DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. BUITENLAND. Centerde Suitenfandsche berichten BINNENLAND. In den strijd des levens. 3Cims§epHuisire&ft 2®«31-33y Haarlem WOENSDAG 38 AUG. 1909. 34»t« Jaargang No. ©967 Bureaux van üedactie en Administratie ï»fca>f©©ëOTK»«a«8»®l T6l«foonnBiimmteüS" 1416» Voor advertentiën en reclames buiten Haarlem en de agentschappen wende men zich uitsluitend tot RICARDO's Advertentie-Bureau, N. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, Int. Telefoon 1020. Algemeen overzicht. FEUILLETON. NEME HURLEMSCHE COMMIT ABONNEMENTSPRIJS! Ter 8 maanden voor Haarlem Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post Afzonderlijke nummert t 1,85 1.35 1.80 0,08 PRUS DER ADVERTENTIÉN: Van 16 regels60 cent (contant 50 cent). Iedere regel meer10 cent. Buiten Haarlem en de Agentschappen 20 cent per regel. Reclames dubbel tarief. Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 cents (k contant). Alle betalende abonnés op dit blad, die in het bezit eener verzekeringspolls zijn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor GULDEN bij MSI tl Cl I'S fH GULDEN bij 1 IC GULDEK f ft H GULDEN bij Oil ^rbef^an^ fl illl 0 41111 Terlies van éen 1 *||i ™rlie. I BUI fill m tl PU ""O IIS U iUU <-«—IIU wijavtnger. GULDEN bij verlies van éen anderen vinger. De ultkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. DB OUDSTE PRIESTER DER WERELD. Dezer dagen werd bet overlijden ge meld van een priester uit Kulm in den ouderdom van 102 jaar. 2 maan den en 13 dagen. Het bericht, noemde dezen priester den oudste van de ge- beele wereld, maar nu lezen wij in de „Univers", dat er nog een oudere priester is, n.l. de kanunnik Gadenne, in het diocees Kamerijk, die in April 1806 te Rijsel werd geboren. Hij werd priester gewijd 11 Juni 1832. Hij is thans 103 jaar, 4 maanden en eenige dagen oud en is 77 jaar priester. In 1880 dacht deze eerbiedwaardige priester, dat zijn laatste uur geslagen was, en liet zijn grafzerk maken en bet opschrift er in beitelen. Alleen den datum van overlijden liet hij on ingevuld en die is tot op heden on ingevuld gebleven. Dit gedenkteeken een halve ruïne reeds, Biert thans den tuin van den ouden pastoor. Toen deze priester den lüen April 1806 gedoopt werd, zei zijn meter na de plechtigheid van dsn doop„Heer, indien dit kind het goede zal doen, laat het dan lang leven, maar indien hij het kwade zal doen, laat het dan oogenblikkelijk sterven." DE ONTVOLKING. Volgens de officieele statistiek in Frankrijk in 1908 slechts 791,712 ge boorten. Van 18591868 elk jaar bet cijfer van 1 millioen. Van 18681886 was het begincijfer een 9, van 1887 1906 een 8, en in 1908 begint het met een 7. Zoo gaat de daling voort, schrik barend. 't Is niet moeilijk te berekenen wanneer het einde gekomen zal wezen. Eu nu de conclusie welke dr. Jac. Bertillon in de „Figaro" trekt: Frankrijk, ho*wei de rijkste bodem der wereld bezittende, telt slechts 74 bewoners op de vierk. K.M.Duitsch- land heeft er 120 en het neemt jaar lijks met een milliosn zielen toe. Op een gegeven oogenbiik zal Duitsch- land het bespottelijk vinden, naast zich een heerlijk land te hebben dat bijna leeg is. En bet zal ons nemen en behandelen zooais bet Pruisisch Polen behandeld heeft: de eigenaars aan de deur zetten en hun goederen aan zijn eigen volk geven. HET BESCHIETEN VAN DEN DUIT- SCHEN LUCHTBALLON door Russische soldaten wordt steeds nog besproken. Aan de „Tiigliehe Rundschau" "wordt uit Silezlië geschreven, id at de daa.r gevestigde Vereeniging voor luchtvaart van het beschieten van luchtbollen aan de Russische grens mee weet te vertellen. Het is in het algemeen moeilijk uit te maken, van welken a aid de zoogenaamde signaal schoten van de Russische grenswach ten zijn. Het kan wel zijn, dat deze onschuldige naam wordt toegepast schoten, die niet raken. La elk geval heeft de vereeniging |de ervaring op gedaan, dat signaalscihoten wel met scherp gelost worden. De luchtbol Scblesien is verleden jaar, ofschoon hij altijd boven Duitsch gebied bleef en daar ook landde, van de Russi sche grens uit op signaalsehoteu ge- tracteerd, waarvan er een het hulsel, een tweede een ballastzak trof. In dertijd is er behoorlijk verslag van deze schietpartij aan de overheid ge daan. Het verslag zal langs den ge- woDen weg wel naar Rusland gezon den zijn, maar is daar waarschijnlijk niet verder gekomen. Men heeft ten minste niets meer van de zaak ge hoord. In Juni is weer een van de luchtbollen van de Silezisehe veree niging bij een tocht langs de Rus sisch-Galicische grens een uur lang bestookt. De Silezisehe luchtschip- pers houden zich sedert dien tijd maar op een eerbiedigen afstand van de Russische grens. De „Tagliehe Rundschau" vindt, dat de Djuitsehe pers ook het laatste avontuur met den luchtbol Tsohudi te zeer als een wisjewasje heeft be handeld. Zelfs indien men met sig- naalschoten te doen heeft gehad, wa.t de Berlijnsche luchtschip.pers zelve n echter loochenen zou het zaak zijn, van Duitschen kant eens ernstige vertoogen te houden. DE STAKING IN ZWEDEN. Haar 't Zweedsche Consulaat mee deelt, heeft 't spoorwegpersoneel be sloten, volgens een ambtelijk tele gram, niet aan de staking deel te nemen. De staking van de vjelldarbei- ders schijnt geringe afmeting te krij gen. Voor het oogenbljk hebben er slechts eenige landerijen in het mid den van Zweden onder te lijden. ffVat Stockholm betreft, op alle tramlijnen is 't verkeer met een be perkt aantal wagens weer begonnen. SPANJE EN MAROKKO. Generaal Marina, de Spta|anscihe opperbevelhebber te M.elilla, heeft een proclamatie in zee gestuurd, welke schijnt aan te duiden, dat hij een voorwaartse he beweging tot tuchtiging van de Kabylen zal on dernemen. Hij zegt, dat alle troepen, die de Koning onder zijne bevelen heeft ge plaatst, om de wandaden van de Ka bylen te wreken, nu te Mjelilla of in de buurt zijn. Marina brengt aan ial die soldaten zijn groet en verklaart, da.t men den vijand niet behoeft te vreezen. De Spanjaarden hebben veel op hen voor, als betere wapens, tak- tiek, militaire opleiding en tucht. „Ik beloof u", vervolgt de gene raal, „dat ik u ter overwinning zal leiden en u een gelegenheid zal ge ven, om een roemrijke bladzijde in 's lands geschiedenis te vullen. Euro pa heeft ons de eervolle opdracht verstrekt om den wieg der beschaving in dit wilde land te bereiden, en wij z:ijn verplicht ons daarvan te kwijten." In Spanje is het volmaakt rustig, en de staat van beleg is gisteren te Barcelona opgeheven. TUSSCHEN CHINA EN JAPAN is alles nog niet pais en vree. Thans hebben de Chineezten zich opnieuw te beklagen over een gewelddaad van Japansehe soldaten te Tsjiën-tao. Ja pansehe soldaten hebben namelijk Ohineesche patrouilles aangevallen. Kolonel Hoe, de Chineeseihe bevel hebber, werd van den aanval ver wittigd. Hij begaf zich ijlings op weg, om moeilijkheden te voorko men, maar kreeg toch den wind van voren. De Japanners zetten hem na tot, aan het jamen van Loe-tao-koe, waar zij hem omsingeld en belegerd hielden. Het jamen werd nog altijd belegerd, toen boden vertrokken, om den gouverneur van Kirin met het gebeurde in keunis te stellen. D'e Chineezten zijn overtuigd, dat de Japanners twist zoeken, om een voorwendsel tot algeheele militaire bezetting van het betwiste gebied te krijgen. DE KRETENZER KWESTIE ten slotte. Gisterenavond zou een laatste stap gedaan worden bij het voorloopige Kretenzer administratieve comité. De consuls der beschermende mogendbe den zouden het doen weten, dat als heden de Grieksche vlag niet is weg genomen, de Franscbe Kruiser Victor Hugo er het vuur op zal openen om haar neer te schieten. Men hoopt, dat deze handeling zonder bloedvergieten zal worden ten uitvoer gelegd. De consuls der beschermende mo gendheden brachten ook ter kennis van d e Kretenzer reeeering, dat de Grieksche vlag heden vVoensdag)zal worden weggenomen. De regeering richtte een proclamatie tot het volk, waarbij het werd aan gespoord zich te onderwerpen. Graaf Zeppelin zal op zijn tocht naar Berlijn over Steglitz naar het Tempelhofer Veld stevenen, zonder dan nog te landen. Van dat veld gaat de tocht over het Belie-Alliance-plein naar de Linden, het paleis, het raadhuis en het Friedrichs- hain. Hier slaat hij een zuidoostelijke richting in, om met een boog over de Brandenburgsche Poort naar het schiet- terrein van Tegel te stevenen en daar te landen. De legerluclitbol „Gross II" is te Tegel opgestegen, om proeven met telegrafie zonder draad te nemen. De seinpost te Nauen wis selde spoedig seinen met den luchtbol. De ijzeren deelen van het lucht schip waren met linnen omwoeld. Drama in een kerk. Uit Mans wordt gemeld dat er een drama is voorgevallen in de kerk te Luché-Pringé. In die gemeente woont de daglooner Pauvert, 59 jaar. Deze had onlangs be vel gekregen zijne woning te verlaten. Woedend begaf hij zich naar de eige nares, Mej. Vaumoron, gewapend met een grooten knuppel. Mej. Vaumoron was naar de Mis. Pauvert begaf zich ook naar de kerk, naderde de vrouw en begon ze te slaan. De pastoor, de ZeerEerw. heer Fou- que, sprong er tusschen, maar kreeg zelf twee hevige stokslagen op het hoofd, die hem erg kwetsten. De aanwezigen wierpen zich nu op Pauvert, die ontwapend werd en aan den veldwachter overgeleverd. In de gevangenis poogde hij zich met zijn mes te zelfmoorden. Zijn toestand en die zijner slachtoffers is zeer ernstig. Brutale jongens. Te Santa Clara in Californië heb ben twee jongens een brutalen bank- diefstai gepleegd. Met revolvers gewa pend drongen zij het gebouw van de bank aldaar binnen op een oogenbiik, dat er weinig te doen was. Een hun ner hield den kassier in bedwang, ter wijl de andere zooveel geld samenraap te, als hij kon vinden. Met een buit van 7000 dollar maak ten zij zich uit de voet'en, door in een voor de bank staande automobiel te springen, waarin zij daarop ijlings weg reden. De chauffeur bleek echter het zaakje niet te vertrouwen en maakte de ma chine opzettelijk onklaar, zoodat de wa gen tot stilstaan kwam en de politie de jeugdige boefjes kon inrekenen. De ramp op de Russische onderzeeboot is veel grooter geweest dan aanvankelijk werd opgegeven: er moeten volgens latere berichten 15 arbeiders zijn gestikt of levend verbrand. Een groote brand. In Bremen brak brand uit in de Bremer oliefabriek. De geheele fabriek schijnt verloren te zijn. De brandweer bepaalde zich er toe de „Norddeutsche Maschinen- und Armaturenfabriek" te beschermen. Een paniek te Soutksea. Zaterdagmiddag is er te Southsea bij een kinematografische voorstelling voor kinderen een paniek ontstaan door het vlamvatten van een film. De brand was snel gebluscht en de muziek, die dade lijk ging spelen, kon het publiek in 'de zaal tot kalmte brengen, maar de twee honderd kinderen op de gaanderij stormden de trap af; de leuning brak en het gedrang beneden was zoo erg, dat een kind van elf jaar werd dood gedrukt. Verscheiden anderen werden gewond. Een rouzeinbosehbrand. Sinds Zaterdagnacht staan de uitge strekte bossclien van Carry-le-Rouet en Sausset, in Zuid-Frankrijk, in brand, over een uitgestrektheid van 11 ki lometer. De sneltrein van Carry naar Marseille kon niet doorrijden. De pogingen der dorpsbewoners die door klokgelui wer den opgeroepen ,om de voortsnellen de vlammen te keeren, waren ver geefs. Men ontbood troepen uit Marseille en Aix, maar, aangezien de arme plat telandsgemeente niet de onkosten van vervoer en onderhoud konden verzeke ren, bleven de soldaten in de garni zoenen, zoodat de machtige vijand ner gens weerstand vindt en ontzettende schade aanricht. De prachtige pijnbos- schen, die de trots van de streek zijn, worden met volslagen vernieling be dreigd. Een aanranding in den trein. Tusschen Baunheim en Kelsterbach, twee stations aan de spoorlijn tus schen Mainz en Frankfort, is Zater dagavond een gemaskerd treinroover in een coupé le klasse, waarin een dame uit Stargard reisde, binnengedrongen. Hij maakte haar een geel lederen va lies met een photographietoestei afhan dig, sprong tusschen Mörfelder en Gold stein van den trein en verdween in het bosch. De dame trok aan de nood rem en de trein stond stil. Van den roover was toen echter niets meer te bekennen. Een moord. Het „Hbld. van Antw." schrijft: Uit New-York seint men het ver haal van een romantische moord. Vijf tien jaar geleden stond zekere Mc. Sorley, een hotelhouder op Coney Is land, terecht voor een misdaad, die wij niet aangeduid vinden. In de jury, die het schuldig over hem uitsprak, zat een vriend van hem, ook hotelhouder op Coney Island, met name Fentoii. De veroordeelde zei dat Fenton valschelijk het schuldig over hem had uitgespro ken en zwoer wraak. Fenton wist dat. Hij sprak er la ter dikwijls over en zei dat hij zijn vriend had moeten veroordeelen. Vijf tien jaar later. Fenton is een rijk ho telhouder in New-York geworden. Mc. Sorley kwam verleden week uit de ge vangenis. Hij ging aanstonds zoeken waar Fenton was. Dinsdag vond hij zijn adres en vroeg naar hem aan zijn hotel. Fenton was uit. Mc. Sorley wachtte uren lang. Toen, op straat, meende hij Fenton te her kennen. Hij sprak hem aan: „Dan Fen ton, als ik mij niet bedrieg?" vroeg hij beleefd. De aangesprokene, die 't niet was, zei: „Neen, maar daar gaat Fen ton juist. Hij steekt de straat over." Mc. Sorley liep dadelijk op Fenton toe en klopte hem op den schou der. Fenton keek om, herkende Mc. Sorley en zette het dadelijk op een loopen. De ander hem na. Na een 100 meters haalde Mc. Sorley een revolver te voorschijn en schoot. Het tweede schot trof en Fenton viel. Het vol gende oogenbiik was de andere bij hem, en den gevallene strak aankij kende, vuurde hij nogmaals. Daarop schoot Mc. Sorley zichzelf door het hoofd. Hij was dadelijk dood. Fenton stamelde nog: „Het was Mc. Sorley. Ik zat in de jury en veroordeelde hem." Toen blies hij den laatsten adem uit. De politie te New-York, voor geen klein gerucht vervaard, is onder den in druk van dezen moord. Prins Hendrik naar Dobbin. Z. K. H. Prins Hendrik vertrok gisteren te 8 u. 54 min. naar Dobbin. Het is 's Prinsen voornemen daar tien dagen te verblijven. Uit de Staats-Courant. Audiënties. De gewone audiën tie van den Min. van Binnenl. Zaken zal Zaterdag 21 Augustus niet plaats hebben. De Kamervaeature te Breukelen. Aan „Het Centrum" wordt uit Breu keten geschreven: Onder de Katholieken wordt de aanstaande Kamerverkiezing reeds druk besproken. Zoover mijne waar nemingen konden gaan, beschouwt men het als van-zelf sprekend, dat ditmaal de strijd wordt aangebonden met een Katholieken candidaat. Men zal trachten, het daarheen te leiden, dat de anti-revolutionnairen bij eerste stemming onzen candidaat steunen, maar ook dan, als deze poging zou mislukken, zal men niet afzien van een eigen candidatuur. Er bestaat een sterke strooming, baron De Wyckersiooth te candidee- ren; hij moet reeds wel wat voor barig door eenige kiezers gepolst zijn. Anderen zouden met het oog op de belangrijke en aan de orde zijnde defensiequaestie liever een bekwaam militair gekozen zien. Nog anderen wenschen vóór alles een bekwaam man uit het district zelf, eu noemen als zoodanig dr. Ariëns. Deze mee- ningsverschillen zijn echter van weinig beteekenis; eensgezind wil men een katholiek, die met eere het district kan vertegenwoordigen. Nog deze week zal het Centraal Bestuur onzer kiesvereenigingen ver gaderen. Alweer een Tentoonstelling. Wij ontvingen een prospectus be treffende de a s. Tentoonstelling welke dit jaar te Utrecht gehouden wordt in 'tPark Tivoli en genoemd wordt: Tentoonstelling der Elf Provinciën van Handel, Nijverheid, Kunst en Weten schap, enz. Nederland en Venezuela. CuraQaosche bladen bevatten Je vertaling van een hoofdartikel in het Venezuelaansche orgaan „El Universal" over het gebeurde tus schen dr. Paul en de Nederlandsehe regeering. Men ziet eruit, dat dr. Paul thaus door Venezuela volko men verloochend wordt. Be redenee ring omtrent het bestaan der diplo matieke betrekkingen (die N, B. door het thans niet meer door de NederL regeering als geldig erkende proto col juist werden hersteld) laat aan duidelijkheid alles te wenschen over. „El .Universal" schrijft: Uit een algemeen oogpunt bemer- 2) Gedurende zijn afwezigheid hal graai Ferdinand aan Ortwin ver zocht, deze kleine ridderdiensten bij gravin Alexandrine waar bef nemen, prtwin deed dit gaarne en gaf zich inderdaad ernstige moeite, de oude dame zooveel mogelijk te helpen. Het hinderde hem maar al te zeer, aan zijn stiefvader en aan gravin Alexandrine alles te danken te heb ben, zonder hun daartegenover noe- ®icnswaardigen .wederdienst te .be wijzen. i De gelegenheid, "die hem hier werd aangeboden om van zijn dankbaar heid te doen blijken, greep bij dan °ok met beide handen aan. 1 Hij Bohreef brieven voor haar en wan neer ziekte haar verhinderde ter kerke te gaan, las hij met het meeste geduld de oude gravin uit haar kerk boek voor. Aa nvankelijk had hij heel wat on redelijke aanmerkingen moeten yer- dbren, maar langzamerhand bleven deze achterwege, al kreeg hij |dan ook volstrekt geen lofuitingen te oooren over den ijver, waarmede 'hij ran zj'n taak kweek Toen Alexander van zijn reizen te rugkwam, ging hij op bevel zijns va ders naar zijn oudtante om zijn plaats als secretaris weer bij haar in te nemen. Maar gravin Ton Ro deeken wees zijn aanbod energiek af. „Uw vader heeft u zeker gestuurd", sprak ze, „want dat ge er niet veel lust in hebt-, kan iedereen zoo wel zien. Maar Ortwin doet zijn zaak jes zoo goed, dat ik jou volstrekt niet noodig heb: je kunt dus je ver maken weer gaan opzoeken, die je overigens toch de voorkeur geeft bo ven alle ernstige bezigheid." Deze afwijzing zelf was den jon gen Alexander alleen om haar scher- pen vorm onaangenaam. Overigens verheugde hij: er zich over; alleen nam zijn antipathie jegens zijn hal ven broeder Ortwin door het ge beurde nog toe. Ongeveer een jaar na de zoo even vermelde gebeurtenissen trad Ort win op een warmen zomernamiddag tegen vijf uur de kamer wan gravin Alexandrine binnen. Ze on tv big hem met blijkbare ontstemming op het gelaat en bromde„Je komt van daag al heel laat, jongmensch- Over anderhalf uur is het tijd voor het diner en we hebben heel Wat te doen." „Vergeving, gravin", verontsqhul- digde de jonge man, „ik heb me tot mijn spijt een beetje verslapen."' „Verslapen! En dat midden opeen helderen homerdagJe moest je ischa- men!" „Maar waarom dan toch, gravin", vroeg Ortwin, zonder verlegen te worden onder den van toorn fonke lenden blik der oude dame. „Als men 's morgens om vier uur de hei op gaat en dan na een scherpen rit bij een hitte van 96 graden pas na twaalven 'smiddags thuis komt, mag men toch zeker wel eenige uren rust nemen „Och kom, zóó Warm is het niet. Doch laten we niet nog meer tijd verliezen: begin maar!" Ortwin begon de brieven te (schrij ven, die de gravin hem 'dicteerde, maar nauwelijks waren ze een half uur aan den arbeid of er verscheen een lakei met het verzoek of Ort win nog vóór het diner bij graaf Ferdinand op diens kamer wilde ko men. B:e gravin raakte over deze iStoor- nis nog meer ontstemd en sprak op scherpen toon„Je hebt je bood schap gedaan, nietwaar?- Goed, ga dat dan maar iaan (den graaf 'zeg gen en maak heel gauw dat je weg komt." i De lakei haastte zich aan )dit on vriendelijk hevel te gehoorzamen. Ortwin schreef rustig verder en be schouwde blijkbaar de zaak, die gre af Ferdinand met hem te bespre ken bad, als iets waarschijnlijk (zeer onbeduidends. Toen jde gravin dit be merkte, zond ze hem terstond heen. In het tegenovergestelde geval zou ze hem waarschijnlijk tot vlak vóór het diner bij zich gehouden hebben. II. Graaf Haalburg was niet alleen in zijn werkvertrek. De gravin zat vlak bij zijn schrijftafel op Be sofa en voerde een lev.endig gesprek met hem. „Hoor eens", sprak de graaf, „ik erken gaarne dat Ortwin een heel solied joagmensch is, maar ge zult toch wel niet. loochenen, dat hij ons op heel wat kosten te staan komt. Wanneer ik rijk was, zou ik aan die kwestie geen woord verspillen, maar zoo is het nu eenmaal onge lukkig genoeg niet." iMnt een bitteren trek op haar schoon gelaat antwoordde de gravin „Toen wij trouwden, heb ik je er volstrekt geen geheim van gemaakt, dat ik bijna geheel zonder middelen was, en dat Ortwin of zoo spoedig mogelijk naar de kadettenscmool moest óf op kosten van zijn stief vader moest leven. Ik heb toen het eerste voorgesteld, zooals ge je nog wel zult herinneren, en het spijt mij genoeg dat ge daarop niet zijt ingegaan, want het is allerminst pleizierig telkens verwijten te moe ten hooren over de uitgaven, die voor Ortwin noodig zijn." „Maar kind hoe kun je je nu toch zoo gekwetst voelen, als ik mijn geldelijke zorgen met je bespreek", viel de graaf in. „Ge weet nu een maal dat Alexander zeer veel geld noodig heeft, en als erfgenaam van ons geslacht komt het hem ook toe, op een grooten voet te leven. Dus, VipqLp Amplip „Dus blijft mij niets andere over dan Ortwin te overreden, zich voor goed aan die gehate familie te ke tenen." „Wat moeten we anders doenHi] kan toen niet zijn heele leven op een lui ten an tstraktement blijven teren! En of Alexander zijn inkomen zal aanvullen, wanneer wij er niet meer zijn, schijnt mij hoogst twijfelachtig toe. De vriendschap tusschen die twee zoogenaamde broers is nu juist niet zoo héél groot." „Dat is Ortwin's schuld niet." „Nu laat ons daarover maar niet twisten. Vast staat in ieder geval; dat Ortwin op niet altijd even be scheiden wijze gebruik weet te ma ken van de talenten, (die hij op Alexander vóór heeft." De gravin had alweer een alles behalve zoetsappig antwoord op de lippen, maar het binnentreden van haar zoon weerhield haar. „Ge hebt ons laten wachten, mijn waarde", sprak graaf Ferdinand. „Vergeef me, papa, de gravin hield me zoolang bij zich", antwoordde Ortwin op den kalm-beleefden toon, dien bij altijd tegenover zijn stiefva der aansloeg. Tegelijk drukte hij een kus op de hand, die zijn moeder hem toestak, en nam op een stoel vlak bij haar plaats. „De gravin beeft een brief gekre gen", zoo begon Ferdinand von Haalburg, „waarover ze u in mijn tegenwoordigheid wensoht te spre ken. Herinnert ge u den naam HesZ- born „Maar al te goed", antwoordde de jonge Beseodorf blijkbaar ver baasd en ontstemd „zoo heette im mers de bitterste vijand mijns va ders „Dat wil zeggen, vijanden moch ten ze eigenlijk niet heeten, wel te genstanders", kalmeerde graaf Fer dinand. „Ze waren integendeel vrien den, totdat dat onzalige proces ben van elkaar vervreemdde.; „Da t heb ik gehoord, maar aan mij n opvatting van de zaak kan dat niets veranderen. Ik vond het nog erger, dat meneer von Heszborn mijn va ders geluk en welstand ondermij nde, terwijl ze toch vrienden waren." „Ge oordeelt veel te scherp, Ort win", begon nu de gravin. „Niet uw vader en Heszborn hadden eigen lijk die kwestie met elkaar gekre gen, maar hun beide voogden. Toen ze alle twee getrouwd waren, meneer von Heszborn met een rijke vrouw, uw vader met mij, bood de eerste mijn echtgenoot aan, de belangrijke' erfenis, waar bet over ging, te dee len. Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 1