DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
BUITENLAND.
Centerde Suitenfandsche berichten
BINNENLAND.
In den strijd des
levens.
3Cims§epHuisire&ft 2®«31-33y Haarlem
WOENSDAG 38 AUG. 1909.
34»t« Jaargang No. ©967
Bureaux van üedactie en Administratie
ï»fca>f©©ëOTK»«a«8»®l T6l«foonnBiimmteüS" 1416»
Voor advertentiën en reclames buiten Haarlem en de agentschappen wende men zich uitsluitend tot RICARDO's Advertentie-Bureau, N. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, Int. Telefoon 1020.
Algemeen overzicht.
FEUILLETON.
NEME HURLEMSCHE COMMIT
ABONNEMENTSPRIJS!
Ter 8 maanden voor Haarlem
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente)
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post
Afzonderlijke nummert
t 1,85
1.35
1.80
0,08
PRUS DER ADVERTENTIÉN:
Van 16 regels60 cent (contant 50 cent).
Iedere regel meer10 cent.
Buiten Haarlem en de Agentschappen 20 cent per regel. Reclames dubbel tarief.
Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 cents (k contant).
Alle betalende abonnés op dit blad, die in het bezit eener verzekeringspolls zijn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor
GULDEN bij MSI tl Cl I'S fH GULDEN bij 1 IC GULDEK f ft H GULDEN bij Oil ^rbef^an^
fl illl 0 41111 Terlies van éen 1 *||i ™rlie. I BUI fill m
tl PU ""O IIS U iUU <-«—IIU wijavtnger.
GULDEN bij
verlies van
éen anderen
vinger.
De ultkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
DB OUDSTE PRIESTER DER
WERELD.
Dezer dagen werd bet overlijden ge
meld van een priester uit Kulm in
den ouderdom van 102 jaar. 2 maan
den en 13 dagen. Het bericht, noemde
dezen priester den oudste van de ge-
beele wereld, maar nu lezen wij in
de „Univers", dat er nog een oudere
priester is, n.l. de kanunnik Gadenne,
in het diocees Kamerijk, die in April
1806 te Rijsel werd geboren. Hij werd
priester gewijd 11 Juni 1832. Hij is
thans 103 jaar, 4 maanden en eenige
dagen oud en is 77 jaar priester.
In 1880 dacht deze eerbiedwaardige
priester, dat zijn laatste uur geslagen
was, en liet zijn grafzerk maken en
bet opschrift er in beitelen. Alleen
den datum van overlijden liet hij on
ingevuld en die is tot op heden on
ingevuld gebleven. Dit gedenkteeken
een halve ruïne reeds, Biert thans den
tuin van den ouden pastoor.
Toen deze priester den lüen April
1806 gedoopt werd, zei zijn meter na
de plechtigheid van dsn doop„Heer,
indien dit kind het goede zal doen,
laat het dan lang leven, maar indien
hij het kwade zal doen, laat het dan
oogenblikkelijk sterven."
DE ONTVOLKING.
Volgens de officieele statistiek in
Frankrijk in 1908 slechts 791,712 ge
boorten. Van 18591868 elk jaar bet
cijfer van 1 millioen. Van 18681886
was het begincijfer een 9, van 1887
1906 een 8, en in 1908 begint het met
een 7.
Zoo gaat de daling voort, schrik
barend. 't Is niet moeilijk te berekenen
wanneer het einde gekomen zal wezen.
Eu nu de conclusie welke dr. Jac.
Bertillon in de „Figaro" trekt:
Frankrijk, ho*wei de rijkste bodem
der wereld bezittende, telt slechts 74
bewoners op de vierk. K.M.Duitsch-
land heeft er 120 en het neemt jaar
lijks met een milliosn zielen toe. Op
een gegeven oogenbiik zal Duitsch-
land het bespottelijk vinden, naast
zich een heerlijk land te hebben dat
bijna leeg is. En bet zal ons nemen
en behandelen zooais bet Pruisisch
Polen behandeld heeft: de eigenaars
aan de deur zetten en hun goederen
aan zijn eigen volk geven.
HET BESCHIETEN VAN DEN DUIT-
SCHEN LUCHTBALLON
door Russische soldaten wordt steeds
nog besproken.
Aan de „Tiigliehe Rundschau"
"wordt uit Silezlië geschreven, id at de
daa.r gevestigde Vereeniging voor
luchtvaart van het beschieten van
luchtbollen aan de Russische grens
mee weet te vertellen. Het is in het
algemeen moeilijk uit te maken, van
welken a aid de zoogenaamde signaal
schoten van de Russische grenswach
ten zijn. Het kan wel zijn, dat deze
onschuldige naam wordt toegepast
schoten, die niet raken. La elk geval
heeft de vereeniging |de ervaring op
gedaan, dat signaalscihoten wel met
scherp gelost worden. De luchtbol
Scblesien is verleden jaar, ofschoon
hij altijd boven Duitsch gebied bleef
en daar ook landde, van de Russi
sche grens uit op signaalsehoteu ge-
tracteerd, waarvan er een het hulsel,
een tweede een ballastzak trof. In
dertijd is er behoorlijk verslag van
deze schietpartij aan de overheid ge
daan. Het verslag zal langs den ge-
woDen weg wel naar Rusland gezon
den zijn, maar is daar waarschijnlijk
niet verder gekomen. Men heeft ten
minste niets meer van de zaak ge
hoord. In Juni is weer een van de
luchtbollen van de Silezisehe veree
niging bij een tocht langs de Rus
sisch-Galicische grens een uur lang
bestookt. De Silezisehe luchtschip-
pers houden zich sedert dien tijd
maar op een eerbiedigen afstand van
de Russische grens.
De „Tagliehe Rundschau" vindt,
dat de Djuitsehe pers ook het laatste
avontuur met den luchtbol Tsohudi
te zeer als een wisjewasje heeft be
handeld. Zelfs indien men met sig-
naalschoten te doen heeft gehad,
wa.t de Berlijnsche luchtschip.pers
zelve n echter loochenen zou het
zaak zijn, van Duitschen kant eens
ernstige vertoogen te houden.
DE STAKING IN ZWEDEN.
Haar 't Zweedsche Consulaat mee
deelt, heeft 't spoorwegpersoneel be
sloten, volgens een ambtelijk tele
gram, niet aan de staking deel te
nemen. De staking van de vjelldarbei-
ders schijnt geringe afmeting te krij
gen. Voor het oogenbljk hebben er
slechts eenige landerijen in het mid
den van Zweden onder te lijden.
ffVat Stockholm betreft, op alle
tramlijnen is 't verkeer met een be
perkt aantal wagens weer begonnen.
SPANJE EN MAROKKO.
Generaal Marina, de Spta|anscihe
opperbevelhebber te M.elilla, heeft
een proclamatie in zee gestuurd,
welke schijnt aan te duiden, dat hij
een voorwaartse he beweging tot
tuchtiging van de Kabylen zal on
dernemen.
Hij zegt, dat alle troepen, die de
Koning onder zijne bevelen heeft ge
plaatst, om de wandaden van de Ka
bylen te wreken, nu te Mjelilla of in
de buurt zijn. Marina brengt aan ial
die soldaten zijn groet en verklaart,
da.t men den vijand niet behoeft te
vreezen. De Spanjaarden hebben veel
op hen voor, als betere wapens, tak-
tiek, militaire opleiding en tucht.
„Ik beloof u", vervolgt de gene
raal, „dat ik u ter overwinning zal
leiden en u een gelegenheid zal ge
ven, om een roemrijke bladzijde in
's lands geschiedenis te vullen. Euro
pa heeft ons de eervolle opdracht
verstrekt om den wieg der beschaving
in dit wilde land te bereiden, en
wij z:ijn verplicht ons daarvan te
kwijten."
In Spanje is het volmaakt rustig,
en de staat van beleg is gisteren te
Barcelona opgeheven.
TUSSCHEN CHINA EN JAPAN
is alles nog niet pais en vree. Thans
hebben de Chineezten zich opnieuw
te beklagen over een gewelddaad van
Japansehe soldaten te Tsjiën-tao. Ja
pansehe soldaten hebben namelijk
Ohineesche patrouilles aangevallen.
Kolonel Hoe, de Chineeseihe bevel
hebber, werd van den aanval ver
wittigd. Hij begaf zich ijlings op
weg, om moeilijkheden te voorko
men, maar kreeg toch den wind van
voren. De Japanners zetten hem na
tot, aan het jamen van Loe-tao-koe,
waar zij hem omsingeld en belegerd
hielden. Het jamen werd nog altijd
belegerd, toen boden vertrokken, om
den gouverneur van Kirin met het
gebeurde in keunis te stellen.
D'e Chineezten zijn overtuigd, dat
de Japanners twist zoeken, om een
voorwendsel tot algeheele militaire
bezetting van het betwiste gebied te
krijgen.
DE KRETENZER KWESTIE
ten slotte.
Gisterenavond zou een laatste stap
gedaan worden bij het voorloopige
Kretenzer administratieve comité. De
consuls der beschermende mogendbe
den zouden het doen weten, dat als
heden de Grieksche vlag niet is weg
genomen, de Franscbe Kruiser Victor
Hugo er het vuur op zal openen om
haar neer te schieten. Men hoopt, dat
deze handeling zonder bloedvergieten
zal worden ten uitvoer gelegd.
De consuls der beschermende mo
gendheden brachten ook ter kennis
van d e Kretenzer reeeering, dat de
Grieksche vlag heden vVoensdag)zal
worden weggenomen.
De regeering richtte een proclamatie
tot het volk, waarbij het werd aan
gespoord zich te onderwerpen.
Graaf Zeppelin
zal op zijn tocht naar Berlijn over
Steglitz naar het Tempelhofer Veld
stevenen, zonder dan nog te landen.
Van dat veld gaat de tocht over het
Belie-Alliance-plein naar de Linden, het
paleis, het raadhuis en het Friedrichs-
hain. Hier slaat hij een zuidoostelijke
richting in, om met een boog over de
Brandenburgsche Poort naar het schiet-
terrein van Tegel te stevenen en daar
te landen.
De legerluclitbol
„Gross II" is te Tegel opgestegen, om
proeven met telegrafie zonder draad
te nemen. De seinpost te Nauen wis
selde spoedig seinen met den luchtbol.
De ijzeren deelen van het lucht
schip waren met linnen omwoeld.
Drama in een kerk.
Uit Mans wordt gemeld dat er een
drama is voorgevallen in de kerk te
Luché-Pringé.
In die gemeente woont de daglooner
Pauvert, 59 jaar. Deze had onlangs be
vel gekregen zijne woning te verlaten.
Woedend begaf hij zich naar de eige
nares, Mej. Vaumoron, gewapend met
een grooten knuppel.
Mej. Vaumoron was naar de Mis.
Pauvert begaf zich ook naar de kerk,
naderde de vrouw en begon ze te slaan.
De pastoor, de ZeerEerw. heer Fou-
que, sprong er tusschen, maar kreeg
zelf twee hevige stokslagen op het
hoofd, die hem erg kwetsten.
De aanwezigen wierpen zich nu op
Pauvert, die ontwapend werd en aan
den veldwachter overgeleverd. In de
gevangenis poogde hij zich met zijn
mes te zelfmoorden. Zijn toestand en
die zijner slachtoffers is zeer ernstig.
Brutale jongens.
Te Santa Clara in Californië heb
ben twee jongens een brutalen bank-
diefstai gepleegd. Met revolvers gewa
pend drongen zij het gebouw van de
bank aldaar binnen op een oogenbiik,
dat er weinig te doen was. Een hun
ner hield den kassier in bedwang, ter
wijl de andere zooveel geld samenraap
te, als hij kon vinden.
Met een buit van 7000 dollar maak
ten zij zich uit de voet'en, door in een
voor de bank staande automobiel te
springen, waarin zij daarop ijlings weg
reden.
De chauffeur bleek echter het zaakje
niet te vertrouwen en maakte de ma
chine opzettelijk onklaar, zoodat de wa
gen tot stilstaan kwam en de politie de
jeugdige boefjes kon inrekenen.
De ramp
op de Russische onderzeeboot is veel
grooter geweest dan aanvankelijk werd
opgegeven: er moeten volgens latere
berichten 15 arbeiders zijn gestikt of
levend verbrand.
Een groote brand.
In Bremen brak brand uit in de
Bremer oliefabriek. De geheele fabriek
schijnt verloren te zijn. De brandweer
bepaalde zich er toe de „Norddeutsche
Maschinen- und Armaturenfabriek" te
beschermen.
Een paniek te Soutksea.
Zaterdagmiddag is er te Southsea bij
een kinematografische voorstelling voor
kinderen een paniek ontstaan door het
vlamvatten van een film. De brand was
snel gebluscht en de muziek, die dade
lijk ging spelen, kon het publiek in 'de
zaal tot kalmte brengen, maar de twee
honderd kinderen op de gaanderij
stormden de trap af; de leuning brak
en het gedrang beneden was zoo erg,
dat een kind van elf jaar werd dood
gedrukt. Verscheiden anderen werden
gewond.
Een rouzeinbosehbrand.
Sinds Zaterdagnacht staan de uitge
strekte bossclien van Carry-le-Rouet en
Sausset, in Zuid-Frankrijk, in brand,
over een uitgestrektheid van 11 ki
lometer.
De sneltrein van Carry naar Marseille
kon niet doorrijden. De pogingen der
dorpsbewoners die door klokgelui wer
den opgeroepen ,om de voortsnellen
de vlammen te keeren, waren ver
geefs.
Men ontbood troepen uit Marseille
en Aix, maar, aangezien de arme plat
telandsgemeente niet de onkosten van
vervoer en onderhoud konden verzeke
ren, bleven de soldaten in de garni
zoenen, zoodat de machtige vijand ner
gens weerstand vindt en ontzettende
schade aanricht. De prachtige pijnbos-
schen, die de trots van de streek zijn,
worden met volslagen vernieling be
dreigd.
Een aanranding in den trein.
Tusschen Baunheim en Kelsterbach,
twee stations aan de spoorlijn tus
schen Mainz en Frankfort, is Zater
dagavond een gemaskerd treinroover in
een coupé le klasse, waarin een dame
uit Stargard reisde, binnengedrongen.
Hij maakte haar een geel lederen va
lies met een photographietoestei afhan
dig, sprong tusschen Mörfelder en Gold
stein van den trein en verdween in
het bosch. De dame trok aan de nood
rem en de trein stond stil. Van den
roover was toen echter niets meer te
bekennen.
Een moord.
Het „Hbld. van Antw." schrijft:
Uit New-York seint men het ver
haal van een romantische moord. Vijf
tien jaar geleden stond zekere Mc.
Sorley, een hotelhouder op Coney Is
land, terecht voor een misdaad, die wij
niet aangeduid vinden. In de jury, die
het schuldig over hem uitsprak, zat
een vriend van hem, ook hotelhouder
op Coney Island, met name Fentoii. De
veroordeelde zei dat Fenton valschelijk
het schuldig over hem had uitgespro
ken en zwoer wraak.
Fenton wist dat. Hij sprak er la
ter dikwijls over en zei dat hij zijn
vriend had moeten veroordeelen. Vijf
tien jaar later. Fenton is een rijk ho
telhouder in New-York geworden. Mc.
Sorley kwam verleden week uit de ge
vangenis. Hij ging aanstonds zoeken
waar Fenton was.
Dinsdag vond hij zijn adres en vroeg
naar hem aan zijn hotel. Fenton was
uit. Mc. Sorley wachtte uren lang. Toen,
op straat, meende hij Fenton te her
kennen. Hij sprak hem aan: „Dan Fen
ton, als ik mij niet bedrieg?" vroeg hij
beleefd. De aangesprokene, die 't niet
was, zei: „Neen, maar daar gaat Fen
ton juist. Hij steekt de straat over."
Mc. Sorley liep dadelijk op Fenton
toe en klopte hem op den schou
der. Fenton keek om, herkende Mc.
Sorley en zette het dadelijk op een
loopen. De ander hem na. Na een 100
meters haalde Mc. Sorley een revolver
te voorschijn en schoot. Het tweede
schot trof en Fenton viel. Het vol
gende oogenbiik was de andere bij
hem, en den gevallene strak aankij
kende, vuurde hij nogmaals. Daarop
schoot Mc. Sorley zichzelf door het
hoofd. Hij was dadelijk dood. Fenton
stamelde nog: „Het was Mc. Sorley.
Ik zat in de jury en veroordeelde hem."
Toen blies hij den laatsten adem uit.
De politie te New-York, voor geen
klein gerucht vervaard, is onder den in
druk van dezen moord.
Prins Hendrik naar Dobbin.
Z. K. H. Prins Hendrik vertrok
gisteren te 8 u. 54 min. naar Dobbin.
Het is 's Prinsen voornemen daar tien
dagen te verblijven.
Uit de Staats-Courant.
Audiënties. De gewone audiën
tie van den Min. van Binnenl. Zaken
zal Zaterdag 21 Augustus niet plaats
hebben.
De Kamervaeature te Breukelen.
Aan „Het Centrum" wordt uit Breu
keten geschreven:
Onder de Katholieken wordt de
aanstaande Kamerverkiezing reeds
druk besproken. Zoover mijne waar
nemingen konden gaan, beschouwt
men het als van-zelf sprekend, dat
ditmaal de strijd wordt aangebonden
met een Katholieken candidaat. Men
zal trachten, het daarheen te leiden,
dat de anti-revolutionnairen bij eerste
stemming onzen candidaat steunen,
maar ook dan, als deze poging zou
mislukken, zal men niet afzien van
een eigen candidatuur.
Er bestaat een sterke strooming,
baron De Wyckersiooth te candidee-
ren; hij moet reeds wel wat voor
barig door eenige kiezers gepolst
zijn. Anderen zouden met het oog op
de belangrijke en aan de orde zijnde
defensiequaestie liever een bekwaam
militair gekozen zien. Nog anderen
wenschen vóór alles een bekwaam
man uit het district zelf, eu noemen
als zoodanig dr. Ariëns. Deze mee-
ningsverschillen zijn echter van weinig
beteekenis; eensgezind wil men een
katholiek, die met eere het district
kan vertegenwoordigen.
Nog deze week zal het Centraal
Bestuur onzer kiesvereenigingen ver
gaderen.
Alweer een Tentoonstelling.
Wij ontvingen een prospectus be
treffende de a s. Tentoonstelling welke
dit jaar te Utrecht gehouden wordt
in 'tPark Tivoli en genoemd wordt:
Tentoonstelling der Elf Provinciën van
Handel, Nijverheid, Kunst en Weten
schap, enz.
Nederland en Venezuela.
CuraQaosche bladen bevatten Je
vertaling van een hoofdartikel in
het Venezuelaansche orgaan „El
Universal" over het gebeurde tus
schen dr. Paul en de Nederlandsehe
regeering. Men ziet eruit, dat dr.
Paul thaus door Venezuela volko
men verloochend wordt. Be redenee
ring omtrent het bestaan der diplo
matieke betrekkingen (die N, B. door
het thans niet meer door de NederL
regeering als geldig erkende proto
col juist werden hersteld) laat aan
duidelijkheid alles te wenschen over.
„El .Universal" schrijft:
Uit een algemeen oogpunt bemer-
2)
Gedurende zijn afwezigheid hal
graai Ferdinand aan Ortwin ver
zocht, deze kleine ridderdiensten bij
gravin Alexandrine waar bef nemen,
prtwin deed dit gaarne en gaf zich
inderdaad ernstige moeite, de oude
dame zooveel mogelijk te helpen.
Het hinderde hem maar al te zeer,
aan zijn stiefvader en aan gravin
Alexandrine alles te danken te heb
ben, zonder hun daartegenover noe-
®icnswaardigen .wederdienst te .be
wijzen. i
De gelegenheid, "die hem hier werd
aangeboden om van zijn dankbaar
heid te doen blijken, greep bij dan
°ok met beide handen aan. 1 Hij
Bohreef brieven voor haar en wan
neer ziekte haar verhinderde ter
kerke te gaan, las hij met het meeste
geduld de oude gravin uit haar kerk
boek voor.
Aa nvankelijk had hij heel wat on
redelijke aanmerkingen moeten yer-
dbren, maar langzamerhand bleven
deze achterwege, al kreeg hij |dan
ook volstrekt geen lofuitingen te
oooren over den ijver, waarmede 'hij
ran zj'n taak kweek
Toen Alexander van zijn reizen te
rugkwam, ging hij op bevel zijns va
ders naar zijn oudtante om zijn
plaats als secretaris weer bij haar
in te nemen. Maar gravin Ton Ro
deeken wees zijn aanbod energiek af.
„Uw vader heeft u zeker gestuurd",
sprak ze, „want dat ge er niet veel
lust in hebt-, kan iedereen zoo wel
zien. Maar Ortwin doet zijn zaak
jes zoo goed, dat ik jou volstrekt
niet noodig heb: je kunt dus je ver
maken weer gaan opzoeken, die je
overigens toch de voorkeur geeft bo
ven alle ernstige bezigheid."
Deze afwijzing zelf was den jon
gen Alexander alleen om haar scher-
pen vorm onaangenaam. Overigens
verheugde hij: er zich over; alleen
nam zijn antipathie jegens zijn hal
ven broeder Ortwin door het ge
beurde nog toe.
Ongeveer een jaar na de zoo even
vermelde gebeurtenissen trad Ort
win op een warmen zomernamiddag
tegen vijf uur de kamer wan gravin
Alexandrine binnen. Ze on tv big hem
met blijkbare ontstemming op het
gelaat en bromde„Je komt van
daag al heel laat, jongmensch- Over
anderhalf uur is het tijd voor het
diner en we hebben heel Wat te
doen."
„Vergeving, gravin", verontsqhul-
digde de jonge man, „ik heb me tot
mijn spijt een beetje verslapen."'
„Verslapen! En dat midden opeen
helderen homerdagJe moest je ischa-
men!"
„Maar waarom dan toch, gravin",
vroeg Ortwin, zonder verlegen te
worden onder den van toorn fonke
lenden blik der oude dame. „Als
men 's morgens om vier uur de hei
op gaat en dan na een scherpen rit
bij een hitte van 96 graden pas na
twaalven 'smiddags thuis komt,
mag men toch zeker wel eenige uren
rust nemen
„Och kom, zóó Warm is het niet.
Doch laten we niet nog meer tijd
verliezen: begin maar!"
Ortwin begon de brieven te (schrij
ven, die de gravin hem 'dicteerde,
maar nauwelijks waren ze een half
uur aan den arbeid of er verscheen
een lakei met het verzoek of Ort
win nog vóór het diner bij graaf
Ferdinand op diens kamer wilde ko
men.
B:e gravin raakte over deze iStoor-
nis nog meer ontstemd en sprak op
scherpen toon„Je hebt je bood
schap gedaan, nietwaar?- Goed,
ga dat dan maar iaan (den graaf 'zeg
gen en maak heel gauw dat je weg
komt." i
De lakei haastte zich aan )dit on
vriendelijk hevel te gehoorzamen.
Ortwin schreef rustig verder en be
schouwde blijkbaar de zaak, die
gre af Ferdinand met hem te bespre
ken bad, als iets waarschijnlijk (zeer
onbeduidends. Toen jde gravin dit be
merkte, zond ze hem terstond heen.
In het tegenovergestelde geval
zou ze hem waarschijnlijk tot vlak
vóór het diner bij zich gehouden
hebben.
II.
Graaf Haalburg was niet alleen
in zijn werkvertrek. De gravin zat
vlak bij zijn schrijftafel op Be sofa
en voerde een lev.endig gesprek met
hem.
„Hoor eens", sprak de graaf, „ik
erken gaarne dat Ortwin een heel
solied joagmensch is, maar ge zult
toch wel niet. loochenen, dat hij ons
op heel wat kosten te staan komt.
Wanneer ik rijk was, zou ik aan
die kwestie geen woord verspillen,
maar zoo is het nu eenmaal onge
lukkig genoeg niet."
iMnt een bitteren trek op haar
schoon gelaat antwoordde de gravin
„Toen wij trouwden, heb ik je er
volstrekt geen geheim van gemaakt,
dat ik bijna geheel zonder middelen
was, en dat Ortwin of zoo spoedig
mogelijk naar de kadettenscmool
moest óf op kosten van zijn stief
vader moest leven. Ik heb toen het
eerste voorgesteld, zooals ge je nog
wel zult herinneren, en het spijt
mij genoeg dat ge daarop niet zijt
ingegaan, want het is allerminst
pleizierig telkens verwijten te moe
ten hooren over de uitgaven, die
voor Ortwin noodig zijn."
„Maar kind hoe kun je je nu toch
zoo gekwetst voelen, als ik mijn
geldelijke zorgen met je bespreek",
viel de graaf in. „Ge weet nu een
maal dat Alexander zeer veel geld
noodig heeft, en als erfgenaam van
ons geslacht komt het hem ook toe,
op een grooten voet te leven. Dus,
VipqLp Amplip
„Dus blijft mij niets andere over
dan Ortwin te overreden, zich voor
goed aan die gehate familie te ke
tenen."
„Wat moeten we anders doenHi]
kan toen niet zijn heele leven op een
lui ten an tstraktement blijven teren!
En of Alexander zijn inkomen zal
aanvullen, wanneer wij er niet meer
zijn, schijnt mij hoogst twijfelachtig
toe. De vriendschap tusschen die
twee zoogenaamde broers is nu juist
niet zoo héél groot."
„Dat is Ortwin's schuld niet."
„Nu laat ons daarover maar niet
twisten. Vast staat in ieder geval;
dat Ortwin op niet altijd even be
scheiden wijze gebruik weet te ma
ken van de talenten, (die hij op
Alexander vóór heeft."
De gravin had alweer een alles
behalve zoetsappig antwoord op de
lippen, maar het binnentreden van
haar zoon weerhield haar.
„Ge hebt ons laten wachten, mijn
waarde", sprak graaf Ferdinand.
„Vergeef me, papa, de gravin hield
me zoolang bij zich", antwoordde
Ortwin op den kalm-beleefden toon,
dien bij altijd tegenover zijn stiefva
der aansloeg. Tegelijk drukte hij een
kus op de hand, die zijn moeder hem
toestak, en nam op een stoel vlak
bij haar plaats.
„De gravin beeft een brief gekre
gen", zoo begon Ferdinand von
Haalburg, „waarover ze u in mijn
tegenwoordigheid wensoht te spre
ken. Herinnert ge u den naam HesZ-
born
„Maar al te goed", antwoordde
de jonge Beseodorf blijkbaar ver
baasd en ontstemd „zoo heette im
mers de bitterste vijand mijns va
ders
„Dat wil zeggen, vijanden moch
ten ze eigenlijk niet heeten, wel te
genstanders", kalmeerde graaf Fer
dinand. „Ze waren integendeel vrien
den, totdat dat onzalige proces ben
van elkaar vervreemdde.;
„Da t heb ik gehoord, maar aan mij n
opvatting van de zaak kan dat niets
veranderen. Ik vond het nog erger,
dat meneer von Heszborn mijn va
ders geluk en welstand ondermij nde,
terwijl ze toch vrienden waren."
„Ge oordeelt veel te scherp, Ort
win", begon nu de gravin. „Niet uw
vader en Heszborn hadden eigen
lijk die kwestie met elkaar gekre
gen, maar hun beide voogden. Toen
ze alle twee getrouwd waren, meneer
von Heszborn met een rijke vrouw,
uw vader met mij, bood de eerste
mijn echtgenoot aan, de belangrijke'
erfenis, waar bet over ging, te dee
len.
Wordt vervolgd