?* Snijdt men dan b. v. van den Wijnstok een tak af, dan zal deze he- „bloeden", tengevolge van de sap- ®6b door den worteldruk omhoog Pkst. Iu den regel komen worteldruk ®Q verdamping in de bladeren wel Omveer overeen, maar wanneer de 'hebt in de omgeving der bladeren h°or bepaalde omstandigheden bijna waterdamp verzadigd is (zooals at op zoovele zomerdagen, kort voor ?eb onweer b.v. het geval kan zijn) er slechts weinig verdamping P1&ats, terwijl het water door den Wortelstok toch steeds omhoog ge- Perst wordt. Dit water du verlaat dan d.e plant door daarvoor bepaald inge- 'oh te openingen, die zeer veel op da »"bidmondjes" gelijken, maar er toch °°k weer verschillend van zijn. Bij fcöbrek aan een beteren naam zullen vrij ze, evenals de Duitschers, maar »w.atergpleten" noemen. Bij enkele Planten dienen echter de gewone ^idnaondjes tevens voor waterafschei- Sommige planten hebben betrek- eUjk groote waterspleten, zooals de p,°8t Indische Kers, de Kattestaart of jhrtijke (Lythrum salicaria) en de r"°gelboterbloem (Ranunculus flam- 7?"'a)bij andere zijn ze veel kleiner. eWoonlijk liggen deze waterepleten de uiteinden der hoofdnerven, t°° b. v. bij Calla aethiopica aan den van het blad, in andere gevallen ^gen zij langs dan rand, zooals b.v. lJ Colocasia, Potentilla en andere. Dat inderdaad de waterafscheiding jP deze manier nog al ietsbeteekent, ent 113811 hieruit afleiden, dat bij een >n blad van Colocasia antignorum nacht 20 22 gram water werd P£fevaUgen. Vemn het water nu bij vertraagde ^damping door deze waterspleten 0^ Wijken, dan wordt daarmede een ©^ohooping van water in sommige 8Q voorkomen, wat door de sterke leldruk toch zoo erg zou kunnen zijn, dat de celwanden zouden barsten.. Zoo ziet men dus, dat een bewon derenswaardige inrichting de plantin staat stelt, deze scheuring der cellen te voorkomen en voor de zooveelste maal moet het ons opvallen, hoe mooi de natuur is ingericht. H. J. LYCKLAMA. INGEZONDEN. Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Eedactie zich niet aansprakelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de copy den inzen der niet teruggegeven. Geachte Redactie, Vergun mij enkele woorden naar aanleiding van het verslag der ver gadering van het PI. Comité voor Kath. Soc. Actie, in uw nummer van Woensdagavond. Met betrekking tot het rapport der Commissie R. K. Bevolkingsregister staan in dat verslag een paar dingen, die de Commissie niet voor haar rekening kan nemen en die dan ook in het rapport niet voorkomen. Het verkrijgen van inlichtingen is op het oogenblik niet „te kostbaar", maar integendeel heel goedkoop. Het zou echter in da toekomst kostbaar worden. (Zie in verband hiermede ook het voorstel van B. en W. aan den Raad, opgenomen in de N. H. Ct. van Donderdag j.l.) Maar nog minder kan de Commis sie voor haar rekening nemen, dat het aan de gemeente-bureaux „zulk een desolate toestand" is. Zeker, door het ontbreken van controleurs op het aangeven van verhuizingen binnen Haarlem, en door de niet-verplichte aangifte van godsdienst verandering e. a. zijn inderdaad op verschillende punten de gemeente-opgaven niet be trouwbaar, Maar de Commissie heeft geen enkele reden om te denken, dat met de beschikbare middelen aan de bureaux der gemeente niet alles ge daan wordt, wat kan. De uitdrukking „desolate toestand" schijnt haar daarom bepaald onjuist. Met dank voor de plaatsing hoogachtend, Namens de Commissie L. BEIJSENS, pr. De verplaatsing der Rijkslandbouw school. Onder dit opschrift schrijft „De Wageninger" Naar aanleiding van de verschillen de berichten betreffende de aanstaande verplaatsing van de Rijksiandbouw- school hebben wij ter plaatse waar men geacht kan worden volkomen op de hoogte te zijn, informaties inge wonnen. Onze eerste vraag was natuurlijk, of de berichten betreffende deze ver plaatsing juist zijn. Daarop werd mat een volmondig „ja" geantwoord. Het plan bestaat de Nederlandsche afdeeling der Rijks- landbouwschool te verplaatsen ;naar Groningen en samen te smelten met de daar bestaande Rijkslandbouw- winterachool. De Indische klaas# der R. L. S. zal dan tegelijkertijd worden overge bracht naar Deventer. De plannen dienaangaande zullen bij de aanstaande behandeling der Staatsbegrooting aan de Staten-Gene- raal ter goedkeuring worden voorge legd. Omtrent de leidende motieven der voor te stellen verplaatsing, vernamen we, dat deze allereerst gezocht mo«t worden in het steeds toenemende aantal studeerenden aan de Rij kg Hoogere Land-, Tuin- en Boschbouw- school, terwijl ook het aantal leerlin gen der Rijkslandbouwschool zich uitbreidt. De behoefte aan grootere ruimte doet zich steeds dringender gevoelen. Wanneer nu de Rijksland bouwschool verplaatst wordt, zal het gebouw onmiddellijk voor de Hoogere Rijks Land-. Tain- en Boschbouw- school in gebruik worden genomen. Er moeten in ieder geval maatre gelen worden genomen. Dat is voor het landbouwonderwijs een quaestie van to be, or not be. Thans ook doet zich de gelegenheid voor om rekening t# houden met de aanspraken van Groningen, vanwaar de Rijksland bouwschool haar meeste leerlingen krijgt. Ook het samenzijn van Rijks L. Sch. en H, L., T. en Boschbouw- school in dezelfde gemeente heeft bezwaren. „Maar," vroegen we verder, „zijn de aanspraken van zóo overwegenden aard, dat, wanneer te Wageningen b.v. wel ruimte genoeg was, ook dan aan overplaatsing zou gedacht worden". Hierop zetten wij de bedoeling van onze vraag uiteen, nl. het aanleggen van een graadmeter naar de noodza kelijkheid der verplaatsing. We pre ciseerden „of er kans bestond, indien Wageningen bij alle opofferingen die het zich reeds voor het behoud der onderwijsinrichtingen getroost heeft, dezelfde aanbiedingen deed als de andere gemeenten, dat dan de Rijks- landbouwschool hier misschien ge vestigd zou blijven?" Kansberekeningen dienaangaande kregen we echter niet te hooren. „De beslissing is aan de Tweede Kamer. Die moet weten wat ze doet. Beslist zij, dat de school te Wage ningen blijft soit! Er zijn zoo velerlei bekmgen die op den voor grond treden. Laat ook Wageningen zijn best doen. Er moet echter een beslissing komen." Met dit laatste stemden we van harie in en gaven een oogenblik ons geprangd gemoed lucht over de on zekerheid, die nu al zoo lang bestaat en elk initiatief doodt of verlamt. Mede in verband met dit pant vroegen we. of eerlang de daadwerkelijke ver heffing der H. Land-, Tuin- en Bosch bouwscbool tot Landbouwhoogeschool te wachten is. Uit het antwoord dat wij kregen, bleek echter, dat, hoewel de H. L. T en B. School metterdaad wel reeds als behoorende bij het Hooger Onder wijs gerekend wordt, de gelegenheid om te Wageningen te promoveeren nog wel eenigen lijd op zich zal laten wachten. Aan een verplaatsing van dit Hooger Instituut van Landbouwon derwijs wordt echter niet gedacht. DE STREEK (N. H.), 12 Augustus. De aardappelhandel, anders zoo druk om dezen tijd van 't jaar, staat hier thans bijna stil. Tengevolge van de aardappelziekte, die maakt dat be langrijke partijen werden afgekeurd, heeft de marktvereeniging De Tuin bouw voorloopig deaaidappelveilingen gestaakt. Ook te Hoogkarspel is de aanvoer van geen beteekenis. Men hoopt dat er spoedig een gunstige verandering in deze malaise komt. Vliegmachines voor hetBei- gische leger. Het Belgische mini sterie van oorlog heeft besloten vlieg machines naar een eigen systeem te bouwen. De te Doornik wonende in genieur Walter Bulot Jwil vóór Sep tember een vliegmachine samenstel len, waarmede dan proefnemingen zullen worden gedaan. De regeering heeft den luchtschipper geldeiijken steun verleend. Verder bouwt in het Belgische plaatsje Vertaine in de pro vincie Luik tegenwoordig Ridder van Lammine een toestel, die veel op de machine der Gebrs. Wright zou lijken. Ook deze luchtschipper wil in Sep tember zijne proefnemingen beginnen. (De Auto.) Luchtvaart Frankfort-Scheveningen. In verband met den door de Maat schappij Zeebad Scheveningen uitge loofden prijs voor het eerste bestuur bare luchtschip da' van de tentoon stelling te Frankfort naar Schevenin gen zou komen om daar te landen, kan bericht worden dat van de Par- seval Maatschappij aldaar bericht is ontvangen, dat eerstdaags een bestuur baar Parseval luchtschip de reis naar de badplaats van Scheveningen zal aanvaarden, dag en uur van aan komst en landing zullen nader wor den medegedeeld. De arrestatie De Leau. De correspondent van de „Loco motief" te Solo schijft d.d. '10 Juli: Zooals bekend is, verduisterde De Leau geruimen tijd geleden ten na- deele van de afdeelingsbank te Dte- mak, ik meen een bedrag van f 6000. De man was spoedig voortvluchtig en onvindbaar. Op last van den officier van justitie te Semarang was allen assistent-residenten opge dragen zooveel mogelijk te doen om den ontrouwen administrateur te vatten. Thans is hij reeds getrans porteerd naar Semarang om opgebor gen te worden, ten einde te zijner tijd terecht t-e staan. Het verloop van de arrestatie moge hier volgen. Eergisterenmiddag kwam de Ma- leier Amad, als politie-oppasser in dienst van den ass.-resident, dezlen waarschuwen dat hij vermoedelijk op het spoor was van De Leau. Onze Amad hunkerde van te voren reeds naar „een premie", die helaas niet op het vatten gezet was. Toch be loofde de ass,-resident- hem een flin ke belooning zoo zijn aan wijzingen leidden tot de inhechtenisneming van den voortvluchtige, G'stermid dag nul, 9 dezer, kwam 'de Maleier te rug en wist te vertellen dat degene, dien men reeds maanden en maatnden tevergeefs zocht, zich ophield in het Chineesche hotel Tan A. Loei alhier, Amad droeg er kennis Van dat De Leau zwaar gewapend was, dat hij steeds een geladen revolver hij zich had, er handig mee manoeuvreeren kon en zich meermalen had laten ontvallen, dat de laatste „blauwe boon" voor hemzelf was, als hij „het geluk" mocht hebben er een paar neer te leggen. Moorddadige plannen alzoo! Voorzichtigheid was dus aanbevolen. De ass.-resident haastte zich den schout op te bellen en hem zonder commentaar te doen weten dat hij te gen zevenen, zich te zijnen huize had te vervoegen. Op dezelfde Wijze werd dan ook de agent 'Reygers ont boden, op wiens medewerking de ass -resident in deze grooten prijs stelde, daar Bi. den voortvluchtige al van vroeger kende. Om ruim ze ven uur trok de ass,-resident met de drie bovengenoemde poli tie-am b tena- naren in drie andongs naar boven vermeld hotel. Even hiervoor stap ten zij uit en zagen 'daar een meneer aan het „ijsberen", vermoedelijk om wat van de avondlcuht te genieten. Direct rook Amad lont en fluiste rend gaf hij te kennen dat dat de meneer was, dien hij voor De Leau had aangezien. De schout stevende op den „luchtscheppenden" meneer af en vroeg hem naar zijn naam, waarop hij tot antwoord kreeg: „Meijer". iWjel was de schout eerst een beetje beduusd door het brutale antwoord! Reygers, die met den ass.-resident nog op een afstand stond, werd er nu ook op afgestuurd en nadat- deze hem eens goed opge nomen had, vroeg de ass.-resident hem of hij hem herkende, waarop R. geen beslist antwoord kon geven, aangezien men zich in 't donker be vond Dte ass.-resident nam daarom het gesprek over en verzocht den „heer jlXeyer" met hem het hotel binnen te gaan, waaraan voldaan werd Direct sloten 3e drie Keeiren hem in De Leau, staande met den rug tegen den muur, de anderen in een hal ven kring er omheen, Zoo- dat bij de minst verdachte beweging kon worden toegesprongen. Hier in 't licht werd R. nog eens gevraagd of men De Leau voor zich 'zag, waar na de ass.-resident op het bevesti gend antwoord, sprak: „Mijnheer Meyer, u wordt herkend als te zijn De Leau, den voortvluchtige". „Door wien?" luidde het brutale antwoord -„Door den meneer hier naast mij„Och! en hoe komt-ie daaraan „Hij kent. u Van vroe ger. Maak nu maar geen praatjes en antwoord kort en bondig1, is u De Leau, ja of neen" „Ja," klonk het korte bescheid. „Zoodan heb ik in last u naar Semarang op te zenden." „In last? Van wien 't Werd hem nu echter gauw dui delijk gemaakt dat meu van praatjes niet gediend was. De naam „officier van justitie" maakte hem zoo timide dat hij dadelijk toestemde gewillig mee te zullen gaan, zelfs verzoeken de, stil en kalm te werk te willen gaan, daar hij niet graag een op loop op straat zag'. Hij vertelde nog dat hij toch al van plan was zich aan de politie over te leveren, daar het omzwer vend leven hem begon te vervelen en hij hét niet lang meer zou kunnep volhouden. Ruim een maanl bevonl hij zich in het Solo'sche, nu ter hoofdplaatse, dan elders in het ge west zich ophoudende. Ook had hij reeds een bezoek gebracht aan Au stralië en aan Singapore. Bij visitatie door den schout bleek de man geheel ongewapend, maar na dat deze op last van den ass.-resident de eerste zijner drie kamers aan wees, viel hun oog bij het binnen treden dadelijk op een met scherpe patronen geladen revolver, die op tafel gereed lag. Voorts werden nog in beslag genomen: 6 geweren, een tweede revolver, vele papieren, o.a. administratie betreffende de afdee lingsbank te Diemak, f95 aan bank papier ,5 Engelsche sonvereigns, een massa patronen ,veel kleeding en gipsvormen voor het aanmaken van valsche munt. Een en ander kan leiden tot meerdere processen-viïr- baaltjes! Het gips had hij pas ge kocht, in toko Haye, handel in chemi caliën De ass.-resident, de heer Blok, liet nu een inventaris opmaken door dep schout en bracht daarna met Rey g'ers den gevangene voor den resi dent en vervolgens naar de boei, waarop hij gratis logies bekwam in de oude gevangenis. Teruggekeerd naar het hotel, waar de schout in- tusschen reeds zooveel mogelijk ver zegeld had, werd hiermee voortge gaan tot alles in orde Was. Die ass.- resident belastte den schout met 'het transport van Die Leau naar Sema rang op 10 dezer, waarna 'de heer Blok wel laat en „gaar", Piaar ten zeerste voldaan, naar de zoogenaam de ontmoeting kon gaan. die plaats had tusschen bruid en bruidegom: een dochter van p anger an Ario Koe- soemodilogo, jongeren broeder van den soesoenan, huwt namelijk met een zoon van zijn overleden broe der. Heden zagen wij terstede mr. Bou- man van Semarang, en vermoeden dat diens overkomst in het Pauwste verband staat met bovenvermelde zaak. i Een woord van hulde voor den „speurenden" Amad is hier niet Piis- plaatst. Wij vernamen, dat reeds in Februari van dit jaar de gebroeders Bieygers op den zoek zijn geweest en tot Cheribon het spoor van den voortvluchtige konden volgen. Ze zijn toen voor zulke orakelen 'gezet, dat ze na vruchteloos pogen hun op sporingen wel moesten staken. Een en ander geschiedde op last Van den ass.-resident. Nederland, China en belastingen. De „Java-Bode" schreef onder dit hoofd het volgende: „In den „Courrier d'Haiphong" lezen wij het volgende bericht: „Het Chineescbe departement van BinDenlandeche Zaken beeft bemerkt, dat de lasten, den Cbineeschen inge zetenen op Java door de Nederland sche overheid opgelegd, veel te hoog zijn. De minister van Buitenlandsche Zaken, Liang heeft een krachtig ver toog hierover bij het Nederlandsej gezantschap te Peking ingsdiend, waar men hem neloofd heeft de zienswijze van de Chineescbe regeering aan de regeering te 's-Gravenbage te zullen overbrengen. Of dit tot iets zal kunnen ltiden is niet bekend." Natuurlijk zal net tot niets leiden. China heelt niets te zien in de wijze, waarop de Nederlandsch-Indische regeenng ha«r onderdanen van Chinee scbe afkomst behandelt. Elke inmenging, op welke wijze ook, van da Chineescbe regeering in de zaken van dit land moet het kan schelen waarover het gaat beleefd maar beslist afgewezen worden. Slechts wanneer het officieele China zich volkomen buiten de zaak houdt, zal bet onzer regeering mogelijk zijn de rechtmatige giieven der hier wonende Chineezen en die zijn er niet weinige weg te nemen. Naar pressie van de zijde der Chineescue regeering zal Nederlandsch- Indië niet luisteraD, zijn politiek zal het op zulk aandringen niet wijzigen. Geheel viij wenEcbt het te beslissen. Een enkel woord nog omtrent inmenging van het officieele China in zaken, welke andere mogendheden aangaan. In hetzelfde nnmmer van den „Courrier d'HaiphoDg", waaraan wij bovenstaand bericht ontleenden, lezen wij dat aangezien het de Chineesche regeenng ter oore was gekomen, dat Chineezen vaak in Annam (dat onder Fransch protectoraat staat) door vreem delingen (Franschen werden mis handeld, zij, ondanks de mededeeliüg van den Franschen gouverneur dat zulks niet waar was, het voornemen had opgevat ambtenaren uit te zenden om een onderzoek in Annam in te stellen. Daarna zou zij zich tot den Franschen gezant te Peking wenden Geen moordaanslag? De „Deli Cour." meldt omtrent het voorval dat aan den adsistent Schort Veldhuys het leven kostte, dat de overledene er wel eens meer op sloeg, hetgeen bij de koelies kwaad bloed zette. Toen nu de door hem geslagen koe lie Pariman, zich tegen hem te weer stelde, werd deze door een kameraad aangevuurd, die later, de kans schoon ziende, den assistent een slag op bet hoofd toebracht met het zware eind van den tjangkol. De getroffene stortt9 toen neder, ontving van Pariman een dracht slagen met den rotanstok en werd eerst door den toegesnelden mandoer ontzet. De toekijkende koelies gingen ter stond W8er aan het werk, met uitzon dering van Pariman, die de vlucht koos. De koelies werden door Pariman gesmeekt het stilzwijgen te bewaren over zijD ingrijpen, hetgeen zij Don derdag inderdaad volhielden, maar afzonderlijk verhoerdlieten gisteren de een na den ander bijzonderheden los over Pariman's optreden. Het visum repertum nu schrijft het overlijden tot aan bloeduitstor ting in de hersenen, tengevolge van den door Pariman toegebrachte slag, zoodat deze zul hebben te verant woorden wegens doodslag, terwijl Pa riman alleen zware lichamelijke mis handeling kan worden ten laste ge legd, met als verzachtende omstan digheid de overweging dat hij deels uit zelfverdediging handelde. Naar aanleiding van ten breed uitgewerkte klacht van een mede werker van het „Hbld.," dat vanwege het departement vaD Oorlog alles gedaan wordt om den toeloop tot de schietoefeningen te sluiten en de be langstelling te doen afnemen, en ook het voorbereidend militair onderricht tegen te werken, heeft de Haagsche correspondent van genoemd blad aan het departement van Oorlog om in lichtingen gevraagd. Daar heeft men hem o.m. gezegd, dat voor de schietoefeningen meer geld dreigde te worden uitgegeven dan daarvoor beschikbaar gesteld was. Verder, dat de langdurige ervaring met het voorbeieidend militair onder richt opgedaan, geleerd heeft lo. dat de vruchten, die dit onder richt afwerpt, niet in aannemelijke verhouding staan tot de opoffering in tijd en moeite, die de leerlingen zich getroosten 2o. dat het veel te duur is in ver houding tot de vruchten die het afwerpt; 3o. dat dit onderwijs het kader, dat er mee belast is, in bruikbaarheid aanzienlijk doet achteruitgaan, zoowel door het niet bijwonen van het her- halingsonderwijs bij het korp», als door het telkens halve en geheele dagen leegloopen, om een paar uren onderwijs te gevenen 4o. dat hei schade toebrengt aan de opleiding en de voorgezette opleiding der militieplichtige jongelieden. D'e verschillende vormen van vliegmachines. Een medewerker van het „Hbld." is te Issy op het vliegproef-terrein geweest en vertelt: Die sterkste indruk, dien ik van Issy heb meegebracht, is die van groote bewondering voor Blériot's schepping, in vergelijking met de meervl akkige vliegtoestellen van Voisin, Vxight, Sanchez, enz. Reeda alleen de eenvoud vau den „mono- plan" treft als kenmerk van wat toch wel „het ware" blijken^ zal. Naast, de geweldige gevaarten in de andere schuren is het kleine, slanke opvliegertje, dat het meest den vo- gelvorm nabijkomt, een wonder van vernuftige, ranke, economische con st,ructie. Driehonderd K.G. weegt hel, en die draagt zijn man evengoei als de „biplans", die vijf-, zeshon derd K.G. zwaar zijn. Met z'n mo- iorije van 22 P.K. vliegt het veel sneller dan de „biplans", die meer dan het dubbele aantal paardekrach- ten ooodig hebben om de lucht in te gaa n. En een voordeeel daarvan is weer. dat door die grootere snelheid, die den weerstand van den lucht aan merkelijk doet toenemen het vleu gel-oppervlak veel geringer kan zijn. Terwijl Wright en Far man op na genoeg 50 vierk. M- linnen rusten, doet Blériot 't met 12 vierk. M- af. Dat is winst op alle manieren. Ln dit alles nu nog afgescheiden van aesthetische argumenten, die ook nog in het voordeel van den „mono- plan" zijn. Het is ongelijk sierlijker een kunstvogel te zien vliegen, met een mannenlijf halverwege uit het lichaam van dien vogel opduikende, dan een ingewikkeld samenstel van lappen, latten en dragen, waarbin nen de vliegman de gedachte wekt aan een tor in een lucifersdoosje, in welk geheel men met den bes ten wil van de wereld geen vogel zien kan. Tegenover die voordeden van den ,moDoplan" staat echter naar het „'obijnt voorloopig nog het groote nadeel van de mindere stevigheid. De verhouding schijnt me zoo on geveer die van een baanrace-machine tot, een deugdelijken slagersfiets. Zie je den stevigen bouw van een Voi- #in-toestel, dan lijkt het heelemaal niet' bijzonder gevaarlijk tusschen' die latten en binten te gaan zitten, maar het zeteltje in het 1 atjes-liji van Blériot's kunstvogel, tusschen die paar fragiele ijzerdraadjes, die de uiteinden der vleugels er aan verbinden, toont minder uitlok ken ds. En dat dit laatste toestel ook wel heel teer is, bleek nog kort ge leden, toen het na een t-ochtj© van' weinige minuten op enkele meters hoven den grond hij het toch vol strekt niet hard neerkomen, alweer licht beschadigd werd. Zoo ieta moest, toch niet meer kunnen gebeu ren Dat neemt echter uiet weg, dat Blériot op het toestel zooals het nu is, al drie en veertig bestellingen heeft gekregen, tegen tienduizend francs per stuk een aardig zaak je Maar er moet dan ook heel wat gebeuren, eer hij de honderd-duizeu- den terugverdiend heeft die het vliegen hem al heeft gekost- Behalve het- probleem van de ste vigheid is toch ook dat van de sier lijkheid nog laug niet voldoende op gelost. Wel is de „Blériot" over bet algemeen reeds veel eleganter, veel meer vogel- en libel-achtig dan de „biplans" met of zonder staart, maar één ding doet toch, als men het ioestel ziet vliegen, nog onaange naam aanhet, onderstel met de drie fietswielen. Zoolang de „monoplau" den driewieler nog in denzelfden stand als waarin hij er even te vo ren op rustte en er straks weer op rusten zal, door de lucht medesleept, zal hij nooit den indruk maken van een voertuig, dat in de lucht hoort, of zelfs maar zich in de lucht thuis gevoelt. Van een vliegenden vogel zijn de pooten langs het lijf gestrekt, een economische maatregel, om dat, hij ze op dat oogenblik niet noo- dig heeft en ze maar wond vangen' als hij ze naar beneden houdt. Iets dergelijks, een mechaniek waardoor de draagwielen na het opvliegen naar binnen geslagen worden bij voorbeeld maar steeds gereed tot uitslaan natuurlijk zal nog voor den opvlieger moeten worden uitge dacht, willen we den indruk krij gen. dat hij in de lucht werkelijk „in zijn element" is. Het luchtschip van Parsef al. Omtrent de Parsefal-luehtschepen, waarmede de reis naar Schevenin gen zal. worden aanvaard, lezen wij in een der Duitsche blade u de vol gende beschouwing. De ervaring, die men bij een© na dere kennismaking met het Zeppe lin- en Parsefal-luchtsdhip opdoet, is, dat in bouw en constructie veel meer eenvoud heerscht, dan meu eerst gedacht had. Een eenvoud, die in zekere mate ontnuchtert, daar zij niets vau den grooten strijd ver raadt, die gevoerd moest worden, voor men de tegenwoordige vol maaktheid bereikte. De moeilijkheid school in de schikking van de con structie- en bouwmiddelen, in den weerstand van de stof, die gebroken moest worden. Be proeven van Santos Dumonb haddén majoor Parsefal aangezet tot het bouwen van zijn luchtschip. Hij streefde er naar, een luchtschip te bouwen, dat de kogelballon zooveel mogelijk nabij kwam. Reeds in 1902 waren de onderdeden gereed ge maakt, maai- werden niet aaneenge voegd. Eerst het succes van Lebau- dy spoorde hem tot verdere voort zetting aan. In 1906 werd het lucht schip voor de eerste maal bij het», luchtschipbataillon beproefd. Na veel toentertijd mislukte proefne mingen en vele moeilijkheden heeft de Motor-Luftschiff-studiengesell- schaft het materiaal overgenomen en haar heeft men ook de volmaking en voltooiing van Parsefal s idee te danken. De ballon is van voren kogelvor mig en loopt van achteren in een spitse punt uit. Tot dezen vorm ia men eerst na vele proeven en theo retische onderzoekingen gekomen. De ballon, die zich in de „Ha" be vindt, heeft een weinig van zijne oorspronkelijke slankheid ingeboet, daar door de zwaarte van de gondel de inhoud van den ballon noodzake lijk eene vergrooting .moest onder gaan. Gewichtig is de inrichting in het binnenste van den ballon, n.l. de luchtzakken. De Parsefai heeftvoor en achter een kleinen ballon met lucht, gevuld- Deze hebben een dub bel doel. .Wijl zij met lucht gevuld zijn, geven zij aan den ballon zulk een strakheid, dat het lichaam van den ballon de gondel met de passa giers kan dragen. Het tweede gevolg is het hoog sturen. Naar gelang men den voor st eü of achtersten zak overwicht geeft door het laten instroomen van lucht, daalt of rijst de ballon. De luchtzakken worden door middel van ee nventilator, die zich in de gondel bevind, gevuld. Langs de onderzijde van den ballon voert de geleiding, die zich in het midden in tweeën ver deelt, Aan de einden van die gelei dingen zijn de ventilators aange bracht en wel aan elk een inlaat- en zekerheidsklep. Wanneer hij het stijgen het gas in den ballon uitzet, drijft het de lucht uit de kleinere ballons. Als deze echter tot op ze kere hoogte zijn saamgedrukt, wordt door verbindingsdraden de bovenste hoofdklep geopend, zoodat bij nog groote uitzetting het gas weg stroomt eD geen te groote druk kan ontstaan. Een „Stoff-Membrane", onder aan het, omhulsel, die ook door een lijn geopend wordt voorkomt eveneens te groote drukking en bar sten van den ballon. De hoofdklep kan men naar willekeur zelf openen en sluiten. De gondel is bewegelijk. Dit heeft ten doel met minder kracht het verplaatsen van den ballon baj

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 7